Vince Flynn
Open doelwit
Proloog Met een snelheid van vijfentwintig knopen sneed het ranke vaartuig in het duister door het warme water van de Filipijnenzee, aangedreven door de twee motoren die niet meer dan een laag gebrom produceerden. Het schip trad het internationale recht en op zijn minst één internationaal verdrag met voeten, maar dat kon de bemanning weinig schelen. Wetten, regels en diplomatie, dat was het terrein van andere mensen, types die in comfortabele leren bureaustoelen zaten en aan de muur van hun kantoor diploma’s hadden hangen van prestigieuze universiteiten in het noordoosten van de Verenigde Staten. De mannen die op het dek van de Mark V stonden, het vaartuig dat de marine inzette voor clandes tiene operaties, waren hier om een klus op te knappen, een klus die eigenlijk al maanden eerder geklaard had moeten zijn. De Mark V was bij uitstek geschikt om radarsystemen te ontwijken. Hij was exclusief ontwikkeld voor de seals, de commando’s van de Amerikaanse marine, die hem bij voorkeur gebruikten voor maritieme operaties op vijandelijk grondgebied. Het vaartuig was vijfentwintig meter lang maar als het maximaal beladen was en stil in het water lag bedroeg de diepgang slechts anderhalve meter. In plaats van de gebruikelijke schroeven gebruikte het waterjets voor de aandrijving. Hierdoor kon het vaartuig met grote precisie tot vlak voor de kust manoeuvreren. Vijf mannen, uitgerust met zwarte pilotenhelmen en nachtkijkers, bemanden vier .50-kaliber mitrailleurs en een 40mm-granaatwerper. Acht andere mannen, die waren gekleed in een speciaal junglegevechtstenue met bijpassende slappe hoed, zaten op de randen van de snelle rubberboot die ze spoedig vanaf de Mark V te water zouden laten. Voor de zoveelste keer controleerden ze hun uitrusting. Hun gezichten waren ingesmeerd met groene en zwarte camouflageverf, maar hun gelaatsuitdrukking was kalm. 7
Luitenant Jim Devolis keek toe hoe zijn team de puntjes op de i zette. Hij had de seals dit al talloze malen zien doen en het ritueel deed hem altijd denken aan bavianen die elkaar in de dierentuin zitten te vlooien. Ze inspecteerden hun gevechtsvesten zorgvuldig om er zeker van te zijn dat de sluitingen in orde waren en de handgranaten stevig op hun plaats zaten. Ook de communicatieapparatuur werd grondig gecontroleerd. De nachtkijkers waren voorzien van nieuwe batterijen en de peperdure optische apparatuur werd, samen met een reservebatterij, opgeborgen in een waterdichte hoes die aan hun gevechtsvesten was bevestigd. Om hun wapens tegen het zand te beschermen hadden ze condooms over de loop getrokken en de magazijnen en het grendelmechanisme met een kleine hoeveelheid siliconenkit afgedicht. De enige die die nacht een rugzak droeg was de hospik van het team en Devolis hoopte vurig dat ze hem niet nodig zouden hebben. Ze waren niet zwaarbepakt. In plaats van de gebruikelijke proviand had iedereen een paar energierepen bij zich. Het was de bedoeling ’s nachts te infiltreren en voor zonsopgang weer te vertrekken. De favoriete methode van de seals. De spanning nam toe toen ze het demarcatiepunt naderden. Devolis merkte tot zijn tevredenheid dat het dollen bijna was afgelopen. Het werd menens. Hij draaide zijn hoofd naar rechts en omlaag, zodat hij aan het rietje van zijn waterzak van synthetisch rubber kon zuigen om een mondvol vers water binnen te krijgen. De mannen hadden al een hoeveelheid water gedronken die in theorie voldoende was voor twee dagen. Veel drinken was in dit deel van de wereld van levensbelang. Zelfs ’s nachts was het nog rond de dertig graden Celsius en de vochtig heidsgraad was hoog. Alleen omdat ze met een snelheid van meer dan twintig knopen over het water scheerden transpireerden ze niet in hun gevechtstenue. Maar dat zou veranderen als ze het strand hadden bereikt. Daarna hadden ze nog ruim drie kilometer voor de boeg, die ze te voet door de dichtbegroeide tropische jungle zouden moeten afleggen. Ondanks het water dat de mannen gedurende de afgelopen twee dagen hadden gedronken zouden alle teamleden waarschijnlijk tussen de twee en de vijf kilo afvallen, alleen al door de tocht heen en terug. Devolis voelde een stevige hand op zijn schouder. Hij keek om en zag het gezicht van de kapitein van de Mark v. ‘Nog twee minuten, Jim. Zorg dat je mannen klaar zijn.’ Devolis knikte en knipoogde. Het wit van zijn ogen vormde een scherp contrast met de donkere camouflageverf op zijn gezicht. ‘Oké, Pat.’ De twee mannen hadden deze routine al honderden malen geoefend in 8
Coronado, Californië, waar zich het hoofdkwartier bevond van de marine-eenheid waarvan ze deel uitmaakten. ‘En zorg dat je in de buurt blijft,’ zei Devolis met een brede grijns. De kapitein produceerde de glimlach van een professional die weet wat hij doet. ‘Als je een kik geeft zorg ik dat ik er ben om ze van katoen te geven.’ ‘Zo mag ik het horen.’ Devolis knikte en draaide zich om naar zijn mannen. Hij maakte een cirkelvormige beweging met zijn wijsvinger, waarop de seals overeind kwamen. Op hetzelfde moment minderde de Mark V vaart, tot bijna vijf knopen. De Mark V was niet alleen bijzonder snel maar beschikte ook over een hellend achterdek vanwaar tijdens het varen snelle kleine rubberboten konden aan- en afhaken. Zwijgend tilden de mannen hun zwarte rubberboot met de veertig pk buitenboordmotor op en droegen hem naar het schuine achterdek. Ze stopten aan het eind, vlak voor het witte schuim van de waterjets en zetten de rubberboot neer op het slipvrije oppervlak van het dek, zodanig dat de schroef van de buitenboordmotor in het water hing. Een bemanningslid van de Mark V hield het voortouw van de rubberboot vast en wachtte totdat ieder teamlid zijn duim had opgestoken. Ze zaten voorovergebogen in de boot en hielden zich vast aan de handgrepen. Via zijn headset kreeg het bemanningslid te horen dat er kon worden gelanceerd en hij gooide het voortouw in de boot. Een tweede bemanningslid voegde zich bij hem en samen duwden ze de zwarte rubberboot omlaag het betrekkelijk warme water in. Eenmaal in het water kwam de boot met een schok vrijwel stil te liggen, zodat de seals zover mogelijk naar achteren moesten hangen om te voorkomen dat de boeg onder water zou raken. De boot schommelde heen en weer in de golfslag van de Mark V en niemand verroerde een vin. De mannen luisterden naar het gebrom van de Mark V die zich snel uit de voeten maakte. Ze wilden hem pas weer zien als ze hem nodig hadden. Ze waren nu compleet gericht op het uitvoeren van hun missie. Jammer genoeg wisten ze niet dat ze, duizenden kilometers verderop, al door een landgenoot waren verraden.
9
1 Anna Rielly lag in de warme zon te doezelen. Haar gebronsde huid glom door de combinatie van transpiratievocht en zonnebrandolie. De middag werd veraangenaamd door een zacht zeebriesje. Het was een perfecte week geweest. Alleen maar eten, zon, seks en slaap. De ideale huwelijksreis. In een klein vakantieoord op een afgelegen Caribisch eiland met hun eigen afgelegen bungalow, zwembad en strand. Absolute privacy. Geen telefoons of semafoons. Ze hadden alleen maar elkaar. Ze deed haar ogen halfopen en keek naar haar trouwring. Onwillekeurig glimlachte ze. Het was een perfecte diamant in een elegante Tiffany-zetting. Niet te groot en niet te klein; precies goed. En wat belangrijker was: ook de man die hem voor haar had gekocht was precies goed. Hij was de man van haar dromen. Ze was nu officieel mevrouw Anna Rapp. Hij was een beetje verbaasd geweest dat ze zonder enige discussie zijn naam had aangenomen. Ze was per slot van rekening een zelfbewuste en geëmancipeerde vrouw, al had ze dan ook haar ouderwets romantische trekjes. Er was geen man op de wereld voor wie ze meer respect had. Het was een eer zijn naam te dragen en iedereen mocht weten dat ze nu een gezin vormden. Bovendien was ze pragmatisch. Het leek haar geen goed idee dat haar toekomstige kleinkinderen vier verschillende achternamen zouden hebben. Maar beroepsmatig zou ze haar meisjesnaam blijven gebruiken. Als Witte Huis-correspondente voor nbc had ze de nodige naamsbekendheid en een uitstekende carrière opgebouwd. Het was een prima compromis en Mitch had er geen bezwaar tegen. Tot haar verbazing was de bruiloft vlekkeloos verlopen. Rielly kon zich geen vriendin voor de geest halen die tijdens het plannen van de bruiloft niet ten minste één keer stevige ruzie had gehad met haar verloofde, moeder of schoonmoeder. Anna was altijd uitgegaan van het 11
romantische ideaalbeeld dat ze op een dag de man van haar leven zou vinden en zou trouwen in de St Ann’s in Chicago. Waar haar ouders waren getrouwd, waar ze was gedoopt en het vormsel toegediend had gekregen, en waar zij en haar broers naar de lagere school waren gegaan. Maar in de maanden na hun verloving werd haar duidelijk dat Mitch niet zo warm liep voor een groot huwelijksfeest. Niet dat hij zich ertegen verzette. Hij verzekerde haar dat hij dat in Chicago zou organiseren als ze dat wilde. Maar ze merkte dat hij zijn bedenkingen had. Het was niet nodig dat hij ze onder woorden bracht. Mitch Rapp hield er niet van in het centrum van de belangstelling te staan. Hij was meer gewend aan een rol achter de schermen. Feit was dat haar man al sinds zijn tweeëntwintigste in het geheim voor de cia werkte. En de harde werkelijkheid was dat hij in sommige kringen bekendstond als een beroepsmoordenaar. Een paar maanden voor hun huwelijk, tijdens de hoorzitting die voorafging aan de benoeming van de baas van Mitch bij de cia, had een lid van de Senaatscommissie voor de Inlichtingendiensten het verhaal van Mitch aan de pers gelekt in een poging te voorkomen dat Irene Kennedy de volgende directeur van de Central Intelligence Agency zou worden. De president was Rapp en Kennedy te hulp geschoten. Hij had ervoor gezorgd dat de media een glimp van de waarheid te horen hadden gekregen. De president had openbaar gemaakt dat Rapp leiding had gegeven aan een team commando’s die hadden voorkomen dat Saddam Hoessein kernwapens had weten te bemachtigen. De president noemde Rapp een held in de bestrijding van het terrorisme en van de ene op de andere dag was hij het troetelkindje van de politici geworden. Rapp stond plotseling in de schijnwerpers, iets wat hem niet goed afging. Jarenlang had hij weten te overleven door volkomen onopgemerkt van land naar land en van stad naar stad te reizen. En nu werd hij plotseling overal herkend. Hij werd achtervolgd door fotografen en verslaggevers. Rapp probeerde eerst met ze te praten. Er waren er een paar die luisterden, maar de meesten deden dat niet. Rapp, die niet gewend was problemen te laten dooretteren, zorgde ervoor dat er wat neuzen werden gebroken. De anderen begrepen de hint en lieten hem verder met rust. Maar dat was niet het enige dat Rapp dwarszat. Hij was nu een herkenbaar doelwit geworden. Vrijwel iedere terrorist, van Jakarta tot Londen, wist wie hij was. Er waren bedragen op zijn hoofd gezet en tientallen fanatieke moslims in Saoedi-Arabië, Azië en de landen van de Pacific 12
Rim hadden fatwa’s over hem uitgesproken. Duizenden, zo niet miljoenen fanatieke moslims zouden graag hun leven offeren om hem uit te schakelen. Rapp maakte zich voortdurend zorgen over Anna’s veiligheid. Hij had zelfs een keer gevraagd of ze wel zeker wist of ze er zin in had de rest van haar leven steeds over haar schouder te moeten kijken. Zonder enige aarzeling had ze daar ja op gezegd en ze had hem gevraagd haar niet nog eens te beledigen door zoiets te vragen. Hij had stoïcijns aan dat verzoek voldaan, maar dat betekende niet dat hij zich minder zorgen maakte. Hij had wat voorzorgsmaatregelen genomen, bijvoorbeeld door een gepantserde bmw met kogelwerende ramen en versterkte banden voor haar te bestellen. En ze bouwden een huis buiten Washington, op het platteland van Virginia, op acht hectare eigen grond. Anna had hem meer dan eens gevraagd waar het geld vandaan kwam om dat allemaal te kunnen betalen, maar Rapp reageerde daar altijd op met een grap of door het gespreksonderwerp te veranderen. Ze wist dat hij veel voor elkaar kon krijgen en trok uiteindelijk de conclusie dat ze sommige dingen misschien maar beter niet kon weten. Toen ze bezig waren met het voorbereiden van het huwelijksfeest kwam Rapp aan met een waslijst veiligheidsaspecten waar ze rekening mee moesten houden. Naarmate de weken verstreken begon Anna zich te realiseren dat hij doodgewoon niet van zo’n grootschalig huwelijksfeest zou kunnen genieten. Dus besloot ze dat het een kleine, intieme ceremonie moest worden met alleen familie en een paar goede vrienden. Die beslissing was goed gevallen bij Mitch. De ceremonie werd gehouden op de plaats waar ze elkaar voor het eerst hadden ontmoet: in het Witte Huis. Anna’s gehele familie was aan wezig: haar vader en moeder, haar broers en schoonzusjes en zeven neven en nichten. Het enige nog levende familielid van Mitch, zijn broer Steven, was getuige en Liz O’Rourke, de beste vriendin van Anna, fungeerde als bruidsmeisje. Dr. Irene Kennedy en een paar cia-maatjes van Rapp waren aanwezig en Anna had een paar goede kennissen uit de mediawereld uitgenodigd. Pater Malone van de St. Ann’s was overgevlogen om de dienst te leiden en de president en zijn vrouw waren de perfecte gastheer en gastvrouw. President Hayes had bovendien zijn aanzienlijke invloed aangewend om ervoor te zorgen dat er in de kranten en op de televisie geen melding van het huwelijk werd gemaakt. Iedereen had het beter gevonden de identiteit van mevrouw Rapp uit de media te houden. 13
De gasten logeerden in het Hay Adams Hotel, dat je met een korte wandeling door het Lafayette Park vanuit het Witte Huis gemakkelijk kon bereiken. Ze vierden tot diep in de nacht feest en ten slotte werden de bruid en de bruidegom door agenten van de Secret Service naar Reagan National Airport gereden, waar een privévliegtuig klaarstond om hen naar hun eiland te brengen. De cia had geregeld dat ze reisden onder de namen Troy en Betsy Harris. Anna ging rechtop zitten en keek over de rand van de patio omlaag naar het strand. Haar man had een eind gezwommen en kwam uit het water. Hij had van nature al een donkere huid en na een week in de zon zag hij eruit als een inboorling. Hij was een fantastisch voorbeeld van een man die fysieke kracht uitstraalde en dat vond ze niet alleen omdat ze met hem getrouwd was. Na zijn twintigste had hij op diverse plaatsen in de wereld meegedaan aan triatlons en hij had de beroemde Ironman Triatlon in Hawaï twee keer gewonnen. Hij was de dertig inmiddels ruim gepasseerd, maar zijn conditie was nog steeds uitstekend. Aan een paar van zijn lichamelijke kenmerken had Rielly even moeten wennen. Hij had drie zichtbare littekens die het gevolg waren van kogelwonden: een op zijn been en twee op zijn buik. En hij had een dik litteken op zijn schouder, op de plek waar de artsen hem hadden opengesneden om de kogel eruit te kunnen halen en zijn schoudergewricht te kunnen herstellen. In zijn rechterzij had hij een langwerpig litteken als gevolg van een messteek. Er was nóg een litteken, waar hij bijzonder trots op was. Het herinnerde hem aan de man die hij had gezworen om het leven te brengen voordat hij aan een waanzinnige reis was begonnen in de wereld van de strijd tegen het terrorisme. Dat litteken liep van zijn linkeroor tot aan zijn kaaklijn. De plastisch chirurgen hadden het lit teken terug weten te brengen tot een dunne streep, maar wat Rapp het belangrijkste vond was dat de man die het had toegebracht nu dood was. Rapp liep de patio op en glimlachte naar zijn bruid, terwijl het water van zijn zwembroek droop. ‘Hoe gaat het, schatje?’ ‘Prima.’ Ze stak haar hand naar hem uit. ‘Ik was bijna in slaap gevallen.’ Rapp boog zich voorover, kuste haar en sprong zonder een woord te zeggen in het kleine zwembad. Hij stak zijn hoofd weer boven het water uit en liet zijn kin op de rand rusten. ‘Ben je er klaar voor morgen weer terug te gaan?’ Ze schudde haar hoofd en keek hem verleidelijk pruilend aan. Rapp glimlachte. Ze maakte hem gelukkig. Ze was slim, had gevoel voor humor en was bloedmooi. Af en toe kon ze behoorlijk koppig zijn, 14
maar hij realiseerde zich dat een vrouw zonder pit het niet lang bij hem zou uithouden. ‘Nou, dan moeten we nog maar een tijdje blijven,’ zei hij. Ze schudde haar hoofd en trok opnieuw een pruillipje. Hij strekte zijn hand uit naar de ijsemmer met de flesjes Red Stripe en lachte binnensmonds. Hij had haar tuk. Ze moest wel terug, anders zouden ze bij haar omroep met de handen in het haar zitten. Als het aan Rapp lag nam ze ontslag. Het feit dat ze voortdurend met haar gezicht op de televisie was bevorderde haar veiligheid beslist niet. Maar die conclusie zou Anna zelf moeten trekken. Hij wilde niet dat ze over tien jaar in de spiegel zou kijken en hem dan zou verwijten dat ze een einde had gemaakt aan haar carrière. Zijn enige troost was dat ze verslag deed vanuit het Witte Huis, in de voortdurende nabijheid van ten minste tien goedgetrainde en uitstekend bewapende agenten en officieren van de Geheime Dienst. ‘Biertje, schat?’ ‘Graag.’ Rapp opende een flesje, gaf het aan Anna en pakte er toen een voor zichzelf. Hij stak het flesje uit en wachtte tot Anna hetzelfde deed. Ze tikten de flesjes tegen elkaar en Rapp zei: ‘Op ons.’ ‘Op ons,’ herhaalde ze met een oogverblindende glimlach. Ze namen allebei een slok en Rapp voegde eraan toe: ‘En op een heleboel gezonde baby’s.’ Anna lachte en stak twee vingers omhoog. Rapp schudde zijn hoofd. ‘Minstens vijf.’ Ze lachte nog harder. ‘Je bent gek.’ ‘Je hebt me ook nooit horen beweren dat ik normaal ben.’ Ze zaten samen in de zon en spraken meer dan een uur lang over hun toekomst. Ze maakten grapjes over hoeveel kinderen ze zouden hebben, hoe ze ze zouden opvoeden, welke namen ze leuk vonden en wat ze zouden doen als een van hun kinderen net zo eigenwijs zou blijken te zijn als zijzelf. Toen ze zich hardop afvroeg of ze wel of niet haar baan zou opzeggen als ze een baby kreeg hield Rapp wijselijk zijn mond. Dat was een van de dingen waarvan hij had geleerd dat ze belangrijk zijn in een relatie. Hij begreep dat ze hardop aan het denken was en niet verwachtte dat hij er zijn mening over zou geven. Van haar kant had Anna zich aan haar belofte gehouden niet te informeren naar allerlei details over zijn baan in Langley. Rapp wist dat hij bepaalde dingen met haar zou moeten bespreken, of dat nu in strijd was 15
met de regels of niet. Anna was te nieuwsgierig om de rest van hun leven nooit te kunnen bespreken wat hij het grootste deel van de week uitvoerde. Dat was geen probleem zolang het over algemene onderwerpen ging, zoals terrorisme en nationale veiligheid. Zaken die te maken hadden met concrete operaties of actuele beleidsontwikkelingen moesten onbesproken blijven. Na zoveel jaren zwijgzaamheid was Rapp blij dat hij iemand had die een redelijk inzicht had in de materie. Ze openden twee nieuwe flesjes bier en Anna voegde zich bij hem in het zwembad. Ze keken naar de oceaan, terwijl hun ellebogen en kinnen op de rand rustten en ze hun benen achter zich lieten drijven. Ze praatten lachend over het huwelijksfeest en hun week van afzondering, zonder uit te spreken dat die bijna was afgelopen. Rapp merkte dat Anna een beetje aangeschoten begon te worden. Ze woog nauwelijks 55 kilo en de combinatie van bier, warmte, zon en zeewind betekende dat het tijd werd voor een siësta. Na een poosje kuste ze hem op de mond en zwom naar de andere kant van het zwembad. Ze klom eruit en bleef op de bovenste tree stilstaan om haar haar bijeen te brengen in een staartje. Terwijl ze er met beide handen aan draaide liep het water over haar gladde rug en de bolling van haar kleine bikinibroekje. Met een verleidelijk glimlachje keek ze achterom terwijl ze haar bikinitopje losmaakte. ‘Ik ga een dutje doen. Kom je ook?’ Zonder zich om te draaien hing ze het topje op de haak van de hangmat. Rapp had geen verdere aanmoediging nodig. Hij zette zijn flesje bier neer en hees zich op de rand van het zwembad. Hij volgde zijn vrouw naar de slaapkamer terwijl hij onderweg zijn zwembroek uitdeed. Zijn ogen bleven gefixeerd op haar lichaam en even verlangde hij ernaar voor eeuwig met haar op dit kleine eiland te kunnen blijven. Terug in Washington zou alles anders zijn. Er moesten brandjes wor den geblust en plannen worden uitgevoerd. Hij keek hoe Anna haar bikinibroekje uittrok en de beslommeringen die hem in Washington te wachten stonden verdwenen uit beeld. Die konden nog wel een dag wachten. Nu had hij belangrijker zaken aan zijn hoofd.
16
2 De zwarte boot lag stil in het water terwijl Devolis hun positie bepaalde met behulp van zijn zakformaat gps. Ze bevonden zich exact op de j uiste plek, drie kilometer voor de kust van het Filippijnse eiland Dinagat. De mannen haalden hun nachtkijkers tevoorschijn uit de waterdichte hoezen en bevestigden ze stevig op hun hoofd. De maan en de sterren werden aan het zicht onttrokken door dikke wolken. Zonder hun nachtkijkers waren ze blind. Op een teken van Devolis voeren ze verder. De speciaal ontwikkelde Mercury buitenboordmotor produceerde niet meer dan een zacht gezoem. De autoriteiten in Washington hadden eindelijk besloten iets te ondernemen. Abu Sayaf, een radicale moslimgroep die actief was in de Filippijnen, had een Amerikaans gezin ontvoerd, de familie Anderson uit Portland, Oregon. Mike, Judy en hun drie kinderen – Ava van negen, Charlie van zeven en Lola van zes – waren vijf maanden eerder uit hun bungalowpark op het Filippijnse eiland Samar weggesleurd. Devolis en zijn mannen hadden het verhaal op de voet gevolgd. Ze wisten dat zij waarschijnlijk zouden worden ingeschakeld om de familie Anderson te redden, zodra de politici eindelijk tot de conclusie waren gekomen dat ze niet langer op hun achterste konden blijven zitten. Devolis had nachtenlang aan het gezin gedacht, vooral aan de kinderen. De achtentwintigjarige officier had in de zes jaar dat hij bij de seals van de Amerikaanse marine werkte nog nooit iets liever gewild dan deze kinderen redden. Hij had hun foto’s zo vaak bekeken dat de randen bruin en versleten waren. Hij had hun dossiers zo vaak gelezen dat hij in zijn dromen hun onschuldige gezichten voor zich zag. Om de een of andere reden was dit een persoonlijke missie geworden. Hij wilde ze redden. Dat was geen valse heroïek. Devolis was er vast van overtuigd dat iemand deze fanatiekelingen moest leren wat er gebeurde als je met de Verenigde Staten solde. 17
Devolis was allesbehalve een sadist, maar hij koesterde een felle haat jegens de mannen die de familie Anderson gegijzeld hielden. Hij kon zich niet indenken hoe iemand onschuldige kinderen kon ontvoeren. Wie ze ook waren, Devolis wist zeker dat hij geen enkele moeite zou hebben ze naar de andere wereld te helpen. Vannacht zou Abu Sayaf in aanraking komen met de macht van de Amerikaanse marine en de terroristische groep zou het bezuren dat ze ooit op het idee waren gekomen de enige nog bestaande wereldmacht uit te dagen. De uss Belleau Wood lag vijftien mijl uit de kust van het eiland Dinagat. Dit amfibische aanvalsschip beschikte over een enorme vuurkracht. De Belleau Wood, een van de vijf schepen uit de Tarawa-klasse, was een samenballing van luchtmacht, landmacht en marine. Het was een hybride vliegdek- en amfibisch aanvalsschip met een vliegdek van bijna 250 meter. Het schip vervoerde zes AV-8b Harrier jagers, vier AH-1w Super Cobra aanvalshelikopters, twaalf CH-46 Sea Knight helikopters voor troepentransport en negen CH-53 Sea Stallion helikopters. Op het 80 meter lange achterdek vervoerde het de Landing Craft Air Cushion, een supersnelle hovercraft met een lengte van eenenveertig meter. Deze lcac was in staat met een snelheid van meer dan 45 knopen zware uitrusting zoals tanks en artillerie naar het strand te vervoeren. De Belleau Wood had 85 officieren, 890 dienstplichtige soldaten en een bataljon van meer dan 2000 mariniers aan boord. Het schip was een tactisch wonder. In plaats van te moeten wachten tot de diverse eenheden van de luchtmacht en de landmacht bij elkaar waren gehaald om een gecoördineerde actie uit te voeren, was de Belleau Wood een geïntegreerde vechtmachine die zelfstandig en razendsnel op iedere gewenste plek de noodzakelijke vuurkracht, luchtsteun en logistiek kon inzetten. De Belleau Wood was het resultaat van de vele lessen die de marine had geleerd gedurende de operaties in de Stille Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het team van Devolis vormde de vooruitgeschoven post van de operatie. Het was hun taak te infiltreren en het kamp van de tegenstander te verkennen. Zodra ze de gegevens die ze van de inlichtingendiensten hadden gekregen hadden geverifieerd, moesten ze zich opstellen tussen de vijand en de gijzelaars en de ontzettingsmacht oproepen. Daarom hadden ze hun MP5 mitrailleurs met geluiddemper achtergelaten op de Belleau Wood. Ze moesten zich snel en ongezien kunnen bewegen wat betekende dat er lichtere wapens nodig waren. Zes van de acht team18
leden droegen een M4 karabijn, een miniversie van de onvolprezen M16. De M4 had een kortere loop en een inklapbare kolf en was daarom makkelijker te dragen in de dichtbegroeide jungle. Een van de commando’s had een M249 machinegeweer bij zich en de scherpschutter had zijn keuze laten vallen op een precisiegeweer met geluiddemper. Als het schieten eenmaal begon zou de herrie niet van de lucht zijn, maar voor deze missie was dat alleen maar een voordeel. Het lawaai dat het team van Devolis maakte moest de vijand van de wijs brengen zodat de helikopters ongestoord de rest van de commando’s konden droppen. Nog drie seal-teams, in totaal vierentwintig man, zouden zich aan touwen laten zakken, de gijzelaars in veiligheid brengen en het kamp doorzoeken. Vervolgens zou de ontzettingsmacht de familie Anderson verderop naar een klein open veld brengen waar ze door een helikopter zouden worden opgepikt. Het open veld werd bewaakt door een peloton mariniers en als ze onverwacht veel tegenstand zouden ondervinden stonden de Harrier jagers en de Super Cobra helikopters paraat om luchtsteun te geven. Het team zou ter plaats blijven totdat het gezin veilig was vertrokken, waarna ze terug zouden gaan naar het strand en zouden vertrekken via dezelfde route waarlangs ze waren binnengekomen. Een tamelijk ongecompliceerd plan, behalve dan dat ze opereerden in de achtertuin van een van hun bondgenoten, en de Filippijnen niet bij de operatie waren betrokken. Sterker nog, ze waren niet eens op de hoogte gesteld. Niemand had de seals verteld waarom dat niet was gebeurd, maar ze hadden zo hun vermoedens. Het Filippijnse leger had al maanden geleden beloofd de familie Anderson te bevrijden maar geen vinger uitgestoken. Het gerucht ging dat hun oude bondgenoten in de regio niet meer te vertrouwen waren en de Verenigde Staten daarom hun eigen boontjes moesten doppen. Devolis had al vroeg in zijn carrière geleerd zich niet met diplomatieke en politieke zaken bezig te houden. Want daarmee liep je het gevaar het zicht op je missie te verliezen, wat voor een seal niet zo handig was. Bij undercoveroperaties was een heldere missie een absolute voorwaarde. Bovendien waren er beter betaalde krachten om zich met dat soort vraagstukken bezig te houden. De types met de mooie titels en de indrukwekkende diploma’s. Tegen beter weten in vroeg Devolis zich tóch af hoe dat soort dingen de missie zou kunnen beïnvloeden. Hij had gehoord dat er in Washington heel wat ophef was geweest voordat ze het groene licht voor de ope19
ratie hadden gekregen. Een straaltje zweet liep langs zijn linkerwenkbrauw en belandde op zijn wang. Hij veegde met de mouw van zijn junglegevechtstenue over zijn voorhoofd en depte zijn gezicht. Binnensmonds vervloekte hij de hitte. Als het op het water al zo heet was, dan zou de jungle een sauna zijn. Ze naderden het strand en de boot minderde vaart totdat hij bijna stil in het water lag. Tussen de waterlijn en de jungle bevond zich slechts een vijftien meter breed zandstrand. Ieder paar ogen in de kleine rubberboot bestudeerde het strand en de rand van de jungle, op zoek naar een teken dat ze niet alleen waren. Zelfs met nachtkijkers kon je nauwelijks verder zien dan het lege strand. De jungle was te dicht begroeid. Infiltraties waren altijd een spannend onderdeel van een operatie, al hadden de inlichtingenjongens hem verteld dat het niet waarschijnlijk was dat ze tegenstand zouden ondervinden tijdens de landing. In het water, vlak bij het strand, bevond zich een stapel drijfhout. Op bevel van Devolis koerste de boot erheen. Tenzij het drijfhout zich had verplaatst nadat de satelliet er die ochtend foto’s van had geschoten, was dit hun plek. Rechts ervan, ongeveer honderd meter achter het begin van het zandstrand, bevond zich een ondiepe beek waardoor ze landinwaarts naar het kamp zouden lopen. De boot gleed het strand op, vlak naast de stapel drijfhout. De mannen bewogen snel en met grote precisie. Hier, open en bloot op het strand, waren ze het meest kwetsbaar. Ze verspreidden zich in een vooraf vastgestelde formatie die ze al ontelbare malen hadden geoefend. De twee voorste mannen gaven dekking terwijl de anderen hun posities innamen en een klein bruggenhoofd van 180 graden vormden. Devolis lag iets vóór de anderen in een vooruitgeschoven positie, met zijn wapen gericht op zijn sector van de jungle. Zijn hart klopte sneller dan normaal maar verder was alles onder controle. De nachtkijker veranderde het landschap in een impressionistisch schilderij met g limmende groene, zwarte en witte tinten. Terwijl hij volkomen stil lag probeerde de luitenant met toegeknepen ogen door de dichte begroeiing vóór hem te kijken. Vervolgens nam hij zijn wijsvinger van de trekker en wees twee keer naar de jungle. Drie meter rechts van hem kwam Scooter Mason, zijn verkenner, overeind en sloop gehurkt naar de rand van de jungle, met het wapen aan zijn schouder, klaar om te vuren. Devolis keek naar rechts en naar links en controleerde de flanken. Toen gebeurde het. Drie schoten. Het korte salvo doorbrak de stilte van de nacht. Devolis hoorde onmiddellijk dat de schoten niet afkom20
stig waren van zijn team. Toen hij achteromkeek zag hij dat Scooter op de grond viel en vervolgens explodeerde de jungle vóór hem in een kogelregen. Overal zag hij felle lichtflitsen terwijl de lopen vuur spuwden. Een kogel floot vlak langs zijn hoofd en vóór hem spoot het zand overeind. Het ene na het andere salvo belandde op het strand. Het team beantwoordde het vuur. Zijn mannen richten op de lichtflitsen in hun sector en lieten een kogelregen los op de vijand. Devolis leegde zijn eerste patroonhouder en verwijderde hem. Terwijl hij naar een nieuwe patroonhouder greep schreeuwde hij in de microfoon van zijn headset: ‘Victor vijf, Romeo hier! We moeten nú terugtrekken!’ Devolis ramde de nieuwe patroonhouder in het magazijn en vuurde een salvo af. Rechts voor hem zag hij een lichtflits en met een kort salvo schakelde hij de schutter uit. ‘Bevestigen graag, Romeo,’ klonk het antwoord in zijn headset. Devolis bleef vuren en riep: ‘We liggen zwaar onder vuur! We hebben tenminste één gewonde en we moeten nú evacueren! We hebben dekking nodig!’ Een serieuze stem antwoordde via de krakende verbinding: ‘We ko men eraan.’ Devolis wist dat de rest van het team zijn oproep had gehoord via hun headsets. Ze hadden dit scenario grondig doorgenomen gedurende de briefing voor deze missie. De Mark V zou nadat het team was afgezet op twee kilometer afstand van het strand positie innemen voor het geval er iets misging. Het was een standaardvoorzorgsmaatregel, maar niemand had verwacht dat het die nacht nodig zou zijn. Terwijl Devolis het vuur beantwoordde vervloekte hij de bazen in Washington. Ze waren regelrecht in een hinderlaag gelopen en hij kon zich niet voorstellen hoe zoiets had kunnen gebeuren. ‘Mannen, allemaal melden.’ Devolis bleef vuren terwijl zijn teamleden hun naam riepen. Slechts vijf van hen meldden zich. Devolis wist dat Scooter was geraakt en dat betekende dat er nóg een slachtoffer was. ‘Irv, geef antwoord!’ Devolis herhaalde de opdracht en keek toen naar links. Hij zag het lichaam van Irv. Hij lag op het zand en zijn lichaam bewoog niet. ‘Irv!’ Zijn kreet werd onderbroken door een aantal luide explosies die werden veroorzaakt door de M203 40mm-granaatwerper waarmee een van zijn mannen de vijand in de jungle bestookte. ‘Gooch, zorg voor wat rook. De boot komt eraan. Zodra ze die .50-kalibers op de jungle loslaten gaan wij ervandoor. Ik pak Irv. Kun jij Scooter nemen?’ 21
‘Oké.’ Devolis rukte zijn nachtkijker af, greep een M-18 rookgranaat en trok de pen eruit. Hij rolde op zijn zij en gooide het soepblik van zich af. De granaat rolde over het zand en begon sissend een wit rookgordijn te verspreiden. Langzaam dreef de mist in de richting van de jungle. Devolis wist dat de Mark V nu vlakbij moest zijn en hij begon in de richting van Irv te kruipen. Hij moest hem bereiken. Niemand mocht hier achterblijven. Toen hij zijn vriend op bijna een meter was genaderd werd hij geraakt. Een kogel sloeg in zijn rechterbeen. Devolis zette zijn tanden op elkaar. Hij slaakte een onderdrukte kreet en vloekte stevig. De pijn was zó hevig dat hij zich even afvroeg of zijn been eraf was gerukt. Toen hij achteromkeek zag hij dat het nog aan zijn lichaam vastzat. Toen hij Irv bereikte kreeg de schotenwisseling een nieuwe wending. De .50-kaliber machinegeweren van de Mark V begonnen de jungle te bestoken. Het regende versnipperde boombladeren, takken vielen omlaag en de bomen ontvingen de onophoudelijke salvo’s met krakend gekreun en doffe klappen. Vervolgens klonken ook de explosies van de 40mm-granaatwerper. De vijand, die kennelijk schielijk dekking had gezocht, vuurde nauwelijks meer. Devolis riep de naam van zijn maat en pakte diens schouder. Toen hij hem omdraaide zag hij het levenloze gezicht met de openhangende mond en de ogen die uitdrukkingsloos naar de hemel staarden. Een kogel had hem midden in het voorhoofd geraakt en aan één kant van zijn gezicht kleefde een mengsel van bloed en zand. Devolis verstijfde even toen de afschuwelijke werkelijkheid tot hem doordrong, totdat een regen van kogels vlak vóór hem het zand deed opspatten. Een innerlijke stem vertelde hem dat hij naar het water moest. Er was nu geen tijd om de dood van een vriend te betreuren. Devolis greep Irv bij zijn gevechtsvest en begon hem naar de relatieve veiligheid van de zee te slepen. Terwijl hij worstelde met het levenloze lichaam van zijn maat en met zijn eigen gewonde been, riep hij zijn teamleden op zich te melden. Terwijl ze dat deden, bereikte hij het warme zoute water. Hij keek naar de plaats waar ze de rubberboot hadden achtergelaten. Die was compleet lekgeschoten. Hij waadde verder weg van kust en trok zijn maat met zich mee, terwijl het zoute water in de kogelwond aan zijn been begon te bijten. Hij gaf het team opdracht de boot achter te laten en in de richting van de Mark V te zwemmen. Devolis bleef staan op een diepte van anderhalve meter en wachtte totdat zijn teamleden waren gepas22
seerd. De Mark V bleef het strand bestoken met zijn enorme .50-kaliber machinegeweren, totdat de vijand nog maar sporadisch een kogel afvuurde. Devolis klemde zijn maat stevig vast en zwom met zijn andere arm uit alle macht weg van het strand. Toen hij de Mark V bereikte probeerde hij de felle pijn uit te bannen en te begrijpen hoe het in godsnaam mogelijk was dat ze in de val waren gelopen.
23
Lees ook van Karakter Uitgevers B.V.
vince flynn
De laatste man Een cia-agent verdwijnt, en met hem explosieve geheimen die in verkeerde handen fataal kunnen blijken… Antiterrorisme-expert Mitch Rapp reist in De laatste man naar Afghanistan om zijn landgenoot Joe Rickman op te sporen. Rickman is van de aardbodem verdwenen en runde op het moment van zijn verdwijning al acht jaar de geheime operaties van de cia in Afghanistan. Een schimmige taak die hem in contact bracht met iedere notoire figuur die het land rijk is. De bodyguards van de cia-agent zijn in koelen bloede geëxecuteerd, wat er in eerste instantie op duidt dat Rickman gekidnapt is. Maar Joe Rickman was niet de eerste de beste soldaat en Rapp weet bepaalde dingen van zijn oude vriend waardoor de vermissing van de man die ze moesten beschermen hem ernstig zorgen baart. Is hij niet al te laat? Rapp moet zich, in de hoop een spoor van Rickman te vinden, een weg banen door Afghanistan, waar de Taliban, Iraniërs, Pakistanen en Russen er allemaal op uit zijn om een deel van het door oorlog verdeelde land te claimen. Terwijl het land voor zijn ogen wordt verwoest, moet Rapp even meedogenloos als zijn vijanden zijn en even onbetrouwbaar als de politici in zijn eigen regering, als hij ook maar een sprankje hoop wil hebben om zijn missie tot een goed einde te brengen. ‘De koning van de intelligente politieke actiethrillers.’ – Dan Brown ‘Vince Flynn is een meester – misschien wel dé meester – in het schrijven van thrillers waarvan de pagina’s vanzelf omslaan.’ – Bookreporter isbn 978 90 452 0528 1 Ook verkrijgbaar als e-book isbn 978 90 452 0668 4