Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
VLAAMS PARLEMENT
Zitting 2003-2004 6 april 2004
ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn en de slotakte, opgemaakt in Parijs op 3 april 2001
VERSLAG namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Peter De Ridder
5362
Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
2
Samenstelling van de commissie : Voorzitter : de heer Luc Van den Brande. Vaste leden : de heren Freddy Sarens, Walter Vandenbossche, Luc Van den Brande, Eric Van Rompuy ; de heren Louis Bril, Peter Gysbrechts, André Moreau, Stefaan Platteau ; de heren Luk Van Nieuwenhuysen, Karim Van Overmeire, Christian Verougstraete ; de heren Peter De Ridder, Patrick Hostekint ; de heer Frans Ramon ; de heer Etienne Van Vaerenbergh. Plaatsvervangers : mevrouw Brigitte Grouwels, de heer Erik Matthijs, mevrouw Trees Merckx-Van Goey, de heer Jef Van Looy ; de heren Julien Demeulenaere, Didier Ramoudt, Marc van den Abeelen, Paul Wille ; mevrouw Hilde De Lobel, de heren Pieter Huybrechts, Johan Van Brusselen ; de heren Marcel Logist, Jacques Timmermans ; de heer Eloi Glorieux ; de heer Jan Roegiers.
Zie : 2084 (2003-2004) – Nr. 1 : Ontwerp van decreet
3
Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
INHOUD Blz. I.
INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER JEF TAVERNIER, VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, LANDBOUW EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
1.
Historische wortels van de betrokken internationale instantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
2.
Doelstellingen van de organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
3.
Belgisch lidmaatschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
4.
Nieuwe overeenkomst : oprichting van de “Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
Gemengd karakter van het verdrag en België als toetredende verdragspartij . . . . . . .
5
II. BESPREKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
III. STEMMINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
III.1. Artikelsgewijze stemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
III.2. Stemming over het geheel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
5.
Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
4
DAMES EN HEREN, In de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden werd op dinsdag 30 maart 2004, het ontwerp van decreet houdende instemming met het verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn, na bespreking, aangenomen bij unanimiteit van acht stemmen.
I. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER JEF TAVERNIER, VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, LANDBOUW EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Historische wortels van de betrokken internationale instantie Bij wege van inleiding, en om een en ander juist te kunnen kaderen, schetst de minister eerst even bondig de historiek van de internationale organisatie, die hier vandaag het voorwerp van bespreking uitmaakt. Reeds op 29 november 1924 ondertekenden acht landen (Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Luxemburg, Portugal, Spanje en Tunesië) een overeenkomst tot oprichting van het “Internationaal Wijnbureau” (Office International du Vin, OIV). Op 4 september 1958 beslisten de toenmalige lidstaten om de naam om te vormen tot “Internationaal Bureau voor Wijnstok en Wijn” (Office International de la Vigne et du Vin).
2. Doelstellingen van de organisatie De minister preciseert verder dat het OIV een intergouvernementele organisatie van wetenschappelijke aard is, die bedrijvig is op het vlak van de wijnbouwproducten. Het OIV stelt belang in alle wetenschappelijke, technische, economische en menselijke problemen die verband houden met de wijnbouwproducten. De opdracht van het OIV is om, via aanbevelingen aan de regeringen van de lidstaten, relevante en internationaal toepasselijke normen of gelijk welke andere technische, regelgevende of economische bepalingen voor te stellen, die geschikt zijn om de productie en de commercialisering van wijn en andere wijnbouwproducten op peil te houden en verder te ontwikkelen. Het OIV vormt op die manier een unieke plaats waar experts uit de hele wereld elkaar ontmoeten. Het OIV informeert met haar economische en statistische analyses over de markttendensen en het vormt een aanzienlijke bron van internationale documentatie over de wijnbouw. Op dit ogenblik zijn
47 landen lid van het OIV. Daarnaast zijn er nog een aantal waarnemers.
3. Belgisch lidmaatschap De minister wijst er verder op dat België al sinds 1961 lid van het OIV is. Aanvankelijk werd dat lidmaatschap verantwoord door de stijgende belangstelling wegens de productie van tafeldruiven, de aanwezigheid van een groot aantal marktdeelnemers en een begin van wijnproductie. Deelname aan de werkzaamheden van het OIV laat België daarenboven toe zijn economische en handelsbelangen te verdedigen in een gespecialiseerd domein. Het hoeft daarbij geen betoog dat het ontstaan van een eigen Vlaamse wijnbouwcultuur, zoals onder andere blijkt uit het opstarten van de aanplanting van nieuwe wijngaarden in Vlaanderen (onder meer ten experimentelen titel op de flanken van de Sint-Pietersabdij in Gent), en uit het op de markt verschijnen van Belgische wijnbouwproducten met een beschermde geografische aanduiding (zoals de Hagelandse en Haspengouwse wijnen), evenals de toenemende omvang van de binnenlandse wijnconsumptie, de positieve weerslag in het algemeen en de constante bekommernis om de consumentenbescherming, even zovele redenen vormen voor een voortgezette aanwezigheid van België binnen het OIV.
4. Nieuwe overeenkomst : oprichting van de “Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn” Op 5 december 1997 besliste de algemene vergadering van het OIV om de Overeenkomst van 1924 te herzien. Die herziening leidde tot de verdragstekst tot oprichting van de “Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn” (Office International du Vin) die op 3 april 2001 in Parijs overeengekomen werd. Met dit nieuwe verdrag wordt beoogd de opdracht en de middelen van het OIV te moderniseren en ze aan te passen aan de nieuwe context waarin de wijnsector op wereldvlak vertoeft. Op die manier kan het OIV zijn taken verder efficiënt uitoefenen. Het voorliggende verdrag moet, met andere woorden, zorgen voor een nieuwe dynamiek in de wijnbouwsector op wereldvlak door de oprichting van een specifieke, moderne intergouvernementele organisatie die een internationaal discussieforum vormt waar verschillende standpunten aan bod
5 komen die dan uitmonden in resoluties en aanbevelingen. De harmonisering van handelspraktijken en reglementeringen in het belang van producenten, verdelers en consumenten staat daarbij volgens de minister voorop.
5. Gemengd karakter van het verdrag en België als toetredende verdragspartij De OIV-lidstaten konden het verdrag ondertekenen tussen 4 april en 31 juli 2001. De minister wijst er daarbij op dat, wegens de interne procedures op federaal en regionaal niveau, België het verdrag onmogelijk binnen de afgesproken termijn kon ondertekenen. Bijgevolg moet de toetreding gebeuren onder toepassing van artikel 14 van het verdrag, waarin staat dat elke lidstaat die het verdrag niet ondertekend heeft binnen de voorgeschreven termijnen, te allen tijde tot het verdrag kan toetreden. Dit verdrag is van gemengde aard verklaard, aangezien er zowel gewestelijke als federale bevoegdheden in meespelen. De gewestelijke bevoegdheid situeert zich meer bepaald op het vlak van de landbouw en het wetenschappelijk onderzoek dat in dit domein plaatsvindt. Maar ook federale bevoegdheden, zoals bijvoorbeeld de voedselveiligheid, zijn in dit verdrag terug te vinden. Afsluitend wijst de minister er nog op dat het verdrag in werking trad op 1 januari laatstleden, nadat Frankrijk in december 2003 als 31ste land zijn akte van goedkeuring neergelegd had. Voor de staten die na de datum van inwerkingtreding het akkoord aanvaarden, goedkeuren of ratificeren is het verdrag van toepassing de 30ste dag na de neerlegging van de akte. Om al die redenen verzoekt de minister de commissieleden dan ook om het hen voorgelegde ontwerp van instemmingsdecreet met het Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn, te willen goedkeuren.
Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
Ook de heer Luc Van den Brande, commissievoorzitter, verklaart voor het verdrag te zullen stemmen. Vanuit het oogpunt van de productie van wijn, wijst de heer Van den Brande erop dat Vlaanderen een zestal jaar terug, niet zonder moeite, een Europese labelling (d.w.z. een Europeesrechtelijk beschermende benaming van oorsprong) heeft kunnen bekomen voor de twee door de minister genoemde witte wijnen die in Vlaanderen geproduceerd worden. In de mate dat de Vlaamse wijnbouw momenteel nog in haar aanvangsfase zit, en qua afgeleverde hoeveelheden kwantitatief nog vrij beperkt is, verdient ze volgens hem dan ook alle steun die ze maar kan krijgen. Onder andere dus ook via het lidmaatschap van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn.
De heer Luc Van den Brande wijst er daarnaast op dat Vlaanderen zich over het afgelopen anderhalve decennium ook heeft ontwikkeld tot een regio waar wijn – in elk geval veel meer dan vroeger het geval was – binnen brede lagen van de bevolking ook zeer wordt geapprecieerd als consumptieproduct. Ook vanuit consumptief oogpunt is het derhalve zinvol om lid te worden van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn. Terzijde wijst hij er nog op dat zich binnen België ook een merkwaardig smaakverschil aftekent tussen het noorden en het zuiden van het land. De statistieken wijzen immers uit dat men in Vlaanderen meer de wijnen uit de Bordeauxstreek apprecieert, terwijl in het zuiden van het land de bourgognewijnen beter in de markt liggen. Volgens sommigen zou hiervoor zelfs een historische verklaring te vinden zijn. Een en ander zou met name te maken hebben met de historische aanvoerroutes van de Franse wijnen naar ons land.
III. STEMMINGEN
III.1 Artikelsgewijze stemming
II. BESPREKING De heer Etienne Van Vaerenbergh verklaart voor het decreet te zullen stemmen, kwestie van de – weliswaar nog vrij prille – Vlaamse wijnbouw ook te laten genieten van de kwalitatieve steun die door de hier ter bespreking voorliggende Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn aan haar leden geboden wordt.
Artikel 1
Ter stemming gelegd, wordt het eerste artikel van het ontwerp van decreet aangenomen bij unanimiteit van acht stemmen.
Stuk 2084 (2003-2004) – Nr. 2
6
Artikel 2 Ter stemming gelegd, wordt daarna ook het tweede artikel van het ontwerp van decreet aangenomen bij unanimiteit van acht stemmen. III.2 Stemming over het geheel In zijn geheel ter stemming gelegd, wordt het ontwerp van decreet “houdende instemming met het verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn en de slotakte, opgemaakt in Parijs op 3 april 2001”, tenslotte eveneens aangenomen bij unanimiteit van acht stemmen.
De verslaggever, Peter DE RIDDER
De voorzitter, Luc VAN DEN BRANDE