Voedingsadvies bij nierschade
Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2014 pavo 0870
Inleiding U bent door uw nefroloog verwezen naar de diëtist omdat uw nierfunctie achteruit gaat. In deze folder geven we voedingsadviezen die belangrijk zijn als de nieren niet goed werken. De adviezen gelden voor als u in afwachting bent van uw dialysebehandeling, maar ook als u al begonnen bent met de dialyse. We leggen uit met welke voedingsstoffen en mineralen u rekening moet houden in uw voeding en waarom. Ook vertellen we in welke voedingsmiddelen deze stoffen zitten. We sluiten de folder af met een aantal praktische tips.
Waarom een dieet bij (pre)dialyse? Een belangrijke taak van de nieren is het verwijderen van onder andere afvalstoffen en vocht. Normaal gesproken zou u deze afvalstoffen uitplassen. Als de nieren niet meer in staat zijn om de afvalstoffen voldoende uit uw lichaam te verwijderen, is een dialysebehandeling nodig. De arts verwacht dat u te zijner tijd met een dialysebehandeling moet gaan beginnen. In afwachting daarvan wordt het zogeheten predialyse traject gestart. U krijgt met verschillende hulpverleners te maken, waaronder de diëtist. Uw voeding moet aan bepaalde eisen voldoen, afhankelijk van de mate van nierschade en/of een gekozen nierfunctievervangende behandeling. Vaak moet de hoeveelheid eiwit, natrium, kalium en/of fosfaat in uw voeding beperkt worden. De diëtist stelt in overleg met u een persoonlijk dieetadvies op. Hierna gaan we in op de afzonderlijke voedingsstoffen en mineralen.
1 van 14
Eiwit Eiwit is een voedingsstof die u dagelijks nodig heeft. De eiwitten in de voeding zijn de bouwstoffen voor het lichaam. Bij de afbraak van eiwit ontstaat de afvalstof ureum. De nieren zorgen ervoor dat ureum het lichaam verlaat. Als de nieren niet goed werken, wordt ureum onvoldoende uit het lichaam verwijderd. Dit kan klachten geven, bijvoorbeeld moeheid, misselijkheid, braken, smaakverandering, jeuk en hoofdpijn. Om klachten te voorkomen moet er precies zoveel eiwit in uw voeding zitten dat het genoeg levert als bouwstof, maar niet te veel ureum geeft. Gebruik niet meer, maar ook niet minder dan voorgeschreven is. Als u te weinig eiwit binnenkrijgt, gaat uw algehele conditie achteruit. Dit komt doordat er dan meer afbraak dan opbouw is. Waar zit eiwit in? Eiwit zit vooral in vlees, vis, kip, ei, kaas, melk(producten), peulvruchten (zoals bruine en witte bonen, kapucijners), sojaproducten (tahoe, tempé), pinda’s en noten. In brood, aardappelen en groente zit minder eiwit. Wat betekent dit voor u? De hoeveelheid eiwit die u per dag mag gebruiken, is onder andere afhankelijk van uw lengte en gewicht. De diëtist berekent de hoeveelheid die u mag gebruiken.
2 van 14
Natrium Natrium is een mineraal dat in het lichaam voorkomt, het kan niet worden gemist. Eén van de functies van natrium is het regelen van de vochtbalans van het lichaam. Natrium komt voor in zout. In spreektaal wordt met zout meestal keukenzout bedoeld. Keukenzout bestaat uit natrium en chloride. In 1 gram zout zit 400 mg natrium. Zout wordt vaak gebruikt als smaakmaker en als middel om de houdbaarheid van producten te verlengen. Waarom is minder zout in de voeding nodig? Als u het advies krijgt minder zout te gebruiken, wordt eigenlijk bedoeld dat uw voeding minder natrium moet bevatten. Vroeger werd dan gesproken over een zoutloos of zoutarm dieet. Een betere naam is een natriumbeperkt dieet. Als de nieren goed werken plast u al het natrium dat u met de voeding eet, er weer uit. De hoeveelheid natrium, en daarmee de hoeveelheid water, blijft daardoor constant. Als de nieren minder goed werken, blijft er te veel natrium in het lichaam achter. Het lichaam houdt dan meer vocht vast. U kunt dan last krijgen van veel dorst, vochtophopingen in bijvoorbeeld uw enkels (oedeem) en een hoge bloeddruk. Te veel zout in de voeding vermindert de werking van bepaalde bloeddrukverlagende medicijnen. Natrium wordt door bijna iedereen in de vorm van keukenzout gebruikt om het eten op smaak te brengen. Het meeste zout krijgt u echter binnen doordat fabrikanten zout toevoegen aan voedingsmiddelen. Hierdoor kunt u ongemerkt veel zout binnen krijgen: gemiddeld zo’n tien tot twaalf gram zout per dag. Dit is bijna het dubbele van wat geadviseerd wordt. Bij een verminderde nierfunctie wordt een natriumbeperking van 2000 - 2400 mg natrium (= 5 - 6 gram zout) geadviseerd. Dit betekent meestal dat brood en beleg gewoon gebruikt kunnen worden, maar dat de warme maaltijd geen zout mag bevatten. Daarnaast moet goed gelet worden op zoute tussendoortjes.
3 van 14
Minder zout, maar hoe? Een natriumbeperking houdt meestal in, dat u bij de warme maaltijd geen zout mag gebruiken. Daarnaast moet u het gebruik van kanten-klare producten die veel zout bevatten vermijden. Denk daarbij aan bouillonblokjes en bouillonkorrels, soepen en sauzen uit pakjes, soeparoma (Maggi), tomatenketchup en ketjap (zowel zout als zoet) en kant-en-klaar maaltijden. Brood en beleg kunt u gewoon gebruiken, maar kies wel voor varianten met minder zout. Wat betekent dit voor u? Voeg geen zout toe tijdens het bereiden van uw maaltijden. Gebruik liever andere smaakmakers om uw eten op smaak te brengen. U kunt bijvoorbeeld kruiden of specerijen gebruiken, zoals nootmuskaat, peper, paprikapoeder, basilicum of peterselie. Ook het meebakken van bijvoorbeeld ui, knoflook of paprika kan voor extra smaak zorgen. Er zijn ook producten waar door de fabrikant geen zout aan toegevoegd is, deze kunt u herkennen aan de vermelding: ‘geen zout toegevoegd’, ‘ongezouten’, ‘bereid zonder zout’ of ‘zonder toevoeging van zout’. In het begin zult u moeten wennen aan de smaak van eten zonder zout. het duurt ongeveer 4-6 weken voordat u gewend bent aan minder zout Vermijd het gebruik van producten die veel zout bevatten: Bouillonblokjes, bouillonpoeder, soeparoma (Maggi, Aromat), ketjap, Worcestersaus, kip- of vleeskruiden, groente- en kruidenmixen, sambal en mosterd, tomatenpuree Pakjes soep en saus en kant en klare soep en saus Kant-en-klare (diepvries)maaltijden, pizza Vleeswaren zoals rookvlees, pekelvlees, rauwe ham, bacon, ontbijtspek, cervelaatworst en rookworst, Kies liever voor rosbief, fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet, filet américain en de vleeswaren waarop staat dat ze geen of minder zout bevatten. Kaas bevat veel zout. Kies voor kaas waar minder zout in zit, bijvoorbeeld Milner, Maaslander, cottage cheese en hüttenkäse
4 van 14
Kant-en-klare en gepaneerde vleesproducten zoals rookworst, gekruid gehakt, kroketten, hamburgers, frikadellen, slavinken en schnitzels. Snacks (zoals bami- en nasischijven, loempia, frikadel en kroket, zoutjes, gistextract (Marmite), sandwichspread, zuurkool, zure en zoute haring, tafelzoetzuur (augurken, atjar en uitjes). Zuurkool, tomatensap en tomatengroentesap, groenten in blik of pot en bewerkte diepvriesgroenten zoals spinazie à la crème Apolinaris en Vichy mineraalwater: hier zit veel natrium in. Vermijd het gebruik van drop. Dit geldt zowel voor zoete als zoute drop. Alle drop bevat een stofje dat bloeddrukverhogend werkt.
Ongeschikte zoutvarianten Zeezout, selderijzout, knoflookzout, uienzout, etc. bevatten net zoveel natrium als keukenzout. Mineraalzout*) bevat bijna de helft minder natrium dan keukenzout. Jozo-vitaal en Losalt bevatten*) een derde van de hoeveelheid natrium vergeleken met ‘gewoon’ keukenzout. In dieetzout*) is het natrium grotendeels vervangen door kaliumchloride. Natriumarme smaakmakers*): natriumarme (strooi)aroma, natriumarme juspoeder, natriumarme sauspoeder.
*) Deze producten bevatten kaliumchloride. In veel natriumarme producten wordt kaliumchloride gebruikt als smaakvervanger van natrium. Als de nieren niet goed werken is kalium echter geen goede vervanging voor natrium. Let daarom goed op de ingrediënten die op de verpakking staan. Als kaliumchloride wordt vermeld, is het product voor u niet geschikt.
5 van 14
Kalium Kalium heeft een belangrijke functie bij de geleiding van zenuwprikkels. Kalium is een mineraal dat in vrijwel alle voedingsmiddelen voorkomt. Als de nieren goed werken, wordt kalium weer uitgeplast. Als de nieren niet voldoende werken, blijft er te veel kalium in het lichaam achter. Dit kan onder andere leiden tot hartklachten, zoals hartritmestoornissen. Waar zit het in? Veel kalium zit in aardappelen, frites, groente, fruit, vruchtensap, koffie, melkproducten, cacao, noten en peulvruchten. Wat betekent dit voor u? Als het kaliumgehalte in het bloed te hoog wordt, moet de hoeveelheid kalium in uw voeding aangepast worden. Uw voeding mag maximaal 3000 mg kalium per dag bevatten, tenzij de diëtist of arts anders met u heeft afgesproken. We raden u aan om: Het gebruik van koffie te beperken. U kunt koffie vervangen door thee. Per dag maximaal één stuk fruit of één klein glaasje vruchtensap te gebruiken. Vruchtensap kunt u ook vervangen door limonade of frisdrank (liever geen light frisdrank of cola light). Een paar keer per week aardappelen te vervangen door rijst of pasta. Per dag maximaal twee melkproducten te gebruiken, zoals (karne)melk, yoghurt of vla.
6 van 14
Fosfaat Fosfaat is een mineraal dat van nature voorkomt in voeding. Eén van de functies van fosfaat is het geven van stevigheid aan botten. Als de nieren niet voldoende werken, kan er fosfaat in het bloed achterblijven. Dit kan leiden tot: Botproblemen, zoals verkalking in gewrichten. Een versneld proces van aderverkalking, waarbij bloedvaten nauwer worden. Jeuk door ophoping van fosfaat onder de huid. De hoeveelheid fosfaat is gekoppeld aan de eiwitinname. Eiwitrijke producten bevatten namelijk ook veel fosfaat. Als de hoeveelheid eiwit in de voeding wordt beperkt, wordt dus tegelijkertijd ook de hoeveelheid fosfaat die u binnenkrijgt minder. Kant-en-klare producten bevatten veel kunstmatig toegevoegd fosfaat. Dit fosfaat wordt door de darmen voor honderd procent opgenomen en komt in het bloed terecht. Fosfaat dat van nature voorkomt in voeding, wordt maar voor zestig procent opgenomen door de darmen. Naast kant-en-klare producten, zit er ook veel fosfaat in smeerkaas, light frisdrank en cola. Deze producten kunt u beter niet gebruiken.
7 van 14
Vocht (Alleen van toepassing als uw dialyse al gestart is) Teveel vocht in het lichaam leidt tot oedeem (vochtophoping bij enkels, handen en longen). U kunt hierdoor benauwd worden en de bloeddruk kan stijgen. Daarom is het belangrijk om bij de start van de dialyse rekening te houden met vochtbeperking. De mate van vochtbeperking is ondermeer afhankelijk van de hoeveelheid urine die uw lichaam produceert (diurese). Diurese wordt gemeten met het verzamelen van 24 uurs urine. Hoe minder u plast, hoe minder u mag drinken. Zo voorkomt u dat uw lichaam teveel vocht vasthoudt. U mag per dag 500 ml drinken plus de hoeveelheid diurese. Dit kunt u met uw arts overleggen. Bij vochtbeperking is een natriumbeperking heel belangrijk. Hoe meer natrium u gebruikt, hoe meer dorst u zult krijgen en hoe meer u gaat drinken. Vochtbeperking is moeilijk vol te houden als u teveel natrium blijft gebruiken. U krijgt het meeste vocht binnen door het drinken van bijvoorbeeld water, koffie, thee en melk, maar ook met vast voedsel (bijvoorbeeld fruit). Ook uw warme maaltijd bevat vocht (inclusief toetje), maar hiermee is al rekening gehouden bij uw vochtbeperking. U hoeft deze dus niet mee te tellen.
Inhoudsmaten (gemiddeld) Mok Gewoon kopje Klein kopje Glas Wijnglas Borrelglas
250 ml 125 ml 75 ml 150 ml 100 ml 35 ml
Diep bord Soepkop Dessertschaaltje Sauslepel IJsklontje Portie fruit
250 ml 200 ml 150 ml 25 ml 15 ml 100 ml
8 van 14
Tips om met een vochtbeperking om te gaan Zoete dranken lessen de dorst minder dan (koud) water of thee. Gebruik kleine kopjes of glazen en neem kleine slokjes. U kunt het vocht dan beter over de dag verdelen. Houd daarbij rekening met zaken als op bezoek of uit eten gaan. Een ijsklontje is niet zo snel op en helpt langer tegen de dorst. Verdeel fruit in partjes of stukjes. Als u dorst heeft kunt een stukje nemen. Neem, als dat is toegestaan, uw medicijnen in bij de maaltijd (bijvoorbeeld met een lepel appelmoes of vla) of bij het drinken dat u gepland heeft. Dan heeft u geen extra vocht nodig. Neem af en toe een zuurtje of kauwgum. Dit zorgt er voor dat uw slijmvliezen geprikkeld blijven en vocht blijven produceren. Uw dorstgevoel zal hierdoor minder worden. Een warme maaltijd (portie groente, drie aardappelen, stukje vlees en jus) bevat ongeveer 400-500 ml vocht. In plaats van de warme maaltijd kunt u ook eens een gelijke hoeveelheid soep of pap eten (let wel op de hoeveelheid zout). Als u dat doet, mag u ook nog de toegestane hoeveelheid vocht gebruiken.
Het gebruik van alcohol Alcohol heeft een bloeddrukverhogende werking. Drink daarom liever niet elke dag. Als u drinkt beperk het dan tot één glas per dag voor vrouwen en twee glazen per dag voor mannen. Door een andere lichaamssamenstelling verdragen vrouwen alcohol minder goed dan mannen.
Sterfruit Sterfruit is ook bekend onder de naam carambola. Het gebruik van sterfruit wordt dringend afgeraden bij nierpatiënten. Als u toch sterfruit gebruikt, kan dit tot ernstige complicaties leiden met uiteindelijk de dood. Dit heeft te maken met een stof die van nature in sterfruit zit (neurotoxine).
9 van 14
Bij een te hoge concentratie van deze stof in het bloed, kunnen ernstige complicaties optreden. Gebruik dus geen sterfruit of sappen waarin het sap van sterfruit verwerkt is.
Praktische tips Broodmaaltijden Brood Eén snee brood (35 g) levert 3 g eiwit. Dit is te vervangen door: 3 beschuiten 3 crackers 3 sneetjes knäckebröd 1 snee donker roggebrood 3 plakken ontbijtkoek (à 20 g) 1 croissant 1 snee krenten- of rozijnenbrood zonder spijs Broodbeleg 1 plakje kaas (20 g) levert 5 g eiwit 1 plakje vleeswaren (15) g levert 3 g eiwit 15 g pindakaas levert 4 g eiwit 1 ei levert 7 g eiwit 150 cc melk of melkproducten levert 5 g eiwit zoet beleg is vrij toegestaan De warme maaltijd We raden u aan om de gehele warme maaltijd zonder zout te bereiden. Smaakmakers zonder zout zijn bijvoorbeeld azijn, suiker/zoetstof, citroensap, gember en knoflook. Specerijen maken het eten pittiger; bijv. peper, nootmuskaat, foelie, kruidnagel, kerrie, gemberpoeder, cayennepeper of mosterdpoeder. Tuinkruiden kunt u zowel vers, gedroogd als ingevroren gebruiken. Denk hierbij aan selderij, peterselie, bieslook, tijm, basilicum en koriander. Soep Eén bord soep zonder vlees levert 1 g eiwit.
10 van 14
Ongezouten bouillon kunt u trekken van kruiden (zoals; laurier, foelie, lavas) veel verse groenten en vlees. U kunt ook gebruik maken van een kruidenbuiltje of natriumarme bouillonpoeder (let op, dit kan kalium bevatten).
Aardappelen Twee kleine aardappelen (100 g) leveren 2 g eiwit. Dit is te vervangen door: 100 g aardappelpuree 50 g patates frites 50 g macaroni/spaghetti of rijst Groente 100 g groente levert gemiddeld 2 g eiwit. Alle soorten zijn toegestaan, zonder zout toegevoegd. De smaak van groente blijft beter behouden als u deze kort kookt in weinig water. Bij de productie van zuurkool wordt veel zout gebruikt. Afspoelen van de zuurkool heeft geen zin, omdat er toch veel natrium achterblijft. U kunt dit beter niet gebruiken. Gebruik geen groente uit blik of pot, want daar zit veel zout in. U mag wel diepvriesgroente gebruiken, als het maar niet op smaak gemaakt is, zoals spinazie à la crème. Peulvruchten, tuinbonen en doperwten bevatten een dubbele hoeveelheid eiwitten, neem hiervan de helft van de toegestane hoeveelheid groente. Voor stamppotten kunt u de hoeveelheid aardappelen en groente bij elkaar optellen. U mag bijvoorbeeld 100 g aardappelen en 150 g groente. U kunt dus 250 g stamppot nemen. U kunt de groente binden met maïzena of aardappelmeel en eventueel afmaken met een klontje margarine, scheutje room en/of kruiden. Vlees 50 g rauw vlees (35 g gaar) levert 10 g eiwit. Dit is te vervangen door: 50 g wild, gevogelte of vis (35 g gaar) 1½ ei 120 g klaar gemaakte peulvruchten (niet uit blik)
11 van 14
Als vlees, vis of kip bereid worden in aluminiumfolie of in een braadzak, blijft de smaak beter behouden. Let op: vlees dat al bereid is bevat vaak zout (bijvoorbeeld gepaneerde producten en gestoomde en gerookte producten). Let ook op vlees dat al gekruid is, zoals gekruid gehakt, slavinken, verse worst. Hier zit al zout in. Jus Jus bevat geen eiwit. Als u ongezouten vlees gebruikt en u bereidt het in ongezouten bak en braad of margarine, dan bevat deze jus geen natrium. Maak geen gebruik van juspoeders, deze bevatten veel natrium. Jus kunt u op smaak brengen met een gesnipperd uitje, knoflook, paprika of champignons. Nagerecht 1 schaaltje vla (150 cc) levert 4 g eiwit 1 schaaltje yoghurt (150 cc) levert 6 g eiwit 1 schaaltje kwark (150 cc) levert 15 g eiwit! 1 portie fruit levert 0 g eiwit
Algemeen Fruit, vruchtensap of vruchtendranken leveren geen eiwit, maar bevatten wel veel kalium. Snoep bevat géén eiwit. U kunt vrij gebruik maken van: fondant, roomborstplaat, boterbabbelaars, zuurtjes, pepermunt, marsh mellows, mentos, kauwgom, fruitcaramels, winegums, gomballen, Turks fruit.
Meer informatie Nierstichting Nederland Postbus 2020, 1400 DA Bussum tel. (035) 697 80 00 of gratis informatielijn tel. 0800 - 388 00 00
12 van 14
www.nierstichting.nl Nierpatiënten Vereniging Nederland NVN Postbus 284, 1400 AG Bussum tel. (035) 691 21 28 of Patiëntendesk, tel. (035) 693 77 99 www.nvn.nl Bezoekadres Nierstichting en de NVN: Groot Hertoginnelaan 34, Bussum NPVR Nierpatiëntenvereniging Rijnmond Vereniging waarbij nierpatiënten van het Albert Schweitzer Ziekenhuis te Dordrecht, Erasmus Medisch Centrum met o.a. locatie Sohpia kinderziekenhuis te Rotterdam, Maasstadziekenhuis te Rotterdam, Sint Franciscus Gasthuis te Rotterdam en het Vlietland Ziekenhuis te Vlaardingen zich kunnen aansluiten. www.NPVR.nl
Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de afdeling Diëtetiek, tel. (078) 652 33 97.
Als u verhinderd bent voor uw afspraak, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk laten weten? De vrijgekomen plaats kan dan voor een andere patiënt gebruikt worden. Uitsluitend voor het wijzigen van een afspraak bij de afdeling Diëtetiek, belt u ook voor alle locaties naar tel. (078) 652 33 97.
13 van 14
Deze folder is in 2012 getest door een onafhankelijk patiëntenpanel
14 van 14