Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
Arbo- en Milieudienst
VERZENDING VERPAKKEN VAN INFECTUEUZE EN GENETISCH GEMODIFICEERDE MICRO-ORGANISMEN EN DIAGNOSTISCHE MONSTERS Toelichting Het ter verzending verpakken van infectueuze en genetisch gemodificeerde micro-organismen en diagnostische monsters dient te geschieden overeenkomstig de wettelijke voorschriften opgenomen in het ADR, de Europese overeenkomst met betrekking tot het internationaal vervoer van goederen over de weg. Met deze regeling voldoet het UMC St Radboud aan de wettelijke eisen inzake het verzenden van diagnostische monsters. In de regeling zijn de diverse transportmogelijkheden uitgewerkt. INDELING Het ADR kent de klasse 6.2 infectueuze stoffen. De stoffen van deze klasse zijn als volgt onderverdeeld: 1. UN 2814, infectueuze stoffen, gevaarlijk voor mensen 2. UN 2900, infectueuze stoffen, alleen gevaarlijk voor dieren 3. UN 3291, ziekenhuisafval 4. UN 3373, diagnostische monsters Categorie A: UN 2814, infectueuze stoffen, gevaarlijk voor mensen. UN 2900 infectueuze stoffen, alleen gevaarlijk voor dieren Deze zijn opgenomen in een lijst. Zie bijlage 1. Categorie B: Een infectueuze stof die niet voldoet aan de criteria voor indeling in categorie A. Infectueuze stoffen van categorie B moeten worden ingedeeld in UN 3373, Diagnostische of Klinische monsters , met uitzondering van culturen die voor de opzettelijke vermeerdering van ziekte verwerkers zijn bedoeld. Deze culturen dienen al naar gelang de situatie in UN nummer 2814 of 2900 te worden ingedeeld. Bloed en organen voor transfusie of transplantatie vallen buiten deze regeling. UN 3291 ziekenhuisafval. Medisch of ziekenhuisafval is afval dat afkomstig is uit de medische behandeling van dieren of mensen of stammen uit het biologisch onderzoek. Ziekenhuis- of medisch-afval, dat infectueuze stoffen van de categorie A of B bevat, moet al naar gelang in UN nummer 2814 of 2900 worden ingedeeld. Indien het afval infectueuze stoffen van de categorie B met uitzondering van culturen bevatten, moet het in UN nummer 3291 worden ingedeeld. De juiste vervoersnaam is: ziekenhuisafval, ongespecificeerd N.E.G. of (bio)medische afval N.E.G. of “gereglementeerd medisch afval, N.E.G. VERPAKKEN UN 2814, infectueuze stoffen, gevaarlijk voor mensen en UN 2900 infectueuze stoffen, alleen gevaarlijk voor dieren, Dienen voor het transport over de weg conform verpakkingsinstructie P620 te worden verpakt. Hierin is het volgende bepaald: 1. De verpakking dient UN goedgekeurd te zijn en te bestaan uit: a. Een binnenverpakking bestaande uit: I een vloeistofdichte houder als primaire verpakking II een vloeistofdichte secundaire verpakking III bij vloeistoffen voldoende absorberend materiaal tussen de houder en de verpakking om de gehele inhoud te absorberen. B. Een voldoende sterke buitenverpakking. De kleinste buitenafmeting moet niet minder dan 10 cm bedragen.
pagina 1 van 6
Arbo- en Milieudienst
Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
2. Droogijs IJs of droogijs moet worden geplaatst buiten de secundaire verpakkingen of in de buitenverpakking of oververpakking. Om de secundaire verpakkingen in de oorspronkelijke positie te houden nadat het (droog)ijs is verdwenen, moet voor inwendige ondersteuning worden gezorgd. Indien droogijs wordt gebruikt moet de verpakking zodanig worden ontworpen en geconstrueerd dat het kooldioxidegas vrijelijk kan uitstromen om drukopbouw te verhinderen. Bij transport over de weg hoeft geen extra etiket te worden geplaatst. Bij transport door de lucht dient het etiket voor de klasse 9 te worden geplaatst. 3. Etikettering De buitenverpakking moet worden voorzien van het gevaarsetiket voor de klasse 6.2. Tevens moet het van toepassing zijnde UN nummer worden vermeld.
Bij vloeistoffen dient op de buitenzijde tevens het package orientation etiket op twee tegenoverliggende zijden worden aangebracht. Kleur zwart of rood.
Diagnostische monsters , UN 3373 dienen voor het transport over de weg conform verpakkingsinstructie P650 te worden verpakt. Hierin is het volgende bepaald: 1. De verpakking moet van een goede kwaliteit zijn, sterk genoeg om de schokken en belastingen die normalerwijze tijdens het vervoer worden ondervonden te doorstaan. 2. De verpakking moet uit drie bestanddelen bestaan: a. een primaire houder b. een secundaire houder en c. een buitenverpakking 3. Primaire houders moeten op zodanige wijze in secundaire verpakkingen zijn verpakt dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken of worden doorboord. Secundaire verpakkingen moeten met opvulmateriaal in buiten verpakkingen worden vastgezet. 4. UN 3373 duidelijk leesbaar in ruit op buitenverpakking. Letters en cijfers ten minste 6 mm.
UN 3373
pagina 2 van 6
Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
Arbo- en Milieudienst
5. De volledige verpakking moet in staat zijn een valproef van 1,2 m te doorstaan. De kleinste buitenafmeting van de buitenverpakking mag niet minder zijn dan 100 mm. 6. Voor vloeistoffen: a. moet(en) de primaire houders(s) vloeistof dicht zijn, b. moet de secundaire verpakking vloeistofdicht zijn c. indien meerdere breekbare primaire houders in een enkele secundaire worden geplaatst dan moeten deze afzonderlijk omwikkeld of gescheiden worden, zodat onderlinge aanraking is uitgesloten. d. Tussen primaire houder(s) en de secundaire verpakking moet voldoende absorberend materiaal worden geplaatst om de gehele inhoud van de primaire houder(s) te absorberen. e. De primaire houder of de secundaire verpakking moet in staat zijn een inwendige druk van 95 kPa zonder lekkage te doorstaan. 7. Voor vaste stoffen: a. Moet(en) de primaire houder(s) stofdicht zijn b. Moet de secundaire verpakking stofdicht zijn c. indien meerdere breekbare primaire houders in een enkele secundaire worden geplaatst dan moeten deze afzonderlijk omwikkeld of gescheiden worden, zodat onderlinge aanraking is uitgesloten. 8. Sterk gekoelde of bevroren monsters: ijs, droogijs en vloeibare stikstof a. IJs of droogijs moet worden geplaatst buiten de secundaire verpakkingen of in de buitenverpakking of oververpakking. Om de secundaire verpakkingen in de oorspronkelijke positie te houden nadat het (droog)ijs is verdwenen, moet voor inwendige ondersteuning worden gezorgd. Indien droogijs wordt gebruikt moet de verpakking zodanig worden ontworpen en geconstrueerd dat het kooldioxidegas vrijelijk kan uitstromen om drukopbouw te verhinderen. Het collo moet worden gemerkt met “kooldioxide, vast of “droogijs”. Bij transport over de weg hoeft geen extra etiket te worden geplaatst. Bij transport door de lucht dient het etiket voor de klasse 9 te worden geplaatst. b. De primaire houder en de secundaire verpakking moeten hun goede staat behouden bij zowel de temperatuur van het gebruikte koelmiddel als de temperaturen en drukken die het gevolg kunnen zijn van het wegvallen van de koeling. 9. Leveranciers van verpakkingen dienen duidelijke instructies aangaande het vullen en sluiten van de colli te leveren. Extra eisen bij verzending diagnostische monsters als briefpost De verpakking moet door TPG post zijn toegelaten. Dit moet op de buitenzijde van de verpakking zijn vermeld. Tevens moet de tekst “diagnostisch monster”of “diagnostic specimen” goed leesbaar zijn aangebracht.
pagina 3 van 6
Arbo- en Milieudienst
Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
Luchtvervoer. Het versturen van risicovolle stoffen en biologische agentia (infectieus voor mens of dier) door de lucht is gebonden aan strenge internationale richtlijnen (IATA). De betreffende richtlijnen zijn zeer complex. Er is onder andere bepaald dat men als afzender alleen stoffen mag aanbieden als men in het bezit is van een zogenaamde A-erkenning. Indien men niet in het bezit is van een A-erkenning, kan men toch gevaarlijke stoffen per vliegtuig versturen door gebruik te maken van een bedrijf met een E-erkenning. Bedrijven met een E-erkenning kunnen in plaats van een particulier, instelling of rechtspersoon als afzender optreden, waarbij ze de volledige publiekrechtelijke verantwoordelijkheden overnemen. Om er zeker van te zijn dat de genoemde stoffen conform de richtlijnen van zowel weg- als luchttransport wordt geadviseerd deze activiteiten uit te besteden aan een gespecialiseerd bedrijf, BioLogistic Services. BLS kan alle betrokken afdelingen binnen de universiteit en het ziekenhuis behulpzaam zijn bij de logistieke afhandeling van nationale en internationale zendingen en kan zorgdragen voor het verstrekken van alle noodzakelijke verpakkingsmaterialen voor zowel diagnostisch, infectueus materiaal als droog ijs, schriftelijke instructies, transportdocumentatie en fysiek transport. Aanvullende douaneformaliteiten, zoals het aanvragen of verzorgen van import- en / of exportvergunningen, zijn niet in de dienstverlening inbegrepen. De procedure is als volgt: 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
Opdrachtgever verstuurt opdrachtformulier aan BLS per e-mail/fax (www.biologistic.nl). Opdrachtgever ontvangt verpakkingsinstructie van BLS Opdrachtgever verpakt conform verpakkingsinstructie. Opdrachtgever gaat met het pakket en het volledige ingevulde opdrachtformulier naar de meldkamer van de universiteit of het ziekenhuis. Indien de opdrachten voor 14.00 in de middag door BLS zijn ontvangen zal BLS de zending in de aansluitende avond of nacht afhalen voor verdere logistieke afhandeling. Na afgifte van een sleutelpas aan de meldkamer ontvangt opdrachtgever de sleutel van de opslagruimte. Na plaatsing van het pakket met opdrachtformulier in de opslagruimte wordt de sleutel ingeleverd bij de meldkamer en wordt de sleutelpas terug ontvangen. (Voor informatie en aanvraag sleutelpas zie intranet Bedrijfhuisvesting-wegwijzer-sleutelbeheer-sleutelpassen. Voor dit doel kan een sleutelpas op naam van de afdeling i.p.v. op naam medewerker worden aangevraagd) BLS-partner Fiege meldt zich bij de meldkamer van de universiteit of het ziekenhuis. BLS controleert bij de meldkamer de zending en controleert de verpakking(en), de volledigheid van het ingevulde opdrachtformulier en voorziet de verpakking(en) van adreslabels, overige labels en bijbehorende wettelijk vereiste documenten. Meldkamer ontvangt een kopie van de vrachtbrief. Deze wordt per interne post naar de opdrachtgever gestuurd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de AMD, dhr. F. Heessen, tel. 19660 of J. Foliant, tel. 13647.
pagina 4 van 6
Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
Arbo- en Milieudienst
Bijlage 1. Indicatieve voorbeelden voor infectueuze stoffen die in iedere vorm onder categorie A vallen UN Number and Proper Shipping Name Micro-organism UN 2814 Infectious substances affecting humans Bacillus anthracis (cultures only) Brucella abortus (cultures only) Brucella melitensis (cultures only) Brucella suis (cultures only) Burkholderia mallei - Pseudomonas mallei – Glanders (cultures only) Burkholderia pseudomallei – Pseudomonas pseudomallei (cultures only) Chlamydia psittaci - avian strains (cultures only) Clostridium botulinum (cultures only) Coccidioides immitis (cultures only) Coxiella burnetii (cultures only) Crimean-Congo hemorrhagic fever virus Dengue virus (cultures only) Eastern equine encephalitis virus (cultures only) Escherichia coli, verotoxigenic (cultures only) Ebola virus Flexal virus Francisella tularensis (cultures only) Guanarito virus Hantaan virus Hantaviruses causing hantavirus pulmonary syndrome Hendra virus Hepatitis B virus (cultures only) Herpes B virus (cultures only) Human immunodeficiency virus (cultures only) Highly pathogenic avian influenza virus (cultures only) Japanese Encephalitis virus (cultures only) Junin virus Kyasanur Forest disease virus Lassa virus Machupo virus Marburg virus Monkeypox virus Mycobacterium tuberculo sis (cultures only) Nipah virus Omsk hemorrhagic fever virus Poliovirus (cultures only) Rabies virus Rickettsia prowazekii (cultures only) Rickettsia rickettsii (cultures only) Rift Valley fever virus Russian spring-summer encephalitis virus (cultures only) Sabia virus Shigella dysenteriae type 1 (cultures only) Tick-borne encephalitis virus (cultures only) Variola virus Venezuelan equine encephalitis virus West Nile virus (cultures only)
pagina 5 van 6
Erkend door de RvA
GECERTIFICEERDE ARBODIENST DNVCertification B.V.NEDERLAND
Arbo- en Milieudienst
Yellow fever virus (cultures only) Yersinia pestis (cultures only) UN 2900 Infectious substances affecting animals African horse sickness virus African swine fever virus Avian paramyxovirus Type 1 - Newcastle disease virus Bluetongue virus Classical swine fever virus Foot and mouth disease virus Lumpy skin disease virus Mycoplasma mycoides - Contagious bovine pleuropneumonia Peste des petits ruminants virus Rinderpest virus Sheep-pox virus Goatpox virus Swine vesicular disease virus Vesicular stomatitis virus Categorie B:
Een infectueuze stof die niet voldoet aan de de criteria voor indeling in categorie A. Infectueuze stoffen van categorie B moeten worden ingedeeld in UN 3373, Diagnostische of Klinische monsters, met uitzondering van culturen die voor de opzettelijke vermeerdering van ziekte verwerkers zijn bedoeld. Deze culturen dienen al naar gelang de situatie in UN nummer 2814 of 2900 te worden ingedeeld.
pagina 6 van 6