GOYA
Vertaling: Agnes Marston Omslag: Stéphanie Angoh Vormgeving: Julien Depaulis © Confidential Concepts, worldwide, USA © Sirrocco, London, (Nederlandse versie) ISBN: 978-1-78160-810-4
Alle rechten wereldwijd voorbehouden Tenzij anders vermeld, behoort het copyright van de gebruikte werken tot de desbetreffende fotografen. Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg, is het niet altijd mogelijk geweest het eigendomsrecht vast te stellen. In dit geval verzoeken we u zich te adresseren tot de uitgever.
2
Francisco Goya
4
‘R
egels voor de schilderkunst bestaan niet,’ vermeldde Goya aan de Koninklijke Academie van San Fernando in Madrid tijdens een toespraak die hij hield in 1792. Hij pleitte ervoor dat studenten de kans zouden moeten krijgen om hun artistieke talenten vrij te
kunnen ontplooien en om inspiratie te kunnen opdoen door hun eigen voorkeur voor meesters te volgen in plaats van de doctrines van de neoklassieke school. Van Goya zelf is het bekend dat hij beweerd heeft dat Velázquez, Rembrandt en de Natuur zijn meesters waren, maar zijn werk laat zich niet netjes categoriseren en de diversiteit van zijn stijl is opmerkelijk. Francisco Goya werd tweeëntachtig jaar (1746-1828) en gedurende die tijd produceerde hij een geweldige hoeveelheid werk – ongeveer 500 olieverfschilderijen en wandschilderingen, bijna 300 etsen en steendrukplaten, en een paar honderd tekeningen. Hij was zowel een bekwaam schilder als tekenaar, en hij experimenteerde met tal van technieken; zelfs aan het einde van zijn leven was hij een pionier in de nieuwe drukmethode van de lithografie. Goya was in wezen een figuratieve schilder, en hij behandelde heel veel verschillende onderwerpen. Hij ontwikkelde zich tot de toonaangevende portretschilder van Spanje, verfraaide de kerken in Saragossa en Madrid met altaarstukken en wandschilderingen, en ontwierp wandtapijten die het leven in Madrid verbeeldden. Zijn talrijke privé-schetsboeken bevatten zijn persoonlijke waarnemingen. Twee catastrofale gebeurtenissen hadden een dramatische invloed op Goya’s leven en op zijn visie op de wereld. De eerste deed zich voor in 1792, toen hij op de leeftijd van zesenveertig jaar werd aangegrepen door een ziekte, waarschijnlijk een binnenoorontsteking, die hem volledig doof maakte. De tweede rampzalige gebeurtenis was de Napoleons invasie van Spanje in 1808, die gevolgd werd door een 6-jarige strijd om Spaanse onafhankelijkheid. Vreselijke gruwelijkheden werden door beide zijden in de oorlog gepleegd, en Goya legde vel ervan vast in een serie schetsen die een bewijsstuk vormen van de wreedheid der mensheid. Francisco Goya, de zoon van een meester vergulder, werd op 30 maart 1746 geboren in Fuendetodos, een klein dorpje in de barre Spaanse provincie Aragon. Toen Goya nog een jongen was, verhuisde zijn familie naar het drukke commerciële centrum Saragossa, de hoofdstad van Aragon. Goya bezocht de school van een religieuze stichting, de Escuelas Pias de San Antón. Daar ontmoette hij Martin Zapater, die zich zou ontwikkelen tot een trouwe vriend. Toen hij veertien was nam Goya teken– en schilderlessen van José Luzán y Martinez, een plaatselije religieuze schilder die zijn leerlingen liet kennismaken met de Oude Meesters door gravures die hij hen
1. Zelfportret, 1773-74.
liet kopiëren. Onder Luzáns andere leerlingen bevonden zich drie begaafde broers, Francisco, Manuel
Olie op doek,
en Ramon Bayeu, die later zijn schoonbroers zouden worden. In 1763 diende Goya een tekening in bij
58 x 44 cm.
de Koninklijke Academie in Madrid met de hoop om een positie te verwerven, maar de academische
Ibercaja Collectie,
jury gaf zijn inzending geen enkele stem. Na 3 jaar, probeerde hij het nogmaals maar faalde wederom.
Saragossa.
5
In 1770 ging Goya naar Italië en reisde waarschijnlijk naar Rome en Napels, en in april 1771 ontving hij een eervolle vermelding voor een schilderij dat hij had ingediend bij de Accademia di Belle Arti in Parma. In juni van hetzelfde jaar keerde hij terug naar Saragossa waar hij zijn eerste belangrijke opdracht kreeg, de versiering op het plafond van de coreto, oftewel het koor, van de Basiliek van El Pilar, de grote kathedraal van de stad. In juli 1773 trouwde hij met Josefa Bayeu, de zus van zijn drie medeleerlingen. Francisco Bayeu werkte toen al aan de decoraties van het nieuwe Koninklijke Paleis in Madrid onder Anton Mengs, een toonaangevende vertegenwoordiger van de neo-klassieke stijl, en ongetwijfeld hoopte Goya dat het zijn carrière zou bevorderen om met de zuster van een vooraanstaande schilder te trouwen. Het echtpaar had zeven echter, hoewel slechts één zoon, Mariano, die genoeg leefde om volwassen te worden. In de winter van 1774 vestigden Goya en Josefa zich in Madrid. De hoofdstad had gedurende de achttiende eeuw een gedaanteverwisseling ondergaan door toedoen van de Spaanse Bourbon koningen, die straten hadden verbreed, pleinen hadden aangelegd en talloze religieuze en overheidsgebouwen hadden gebouwd. Zij hadden ook de vijf Habsburg paleizen uitgebreid en drie nieuwe koninklijke residenties laten bouwen. een ploeg van kunstenaars vereiste om het interieur van die gebouwen te decoreren. In 1775 keerde Anton Mengs (1728-79), de eerste hofschilder van Karel III, terug naar Madrid en kreeg de verantwoordelijkheid om de uitvoering van talrijke cartons voor wandtapijten te overzien. De verhuizing van de familie Goya kwam als gevolg van zijn eerste koninklijke opdracht, om een serie cartons te maken voor wandtapijten die in de persoonlijke eetkamer van de toekomstige koning, Karel IV, in het Escorial paleis zouden moeten hangen. Goya had de opdracht ontvangen op aanbeveling van Mengs, die al eerder Francisco Bayeu had geworven om aan de nieuwe koninklijke paleizen te werken. Goya verdiende gedurende enkele jaren zijn broodwinning door nog andere series cartons te schilderen voor de Koninklijke Tapijtweverij. Gedurende de tachtiger jaren van de achttiende eeuw ontwikkelde Goya's carrière zich voorspoedig. Nadat hij in 1780 eindelijk tot de Koninklijke Academie in San Fernando was verkozen, werd hij diens Adjunct Directeur voor de Schilderkunst in 1785. In juni 1786 werd hij tot officiële hofschilder benoemd met een salaris van 15.000 reales per jaar equivalent van, in die tijd, £105 en in 1789 werd hij bevorderd tot Hofschilder, wat er toe leidde dat hij begon om te gaan met een luisterrijk gezelschap en leden van de koninklijke familie, de aristocratie en staatslieden, en hij werd een vermaard portrettist. Maar omdat Goya de zoon van eenvoudige ouders was en ver van pracht en praal van het hof was opgegroeid, veranderde hij ondanks zijn officiële positie nooit in een hoveling; 2. Portret van Martin
6
hij schilderde niet alleen leden van de stijlvolle élite maar ook handwerkslieden, arbeiders en
Zapater, 1797.
slachtoffers van armoede. Hij sympathiseerde met de Spaanse Verlichting, wiens leden het in
83 x 64 cm.
principe oneens waren met alles wat het hof vertegenwoordigde. De Verlichting was verontrust door
Museum ven Fijne
de maatschappelijke ongelijkheden van die tijd en vond dat het koningshuis, door blindheid en
Kunsten, Bilbao.
verwaarlozing, weinig had gedaan om Spanje uit de Middeleeuwen voort te doen verrijzen.
7
Goya werd een bekwaam etser en gebruikte dit medium om zijn persoonlijke waarnemingen vast te leggen. In die etsen, en in de talloze tekeningen die hij in persoonlijke schetsboeken maakte, bespotte hij de vulgariteit en dwaasheid van de mensheid. Het lijkt erop dat zijn kritische visie waarschijnlijk nog werd verscherpt door de doofheid waaraan hij leed na een infectie in 1792. De beginjaren van de negentiende eeuw waren rampzalig voor Spanje. Op 21 oktober 1805 werd de Spaanse vloot verwoest door de Britten bij Trafalgar, waardoor Spanje van haar koloniën werd afgesneden. In 1806 stemde Spanje toe om Napoleon te helpen met de verovering van Portugal. Duizenden Franse troepen stroomden Spanje binnen. Karel IV trad in 1808 af ten gunste van zijn onbenullige zoon Ferdinand VII, en de oude koning vluchtte naar Bayonne in Frankrijk met Koningin Maria Luisa en Manuel Godoy, zijn minister-president. Napoleon nodigde Ferdinand uit om naar Bayonne te komen en overtuigde hem om de kroon terug te geven aan zijn vader, en waarna Ferdinand gevangen genomen. Karel trad toen af ten gunste van Napoleon en vertrok in ballingschap naar Rome, hetgeen Napoleon de kans gaf om zijn broer, Joseph Bonaparte, op de Spaanse troon te installeren in juni 1808. Napoleon had geen verzet verwacht en was verbaasd toen een groot aantal Spaanse patriotten een genadeloze guerrilla oorlog begon tegen de bezetter. Gedurende zes jaar werd Spanje een slagveld: zes jaar van bloed vergieten, verschrikking en lijden. De napoleontische macht begon in 1812 af te nemen. Het Engelse leger rukte op naar Spanje. Het behaalde overwinning na overwinning totdat het eindelijk Madrid binnenviel in 1812 en zowel Joseph Bonaparte alsook het Franse leger verdreef. Het liberale Cortes van Cadiz, het Spaanse parlement, was uit op een herstel van het koningshuis, maar in een constitutionele vorm zodat het verantwoording verontschuldigd zou zijn aan de regering. Ferdinand VII keerde terug naar Spanje onder toejuiching van het volk, maar in strijd met de Cortes installeerde hij onmiddellijk een autocratisch regiem en bracht een einde aan de Verlichting in Spanje. Hij herstelde de Inquisitie, ontbond de Cortes en zette veel van haar leden gevangen, en ook veel van degenen die de Franse 3. Hercules Farnese,
regering hadden gesteund. Goya had tijdens de Franse bezetting de positie van schilder voor
tekening uit de Caduerno
Joseph Bonaparte aanvaard, en hij werd voor de Inquisitie gebracht en beschuldigd van
italiano, Museo del Prado,
collaboratie met de vijand. Maar hij werd vrijgesproken op grond van het feit dat hij nooit zijn
Madrid.
Franse medaille had gedragen en dat hij Joseph niet in levende lijve had geschilderd maar gebaseerd op een gravure.
4. Zelfportret, 1815.
8
Ferdinand was niet echt in kunst geïnteresseerd, maar het beviel hem wel om een beroemde
Olie op paneel,
artiest in dienst te hebben; Goya bleef een jaarsalaris van 50.000 reales ontvangen en op de een
51 x 46 cm.
of andere manier slaagde hij erin om zijn officiële werkzaamheden als hofschilder niet
Koninklijke Academie van
daadwerkelijk te hoeven uitoefenen. Hij trok zich steeds meer terug en de voorstellingswereld die
San Fernando, Madrid.
uit zijn werk sprak werd steeds fantasierijker.
9