Verzamelde Cauïstiek GGzE Dhr D. Geboortejaar 1958. Overleden 2009 Doodsoorzaak: nierinsufficiëntie als gevolg van medicijngebruik. We hebben meneer hier op onze afdeling verpleegd tot zijn dood. Nierdialyse was niet mogelijk bij meneer door zijn, zeer ernstige, psychische nood. Wij zij als afdeling niet ingericht voor somatische verpleging, dus naarmate de ziekte vorderde stonden we soms wel voor uitdagingen. Door de nierinsufficiëntie liep zijn ernergiepeil terug naar het nulpunt. We moesten hem voeren, drinken geven, verschonen, helpen bij plassen, alle handelingen. Menneer was behoorlijk zwaar dus we kwamen taken tegen die we niet gewend zijn hier; tillen, draaien. Maar ook bijvoorbeeld laten douchen; 2 mensen die hem moesten ondersteunen en een derde die hulp bood, plus een dikke meneer. Hoe kom je dan een klein douchecelletje in en uit? Zorg rondom medicatie en dergelijke gebeurde onder leiding van de internist. Pijnbestrijding kwam pas in het allerlaatste stadium. Dat is door de arts goed opgepikt. Waar we erg tegenaan liepen was het gebrek aan tijd. De zorg nam zoveel tijd in beslag dat we in de knoei kwamen met de zorg voor andere mensen. ‘s Avonds staan we vaak met 2-en op 12 cliënten. Veel individuele kamerprogramma’s. Als we dan met zijn 2-en bij D. bezig waren, was de rest van de afdeling alleen... Ik kan me herinneren dat er een helpende is aangevraagd, maar zover is het nooit gekomen. Ik vind het belangrijk omdat dat mischien wel een verbeterpunt kan zijn; de terminale zorg neemt nu eenmaal veel tijd in beslag. Bovendien is gewoon even bij iemand zitten die stervende is, toch wel het minste...
Eerste casuïstiek bespreking Marlie Spijkers De regenboog en netwerk PTZ zuidoost Brabant • Casuïstiek bespreking, Marlie Spijkers, Team Psychotische stoornissen - Katrien Hendriks - Jan Iemants - Grace Belliot (verpleegkundige) - Caroline (SPH-er) - Normaal Geestelijk verzorger, nu niet... - Koen van Dijk (assistent verpleegkundige) Iedereen was zeer content. Zeker op het gebied van medicatie stoppen en pijnmedicatie. Behandeld arts was zelf niet goed op hoogte van alle mogelijkheden en handvaten, tips zijn allemaal helemaal overgenomen. Was ook niet helemaal goed voorbereid. Kregen door dit bezoek echt een andere optiek, was van grote toegevoegde waarde. Alleen al omdat men nu weet dat diverse zaken goed en volgens de richtlijnen geregeld zijn. Waaronder ook tip om drank te verdikken zodat iemand geen aspiratie pneumonie zou krijgen. Contra-indicatie voor zuurstof met de boodschap dat morfine verhoogd kan worden als er benauwdheid optreedt. Verruimd ook de luchtwegen waardoor dit kan afnemen. Ook afspraken gemaakt met betrekking tot Niet Reanimeren. Kan in dit geval niet goed met cliënt besproken worden. Deze loopt nog tegen alle verwachtingen en schijnbare mogelijkheden alsof hij gezond is over het terrein. Ziekenhuis heeft echt aangegeven dat het in de laatste fase is (men spreekt van weken niet meer van maanden, groot en uitgezaaid longtumor). Geestelijk verzorger neemt de organisatie van de uitvaart op zich. Etnische dilemma’s Situatie: Slecht huwelijk, man heeft veel verpest door levensstijl. De uitvaart bespreken heeft bij hem geen zin want hij zegt dat het goed met hem gaat. Bedienen, in de laatste levensfase liefst zo laat mogelijk. Niet te plannen want het gaat allemaal prima met hem • Hij wil wel bij zijn ex-vrouw begraven worden. Zoon wil dit niet en ex-vrouw maar weten van familie ook niet. • Hij wil een uitvaart in een grote kerk in Geldrop waar hij ooit getrouwd is. Verwachting is dat er dan maximaal 10 personen zouden komen. Uitvaart op Landgoed De Grote Beek zou naar menig van geestelijk verzorger veel waardevoller zijn. Dan kunnen medecliënten ook komen. • Man wil begraven worden, maar dit wordt naar waarschijnlijkheid een ‘onkruid graf‘, crematie lijkt betere optie... • Zoon komt ook niet op begrafenis • Contact wordt hierover met zus opgenomen, deze wil wel informatie maar niet organiseren of regelen. Dilemma Roy: wie moet er opdracht geven voor de uitvaart? Degene die de opdracht geeft wordt vaak aansprakelijk voor kosten gesteld. Dit door de begrafenis ondernemer. Wie betaalt de kosten van de uitvaart op het moment dat een cliënt niets of niemand heeft? Of, namens wie kan er getekend worden, is hier iets over duidelijk? Zodat niet iemand hier persoonlijk aansprakelijk voor kan worden gesteld. • Katrien Hendriks geeft mij: - Namen voor casuïstiek bespreking: - Rudy Barteling - Monique... - Dossier van netwerk rondom PTZ inclusief telefoonnummers
Dhr. A.B. overleden in augustus 2006, op 37/jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker. Dhr. A.B. is ongeveer ruim een jaar voor zijn dood gediagnosticeerd met darmkanker. Hij kreeg een rectumamputatie en een stoma. Daarvoor is hij opgenomen geweest in het Catharina-ziekenhuis, ongeveer 6 weken. Die opname was onvermijdelijk, maar maakte ons wél duidelijk dat we A. het meeste zouden helpen als we hem op onze afdeling zouden kunnen verplegen! Door zijn paranoïde schizofrenie was een opname in het ziekenhuis met alle vreemde apparatuur en vreemde mensen voor A. een ware hel. Oo de afdeling hebben we hem in eerste instantie begeleid met het omgaan met het stoma, Dat leverde veel, onhygiënische, toestanden op. A. werd erg achterdochtig van het stomazakje en accepteerde het ternauwernood. Daardoor trok hij het te pas en te onpas van zijn buik en liet het vallen waar hij stond. Van pijn was op dat moment geen sprake, of in elk geval melde A. dat niet! Klagen hoorde niet bij hem. In een later stadium gaf A. wél pijn aan en was het ook zo hevig dat hij niet meer op de afdeling wilde blijven, hij wilde in de separeer. Daar kon hij zich laten gaan in zijn pijn; en dat deed hij ook; hij schreeuwde het van zich af! In dat stadium liepen we er vooral tegen aan dat we bij de arts om pijnmedicatie gingen vragen en die niet kregen! Als de arts kwam, wat ook niet vaak was, vroeg hij aan A. of hij pijn had. A. ontkende dat; hij was achterdochtig t.o.v. de arts. Daardoor kwam er dus geen medicatie. Tegen ons gaf A. wél aan dat hij pijn had, maar dat was voor de arts geen reden medicatie voor te schrijven. Tot in het allerlaatste stadium werd A. de nacht ingestuurd met 2x 500mg paracetamol. Zo’n elf dagen voor A’s dood kon hij opeens niet meer lopen. Hij zakte door zijn benen en bleef vanaf toen veel in bed. Hij gaf veel hoofdpijn aan, schreeuwde het uit van de pijn. Hij is nog naar het ziekenhuis gebracht voor een scan van zijn hoofd, waaruit bleek dat hij een enorme tumor in zijn hoofd had. Uiteindelijk heeft A. de avond voor hij stierf morfine gekregen. De volgende dag om 18 uur is hij overleden. De laatste uren had hij nog vreselijke pijn, wat daarbij tegenviel was dat verpleging moest aangeven dat de morfine opgehoogd moest worden, de arts was hierbij zeer terughoudend. Dhr A. was duidelijk in zijn laatste fase, te herkennen aan de Kussmaul ademhaling, maar daarnaast nog steeds heel onrustig, vanwege de pijn. Arts was bang dat Dhr. A. zou stoppen met ademen wanneer de morfine opgehoogd werd.
Het verhaal van meneer B In het communicatieschrift staat: Meneer B, 78 jaar, sinds 1988 opgenomen. Bij de patiënt is vorig jaar kanker geconstateerd. Een maand geleden verergerden lichamelijke klachten en is B. twee weken in het ziekenhuis opgenomen. Hij komt thuis om te sterven en wordt op de palliatieve unit opgenomen. In het schrift staat: De psychische kant van meneer B baart zorg. In het ziekenhuis was hij helder. Alle medicatie voor zijn stoornis is gestopt. Thuis was hij weer onrustig. De medicatie is hervat en zijn emoties zijn afgevlakt. Er is moeilijk contact te krijgen. Hij zegt overal nee op, onduidelijk is of hij dan ook nee bedoelt. De vraag is, wat betekent het nee van de cliënt. Soms lijkt hij fysiek heel goed, soms heel slecht. Het is druk op de afdeling, zonder de hulp van de dochter zou het heel moeilijk zijn. Bij de ondersteuning van meneer B merkt de verpleging op dat het alleen liggen voor meneer B te belastend is voor hem en voor henzelf.
Rol mantelzorg De dochter van meneer B komt regelmatig en masseert hem, dat helpt hem zichtbaar. Er moet opgepast worden dat de draaglast van de dochter niet groter wordt dan haar draagkracht.
Taken vrijwilliger Bij meneer zitten, naar gelang de behoefte voor korte of wat langere tijd. Er zijn voor de dochter, zodat zij stoom kan afblazen. ‘Er zijn’ tijdens de piektijden, waarin de verpleging het druk heeft: etenstijden, ADL verzorgingstijden, teamoverleg en overdracht.
Zwaarlijvige man van 64 jaar Bekend met angsten en bang zijn onafhankelijkheid kwijt raken. Wat in eerste instantie leek als een hersenbloeding met uitval rechts bleek een hersentumor te zijn die amper te behandelen viel. Verval zette snel door: afasie, halfzijdig rechts volledig verlamd. Hij zat eerst nog in een rolstoel maar dit ging al snel niet meer, werd bedlegerig, moest vervoerd worden en volledig verzorgd. Wat daarbij een probleem was waren zijn angsten, was bang voor draaien in bed en stribbelde dan tegen. Door afasie moeilijk contact te krijgen wat de heer behoorlijk frustreerde evenals het gevoerd worden. Probleem met name in de zorg: • Door zwaarlijvighied/angsten complexe zorg • Kamer te klein om met twee personeelsleden de zorg te geven • Ligging aan gang, wilde deur open • Bed kon niet naar huiskamer Wat daarbij steeds blijkt is het idee dat we achter de feiten aanlopen, het duurt te lang voor er adequaat gereageerd wordt bijvoorbeeld, rolstoel, aangepast bestek, pijnbestrijding. Samenwerken met diverse diensten kan beter.
Casuïstiek Dhr. S. Dhr. S is een cliënt die lange tijd binnen de instelling verbleef en die erg gehecht was aan zijn autonomie. Hij wilde altijd alles zelf doen en zelf zijn beslissingen nemen. In juni 2007 werd hij getroffen door een CVA, waarbij hij een groot deel van zijn zelfstandigheid moest inleveren. Dit door een hemi-parese links en een verstoord evenwicht, hierdoor ging zijn verzorging steeds meer tijd vragen. Zijn suikergehalte was door zijn diabetes geheel ontregeld en dit was niet meer te corrigeren. Hij ging in korte tijd snel en hard achteruit. Toen is er ad hoc een team geformeerd om palliatieve zorg te bieden. Zij hebben een plan opgesteld om het hem zo aangenaam mogelijk te maken, en in te gaan op zijn wensen voor de laatste periode. Dit hier onder andere in dat men regelmatig naar buiten moest om hem toch nog de oude bekende van het terrein te laten ontmoeten. Dit ging echter ten kosten van de bezetting van de afdeling. De medewerkers hadden hierdoor het gevoel dit snel en tussendoor te moeten doen en dit voelde niet prettig. Er is hernieuwd contact gelegd met de familie waar dhr. erg blij mee was. De familie is ook betrokken geweest in het laatste proces. Het blijft echter jammer dat je het vaak met erg weinig personeel moet doen. En je het tussendoor doet.