r a a pl
j i k in
m e x k-e
ISBN 978-94-91409-19-6 @2013 Kathy Beckers-Mansell Uitgeverij Nieuwe Druk www.nieuwedruk.nl Vormgeving: Leon Mommersteeg Omslag: Jessica Monker 4
Kathy Beckers-Mansell
Kind van de toekomst Verhalen over de impact van het verlies van een baby
Nieuwe Druk, 2013
3
Een nieuw woord Er is door menigeen al opgemerkt dat ouders die een kind verloren hebben, in ieder geval in het Westers taal- en cultuurgebied, geen specifieke benaming hebben die recht doet aan het levensingrijpende verlies dat hun leven tekent, zoals weduwen, weduwnaars en wezen dat wel hebben. De schrijver P.F. Thomése stelt de vraag in Schaduwkind, het boek dat hij schreef toen zijn babydochter Isa overleed (2005, Amsterdam: Uitgeverij Contact): ‘ONTBREKEND WOORD Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?’ Ik vind het nodig dat er een antwoord komt op de vraag van Thomése, dat er voor ouders die een kind hebben verloren aan de dood, een naam beschikbaar is. Ik volg het spoor van Thomése en zet een volgende stap. Niet elke ouder zal zich door een nieuw bedachte naam aangesproken voelen of vinden dat een naam nodig is. Het recht is aan een ieder voorbehouden om daar een eigen mening en een eigen gevoel over te hebben. In dit boek en in mijn dagelijks leven neem ik de vrijheid om ouders die een kind aan de dood verloren hebben, ongeacht de leeftijd van het kind, te benoemen met een nieuw woord: weeouder
weemoeder
weevader
11
STADSKANAAL, 23 februari 2012. Bij het gezin van Petra (38) en Koert (50) horen vijf kinderen: Jamey, Yentl, Quinn, Xiano en Xairo. Op 1e kerstdag, 25 december 2008, in de 38ste week van de zwangerschap, is Xiano overleden in de buik. Er zat een knoop in de navelstreng. Op 27 december 2008 is Xiano dood geboren. Jamey (10) was toen zeven, Yentl (7) was vier jaar en Quinn (5) was tweeënhalf. Xairo is na Xiano’s overlijden geboren. In deze tweeluik vertellen Petra en Koert hoe de dood van Xiano in hun leven verweven is.
Trots!
Petra en Xiano Op de kast bij Petra staat een geschilderd portret van Xiano, haar vierde kind. Doodgeboren weliswaar, maar wel haar zoon. Ze is er trots op dat zij zijn moeder mag zijn en dat hij haar zoon is. ‘Hij heeft mij laten zien hoe sterk ik ben en ik ben nu niet meer bang om dood te gaan.’ Ze is trots op hem omdat hij zich heeft ontwikkeld van een eitje en een zaadje tot een prachtig, kerngezond kereltje. De zwangerschapstest als eerste aankondiging dat Xiano onderweg was, voelde voor Petra al zorgelijk aan. ‘Ik had er geen lekker gevoel over. Het had mij niet verbaasd als het een miskraam was geworden. Bij de magische grens van drie maanden waren we blij en verrast dat het hartje klopte. Maar het gevoel - hier klopt iets niet - is eigenlijk gebleven.’ De zwangerschap ontwikkelde zich goed en Petra’s buik nam grote vormen aan. Ze was hierdoor onthand en vermoeid in de laatste fase van de zwangerschap. Gecombineerd met de zorg voor haar jonge kinderen, waren de laatste weken lichamelijk vrij zwaar. De dag voor kerst 2008 - Petra was toen achtendertig weken zwanger - had zij het gevoel dat het niet goed was met de baby in haar buik. Ze belde en mocht bij de gynaecoloog komen voor een hartfilmpje. Aan hem, een oudere man die al vele baby’s op de wereld had gezet, vertelde ze hoe ongerust ze was, dat het helemaal 63
niet goed voelde en dat het kindje er echt nu uit moest. Ze ‘smeekte bijna’ om een inleiding, maar er was geen medische reden om in te leiden. ‘De gynaecoloog gaf mij het gevoel dat het tussen mijn oren zat. Hij zei: ‘Ga naar huis en laat je vertroetelen door je man. Iedere vrouw heeft het moeilijk met achtendertig weken, dan is het ook heel zwaar.’ Het zat niet tussen haar oren. De volgende dag, 1 e kerstdag, voelde ze zich totaal anders dan normaal. ‘Ik zei tegen Koert dat ik wel eens geluk kon hebben, de bevalling leek te gaan beginnen.’ Toen ze even ging uitrusten, voelde ze geen beweging meer. Ze wilde niet het ziekenhuis bellen. ‘Ik ging echt niet nog een keer bellen, ik schaamde me dood. De dag ervoor had ik bijna gesmeekt om het kind eruit te halen.’ Koert belde wel en ze konden gelijk komen. Voordat de gynaecoloog kon vertellen dat haar kind overleden was, gaf de echo al duidelijkheid aan Petra, die al ettelijke echo’s had gezien tijdens haar zwangerschappen. ‘Daar heb je dan je medische reden om in te leiden,’ dacht ze. Ze zei het niet. Ze voelde zich afhankelijk en kwetsbaar. Er is met geen woord gesproken over de vorige dag. De bevalling werd de volgende dag ingeleid. Hoe zou haar dode kind eruit zien? Petra had geen idee en was bang. Daardoor hield zij de ontsluiting tegen. Uiteindelijk kreeg zij een speciale verdoving met de bedoeling om haar te laten rusten en de volgende dag de bevalling weer op gang te brengen. Bij het ervaren van deze rust, bleek er spontaan volledige ontsluiting te zijn en werd na middernacht, op 27 december 2008, Xiano met één perswee geboren. Petra had een prachtig kind gebaard. De verpleegkundige zag bij de geboorte gelijk de knoop. In de buik was Xiano een bewegelijk kindje geweest en dat is hem noodlottig geworden. Hij heeft zoveel buitelingen gemaakt in de buik, waardoor er een lus is ontstaan in de navelstreng. Hij is vervolgens door die lus heen gekropen en heeft zichzelf feitelijk ‘opgeknoopt’. Petra heeft zich in het begin beziggehouden met hoe dat voor hem geweest moest zijn. Zou hij pijn hebben gehad? ‘Xiano zat in mijn buik. Dat is de meest veilige plek voor een kind om te sterven. Hij had niet veiliger dan zo kunnen sterven. Als ik andere scenario’s bedenk, dan heb ik geen 64
leven.’ Zij vindt troost in deze gedachtegang die haar door haar moeder is aangereikt. De foto’s laten een sereen en gekoesterd kind zien. De verpleegkundige heeft Xiano na zijn geboorte alle zorg gegeven die een levende baby ook krijgt: een rompertje, een dekentje. Voor Petra was het goed en zinvol dat hij die zorg kreeg. Xiano is mee naar huis gegaan en is op zijn kamer opgebaard, met een koelelement en het raam open. Wanneer Petra hem op de arm nam, pakte zij een dekentje dat op de kachel was gelegd. ‘Een baby hoort warm te zijn.’ Petra en Koert besloten om iedereen die een geboortekaart zou krijgen, ook een rouwkaart te sturen. Zo gaven zij iedereen de gelegenheid om kennis te maken met Xiano en tegelijk afscheid van hem te nemen. Ook haar zus met wie het contact was verbroken, was er en is als laatste nog bij Xiano gebleven voordat hij gecremeerd werd. Dat is nog steeds een troostende herinnering voor Petra. Petra heeft veel last gehad van de ‘wat-als-vragen’ en de vraag of ze wel voldoende voor haar zoon heeft gevochten. Wat als de gynaecoloog wel naar haar had geluisterd en de bevalling had ingeleid? Was Xiano dan blijven leven? Het antwoord op die vraag weet zij niet. ‘Die man heeft wel een fout gemaakt, want als hij mijn zorgen serieus had genomen, had hij meer kunnen doen. Op een echo was de knoop wel zichtbaar geweest, maar een echo heb ik niet gehad.’ Is zij wel voldoende voor haar zoon opgekomen? Is zij wel een goede moeder geweest? Deze vragen heeft ze, in gesprekken met haar moeder, losgelaten. Er was zoveel overwicht van de gynaecoloog die immers zoveel ervaring had. Bij haar volgende zwangerschap, van Xairo, werd in het ziekenhuis tegen haar gezegd: ‘Als we bij alle moeders die het zat zijn, bij achtendertig weken gaan inleiden, krijgen we nog veel meer dode kindjes.’ Ze kreeg daar ook te horen dat ‘je zoiets als het doodgaan van je kind in de buik niet kunt aanvoelen’. Ze luisterde naar deze woorden en wenste dat zij haar zwangerschap met alle ongemakken tot tweeënveertig weken had mogen uitdragen met een levend kind als beloning. 65
Petra had graag ruimte en tijd willen nemen om haar rouw om Xiano te doorleven. De zorg voor haar levende kinderen bood haar weinig ruimte hiervoor. Ze pakte zo snel mogelijk de draad van het dagelijks leven weer op. Vlak na de bevalling heeft zij haar lange krullen afgeknipt, omdat zij niet meer naar zichzelf kon kijken: de vrouw met haar dode kindje op de arm. In de loop van de tijd heeft zij samen met Koert in huis alle ruimten grondig veranderd. Pas later realiseerde zij zich dat zij hiermee trachtte ‘alle nare herinneringen van toen weg te poetsen’. Ondanks het feit dat er geen ruimte was om te verzinken in rouw, vormde verdriet wel de basale emotie in haar dagelijks leven. De woede over de cruciale fout die gemaakt was, is slechts tweemaal tot uiting gekomen. Vier maanden na de dood van Xiano was er een dag waarop zij plots, zonder directe aanleiding, de enorme woede voelde opkomen. Ze sloeg heel hard met haar vuist op tafel en had de dag erna een blauwe plek. Die dag kon zij niet voor zichzelf instaan en is zij naar haar ouders gegaan om geen gevaar voor zichzelf of de kinderen te vormen. ’s Avonds is ze teruggegaan naar huis en ging het weer beter. De tweede keer was tweeënhalf jaar na het overlijden van Xiano. In het ziekenhuis waar men aan het uitzoeken was waarom haar jongste kind Xairo aldoor huilde, hebben ze tegen haar gezegd: ‘We vermoeden toch dat het huilen tussen zijn oren zit en als het niet tussen zijn oren zit, dan zit het tussen jouw oren. Je hebt een kind verloren, zoveel meegemaakt en nu weer zo’n kleintje. Dat valt natuurlijk niet mee.’ Alweer bleek later dat het niet tussen haar oren zat, want Xairo bleek chronische bloedarmoede te hebben, een aandoening waar Petra en haar familie bekend mee zijn. Toen Xairo ijzer toegediend kreeg, stopte het huilen. Haar woede over het feit dat haar woorden niet serieus werden genomen, speelde toen zo op dat zij de grote spiegel in de gang kapot heeft gesmeten. Naast deze twee uitbarstingen van woede, ervaart zij vooral veel verdriet. Haar uitgangspunt is altijd geweest: ‘Ik mag huilen. Hij is 66
mijn kind en ik heb daar verdriet om. Hoe lang geleden het ook is geweest.’ Dit uitgangspunt maakt dat zij de tijd heeft kunnen doorstaan en blijft ook nodig voor haar zelfbehoud. Later heeft ze een miskraam gekregen waar zij verdriet om had. Mensen zeiden toen tegen haar: ‘Waarom ben je niet tevreden met wat je hebt,’ en ‘Je hebt al zoveel, waarom doe je jezelf dit aan?’ Ze verafschuwt de brutaliteit waarmee mensen suggereren dat ze geen verdriet mag hebben om de miskraam en dat haar grote gezin het verdriet om een gestorven kind moet kunnen wegpoetsen. Elk kind dat Petra kreeg, is een kind dat zeer gewenst is. Elk gewenst kind dat het leven verliest, is voor haar een kind om wie zij van zichzelf mag treuren. De dood van haar zoon heeft haar achtergelaten met verdriet en moeilijke gevoeligheden. Het verdriet hoeft van haar niet weg, omdat het voor haar de basis van haar verbinding met Xiano vormt. ‘Het zou ook raar zijn als ik nu lachend door het leven zou gaan. Het verdriet hoort bij mij. Het voelt fijn, het voelt gewoon lekker.’ De moeilijke gevoeligheden mogen wel weg, zoals het vervelende gevoel dat als Petra van huis weggaat, zij altijd meent iets vergeten te zijn. Zo heeft zij ook nare gevoelens bij koude. Ze gruwelt van de koude wangen bij haar kinderen die van buiten komen. ‘Mijn kinderen horen niet koud te zijn, zij horen warm te zijn. Af en toe is het zo naar, dat ik geen lucht meer krijg.’ De diverse therapeuten die haar niet konden helpen deze gevoeligheden te hanteren, heeft zij sinds kort vervangen door een paragnost die op haar pad kwam. De paragnost zei de simpele woorden: ‘Ik kan jou helpen.’ Alleen die woorden voelden al als een bevrijding. Hij heeft haar geholpen om oude zaken en wrokgevoelens los te laten. Zij voelt zich verlicht sinds zij door hem ondersteund wordt. Ondersteuning vindt Petra bij slechts enkelen. Haar belangrijkste bron van steun is haar moeder. Met haar moeder kan zij beter over haar rouw praten dan met haar man. ‘Je wilt de ander niet kwetsen. Er zijn eigenlijk maar weinig mooie herinneringen aan Xiano, dus alles wat Koert en ik met elkaar te bespreken hebben, is verdrietig. Zo trek je 67
elkaar elke keer het verdriet in.’ Steun van vrienden was nauwelijks aan de orde, omdat deze al waren weggevallen toen eerder bleek dat haar oudste kind Jamey autistisch was. Eén vriendin is haar nabij gebleven en later kwam daar de buurvrouw bij die haar, twee maanden na de dood van Xiano, vroeg of Petra op haar baby wilde passen. ‘Toen kon ik ook zomaar eventjes met een baby knuffelen. Op dat moment was ik niet alleen maar de moeder die een kindje heeft verloren, maar ook de moeder die al drie kinderen heeft en best in staat is om op een baby te passen.’ Petra is zich ervan bewust dat de omgeving haar beïnvloedt. Zoals zij het prettig vond dat haar buurvrouw een vergeten deel van haar individu aansprak, zo is zij ook soms bang voor het oordeel van anderen. In huis gaan er om de haverklap lampjes kapot, telkens op momenten dat Petra een duwtje in de rug nodig heeft. ‘Als anderen mij horen zeggen dat mijn overleden zoon met de lampen speelt, vatten zij mogelijk het idee op dat ik opgenomen zou moeten worden.’ Petra is christelijk en gelooft in God. Er is volgens haar meer tussen hemel en aarde. Zo voelt ze de aanwezigheid van Xiano bij haar. ‘Die hemel is zo ver weg niet. Misschien is die heel dichtbij. De hemel zit in je eigen gedachten. Iedereen kan, na de dood, een eigen hemel creëren. Zo kan Xiano mogelijk dichtbij zijn, in zijn eigen hemel vlak bij mij.’
Luister naar de vrouw Koert en Xiano
Koert is een Groninger, in hart en nieren. Het Groningse land biedt de ruimte, waar hij van geniet en waaraan hij gehecht is. Zijn gezin is zijn drijfveer, daar leeft hij voor. ‘Ik ben een persoon die probeert er altijd te zijn voor de rest van het gezin. Je kunt op allerlei manieren liefhebben. Ik ben niet een romanticus, maar ik ben er wel altijd. Als Petra zegt ‘Ik wil dit of dat’, dan gaan we dat doen.’ 68