bedrijfsvoorheffing2014.book Page 140 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
140 –
–
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
onder “belastbare inkomsten” moeten de belastbare bezoldigingen die zijn betaald of toegekend aan het gekwalificeerd personeel en voldoen aan de gestelde voorwaarden worden aangegeven; in het vak “verschuldigde bedrijfsvoorheffing” dient de werkgever een negatief bedrag te vermelden, dat naargelang de referentieperiode 80%, 75%, 65%, 50% of 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bedoelde belastbare bezoldigingen bedraagt.
De opmaak en verwerking van deze zogenaamde negatieve aangiften in de bedrijfsvoorheffing dienen nauwkeurig en per categorie zorgvuldig te worden opgemaakt. Het kan bijgevolg mogelijk zijn dat eenzelfde onderneming twee of meerdere negatieve aangiften in de bedrijfsvoorheffing dient op te maken. Zo zal een onderneming in de privésector die kenniswerkers in dienst heeft die onderzoeksactiviteiten verrichten conform de bepalingen van artikel 275³ WIB 92 bijvoorbeeld drie negatieve aangiften moeten indienen indien zij zowel doctors of burgerlijk ingenieurs (code 32) als masters of gelijkwaardig (code 33) in dienst heeft en samenwerkingsverbanden met een universitaire of wetenschappelijke instelling (code 09) heeft afgesloten. Een cumulatie van vrijstellingen inzake onderzoek en ontwikkeling in hoofde van eenzelfde werknemer is evenwel uitgesloten218. A FDELING 4
Toepassingsvoorbeelden § 1. Rulings A. Voorafgaande beslissing nr. 900.076 d.d. 11 augustus 2009 Definitie onderzoek en ontwikkeling, toepassingsvoorwaarden, Masters De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werknemers van de NV X die in onderzoeks- of ontwikkelingsprogramma’s tewerkgesteld zijn binnen de vermelde departementen en over het vereiste diploma beschikken, voldoet aan de voorwaarden vooropgesteld door artikel 275³, § 1, 3de lid, 3° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). 1. Feiten De NV X heeft binnen de wereldwijde groep een dubbele functie, namelijk: – productie-, logistiek en administratief centrum van de groep; – onderzoeks- en ontwikkelingscentrum voor producten.
218
Zie infra.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 141 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
141
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
De aanvraag betreft specifiek de activiteiten die uitgeoefend worden als onderdeel van de tweede functie van de NV X. De NV X meent in aanmerking te komen voor de toepassing van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen uitbetaald of toegekend aan onderzoekers die zijn tewerkgesteld in de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s binnen de onderneming bij toepassing van artikel 275³, § 1, 3de lid, 3° WIB 92. Het gaat hier om ongeveer n werknemers (op een totaal van meer dan n + 100 werknemers) die aan onderzoek en ontwikkeling doen en over de vereiste diploma’s beschikken. Wat het onderzoek naar en de ontwikkeling van producten betreft, heeft de groep immers vastgesteld dat de behoeften van de gebruikers verschillen tussen de regio’s. Om deze redenen heeft de groep een belangrijke onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit ontwikkeld binnen de NV X, die als taak heeft: – het onderzoeken en bepalen van nodige aanpassingen aan bestaande producten en processen of nodige ontwikkeling van nieuwe producten en processen om op deze wijzigingen en evoluties op proactieve wijze in te spelen; – het onderzoek van de technische aspecten van de nodige aanpassingen of nieuwe ontwikkelingen; – de ontwikkeling van de aangepaste of nieuwe producten en processen. De onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit binnen de NV X staat of valt met een voortdurende en zeer nauwe samenwerking tussen verschillende departementen van de onderneming. Hiervan zijn sommige departementen of personen exclusief bezig met onderzoek en/of ontwikkeling terwijl dit voor andere departementen of personen slechts een deel van hun activiteit uitmaakt. Deze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten betreffen zowel nieuwe producten, materialen, processen als systemen maar gebeuren telkens voorafgaand aan een eventuele commerciële productie of de ingebruikneming van nieuwe of aangepaste processen en systemen. De onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit is een deel van de bedrijfscultuur. Om dezelfde reden legt de onderneming ook veel nadruk op de opleiding van haar medewerkers. Alleen door een gedegen kennis van de nieuwe of aangepaste producten die voortkomen uit de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s, kunnen de commerciële mogelijkheden hiervan volop worden benut. 2. Beslissing Uit de aanvraag blijkt nog dat het proces van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit binnen de NV X als volgt kan worden samengevat: – onderzoek van de technische, juridische en marktontwikkelingen teneinde de nodige kennis en informatie te verzamelen om te detecteren welke
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 142 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
142
–
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
nieuwe producten, processen of systemen of belangrijke aanpassingen aan bestaande producten, processen en systemen dienen ontwikkeld te worden; de effectieve ontwikkeling van nieuwe producten en productieprocessen of aanpassingen aan bestaande producten en productieprocessen wordt geleid door de medewerkers van bepaalde afdelingen.
Gelet op de feitelijke omstandigheden werd beslist dat voor de betrokken medewerkers de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2753, § 1, 3de lid, 3° WIB 92, kan worden verleend mits de modaliteiten als bedoeld in de bijlage IIIter bij het KB/WIB 92 worden nageleefd.
B. Voorafgaande beslissing nr. 900.244 d.d. 11 augustus 2009 Young Innovative Company, coördinerende activiteiten De vennootschap A, een Young Innovative Company, wenst gebruik te maken van de gedeeltelijke vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing overeenkomstig artikel 2753, § 1, 3de lid, 2° WIB 92. Mevrouw Z kan gelet op haar functieomschrijving aangemerkt worden als wetenschappelijk personeel in de zin van artikel 2753, § 1, 6de lid, 3de streepje WIB 92. 1. Feiten De functie van mevrouw Z kan als volgt omschreven worden: – coördinatie, organisatie en uitvoering van industriële dienstverleningsprojecten, met betrekking tot de wetenschappelijke evaluatie; – verwerking, statistische analyse en rapportering van de resultaten van bovenvernoemde dienstverleningsprojecten; – opzetten, coördineren en uitvoeren van onderzoekslijnen, met betrekking tot de interne ontwikkeling van de projecten; – verwerking, statistische analyse en rapportering van de resultaten van bovenvernoemde onderzoekslijnen. De aanvrager bevestigt dat de functieomschrijving van mevrouw Z identiek is aan deze van mevrouw X. Mevrouw X is licentiate in de biomedische wetenschappen. 2. Beslissing Gelet op (i) de wetenschappelijke activiteiten die zij dagdagelijks uitoefent, (ii) de wetenschappelijke kennis die zij vergaard heeft gedurende vele jaren bij andere werkgevers en (iii) het feit dat zij dezelfde functie uitoefent als een licentiaat in de biomedische wetenschappen, kan in casu mevrouw Z aangemerkt worden als wetenschappelijk personeel in de zin van artikel 2753, § 1, 6de lid, 3de streepje WIB 92.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 143 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
143
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
Onderzoekers in Young Innovative Companies dienen gelet op de formulering van punt III, e, tweede lid van de bijlage IIIter bij het KB/WIB 92, strikt genomen, niet aan een diplomavereiste te voldoen219.
C. Voorafgaande beslissing nr. 900.272 d.d. 15 september 2009 Commerciële ontwikkeling, specifiek, klanten, masters De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de BVBA X overeenkomstig artikel 275, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die over het vereiste diploma beschikken. 1. Feiten De BVBA X is binnen de wereldwijde groep Y een hoofdzakelijk technologisch gedreven vennootschap die zich vooral concentreert op het ontwikkelen van producten die specifiek worden ontwikkeld op vraag van individuele cliënten en die slechts voor specifieke doeleinden worden gebruikt en in beperktere mate op de (verdere) ontwikkeling van “standaardproducten”. De BVBA X ontwikkelt haar producten niet voor goederen die in massaconsumptie worden gebruikt, maar ontwikkelt steeds producten die slechts voor specifieke doeleinden in specifieke sectoren kunnen worden gebruikt. De BVBA X meent dat sommige van haar divisies exclusief bezig zijn met onderzoek en/of ontwikkeling terwijl dit voor andere divisies geenszins het geval is. Deze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten betreffen hoofdzakelijk nieuwe producten, processen en systemen. Het effectief fabriceren van producten gebeurt door derden, entiteiten die niet tot de groep Y behoren. 2. Beslissing Uit de bij de aanvraag gevoegde lijst van medewerkers die tewerkgesteld zijn in de vermelde divisies blijkt dat de (in principe in aanmerking komende) medewerkers voor 100% actief zijn binnen de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s binnen de BVBA X. De aanvrager bevestigt dat hij de gedeeltelijke vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing pro rata zal toepassen indien mocht blijken dat in de toekomst een bestaande of nieuwe werknemer slechts gedeeltelijk tewerkgesteld zou zijn in O&O-programma’s. Overeenkomstig artikel 275³, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 kan de gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen 219
Zie supra – Young Innovative Companies.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 144 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
144
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
van werknemers (onderzoekers) die tewerkgesteld zijn in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s binnen de BVBA X en die een in artikel 275³, § 2 WIB 92 vermeld diploma hebben, worden verleend.
D. Voorafgaande beslissing nr. 900.321 d.d. 17 november 2009 Klinisch onderzoek, doctors, masters De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de NV X overeenkomstig artikel 275, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die over het vereiste diploma beschikken. 1. Feiten De NV X doet klinisch onderzoek m.b.t. geneesmiddelen. De NV X zet geen medewerkers in in de preklinische fase, voornamelijk in laboratoria toegepast, en op proefdieren. Overeenkomstig richtlijn 1.12 voor “Good Clinical Practice” (ICH-GCP) wordt onder klinisch(e) proef/onderzoek verstaan: “Any investigation in human subjects intended to discover or verify the clinical, pharmacological, and/or other pharmacodynamic effects of an investigational product(s), and/or to identify any adverse reactions to an investigational product(s), and/or to study absorption, distribution, metabolism, and excretion of an investigational product(s) with the object of ascertaining its safety and/or efficacy.” Deze definitie werd overgenomen in artikel 2, 7° van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon (BS 18 mei 2004, 2de editie) waarbij onder klinische proef moet worden verstaan: “elk onderzoek bij de menselijke persoon dat bedoeld is om de klinische, farmacologische en/of andere farmacodynamische effecten van één of meerdere geneesmiddelen voor onderzoek vast te stellen of te bevestigen, en/of eventuele bijwerkingen van één of meer geneesmiddelen voor onderzoek te signaleren en/of de resorptie, de distributie, het metabolisme en de uitscheiding van één of meer geneesmiddelen voor onderzoek te bestuderen, teneinde de veiligheid en/of de werkzaamheid van deze geneesmiddelen vast te stellen”. Uit de memorie van toelichting bij voormelde wet van 7 mei 2004 (Kamer, DOC 51 0798/001, p. 16 en 17) blijkt dat men in een experiment op menselijke personen in de praktijk vier fases onderscheidt: – fase I: heeft tot doel, de tolerantie te evalueren naargelang van de dosis en aldus de eerste farmocokinetische studies bij de mens te realiseren. Deze proeven omvatten een klein aantal gezonde vrijwilligers die kort aan de geteste substantie worden blootgesteld;
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 145 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
145
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
–
–
–
fase II: gebeurt op een klein aantal zieken, zo mogelijk een homogene groep en de doeleinden van deze fase kan men als volgt samenvatten: de therapeutische doeltreffendheid doen uitkomen, de posologie vaststellen, de aandacht vestigen op de factoren die de kinetiek kunnen wijzigen, de ongewenste bijwerkingen op korte termijn onderstrepen; fase III: vereist een groter aantal zieken. Het zal dus over een multicentrisch experiment gaan en de deelnemersgroepen zijn niet meer homogeen samengesteld. Deze fase is erop gericht de resultaten betreffende de doeltreffendheid en de gebruiksveiligheid te bevestigen en uit te breiden. Anderzijds, kunnen doorheen fase III de doeltreffendheid en veiligheidsbalans op lange en middellange termijn getest worden, de meest voorkomende ongewenste bijwerkingen bestudeerd en de eigen karakteristieken van het geneesmiddel waargenomen worden; fase IV: gebeurt na vergunning voor het op de markt te brengen, binnen de indicaties die in diezelfde vergunning bepaald worden. Deze fase verloopt dus onder de gewone gebruiksvoorwaarden en streeft ernaar de kennis van het product te verfijnen, de aandacht te vestigen op de zeldzame ongewenste bijwerkingen, de kennis van de frequentie van de ongewenste bijwerkingen aan te scherpen, de behandelingsstrategie te evalueren en de posologie in bepaalde specifieke gevallen aan te passen.
De NV X stelt enkel werknemers tewerk in fasen I, II en III van het klinisch onderzoek. De NV X is geenszins betrokken bij fase IV van het onderzoek. Alle projecten waarin medewerkers van de NV X worden tewerkgesteld, voldoen aan de hogervermelde ICH-Richtlijn. 2. Beslissing De gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van bepaalde werknemers van de NV X die tewerkgesteld zijn in fasen I, II of III van het klinisch onderzoek, kan worden verleend mits de modaliteiten vermeld in bijlage IIIter van het KB/WIB 92 worden nageleefd.
E. Voorafgaande beslissing nr. 2010.146 d.d. 1 juni 2010 Secundaire onderzoeksactiviteiten, informatie verzamelen, kwaliteitscontrole De aanvraag strekt ertoe de bevestiging te verkrijgen dat de BVBA X overeenkomstig artikel 275³, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s bij de klanten van de BVBA X en die over het vereiste diploma beschikken.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 146 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
146
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
1. Feiten De BVBA X zet haar medewerkers enkel in de preklinische of non-clinical fase in. Gelet op de activiteiten van de betrokken werknemers werd in de beslissing onder meer verwezen naar de definities gehanteerd door Frascati dewelke secundaire onderzoeksactiviteiten onder bepaalde voorwaarden als onderzoeksactiviteiten kwalificeren. De Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002, randnr. 70) stelt verder nog: “The specialised activities of collecting, coding, recording, classifying, disseminating, translating, analysing and evaluating by scientific and technical personnel are to be excluded, except when conducted solely or primarily for the purpose of R&D support (e.g. the preparation of the original report of R&D findings should be included in R&D).” De Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002, randnr. 85) bepaalt: “One aspect of these criteria is that a particular project may be R&D if undertaken for one reason, but not if carried out for another, as shown in the following examples: “in the field of medicine, routine autopsy on the causes of death is the practice of medical care and is not R&D; special investigation of a particular mortality to establish the side effects of certain cancer treatments is R&D. Similarly, routine tests such as blood and bacteriological tests carried out for doctors are not R&D, whereas a special programme of blood tests in connection with the introduction of a new drug is R&D.” De Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002, randnrs. 102 en 103) bepaalt: “Institutions or units of institutions and firms whose principal activity is R&D often have secondary, non R&D activities (e.g. scientific and technical information, testing, quality control, analysis). Insofar as a secondary activity is undertaken primarily in the interests of R&D, it should be included in R&D activities.” “Institutions whose main purpose is an R&D related scientific activity often undertake some research in connection with this activity. Such research should be isolated an included when measuring R&D.” “The activities of a scientific and technical information service or of a research laboratory library, maintained predominantly for the benefit of the research workers in the laboratory, should be included in R&D.” “General-purpose data collection is particularly important to social science research, since without it many aspects of this research would not be feasible. However, unless it is collected primarily for research purposes, it should not be classified as a research activity.” larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 147 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
147
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
2. Beslissing Overeenkomstig artikel 275³, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 kan de gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van werknemers (onderzoekers) die door de NV X tewerkgesteld worden in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die een in artikel 275³, § 2 WIB 92 vermeld diploma hebben, worden verleend.
F. Voorafgaande beslissing nr. 2011.068 d.d. 3 mei 2011 Klinisch onderzoek, masters De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de NV X overeenkomstig artikel 275, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die over het vereiste diploma beschikken. 1. Feiten De NV X doet klinisch onderzoek m.b.t. geneesmiddelen. The International Conference on Harmonisation of Technical Requirements for Registration of Pharmaceuticals for Human Use (ICH) is een uniek project waarbij de autoriteiten van Europa, Japan en de Verenigde Staten en experten van de farmaceutische industrie de wetenschappelijke en technische aspecten van productregistratie bespreken. Overeenkomstig richtlijn 1.12 voor “Good Clinical Practice” (ICH-GCP) wordt onder klinisch(e) proef/onderzoek verstaan: “Any investigation in human subjects intended to discover or verify the clinical, pharmacological, and/or other pharmacodynamic effects of an investigational product(s), and/or to identify any adverse reactions to an investigational product(s), and/or to study absorption, distribution, metabolism, and excretion of an investigational product(s) with the object of ascertaining its safety and/or efficacy.” Deze definitie werd overgenomen in artikel 2, 7° van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon (BS 18 mei 2004, 2de editie) waarbij onder klinische proef moet worden verstaan: “elk onderzoek bij de menselijke persoon dat bedoeld is om de klinische, farmacologische en/of andere farmacodynamische effecten van één of meerdere geneesmiddelen voor onderzoek vast te stellen of te bevestigen, en/of eventuele bijwerkingen van één of meer geneesmiddelen voor onderzoek te signaleren en/of de resorptie, de distributie, het metabolisme en de uitscheiding van één of meer geneesmiddelen voor onderzoek te bestuderen, teneinde de veiligheid en/of de werkzaamheid van deze geneesmiddelen vast te stellen”.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 148 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
148
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
Uit de memorie van toelichting bij voormelde wet van 7 mei 2004 (Kamer, DOC 51 0798/001, p. 16 en 17) blijkt dat men in een experiment op menselijke personen in de praktijk vier fases onderscheidt: – fase I: heeft tot doel, de tolerantie te evalueren naargelang van de dosis en aldus de eerste farmocokinetische studies bij de mens te realiseren. Deze proeven omvatten een klein aantal gezonde vrijwilligers die kort aan de geteste substantie worden blootgesteld; – fase II: gebeurt op een klein aantal zieken, zo mogelijk een homogene groep en de doeleinden van deze fase kan men als volgt samenvatten: de therapeutische doeltreffendheid doen uitkomen, de posologie vaststellen, de aandacht vestigen op de factoren die de kinetiek kunnen wijzigen, de ongewenste bijwerkingen op korte termijn onderstrepen; – fase III: vereist een groter aantal zieken. Het zal dus over een multicentrisch experiment gaan en de deelnemersgroepen zijn niet meer homogeen samengesteld. Deze fase is erop gericht de resultaten betreffende de doeltreffendheid en de gebruiksveiligheid te bevestigen en uit te breiden. Anderzijds, kunnen doorheen fase III de doeltreffendheid en veiligheidsbalans op lange en middellange termijn getest worden, de meest voorkomende ongewenste bijwerkingen bestudeerd en de eigen karakteristieken van het geneesmiddel waargenomen worden; – fase IV: gebeurt na vergunning voor het op de markt te brengen, binnen de indicaties die in diezelfde vergunning bepaald worden. Deze fase verloopt dus onder de gewone gebruiksvoorwaarden en streeft ernaar de kennis van het product te verfijnen, de aandacht te vestigen op de zeldzame ongewenste bijwerkingen, de kennis van de frequentie van de ongewenste bijwerkingen aan te scherpen, de behandelingsstrategie te evalueren en de posologie in bepaalde specifieke gevallen aan te passen. De NV X stelt enkel werknemers tewerk in fasen I tot IV van het klinisch onderzoek. De NV X is geenszins betrokken bij commerciële of marketingactiviteiten. Alle projecten waarin medewerkers van de NV X worden tewerkgesteld, voldoen aan de ICH–GCP-Richtlijnen. Verder stelt de Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002, randnr. 130): “Before new drugs, vaccines or treatments can be introduced on the market, they must be tested systematically on human volunteers to ensure that they are both safe and effective. These clinical trials are divided into four standard phases, three of which take place before permission to manufacture is accorded. For the purposes of international comparison, by convention, clinical trial phases 1, 2 and 3 can be treated as R&D. Phase 4 clinical trials, which continue testing the drug or treatment after approval and manufacture, should only be treated as R&D if they bring about a further scientific or technological advance. Moreover, not all activities undertaken prior to permission to manufacture are considered larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 149 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
149
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
to be R&D, especially when there is a significant wait after the completion of phase 3 trials, during which marketing an process development activities may be started.” 2. Beslissing De gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van bepaalde werknemers van de NV X die tewerkgesteld zijn in fasen I tot IV van het klinisch onderzoek, kan worden verleend mits de modaliteiten vermeld in bijlage IIIter van het KB/WIB 92 worden nageleefd.
G. Voorafgaande beslissing nr. 2011.053 d.d. 20 september 2011 Softwareontwikkeling, samenwerking, opleiding, IWT, IBBT De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de NV X overeenkomstig artikel 275, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die over het vereiste diploma beschikken. 1. Feiten De NV X is actief in de ontwikkeling van bepaalde softwareprogramma’s. Een innovatieproject van de NV X werd goedgekeurd door het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Om samenwerking en uitwisseling mogelijk te maken werkt de NV X actief aan het uitbouwen van een netwerk met universiteiten en afdelingen die de bepaalde systemen gebruiken. Op die manier wil de NV X dat de noden op het vlak gekend zijn zodat onderzoek en opleidingen er kunnen worden op afgestemd. De NV X geniet ondersteuning van het Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie (IBBT). De NV X werkt actief aan projecten die door Europa worden erkend als R&D-projecten. De NV X werkt samen met universiteiten of onderzoeksgroepen zoals het IBBT actief aan projecten en onderneemt initiatieven om nieuwe onderzoeksprojecten op te starten. De NV X stelt werknemers tewerk in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s als vermeld in artikel 275, § 1, 3de lid, 3° WIB 92. 2. Beslissing De Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002,) stelt met betrekking tot de identificatie van R&D in de softwareontwikkeling het volgende: “For a software development project to be classified as R&D, its completion must be dependent on a scientific and/or technological advance, and
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 150 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
150
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
the aim of the project must be the systematic resolution of a scientific and/ or technological uncertainty. (randnr. 135) Software development is an integral part of many projects which in themselves have no element of R&D. The software development component of such projects, however, may be classified as R&D if it leads to an advance in the area of computer software. Such advances are generally incremental rather than revolutionary. Therefore, an upgrade, addition or change to an existing programme or system may be classified as R&D if it embodies scientific and/or technological advances that result in an increase in the stock of knowledge. Use of software for an new application or purpose, however, does not by itself constitute an advance. (randnr. 137) A scientific and/or technological advance in software may be achieved even if a project is not completed, because a failure can increase knowledge of the technology of computer software by showing, for example, that a particular approach will not succeed. (randnr. 138) The following examples illustrate the concept of R&D in software. Shoud be included in R&D: (randnr. 140) – R&D producing new theorems and algorithms in the field of theoretical computer science; – development of information technology at the level of operating systems, programming languages, data management, communications software and software development tools; – development of internet technology; – research into methods of designing, developing, deploying or maintaining software; – software development that produces advances in generic approaches for capturing, transmitting storing, retrieving, manipulating or displaying information; – experimental development aimed at filling technology knowledge gaps as necessary to develop a software programme or system; – R&D on software tools or technologies in specialised areas of computing (image processing, geographic data presentation, character recognition, artificial intelligence and other areas). Software-related activities of a routine nature which do not involve scientific and/or technological advances or resolution of technological uncertainties are not to be included in R&D. Examples are: (randnr. 141) – business application software and information system development using known methods and existing software tools; – support for existing systems; – converting and/or translating computer languages; – adding user functionality to application programmes; – debugging of systems; – adaptation of existing software; – preparation of user documentation. larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 151 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
151
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
In the systems software area, individual projects may not be considered as R&D but their aggregation into a larger project may qualify for inclusion. For example, changes in file structure and user interfaces in a fourth-generation language processor may be made necessary by the introduction of relational technology. The individual changes may not be considered R&D if viewed in their own right, but the entire modification project may result in the resolution of scientific and/or technological uncertainty and thus be classified as R&D. (randnr. 142) The following are among the criteria that can help to identify the presence of R&D in service activities: (randnr. 149) – links with public research laboratories; – the involvement of staff with PhDs, or PhD students; – the publication of research findings in scientific journals, organisation of scientific conferences or involvement in scientific reviews; – the construction of prototypes or pilot plants.” In antwoord op de parlementaire vraag nr. 244 gesteld door volksvertegenwoordiger Jan Jambon op 5 januari 2010 (Kamer, Vr. en Antw., 52 92, p. 72 en 73) stelt de minister het volgende: “Of de verdere ontwikkeling van een bestaand softwareprogramma als een onderzoeksproject kan worden aangemerkt, hangt af van het antwoord op de vraag of er daarbij al dan niet sprake is van wetenschappelijke en/of technische vooruitgang die resulteert in een toename van de hoeveelheid kennis. Wanneer er bij de verbetering, uitbreiding of verandering van een bestaand programma bevestigend op die vraag moet worden geantwoord dan kadert deze ontwikkeling inderdaad in een onderzoeksproject.”
H. Voorafgaande beslissing nr. 2011.407 d.d. 20 december 2011 Samenwerkingsverbanden, onderzoekers, masters De aanvraag strekt er toe de bevestiging te verkrijgen dat X BVBA: – in overeenstemming met artikel 275³, § 1, 3° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna WIB 92) kan genieten van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen die zij betaalt aan werknemers die in de zin van voornoemd artikel als onderzoekers zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en het vereiste diploma hebben; en, – in overeenstemming met artikel 275³, § 1, 1° WIB 92 kan genieten van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen die zij betaalt aan werknemers die op onderzoeksprojecten werken ter uitvoering van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten of erkende wetenschappelijke instellingen.
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 152 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
152
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
1. Feiten De X groep is de grootste leverancier van technologie A. De X groep levert vooruitstrevende, geïntegreerde en langdurige oplossingen. X BVBA is, samen met X LLC, de belangrijkste operationele vennootschap van de groep. X BVBA heeft de volgende departementen: R&D-divisie, Sales & Marketing-divisie, Operations-divisie, Design & Engineering-divisie, Quality-divisie, HR-divisie, Compliance & Legal-divisie, Special Projects-divisie en Safety & Health-divisie. Onderzoek en ontwikkeling zijn essentieel voor de X-groep in het algemeen en X BVBA in het bijzonder gelet op de sector waarin zij actief is. Een belangrijk gedeelte van de activiteiten van X BVBA is dan ook toegespitst op onderzoek en ontwikkeling. Er wordt met name in de volgende 4 departementen exclusief of in belangrijke mate aan onderzoek en ontwikkeling gedaan: (i) de R&D-divisie, (ii) de Design & Engineering-divisie, (iii) de Sales & Marketing-divisie, en (iv) de Industrialisatie-divisie (t.w. een onderdeel van de Operations-divisie). 2. Beslissing a. Gedeeltelijke vrijstelling voor gediplomeerde werknemers De beschreven activiteiten van de werknemers van de R&D-divisie dienen als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te worden beschouwd, met uitzondering van de volgende twee activiteiten: (i) het geven van support aan andere divisies voor zover zulke support niet leidt tot bijkomende/nieuwe onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, en (ii) voor zover dit in de toekomst mocht voorkomen, het volgen van algemene opleidingen die niet kunnen worden gelinkt aan een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma. De beschreven activiteiten van de werknemers van de Design & Engineeringdivisie dienen als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te worden beschouwd, met uitzondering van (i) het uittekenen en (ii) het schrijven of ontwikkelen van welbepaalde zaken. Sommige activiteiten van de werknemers van de Sales & Marketing-divisie dienen als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te worden beschouwd, met uitzondering van het opmaken van de product manual en de product leaflets zodat deze werknemers van de Sales & Marketing-divisie kwalificeren als onderzoekers die deeltijds werken op kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s. De beschreven activiteiten van de werknemers van de Industrialisatie-divisie dienen als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te worden beschouwd zodat deze werknemers van de Industrialisatie-divisie kwalificeren als onderzoekers die deeltijds werken op kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s. In de mate dat de activiteiten van de werknemers van de R&D-divisie, de Design & Engineering-divisie en eventueel de Sales & Marketing-divisie uitgevoerd in
larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 153 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
153
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
het kader van de samenwerkingsovereenkomsten met universiteiten, niet kwalificeren als onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s dan kunnen deze evenmin als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten worden beschouwd. b. Gedeeltelijke vrijstelling voor werknemers die werken op onderzoeksprojecten in het kader van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten en wetenschappelijke instellingen Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2753, § 1, 3de lid, 1° WIB 92 wordt dezelfde vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing ten belope van 75% van die bedrijfsvoorheffing ook toegekend aan ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan onderzoekers die aan onderzoeksprojecten werken ter uitvoering van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met in het eerste en tweede lid bedoelde universiteiten of hogescholen, gevestigd in de Europese Economische Ruimte, of erkende wetenschappelijke instellingen. Die vrijstelling geldt enkel voor de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen die in het kader van het onderzoeksproject uitbetaald zijn tijdens de duurtijd van dat project voor zover die betrekking hebben op een effectieve tewerkstelling in het onderzoeksproject. Sommige werknemers van de R&D-divisie, de Design & Engineering-divisie en van de Sales & Marketing-divisie werken in beperkte mate ook op onderzoeksprojecten in het kader van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten. Op dit moment heeft X BVBA enkel een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met één universiteit. Het zijn momenteel enkel de werknemers van de R&Ddivisie die gedurende een beperkt gedeelte van hun tijd actief op het onderzoeksproject werken. Deze activiteiten vallen op dit moment ook onder de voormelde regeling van artikel 275³, § 1, 3° WIB 92. Het betreft met name onderzoek in het kader van een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma. De werknemers bespreken en vergelijken dan de uitkomst van hun onderzoek met de uitkomst van het onderzoek van de medewerkers van de universiteit.
I. Voorafgaande beslissing nr. 2012.020 d.d. 3 april 2012 Young Innovative Company, onderzoekskosten De aanvraag strekt ertoe de bevestiging te verkrijgen dat de BVBA X overeenkomstig artikel 2753, § 1, 3de lid, 2° WIB 92 valt onder de definitie van Young Innovative Company en bijgevolg gedeeltelijk is vrijgesteld van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van haar werknemers die zij als wetenschappelijk personeel tewerkstelt in de door haar uitgevoerde onderzoeksprojecten. larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 154 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
154
DE BEDRIJFSVOORHEFFING – EEN OVERZICHT VAN DE VRIJSTELLINGEN
1. Feiten De BVBA X is een jong bedrijf met als hoofdactiviteiten: – onderzoek en ontwikkeling van en prototypering van innovatieve concepten ter vervanging van traditionele starre constructies; – vervaardiging van producten in recycleerbare en innovatieve materialen en volgens de eigen ontwikkelde innovatieve concepten. Daartoe werkt de BVBA X samen met universiteiten en hogescholen, organisaties en beroepsfederaties. De BVBA X heeft tijdens het boekjaar Y uitgaven gedaan voor onderzoek en ontwikkeling op het vlak van: – personeel; – handelsgoederen; – algemene kosten, zoals water, gas, elektriciteit, deelname aan seminaries, computerkosten, software, onderhoud en herstelling machines, materieel, klein materieel, werkkleding, beheerskosten sociaal secretariaat, verzekeringen, erelonen, consultancy fee, accountantkosten, uitzendkrachten ter ondersteuning van de werkzaamheden, enz.; – afschrijvingen; – investeringen; – interesten m.b.t. de investeringen. De Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002, randnr. 101) vermeldt: “Only personal education carried out specifically for a research project should be considered as an R&D activity”. Overeenkomstig deze bepaling worden de kosten voor deelname aan seminaries die niet kunnen worden gelinkt aan een onderzoeksproject niet als uitgaven voor O&O aangemerkt. Alle andere kosten worden slechts als uitgaven voor O&O aangemerkt in zoverre ze kaderen binnen een onderzoeksproject en/of aanleiding geven tot bijkomende of nieuwe onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. 2. Beslissing De BVBA X valt onder de definitie van Young Innovative Company in de zin van artikel 2753, § 1, 3de lid, 2° WIB 92, voor zover: – de BVBA X onderzoeksprojecten uitvoert; – de BVBA X werknemers tewerkstelt die als wetenschappelijk personeel in de zin van artikel 275³, § 1, 5de lid WIB 92 moeten worden aangemerkt en bijgevolg de gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing, ingehouden op de bezoldigingen van die werknemers, kan worden verleend. larcier
bedrijfsvoorheffing2014.book Page 155 Wednesday, June 25, 2014 4:22 PM
155
HOOFDSTUK III • ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
J. Voorafgaande beslissing nr. 2012.110 d.d. 26 juni 2012 Onderzoeksprogramma’s, individuele studie, master Overeenkomstig artikel 2753, § 1, 3de lid, 3° WIB 92 kan de gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldigingen van werknemers die door de NV X tewerkgesteld worden in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en die een in artikel 2753, § 2 WIB 92 vermeld diploma hebben, worden verleend. 1. Feiten en beslissing De activiteiten van de werknemer waarvoor de gedeeltelijke vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing wordt gevraagd, dienen als kwalificerende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te worden beschouwd, met uitzondering van de activiteiten m.b.t. de ondersteuning van de sales & marketing-afdelingen (het leveren van wetenschappelijke bewijzen ter ondersteuning van bepaalde publicaties, slogans, het geven van advies, het volgen van algemene opleiding, training van het sales & marketing-personeel, vertegenwoordigen van de NV X op nationale en internationale congressen, controle van interne en externe communicaties/informatie omtrent de producten, …). De activiteiten m.b.t. de individuele studie (de individuele studie van academisch personeel) van de werknemer die enkel gevolgd wordt in het kader van een specifiek onderzoeks- of ontwikkelingsproject, kwalificeren eveneens als onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Met betrekking tot de individuele studie van academisch personeel stelt de Frascati-Handleiding (OESO – Engelstalige versie 2002) het volgende: “This activity covers time spent on activities such as continued professional learning (‘own reading’), attendance at conferences and seminars, etc.” (randnr. 99) “In distinguishing R&D from related activities, the question of whether ‘own reading’ should be included as part of R&D activities is often raised. It is certainly part of the general professional development of research staff and, in the long term, the knowledge and experience gained are incorporated into the researcher’s thinking about, if not into the actual implementation of, R&D. Own reading, in fact, constitutes a cumulative process, and when the information gained from this activity is translated into research activity, it will be measured as R&D.” (randnr. 100) “Only personal education carried out specifically for a research project should be considered as an R&D activity.” (randnr. 101)
larcier