Urologie
Verwijderen van de zaadbal bij verdenking op een kwaadaardige tumor
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud Waarom wordt mijn zaadbal verwijderd?........................................... Waarom word ik zo snel geopereerd?................................................. Welke onderzoeken krijg ik nog meer?............................................... Bloedonderzoek............................................................................. Echografie van de zaadbal.............................................................. CT-scan van buik en longen............................................................ Welke gevolgen heeft het verwijderen van de zaadbal voor mijn vruchtbaarheid?.................................................................................. Voorbereiding op de operatie............................................................. Pre-operatieve screening............................................................... Aandachtspunten................................................................................ De opname.......................................................................................... De operatie.......................................................................................... Na de operatie..................................................................................... Na uw opname.................................................................................... Mogelijke risico’s en complicaties....................................................... Wondinfectie.................................................................................. Nabloeding..................................................................................... Urineweginfectie............................................................................ Gevoelloosheid van de huid in het wondgebied............................ Leefregels............................................................................................ Wanneer neemt u contact op?............................................................ Controle............................................................................................... Welke nabehandelingen zijn er mogelijk?........................................... Vragen................................................................................................. Contactgegevens.................................................................................
3 3 4 4 4 4 4 5 5 6 6 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11
Patiëntenvoorlichting:
[email protected] URO039 / Verwijderen van de zaadbal bij verdenking op een kwaadaardige tumor / 23-07-2015
2
Verwijderen van de zaadbal bij verdenking op een kwaadaardige tumor De uroloog heeft met u besproken dat u mogelijk een kwaadaardige tumor in de zaadbal heeft. Het is belangrijk dat uw zaadbal op korte termijn verwijderd wordt zodat onderzocht kan worden wat de aard van deze tumor is. In deze folder leest u waarom dit op korte termijn moet gebeuren, welke onderzoeken er nog meer nodig zijn en wat u kunt verwachten. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. Als dit zo is, informeert de uroloog u hier over. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stel ze dan direct aan de arts of verpleegkundige.
Waarom wordt mijn zaadbal verwijderd?
In de zaadbal, ook wel teelbal genoemd, kunnen goedaardige en kwaadaardige tumoren voorkomen. Bij een kwaadaardige tumor spreken we van kanker. Naast een bloedonderzoek en een echo van de balzak is weefselonderzoek noodzakelijk. Zonder weefselonderzoek is niet precies te bepalen welke soort tumor u heeft. Dit weefselonderzoek kan alleen plaatsvinden nadat de zaadbal in zijn geheel verwijderd is.
Waarom word ik zo snel geopereerd?
U krijgt een afspraak om de zaadbal ongeveer binnen drie dagen te laten verwijderen. U wordt zo snel geopereerd omdat het belangrijk is dat de aard van de tumor wordt vastgesteld. Sommige zaadbaltumoren kunnen namelijk snel groeien en uitzaaien. Als de uitslag snel bekend is, dan kan de behandeling worden gestart. Dit vergroot de kans op genezing.
3
Welke onderzoeken krijg ik nog meer?
Bloedonderzoek
Als iemand een kwaadaardige tumor heeft, kunnen bepaalde stoffen in verhoogde mate in het bloed aanwezig zijn. Deze stoffen worden tumormarkers genoemd. Deze tumormarkers kunnen, maar hoeven niet verhoogd te zijn. Als deze bij u verhoogd zijn dan is de kans dat het om een kwaadaardige tumor gaat hoog. Een verhoging van de tumormarkers hoeft niet te betekenen dat de tumor is uitgezaaid. Echografie van de zaadbal
Echografie is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. De weerkaatsing van deze geluidsgolven maakt weefsellagen van organen zichtbaar op een beeldscherm. Meestal doet de radioloog dit onderzoek op de afdeling radiologie. Echografie is een eenvoudig en niet belastend of pijnlijk onderzoek. Er zijn geen speciale voorbereidingen nodig. U leest hierover meer in de folder die u meekrijgt op de polikliniek Urologie. CT-scan van buik en longen
Als, na verwijdering van de zaadbal, uit weefselonderzoek blijkt dat u daadwerkelijk zaadbalkanker heeft dan wordt er meestal een CT-scan gemaakt van de buik en longen. Dit is nodig om te onderzoeken of er uitzaaiingen zijn.
Welke gevolgen heeft het verwijderen van de zaadbal voor mijn vruchtbaarheid? Het verwijderen van één zaadbal heeft meestal geen gevolgen voor de vruchtbaarheid. De andere (gezonde) zaadbal blijft normaal functioneren. Als uit onderzoek blijkt dat u chemotherapie of bestraling nodig heeft, dan raden wij u aan om sperma in te vriezen. De uroloog kan u informeren over hoe dat gaat.
4
Voorbereiding op de operatie
Intakegesprek oncologieverpleegkundige
Als voorbereiding op uw operatie, krijgt u een afspraak bij de oncologieverpleegkundige voor een intakegesprek. Zij zal u informeren over de operatie en wat u hierna kunt verwachten. Ook zal zij de gegevens over uw gezondheid en medicijngebruik noteren in uw elektronisch dossier, zodat bij eventuele bijzonderheden op tijd actie kan worden ondernomen. Pre-operatieve screening
Bij elke patiënt die geopereerd wordt, bekijkt de anesthesioloog eerst of de operatie extra gezondheidsrisico’s oplevert. Dit noemen we preoperatieve screening. Nadat u met de uroloog heeft afgesproken dat u geopereerd wordt, krijgt u een verwijzing naar de polikliniek Preoperatieve screening. U kunt hier zonder afspraak terecht, als u wilt kunt u ook een afspraak maken. Bij de pre-operatieve screening vult u een vragenlijst in over uw medische geschiedenis. Daarna heeft u een gesprek met een verpleegkundige of anesthesioloog. Dit gaat over uw gezondheid, medicijnen die u gebruikt, allergieën, doorgemaakte ziekten en eerdere operaties. Ook krijgt u uitleg over de vorm van verdoving (anesthesie). Afhankelijk van uw leeftijd en ziektegeschiedenis is het mogelijk dat de anesthesioloog u doorverwijst naar een internist, cardioloog of longarts voor aanvullend onderzoek. Gebruikt u medicijnen? Neem dan een overzicht mee van de medicijnen die u gebruikt. De anesthesioloog spreekt met u af hoe u met uw medicijnen om moet gaan op de dagen rondom de operatie. Dit geldt ook voor bloedverdunners en pijnstillers. U krijgt de brochure ‘Anesthesie’ van de arts of verpleegkundige op de polikliniek Pre-operatieve screening. In die brochure leest u meer de gang van zaken op de dag van de operatie. Ook leest u daarin
5
belangrijke informatie over hoe u die dag om moet gaan met eten, drinken en roken. De pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag tot vrijdag tussen 08.15 en 16.30 op telefoonnummer 040 – 239 85 01.
Aandachtspunten
• U moet voor de operatie nuchter zijn om braken tijdens de operatie te voorkomen. In de folder ‘Anesthesie’ leest u hier meer over. • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Meld dit bij de uroloog en de polikliniek Pre-operatieve screening. Meld de uroloog ook als u andere medicijnen gebruikt. • Houd er rekening mee dat u na uw ontslag uit het ziekenhuis niet zelf naar huis mag rijden. Regel daarom, wanneer de ontslagdatum bekend is, uw vervoer.
De opname
Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op de verpleegafdeling Urologie. U wordt ontvangen door een verpleegkundige. De verpleegkundige wijst u de weg op uw kamer, bespreekt alle gegevens met u en meet uw temperatuur, polsslag en bloeddruk. De verpleegkundige zal ook uw medicatie in de computer invoeren, zodat deze eventueel besteld kunnen worden. Het is belangrijk dat u uw medicijnen en een recent medicijnenoverzicht meeneemt naar het ziekenhuis. Soms is het nodig om bloed af te nemen, bijvoorbeeld als u bloedverdunners gebruikt. U krijgt van de verpleegkundige een operatiehemd en een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Als u aan de beurt bent rijdt de verpleegkundige u in uw bed naar de voorbereidingskamer van de operatiekamers waar een operatiekamermedewerker de zorg voor u over neemt. Voordat de operatie begint, wordt door het hele operatieteam het ’Time out’ moment genomen. Dit is een moment waarbij het hele operatieteam stil staat bij uw operatie. Onder andere uw naam, geboortedatum, welke operatie, welke vorm van verdoving en de operatiebenodigdheden worden gecontroleerd. Er worden u vragen gesteld die u misschien al eerder beantwoord heeft zoals wie bent 6
u, wat is uw geboortedatum, welke operatie krijgt u en aan welk lichaamsdeel wordt u geopereerd. Dit wordt gedaan om uw veiligheid te waarborgen. Voordat de operatie begint wordt door het hele operatieteam het ’Time out’ moment genomen. Dit is een moment waarbij het hele operatieteam stil staat bij uw operatie. Onder andere uw naam, geboortedatum, welke operatie, welke vorm van verdoving en de operatiebenodigdheden worden gecontroleerd. Er worden u vragen gesteld die u misschien al eerder beantwoord heeft zoals wie bent u, wat is uw geboortedatum, welke operatie krijgt u en aan welk lichaamsdeel wordt u geopereerd. Dit wordt gedaan om uw veiligheid te waarborgen.
De operatie
Tijdens de operatie gaat u onder narcose of u krijgt een ruggenprik. Dit heeft u met de anesthesioloog besproken. De uroloog verwijdert de zaadbal via een snede in de lies. De zaadbal wordt na de operatie opgestuurd naar de patholoog voor weefselonderzoek. De uitslag hiervan krijgt u een week later op de polikliniek Urologie. De snede in de lies wordt met zelf oplosbare hechtingen weer gesloten. Voordat de operatie begint wordt door het hele operatieteam het ’Time out’ moment genomen. Dit is een moment waarbij het hele operatieteam stil staat bij uw operatie. Onder andere uw naam, geboortedatum, welke operatie, welke vorm van verdoving en de operatiebenodigdheden worden gecontroleerd. Er worden u vragen gesteld die u misschien al eerder beantwoord heeft zoals wie bent u, wat is uw geboortedatum, welke operatie krijgt u en aan welk lichaamsdeel wordt u geopereerd. Dit wordt gedaan om uw veiligheid te waarborgen.
Na de operatie
Na de operatie rijdt de operatieassistent u naar de uitslaapkamer. Daar wordt regelmatig gecontroleerd of u al wakker bent en hoe het met u gaat. Ook wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten. Als u goed wakker bent en er zijn geen bijzonderheden, brengt de verpleegkundige van de afdeling u naar uw kamer. Als u op de afdeling komt heeft u 7
een infuus in uw arm. Als u weer goed kunt eten, drinken en plassen wordt het infuus verwijderd. Tegen de pijn heeft de anesthesioloog pijnstillers voorgeschreven. Afhankelijk van hoe het met u gaat kunt u aan het einde van de dag of de volgende ochtend naar huis. U krijgt een afspraak mee voor het bespreken van het weefselonderzoek met de uroloog.
Na uw opname
Als u weer thuis bent kunt u de eerste tijd last hebben van de volgende verschijnselen: • een oppervlakkige bloeduitstorting rondom de wond; een blauwe verkleuring van de wond komt geregeld voor, dit trekt vanzelf weg. • de wond in de lies kan pijnlijk zijn, vooral bij bewegen en vooroverbuigen. Heeft u veel last, neem dan drie maal per dag twee tabletten van 500 mg paracetamol. Wij adviseren u om na de operatie dag en nacht een onderbroek te dragen die u steun geeft. Hiermee vermindert u de kans op zwelling. Draag dus geen boxershort. Na 24 uur kunt u de pleisters verwijderen en weer douchen. De hechtingen zijn meestal oplosbaar.
Mogelijke risico’s en complicaties
Wondinfectie
Een infectie van het wondgebied is te herkennen aan roodheid, zwelling, toename van pijn of koorts. Soms kan er ook vocht of pus uit de wond komen. Nabloeding
Een nabloeding is te herkennen aan een bloeduitstorting in het wondgebied. Het gebied kleurt dan paars/blauw en zwelt op. Daarnaast kan ook de balzak fors opzwellen.
8
Urineweginfectie
De zaadbal staat via de zaadleider in verbinding met de urinewegen. Daardoor bestaat de kans dat u een blaas of prostaatontsteking krijgt. U kunt dan last hebben van de volgende verschijnselen: • branderig gevoel bij het plassen; • vaak moeten plassen; • moeilijker kunnen plassen; • koorts. Een urineweginfectie kan goed behandeld worden met een antibioticakuur. Gevoelloosheid van de huid in het wondgebied
In het operatiegebied lopen enkele zenuwbanen die naar de huid en de balzak leiden. Deze zenuwbanen kunnen tijdens de operatie beschadigd raken. Meestal merkt u dit aan een ‘doof’ gevoel van de huid rondom: de wond, de binnenzijde van het bovenbeen en de huid van de balzak. Dit gevoel kan soms weer herstellen. Vaak treedt gewenning op waardoor dit niet als storend wordt ervaren.
Leefregels
Om nabloedingen en spanning op de wond te voorkomen is het belangrijk dat u zich thuis aan de volgende leefregels houdt: • Tot 2 weken na de operatie niet baden, douchen mag wel. • Tot 2 weken na de operatie niet fietsen, autorijden mag wel. • Tot 2 weken na de operatie geen geslachtsgemeenschap hebben. • U mag niet teveel persen bij ontlasting. Vezelrijke voeding en voldoende drinken zijn belangrijk om de ontlasting zacht te houden. Vezels zitten vooral in volkoren producten, groenten en fruit. • Til tot twee weken na de operatie geen zware boodschappen te (dus niet meer dan 10 kg) . • Vermijd zware huishoudelijke klussen en doe geen zwaar werk.
Wanneer neemt u direct contact op?
In de onderstaande situaties neemt u direct contact op: • Als u een nabloeding krijgt. • Bij plotseling optredende zwelling en pijn in wondgebied. 9
• Bij plotseling optredende pijn bij het plassen. • Bij plotseling snel stijgende koorts boven de 38,5 ˚C • Bij aanhoudende verhoging of koorts. In deze gevallen belt u tijdens kantooruren met de polikliniek Urologie. Buiten kantooruren belt u met de Spoedeisende Hulp (SEH).
Controle
Als u naar huis gaat krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek bij de uroloog. Deze controle is na ongeveer één week. U krijgt dan ook de uitslag van het weefselonderzoek.
Welke nabehandelingen zijn er mogelijk?
De aard van de tumor, de bloeduitslag en de uitslag van de CT-scan bepaalt welke nabehandeling het beste bij u past. Vaak is het verwijderen van de zaadbal voldoende. Het kan ook zijn dat u een aanvullende behandeling nodig heeft met chemotherapie of bestraling. De uroloog bespreekt met u wat u nodig heeft en waarom dat zo is.
Vragen
Wij kunnen ons voorstellen dat u nogal overvallen kunt zijn door de snelheid waarmee u een diagnose kreeg en geopereerd wordt. Daarom willen wij graag al uw vragen beantwoorden. Noteer uw vragen, bijvoorbeeld in deze folder. Het kan nuttig zijn om iemand mee te nemen op de dag van de operatie en naar gesprekken met de uroloog en/of oncologieverpleegkundige. De oncologieverpleegkundige is telefonisch bereikbaar via de polikliniek Urologie. Wilt u andere folders inzien, bijvoorbeeld over zaadbalkanker of een van de eerder genoemde onderzoeken? Dan kunt u kijken op www.catharinaziekenhuis.nl bij voorlichting en folders. U kunt ook langskomen bij de polikliniek Urologie.
10
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis Telefoon 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040 - 239 96 00 Polikliniek Urologie 040 - 239 70 40 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie
11
Altijd als eerste op de hoogte? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief: www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven