Vitocal 200-G 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit Zie pagina 17
Verwarmingscircuit zonder mengklep, met verwarmingswaterbuffer, tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” (door installateur) Zie pagina 23
3
5819 472 NL
Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” met NC-Box (zonder mengklep) via ventilatorconvectoren Zie pagina 20
16
VIESMANN
Installatievoorbeelden
Vitocal 200-G (vervolg) 3.2 Een verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit Opmerking Voor deze installatie-uitvoering moet in de regeling installatieschema 2 worden gekozen.
Toepassingsgebied
Tapwaterverwarming met de warmtepomp
Eengezinswoning met vloerverwarming.
De tapwaterverwarming door de warmtepomp 1 is bij levering t. o.v. het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld en vindt bij voorkeur in de nachtelijke uren plaats. De vraag naar warmte vindt plaats via de bovenste boilertemperatuursensor en de regeling die de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/warm water” aanstuurt. De aanvoertemperatuur wordt door de warmtepomp verhoogd tot de waarde die voor de tapwaterverwarming noodzakelijk is. Als de werkelijke waarde op de bovenste boilertemperatuursensor de gewenste waarde overschrijdt die op de regeling is ingesteld, schakelt de regeling door de 3-wegomschakelklep ”Verwarmen/warm water” de verwarmingswateraanvoer naar het verwarmingscircuit.
Voorwaarden De warmtepompen Vitocal 200-G hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater van 800 liter/h nodig. Bij systemen met een grote inhoud, zoals bijv. een vloerverwarming, kan van een verwarmingswaterbuffer worden afgezien. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daarmee is ook bij gesloten verwarmingscircuits een minimale hoeveelheid circulatiewater gegarandeerd. Bovendien moet een vloerverwarmingscircuit met een temperatuurbewaker (accessoire) worden uitgerust om de maximumtemperatuur te begrenzen. Een minimumdebiet in het warmtepomp-verwarmingscircuit moet met een overstortklep rW op de laatste verwarmingsstreng of met een open verwarmingscircuit (bijv. in de badkamer, als er een toezegging van de gebruiker is) gezorgd zijn.
Primair circuit Als de werkelijk gemeten temperatuur op de retourtemperatuursensor van het secundaire circuit lager is dan de gewenste temperatuur die op de regeling is ingesteld of bij tapwaterverwarming door de warmtepomp, starten de compressor 3, de primaire pomp en de secundaire pomp 2.
Secundair circuit De warmtepomp 1 voorziet het secundaire circuit van warmte. Door de ingebouwde regeling qP wordt de retourtemperatuur van het verwarmingswater geregeld. De secundaire pomp 2 pompt het verwarmingswater via de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/ warm water” naar de warmwaterboiler wQ of naar het verwarmingscircuit rP. Met het verwarmingswater-doorstroomelement qQ (accessoire) wordt de aanvoertemperatuur naar behoefte verhoogd. Deze dient voor het dekken van de piekbelasting bijv. bij bouwdroging en estrikverwarming of in mono-energetische installaties.
Koelfunctie ”natural cooling” De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwaterverwarming ingeschakeld. De bewaking van het dauwpunt vindt plaats via een externe dauwpuntsensor (leveringsomvang NCBox). Er moet voor worden gezorgd dat eventueel aanwezige ruimtethermostaten bij gebruik van de koelfunctie handmatig of door stelmotoren worden geopend. Als de buitentemperatuur de koelgrenstemperatuur overschrijdt die op de regeling instelbaar is, wordt de koelfunctie ”natural cooling” door de regeling vrijgegeven. Daardoor worden de componenten van de NC-Box eP geactiveerd, de koelcircuitpompen eQ en eW draaien dan permanent. De NC-Box met mengklep volgt een koellijn. De mengklep aan grondzijde garandeert het gebruik van de primaire bron naar behoefte en daarmee de bruikbaarheid hiervan gedurende het hele jaar. Het koelvermogen van de warmtewisselaar is bij gebruik van de NC-Box met mengklep constant.
Verwarmingswater-doorstroomelement (accessoire) In het toestel kan een verwarmingswater-doorstroomelement worden geïnstalleerd. Het verwarmingswater-doorstroomelement moet via een afzonderlijke aansluiting worden beveiligd. De aansturing van het door de installateur aangesloten relais gebeurt via de warmtepompregeling.
Installaties zonder verwarmingswaterbuffer Om de minimum circulatiehoeveelheid van het verwarmingswater te garanderen, geen mengklep plannen.
Ruimteverwarming
De mogelijkheid bestaat ofwel de warmtepomp (de compressor) en het verwarmingswater-doorstroomelement samen ofwel slechts een van de componenten door het energiebedrijf te laten uitschakelen. Dat kan als ”harde” uitschakeling (uitschakelen van het vermogensrelais) of als ”zachte” uitschakeling via de regelingssoftware van de warmtepomp (zonder aansturing van het vermogensrelais) plaatsvinden. Bij de ”harde” uitschakeling moet een extra schakeling door de installateur (zie montage- en servicehandleiding Vitocal 200-G) worden geïnstalleerd. De spanningsvoeding van de regeling mag daarbij niet worden onderbroken. Bij de ”zachte” uitschakeling kan de component die moet worden uitgeschakeld via de warmtepompregeling worden gekozen (warmtepomp en/of verwarmingswater-doorstroomelement (indien geïnstalleerd).
5819 472 NL
Het debiet in het verwarmingscircuit wordt geregeld door de kleppen op de vloerverdeler te openen en te sluiten. Aan het eind van de laatste verwarmingsstreng moet een bypassklep (overstortklep) rW worden aangebracht, die voor een constant debiet in het warmtepompcircuit zorgt. Vloerverwarmingscircuits moeten van een temperatuurbewaker rQ (accessoire) worden voorzien om de maximumtemperatuur te begrenzen. Als de temperatuurwaarde op de retourtemperatuursensor de gewenste waarde heeft overschreden die op de regeling instelbaar is, worden de warmtepomp 1 en de primaire pomp uitgeschakeld.
Blokkering door energiebedrijf
Installatievoorbeelden
VIESMANN
17
3
Vitocal 200-G (vervolg) Hydraulisch installatieschema
3
Benodigde apparaten
5 8 9 wQ wW wE eP eE rP rQ rW 4 6 7 qQ rE
18
Naam Warmtepomp Vitocal 200-G, met geïntegreerde regeling CD 70 qP, compressor 3, primaire pomp, secundaire pomp 2 en 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water Aardsonde/aardcollector Expansievat voor het verwarmingscircuit Buitentemperatuursensor ATS Tapwaterverwarming Warmwaterboiler Vitocell 100-V, type CVW Boilertemperatuursensor STS Circulatiepomp ZP Koelfunctie ”natural cooling” (optie) NC-Box met mengklep en primaire eQ en secundaire eW koelcircuitpomp Dauwpuntsensor Verwarmingscircuit zonder mengklep (vloerverwarmingscircuit) Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming Overstortklep Accessoire Pressostaat grondcircuit Grondmedium-verdeler voor aardsonden/aardcollectoren Accessoirepakket voor grond Verwarmingswater-doorstroomelement Afstandsbediening Vitotrol 200
VIESMANN
Bestelnr. zie prijslijst van installateur van installateur leveringsomvang pos. 1 Z002 885 7170 965 van installateur 7244 674 leveringsomvang pos. 30 7151 728 of 7151 729 van installateur 9532 663 zie prijslijst Z002 394 7193 553 7450 017
Installatievoorbeelden
5819 472 NL
Pos. 1
Vitocal 200-G (vervolg) Pos. rR tQ tW
Naam KM-BUS-verdeler Verzamelstoringsmelder Uitschakeling energiebedrijf via toonfrequentieontvanger
Bestelnr. 7415 028 van installateur van installateur
Elektrisch installatieschema
5819 472 NL
3
Installatievoorbeelden
VIESMANN
19
Vitocal 200-G (vervolg) 3.3 Een verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” met NC-Box (zonder mengklep) via ventilatorconvectoren Opmerking Voor deze installatie-uitvoering moet in de regeling installatieschema 2 worden gekozen.
Toepassingsgebied
Tapwaterverwarming met de warmtepomp
Eengezinswoning met vloerverwarming en ventilatorconvectoren.
De tapwaterverwarming door de warmtepomp 1 is bij levering t. o.v. het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld en vindt bij voorkeur in de nachtelijke uren plaats. De vraag naar warmte vindt plaats via de bovenste boilertemperatuursensor en de regeling die de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/warm water” aanstuurt. De aanvoertemperatuur wordt door de warmtepomp verhoogd tot de waarde die voor de tapwaterverwarming noodzakelijk is. Als de werkelijke waarde op de bovenste boilertemperatuursensor de gewenste waarde overschrijdt die op de regeling is ingesteld, schakelt de regeling door de 3-wegomschakelklep ”Verwarmen/warm water” de verwarmingswateraanvoer naar het verwarmingscircuit.
Voorwaarden
Primair circuit Als de werkelijk gemeten temperatuur op de retourtemperatuursensor van het secundaire circuit lager is dan de gewenste temperatuur die op de regeling is ingesteld of bij tapwaterverwarming door de warmtepomp, starten de compressor 3, de primaire pomp en de secundaire pomp 2.
Koelfunctie ”natural cooling” via ventilatorconvector De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwaterverwarming ingeschakeld. De bewaking van het dauwpunt vindt plaats via een externe dauwpuntsensor (leveringsomvang NCBox). Als de buitentemperatuur de koelgrenstemperatuur overschrijdt die op de regeling instelbaar is, wordt de koelfunctie ”natural cooling” door de regeling vrijgegeven. Daardoor worden de componenten van de NC-Box eP geactiveerd, de koelcircuitpompen eQ en eW draaien dan permanent. In combinatie met ventilatorconvectoren moet bij de NC-Box zonder mengklep de meegeleverde dauwpuntsensor overbrugd worden om voldoende lage aanvoertemperaturen te garanderen. Daardoor draait de primaire koelcircuitpomp eQ constant.
Verwarmingswater-doorstroomelement (accessoire) Secundair circuit De warmtepomp 1 voorziet het secundaire circuit van warmte. Door de ingebouwde regeling qP wordt de retourtemperatuur van het verwarmingswater geregeld. De secundaire pomp 2 pompt het verwarmingswater via de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/ warm water” naar de warmwaterboiler wQ of naar het verwarmingscircuit eU. Met het verwarmingswater-doorstroomelement qQ (accessoire) wordt de aanvoertemperatuur naar behoefte verhoogd. Deze dient voor de dekking van de piekbelasting bijv. bij bouwdroging.
Installaties zonder verwarmingswaterbuffer Om de minimum circulatiehoeveelheid van het verwarmingswater te garanderen, geen mengklep plannen.
Ruimteverwarming Het debiet in het verwarmingscircuit wordt geregeld door de kleppen op de vloerverdeler te openen en te sluiten. Aan het eind van de laatste verwarmingsstreng moet een bypassklep (overstortklep) eZ worden aangebracht, die voor een constant debiet in het warmtepompcircuit zorgt. Vloerverwarmingscircuits moeten van een temperatuurbewaker eI (accessoire) worden voorzien om de maximumtemperatuur te begrenzen. Als de temperatuurwaarde op de retourtemperatuursensor de gewenste waarde heeft overschreden die op de regeling instelbaar is, worden de warmtepomp 1 en de primaire pomp uitgeschakeld.
In het toestel kan een verwarmingswater-doorstroomelement worden geïnstalleerd. Het verwarmingswater-doorstroomelement moet via een afzonderlijke aansluiting worden beveiligd. De aansturing van het door de installateur aangesloten relais gebeurt via de warmtepompregeling.
Blokkering door energiebedrijf De mogelijkheid bestaat ofwel de warmtepomp (de compressor) en het verwarmingswater-doorstroomelement samen ofwel slechts een van de componenten door het energiebedrijf te laten uitschakelen. Dat kan als ”harde” uitschakeling (uitschakelen van het vermogensrelais) of als ”zachte” uitschakeling via de regelingssoftware van de warmtepomp (zonder aansturing van het vermogensrelais) plaatsvinden. Bij de ”harde” uitschakeling moet een extra schakeling door de installateur (zie montage- en servicehandleiding Vitocal 200-G) worden geïnstalleerd. De spanningsvoeding van de regeling mag daarbij niet worden onderbroken. Bij de ”zachte” uitschakeling kan de component die moet worden uitgeschakeld via de warmtepompregeling worden gekozen (warmtepomp en/of verwarmingswater-doorstroomelement (indien geïnstalleerd).
5819 472 NL
3
De warmtepompen Vitocal 200-G hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater van 800 liter/h nodig. Nauwkeurig berekende radiatorverwarmingsinstallaties hebben meestal een kleine hoeveelheid water in het systeem. Bij systemen met een grote inhoud, zoals bijv. een vloerverwarming, kan van een verwarmingswaterbuffer worden afgezien. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daarmee is ook bij gesloten verwarmingscircuits een minimale hoeveelheid circulatiewater gegarandeerd. Bovendien moet een vloerverwarmingscircuit met een temperatuurbewaker (accessoire) worden uitgerust om de maximumtemperatuur te begrenzen. Een minimumdebiet in het warmtepomp-verwarmingscircuit moet met een overstortklep eZ op de laatste verwarmingsstreng of met een open verwarmingscircuit (bijv. in de badkamer, als er een toezegging van de gebruiker is) gezorgd zijn.
20
VIESMANN
Installatievoorbeelden
Vitocal 200-G (vervolg) Hydraulisch installatieschema
3
Opmerking Vanwege het gecompliceerdere buissysteem is bij deze installatie-uitvoering een grotere montageafstand tussen NC-Box en warmtepomp of evt. de montage naast de warmtepomp vereist.
Benodigde apparaten Pos. 1 5 9 eO rP
5819 472 NL
eP wQ wW wE eU 8 eZ eI
Naam Warmtepomp Vitocal 200-G, met geïntegreerde regeling CD 70 qP, compressor 3, primaire pomp, secundaire pomp 2 en 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water Aardsonde/aardcollector Buitentemperatuursensor ATS Condenswaterafvoer voor ventilatorconvector Ventilatorconvector Vitoclima 200-C Koelfunctie ”natural cooling” NC-Box zonder mengklep met primaire eQ en secundaire eW koelcircuitpomp Tapwaterverwarming Warmwaterboiler Vitocell 100-V, type CVW Boilertemperatuursensor STS Circulatiepomp ZP Verwarmingscircuit zonder mengklep (vloerverwarmingscircuit) Expansievat voor het verwarmingscircuitvan installateur Overstortklep Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming
Installatievoorbeelden
Bestelnr. zie prijslijst van installateur leveringsomvang pos. 1 van installateur zie prijslijst Vitoclima 7244 673 Z002 885 7170 965 van installateur van installateur van installateur 7151 728 of 7151 729
VIESMANN
21
Vitocal 200-G (vervolg) Pos. 4 6 7 qQ eE eR eT tQ tW
Naam Accessoires Pressostaat grondcircuit Grondmedium-verdeler voor aardsonden/aardcollectoren Accessoirepakket voor grond Verwarmingswater-doorstroomelement KM-BUS-verdeler Afstandsbediening Vitotrol 200 Ruimtetemperatuursensor Verzamelstoringsmelder Uitschakeling energiebedrijf via toonfrequentieontvanger
Bestelnr. 9532 663 zie prijslijst Z002 394 7193 553 7415 028 7450 017 7408 012 van installateur van installateur
Elektrisch installatieschema
5819 472 NL
3
22
VIESMANN
Installatievoorbeelden
Vitocal 200-G (vervolg) 3.4 Een verwarmingscircuit zonder mengklep, met verwarmingswaterbuffer, tapwaterverwarming en koelfunctie ”natural cooling” (door installateur) Opmerking Voor deze installatie-uitvoering moet in de regeling installatieschema 2 worden gekozen.
Toepassingsgebied Eengezinswoning met vloer- of radiatorverwarming.
Voorwaarden De warmtepompen Vitocal 200-G hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater van 800 liter/h nodig. Nauwkeurig berekende radiatorverwarmingsinstallaties hebben meestal een kleine hoeveelheid water in het systeem. Bij dergelijke installaties moet een verwarmingswaterbuffer van voldoende grootte gebruikt worden om te frequent in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen. Warmtepompen kunnen afhankelijk van het stroomtarief op piektijden door het energiebedrijf worden uitgeschakeld. Om deze reden moet bij een snel afkoelend verwarmingssysteem (radiatoren) het volume van de verwarmingswaterbuffer zo bemeten worden dat de opgeslagen warmte het afkoelen van het gebouw in de uitschakeltijden voorkomt. Bovendien moet een vloerverwarmingscircuit met een temperatuurbewaker (accessoire) worden uitgerust om de maximumtemperatuur te begrenzen. Minimumdebiet in het secundaire circuit moet door een verwarmingswaterbuffer worden gegarandeerd.
Het debiet bij de dimensionering van de CV-pomp rQ kan afwijken van het debiet van het warmtepompcircuit (secundaire pomp). (advies: debiet van de CV-pomp rQ kleiner dan debiet van de secundaire pomp). Om het verschil tussen deze waterhoeveelheden te compenseren, moet parallel aan het verwarmingscircuit een verwarmingswaterbuffer eQ worden gepland. De niet door de verwarmingscircuits opgenomen warmte wordt parallel in de verwarmingswaterbuffer eQ opgeslagen. Bovendien wordt daarmee een gelijkmatige werking van de warmtepompen (lange looptijden) bereikt en bij uitschakelingen door het energiebedrijf worden de verwarmingscircuits door de verwarmingswaterbuffer eQ van warmte voorzien. Bij normale werking of bij werking met vaste waarden wordt de warmtepomp 1 uitgeschakeld, als op de temperatuursensor van de secundaire retour van de warmtepomp de gewenste waarde is bereikt. Bij verlaagde werking wordt de warmtepomp 1 uitgeschakeld als op de buffertemperatuursensor eW van de verwarmingswaterbuffer eQ de gewenste waarde is bereikt. Dan wordt het verwarmingscircuit door de verwarmingswaterbuffer eQ van warmte voorzien. Pas als de temperatuur daalt onder de gewenste temperatuur op de buffertemperatuursensor eW van de verwarmingswaterbuffer eQ wordt de warmtepomp 1 weer ingeschakeld.
Primair circuit Als de met de buffertemperatuursensor eW van de verwarmingswaterbuffer eQ gemeten werkelijke temperatuur lager is dan de in de regeling ingestelde gewenste temperatuur of bij tapwaterverwarming door de warmtepomp, starten de compressor, 3, de primaire pomp en de secundaire pomp 2.
Secundair circuit De secundaire pomp 2 pompt het verwarmingswater via de 3weg-omschakelklep ”Verwarmen/warm water” naar de warmwaterboiler wQ of naar de verwarmingswaterbuffer eQ. Door de CVpomp rQ wordt het vereiste watervolume naar het verwarmingscircuit gepompt.
Parallel geschakelde verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffers dienen voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in warmtepomp- en verwarmingscircuits. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkranen verlaagd wordt, blijft het debiet in het warmtepompcircuit constant. Voordelen: & Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf & Constant debiet door de warmtepomp & Langere looptijd van de warmtepomp Om 2 uur blokkering door het energiebedrijf te overbruggen is een buffervolume van 600 liter voldoende. Voor de looptijdverlenging van de warmtepomp is een buffervolume van 200 liter voldoende. Wegens het grotere watervolume en evt. aparte afsluiting van de warmtegenerator moet voor nog een expansievat of een grotere worden gezorgd. Het beveiligen van de warmtepomp gebeurt volgens EN 12828.
5819 472 NL
Ruimteverwarming Het debiet in het verwarmingscircuit wordt door openen en sluiten van de radiator-thermostaatkranen of de kleppen van de vloerverdeler geregeld. Vloerverwarmingscircuits moeten van een temperatuurbewaker rW (accessoire) worden voorzien om de maximumtemperatuur te begrenzen.
Installatievoorbeelden
Tapwaterverwarming met de warmtepomp De tapwaterverwarming door de warmtepomp 1 is bij levering t. o.v. het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld en vindt bij voorkeur in de nachtelijke uren plaats. De vraag naar warmte vindt plaats via de bovenste boilertemperatuursensor en de regeling die de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/warm water” aanstuurt. De aanvoertemperatuur wordt door de warmtepomp verhoogd tot de waarde die voor de tapwaterverwarming noodzakelijk is. Als de werkelijke waarde op de bovenste boilertemperatuursensor de gewenste waarde overschrijdt die op de regeling is ingesteld, schakelt de regeling door de 3-wegomschakelklep ”Verwarmen/warm water” de verwarmingswateraanvoer naar het verwarmingscircuit.
Koelfunctie ”natural cooling” De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwaterverwarming ingeschakeld. De bewaking van het dauwpunt vindt plaats via een externe dauwpuntsensor (leveringsomvang NCBox). Er moet voor worden gezorgd dat eventueel aanwezige ruimtethermostaten bij gebruik van de koelfunctie handmatig of door stelmotoren worden geopend. Als de buitentemperatuur de koelgrenstemperatuur overschrijdt die op de regeling instelbaar is, wordt de koelfunctie ”natural cooling” door de regeling vrijgegeven. De primaire pomp start en via de uitbreidingsset ”natural cooling” rO worden de primaire koelcircuitpomp tE, de 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/Koelen” rI alsmede de afsluitklep voor het grondcircuit tP aangestuurd. Verder verwerkt de uitbreidingsset ”natural cooling” de signalen van de dauwpuntsensor rE en van de thermostaat voor de vorstbescherming tT. Via de KM-BUS wordt de uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep tR met de koelcircuitmengklep tQ aangestuurd. De voor de systeemscheiding grond/water geïnstalleerde warmtewisselaar tZ draagt de warmte van het verwarmings- resp. koelcircuit over aan het grondcircuit en voert de warmte af naar de grond.
VIESMANN
23
3
Vitocal 200-G (vervolg) Verwarmingswater-doorstroomelement (accessoire) In het toestel kan een verwarmingswater-doorstroomelement worden geïnstalleerd. Het verwarmingswater-doorstroomelement moet via een afzonderlijke aansluiting worden beveiligd. De aansturing van het door de installateur aangesloten relais gebeurt via de warmtepompregeling.
Blokkering door energiebedrijf De mogelijkheid bestaat ofwel de warmtepomp (de compressor) en het verwarmingswater-doorstroomelement samen ofwel slechts een van de componenten door het energiebedrijf te laten uitschakelen.
Dat kan als ”harde” uitschakeling (uitschakelen van het vermogensrelais) of als ”zachte” uitschakeling via de regelingssoftware van de warmtepomp (zonder aansturing van het vermogensrelais) plaatsvinden. Bij de ”harde” uitschakeling moet een extra schakeling door de installateur (zie montage- en servicehandleiding Vitocal 200-G) worden geïnstalleerd. De spanningsvoeding van de regeling mag daarbij niet worden onderbroken. Bij de ”zachte” uitschakeling kan de component die moet worden uitgeschakeld via de warmtepompregeling worden gekozen (warmtepomp en/of verwarmingswater-doorstroomelement (indien geïnstalleerd).
Hydraulisch installatieschema
3
Benodigde apparaten
5 9 eQ eW rU 8 rQ rW
24
Naam Warmtepomp Vitocal 200-G, met geïntegreerde regeling CD 70 qP, compressor 3, primaire pomp, secundaire pomp 2 en 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water Aardsonde/aardcollector Buitentemperatuursensor ATS Verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffer Buffertemperatuursensor STS Verwarmingscircuit zonder mengklep (vloerverwarmingscircuit) Expansievat voor het verwarmingscircuit CV-pomp verwarmingscircuit zonder mengklep Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming
VIESMANN
Bestelnr. zie prijslijst van installateur leveringsomvang pos. 1 zie prijslijst 7170 965 van installateur van installateur 7151 728 of 7151 729
Installatievoorbeelden
5819 472 NL
Pos. 1
Vitocal 200-G (vervolg) Pos. rZ
tE tR
Naam Overstortklep Koelfunctie ”natural cooling” Dauwpuntsensor 3-weg omschakelklep Uitbreidingsset ”natural cooling” 2-weg-motorkogelklep (afsluitklep voor het grondcircuit) Speciale verwarmingsmengklep-3 (R ¾) en Soldeeraansluiting binnenelementen (binnen-Ø 22 mm) Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep
tT tZ
Mengklepmotor Thermostaat vorstbescherming Platenwarmtewisselaar Vitotrans 100
rE rI rO tP tQ
tU
4 6
Aanvoertemperatuursensor Tapwaterverwarming Warmwaterboiler Vitocell 100-V, type CVW Boilertemperatuursensor STS Circulatiepomp ZP Accessoires Pressostaat grondcircuit Grondmedium-verdeler voor aardsonden/aardcollectoren
7 qQ rT tW zQ zW
Accessoirepakket voor grond Verwarmingswater-doorstroomelement Afstandsbediening Vitotrol 200 KM-BUS-verdeler Verzamelstoringsmelder Uitschakeling energiebedrijf via toonfrequentieontvanger
7181 418 7165 482 7179 172 7180 573 7338 214 7207 285 9576 897 7178 995 of 7178 996 en 7450 657 7179 164 3003 492 of 3003 493 leveringsomvang pos. 54 Z002 885 7170 965 van installateur
3
9532 663 7143 763 of 7182 043 Z002 394 7193 553 7450 017 7415 028 van installateur van installateur
5819 472 NL
wQ wW wE
Bestelnr. van installateur
Installatievoorbeelden
VIESMANN
25
Vitocal 200-G (vervolg) Elektrisch installatieschema
5819 472 NL
3
26
VIESMANN
Installatievoorbeelden