ENTER
YO U R W O R L D
Verzamelde kernwaardencolumns Waarom we geen voorbeeld moeten nemen aan Bart Smit en hoe cijfers kunnen leiden tot het eerste kievitsei-gevoel
Verzamelde kernwaardencolumns Waarom we geen voorbeeld moeten nemen aan Bart Smit en hoe cijfers kunnen leiden tot het eerste kievitsei-gevoel
58 Hendrik Boekhoud
48 34 Tine Griede
52
66
72
46
Marcella Molenaar
96
68
30
12
16
100
28
86
20
98
94
80
56 38
ENTER
102 50
YO U R W O R L D
88
40
18
70
32
84
74
36
60
82
54
14
26
Waarom dit boekje?
Precies een jaar geleden, op de nieuwjaarsbijeenkomsten van 2009, hebben we de kernwaarden geïntroduceerd. We zijn toen met het voltallige MT alle VHL-locaties langs geweest en hebben uitgelegd waarom wij deze kernwaarden belangrijk vinden. Ze geven aan hoe we met elkaar willen omgaan en welke cultuur we graag zien binnen onze organisatie. De colums van het afgelopen jaar laten zien wat de kernwaarden voor eenieder persoonlijk betekenen en welke waarde ze er aan toedichten. Dat vind ik belangrijk. Ook is het belangrijk om regelmatig op die kernwaarden terug te blijven komen. Als je daar met elkaar over praat gaan ze steeds meer leven. Het vraagt tijd om met elkaar zo’n cultuur te bereiken, maar als we de dialoog open houden moet dat lukken. Bottom-up De kernwaarden zijn niet lukraak gekozen. Ze zijn bottom-up ontstaan. Toen ik anderhalf jaar geleden bij Van Hall Larenstein begon, ben ik bij bijna alle teams langs geweest om kennis te maken, en om een idee te krijgen waar iedereen mee bezig is. Tijdens die ‘meeloopdagen’ heb ik met heel
veel mensen gesproken en heb ik hen ook vragen gesteld als ‘Wat spreekt je aan in je werk en in de organisatie?’, ‘Welke zaken zijn voor verandering vatbaar?’ en ‘Hoe moeten we die veranderingen bereiken?’. Dat leverde enorm veel informatie op, waarin een aantal grote gemene delers zaten. De rode draad bleek te zijn: Ɣ we houden ons niet aan onze afspraken en dat vinden we vervelend; Ɣ de verantwoordelijkheden moeten lager in de organisatie liggen; Ɣ we moeten weg van de klaagcultuur; Ɣ we moeten meer oog hebben voor de buitenwereld; Ɣ er moet meer aandacht komen voor de medewerker. Deze opmerkingen hebben we vertaald naar de huidige zes kernwaarden. Die zijn kort geformuleerd, heel staccato in een paar korte zinnen, zodat iedereen in één oogopslag ziet waar we het over hebben. Samen met een bijbehorend motto en voorbeeldgedrag zijn deze kernwaarden terug te vinden op ons intranet. 5
De kernwaarden in 2009 Als je kernwaarden lanceert moet je ook bereid zijn op die waarden te focussen, en die waarden om te zetten in concrete acties. In de laatste periode van het afgelopen studiejaar, periode 4, hebben we bijvoorbeeld de waarden Klantgerichtheid en Professionaliteit bij de kop gepakt. Zo hebben we afgesproken dat onze studenten in die periode binnen een bepaalde tijd over hun tentamencijfer konden beschikken. Die afspraak bestond al, maar werd meestal niet gehaald. Het is mooi dat het een drietal onderwijsdirecties nu wel gelukt is. En ook de andere directies scoorden heel hoog, hoewel ze uiteindelijk natuurlijk allemaal naar een score van 100% toe moeten. En HRM heeft het afgelopen jaar workshops georganiseerd rond de kernwaarde ‘Ruimte voor talent en groei’. In deze workshops hebben de mensen die dat wilden, kunnen werken aan een eigen Persoonlijk Ontwikkel -Plan (POP). Verder zijn er op de diverse locaties ook nog andere concrete acties geweest rond de kernwaarden, zoals ik in mijn kersttoespraak al heb genoemd. En de columns natuurlijk. 36 collega’s hebben zich positief kritisch 6
uitgelaten over een kernwaarde die hen aan het hart gaat. Geweldig en zeker een boekje waard! Wordt vervolgd 2009 was een jaar van ‘snuffelen aan’. Met de columns gaan we natuurlijk door. Dit boekje is wat dat betreft geen afsluiting, maar terugkijken op een goed begin. Het is nu zaak dat we de kernwaarden gaan verankeren in onze organisatie. Dat willen we doen door ze mee te nemen in functionerings- en beoordelingsgesprekken. Niet alle zes, dat is een beetje te veel van het goede, maar in overleg met je direct leidinggevende kun je aangeven welke kernwaarden voor jou in jouw functie belangrijk zijn. In die gesprekken kunnen jij en je leidinggevende afspreken wat er nodig is om bijvoorbeeld jouw professionaliteit te verhogen, of ervoor te zorgen dat jij meer plezier in je werk kan hebben. Als je die afspraken SMART formuleert, waarbij de letters staan voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden, is de kans groter dat je resultaat bereikt. Het is ook de bedoeling dat je elkaar op die kernwaarden aanspreekt.
Ook gaan we komend jaar weer concrete acties koppelen aan een paar kernwaarden, want het kan natuurlijk altijd beter! Mijn favoriet Voor mij persoonlijk is de kernwaarde Plezier heel belangrijk. Als je met plezier naar je werk gaat, dan straal je dat ook uit, naar elkaar en naar de studenten. Door plezier in je werk kan je dingen op een constructieve manier aanpakken. Als je positieve energie in je werk stopt, dan is de kans dat je je doelen bereikt groter. Natuurlijk zijn we met z’n allen met heel serieuze zaken bezig, maar dat kan ook met de nodige lol en humor. We moeten het tenslotte samen doen. Dat zie je ook terug in de columns. De drive en de betrokkenheid die uit de columns spreekt, treffen mij in mijn favoriete kernwaarde en geven mij het vertrouwen dat we samen werken aan een prachtig en toekomstbestendig VHL.
Klantgerichtheid Professionaliteit Plezier Ruimte voor talent en groei Samenwerken Ondernemend
december 2009
Ellen Marks, Algemeen directeur Hogeschool Van Hall Larenstein
7
Klantgerichtheid Onze studenten en andere klanten weten wat ze kunnen verwachten. We denken met hen mee en komen samen tot verantwoorde en bruikbare oplossingen.
Meer vanuit de student denken
Klaske Klaver werkt in Leeuwarden op het Onderwijsbureau en is in 2008 en 2009 samen met collega’s druk geweest met het verbeteren van de communicatie naar de studenten. Natuurlijk moeten wij als Onderwijsbureau zowel de docenten als de studenten ondersteunen; wij bedienen iedereen die met een vraag komt. Maar met onze verbeteractie hebben wij ons speciaal gericht op de studenten. We hebben onze hele communicatie tegen het licht gehouden. Samen met een adviseur van Wageningen UR hebben we er aan gewerkt om onze studenten beter en directer te informeren. Daarvoor hebben we ons afgevraagd ‘Is onze
communicatie informatief genoeg? Is de manier van inschrijven wel handig? Hoe tevreden zijn studenten over Studielink? Zijn onze brieven wel duidelijk genoeg en spreken ze de student aan?’ Meer contactmomenten De studenten konden altijd al contact opnemen met het Onderwijsbureau en werden dan verder geholpen, maar in het verleden ging dat minder gestructureerd 9
dan nu. We hebben nu vaker contactmomenten ingebouwd. We laten vaker wat van ons horen om binding met die student op te bouwen. Ook hebben we onze brieven aangepast; minder vanuit ons, maar meer vanuit de student gedacht. Ik heb het idee dat het aanslaat. We kunnen nog wel een paar stappen maken, maar de reacties zijn veelbelovend. Er wordt daadwerkelijk contact met ons opgenomen en de studenten stellen andersoortige, meer gerichte vragen, waaruit wij kunnen concluderen dat ze onze informatie eerst hebben bekeken voordat ze bij ons aankloppen. Versnelling Deze verbeterslag hadden we zonder de lancering van de kernwaarden ook wel gemaakt, maar ik heb het idee dat het nu in een versnelling is gebracht. We waren ons er al wel van bewust dat het anders moest. In de kernwaarde klantgerichtheid werd dat ook expliciet benoemd. Vanaf alle kanten hebben wij ondersteuning gekregen. Wij hebben regelmatig gesproken over de kernwaarden en over aspecten daaruit en hoe wij die toe konden passen in ons werk. Wij hebben 10
onze acties toegespitst op klantgerichtheid en dan met name het de student zo gemakkelijk mogelijk maken. Eén loket Je kunt studenten op diverse manieren helpen. Je kunt proberen ze direct te helpen als ze hier aan de balie komen of opbellen. Dat is natuurlijk het mooiste. Maar als dat niet lukt, sturen wij ze nu niet meer naar een ander loket of naar een volgende deur. We gaan nu zelf achter de ontbrekende informatie aan en we vragen ze later terug te komen. Zo werken de afdeling Financiën en het Onderwijsbureau nu nauwer samen dan in het verleden. Studenten moeten vaak financiële zaken regelen. Daarvoor hoeven ze nu niet meer naar twee punten. Wij regelen alles voor ze aan de balie van het Onderwijsbureau. Ze kunnen nu bij ons terecht voor informatie over roosters, cijfers, binnen- en buitenlandse stages, maar ook voor machtigingen, stagevergoedingen en andere geldzaken. Student mee laten denken Ik heb het steeds over Leeuwarden, maar bij deze acties hebben we ook Velp en
Wageningen betrokken. Want wij vinden het voor de studenten belangrijk dat alles uniform geregeld is. De studenten zelf merken dat misschien niet eens, omdat ze meestal maar met één locatie te maken hebben, maar wij vinden het wel belangrijk dat de procedures overeenkomen. Wij hebben het idee dat er nog meer te verbeteren valt. Er is nog wel iets te behalen door nog meer te denken vanuit de student in plaats vanuit onze eigen ervaringen en processen. We willen studenten daar meer bij betrekken. Je kunt bestaande procedures door studenten laten toetsen of misschien samen dingen ontwikkelen. Daarbij moeten wij goed in de gaten houden dat we klantvriendelijk zijn, maar het moet wel werkbaar blijven. In ieder geval zouden we meer feedback van de studenten kunnen vragen en daar ook meer mee doen. Nee zeggen Wij hebben klantvriendelijkheid richting studenten hoog in het vaandel staan, maar studenten hebben ook hun eigen verantwoordelijkheden. Je moet ze daar indien nodig ook op wijzen. We blijven vriendelijk, maar je mag een student ook eerlijk zeggen
waar het op staat. Als hij of zij bepaalde zaken niet aanlevert, dan wijzen we ze op de consequenties. Als een student het dan nog niet doet, dan mag je, nee, dan moet je ook nee zeggen. Bij kritiek luisteren we en zoeken we uit wat de oorzaak is. Misschien werkt een procedure niet voor een bepaalde student of misschien werkt een procedure gewoon écht niet. Is dat laatste het geval, dan doen we daar zeker wat mee. Gelukkig krijgen we weinig echte klachten. Bekend fenomeen De columns over de kernwaarden heb ik niet veelvuldig gelezen. Volgens mij zou het effect groter zijn als die kernwaarden wat meer zichtbaar worden. Je zou bijvoorbeeld bij een intern afdelingsoverleg een kernwaarde op de agenda kunnen zetten. In zo’n setting kan je daar dan met z’n allen over praten. Doordat de kernwaarden op intranet staan, is de inhoud wel bij meerdere mensen bekend en zijn de kernwaarden een bekend fenomeen. Iedereen weet waar het over gaat en dat is natuurlijk winst. Zelf ken ik geen mensen die het helemaal niks vinden. En dat is niet bij alle projecten het geval... 11
Van Pokemon naar Guitar Hero… Mocht je denken dat de kernwaarde ‘klantgerichtheid’ weer een van die vele hypes is en ach, ook wel weer voorbijgaat, dan heb je het echt mis. Al jaar en dag zijn er organisaties die ‘klantgericht denken en handelen’ hoog in hun vaandel hebben staan. In de tijd dat mijn zoon nog de leeftijd had om de befaamde Pokemon-plaatjes te verzamelen, werd ons een sterk staaltje van klantgerichtheid voorgeschoteld. Na de aanschaf en het openen van een Pokemonbox bleken er niet 4 pakjes kaartjes in te zitten, maar slechts 3 pakjes. En ja, dat is voor een fanatieke verzamelaar van jonge leeftijd een grote teleurstelling. Er zat niets anders op dan een claim te sturen naar de bekende winkelketen van Bart S., compleet met aanschafbon en een vriendelijk verzoek om alsnog dat ene pakje met kaartjes na te sturen. Keurig netjes ontvingen we een ontvangstbevestiging en de mededeling dat de afdeling klantenservice zorg zou dragen 12
voor correcte nazending; het pakketje schijnt nog steeds onderweg te zijn! Met dank aan Bart S. Hoe anders kan het ook? Gewoon, in een paar luttele seconden via Internet je verzoek richten aan de Pokemon-producent in Amerika. Immers, nooit geschoten is altijd mis. Wat schetste onze verbazing? Binnen 10 dagen ontvingen we per luchtpost een pakketje met een gepersonaliseerde Pokemon-kaart, oprechte excuses voor de foutieve levering in Nederland en met maar liefst twee extra pakjes met Pokemonkaartjes; afstand telt niet, klantgerichtheid wel. Is dit toeval? Nee hoor. Inmiddels is mijn zoon ouder en zijn de Pokemon-plaatjes niet langer meer ‘keivet en gaaf’. Het is de ‘Guitar Hero’ die de klok slaat. Evenzo fanatiek als bij de Pokemon-verzameling wordt er nu geramd op de ‘drumpads’ en getokkeld op de ‘wireless guitar’. Jammer alleen dat de drumstokken en de drumpads niet bestand blijken te zijn tegen een dergelijke uitbarsting van energie. Geleerd van het verleden richtten we onze claim
maar rechtstreeks aan de Guitar Heroproducent in Engeland. En jawel hoor, binnen vier werkdagen verscheen de bekende TNT-bus voor ons huis en werd er keurig netjes een pakketje uit Engeland bezorgd met nieuwe, verbeterde drumstokken en gemoderniseerde drumpads. Niks geen gedoe met aanschafbonnen of garantietermijnen, gewoon zonder slag of stoot nieuw materiaal om weer lekker los te kunnen gaan; afstand telt niet, klantgerichtheid wel. Sinds kort is mijn zoon gegaan voor het ‘echte werk’ en staat er een Koriaanse ‘St-Pauls’ elektrische gitaar in huis. Wel nu, mocht hier iets kapot aan gaan, dan maak ik me geen zorgen meer; immers, klantgerichtheid blijkt de gewoonste zaak van de WERELD te zijn!
‘Afstand telt niet, klantgerichtheid wel’
17 april 2009 Emile A. van den Bosch hoofd Marketing & Communicatie
13
Studenten zijn het kloppende, bruisende middelpunt
Klantgerichtheid, samenwerken, professionaliteit, plezier, allemaal kernwaarden van Hogeschool Van Hall Larenstein. Het woord zegt het al, de kern, vergelijkbaar met het hart van de organisatie. Een kloppend hart is belangrijk voor een gezond en gelukkig leven. Binnen de Hogeschool zijn de studenten het hart van de organisatie. Zij zijn het kloppende, bruisende middelpunt. Klantgerichtheid is voor mij dus de belangrijkste kernwaarde. Uit ervaring weet ik dat de zorgvuldigheid niet alleen ligt bij het binnenhalen van de klant, maar zeker ook bij het behouden van de klant. Als zelfstandig ondernemer heb ik in het verleden geleerd om klanten eerlijk, open en enthousiast te benaderen. Iedere klant is anders en oog voor persoonlijke behoefte is één van de belangrijkste kenmerken van een goede ondernemer. Bij mijn dagelijkse werkzaamheden als coördinator instroomvoorlichting bij de opleiding Diermanagement gaat het dan ook om advies op maat. Voor iedere aspirant-student is de keuze voor een opleiding een belangrijke stap in het leven. Het gaat niet om de vraag ‘Eten we vandaag
14
andijvie of spinazie?’ maar om ‘Welke stap zet ik in mijn leven?’. Betrokkenheid en oog voor persoonlijke behoeftes is dan van cruciaal belang. Ik ondersteun de aspirantstudent bij deze keuze en draag een steentje bij om de student niet alleen als klant te verwelkomen, maar ook te behouden. De studenten die kiezen voor Diermanagement zijn studenten met lef en een ideaal. Deze toekomstige Dierkundige Ingenieurs verhuizen uit heel Nederland en daarbuiten om in Friesland hun ideaal na te streven. Alle teamleden bij Diermanagement doen dagelijks hun best om deze studenten te begeleiden op weg naar hun toekomst.
‘Betrokkenheid en oog voor persoonlijke behoeftes is van cruciaal belang’
1 juni 2009 Marije Nieuwenhuizen Instructeur / docent praktijkonderwijs Leeuwarden
15
Vuur uit de sloffen
Op zondagavond, 4 januari 2009, kwam ik rond 22.00 uur aan bij het Golden Tulip in Arnhem. Omdat we op 5 januari om 6.00 uur met de bus richting Leeuwarden zouden gaan, koos ik ervoor om daar alvast te slapen. Het hotel was eigenlijk maar beperkt open in verband met de vakantie en had geen personeel, zo vertelde de manager die mij ontving. Ik had het gevoel dat de beste man alvast excuses aan het zoeken was voor de magere service en baalde daar een beetje van. Niets bleek echter minder waar. Hoewel de bar dicht was, bood hij mij en de opleidingsdirecteur – die daar ook sliep – iets te drinken aan. Dat drankje konden we gewoon in de lounge gebruiken en we konden rustig de tijd nemen. Ik was aangenaam verrast door zijn servicegerichte houding. De man had er duidelijk plezier in om ons als gasten van dienst te zijn. Dat maak je tegenwoordig niet overal meer mee, toch? Ik was blij met deze ‘toevalstreffer’. Echter, ‘s morgens bleek dat deze klantgerichte houding van de man geen toeval
16
was; het was afgesproken werk binnen dat hotel! Want toen ik om 5.45 uur de lounge binnen stapte, wist de nachtportier niet hoe snel hij aan koffie moest komen. Vervolgens kreeg ik een uitgebreid ontbijtpakket met verse broodjes, fruit en drinken. Toen de andere collega’s arriveerden rende de nachtportier het vuur uit zijn sloffen om ook deze mensen op dit redelijk onmenselijke tijdstip op de eerste werkdag van het jaar te voorzien van koffie of thee. Rond 6.15 uur vertrokken we met de bus, terwijl de nachtportier zijn gasten uitzwaaide, met een grote grijns op zijn gezicht. Als ik nog een keer in Arnhem moet slapen, weet ik wel waar ik dat doe…
‘Deze klantgerichte houding was geen toeval; het was afgesproken werk’
19 januari 2009 Ellen Marks algemeen directeur Van Hall Larenstein
17
Graduate before September Customer friendliness does not mean just being nice to students. Sometimes I tell them that I‘d like to kick their ass when I think they should work harder. Students understand this Dutch straight forwardness, when they know that we are committed to them. At the end they should be satisfied with what they learnt. Pampering is not preparing them for the real world.
22 juni 2009 Bernard Gildemacher docent Tropische landbouw Wageningen
18
As a thesis supervisor I see seven out of nine students are from outside the EU. For these students we do not get government funding and because of that they pay much higher tuition fees. They sometimes tell me how they spend a whole year salary of their parents and a large part of the savings. Besides, they find it hard to adjust to our competence based education. Is our organization customer friendly for these students? We try to, but we sometimes fail. Our general rule is that students graduate
in June and only can do a resit for the final exam in August. That sounds logic. We need a summer break. If we look at the consequences for a delay of the final exam, I think we should change our procedures in a way that guarantees that as many as possible can graduate before September. A further delay means that they have to pay the high tuition fee again – even when most of it can be reimbursed – and they have to apply for a new IND card for which they have to prove that they have 8000 Euro at the bank. Aware of this harsh reality the last few years, I had many students who successfully had their final exam in August. Customer friendliness means, that we understand why our students are faced with some delay. Sometimes they do not directly have the right ‘competence based’ study attitude, sometimes it is difficult to find a company that is interested in them, sometimes they have difficulty in structuring the thesis report. If we want students from outside the EU
then we should not only offer good programmes, but also look at our rules from a student perspective for real customer friendliness. They should be able to finalize the thesis during summer. For me a summer holiday of four weeks is enough in combination with their and my pride at the graduation ceremony.
‘Look at our rules from a student perspective’
19
What’s new, what’s hot
De klant, ‘die 17-jarige potentiële student’, hij (of zij) blijft een bron van inspiratie. Waar is hij nu, what’s new, what’s hot. Je kunt de hele dag online zijn en voor de tv hangen en dan nog... Het liefst leest hij niet te veel. Korte stukjes, plaatjes, steekwoorden en als het interessant is, leest hij wel verder. Te veel zoeken naar informatie doet hij niet, dan googled hij wel verder. Hij weet dat er veel te koop is en dit brengt hem aan het twijfelen. Liefst nog even niet kiezen, maar ook geen stomme vakken meer, waar hij toch niks mee heeft. En het moet wel een doel hebben, geen rotzooi, maar bewust en verantwoord. Hij heeft het druk. Voor school moet hij van alles en in zijn vrije tijd wil hij gewoon relaxen. En met zijn vrienden optrekken: online. En hij wil zeker niet gegeneraliseerd worden; ’ik ben mezelf!’ En toch willen wij dat hij een weloverwogen keuze maakt: voor Van Hall Larenstein. Sluit daar maar eens klantgericht bij aan. Dat is lekker creatief bezig zijn. Ik zie het al voor me op de open dag; voorlichters die alleen in korte zinnetjes praten en pas verder gaan als de klant op een knop drukt.
20
Voorlichtingspraatjes in sms-taal, oftewel ‘stu-info’s’. Hanghoekjes waar ze ter onderbreking kunnen gamen, hyven, googlen of gratis sms-en. En dan de opleidingen: geen colleges meer maar games of college’s die je online kunt volgen. Geen boeken meer, maar teksten voor mp4. Online chatten met docenten voor nadere uitleg. Opleidingen waarbij je helemaal zelf beslist welke vakken je wilt. Pas na het ene vak hoef je te beslissen wat je daarna wilt doen. En voor studenten die het nog niet weten hebben we een oriëntatie-ratjetoe samengesteld. Er valt nog van alles te verzinnen en dat is nou het leuke. Kijken wat kan! D.G.A.I. (de groeten aan iedereen)
‘Sluit daar maar eens klantgericht bij aan; bij die 17-jarige potentiële student’
17 februari 2009 Wietske Drent senior marketeer nationale werving Leeuwarden
21
Professionaliteit Wij nemen onze verantwoordelijkheid. Wij streven naar excellentie. Afspraak is afspraak. Elkaar aanspreken is de gewoonste zaak van de wereld.
Professionaliteit is ook durven afwijken van de geplande route
Tom Wiggers is in Wageningen secretaris van de examencommissie. Hij vergelijkt competentiegericht onderwijs met het bouwen van een huis door tien verschillende aannemers. Daarmee dreigt het ownership ten aanzien van het tijdig terugkoppelen van beoordelingsresultaten, een afspraak die is vastgelegd in het examenreglement, verloren te gaan. In het VHL-brede examenreglement staat precies omschreven hoe de cijfers worden vastgesteld en hoe we met klachten moeten omgaan. Eén van de regels beschrijft binnen welke termijn na het examen de behaalde resultaten bekend moeten zijn. Alleen die termijn wordt moeilijk gehaald.
Communiceren In het verleden leek alles simpeler. Je had namelijk één docent, die gaf les, maakte de tentamens, deed de beoordeling, gaf een cijfer en voerde het in in 12-use. Ook toen waren er altijd wel collega’s die hun cijfers te laat invoerden. Studenten wisten al snel
23
wie dat waren, want het bleken vaak dezelfden te zijn. Met de komst van het competentiegericht onderwijs is niet alleen het onderwijs veranderd, maar ook de organisatie daarvan. Communiceren blijkt het sleutelwoord. Om het voor mijzelf helder te krijgen gebruik ik vaak metaforen, dus als ik de onderwijsorganisatie van nu moet omschrijven dan voelt het alsof we een huis bouwen met tien aannemers in plaats van met slechts één. En iedereen weet waarschijnlijk wel wat voor een ellende daar van kan komen, ondanks allerlei afspraken. Rij-examen Een van de meest in het oog springende doelstellingen binnen het competentiegericht onderwijs is het zo objectief mogelijk beoordelen. Het probleem hierbij is hoe dit te borgen. Er is gekozen voor een vorm waarbij het lesgeven wordt losgekoppeld van het beoordelen. Hierbij werd de metafoor van de autorijles en het onafhankelijke rij-examen door het CBR gebruikt. Het loskoppelen van lesgeven en beoordelen blijkt in de praktijk nogal wat consequenties te hebben, die op voorhand niet waren te 24
voorzien. Op papier is het een waterdicht systeem, maar ook hier blijkt de theorie niet overeen te komen met de praktijk. Ownership Als professionals moeten we nu in teams functioneren, terwijl we gewend zijn geweest om min of meer solistisch op te treden, binnen de grenzen van ons eigen vakgebied. Dat maakte je vak ook zo mooi. Naast de leercirkel van de studenten was je eigen leercirkel ook rond. Door het loskoppelen van lesgeven en beoordelen ontstaat er een hiaat in deze cirkel, waardoor het gevoel kan ontstaan van een voetbaltrainer met een stadionverbod, die de uitslag van de wedstrijd op maandag in de krant moet lezen. Het bekende ‘ownership’ dreigt verloren te gaan. APK-keuring Om dit ownership te herstellen kan ik me een andere metafoor voorstellen dan het rij-examen. Namelijk die van de APKkeuring; de garage die de auto in onderhoud heeft, voert ook de keuring uit, waarbij een externe organisatie de kwaliteit van de keuring borgt. Op die manier houden we het
lesgeven en beoordelen in één hand, maar garanderen we tegelijkertijd objectiviteit. Bovendien stelt deze aanpak ons beter in staat om de gestelde termijn voor terugkoppeling van de resultaten te behalen. Professionaliteit houdt naar mijn mening niet alleen in dat we excelleren in teamverband, maar ook dat we van de geplande route durven af te wijken.
‘Het ownership dreigt verloren te gaan. Dat moeten we herstellen’
25
Wankel evenwicht Met collega Alfons Hoitink was ik vorige week in China, onder andere om te onderzoeken of ons 2+2 concept toepasbaar is op andere majoren dan we nu al hebben. Volle dagen met hoopgevende besprekingen, gastvrijheid en lekker eten. Al met al een warm Chinees bad vol positieve indrukken. Om plaatsvervangend trots op te zijn. ’s Avonds op de hotelkamer bleek er geen internationale televisiezender zoals CNN te zijn, maar wél de Engelstalige staatszender CCTV9. Tijdens het ontbijt de volgende ochtend bleek dat we allebei hadden gekeken. “Heb jij je ook zo geërgerd?” vroeg Alfons. Ja, naar aanleiding van de 50e verjaardag van de anti-Chinese Tibetaanse opstand, werd de Chinese aanwezigheid in Tibet verheerlijkt. Kritiekloos, eenzijdig en daardoor in onze ogen irritant. Dat brengt je in de bekende spagaat: hou je het positieve gevoel overeind of knapt je waardering voor China af door die ongenuanceerde propaganda? Een wankel evenwicht. 26
Waarom deze anekdote? Ook wij verkeren in zo’n wankel evenwicht. We horen bij de gerenommeerde WUR-familie, hebben fantastische onderwijsproducten en werken met studenten uit allerlei culturen. Om trots op te zijn. Maar als je goed naar onze organisatie kijkt, hebben we het nog niet goed voor elkaar. De lage waardering van studenten is er niet voor niets. We gaan voor promotie vanuit de onderste regionen van de HBO-keuzegids, maar missen op belangrijke fronten de nodige professionaliteit. Te vaak blijkt een besluit slechts een goedbedoeld voornemen. Te vaak is een afspraak geen afspraak. Te snel zijn we tevreden met middelmaat of met een kleine verbetering. Te weinig spreken we elkaar aan op fouten en op verdiensten. En te weinig communiceren we pro-actief met elkaar en met onze omgeving. Vergelijk onszelf met een sportploeg: we strijden voor het kampioenschap en investeren volop, maar we zijn nog niet uit de degradatiezone. Ligt het aan de coach die geen juiste, heldere (en soms impopulaire) beslissingen neemt? Of aan de spelers die onbekwaam zijn en hun verantwoordelijk-
heid en eigen ruimte niet pakken? Wie het weet mag het zeggen. In ieder geval zullen we het als team moeten doen. Dat heeft de organisatie van de Olympische Spelen in China ook gedaan in de aanloop naar 2008 en dat hebben al die Chinese medaillewinnaars goed begrepen en waargemaakt. Nou wij.
‘Vergelijk VHL met een sportploeg: we strijden voor het kampioenschap, maar we zijn nog niet uit de degradatiezone’
3 april 2009 Jos Leeters docent International Horticulture & Marketing projectleider International Relations projecten Wageningen
27
Geen moordkuil
Een van mijn taken als beheerder van het intranet van Van Hall Larenstein is zorgen dat er elke week een nieuwe kernwaardencolumn op staat. Piece of cake natuurlijk; je mailt eens een paar mensen die je goed kent, belt links en rechts met personen waarvan je weet dat ze wel in de etalage willen staan en jawel… weer iemand bereid gevonden om een column te schrijven. Vaak gaat het regelen van een column echter op het nippertje, want de kernwaardencolumn is bij mij echt zo’n ‘O ja, dat moet ik ook nog doen’-ding (sorry Ellen). Ik besprak dat laatst met mijn senior en ze kwam met een eenvoudige oplossing: zorg gewoon voor een voorraadje columns. Als er dan eens een keer iets fout gaat, dan is er altijd een buffer. Eureka, dat is nog eens professioneel bezig zijn, dacht ik, dus ik aan de slag. Buiten mijn gebruikelijke netwerk om begon ik mensen te vragen een column te schrijven. Nou, dat viel niet mee, want de meesten hebben het daar ‘veeels te druk’ voor. Nou vind ik zelf ook wel eens dat ik het te druk heb, dus daar schrok ik niet van. Waar ik wel van schrok is dat ik vaak te horen kreeg
28
“Laat ik dat maar niet doen, daar krijg ik problemen mee” en “Het maakt niet uit wat ik schrijf, ze doen er toch niets mee”, waarbij met ‘ze’ het management werd bedoeld. Blijkbaar heerst er bij sommigen onder ons angst of scepsis om hun gevoel of mening op te schrijven, ondanks dat de kernwaarden vol staan met zinnen die uitnodigen om van je hart geen moordkuil te maken. Om er een paar te noemen: ‘Elkaar aanspreken is de gewoonste zaak van de wereld’ (professionaliteit), ‘Doorbreekt onduidelijke situaties waarin iedereen zich op de vlakte houdt door als eerste een standpunt in te nemen’ (ondernemend) en ‘Kritiek gaan we niet uit de weg’ (ruimte voor talent en groei). Dus kom op mensen, duik achter je pc, en schrijf die kernwaardencolumn van maximaal 350 woorden. En kom je er niet helemaal uit, mail of bel me gerust, ik help graag een handje. Tenzij ik door deze column in de problemen ben gekomen natuurlijk.
‘Blijkbaar heerst er bij sommigen angst of scepsis om hun gevoel of mening op te schrijven’
25 mei 2009 Igor Bennik intranetbeheerder Velp
29
Professioneel werken in laagjes
Professionaliteit is een woord waarvan ik niet direct weet wat ik ermee moet. Ik denk aan het hoge management en haar taken geformuleerd in mooie kernwaarden. Krachtige plannen met vooral veel moeilijke, maar ook mooie woorden. Inclusief de begeleidende cijfertjes in overzichtelijke grafieken en tabellen. Maar eigenlijk is het zo moeilijk nog niet. Iedereen is tenslotte professioneel in zijn of haar eigen vakgebied. De collega van de repro maakt altijd mooie afdrukken, de collega van Albron zorgt dat de soep er op tijd is, de directiesecretaresse draagt er zorg voor dat de notulen op tijd zijn uitgewerkt en de opleidingsdirecteur bewaakt het reilen en zeilen binnen zijn afdeling. Iedereen is onmisbaar op zijn of haar plek binnen de organisatie. Iedere organisatie is opgebouwd uit lagen en iedere laag werkt met de eigen specifieke kennis. Het is een kwestie van professioneel zijn op je eigen ‘laagje’ binnen de organisatie. Een praktijkdocent is een ster in het uitleggen van het hanteren van een pipet op het lab. Maar een functie als ‘hoofd facilitair bedrijf’ is waarschijnlijk niet aan deze
30
persoon besteed. Andersom moet je een opleidingsdirecteur niet laten schoonmaken in het domein van een labbeheerder. De beheerder weet exact wat er paraat moet staan voor de hordes studenten die voor de deur staan te dringen. En het ene laagje is nou eenmaal van een ander niveau dan de ander. Maar dat doet er niet toe. Met respect voor elkaars werkzaamheden, vullen alle laagjes elkaar juist aan. En al die laagjes samen vormen Van Hall Larenstein. Wat een professionaliteit!
‘Iedereen is professioneel in zijn of haar eigen vakgebied’
24 februari 2009 Marcella Molenaar managementassistente Life Sciences and Technology Leeuwarden
31
Professional in Opleiding
Professioneel? Volgens het VHL-intranet ben je professioneel als je afspraken nakomt en als je niet schroomt om eigen verantwoordelijkheid te nemen. Als ik dit tot me door laat dringen kom ik tot de conclusie dat ik misschien wel niet professioneel ben. Dat eigen verantwoordelijkheid nemen zit wel goed, maar met die afspraken schiet ik nogal eens te kort. Als ik positief naar mezelf kijk, en dat doe ik graag, zou je kunnen zeggen dat mijn teveel aan verantwoordelijkheidsgevoel me af en toe opbreekt. Kortom, iets minder ja zeggen en afspraken maken en ik ben weer een stuk professioneler geworden. Als ik eerlijk naar mezelf kijk, en dat doe ik soms, is het waarschijnlijk zo dat ik mijn momenten van afwegen en nadenken anders moet timen. Als ik teveel afspraken heb, ga ik keuzes maken en dat kan ik dan behoorlijk goed. Mijn professionaliteit zou groter worden als ik die keuzes eerder en beter maak, want dan kan ik meer afspraken nakomen. Best wel simpel eigenlijk. Het wordt ingewikkelder als je gaat nadenken op welke gronden je die keuzes
32
moet maken. Professionaliteit betekent mijns inziens dat je kiest vanuit het hoofddoel van je werk. Daarom maken voetballers af en toe professionele overtredingen. Een professionele organisatie betekent bovendien dat de wijze waarop dit gebeurt niet al te veel verschilt per individu. Ik heb me laten vertellen dat dit met strategie en cultuur te maken heeft. Laten we dus nadenken over het hoofddoel van ons werk, stevige discussies voeren, elkaar aanspreken en gemaakte afspraken nakomen. Klinkt nog steeds niet zo moeilijk. Bovendien is iemand die geen professional is een amateur, en die krijgen geen salaris (vrij naar Ton Boot).
‘Professionaliteit betekent dat je kiest vanuit het hoofddoel van je werk’
22 maart 2009 Heinz Evers coursemanager en professional in opleiding Wageningen
33
Kledingadvies
Plezier en professionaliteit, twee van de zes kernwaarden die voor mij behoorlijk belangrijk zijn. Ze kunnen samengaan, maar dat hoeft niet; je kunt immers plezier in je werk hebben zonder professioneel bezig te zijn en andersom. Plezier in je werk hebben, betekent voor mij iedere werkdag bij binnenkomst iedereen die ik tegenkom goedemorgen wensen, de koffie en thee voor mijn collega’s klaarzetten en met een glimlach de eerste klanten te woord te staan. Het woord ochtendhumeur is mij vreemd en dat is mooi, want niet elke collega of student reageert altijd even enthousiast, misschien ben ik dus wel gewoon professioneel. Plezier straal ik uit door elke student of collega persoonlijk te benaderen en iets aardigs tegen hem of haar te zeggen; een kwinkslag, een opmerking, in ieder geval iets positiefs. Nu heeft niet iedereen gevoel voor humor, maar veel mensen wel; met woorden kun je plezier maken en brengen. Ook complimenten vallen onder de noemer plezier. Ik maak ze graag en altijd welgemeend; het kost niets en maakt je blij en blije gezichten geven weer plezier.
34
Ik heb zicht op de loopbrug die het Forum met de Strip verbindt. Er loopt elke dag van alles voorbij. Goed gekleed, slecht gekleed, allemaal heel persoonlijk en voor studenten maakt dat ook niet uit. Maar in hoeverre is het professioneel om er als medewerker tijdens het werk bijvoorbeeld in een korte broek, slippers of in een wel erg kort minirokje bij te lopen? Zijn we ook niet een voorbeeld voor studenten? En hoe kunnen we hen aanspreken op kleding die ‘niet kan’ als we er zelf soms uitzien alsof we al aan het vakantie vieren zijn? Gun ik nu een ander niet zijn of haar plezier in de eigen kledingkeuze of ben ik eigenlijk altijd gewoon ‘professioneel gekleed’? We zijn allemaal een visitekaartje voor VHL, zowel intern als extern; we zijn goed in wat we doen, we zijn professioneel bezig. Nu mogen sommigen nog iets professioneler voor de dag komen; ik geef met plezier advies aan hen die dat nodig hebben. Wie de schoen past…
‘We zijn allemaal een visitekaartje voor VHL’
29 maart 2009 Gerjo Groeneveld medewerker Onderwijsbureau Leeuwarden
35
Opbouwende kritiek Samen met een zestal andere auto’s rijd ik, tegen beter weten in, drie keer het Leeuwardense parkeerterrein op en neer. Tevergeefs insteken, achteruit, keren – deze keer is de drukte onverbiddelijk. Alle onofficiële plekken zijn vol. Mijn zes voorgangers zijn intussen al zo snugger geweest om naar de ongetwijfeld even volle en veel kleinere voorkant te rijden. De parkeerplaatsen in de Jansoniusstraat ogen wel erg privé. Wat nu? Toch maar een onofficiële plek? Eigenlijk kan het niet, wíl ik het ook niet, maar… oké, even dan. Snel mijn gezicht laten zien op de afdeling en checken waar mijn autootje terecht kan. Nog geen twee tellen later word ik door een geïrriteerde AOC-man aangesproken: dit kan echt niet. De doorgaans relaxte autorit die aan deze situatie voorafging had deze keer bestaan uit het ontwijken van vallende bakstenen en andere ellende, dus toegegeven: ik ben een beetje opgefokt. Bovendien heeft hij gewoon gelijk. 36
En dus schiet ik in de verdediging. “Nee, sorry, je hebt gelijk,” zeg ik vrijwel onmiddellijk, beseffend dat ik met mijn gepruttel überfout zit. Te laat: ik moet nu de complete lijst aanhoren van leveranciers en vuilnisdiensten wier weg ik versper – meer dan je zou denken. Schaamte, schuldgevoel: ja, ik ben een aso… mea culpa! “Weet u misschien waar ik wel kan parkeren?” vraag ik vervolgens lichtelijk wanhopig. “Ik ken Leeuwarden verder niet, en…” “Voorkant,” zegt hij met een ongeduldig als-ik-maar-van-je-af-ben-toontje. Met een blik op mijn daar-heb-ik-wat-aan-gezicht, vervolgt hij: “De vrachtauto van…” “Ja, ja, ik gá al!” Met gloeiende wangen stap ik in. We zeggen allebei nog eens sorry, maar van mijn kant klinkt het wel erg obligaat. Achteraf schaam ik me over mijn niet bepaald ‘professionele’ of ‘plezierige’ handelen, maar gelukkig kan ik het na een gesprekje met een lieve collega ook weer relativeren: tja, je hebt nu eenmaal van die dagen. Vergelijk bovenstaande situatie met een organisatie. Elkaar aanspreken is goed, het
moet ook, maar het is best lastig om te horen dat je fout zit – vooral als je zelf even geen alternatieven ziet. Goede kritiek geven is een kunst. Het vereist enige timing, en meedenken over hoe het wél moet. Voorkom dat mensen bij wijze van spreken met een kwaaie kop in de auto stappen. Terug naar het leed dat parkeren heet. Ik denk momenteel heel groen en idealistisch aan carpoolen en die geelblauwe en stipte NS. Tja, je hebt nu eenmaal van die dagen…
‘Goede kritiek geven is een kunst. Het vereist timing, en meedenken over hoe het wél moet’
15 juni 2009 Simone Ooms webredacteur Velp
37
Niet wachten op anderen, actie!
Toen ik in 1991 afstudeerde aan de Landbouw Hogeschool had ik daar hetzelfde gevoel dat ik ergens ook heb bij VHL nu. Het woord dat in mij op komt is: stoffig. Ik weet niet precies wat er in Wageningen is gebeurd, ook niet wie er voor verantwoordelijk is geweest, maar Wageningen is weer een begrip wereldwijd. Kunnen wij er van leren? Het valt mij op dat iedereen zijn werk wel doet binnen VHL, maar dat er tegelijkertijd een afwachtende houding heerst, zoiets van: waarom doen de anderen niet iets? Nu zie ik talentvolle mensen VHL verlaten, vooral op het internationale vlak. Veelal hoor ik dat het is omdat er te weinig dynamiek of vooruitgang in de organisatie zit. Maar de organisatie zijn wij allemaal bij elkaar en dus niet alleen het management. Laten we ophouden met klagen, onnodig vergaderen en zeuren. Laten we doen waar we goed in zijn en daar trots op zijn. We mogen onszelf best wat vaker op de borst kloppen. In projecten over de hele wereld waar VHL bij betrokken is, zie ik dat wij als geen ander een competentiegerichte
38
opleiding neer kunnen zetten, de trainers kunnen trainen, aansluiting vinden bij het werkveld en veel goodwill kweken. Dan moet het toch mogelijk zijn daar van te profiteren en onszelf te profileren? Ik juich de strategische discussie toe, maar het is een middel en geen doel. Kunnen we nou echt niet allemaal ook op individueel niveau er de schouders onder zetten? Eenieder heeft wel iets waarin hij of zij waarschijnlijk een echt toegevoegde waarde kan zijn. Waarom dit niet herkennen, erkennen en benutten? En dan heb ik het niet over het maken van een POP, P&B of wat al niet meer, maar gewoon aan het werk gaan. Als elke VHL-er zichzelf een klein doel zou stellen om iets te doen waar VHL mee vooruit zou komen, dan gaan we ook echt vooruit! Naïef? Misschien, maar ik zeg: niet meer wachten op anderen, actie!
‘Laten we doen waar we goed in zijn en daar trots op zijn’
9 november 2009 Steven Starmans Program Manager VHL International Projects
39
Een presentatie en aanpak om trots op te zijn
Als lid van het team Training & Consultancy International Projects zoek ik naar mogelijkheden om meer samen te werken met Wageningen UR en naar kansen voor projecten en subsidies om de internationalisering van VHL mede vorm te geven. Daarnaast zorg ik dat werknemers van Van Hall Larenstein met het vliegtuig weg kunnen voor hun bijdrage in onze Internationale Projecten, voor uitwisseling met Universiteiten, om te netwerken, of voor een bezoek aan congressen en seminars. Laatst mocht ik zelf een keer proeven hoe het is om in het buitenland actief te zijn voor VHL. Ik vergezelde onze International Relationship Officer John Fingleton, die samen met Inna Ivanova en Delia de Vreeze van Wageningen UR, een bezoek bracht aan VHL-focusland Bulgarije. Samen met Wageningen UR stonden we daar op de World Education Fair, een beurs waar VHL zich twee dagen presenteerde aan geïnteresseerde scholieren. Ook in de samenwerking met Wageningen UR was te zien dat alles draait om kansen pakken en elkaar helpen je zo goed mogelijk te presenteren.
40
Tijdens de World Education Fair zag ik bij John een toewijding die me versteld deed staan. Zowel in het contact met beurscollega’s, als bij het te woord staan van scholieren, zag ik een professionele houding met tegelijkertijd zeer persoonlijke aandacht. In de andere momenten, samen met Inna en Delia, was het iedere keer evalueren en actiepunten noteren om VHL nog beter op de Bulgaarse kaart te krijgen. Een presentatie en aanpak van John om trots op te zijn! Daarom is het zo jammer dat dit tevens de laatste keer is geweest dat ik John in het buitenland voor VHL aan het werk heb kunnen zien, want John begint binnenkort aan een nieuwe baan in Ierland. Natuurlijk zal er iemand voor hem in de plaats komen die een prima aanpak zal hebben. Maar die mix van vriendelijk, beleefd, attent en tegelijkertijd doortastend en doelgericht zijn: ik vind het waarden waar ik zeker nog wat van kan leren. Of ik nog op reis ga voor VHL? De toekomst zal het leren. Ik neem in ieder geval die waarden mee om VHL, daar waar ik ga, te vertegenwoordigen!
‘Alles draait om kansen pakken en elkaar helpen je zo goed mogelijk te presenteren’
23 november 2009 Petra Loomans medewerker Kennis Transfer
41
Plezier Wij hebben lol in ons werk en stralen dit uit. Klagen zit niet in onze aard. Onze toon is positief kritisch en constructief. Er is ruimte om leuke dingen te doen met elkaar.
Werken met studenten geeft mij positieve energie
Marja de Jong is receptioniste in Wageningen. Zij legt uit waarom zij plezier in haar werk heeft, maar eigenlijk is dat niet nodig. Als je contact met haar hebt merk je het al; die heeft er zin in. Ik ben een redelijk positief mens en vind het heerlijk om met studenten om te gaan. Werken met studenten geeft mij positieve energie. Jaarlijks lopen hier zoveel verschillende studenten rond. Dit jaar hebben we veel master-studenten uit Afrika, een groepje uit Afghanistan en zelfs één uit Bhutan. Uit de hele wereld komen ze hier aan de balie. Ik vind het heerlijk om met al die nationaliteiten om te gaan. Ze zijn allemaal zó verschillend. Sommigen hebben
man of vrouw en soms kind(eren) achtergelaten en zijn een jaar van huis. Dat hebben ze toch maar over voor hun studie. Daar heb ik veel respect voor. En wat ook zo bijzonder is; die mensen zijn allemaal zo snel tevreden. Daarmee vergeleken zijn wij zó verwend. Post-its Lol in mijn werk heb ik zeker. De aandacht die ik geef aan de studenten wordt gewaar43
deerd. Ik krijg regelmatig doosjes chocolade en briefjes. Soms nemen ze cadeautjes uit eigen land voor me mee. Daar word ik dan altijd een beetje verlegen van. Er loopt er nu weer één rond uit Australië, die het leuk vindt om terug te zijn. Hij plakt regelmatig Post-it briefjes op mijn terminal, stiekem als ik met iemand anders in gesprek ben. Eigen taal Ik wil alle studenten het gevoel geven dat ze erbij horen. Ik had een keer in Deventer een huilende studente aan de balie. Die neem ik dan apart om te kalmeren. Ik mag ze ook graag af en toe even verwennen. Als er eens één in de put zit, dan stop ik ze wel eens stiekem mijn kaart toe en zeg: Ga maar eens even een lekker kopje koffie voor jezelf halen. Misschien kan je me wel een soort ‘moeder’ noemen voor de studenten. Helen en ik hebben ook wel eens een (Duitse) vader aan de balie gehad, die was boos, zó boos. Daar praten we dan een poos mee en tenslotte ging hij lachend weg. Dat vind ik mooi. In dit soort gevallen is het handig dat de taal geen barrière vormt. Engels en Duits is geen probleem, Frans spreek ik een ‘petit peu’. Vooral die Duitse 44
meiden vinden het geweldig dat ik ze in hun eigen taal te woord sta. Carpoolen Ik doe dit werk al twaalf jaar. Eerst in Deventer, samen met Helen Tarmastin, waar we ook gedeeltelijk infopunt waren. Het jaar op de IMAG-locatie was het wat improviseren, maar wel gezellig. Ik heb toen tijdelijk meer gewerkt dan 24 uur per week. Hier in het Forum doe ik samen met Dini Straatman de receptiewerkzaamheden. De sfeer onderling is hier goed en de contacten met docenten zijn leuk; we kunnen af en toe lekker gek doen met elkaar. Met een aantal collega’s dat ook nog in Deventer woont, carpool ik. Dat is niet alleen praktisch maar ook milieubewust en het werkt prima. We rijden met twee of drie auto’s in plaats van tien. Dat doen we nu al drie jaar. Mij hebben ze nog maar één keer laten staan. Leuke dingen doen Ik ben een groot voorstander van leuke dingen doen met elkaar. Van dat feest in juni 2009 heb ik erg genoten. Ik hoop niet dat ik nu als een feestbeest te boek sta,
maar ik vond het heel gezellig en alles was goed georganiseerd. Mijn complimenten. Als ik de punten langsloop die bij de kernwaarde plezier genoemd worden, dan moet ik bekennen dat ik maar mondjesmaat feedback geef. Ik doe het als het echt nodig is, maar ik hou me altijd voor dat iedereen de dingen op zijn eigen manier doet. Bij ziekte sturen de directe collega’s een kaartje naar de zieke. En voor verjaardagen is ook aandacht. Het gebak wordt vaak hier bezorgd, maar gaat gelukkig meestal door naar de zevende verdieping, waar alle docenten zitten. Beter voor mijn lijn. Toch komt er wel eens iemand apart een stukje gebak naar beneden brengen. We doen regelmatig leuke dingen met onze facilitaire afdeling van VHL. Nog niet zo lang geleden hebben we gezeild met alle facilitaire medewerkers uit Leeuwarden, Velp en Wageningen. Dat is goed voor de contacten, want verder zien we elkaar niet regelmatig. Gesprekken De docenten zullen de kernwaarden wel meer in hun systeem hebben staan. Ze moeten daar natuurlijk iets mee richting
hun studenten. Ik zit te ver van hen af om te horen of zij regelmatig over de kernwaarden en de columns spreken. Zelf heb ik weinig gelegenheid om hierover te praten. Ik ben gewend om altijd met één oog de balie in de gaten te houden. Dat hoort nou eenmaal bij mijn functie. Ik vind dat helemaal niet erg. Mijn klanten, en dan in de eerste plaats de studenten, verdienen optimale klantvriendelijkheid. Waarom? Wij leven van de studenten. Van mij krijgen ze bijna altijd waar voor hun geld. Bijna altijd, want ik zeg ook wel eens tegen een student, die steeds maar terug komt met dezelfde vraag, dat hij of zij zelf even moet nadenken. Op waarde schatten Ik werk hier met heel veel plezier, maar soms heb ik wel eens het idee dat mensen het receptiewerk niet op waarde schatten. Ik ben jarenlang secretaresse geweest in overheidsdienst. Tegen de mensen die denken dat receptiewerk niet uitdagend genoeg is zou ik willen zeggen: Je moest eens weten wat voor leuke baan ik heb.
45
Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd
De titel van deze column getuigt niet van een calvinistische inslag, want zouden wij niet in het zweet ons aanschijns moeten werken? Betrouwbaar, accuraat, gezagsgetrouw; kortom hardwerkende ambachtslieden? Dat kan allemaal waar zijn, maar zonder humor is het toch echt veel minder leuk. Mijn stelling is: lachen kan altijd. Liefst vaak en hard. Zoals die keer lang geleden – daarom durf ik het nu ook wel te vertellen – dat ik en T. een memo, zogenaamd van de directie, in het postvakje van zeer gewaardeerde collega L. stopten met daarop de volgende mededeling: ‘Omdat vorig jaar is gebleken dat er meerdere ziektegevallen optraden na het ontvangen van de griepprik, wil de directie iedereen met klem verzoeken, de griepprik vlak voor de vakantie te halen. Zodat uitzieken in eigen tijd kan.’ Er vanuit gaande dat collega L. hiervan zo opgewonden zou raken dat hij niet zou checken of iedereen zo’n memo had gekregen legden T. en ik het alleen in zijn postvakje. En inderdaad, het ging zoals we dachten; hij werd boos, bozer, woedend. Zo erg dat collega I., die van de grap wist, T. belde en
46
vroeg direct te komen om de grap te onthullen. Collega L., zelf ook altijd in voor een goede grap, droeg zijn verlies moedig en sprak alleen de dreigende woorden: ik pak jullie terug stelletje rotzakken! We wachten nog steeds. Of die keer dat ik samen met drie externen door 59 projectvoorstellen moest ploeteren om 10 genomineerden voor een prijs te selecteren. Bij project 43 brak het lijntje, tot op de dag van vandaag weten we nog steeds niet waarom, maar we lagen brullend over tafel. In dat gezelschap blijft het getal 43 iets om voorzichtig uit te spreken… Zomaar wat voorbeelden; maar dat zijn wel de dagen dat je naar huis gaat met een grijns op je gezicht en de gedachte: wat was het weer leuk vandaag.
‘Mijn stelling is: lachen kan altijd. Liefst vaak en hard’
2 februari 2009 Greta van Beek projectmanager Landelijk Gebied en Vastgoed Velp
47
Relativeren Plezier in je werk heeft voor mij alles te maken met plezier in je leven en het nastreven van doelen. Als medewerker van Van Hall Larenstein werk ik al meer dan 27 jaar mee aan het overdragen van kennis op het gebied van milieu, vooral het compartiment water. Ecosystemen, waterverontreiniging, water zuivering en het hergebruik van water als voorbeeld van kringloopsluiting. Deze kennis is nodig om onder andere de belasting door de mens op ons milieu te reguleren en te voorkomen dat het een puinhoop wordt. In Nederland hebben we dat aardig voor elkaar dankzij vele inspanningen sinds de jaren zeventig. We richten nu onze aandacht op duurzaamheid en efficiëntie. Prachtig. Schoon water, uitstekende sanitaire voorzieningen en een gezonde leefomgeving. Een van de dingen die mij plezier in mijn werk en leven geeft is dat ik mijn kennis, die ik op Van Hall Larenstein heb mogen vergaren en uitdragen, ook beschikbaar kan 48
en mag stellen aan mensen in gebieden die schoon water, goede sanitaire voorzieningen en een beschermd milieu ontberen. Daar waar het eigenlijk een puinhoop is als gevolg van falend beleid, corruptie, geen of slechte scholing en daardoor eigenlijk geen zicht op verbetering. Ik vind plezier in mijn leven in het telkens proberen te relativeren van waar we ons in Nederland druk om maken, als het gaat om ons milieu en onze waterkwaliteit. Niet dat we onze huidige inspanningen moeten nalaten, maar laten we alsjeblieft de rest van de wereld niet vergeten. Dit gevoel en deze houding probeer ik over te brengen naar onze studenten Milieukunde. Ik ga volgende week met plezier een bijdrage leveren aan de waterkwaliteit in Nanyuki in Kenia, voor een stichting die zich daar al jarenlang bezighoudt met de opvang, voeding, kleding en niet te vergeten scholing van zo’n 50 weeskinderen. De stichting probeert oudere kinderen op het gebied van water en sanitatie te scholen. Ook wil men vanuit dit scholingsprogramma een waterkiosk opzetten voor de verkoop van veilig water aan de lokale bevolking.
Iets wat een grote vooruitgang zal geven in het voorkomen van ziektes als diarree. De kindersterfte neemt hierdoor af, kinderen kunnen normaal naar school en mensen hebben ook nog een dagelijkse bezigheid door de verkoop van water. Mijn tijd op Van Hall Larenstein heeft het mogelijk gemaakt dergelijke dingen te doen. Ik vertel er graag over aan studenten en daar heb ik ontzettend veel plezier in. Het is een doel in mijn leven geworden.
‘Plezier in kennis beschikbaar stellen, ook aan mensen in gebieden die schoon water ontberen’
25 oktober 2009 Leo Groendijk docent Milieukunde en Life Sciences and Technology Leeuwarden
49
Kicken
Plezier op je werk is het belangrijkste dat er is. Soms krijg ik wel eens het benauwde gevoel dat er hier mensen rondlopen die geen plezier in hun werk hebben. Niet enthousiast, klagen over van alles en nog wat, overal tegen aan schoppen. En tot overmaat van ramp deze houding ook nog ventileren richting studenten. Dodelijk voor VHL. Zoek alsjeblieft een andere baan. Het rare is dat ze toch blijven. Zo slecht is het hier blijkbaar nog niet. Dat onderkennend moet het toch geen probleem zijn om wel plezier in je werk te hebben? Neem nu afgelopen week, de eerste echte lesweek. Het is toch een genot om te zien hoe de tweede-, derde- en vierdejaars weer de school binnenkomen en het leuk vinden om elkaar, maar ook het personeel weer te zien? Hartelijke begroetingen, zoenen, handen schudden en sterke verhalen wisselen elkaar af. De eerstejaars, onwennig, nog wat vreemd, diverse pluimage, van 16 tot 23 jaar. Weer een leuke groep nieuwe mensen, die voor VHL gekozen heeft. In Velp wel veel hectiek; nieuwe frisse aula, nieuwe collegezalen en ondertussen een flinke verbouwing aan de
50
gang. Na twee dagen kan ik me niet meer herinneren dat ik bijna 6 weken vakantie heb gehad. Maar wel kicken! Je werkt tenslotte in het onderwijs omdat je het leuk vindt met jonge mensen om te gaan en deze wat bij te brengen. Dat houdt je zelf ook jong. En daar haal je juist het meeste plezier uit. Natuurlijk zijn er ook andere dingen waar je je plezier en inspiratie uit kunt halen. Je collega’s, buitenlandse projecten, mooie omgeving, goede sfeer, veel vakantie, noem maar op. Dat samen maakt het werken bij VHL erg aantrekkelijk. De kernwaarden kun je niet los van elkaar zien. Ze beïnvloeden elkaar sterk. De een kan niet zonder de ander. De een heeft plezier in zijn werk als er heel professioneel gewerkt wordt, voor de ander geldt weer iets anders. Maar ik geloof in de kernwaarden, zoals die nu geformuleerd zijn. Ik denk nog met heel veel plezier terug aan het VHL-feest, dat aan het eind van het vorig schooljaar gehouden is. Jammer dat er zoveel collega’s ontbraken…
‘Leuk om met jonge mensen om te gaan en deze wat bij te brengen’
7 september 2009 Dick Timmerman docent en opleidingsvoorlichter Land en watermanagement stagecoördinator Bos en natuurbeheer Velp
51
Hectische aanloop naar nieuw studiejaar
Een nieuw studiejaar, een frisse start, vrolijke studenten, bijna allemaal enthousiaste collega’s. Bijna, want ik kan me goed vinden in de column van Dick Timmerman ‘Kicken’ van 7 september. Er lopen in Leeuwarden ook van die eeuwig knorrende collega’s rond; weg er mee, of doe gewoon je werk met plezier. Hectisch was de aanloop naar de start van het nieuwe studiejaar, maar met vrolijke collega’s om je heen is dat niet erg. Een paar weken geleden, de start van de introductieweek. Samen met Michelle, als immer vrolijk opererend duo, de nieuwe lichting studenten op de foto gezet; zonder overall (we willen kleur) en vooral lachen. Wat ging het goed en wat zijn ze weer mooi geworden… de foto’s. Nu de nieuwe pasjes nog en dan kan onze studentenpopulatie worden losgelaten in de schitterende nieuwe mediatheek, die binnenkort feestelijk zal worden geopend door de koningin van Van Hall Larenstein Ellen Marks. De nieuwe webpagina voor onze studenten zie ik met grote belangstelling verschijnen. Waar is nog even de vraag, maar het mag
52
hier in het Hoge Noorden. Michelle en ik willen graag de pilot zijn. Reuze handig zo’n pagina, want met al die programma’s zien veel studenten door de bomen het bos niet meer. O ja, er staan zelfs bomen in de nieuwe mediatheek. Wat een geweldig ontwerp. Zo wordt studeren aan onze groene hogeschool steeds leuker en leuker en leuker. Nu moeten ze nog wel iets gaan doen, onze studenten, en dat gaat vast lukken. In Leeuwarden in ieder geval wel, met een vrolijk setje achter de balie. Tot november 2010 dan. Tenslotte moet een en ander wel efficiënt blijven, dus na die datum een nieuw fris setje voor drie jaar of korter. Nou ja, het kan niet altijd een feest zijn om met een geweldige collega samen te mogen werken. Jammer dat beleid beleid is en dat daar niet van afgeweken kan worden. Misschien iemand met frisse nieuwe ideeën?
‘Met vrolijke collega’s om je heen is hectiek niet erg’
21 september 2009 Gerjo Groeneveld medewerker Onderwijsbureau Leeuwarden
53
Ik, zij en wij
8 juni 2009 Dan Assendorp docent Aardwetenschappen en Landschapsecologie Velp
54
Gaan kernwaarden nu over mijzelf of over ‘die anderen’? Als ik de beschrijving van de kernwaarden lees, dan bekruipt mij hetzelfde gevoel dat ik had bij het (voor) lezen van de schoolregels op de basis- en middelbare school: heel veel ‘we’ of ‘wij’. Wij denken met studenten mee, wij rennen niet door de gang, wij streven naar excellentie, wij behandelen elkaar met respect, wij hebben lol in ons werk en wij schreeuwen niet op het schoolplein. Door deze wijze van formuleren heb je snel de kans om jezelf buiten de groep te plaatsen: ik ben een bijzonder geval en vorm daardoor een gegronde uitzondering op de regel. ‘Die anderen’ moeten lol in hun werk hebben, zich verantwoordelijk voelen, samenwerken en klantgericht zijn en ikzelf doe mijn werk al jarenlang goed en hoef daarom niet te veranderen. Even een zijspoor. Omdat ik net in de verkeerde helft van 1962 ben geboren moest ik gewoon in militaire dienst. Op grond van het argument dat ik verant-
woordelijk wil zijn en blijven voor mijn eigen daden ben ik erkend als gewetensbezwaarde en heb daarna heel veel geleerd tijdens mijn vervangende dienstplicht in de tuin van een orthopedagogisch instituut. Vanuit dit idee van eigen verantwoordelijkheid heb ik als gedachtenoefening daarom de kernwaarden eens in de ‘ik’ vorm gezet. Ik ben klantgericht, ik heb lol in mijn werk, ik ben op zoek naar uitdagingen en ik werk samen. Hiermee los ik het probleem van mijzelf of ‘die anderen’ niet op, want nu is het net of ik het beste jongetje van de klas wil zijn en de rest me niets kan schelen. Dat past niet bij mij. Het plezier en de voldoening in mijn werk komen juist voort uit de combinatie van ‘ik’, ‘zij’ en ‘wij’. Ik ben een vakidioot die altijd meer wil weten over het landschap. Zij zijn studenten en collega’s die graag gebruik maken van mijn diensten en expertise. Wij zijn een club mensen die soms gelijke en soms tegengestelde doelen hebben. Juist in de combinatie van ik, zij en wij en het besef of je met ik, zij of wij bezig bent, geven de kernwaarden ook meerwaarde. Ik heb lol, samen met de anderen. Wij werken samen omdat ik me coöperatief opstel. Zij nemen verantwoorde-
lijkheid waardoor ik weet waar ik aan toe ben. Zij worden professionals omdat ik steeds duidelijk aangeef wat ik van hen verwacht etc, etc…
Plezier en voldoening in mijn werk komt voort uit de combinatie van ‘ik’, ‘zij’ en ‘wij’
55
Feedback
Een foto van onze afdeling HRM, waar het plezier van af straalt! Genomen op een teambuildingsdag ergens in een mooi landschap, waar we niets van hebben gezien door de sneeuw. Volgens mij is de kernwaarde plezier voorwaardenscheppend voor alle andere kernwaarden. Met respect, vertrouwen, persoonlijk contact, waardering en aandacht voor elkaar lukt heel veel, zo niet alles. Onderzoek je team eens, kijk wie volgens jou welke kernwaarden in zich heeft of laat zien in de dagelijkse dingen. Je staat versteld! Samen heb je heel veel in huis zeker als je al die positieve kanten van alle collega’s bij elkaar optelt. Waar we aan moeten werken is dat ook te vertellen aan elkaar, en dan doel ik op feedback geven en ontvangen. Niet makkelijk en alleen echt te doen in een veilige omgeving. Oké, het kan pijn doen als iemand je teruggeeft, dat je ondanks dat je zegt open te zijn, in een specifiek geval niet bepaald open was. Het is dan moeilijk om jezelf niet direct te gaan verdedigen. Of wat dacht je van de opmerking, dat je de leuke klussen niet delegeert, terwijl je zelf denkt iemand tegen teveel werk in bescherming te
56
nemen. En als laatste, de roep om duidelijkheid, terwijl je zelf het gevoel hebt dat je toch heel helder bent. Al deze opmerkingen worden oprecht en met respect gemaakt. Ik ben blij dat ik ze krijg, want ik leer ervan. Positieve feedback, horen wat je kwaliteiten zijn, dat een collega iets wat je gedaan hebt zeer waardeert of goed van je vindt. Het gevoel dat je krijgt als de grootste criticus je een compliment geeft. Daar geniet je toch van? Feedback geven en ontvangen leidt tot plezier, tot meer kansen op ontwikkeling, tot een betere samenwerking, tot mogelijkheden om je te richten op je klanten en om je professionaliteit en ondernemerschap tot uiting te laten komen. Feedback kan alleen in een veilige werkomgeving, daar werken we als afdeling aan. Ook op zo’n koude dag in maart ergens in de sneeuw.
‘We moeten werken aan feedback geven en ontvangen’
31 augustus 2009 Marga de Wild hoofd HRM
57
Handtekeningenactie voor landgoed Velp
Plezier is voor mij een goede manier om te checken of ik voldoende energie uit mijn werk haal, om het er vervolgens weer in te kunnen steken. Bij voldoende plezier komt die energie vanzelf ook uit de andere kernwaarden, zoals professionaliteit, ondernemend zijn, en klantgericht samenwerken. Dan groeien alle talenten, bij vele mensen. Wat is er de laatste tijd zoal plezierig geweest op mijn werk? Gesprekken met studenten zijn eigenlijk altijd leuk. Bijvoorbeeld over hoe zaken, die wij als docenten proberen te regelen, op overkomen. Als je even moet slikken, levert dat meteen een verbeterpunt op. Uiteindelijk dus heel plezierig. Of over best veel voldoendes voor een nieuw type toets in het eerste jaar bij het thema De Onderzoeker. Of over het landgoed waarop de school in Velp gevestigd is. Dan blijkt zelfs heel expliciet dat studenten op de school afkomen vanwege de tuin, respectievelijk het landgoed. Die tuin blijken ze al goed te zien op open dagen en meeloopdagen. Plezier blijkt daarom zelfs te zitten in het
58
houden van een handtekeningenactie voor dat landgoed, omdat je daarbij merkt hoeveel mensen onze werkplek in Velp fantastisch vinden. Zelfs als ze van zichzelf vinden, dat ze er te weinig gebruik van maken voor een wandeling bij de lunch. Je komt er bij steeds meer collega’s achter hoeveel onderwijsinhoudelijke zaken je kunt laten zien in onze tuin op de grens tussen Veluwe en IJsseldal, met interessante bodems, grondwaterstromen en de bijbehorende ecosystemen. Ook cultuurelementen zijn er volop te vinden, restanten van de kloostertuin, de verfraaide beek met de vijvers, de sortimentstuin en de heemtuin met vele mini-milieus. Het aanbieden van de handtekeningen zal dus ook een feestje worden, ook voor degenen aan wie we ze aanbieden. Zeker als iedereen mooie foto’s met zijn gedachten over de tuin inlevert! Let op de aankondigingen en vier het mee.
‘Gesprekken met studenten zijn eigenlijk altijd leuk’
11 mei 2009 Ad Olsthoorn docent Bos, natuur en landschap Velp
59
Zelfs het schrijven van een column
Plezier in je werk. Hoort het schrijven van een column daar ook bij? Plezier in mijn werk. Ik denk aan het warme welkom door Marja en Dini bij aankomst op het werk. Wat een plezier stralen de dames uit. De zelfgebakken koekjes van Inga. Telkens weer met veel plezier voor ons bereid en uitgedeeld. Het ontwapenende reflecteren van Eva op haar eigen gedrag en keuzes. Met veel plezier maakt zij mij hiervan deelgenoot. Ik denk ook aan Joyce, Elona en andere FIM-ers. Wat kunnen zij toch een plezier met elkaar hebben. Maar een column schrijven? Plezier op onze ‘Equine’-kamer. Sue’s act met het trekkende been, spannende momenten op de Igallop (kom eens langs), demonstraties Salsa enz. enz. Ik denk aan de kleurrijke verschijning van Greet. Dat moet zij die ochtend toch met veel plezier hebben uitgezocht en aangetrokken. Ik denk verder… De toespraakjes tijdens de diplomering. Met veel plezier heb ik ze voorbereid en uitgesproken. ‘Mijn’ student die met een twinkeling in haar ogen vol enthousiasme vertelt over haar stage. Wat een plezier straalt zij hierbij uit.
60
Plezier zit in en achter vele dingen, (zo)als je (‘t) ziet. Ook in het schrijven van een column…..? Ik ben eruit. Ik zie ’t. Mijn bewustwording en jullie (re)acties. Ik HEB plezier.
‘Plezier zit in en achter vele dingen, (zo)als je ( ’t) ziet’
14 september 2009 Marcel van Oijen lecturer Animal Husbandry Wageningen
61
Ruimte voor talent en groei We willen leren. Als medewerker en als organisatie. Van successen en fouten. Kritiek gaan we niet uit de weg. En we zijn trots op onze resultaten. Om te groeien zoeken we steeds naar verbetering. We geven ruimte aan persoonlijk talent en individuele ontplooiing.
HRM tools meer gestructureerd inzetten
Hans van den Dool is docent Milieukunde bij de opleiding Land en watermanagement in Velp en geeft ook les aan vierdejaars studenten Bos en natuurbeheer. Hij is op diverse manieren bezig geweest met Ruimte voor talent en groei. In het strategietraject heb ik in het ontwerpteam HRM voorwerk gedaan voor het project VHL Vooruit. In die werkgroep hebben we onderzocht waar en hoe HRM tools kunnen worden ingezet om groei te stimuleren. Zo konden we in kaart brengen in hoeverre het HRM-beleid afgestemd is op de behoefte van de organisatie. Wat bleek? HRM beschikt over veel kennis, mogelijkheden en prima instrumenten, maar vanuit
de diverse directies wordt daar te weinig mee gedaan. Dat stond ook in ons advies aan de VHL-directie. Formulieren Ik had mij zo verdiept in het werk van HRM, dat ik zelf nieuwsgierig was geworden naar de inhoud van de workshop ‘Ruimte voor talent en groei’. HRM wil zo het invullen van een Persoonlijke OntwikkelPlan (POP) 63
stimuleren. Alle deelnemers kregen de POP-opzet samen met zelfreflectieformulieren vooraf toegestuurd, maar uiteindelijk hebben we daar weinig mee gedaan. De workshop werd minder een ‘POP-training’ dan wij vooraf dachten, en was meer gericht op de stap die daaraan vooraf gaat: je laten nadenken over wat je met je toekomst wilt. Schilderijtjes Een opdracht was om je voor de geest te halen hoe je ideale werkdag eruit ziet. We kregen verf, papier en een schaar waarmee we die ideale werkdag konden weergeven. Tijdens de toelichting op de schilderijtjes kon je merken dat sommigen een duidelijk beeld hebben van hun toekomst. Iemand had een voorstelling gemaakt van een veld met mooie natuur, waar zijzelf als deskundige tekst en uitleg gaf. Zij liep nu nog mee met veldexcursies, maar weet wat zij wil. Som- migen zitten nog heel ver van die ideale toe- komst af of schetsen een toekomst buiten VHL. Zelf had ik een natuurlijke omgeving op papier gezet, met heldere luchten, zoals ik die regelmatig zie als we in het veld bezig zijn. Mijn conclusie was dat ik aardig in de buurt zit van waar ik wezen wil. 64
Functioneringsgesprek Ik vond het wel verfrissend om zo over je toekomst na te denken. Binnen VHL wordt daar weinig tijd voor genomen. De mogelijkheid is er wel bij functionerings- en beoordelingsgesprekken, maar vaak wordt er tijdens die gesprekken weinig aandacht besteed aan het functioneren van de medewerker in de toekomst. Hoe het dan wel gaat? We praten vooral over het verleden en de werkpieken en over hoe je dat oplost. Zo kabbelt zo’n gesprek voort. Veel mensen komen nu uit een functioneringsgesprek met het idee dat het niet zo veel om het lijf heeft. Terwijl zo’n gesprek nou juist een moment is om te praten over waar je in de toekomst naar toe wilt. Perspectief Ik vind dat wij veel te ad hoc bezig zijn met groeien naar de toekomst. Naar mijn idee moet je samen constateren: oké we staan nu hier en in de toekomst willen we graag daar naar toe. Zo’n traject moet je dan gestructureerd aanpakken. Het Strategisch Personeelsplan (SPP) – waar de directie naar toe wil – en de functioneringsgesprekken
– waarin je zou moeten praten over persoonlijke ontwikkeling – staan nu te veel los van elkaar. Dit soort instrumenten kan je meer gestructureerd inzetten. Dan pas kan je met je organisatie groeien naar iets wat je samen hebt afgesproken. Naar mijn gevoel kan dit veel beter en in meer overleg met de opleidingsdirecteuren. Met een strategie als VHL Vooruit! schets je een bepaald perspectief naar de toekomst. Daarbij hoort een personeelsplaatje. Vervolgens probeer je met de HRM tools te bewerkstelligen dat mensen zich naar dat beeld toe ontwikkelen. Op die manier breng je HRM dichter bij de mensen. Bijscholen Bij Land en watermanagement was er behoefte aan meer hydrologische kennis. Onze nieuwe lector heeft samen met een aantal docenten en medewerkers een minor georganiseerd waarbij de docenten en de studenten samen in de collegebanken zaten. Dat werkt enorm inspirerend, zoals Anouk Sloot beschrijft in haar column van 28 september. Dit is een praktisch voorbeeld van groeien in het kennisveld. Wij gaan ook meer doen aan intervisie;
bijvoorbeeld elkaars colleges volgen en elkaar meer feedback geven. Afgelopen week heb ik een cursus Hydrologie verzorgd voor externen. Toen zat ook de cursusleider in de zaal. Hij gaf na afloop meteen feedback zowel op inhoud als op de manier van overbrengen van de stof. Op die manier groei je als docent. De afgelopen twee jaar heb ik de cursus Groeien in leiderschap gevolgd. Zeker aan te bevelen voor mensen met een coördinatiefunctie en voor leidinggevenden. Sommigen hebben leiderschap van nature, maar iedereen kan daarbij steun gebruiken. Net als vakkennis en doceren kan je leidinggeven ook leren en bijscholen. Dat is ook een vorm van professionaliteit. Concreet De kernwaarden vind ik prima, maar het zijn natuurlijk wel open deuren. Natuurlijk vergroten professionaliteit, samenwerken etc. het plezier in je werk. En natuurlijk streeft iedereen dat na. Maar je moet de kernwaarden nog concreter maken.
65
Leren van onze eigen studenten
Ruimte voor talent en groei. Bij deze kernwaarde moest ik gelijk aan onze studenten denken. Er zitten nu al echte talenten tussen en dat inspireert me enorm. Als teamleider heb ik dagelijks contact met de studentvoorlichters. Zij staan direct in contact met de doelgroep en ik doe dan ook graag een beroep op hun mening. Zowel bij het terugkoppelen van voorlichtingen als bij het brainstormen over nieuwe ontwikkelingen binnen de organisatie. Ik spreek uit eigen ervaring als ik beweer dat een bijbaan als studentvoorlichter veel kan bijdragen aan iemands persoonlijke ontwikkeling. Net als onze studenten moeten ook wij als organisatie verder kunnen groeien en ons blijven ontwikkelen. Nog steeds merk ik dat veel van mijn collega’s zich krampachtig vasthouden aan oude waarden en belangen. Maar de wereld draait door en als kenniscentrum kunnen we niet achterblijven op de rest. Natuurlijk moeten we kritisch blijven. We hebben unieke opleidingen en die kwaliteit moet worden bewaakt. Maar ruimte voor groei betekent ook ruimte voor verandering. We moeten niet bang zijn om nieuwe uitdagingen aan te gaan en risico’s
66
durven nemen. Niet door elkaar te ontmoedigen, maar juist door elkaar te ondersteunen, door mee te denken en te doen. Toch is het geven van feedback een stuk gemakkelijker dan het te krijgen. De ware kunst is om ook echt iets met die kritiek te doen. Niet door het te ontkennen of in de verdediging te schieten, maar door er meteen werk van te maken. We moeten er naar streven om zowel kritisch als flexibel te blijven. Zo gunnen we onszelf en anderen de ruimte om te kunnen groeien. Wat dat betreft denk ik dat we nog veel van onze eigen studenten kunnen leren.
‘Ruimte voor groei betekent ook ruimte voor verandering’
13 april 2009 Erik de Vries junior marketeer Velp
67
VHL op congres Europese Dierentuinen
Plezier in je werk is tot kernwaarde gebombardeerd. Overbodig? Het is immers zo vanzelfsprekend, evenals professionaliteit, klantgerichtheid en samenwerken overigens. Toch waren het precies deze elementen, die in mijn gedachten langs kwamen toen ik, afgelopen week, mijmerend over een congresbezoek en mijn docentenbaan, de lange rit van huis naar werk maakte. Ik had net een congres van de Europese Dierentuinen (EAZA) in Kopenhagen bijgewoond. Naast een groot aantal oudstudenten, nu werknemers in dierentuinen, liepen daar de meeste stagebieders van mijn studenten rond; ook van de vele buitenlandse stages, waar ik geen stagebezoek kan afleggen. In 75 workshops en vergaderingen van dit CO2-neutrale congres werd verslag gedaan van ontwikkelingen in de dierentuinen, veelal onderbouwd door gegevens die onze studenten hadden verzameld. Zelfs in de plenaire sessies van het congres, waar alle 300+ dierentuinen met 620 congresbezoekers uit 41 landen met hun 29 talen en de Deense minister van milieu aanwezig waren, kwam een dia met het logo van Van Hall Larenstein voorbij.
68
Deze data zijn verzameld dankzij… Mijn opleidingsdirecteur Hans Hardus geeft me de ruimte, de middelen en het vertrouwen om aan te sluiten bij het werkveld – in dit geval onder andere een ‘associate membership’ van EAZA – en dit werkveld te bezoeken. Ik kan daardoor samenwerken en meedenken met dit werkveld in een klantgerichte zoektocht naar stages en afstudeeropdrachten die aansluiten bij de onderwijswensen (klant = student) van Van Hall Larenstein en de vraagstukken en knelpunten (klant = werkveld) van de dierentuinen. Van Hall Larenstein is de meest prominent aanwezige opleiding op dit EAZA congres. Dierentuinmedewerkers uit heel Europa verzekeren mij, dat zij de professionaliteit van Van Hall Larenstein prefereren, als zij studenten voor hun projecten of hun vacatures zoeken. Daarmee heeft mijn werk mij, dankzij de professionele managementkwaliteiten van de directie Diermanagement, beloond met een hoop plezier.
‘Ik krijg de ruimte, de middelen en het vertrouwen’
12 oktober 2009 Tine Griede docent Wildlife Management Leeuwarden
69
Samen in de schoolbanken
Ruimte voor talent en groei heb ik gevonden in de vernieuwde minor Hydrologische modellering. Heerlijk nieuwe dingen leren voor studenten en … docenten samen. Vorig studiejaar nog was de minor Hydrologische modellering door gebrek aan interesse op sterven na dood. Toen bleek ruim de helft van de studenten van de major Inrichting en Waterbeheer interesse in deze minor te hebben. De waterlector pakte samen met een aantal docenten deze minor bij de kop, met als doel weer HBO-hydrologen op te leiden en tegelijk docenten na te scholen in modellering. Krap een half jaar later is de nieuwe minor Hydrologische modellering een feit; elf studenten en meerdere docenten volgen samen lessen van diverse gastdocenten van onder andere TU Delft, Deltares en Wageningen UR. Zelf heb ik nu een week deelgenomen aan de minor. Als ruimtelijke planvormer (maar wel LWM-er) moest ik even diep graven in mijn geheugen naar kennis van wiskunde en hydrologie, maar toen ik eenmaal een beetje bijgepraat was door een aantal collega’s, kon ik goed meekomen. Hoe is het om als docent samen met studenten modelleerles
70
te krijgen? Leuk! Je hebt als docent natuurlijk meer kennis, maar studenten zijn vaak weer handiger met de computer. Bij de oefeningen helpen we elkaar. Er is een enthousiaste sfeer die kenmerkend is voor nieuwe dingen leren. Nu naar de kernwaarde ruimte voor talent en groei. Vorige week zeiden we als docenten tegen elkaar dat deze constructie echt uniek is. Ikzelf ben na ruim een week erg tevreden over wat ik al heb geleerd. We benutten de ruimte die werd geboden om deel te nemen aan de nascholing. Als ik zie hoe enthousiast we als LWM-docenten deelnemen aan deze minor, dan is het duidelijk dat ook de docenten open staan voor nieuwe kennis en nieuwe vormen om die te verwerven. Talent om te groeien dus.
‘Docenten hebben ook talent om te groeien’
28 september 2009 Anouk Sloot docent Land en watermanagement Velp
71
Sprong in het diepe
Steeds vaker worden studenten ‘klant’ genoemd. Deze gewoonte sijpelt zelfs door in onze kernwaarden: ‘Onze studenten en andere klanten weten wat ze kunnen verwachten’. En natuurlijk, als ik als klant een huis laat bouwen of een pak suiker koop, dan weet ik wat ik mag verwachten. Voor zover dit niet in het koopcontract staat of op de verpakking wordt vermeld, wordt het wel geregeld in de warenwet of het bouwbesluit. Een klant weet van tevoren waar hij of zij voor betaalt. Maar met studenten is dat nou net het probleem. Een student weet niet wat hij of zij kan verwachten. En wij weten het ook niet. Kan iemand de studie aan? Is het iemand met ambitie, of iemand die mijn 5,5 niet als een maximum, maar als een minimum ziet? Hoe functioneert iemand tijdens een stage in Costa Rica? En hebben we tegen de tijd dat een student stage gaat lopen nog wel stages in Costa Rica? Misschien nog wel belangrijker: studenten veranderen. Ze leren, ze gaan mede daardoor anders tegen het leven en dus de studie aankijken, soms worden ze zelfs
72
moeder (heel soms ook vader). Kortom de student die hier weggaat is niet meer dezelfde als de student die hier binnen kwam. Wij kunnen dat proces niet sturen, de student zelf evenmin; studeren is een sprong in het diepe. Wij kunnen er alleen maar voor zorgen dat het water diep genoeg is, zodat ze moeten leren zwemmen; een ongewisse toekomst tegemoet.
‘Zorg dat het water diep genoeg is, zodat studenten moeten leren zwemmen’
5 oktober 2009 Merijn Knibbe docent Bedrijfskunde en Statistiek Leeuwarden
73
Diversiteit
Wij zijn bezig een feest voor te bereiden, omdat Milieukunde dit jaar 25 jaar bestaat. Op 23 april 2010 komt er een reünie en een symposium. Onwillekeurig denk ik dan terug aan studenten en collega’s van al die jaren, en degenen die ik me het scherpst herinner zijn toch degenen die wat anders waren dan de rest. De mensen, die andere waarden en normen hadden, of eigen denkwijzen. En bij allemaal heb ik gezien dat zij hun uitwerking op de omgeving hebben gehad, dat de mensen om hen heen begonnen te reageren. Als je dat maar ruimte geeft, kunnen er leuke en mooie dingen gebeuren. Volgens mij werkt dat net zo als in de natuur, het ecologisch principe van biodiversiteit: door de verscheidenheid blijft het systeem in evenwicht. Ik geloof dan ook niet zo in uniformiteit. Laatst hoorde ik bijvoorbeeld, dat onze goed draaiende studentenadministratie zich opeens zou moeten conformeren aan een elders bedacht ‘front- en backoffice’ manier van werken. Ik begrijp de argumenten niet dat het beter is, wanneer alles op alle locaties hetzelfde is. Daardoor verdwijnen
74
juist die dingen, die in een dynamische omgeving gegroeid zijn, en waarvan iedereen voelt dat het ‘goed’ is. En de grootste vijand van goed is beter. Vanmiddag werkte ik weer eens op het lab. Praktisch werk heeft niet meer zo de prioriteit, dus dat gebeurt nog maar af en toe, zoals nu bij een heel enthousiast groepje dat naast hun lessen een uitloogtest wilde doen. Ik kan erg genieten van studenten die iets extra’s willen. Met mijn collega’s van Life Sciences maakten we ruimte in onze agenda en in het laboratorium. Ruimte voor talent, zeg maar. Bij Life Sciences is het anders georganiseerd, en er lopen hele andere studenten rond. We inspireerden elkaar en er kwam spontaan een nieuw practicum. Zo groeit het weer verder in diversiteit. Als we goed luisteren, niet van bovenaf sturen en open staan voor wilde ideeën, wordt het de 23ste april geen standaard feestje.
‘De grootste vijand van goed is beter’
14 december 2009 Leo Bentvelzen docent Bodem- en watertechnologie Leeuwarden
75
Samenwerken In samenwerking ligt onze kracht. Samenwerking maakt ons sterk. Die samenwerking zoeken we zowel binnen als buiten VHL, vanuit betrokkenheid en met respect voor elkaar.
Het loont om in samenwerking te investeren
Roos van Doorn is docent Communicatie natuurbeleving en -beheer bij de opleiding Bos en natuurbeheer in Velp. Onze afgestudeerde beheerders moeten goed kunnen samenwerken stelt Roos, maar ook binnen het team van docenten vindt zij samenwerking belangrijk. Samenwerken is belangrijk in het werkveld van onze afgestudeerden. In de hele taart van ruimtelijke ordening is natuurbeheer maar een heel klein puntje. Daarom is het handig als natuurbeheerders flink aan de weg timmeren, coalities maken en aanschuiven bij allerlei gebiedsprocessen die gaande zijn. In de lessen besteden we daar de nodige aandacht aan. Kortgeleden zijn onze studenten een middag op pad geweest
om hier in de omgeving, op straat en bij de supermarkt, aan mensen te vragen ‘Wat betekent natuur voor u’. Het is belangrijk dat ze er oog voor krijgen dat iedereen vanuit zijn eigen beleving reageert op zaken. Zo’n inventarisatie is een eerste stap die vooraf gaat aan samenwerking. Door inventarisatie krijg je zicht op de gemene deler en kun je je als natuurbeheerder beter postioneren. 77
Uitleggen Vorig jaar zijn we gestart met een RIGOproject genaamd ‘Energizing Natuurparticipatie’ waarbij RIGO staat voor Regeling Innovatie Groen Onderwijs. We hebben subsidie gekregen om in het onderwijs de publiekstaak van natuurbeheerders verder te innoveren. Vroeger konden beheerders meer op hun kennis en gezag een beheermaatregel nemen. Tegenwoordig hoort het erbij dat je aan iedere belanghebbende kunt uitleggen waarom iets nodig is en wat het effect is voor de natuur. Dat is de ene keer een gedeputeerde, de andere keer een bezorgde burger. Ze zijn allemaal belangrijk om draagvlak te krijgen en te houden voor natuur. Het mooiste is als je het zo aanpakt, dat iedereen positieve energie krijgt van dit proces. Als je zelf kunt zien dat betrokkenheid van al die actoren tot meerwaarde kan leiden, dan wordt samenwerken ook echt leuk. Dat gaat niet vanzelf, maar je kunt er wel op sturen. En dat is precies waarmee we bij dit project ervaring opdoen. Hoogwerker De studenten vonden het heel leuk om met dit RIGO-project bezig te zijn en het leverde 78
verrassend leuke ideeën op. Vorig jaar heeft een groepje studenten een dag een hoogwerker gehuurd en die aan de rand van het bos neergezet. De beheerder stapte vervolgens telkens met één bezoeker in het bakje en ging vijf minuten omhoog. Uitkijkend over het gebied praatten ze samen over het beheer. Deze studenten hebben de communicatie tussen beheerders en betrokkenen letterlijk groots aangepakt. Dit was precies de bedoeling van het project; op een lollige en verrassende manier het publiek betrekken bij het beheer. Plezier en energie Aan deze uitwerking gaat natuurlijk een analysefase vooraf. Studenten bepalen eerst waar het om gaat, welke terugkerende beheermaatregelen er nodig zijn en welke natuurwaarden daarbij een rol spelen. Vervolgens maken ze een actorenanalyse en brengen ze de krachtvelden in kaart. Pas daarna bedenken ze voorbeelden hoe ze het contact met alle belanghebbenden tot stand kunnen brengen. Ik wil graag dat ze in hun studie een keer aan den lijve ervaren hoe groot de betrokkenheid van mensen bij natuur is, zelfs bij mensen van wie je in
eerste instantie misschien het idee hebt dat ze ‘zeuren terwijl ze er te weinig vanaf weten’. We hebben een mooi vakgebied, waar je mensen gemakkelijk warm voor krijgt, maar het is natuurlijk de kunst om elke keer iets nieuws te bedenken om plezier en energie in dit gecompliceerde proces te houden. Team Bij Bos en natuurbeheer werk ik in een team van ongeveer 20 docenten en zijn we samen verantwoordelijk voor ons onderwijs. We integreren in het competentiegericht onderwijs verschillende vakken en dus weet je als vakdocent waar de raakvlakken met het vakgebied van je collega liggen. Daar gaat veel overleg aan vooraf en daar hebben we dan ook flink in geïnvesteerd. Naast vakinhoudelijke afstemming hebben we de afgelopen jaren ook veel overlegd over studiehouding. Het vraagt positionering van jezelf om uiteindelijk ook als team op één lijn te komen. Als dat lukt, levert dat veel energie op. Ik voel me als docent onderdeel van een team met een bepaalde onderwijsvisie en dat werkt lekker. Ook de samenwerking tussen docenten en studenten gaat
erop vooruit, omdat het duidelijkheid geeft over de verantwoordelijkheid die jij draagt als docent en over de inbreng die je van de student verwacht. Ik denk dat de samenwerking tussen docenten en studenten daarmee veel plezieriger verloopt. Passie Begin vorig jaar heeft de directie de kernwaarden heel duidelijk neergezet. Op die manier weet iedereen waar je het over hebt en kun je er goed aan refereren. Onderling signaleren wij het regelmatig als er weer één van de kernwaarden voorbijkomt. Ze passen goed bij onze manier van werken. Door ze zo duideljk te benoemen is het een bevestiging dat wij zo met elkaar omgaan. Vanuit de directie wordt het werken aan de kernwaarden blijkbaar gewaardeerd en dat is prettig. De columns over de kernwaarden lees ik vaak, vooral als ik de auteur persoonlijk ken. Dan wil ik graag even lezen wat hij of zij van iets vindt. Uit die columns kun je vaak goed opmaken waar de passie van diverse collega’s zit.
79
Samenwerken en samen verwerken
30 november 2009 Kleis Oenema Course Manager Professional Master and Regional Development Programme Wageningen
80
Uit mijn carrière van bijna 35 jaar bij VHL kan ik zonder veel moeite voorbeelden geven van het ontbreken van samenwerking, achterdocht, rivaliteit, en het eigen belang voorop stellen. Gelukkig kan ik meer voorbeelden geven van goede samenwerking, vooral ook vanuit mijn persoonlijke beleving van de werksfeer binnen VHL. Samenwerking ervaar je bij voorbeeld als je, zoals ik, geregeld voor langere tijd in het buitenland projectwerk uitvoert. Op de campus van een grote universiteit in Ethiopië is ’s avonds weinig te beleven. Onwillekeurig raak je aan het peinzen over wat belangrijk is in je werk en wat het jou mogelijk maakt zonder kopzorgen naar Afrika te vertrekken. Onmiddellijk komen dan een paar collega’s in je gedachten waarop je voor 100% kunt vertrouwen, van wie je zeker weet dat ze oppakken wat je vergeten was over te dragen of te vragen. Het kan niet anders dan dat een gevoel van waardering je bekruipt. Uiteraard ben je zelf
ook bereid je voor hen in te zetten als zij op missie gaan. Recentelijk hebben we in Wageningen gewerkt aan een voorstel voor de aanvraag van een Lectoraat Food Security. Je begint vanuit verschillende majors en programma’s te praten over het belang van zo’n lectoraat. Er ontstaat, na soms pittige discussies, een gemeenschappelijke visie. Die visie wordt in de loop van een paar weken bijgesteld en duidelijker. Op de vraag waarom dit lectoraat belangrijk is en waar het zich op moet richten komt een gelijkluidend antwoord. Onderling corrigeren collega’s elkaar met verwijzing naar die gemeenschappelijke overtuiging en het gemeenschappelijke belang. Het laatste speelt zeker mee. Je moet er tenslotte zelf ook nog beter van worden; ‘een win-winsituatie’. Samenwerking ontstaat niet vanzelf. Je staat samen ergens voor. Het komt van onderop. Collega’s zien het belang ervan in samen een project aan te pakken. Het betekent ook dat je bereid bent je eigen tijd erin te steken, bijvoorbeeld voor het schrijven van het voorstel. Reken er niet op
dat de organisatie alle tijd compenseert! Vanuit het belang van de zaak maak je je daar niet echt druk om. Een etentje samen om te vieren dat het projectvoorstel is ingediend. Prima! Een etentje om je frustratie te delen als het voorstel wordt afgewezen. Nog belangrijker! Samenwerking betekent ook samen verwerken. Goed samenwerken betekent op je collega’s aan kunnen, waardoor je met plezier en gemotiveerd je werk kunt doen. Dat heb ik de afgelopen 35 jaar veel ervaren.
‘Goed samenwerken, betekent op je collega’s aan kunnen’
81
Face tot face
“Ik werk toch al goed samen. Ik zit een paar uur per week in vergadering. En daarnaast zit ik ook nog in werkgroepjes. Meer tijd heb ik ook niet, want ik zit helemaal vol en moet ook nog mijn gewone werk doen.” Realisme of cynisme? Het is niet altijd makkelijk. Afgelopen vrijdag vroeg iemand aan mij: “Wie ben jij eigenlijk?”, waarop ik antwoordde: “Die man die jij net een mail hebt gestuurd.” Vervolgens hebben we leuk gepraat en ik weet zeker dat we elkaar in het vervolg weten te vinden. Deze contacten komen soms vanzelf, maar als je gaat zitten wachten tot de ander het doet, loop je kansen mis. Als je iemand face to face hebt gezien, worden je mailtjes niet zo snel meer ‘verkeerd’ geïnterpreteerd. Ik werk met mensen over de hele wereld, en taal is alleen een probleem als je elkaar niet wilt begrijpen. Verschillen verdwijnen als sneeuw voor de zon als je elkaar een keer gezien hebt. Ik wil iedereen oproepen tijd en energie te steken in het ontmoeten van anderen. Loop eens binnen in een kamer van iemand die je nog niet of alleen van gezicht kent. Iedereen
82
wil graag vertellen over wat hij of zij doet. Spring in de auto of de trein naar Wageningen, Velp of Leeuwarden om die persoon met wie je al zo lang mailt, nou eindelijk eens te zien. Medewerkers van F&C, HRM, M&C etc, ga structureel langs bij de mensen voor wie je als facilitaire service aan het werk bent. Directie, ga door met jezelf te laten zien. Een organisatie is niet een of ander ‘boos’ mechanisme. Een organisatie is een verzameling van mensen die samen een bepaald doel en resultaat nastreven. Keyword is hier mensen. Van die individuen die allemaal hun eigen belangen hebben, hun sterke en zwakke punten, hun onhebbelijkheden, hun geniale ingevingen, hun steun, hun verraad, hun verdriet en hun humor. Toch is er niets zo lekker als het besef dat je niet alleen staat en dat je samen wat bereikt hebt.
‘Een organisatie is geen ‘boos’ mechanisme. Het keyword is mensen’
2 februari 2009 Steven Starmans Program Manager VHL International Projects
83
Eerste kievitsei-gevoel
Op 12 februari, lesweek 2, kwamen we als examencommissie van de opleidingen in Wageningen bij elkaar. Aan het einde van lesweek 3 moeten de resultaten in 12 Use staan. De bekende 15 werkdagen zijn dan om. Als examencommissie starten we in week 2 met de inventarisatie van de binnengekomen resultaten. Zo ook deze keer. Tot nu toe is dit het moment om te constateren of een ieder op schema zit of dat er problemen te verwachten zijn. Onze verbazing was echter groot toen de secretaris van de examencommissie de eerste resultaten al voorlegde. In week 2 waren de resultaten van de eerste major al helemaal bekend. Fantastisch resultaat door dit majorteam. Dit team had met elkaar afgesproken om de resultaten snel beschikbaar te hebben. Zij hebben met elkaar goede afspraken gemaakt over de assessments en zijn vervolgens hard aan het werk gegaan met de planning, de assessments en de criteria. Deze samenwerking en gezamenlijke focus hebben ervoor gezorgd dat ook werkelijk alle assessments voor de studenten van deze major op tijd zijn beoordeeld.
84
Ik kreeg er het eerste kievitsei-gevoel bij. Bij mij is dat eerste kievitsei-gevoel ontstaan toen een jongen uit mijn dorp het eerste kievitsei van Friesland vond. Ik herinner me nog dat het mij een gevoel van verbinding en trots gaf. Zo van ‘dat doen we gewoon in ons dorp’. Cijfers op tijd, dat doen we gewoon.
‘Cijfers op tijd, dat doen we gewoon’
2 maart 2009 Geartsje Oosterhof directeur Wageningse opleidingen
85
Added Value
A change is as good as a break or a break is as good as a change. Whichever way you want to use the proverb, in both cases it expresses a way to combine relaxation and challenges in your work at Van Hall Larenstein. Although the column may seem to start as an advise how to upkeep your fun in your work it is written to highlight the core value cooperation. When I joined the Fair Trade Management team in Wageningen two years ago the potential of the course charmed me like a magnet. Head over heels I plunged into it: what a challenge to re-start the former Tropical Agriculture course in Deventer. The course had made a short emergency stop being baptized as Agri-Systems Management, housed in a temporary building on the Mansholtlaan in Wageningen. It was as good as dead. Now we have built a very strong Workfield Committee of 10 professionals around the curriculum; professionals that are strongly committed to the cause of creating sustainable market opportunities for farmers in ‘the South’. And it starts to catch on. Student numbers are rapidly growing and
86
the network of the course explosively expands. Teamwork and confidence in each other have proven to be the way forward. The character of this cooperation is lack of fear, wish to question on and be inquisitive. A strong faith that cooperation will balance out the differences within the team. And above all: Do away with cynicism. The team involves also students with whom we had a major ‘End of the year Party’ including next years’ subscribers. They were sent out in Wageningen with a bottle of Fair Trade wine and challenged to ‘trade’ their product three times and ‘add value’. The pub we agreed to meet in afterwards was crammed with second hand stuff and enthusiastic stories!
‘Teamwork and confidence in each other have proven to be the way forward’
6 juli 2009 Jos van Hal Course coordinator Fair Trade Management/ASM Wageningen
87
In goede en slechte tijden
Vrijdagochtend 3 december stond ik bij het Vraagpunt in Velp te wachten op collega Anouk om op weg te gaan voor een bezoek aan VHL Leeuwarden. En plotseling: Crisisberaad op het Onderwijsbureau! En wij maar denken ‘Wat is er nu weer aan de hand?’ een beetje hilarisch en tegelijk nieuwsgierig. Op pad met de auto en onderweg met elkaar debatteren over de vraag waarom we niet met de HAN zijn gefuseerd. Tenslotte is de afstand VHL Velp naar de HAN rechttoe-rechtaan ongeveer 500 meter. Een stuk minder ver dan naar Leeuwarden. Na een kleine twee uur reizen, een twee uur durend nuttig gesprek, een gratis soepie en weer een kleine twee uur terug, weer bij dezelfde Vraagpuntbalie in Velp. En nu wilde ik het weten, het crisisberaad op het Onderwijsbureau. De schok kwam hard aan, verdovend zelfs. De zoon van Marianne (hoofd Onderwijsbureau) is gisteren overleden. Een regelrechte ramp. Veel van ons zullen kinderen in dezelfde leeftijdscategorie hebben en je moet er echt niet aan denken dat zo iets ergs je overkomt.
88
Dat gun je niemand, zelfs je ergste vijand niet. Ik moest denken aan waarom we vanmorgen naar Leeuwarden gingen en aan de minder positieve opmerkingen die je dan toch in een gesprek weer hoort over afdelingen en mensen. Het ondergrondse geluid tegen de sessie VHL Vooruit, Martin Jansen die weg is. Allemaal zaken die gebeuren, maar soms zo, zo onbelangrijk zijn! De zoon van Marianne is er niet meer. Bij de kernwaarde Samenwerken hoort voor mij ook een stuk saamhorigheid, eenheid, elkaar niet laten vallen maar juist steunen. In goede en slechte tijden. Ik hoop dan ook dat Marianne, naast bij vrienden en familie, ook steun vindt bij haar collega’s, en niet alleen die van het Onderwijsbureau.
‘Bij samenwerken hoort saamhorigheid, eenheid, elkaar steunen’
7 december 2009 Dick Timmerman docent en opleidingsvoorlichter Land en watermanagement stagecoördinator Bos en natuurbeheer Velp
89
Ondernemend Wij zijn toekomstgericht en steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen, mogelijkheden en (commerciële) kansen. We zijn innovatief en nemen initiatieven. Gericht op resultaat. Zowel intern als extern
Concreet afspreken hoe je ondernemend kan zijn in je werk
Froukje Mosterman is in Leeuwarden docent Bedrijfskunde en geeft Bedrijfskunde en agribusiness bij de International Business and Management Studies (IBMS), een opleiding van de drie Noordelijke Hogescholen. Hoe is zij ondernemend?
Laat ik voorop stellen dat ik mijn werk leuk vind. Ik ga geen dag naar mijn werk met een rotgevoel. Ik ken dat gevoel uit het verleden en dan duren de dagen lang. Hier vliegen ze voorbij. Ik heb een enorme vrijheid om mijn werk in te vullen. Eigenlijk heb je een eigen kleine onderneming binnen de school. Natuurlijk werk je in een team. Maar je kunt doen wat
je goed dunkt voor je lessen. Zo organiseer ik regelmatig excursies. Ik probeer altijd uit die contacten met bedrijven een gastspreker of opdrachten voor studenten te ‘slepen’. Door zo het initiatief te nemen zien studenten dat het zo werkt. Dat spreekt hen aan. Dat zie ik aan de cijfers die studenten geven in de evaluaties. 91
Synergie Ik vind het leuk om nieuwe dingen te ontwikkelen, zoals de assessments die we tegenwoordig gebruiken aan het einde van het eerste jaar Bedrijfskunde en agribusiness. Studenten doen veel groepsopdrachten. Hoe controleer je nou of zo’n student zelf voldoende competenties heeft ontwikkeld? Ze krijgen daarom aan het einde van het eerste jaar de opdracht: Bedenk een nieuw product of dienst voor de agrarische sector. Hiervoor moeten ze opgedane kennis toepassen zoals omgevingsanalyses maken, kostprijs berekenen, marketing, doelen stellen. Deze methode om studenten te beoordelen wordt nu ook gebruikt door de IBMS. Ik probeer altijd wel synergie te creëren en in een internationale context te denken. Je hebt als docent namelijk maar beperkt tijd om nieuwe dingen op poten te zetten. Slagroomtaartenrace Naast module- en PR-coördinator voor Bedrijfskunde en agribusiness ben ik sinds kort ook trekker van de major Foodmarketing & Retail; een major die nieuwe impulsen nodig heeft. Hiervoor heb ik samen met een collega een workshop 92
‘Slagroomtaartrace’ ontwikkeld. We gaan met die workshop langs HAVO-scholen om studenten te werven. Scholieren moeten zelf de ingrediënten voor de slagroomtaart verdienen door vragen te beantwoorden die laten zien wat je leert in de opleiding. ‘Wat zit er in een slagroom taart? Wat is de kostprijs van die ingrediënten? Hoe lang kan je slagroom bewaren?’ We hebben nu jaarlijks 3 tot 4 studenten en dat moet omhoog naar minimaal 25 per jaar, anders is de major niet rendabel. Minisymposia Sinds twee jaar organiseren we bij Bedrijfskunde en agribusiness ieder jaar samen met Osiris een minisymposium. De studenten worden verplicht te helpen bij het programma. Ze krijgen er studiepunten voor. Ze bouwen zo kennis op over onderwerpen en moeten contacten leggen. Dat is één van de vele manieren waarop we het bedrijfsleven bij onze opleidingen betrekken. Ik maak ook graag gebruik van exstudenten als sprekers op zo’n symposium of voor gastcolleges. Zij willen graag met de huidige studenten hun ervaringen uit het bedrijfsleven delen.
Filmpjes In Leeuwarden ben ik begonnen met filmpjes tijdens de colleges. Je kan tegenwoordig op ‘Uitzending gemist’ zoeken naar TV-uitzendingen die bij de stof passen; een onderwerp uit Netwerk of een uitzending over Cradle to Cradle. Je had ook zo’n programma van de KRO ‘De toekomst is nu’ over vergrijzing en over technologieën over 20 jaar. De onderwerpen worden vaak zo goed uitgelegd en gevisualiseerd, dat lukt je zelf niet in je les. Na een uur college dreigen studenten toch in slaap te vallen. Met een filmpje blijven ze ‘bij de les’. Studenten vinden het prachtig, het sluit goed aan bij de YouTube-cultuur. Het onderwerp staat meteen goed op hun netvlies en je kunt met je les daarbij aansluiten. Het werkt, want collega’s nemen het over. Meeslepen Natuurlijk zit niet iedereen hetzelfde in elkaar. Ikzelf vind de eigenschappen betrokkenheid en pro-actief zijn belangrijk, ook bij nieuwe teamleden. Dat ze inspelen op dingen die ze zien en dat ze willen investeren. Als je zelf positief bent, heeft dat ongetwijfeld effect op anderen. In een team
heb je natuurlijk altijd mensen die afwachtend zijn en die niet staan te springen bij veranderingen. Maar meerdere ondernemende mensen in een team slepen de rest wel mee. Je moet een pool met mensen hebben die vooruit willen. Het is belangrijk om dat soort mensen te behouden, ook al zitten ze nog niet zo lang bij de club en hebben ze geen vast contract. Meer profijt Om in de toekomst meer profijt van de kernwaarden te hebben, moet je die waarden serieus onder de aandacht brengen. Je moet medewerkers er op aanspreken en met ze bespreken hoe zij ondernemend kunnen zijn in hun werk. Die afspraak moet je concreet maken en vervolgens doelen stellen. Bijvoorbeeld: Het komende jaar twee symposia organiseren. Volgens mij moet je mensen ook belonen als zij positief opvallen. Het is nu soms nog wel erg vrijblijvend. Als je de kernwaarden niet concreet maakt, blijven die waarden boven ons hangen en pakt iedereen ze naar behoeven op.
93
94
Stop de verbouwing, studenten de school uit!
de stimulerende rol hebben om een proces verder te helpen. Het initiatief moet uiteraard van belanghebbenden uit het gebied komen, anders wordt het een feestje van de school.
Ik heb een lastige eigenschap: ik heb teveel ideeën voor elke dag. Dat is vooral lastig voor mijzelf, want niet elk idee kan aandacht krijgen en rijpen. Gelukkig vergeet ik ook weer veel, zodat ik in balans blijf. Af en toe krijg ik zo’n impuls van buiten dat de ideeën over mijn schoenen lopen. Zo’n impuls was een plaatje uit de PowerPoint van de Strategie en Visie groep Onderwijsconcepten: ‘Concept of Communities’. Ik herken heel veel in dat plaatje en ik zie dat concept als kansrijk. Als docent Plattelandsontwikkeling kom ik tal van lokale en regionale communities tegen die erg bereid zijn om studenten en docenten een plek te geven in hun eigen zoekproces naar gebiedsontwikkeling. In het ideale geval leveren scholen diensten op het gebied van onderzoek, procesadvies en soms zelfs procesondersteuning. Buitenstaanders (zoals een school) kunnen
En nu kom ik weer op dat plaatje uit: daarin staan precies de succesfactoren die in die samenwerking met gebiedspartners nodig zijn. Ik zoom even in op een paar van die factoren: 1 Je draagt bij: als docenten en studenten hun eigen kracht ontdekt hebben als kennismakelaar, dan dragen ze echt bij. Dat betekent wel dat ze ook echt de school uit moeten, de telefoonangst overwinnen en contacten gaan leggen en onderhouden. Vooral dat laatste zie ik als een ondergewaardeerde competentie: effectief communiceren, werken aan een goede sfeer, inlevingsvermogen, de goede toon weten te treffen, aandacht hebben voor een ander. Hierin moeten we elkaar en studenten beter opleiden. (Cursus Relatiebeheer voor docenten? Weer zo’n idee!). Bovendien moeten we de mediatheek weer zo ongezellig maken dat de studenten liever buiten de school in zo’n dorpshuis of werkplaats in
een gebied aan de slag willen gaan. (Stop de verbouwing in Velp! Veel te gezellig! Weer zo’n idee!). 2 Je hebt verantwoordelijkheid: één van de allermoeilijkste punten van gebiedsprocessen is het effectief delen van informatie en het goed overdragen van informatie na het project. Ik zie zo vaak dat er in een gebiedsproject weer bij nul wordt begonnen door een nieuwe ploeg studenten en docenten, en dat alles weer uit ieders handen valt als de studietijd er op zit. Overdracht, documentatie, het ontsluiten van gebiedskennis is een echte kunst. (Cursus Kennismanagement voor docenten? Weer zo’n idee!). Ik ben gefascineerd door websites die sociale netwerken mogelijk maken. Ik wil als experiment zo’n netwerksite aanbieden, als anarchistisch bottom up instrument om ons eigen denkproces te stimuleren. Er is zoveel creativiteit in de organisatie, maar ik zie geen goede kennisdeling. Surf naar http://vhlvooruit.ning.com. Draag bij en neem verantwoordelijkheid…en plak dit motto boven je bureau: Ik communiceer, dus ik besta!
‘Plak dit motto boven je bureau: Ik communiceer, dus ik besta!
2 november 2009 Daan van der Linde docent Plattelandsontwikkeling Velp
95
Kansen voor ondernemend Nederland
‘Waar problemen zijn, zijn kansen’
18 mei 2009 Hendrik Boekhoud Training en Consultancy Leeuwarden
96
‘Ganzedorp will be bulldozed!’ stond er vorig jaar in de internationale pers. Ganzedorp, een klein dorpje in Oost-Groningen; 57 huizen, waarvan een aanzienlijk deel onbewoonbaar, en één molen. Een wethouder trekt conclusies uit wat al een aantal jaren gaande is. Noordoost Nederland ontvolkt. Bewoners trekken weg en dan vooral de jongeren. Geen passend werk, weinig te beleven. Huizen staan leeg, verpauperen. Niet het dorp maar de onfortuinlijke wethouder moest wijken. Journalisten wisten met behulp van oom Tom het dorp te vinden. Dankzij de wethouder kreeg het dorp volop mediaaandacht en daarmee werd ook het maatschappelijke probleem maar weer eens op de kaart gezet. De rust werd voor even verstoord. Journalisten en sensatiezoekers bevolkten de straten tot grote ontsteltenis van de bewoners.
De rust is wedergekeerd maar voor hoe lang? Mei 2009 is het probleem van ontvolking weer in het nieuws. Geld is er nodig om de dorpen leefbaar te houden, staat in de media te lezen. Veel geld, maar waar vandaan? Oost-Groningen is arm gebied. Tenminste volgens de Nederlandse normen. Maar volgens de normen van Europa is Oost-Groningen cynisch genoeg heel rijk en komt men daar niet in aanmerking voor Europese subsidies die kansarme regio’s in Europa moeten ondersteunen. Aardgas is de boosdoener. Het gas, waar Nederland zo rijk mee is geworden, diep onder de grond ook bij Ganzedijk, telt mee in de beoordeling van Europa en maakt de Ganzedijkers nog armer.
decor zijn voor een moderne western. Het werd toch al tijd om cowboyfilms van een modern jasje te voorzien. Noordoost Groningen, het Hollywood van de 21e eeuw? Kansen voor ondernemend Nederland? Ik hoop toch van niet! Op mijn wekelijkse trainingstocht door het Ol-dambt (let op de uitspraak!), is het net alsof ik in een film fiets. Slochteren, de Blauwe stad, Finsterwolde, Ganzedijk. Dorpen die dankzij de politiek op de kaart staan. Het is net alsof ik door een geschiedenisboek rijd. Ieder dorp een eigen bladzijde, een eigen verhaal. Bij ieder plaatsnaambord slaat de bladzijde om. En hier kun je nog ongehinderd om je heen kijken. Er is namelijk nauwelijks verkeer en dat wordt dankzij de ontvolking steeds beter.
Maar waar problemen zijn, zijn kansen. Waarom kwamen mensen ook al weer in Noordoost Groningen wonen? Vanwege de rust en ruimte toch? Een ijzersterk argument! Misschien kan er meer van de aardgasbaten worden afgeroomd om de rust en ruimte te versterken. Opkoopregelingen voor buurmans huis is misschien nog niet zo’n gek idee. Dorpen half leeg. Spookdorpen. Het zou een mooi 97
Meer dan simpelweg lessen verzorgen
Een column over een van de kernwaarden van Van Hall Larenstein. Klantgerichtheid, professionaliteit, plezier, ruimte voor talent en groei, samenwerken, ondernemend. In mijn ogen kernwaarden die elkaar ook voeden en die, niet afzonderlijk van elkaar, staan voor de activiteiten van deze instelling. ‘Ondernemend personeel van Van Hall Larenstein biedt ruimte voor talent en groei. Met plezier samenwerkend aan de professionele en klantgerichte uitstraling van een ondernemende hogeschool en zijn studenten.’ In de vijf jaar die ik nu werkzaam ben binnen de hogeschool heb ik gezien hoeveel meer wij doen dan simpelweg lessen verzorgen. Vanuit alle opleidingen wordt ook naar buiten gekeken en wordt de arbeidsmarkt bij de studies betrokken. Gastcolleges, excursies, stages, maar ook Research & Development-projecten. Studenten krijgen hun hele opleiding te maken met het werkveld en kunnen zich dus een beeld vormen van de beroepspraktijk. Ze krijgen de kans om samen met docenten, POA’s, projectingenieurs en werknemers van diverse ondernemingen,
98
te werken aan actuele vraagstukken verwerkt in uitdagende opdrachten. Door deze werkwijze van de hogeschool kunnen veel studenten na hun opleiding direct aan het werk, vaak zelfs bij de bedrijven waar ze hun afstudeeropdracht hebben uitgevoerd. Zij houden vervolgens weer contact met hun ‘oude’ opleiding en faciliteren zo voor de nieuwe studenten opnieuw alle bovenstaande mogelijkheden. Zo is de ondernemendheid van VHL iets dat energie kost, maar ook energie geeft, om met veel plezier nog lang op deze weg door te gaan.
‘Ondernemend zijn kost energie, maar geeft ook energie’
13 maart 2009 Marco Bosmans docent Life Sciences & Technology (Forensic Sciences) Leeuwarden
99
Jeuk aan mijn kernwaarden
Soms krijg ik jeuk aan mijn kernwaarden. Ik had het laatst nog, toen ik in de column van Igor Bennik las dat medewerkers van VHL bang lijken te zijn om hun mening of gevoel te uiten over de kernwaarden. Daar zou je problemen door kunnen krijgen met het management. Als ik zoiets lees begint het bij mij te kriebelen. Kunnen kernwaarden eigenlijk gevaarlijk zijn? Neem de kernwaarde ‘Ondernemend’. Voor mij betekent ondernemen: iets doen wat je nog niet eerder deed, risico durven nemen en besluitvaardig zijn. Een echte ondernemer ziet dingen die een ander niet ziet. Zoals bij een psychose. Je moet er eigenlijk een beetje gek voor zijn. Toch kom je ze weinig meer tegen, echte ondernemers, vandaag de dag. Ook niet bij VHL. Eerder wel. Ik heb de manager nog gekend die het aandurfde om in 1992 de opleiding Diermanagement zo te noemen en te starten. Hij trok zich niets aan van de alom aanwezige scepsis en het hoongelach. Zoals het een echte ondernemer betaamt. Hij nam een groot risico. Maar de opleiding bleek een succes en werd een kernwaarde op zichzelf. Nog steeds. Met dank aan de
100
CvB-er die altijd met innovatie bezig was en risico’s nam. Om diezelfde reden sneuvelde hij echter in 1996, bij de slag om het Herenakkoord. Later is hij voor zichzelf begonnen. Als ondernemer. Ook was er eens een manager bij VHL die een ultieme uitdaging zag in het opzoeken van de grenzen van de wet en de bekostigingsregels. Dat is strategisch handelen en hoort bij het vrije ondernemerschap in het HBO, was zijn oprechte overtuiging. Hij kwam met creatieve oplossingen voor het inschrijven van buitenlandse studenten en met een innovatieve U-bochtconstructie voor kortdurende kop-opleidingen. Dat leverde meer studenten op en een fors hogere omzet. Maar ook een groot risico, zoals later bleek toen deze ondernemingsgeest door anderen als HBO-fraude werd aangemerkt. Wat het niet was. Zijn initiatief was wel in strijd met de toen geldende interpretatie van de regels. De regels werden naderhand aangepast. Maar toen was de manager er al op gesneuveld. Ondernemingszin in het HBO kan dus best gevaarlijk zijn. Maar misschien is dat juist het meest aantrekkelijke aan deze kernwaarde.
’Een echte ondernemer ziet dingen die een ander niet ziet. Zoals bij een psychose’
29 juni 2009 Hans van Bemmel Finance & Control Leeuwarden
101
Inspiratie bij werkconferentie VHL Vooruit
‘Mensen gingen energieker en met meer vertrouwen naar huis’
16 november 2009 Ivonne de Moor docent Onderwijs- en voorlichtingskunde Wageningen
102
Ondernemend is misschien wel de kernwaarde die het meest past bij de werkconferentie VHL Vooruit, die we vorige week besteedden aan de strategie van VHL. Toekomstgericht, zeker, daar gaat het over bij de strategie. Maar ondernemend is ook: op zoek naar nieuwe mogelijkheden en kansen. Innovatief zijn, initiatief nemen, durven te denken buiten de bestaande kaders. Spannend was het wel: de beide ontwikkelteams hebben plannen gemaakt, lijnen uitgezet. Lijnen die we vrijdag de 13e voorlegden aan een grotere groep collega’s. Docenten, stafleden, MT, teamleiders konden allemaal meedenken door mee te doen aan vier (van in totaal acht) workshops. Lijnen en plannen die door sommigen als ‘oud nieuws’ worden gezien, en voor anderen op punten bedreigend lijken. Hier en daar zijn de plannen nog niet concreet
genoeg, daarom wilden we juist input van veel mensen. Elders roepen medewerkers juist dat ze niet gehoord zijn. Poeh, het is ook nooit goed! Of toch wel? Als lid van een van de ontwikkelteams was ik op donderdag al druk met de werkconferentie. Gaande de dag kwam er steeds meer een besef dat we een belangrijke dag aan het voorbereiden waren. En vrijdag bij binnenkomst: Wow! Borden met ‘Werk in Uitvoering’. Ik realiseerde me dat er echt veel mensen bijeen waren in Velp, die allemaal willen werken aan een betere toekomst voor VHL, voor onze studenten en toekomstige studenten. Ik hoorde tijdens workshops inderdaad hier en daar een kritisch ‘wat is er nou nieuw aan dit idee?’ of ‘ik herken mezelf niet in de docent die hier wordt geschetst, ik ben al veel verder’.
kansen!’ De ene waarheid sluit de andere niet uit, maar volgens mij gingen de meeste mensen energieker en met meer vertrouwen weer naar huis dan toen ze ’s ochtends aankwamen. En dan degene die halverwege de middag hijgend aan kwam rennen: ‘Ik kom net uit Leeuwarden, want ik moest vanochtend nog een module opstarten. Maar ik wil nog graag meedoen!’ Die collega maakte mijn dag.
Maar er waren ook andere momenten. De collega’s die zeiden: ‘laten we alsjeblieft deze kans aangrijpen om het nu écht anders te doen, we moeten niet bang zijn om keuzes te maken’. Of: ‘een aantal zaken gaat nu zo slecht, dus al jullie voorstellen bieden 103
Colofon Teksten Diverse medewerkers Hogeschool Van Hall Larenstein Liesbeth Idema (Wageningen UR, Communication Services) Judith Pierik (Van Hall Larenstein) Fotografie Guy Ackermans, Wageningen (p4, p17) Ton Valk (p57) Herman Schulte (Van Hall Larenstein) Igor Bennik (Van Hall Larenstein) Grafisch ontwerp en opmaak Wageningen UR, Communication Services Druk Rikken Print, Gendt
104
Agora 1, Leeuwarden telefoon (058) 284 61 00 Larensteinselaan 26a, Velp telefoon (026) 369 56 95 Droevendaalsesteeg 2, Wageningen telefoon (0317) 48 62 30 www.vanhall-larenstein.nl