Perscommuniqué | BRUSSELS | 30 april 2015 | FOR IMMEDIATE RELEASE
Een onbekend portret:
Vincent Van Gogh in gesprek met Paul Gauguin en Emile Bernard Veiling in Brussel op 19 juni 2015 om 14u Tenttoostelling À Paris, 5, rue du Perche, près du Musée Picasso 03.06.2015 au 08.06.2015 - 10 h-18 h nocturne vendredi 05 À Bruxelles, 40, rue de l’Aqueduc, près du Musée Horta 12.06.2015 au 18.06.2015 - 10 h-18 h nocturne vendredi 12
http://www.photoceros.com/19-06-2015-photographic-auction-in-brussels-romantic-agony/
Paul Gauguin vertoefde slechts enkele weken in Parijs, tussen half november 1887 en eind januari van het jaar daarop. Emile Bernard, Félix Jobbé-Duval, André Antoine en Arnold Koning verbleven in die korte tijdspanne ook in Parijs. Vincent Van Gogh vertrok er pas in februari 1888 naar Arles. De kunstenaars ontmoetten elkaar op de binnenplaats van nr 96 rue Blanche. Als grote vernieuwers waren zij uitgenodigd door André Antoine, oprichter van het Théatre-Libre, voor een tentoonstelling van hun werk in zijn nieuwe repetitielokaal. Drie kunstenaars antwoordden meteen op de uitnodiging, die was gepubliceerd in Le Cri du Peuple van 7 september 1887. Het waren Georges Seurat, Paul Signac en Vincent Van Gogh, voor wie de deelname aan de tentoonstelling zijn Parijse verblijf afsloot. Zijn doek ‘Le Jardin avec amoureux’ in een concurrerende groepstentoonstelling in de Grand Bouillon, Restaurant du Chalet, 43 avenue de Clichy, lokte een dispuut uit met Emile Bernard. Een lange en prachtige brief van Vincent Van Gogh herinnert aan dat geschil, en is bovendien een van de zeldzame bronnen over deze tentoonstelling.
(toegeschr. Jules Antoine, 1863-1948) Vincent Van Gogh in gesprek met Paul Gauguin, Félix Jobbé-Duval, Emile Bernard. Rechtstaand André Antoine, meer op de achtergrond wellicht Arnold Koning. Parijs, binnenplaats van de Auberge Blanche, wellicht in december 1887. Melanotypie (collodium op fotokarton), 88 x 119 mm, stempel ‘Gautier Martin’ op recto. Deze uitzonderlijke foto is tot op vandaag een van de zeldzame opnames van Vincent Van Gogh. Gezeten rondom hem: Paul Gauguin en Emile Blanche, die in Pont-Aven hadden verbleven en allebei de ‘bragou berr” dragen, de traditionele kniebroek uit die regio. Naast Gauguin zit zijn vriend, de Bretonse schilder Félix Jobbé-Duval, die hem naar Pont-Aven bracht. Herkomst: Ronald Davis, de vaste boekhandelaar van Myriam Rothschild, uitgever en Engelse vertaler van de dichter Paul Valéry.
Bij deze gelegenheid poseerde Vincent Van Gogh met zijn vrienden. Zijn eigenaardige muts in konijnenbont ligt in het midden van de tafel. Om zijn voorkomen te verbeteren liet Van Gogh zich vlak voor zijn aankomst in Parijs een nieuw gebit aanmeten. Het is pas na die ‘esthetische ingreep’ dat hij begon aan de lange serie zelfportretten. De wat teruggetrokken man met de pet is wellicht Arnold Koning, die net een expositie met de Groupe du Petit Boulevard achter de rug had. Deze intieme prent, teruggevonden in het archief van een van de grote boekhandelaars uit de jaren 1920, brengt het aandoenlijke beeld van deze converserende vriendengroep die de kunstwereld op zijn kop wilde zetten.
Vincent Van Gogh (1853-1890) In Parijs zet Vincent Van Gogh al zijn ernergie in om schilders te ontmoeten en nieuwe technieken en inspiratiebronnen te ontdekken. Zijn voorkomen, door Gauduin omschreven als dat van ‘een koehond met een bontmuts’ steekt schril af bij zijn ongelooflijke eruditie. Door zijn vriendelijkheid en vinnige intelligentie wordt zijn vriendenkring steeds groter. Van Gogh is een habitué van de zaak van verfhandelaar en verzamelaar Julien Tanguy, algemeen bekend als ‘le père Tanguy, waar hij de hele avantgarde ontmoet. De lange conversaties met gelijkgezinde schilders hebben veelal plaats in de cafés en afspanningen op Montmartre. Een kunstbeweging die op dat moment Parijs bezighield was het divisionisme (pointillisme) van Georges Seurat en diens vriend Paul Signac. Van Gogh is er helemaal voor gewonnen. ‘Seurat is de aanvoeder’, zegt hij, reagerend op de kritiek van Bernard die de divisionisten verafschuwt. Hijzelf droomt van een associatie van kunstenaars zonder de ‘desastreuze burgeroorlogen’.
Paul Gauguin (1848-1903) Paul Gauguin ontmoet Emile Bernard een eerst keer in augustus 1886, in Pont-Aven. In november 1887, na een beproevende reis samen met Charles Laval langs Panama en het eiland Martinique, arriveert hij ziek in Parijs en bezoekt daar de tentoonstelling georganiseerd door Van Gogh in het Restaurant du Chalet, avenue de Clichy (de schilders van de groep van de Petit Boulevard: Toulouse-Lautrec, Van Gogh, Bernard, Anquetin en Koning). Gauguin schildert dan al 15 jaar. Van Gogh stelt hem voor twee van zijn doeken te ruilen met twee van hem. In de loop van de winter van 1887 ontmoetten Gauguin en Vincent en Theo Van Gogh elkaar geregeld. Theo koopt enkele van zijn schilderijen en keramiekwerken. Bij zijn vertrek naar Arles is Van Gogh een heuse vriend van Gauguin geworden. In zijn brieven spreekt Gauguin hem aan met ‘mon cher Vincent’. Begin februari 1888 trekt Gauguin, zeer verzwakt, naar Pont-Aven om er te schilderen en te herstellen van de malariakwaal die hij in Martinique opliep.
Félix Armand Jobbé-Duval (1821-1889)
André Antoine (1858-1942)
Félix jobbé-Duval, geboren in Carhaix (Finistère), trekt vanaf 1860 door Bretagne en is een geregelde gast in het Pension Gloanec in Pont-Aven. Hij is ook een bekende van ‘le père Tanguy’, net als een Breton en een ancien van de opstand van de Commune.
Als acteur en regisseur zorgde deze voormalige bediende van de gasmaatschappij in 1887 met de stichting van het Theâtre Libre voor een omwenteling in de podiumkunst. Dat avontuur begon in de lente van 1887 op Montmartre tot hij in september van dat jaar op nr 96 rue Blanche een groot atelier huurt, met een afzonderlijke trap die uitgeeft op de smalle binnenkoer en met een ‘gentil salon fumoir’.
Op het linkerrevers van zijn jas draagt hij de Légion d’Honneur die hij in 1861 opgespeld kreeg. In 1880 verhuurt Gauguin hem een etage van zijn paviljoen in de rue de Carcel. Jobbé-Duval treedt in 1881 op als getuige bij het opstellen van de geboorteakte van Gauguins eerste zoon, Jean René.
‘Wij hebben een sociale zetel en genieten de bewondering van de auteurs en van jongeren die de gewoonte nemen om elke avond te komen kletsen’, schrijft André Antoine in Mes souvenirs du Théâtre Libre. Onder het repetitielokaal is de Auberge Blanche gevestigd. Jules Antoine, de jongere broer van André, is bevriend van Theo Van Gogh en van de neo-impressionisten, over wie hij schrijft in het tijdschrift Art et Critique, en koestert een passie voor de fotografie.
Émile Bernard (1868-1941) De jongste van de groep. Tijdens een tocht door Bretagne ontmoet hij in de zomer van 1886 Paul Gauguin in Pont-Aven, op aangeven van Emile Schuffenecker. Bij Tanguy loopt al eens Van Gogh tegen het lijf en neemt hem soms mee naar Asnières, een aangenaam vakantieoord waar zij ouders een huisje bezitten. Emile is de grote vriend en compagnon van Van Gogh tijdens dat jaar 1887. Ze exposeren samen in het café Le Tambourin, opengehouden door zijn gewezen model Agostina Segatori, en daarna in het Restaurant du Chalet, samen met de Groupe du Petit Boulevard. Eind 1887 probeert Emile zijn vriend Van Gogh te overtuigen om met hem naar PontAven te trekken en er te gaan schilderen. Vruchteloos probeert hij Van Gogh ervan te weerhouden om samen met Seurat en Signac te exposeren in het repetitielokaal van André Antoine.
Un jeune homme : Arnold Koning (1860-1945) De ‘jonge Koning’, zoals Van Gogh hem noemt, arriveert in Parijs in september 1887. Hij exposeert samen met Van Gogh met de Groupe du Petit Boulevard in het Restaurant du Chalet. De broers Van Gogh ontfermen zich over de jonge schilder die pas uit Nederland is gearriveerd. Na het vertrek van Vincent Van Gogh naar Arles, zal Theo hem van 14 maart tot 30 mei 1888 herbergen in de rue Lepic, waar ook Vincent Van Gogh had verbleven.
La toile exposée 96, rue Blanche : le Jardin avec amoureux L’exposition du Théâtre Libre marque la fin de son séjour à Paris. Elle sera la troisième et dernière exposition à laquelle Vincent va participer. Avec une unique toile “Parc Voyer d’Argenson”, également nommée par l’artiste le “tableau du Jardin avec amoureux” reste accrochée trois mois après son départ, le 21 février 1888, pour Arles, en quête de couleurs. Vincent Van Gogh, Paul Gauguin, émile Bernard, André Antoine, Félix Jobbé-Duval... une conversation. Cette photographie est, à ce jour, l’unique témoignage de cette rencontre exceptionnelle ; une image entre mythe et réalité.
“The Parc Voyer d'Argenson was an ambitious undertaking for Van Gogh. It exudes confidence with its modern use of colour, new type of brushwork and subject matter, all of which Van Gogh explored during his sojourn in Paris. It also exemplifies his aspirations for a career as an avant-garde artist. He presented it in a small exhibition in the foyer of the Théâtre Libre, together with works by Seurat and Signac. While the general public would not have known this small venue, it was recognised in art circles as a showplace for the avant-garde, and offered an opportunity for the initiated to see the newest developments in painting. For Van Gogh this installation was the first occasion on which he could demonstrate his assimilation of the latest ideas in painting and it served to associate him publicly with prominent members of the avantgarde. He must have considered this venue as a decided step upward from the restaurant exhibitions he himself had organised in 1887, even though those displays had included many more canvases. Van Gogh's inclusion in the Théâtre Libre show indicates that he had gained access to the neo-impressionists and was, at least to a certain extent, accepted by their leaders. While we do not know if he showed other paintings at the same time, Parc Voyer d'Argenson was undoubtedly a prominent example of his latest work. The size and finish of the composition would have suggested artistic confidence, while the deliberate use of new stylistic elements would have proclaimed the artist's avant-garde leanings. Van Gogh must have considered this presentation a fitting conclusion to his sojourn in Paris. With his departure for Arles he began to develop his own artistic identity, one that he hoped would not only allow him to join the ranks but make him stand out among his contemporaries.” (Van Gogh Museum Journal, 2002, extracts)
JUNI VEILING DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE
Vrijdag 19 Zaterdag 20 Juni Tenttoostelling: Paris, 5, rue du Perche, 02.06.2015 08.02.2015, 11-18h
Contact presse Renseignements / Inquiries : Belgie : auction @romanticagony.com Frankrijk :
[email protected]
+ 32.25441055 +33.143607171
Brussel, Aquaductstraat 40, 10.06.2015 18.02.2015, 11-18h Online catalog (pdf) : 18.05.2015
http://www.photoceros.com/19-06-2015-photographic-auction-in-brussels-romantic-agony/