De Blogbundel van Walter Van Steenbrugge
Inhoudstafel:
1-2
PORTALIS -14.02.2009-
3
DE DIEPE KLOOF –30.01.2009-
5
EN STOMMELINGS –16.01.2009-
7
SOS JO –15.12.2008-
9
10 GEBODEN -08.12.2008-
11
HUIZEN VAN BEWARING -06.12.2008-
13
M/V GEZOCHT -21.11.2008-
14
ILLEGALEN – 07.11.2008-
16
EEN JONGE VREEMDE HEERSER -23.10.2008-
19
TIJDVERSPILLING -10.10.2008-
21
KOLDERBRIGADE -26.09.2008
23
VERSTEK OP DE SCHOOLBANK? VONNIS OP DE RECHTBANK! -12.09.2008-
26
PIERKE -23.05.2008-
28
LUIPAARDMENSEN –09.05.2008-
30
ZORGVULDIG BESTUREN -25.04.2008-
32
VOOR GEEN FLUITJE VAN EEN CENT -11.04.2008-
35
PIENTERE RECLAMEJONGENS -14.03.2008-
37
OCHTENDHUMEUR -29.02.2008-
40
EVEN IN EIGEN BOEZEM KIJKEN – 15.02.2008-
42 1
MEA CULPA, MEA CULPA, PARTOUT DU CACA! – 01.02.2008-
44
SENECA -17.01.2008-
46
JE BENT JONG EN JE WIL WAT -14.12.2007-
49
IS EEN BLINDDOEK DAN GEEN HOOFDOEK -30.11.2007-
51
VRAAG VOOR DE SLIMSTE MENS: LIGHT B-H-V NOG WEL IN EUROPA -16.11.2007-53 EEN GROTE SPRONG VOORWAARTS? -02.11.2007-
55
LADDERZAT -19.10.2007-
57
DROOG BROD EN SPELEN -05.10.2007-
59
BELIEVERS, DISBELIEVERS OF GEWOONWEG LOSERS? -21.09.2007-
61
ARME JOE -08.06.2007-
63
MANASSEH ISHIAKU -29.05.2007-
65
NULTOLERANTIE -24.05.2007-
67
OVER NIEUWE DINGEN: EFFECTIEVER STRAFFEN -19.05.2007-
69
URBANUS -15.05.2007-
71
THALYS -11.05.2007-
73
2
PORTALIS Walter Van Steenbrugge 14.02.2009
De jongste dagen vielen mij bakken kritiek te beurt. Incasseren mag dan wel je eigen leven modelleren, en vlerkerige complimentjes zijn ook niet aan mij besteed, toch was er een ongemakkelijk onbehagen bij de redeloze reacties en getarte blikken die ik kreeg na mijn oproep om controle, evaluatie en kwaliteitsverhoging in Justitie binnen te brengen. Waarom voelen mensen in Justitie zich zo snel persoonlijk geviseerd, waarom zijn de teentjes zo lang ? Uiteraard mag niet iedereen over dezelfde kam worden geschoren en al evenzeer is het juist dat velen zich niet mogen aangesproken voelen voor draken van gerechtelijke uitspraken en ander juridisch geknoei, maar feit is dat de maatschappelijke ingewikkeldheid, gestaag in evolutie, en de inflatie van wetgeving niet afdoende kan gevolgd worden door de rechterlijke macht. Er zijn de aftandse werkomstandigheden -denk aan de armtierige en schaarse mogelijkheden om dossiers in te kijken en voor te bereiden-, het uitblijven van digitale automatisering, de onvolkomen opleiding van politie, advocatuur en magistratuur, de ontoereikende bevruchting vanuit de (mens)wetenschappelijke wereld, die er voor zorgen dat het schimmelweefsel zich verder vervilt. Het hermelijn van de toga oogt niet meer als een fraaie witte vacht, maar is rost en zit vol neten. Elk bedrijf dat kwaliteit nastreeft, meet en controleert de menselijke bijdrage tot het afleveren van het eindproduct. Waarom gebeurt dat niet, of minstens toch in ruim onvoldoende mate, in Justitie, waar het niet gaat om levenloze producten, maar om mensenlevens en meestal om veel menselijke schade ? Is over iemand oordelen niet het meest moeilijke en delicate ? Dus toch extra waakzaamheid geboden ? Bovendien speelt de factor macht een heel belangrijke rol. De Nederlander Peter LONCKHUYZEN bracht vorige maand een boek uit onder de titel : Taboe : Macht. Waarom chefs in dictators en ondergeschikten in zombies veranderen. Hij legt op een heel interessante en geestverruimende wijze de mechanismen bloot die ontstaan als de ene persoon leiding krijgt en de andere een ondergeschikte wordt.
3
Macht, als ongeleid projectiel, is tot vreselijke dingen in staat. Aanschurken tegen die macht al evenzeer. Griezelaltaar voor misbruiken. Reden te over om de diverse etappes (van wet, over beslissing tot uitvoering ervan) en de actoren die het ganse justitieel parcours omvatten en bevolken met uiterste zorgvuldigheid door te lichten. Het Obama-credo tot CHANGE , als gentherapie invoeren is nu aan de orde. Het genurk en het herrebekken moet plaats maken voor actie en daadkracht. Een aantal mensen, die vooral niet mogen lijden aan het eigen-groot-gelijksyndroom, moeten opstaan om nieuwe teksten te maken en evenwichten te vinden zodat rechtvaardigheid, gelijkheid en vrijheid in de meest hoge mate wordt bereikt. De geschiedenis kan daarbij helpen. Precies 200 jaar geleden werd in Parijs in de Salle des Tuileries een standbeeld binnengebracht ter herdenking van de kort voordien overleden Jean-Etienne-Marie PORTALIS. Gearresteerd en ternauwernood ontsnapt aan de galg, toen hij in 1793 werd opgejaagd door de blinde en heel populistische Franse repressie-justitie (jacobijnen), wist PORTALIS als geen ander wat mensenrechten betekende. Hij schreef er teksten over en werd nadien aangezocht om tezamen met Bigot de Préameneu, Tronchet en de Maleville, een nieuwe codex te schrijven. In een weergaloze redevoering bracht hij in 1804 zijn verdediging van de Code Civil. Zijn ‘Discours Préliminaire’ was voor die tijd een echte rebellie maar hield stand en vormde decennialang de basis voor een onovertrefbare juridische en maatschappelijke vooruitgang. Veelzeggend waren dan ook de volgende woorden van Napoléon die hij neerschreef vanuit St-Helena, zijn ballingsoord : ‘Ma vraie gloire, ce n’est pas d’avoir gagné 40 batailles ; Waterloo effacera le souvenir de tant de victoires. Ce que rien n’effacera, ce qui vivra éternellement, c’est mon code civil, ce sont les proces-verbaux du Conseil d’Etat’. Het is na 2 eeuwen opnieuw Portalis-tijd.
4
DE DIEPE KLOOF Walter Van Steenbrugge 30.01.2009
Als je iets niet begrijpelijk en eenvoudig kunt uitleggen, dan begrijp je het onderwerp niet. Albert Einstein gaf meer zulke oneliners ten beste. Zijn loepzuivere analyses brachten Inez Groen en Jeroen Boschma inspiratie bij om een boek te schrijven over de leefwereld van de post-tachtigers. De auteurs noemen deze groep jongvolwassenen de Einsteingeneratie. Het boek is uitermate boeiend en onverdeeld optimistisch. De jongeren worden gezien als de letterlijke beeldenstormers van de digitale informatiemaatschappij. Veel beter en breder geïnformeerd, meer ad rem en to the point dan de vorige generaties, kortom : fris van de lever en gretig in denken en doen. Empirisch onderzoek wijst uit dat deze generatie opener en eerlijker is en meer op zoek gaat naar het welzijn van het collectieve dan naar het strikt individuele. Het religieuze dictaat van de kerktoren met biechtstoel, het éénzijdig gedachtegoed van het plaatselijk schoolhoofd en de conservatieve credo’s van de vaders des huizes, worden aan flarden geschoten door de veelheid van invloeden van het internet. Slim, snel en sociaal, ideale ingrediënten voor een mega portie geluk. En precies op dat vlak wijzen peilingen ook de andere richting uit. Het aantal zelfdodingen is bij jongeren nooit zo hoog geweest. Recente enquêtes leveren beangstigende resultaten op over de graad van depressiviteit en ander medisch onheil bij diezelfde jongeren. Het aantal jeugdigen tussen 18 en 24 jaar dat zich genoodzaakt ziet aan te kloppen bij het OCMW voor wat schamel leefloon, is sinds 2002 met maar liefst 32% gestegen. De oorzaken hiervan worden gezocht bij diverse vormen van verslaving, mislukte schoolcarrières of zware ambras met de intimi. De OCMW’s luiden de alarmklok en willen onverwijld meer investeringen in psychologische bijstand. 5
Het delictueel gedrag van minderjarigen die langs de jeugdrechtbank passeren is vaak onthutsend. De aard van de delicten en van het geweld wordt alsmaar driester en is zelfs niet meer te vatten voor hen die een flinke dosis menselijke compassie en comprehensie bezitten. De groep jongeren die mentaal en psychisch door de knieën gaat, wordt niet meer begrepen door de geestelijk gezonden. De scherp ontstoken lynchcultuur in de media na de Dendermonde crèche-gruwel is hiervan een intrieste illustratie. Het optimistische discour van Groen en Boschma is ongetwijfeld zeer terecht, maar daarnaast is er ook de asgrauwe realiteit van de losers. De Einsteingeneratie leeft in dezelfde wereld als de hurtcluster, er lijkt geen middenweg of middenveld meer te bestaan. Enige analogie met de volwassenenwereld is niet uit te lucht.
Laatst kopte ‘Le Monde’ (26.01.2009) dat de middenklasse de grootste mokerslagen incasseert. Ooit vast op de arbeidsmarkt of statutair stabiel werkend voor de overheid, is voor deze groep de tewerkstelling thans hoogst onzeker geworden. Ook hun koopkracht is aangetast en al evenzeer hun mentale weerbaarheid. De crisis brengt hen in troebel woelwater wat ze met hun rustige en monotone bestaan precies niet hadden beoogd. Nochtans is het deze klasse die de gemeenschappelijke behoeften te betalen.
meeste
middelen
afstaat
om
Ook hier dreigt een diepe kloof. Het stripverhaal ‘De diepe kloof’ wordt brandend actueel. Nu maar hopen dat een vinnige Asterix wordt gevonden om voor dit soort broedertwist creatieve oplossingen te vinden. En dan zijn we niet gebaat met politici die onwaarschijnlijke vergelijkingen maken tussen de waanzin in het ‘Fabeltjesland’ en de berekende oorlog in het MiddenOosten.
6
EN STOMMELINGS Walter Van Steenbrugge 16.01.2009
De culinaire feestraids zijn eindejaarslijstjes gedigereerd.
maag
en
darmen
intussen
gepasseerd,
de
Ze waren beide niet aan mij besteed. Ik verkoos wat zuivere lucht, met Azuur-licht. Geen smos noch smog, en al evenmin een blog. Al vond ik de zoektocht van het Genootschap Onze Taal naar het leukste woord van het afgelopen jaar een fris idee. Het werd uiteindelijk swaffelen. Van mij mocht het door Bernard De Wulf gecreëerde woord kroostautisme het swaffelen best naar de kroon steken. Het weinig avontuurlijke gewauwel van dames met kerkelijk geruite plooirokken, gekuist van elke zonde, die het steeds maar hebben over ‘mijn kinderen dit, mijn kinderen dat’, maakte De Wulf niet onmiddellijk vrolijk. Van zijn gramschap geraakte ik welwillend besmet. Voor Vrouwe Justitia à la Belgica was de jaarwisseling dan weer een ware gesel. Haar Limburgse dienaar Jo rolde na een slippartij over de drie peilers, de drie machten, de matten op. Daarna sloeg de Gentse bom in. En zopas werd België terug gefloten door het Straatsburgse Hof voor de Rechten van de Mens. Je zou voor minder het Noorden kwijt raken. De Affaire Justitie, straks in omnibusvorm. Een bedrijf, zoals justitie, dat dreunt op haar grondvesten, moet zich in vraag stellen, haar werkwijze, interne bedrijfsprocessen (voor zover die bestaan) en organisatie herbekijken, zich open stellen voor heldere analyses, proeven tot verbetering. Dit is toch het minste wat je zou vermoeden. Zo werd terecht door meerdere commentatoren verwezen naar het gammele wetgevend karretje dat af en toe bij branden of steekvlammen uitrukte, maar geen voldoend performant werk aflevert om voor een fatsoenlijke maatschappelijke ordening te zorgen. Je zou verwachten dat aan deze conclusie niet wordt voorbijgegaan en men het legislatieve werk dringend anders inricht. 7
Zou het niet nuttig zijn om experten, ervaringsdeskundigen, mensen van het veld, academici en tekstexegeten bij elkaar te roepen om ze tot een consensus te laten komen en nadien over hun werk democratisch te stemmen, al dan niet geamendeerd ? Groot was dan ook de verbazing als men de voorbije dagen op de overheidssite peilde naar de voorbereidende teksten die zouden gestemd worden om de BOMwet aan te passen Telkenmale – zelfs tot na de finale stemming in het parlement – was te lezen ‘Teksten Niet Beschikbaar’ of volkser gezegd : ‘geen pottenkijkers toegelaten’. Positivisten konden zelfs geen suggestie of voorstel doen. De reparatie van de gerepareerde broddelwet diende binnen de beslotenheid van de Commissie Justitie van de Senaat te blijven. En stoemelings. Dit woord, een Brussels neologisme, maakt allicht kans eind 2009, want nu al zeer actueel.
8
SOS JO Walter Van Steenbrugge 15.12.2008
Justitiepaleis Gent, 15 december 2008, 10uur. Mihai K., een Roemeense man met stoppelbaard van nauwelijks twintig, staat voor de Correctionele Rechtbank, na eerder bij verstek te zijn veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Hij werd recentelijk gearresteerd en kan vandaag voor het eerst zijn verweer doen gelden, doch hij mag dit niet. Het verzet dat hij in de gevangenis liet optekenen kwam immers te laat. Er was de man uit Roemenië in een te moeilijke en archaïsche taal een verstekvonnis “betekend” –je zou bij het horen van dat woord enkel aan een tekening denkendoch de vreemdeling was de Nederlandse taal niet machtig en wist al evenmin dat hij slechts 15 dagen de tijd had om zijn rechten alsnog te doen gelden en dus tijdig in verzet (een beroep tegen een verstekvonnis) te gaan. De Rechtbank zat duidelijk verveeld met de kwestie, maar dura lex sed lex. De Balkanjongeling werd geboeid afgevoerd, de straf kon worden uitgevoerd, zonder enige vorm van tegenspraak. In de loop van de dag was het zeer stil rond Mihai K.. Geen telefoon van zijn familie naar de Rechtbank. Geen telefoon van zijn familie naar de Minister. Geen gesprek van Jef tot Jo, geen lof noch emo. Geen tussenkomst van de Minister. Al evenmin een hocus-pocus oplossing, zoals in de zaak van Hassan I, de verdachte van de doding van Kitty Van Nieuwenhuysen : snel even in een andere zaak een aanhoudingsbevel uit de hoed toveren -waar men het voorheen blijkbaar niet nodig had geoordeeld om tot vrijheidsberoving over te gaan- en het kleed van onderzoeksrechter aantrekken om de betrokkene toch te kunnen vasthouden. De minister als stukadoor van het gerecht te Charleroi. Nu nog het moordonderzoek in TGV-vaart afwerken in functie van de duurtijd van het kraakverse aanhoudingsmandaat te Charleroi, netjes in de mix. SOS Piet heeft er niets aan. In principe verschilt de zaak van Mihai K. eigenlijk in niets met die van Hassan I. Bij Mihai K. zorgt een eeuwenoude praktijk er voor dat mensen die bij verstek werden veroordeeld een blad onder de neus wordt geschoven, in middeleeuws Nederlands, onbegrijpelijk voor een eigen ingezetene, laat staan voor een Wit-Rus 9
of een jonge Roemeen, waaruit men zou moeten kunnen afleiden dat vervaltermijnen beginnen te lopen. Reageer je niet prompt, dan kan je het schudden. In het geval van Hassan I. is het systeem om “vanuit de bak in de boek” beroep aan tekenen al even verouderd, ondoeltreffend en onvoldoende performant gebleken. De beide systemen zijn aftands en niet afdoend om de rechten van de partijen, ook die van de slachtoffers, op een zorgvuldige manier te beschermen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft reeds woordelijk gesteld dat iedere staat die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft onderschreven, ‘zijn rechtssysteem danig moet organiseren zijn dat de rechtszoekende op een fatsoenlijke en degelijke wijze geïnformeerd wordt, opdat hij zijn rechten van verdediging kan doen gelden’ (arrest 10 oktober 2002 CZEKALLA vs. Portugal). De huidige structuren en procedures zijn hopeloos verouderd. Evaluaties van de disfuncties worden niet of nauwelijks gemaakt. Er is nood aan een moderne organisatie, het kaf moet van het koren, in alle betekenissen. Het werk van de Minister ligt precies daar, de trias politicas indachtig. Dan heb je geen SOS-tussenkomsten nodig –hoe populair die ook mogen zijn- , want daar dien je geenszins de rechtsstaat mee en al evenmin het gelijkheidsbeginsel.
10
10 GEBODEN Walter Van Steenbrugge 08.12.2008
1. Opteer ter ordening van de maatschappij voor het democratisch staatsmodel, waarbij individuen zich kunnen verkiesbaar stellen, los van partijpolitieke dictaten. 2. Doe er alles aan om personen die door hun afkomst en hun leefomstandigheden benadeeld zijn, de mogelijkheid te geven zich te herstellen en zich evenwaardig te ontplooien. 3. Maak wetten die erop gericht zijn mensen de hoogste vorm van vrijheid te geven in denken en doen en geen handelen mag beperkt worden tenzij door de wet. 4. Bied eenieder wiens vrijheden beperkt worden of wie vervolgd wordt, het recht op een volwaardige en faire tegenspraak. 5. Span je in om de waanzin van religies aan te tonen, zodat de oorzaken van fundamentalisme verdwijnen. 6. Ga zorgvuldig om met gezondheid, milieu en arbeid. 7. Stel de wetenschap in dienst van de mens. 8. Geef alle ruimte aan kunst, lichamelijke expressie, creativiteit en schoonheid. 9. Moedig hen aan die iedere vorm van negativisme weten om te buigen in positivisme. 10. Omhels de jeugd, zonder onderscheid, zij vormt steeds de toekomst.
Voor NTGent – 08.12.2008
11
HUIZEN VAN BEWARING Walter Van Steenbrugge 06.12.2008
Het leven is niet goed in de gevangenissen. Prima vista is daar niets mis mee, want eigen schuld dikke bult. Maar bij nader toezien is deze stelling niet te harden. Zo vinden ook de cipiers uit Dendermonde. Meer dan twee jaar na de monsterontsnapping Dendermonde haalde toen het wereldnieuws- klagen ze over de overbevolking in de gevangenis en het grote gevaar dat zij hierdoor lopen. Je kan ze uiteraard geen ongelijk geven, de situatie is inderdaad onleefbaar. De job op zich is al heel bijzonder. Ze moeten dagelijks omgaan met mensen die devieerden, die schade aanrichtten en vaak ook zelf uit een gekwetste situatie komen. Ze worden veel om raad gevraagd, zowel van juridische, sociale als diepmenselijke aard, waardoor er een vertrouwensband kan ontstaan. Anderzijds moeten ze instaan voor de orde en de veiligheid. Enkele weken terug was ik op zondagavond in de Gentse gevangenis. Mug-dienst ter plaatse, vergeefs, zoveelste zelfmoord, alweer een geïnterneerde. De trieste aanblik van de cipier vorderde de lijkwagen. Bewaken en bewaren, een ganse klus. De bede om aandacht van het probleem wordt nauwelijks verhoord, ofschoon de aanklacht al vaak werd geuit. Ik heb zelfs de indruk dat de toestand alsmaar slechter wordt. Men slaapt op de grond, de drugs geraakten nooit makkelijker binnen, het woord “humaan” heeft er iedere betekenis verloren. Werk in die omstandigheden maar aan herstel, aan reclassering. Is remediëren dan echt niet mogelijk ? Mag ik proberen : Vandaag bestaat zowat 40 % van de gevangenispopulatie uit voorlopig gedetineerden. Mensen die dus nog niet zijn veroordeeld. Het zijn personen voor wie het eindverdict nog niet gevallen is en die vermoed worden onschuldig te zijn. Bij uitstek voor hen geldt de plicht om schade zoveel mogelijk te beperken. Je hoort het zo frequent : “gekraakt en geschaad zijn we uit voorarrest gekomen”. Voorlopige hechtenis als “voor”bestraffing. Het is wettelijk verboden.
12
Niet zo zelden komt daar nog bij dat in de cel zaken aan de politie werden gezegd die niet klopten of te extreem op het proces-verbaal werden geschreven. Beken en je komt vrij, het lekkere aas dat leidt tot al te obligate vangst. Voorlopig gedetineerden (de verdachten) zitten momenteel tussen de definitief gestraften en de geïnterneerden. Met zijn allen in de gevangenis, de “straf”inrichting. Nochtans schrijven de artikelen 11 & 13 van de Wet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden voor dat verdachten gescheiden worden gehouden van de veroordeelden, en dat dient voldaan aan het beginsel van het vermoeden van onschuld. Ook op andere plaatsen spreekt de wetgever van aparte “huizen van bewaring” (voorbeeld in artikel 23 van de wet op het Politieambt), en niet van strafinrichtingen, alwaar de straf wordt ten uitvoer gelegd. Bewaren, zoals in de Dikke van Dale, in de zin van beschermen, onder zijn hoede nemen. We staan daar zo ver van af. Ook de Europese regelgeving laat deze melange van gevangenen niet toe. Waarom dan geen aparte huizen voor zij die van bepaalde misdrijven worden verdacht, waardoor hun privacy, hun normaal functioneren en dat van hun familie niet wordt gedecimeerd ? Enkele telefoontjes met Didier REYNDERS en zijn Regie der Gebouwen moeten volstaan. De wetgeving dient zelfs niet aangepast. Voor het vinden van bijkomend personeel nog een laatste tip. Blijkbaar is er vandaag een akkoord bereikt dat oudere militairen (nog) vroeger uit actieve dienst kunnen treden met behoud van 70% van het loon. Zonder werken, toch verdienen, lijkt niet echt verdiend. In de nieuwe huizen van bewaring zorgen voor bescherming, in al zijn goede betekenissen, kan toch niet te veel gevraagd zijn ?
13
M/V GEZOCHT… Walter Van Steenbrugge 21.11.2008
Bettina GHEYSEN stond in het oog van de najaarsstorm. Ex-VRT-coryfee, thans politica, kreeg de rekeningen gepresenteerd, in alle betekenissen van het woord. Bettina geknackt, nog wel voorhoudend dat het ganse boeltje vervalst werd. Deze week werden we ook nog getrakteerd op het mailverkeer tussen Marie-Rose MOREL en Frank VANHECKE. Die mails, nu eens melig, dan weer wat opgezweept, gelakt, in korte sm(s)-taal met een duivels koosnaampje voor kopstuk DEWINTER er bovenop. Ook dat zou vervalst zijn door BV Jürgen, vroegere VB-compaan, die een partner had gevonden in de ex van MOREL. Wat een troep. Bruingebakken leesvoer. Recent kregen we nog de speculaties over de ontbijtgesprekken tussen Mireille en Karel DE GUCHT. Over wie nu het meest bekommerd was over het materiële welzijn van moeder SCHREURS. DE GUCHT ? Voor één keer dan toch, niet in het offensief, maar in het defensief. En voor wie het wat smeuïger wil, er was eveneens de Story en het gestoei tussen Maya DETIEGE en Chris DUCHAUSOIT. De politici als opgejaagd wild, continu in het vizier en de loop van het geweer dat journalisten, als praalzieke prijsschutters, zo graag, en liefst in primetime, hanteren. De strijd om de primeur. Met zoemende camera’s in aanslag, van ’s morgens tot ’s avonds, en als het kan even LETERME een micro onder de neus duwend met de vraag een liedje te zingen, bij voorkeur de Brabançonne. De privacy van politici is onbestaande. De Europese rechtspraak van Straatsburg luidt ook in die zin. Het recht op vrije meningsuiting, art. 10 EVRM, haalt het meestal op art. 8, het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. De huid van een politicus moet maar een dik olifantenvel zijn. toegelaten.
Erop plassen,
Bovendien moet je het verdragen dat de pers als eerste rechter fungeert, want vooraleer de ware toedracht justitieel raakt uitgeklaard (denk aan de VISA-affaire) sta je voor schut. Willy CLAES zal het geweten hebben. 14
Het parlement stemde, niet gehinderd door enige dossierkennis terzake, en onder dictaat van de fractie, over de persverhalen. Willy van de NAVO naar zijn PIANO. Kan het gekker ? Een politieke loopbaan uitbouwen, loopt al evenmin over rozen. Want daar zijn ook nog de kijk- en verkiezingscijfers. Doe dus maar vlug mee aan één of ander dwaas spelprogramma of flaneer rond het wittebillengeklets bij de vele Debbie en Nancy’s. En vooraleer je op het pluche in Brussel geraakt, eerst nog eens langs bij de lokale federaties. Mensen er naar de mond praten, wat gatlikkerij en verplichte aanwezigheden op rokerige vergaderingen en vettige pensenkermissen. No pain, no gain. Best ook wat evenwichtsoefeningen bij de belangengroepen, zo leer je schipperen, dat komt van pas. Veel druk en nachtelijke vergaderingen, je krijgt ze er gratis bij. Een politieke functie, waarom dan toch ? Toch niet voor de centen, want een bedrijf besturen brengt een veelvoud op van een land besturen en voor wetgeving zorgen. Kwestie van prioriteiten, het privé versus het algemeen belang. De smaak van de macht is ongetwijfeld zoet. Maar wie wil al die offers brengen voor zo’n hondenstiel ? Straks in Vacature : M/V of … hond gezocht.
15
ILLEGALEN Walter Van Steenbrugge 07.11.2008
Eén van de belangrijkste peilers van de rechtsstaat is het legaliteitsbeginsel. Dit beginsel wordt aan de Duitse strafrechtgeleerde Anselm von Feuerbach (1755 – 1833) toegeschreven. Het legaliteitsprincipe heeft zich evenwel niet enkel tot het strafrecht beperkt (Nulla poena, sine lege, of ‘geen straf zonder wet’), doch vond uitbreiding tot alle takken van het recht. De burger moet er immers met zekerheid kunnen op vertrouwen dat zijn mogelijks afwijkend handelen en dat van derden genormeerd is door de wet. Overheidsoptreden dient voorspelbaar te zijn, gegrondvest op een wettelijke basis en daardoor ook begrensd. Het is tevens een uiting van echte democratie : de vertegenwoordigers van het volk maken de wetten en stemmen de daarin voorgeschreven procedures, die een goede ordening van de maatschappij beogen, met respect voor Europese dwingende regelgeving en voor de grondwettelijke rechten (o.m. de gelijkheid van alle burgers). Wetten en procedures in het meerdere belang dus van éénieder. Wijk je af van deze voorschriften –bvb. omdat je van oordeel bent dat de rechtvaardigheid of de rechtsvrede meer gediend is met het negeren van bepaalde wettelijke voorschriften- dan zet je de deur open voor willekeur, voor rechtsonzekerheid en voor chaos. Want voor wie zet je de voorschriften opzij en wie maakt die arbitraire keuze en bepaalt wat rechtvaardig is in deze of gene situatie ? De kern van het legaliteitsbeginsel is precies dat je niet afwijkt van de afgesproken – op democratische leest geschoeide – lijn, voor niemand en in geen enkele omstandigheid. Nochtans valt het op dat dit basisprincipe hoe langer hoe meer onder spanning komt te staan. Alle middelen zijn voor sommigen blijkbaar goed om de wetten en procedureregels te ondermijnen, onder het mom van het blootleggen van beweerde (en liefst spraakmakende) schandalen. Slachtoffer van dienst was deze week Karel De Gucht. Grote kop van jut in de kranten, hot news op radio en tv. 16
Een anonieme briefschrijver had het bericht verspreid dat Mevrouw De Gucht een flink pakket Fortis-aandelen had verkocht, en dit op een ogenblik dat net de deal voorafging tussen de Belgische regering en het Nederlandse kabinet, waardoor de Fortis-aandelen riskeerden fors te devalueren. De Minister van Buitenlandse Zaken zou dus een strafbaar feit hebben gepleegd door zijn voorkennis te hebben misbruikt. Eerste conclusie : de briefschrijver heeft, zonder enige twijfel, persoonlijke gegevens, die de persoonlijke levenssfeer en het recht op eigendom van de familie De Gucht beschermen, geschonden, minstens heeft hij zich hieraan als mededader of medeplichtige schuldig gemaakt (deze laatste hypothese indien hij de gegevens van een derde betrok). Art. 2 van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, werd zonneklaar overtreden, hetgeen een misdrijf oplevert. Ook de Grondwet (art. 22) en verdragsrechtelijke bepalingen (art. 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en art. 17 van het Verdrag van de Burgerlijke en Politieke Vrijheden) zijn in het geding. Dit betekent dat als er al een misdrijf door Minister De Gucht zou zijn gepleegd – wat uiteraard tot op vandaag niet bewezen is – dan werd een ander misdrijf gepleegd om dit te bewijzen. Een misdrijf begaan om een ander misdrijf te bewijzen, is nationaal en verdragsrechtelijk onwettig en bovendien ethisch totaal onverantwoord. Tweede conclusie : anonieme verklaringen kan je niet tegenspreken, je kan er geen confrontatie mee aangaan. Aan mijnheer of mevrouw Anoniem kan je geen vragen stellen, die persoon is onzichtbaar en daardoor schijnbaar ook onaantastbaar. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aanvaardt enkel anoniem bewijsmateriaal als die elementen ondersteund worden door andere bewijzen die je wel kan controleren en tegenspreken. Op basis van deze dubbele conclusie zit Karel De Gucht dus op rozen. Hoewel, aan rozen zitten doornen. De schade die de man en zijn familie hebben opgelopen, is niet onaanzienlijk. Het one-liner-volk kan dat rauw inhakken overigens best wel smaken. De lynch-cultuur draait immers op volle toeren. Politieke haaien weten dit en willen scoren.
17
Ze bedienen zich van illegale methoden (zoals illegale telefoontaps of illegale undercover-operaties) om zogezegd belangrijke zaken bloot te leggen. Alles mag, ter vrijwaring van zelfverklaarde idealen. De spindoctors van de anonieme klokkenluiders, ik mag ze niet. Eigenlijk willen tegenstrevers.
ze alleen
veel aandacht
én
uitschakeling van politieke
Hun honger naar macht is heel groot. Het is hen daarbij niet om de bevolking te doen, want die heeft er nu juist alle belang bij dat strikt wordt toegezien op de naleving van democratisch tot stand gekomen wetgeving. Opvallend daarbij is dat dit soort politici het vaak gemunt hebben op illegalen, ‘de sans-papiers’, want die verblijven hier zonder wettelijke basis. Nu eens de wet toepassen, andere keren niet, als het hun goed uitkomt. Dat kan tellen als houding. Non sunt judicandae leges (‘de wet moet niet berecht worden’). Het grote verschil echter tussen de illegaliteit van die politici en deze van de ‘sanspapiers’ is dat de eersten macht nastreven en de anderen lijfsbehoud…
18
EEN JONGE VREEMDE HEERSER Walter Van Steenbrugge 23.10.2008
Beyruth. Het was al meer dan tien jaar geleden sedert mijn vorig bezoek. Ik wou er absoluut terug heen. Beyruth impressioneerde te veel. Je had er Oosterse, Westerse en Afrikaanse invloeden, de mystiek van verschillende religies, een bonte diaspora, de oudste en nieuwste culturen, vele opinies, evenveel kleuren en geuren, kriskas door elkaar. Beirouth een beetje zoals je het ideale leven ziet : boeiend, divers, verrassend en contrasterend. Maar wat ooit de heimat was voor elke vluchteling, staatloze, vrijheidsstrijder of bohémien, broedplaats voor creativiteit en verlichting, blijkt nu toch een illusie te zijn. Na de 15 jaar durende burgeroorlog (1975-1990) viel Libanon ten prooi aan een gek religieus fanatisme, politieke instabiliteit en werd het in de zomer van 2007 met een fatale bommenregen in het hart getroffen. Het straalt zo op je af. De blik van de Libanese moeder is donker en dof, de levensenergie ingeblikt. Kinderlijkjes op het netvlies. Bijna iedereen is door de oorlog wel een naaste kwijt. De doden verdwijnen er niet, ze worden meegedragen. Het is hun zekerheid, misschien wel hun enige, het geeft hen rust, maakt de toehoorder rusteloos. De bevolking lurkt massaal aan de Nargilè (waterpijp) of geeft zich over aan de hasj uit de Bekaa-vallei. De vergetelheid inhalerend. Dwangbuisrijp.
Hier en daar trachten Westerse passanten nog prestigieuze projecten op te richten. Het oogt wat bizar om vlak naast een ex-legerkazerne, waar het codewoord aan de metalen poort ‘geweld’ is, een groot LSD-scherm te zien met ‘Make-over Madonna’ met een hoog gehalte prikkelpiksel. Recente cijfers over welvaart – of beter het gebrek aan welvaart - zijn alarmerend. Het onderwijs is duur, te duur, velen wijken uit. 19
De exodus na de intrek. Kan een aftocht triester ? Mocht ik nu tegen die achtergrond van indrukken het boek ‘En laten we nu samen afscheid nemen van de liefde’ van ene Paul Baeten Gronda lezen. Het debuut van de twintiger handelt precies over de leegte die de dood van een jonger broertje achterlaat. De uitzichtloosheid, de depressie, het veelvoud aan onzekerheden, de wakkerhoudende vraagstukken over ‘wie schuld aan de dood ?’, worden bijzonder beklijvend beschreven. Als een scherpschutter met woorden dringt hij door tot de ziel van de gekwetste jongeling en bouleverseert de lezer met de conclusie dat de ouderband toch heel ingrijpend en determinerend is. Eigentijdser en zuiverder beschrijven kan haast niet. Is het werk autobiografisch, dan is de innerlijke monoloog verbluffend op schrift gekomen. Is het fictie, dan grenst het bevattingsvermogen van wrakdrift bij verdwaalde jongeren aan het geniale. Je verwacht dat verscheurde en gekwetste jongeren krachteloos zijn, hapklare brokken voor dril en goedkope oneliners. Paul Baeten Gronda, zelfverklaarde jonge nozem, heerst over die gevoelens in een prachtige taal. Taal als wapen, taal als kunst, taal als wiskunde, maar dan met lettertjes, en met veel humor, ook al is die prettig zwart ingekleurd. Aan de vooravond van de Boekenbeurs, en met lange winteravonden in het verschiet, pleit ik onomwonden voor Gronda. 2008 : Un Grand Cru Gronda.
De literaire oogst voor de komende jaren lijkt door die branieschopper wel verzekerd. Wat had ik hier in Beyruth die wat vreemde kop aan tafel willen zien, gezeten bij een glaasje Arak en een eenvoudig bordje Hommos.
20
TIJDVERSPILLING Walter Van Steenbrugge 10.10.2008
Het was al tegen 22.00 uur, gisterenavond, toen een jonge studente, na een gastcollege aan het KULAK over de rol van de advocaat in het strafproces, mij in de vragenronde interpelleerde en zich afvroeg waarom al die strafprocessen, vooral de assisenzaken, zo lang moeten duren en of dit allemaal geen tijdverspilling was. Enkele maanden voordien kreeg ik dezelfde vraag voorgelegd door een WestVlaamse ondernemer toen ik over mijn boek mocht spreken ten overstaan van de Jonge Kamer van Koophandel te Roeselare. « Misdrijven moeten snel berecht worden, al die uitleg over het hoe en het waarom is niet nodig, het kost stukken van mensen en het leidt alleen tot verwarring, iets waarop advocaten het exclusieve patent hebben. » Dit credo klinkt alsmaar luider, ook (en vooral) bij jonge mensen. Studenten leren best aan de hand van voorbeelden. Niet ver van Roeselare en Kortrijk, ligt Oudenaarde, aan de Schelde en aan de grens tussen Oost- en West-Vlaanderen, een beetje mossel noch vis. Geen schaaldieren en ook geen visgerechten, maar enkel culinaire hoogstandjes van lamsbereidingen in het beste restaurant van Oudenaarde. De uitbaters zijn allochtonen, maar hier sedert reeds enkele decennia neergestreken, en door en door ingeburgerd. Hun gedachtegoed kleurde hoe langer hoe meer “Bourgeois” , “bien cuit”, alleen hun spijzen bleven zuiders en overheerlijk. De mezze en het lamszadel verleidden mij dan al meer dan twee decennia, ik ben er vaste gast. Tot voor enkele jaren trakteerde de chef me op het einde van de maaltijd met een pleidooi voor meer en hardere repressie, tariefrechtspraak, liefst gekruid met executietuigen. Het éénzijdig gehannes digereerde slecht, werd vaak een alibi om niet meer langs te gaan. Tot op de dag dat de keukengod himself in mijn wachtkamer zat. Verslagen, met een kop als een fricassee, want zoonlief in de gevangenis.
21
En óf er redenen waren om hem daar uit die stinkende cel weg te krijgen, meer nog, hij moest worden vrijgesproken, er waren immers tal van getuigen die zijn onschuld konden aantonen – die zouden we toch kunnen oproepen ?-, minstens waren er veel omstandigheden die tot een strafvermindering moesten leiden. Ook tijdens de jeugd waren er de slechte vrienden op school en zijzelf, de ouders, noeste werkers, hadden hun kind noodgedwongen moeten onderbrengen bij derden, die achteraf gezien toch niet echt het goede voorbeeld hadden gegeven. Als advocaat kon je dat toch allemaal in het proces brengen en diende het onderzoek toch ook naar die elementen te peilen ? Hij zat nu tussen de zware criminelen, dat kon toch nooit tot enige verbetering van zijn gedrag aanleiding geven ? Ik heb hem die dag toen gezegd dat een strafproces altijd draait rond menselijke schade. Niet enkel aan de kant van de slachtoffers, doch ook vaak aan de kant van de dader en zijn naasten. Wie het heeft over menselijke schade, heeft opdracht deze te beperken, en je kan dat best bereiken door het oordeel over schuld of onschuld en over bestraffing tot stand te laten komen met de ruimst mogelijke kennis. Geen verdict op één, twee, drie. Een goede maaltijd bereid je toch ook niet in een handomdraai ? Bovendien zegde ik aan de man met de gouden handen -die tevens een autofreak was- dat bij verkeersaccidenten met louter materiële schade, men de gewoonte heeft om alle remafstanden, plaatsomstandigheden, expertises over krasjes en builtjes haarfijn in het debat te brengen zodat men kan weten hoe het ongeval is kunnen gebeuren en hoeveel de schade precies beloopt. Zouden we dat dan allemaal achterwege laten als het gaat om menselijke krassen ? Tijdverspilling ? Nog daar gelaten de vergelijkingen tussen de bedragen die men uitkeert voor schade aan het autovoertuig, die levenloze blikken fetisj, en de menselijke schade bij een dood kind of een dode geliefde…
22
DE KOLDERBRIGADE Walter Van Steenbrugge 26.09.2008
De term « proces-verbaal » stamt uit het Latijn : ‘processus’ en ‘verbalis’, processus zijnde « voortgang, wijze van gebeuren » en verbalis « uit woorden bestaand ». Een proces-verbaal is dus een in woorden uitgedrukt verslag van een bepaalde gebeurtenis. In de moderne tijden koos men ervoor om de bevoegdheid tot het opstellen van processen-verbaal voor te behouden aan politiemensen. Men was van oordeel dat de politieman, en hij alleen, informatie kon inwinnen betreffende gepleegde misdrijven en hun daders. Hierbij was het proces-verbaal hét communicatiemiddel bij uitstek. Het proces-verbaal als fundament van de bewijslevering van misdrijven, nogal fundamenteel dus. Het proces-verbaal als ultiem bolwerk van beschaving. Weg met de Merovingers die het resultaat van het duel aanvaardden als bewijs van een misdrijf, ervan overtuigd zijnde dat God zijn wil zou manifesteren door de uitslag van het tweegevecht in het voordeel van de onschuldige te doen uitvallen. Vandaag neemt het geschreven verslag van de politieman het oordeel van God over. De hedendaagse wetgever heeft immers aan het proces-verbaal een bijzonder belangrijke bewijswaarde gegeven. De bewijswaarde van het proces-verbaal is vandaag zo groot dat de rechter die moet oordelen over schuld en straf aan de inhoud van het proces-verbaal gebonden is, tenzij het bewijs van het tegendeel of van de valsheid van het proces-verbaal wordt geleverd. Dat laatste is geen eenvoudige klus. De rechter mag aan de inhoud van een proces-verbaal dus geen appreciatie geven die onverenigbaar zou zijn met de termen ervan. Het proces-verbaal levert bewijs op voor de vervolgende partij en de rechter moet de vaststellingen van dit bewijsmiddel aannemen, zolang de belanghebbende partij de onjuistheid van de vermeldingen in het proces-verbaal niet heeft aangetoond. Of anders gezegd : de inkt van de politiepen is moeilijk uitwisbaar en is beslissend bij de behandeling en beoordeling van elke strafzaak, die op haar beurt een mensenleven nogal grondig kan beïnvloeden. Conclusie : 23
• • •
je moet de hoogste graad van performantie nastreven bij de redacteurs van die processen-verbaal ; je gaat best die redacteurs controleren, gezien het belang van hun schrijfsels ; je draagt heel veel zorg voor de opleiding van deze mensen en voor hun onkreukbaarheid.
De Koekelberg-saga neemt nogal een loopje met deze beginselen. Even logisch blijven : •
• •
er zijn indicaties van gesjoemel. Blijkbaar werden er mensen werkzaam bij de politietop gepromoveerd tot belangrijke functies, terwijl zij niet over de vereiste kwalificaties beschikten, erger zelfs gebuisd waren op het examen. Het woord « ongeschikt » werd plots « geschikt » ; er zijn dus indicaties van valsheid in geschrifte, van strafbaar gebruik van deze stukken, en dit bij cabinetards van de bevoegde minister, alsook bij mensen die zich hoog op de hiërarchische ladder bij de politie situeren ; er worden politiefunctionarissen op posten gebombardeerd die niet over het vereiste profiel beschikken en daardoor de werking van de politiediensten ernstig in het gedrang kunnen brengen, en er worden functies gecreëerd waarvan de noodzaak niet wordt aangetoond.
Wat doe je dus best in zo’n situatie ? • •
•
je laat een onafhankelijk en diepgaand onderzoek uitvoeren ; je neemt tussentijds een aantal ordemaatregelen, te weten voorlopige schorsingen met respect voor éénieders vermoeden van onschuld, en dit ten aanzien van hen die hierbij kunnen betrokken zijn (met het accent op ‘kunnen’) ; je communiceert heel duidelijk naar de publieke opinie en je geeft een krachtig signaal naar het ganse politieapparaat dat iedere onjuistheid in processenverbaal of andere politiegeschriften altijd onvergeeflijk en onverschoonbaar is ;
Wat zie je vandaag ? • • •
partijpolitieke deals worden gesloten (voor de Waalse politieke partijen lijkt Koekelberg een oninneembare basiliek) ; je weet helemaal niet of er een onderzoek loopt en wie dit dan wel uitvoert ; de communicatie is één en al geklungel.
Het politielandschap is natuurlijk al veel langer ziek. Zij die de politiehervorming bewieroken, kennen de praktijk niet. Het gaat – op een welgekomen uniformisering van de informatie-uitwisseling van politiegegevens na - niet beter met de politie.
24
De macht van de politie is alsmaar groter geworden, de controle veel kleiner en het rijkswachtuniform - met zijn dictatoriale en militaristische koordjes– is meer dan ooit present. Er moet naar het voorbeeld van “De Collega’s” geen heruitzending komen van “De Kolderbrigade” met commissaris Kolder, alias Romain De Coninck, en met de speurders Gaston en Leo. Nieuwe scenario’s liggen immers zo voor het grijpen en aan representatieve acteurs helemaal geen gebrek…
25
VERSTEK OP DE SCHOOLBANK ?
VONNIS OP DE RECHTBANK !
Een voormiddag toeven op de jeugdrechtbank is hoe langer hoe meer een kwelling. Het soort en aantal delicten dat er behandeld wordt, geeft al te denken, maar daarnaast heb je ook het gedrag ter zitting van de jongeren en van de ouders, voor zover die laatsten al willen meekomen. Respect voor de rechtbank is er meestal totaal afwezig, het taaltje dat door de jonge delinquenten wordt gebruikt klinkt vervuild, de outfit en de looks ogen offensief en onaantastbaar. Fysieke en geestelijke hygiëne laten er erg te wensen over, enig correctief ingrijpen door de ouders is quasi onbestaande. De jeugdrechters van vandaag moeten beschikken over enorm veel positieve energie om die doffe ellende door te komen. Hun armslag is bovendien vrij beperkt, deels door de geringe wettelijke marge om tussen te komen, deels door hun terminale positie op het parcours van de jongere, die op het ogenblik van zijn verschijning voor de jeugdrechtbank al vaak onherstelbaar is aangetast. Het Gentse parket heeft thans beslist om nu ook hardleerse spijbelaars voor de rechtbank te brengen. Wie niet horen wil moet voelen « we kiezen voor de harde aanpak », meldt de woordvoerster van de Procureur des Konings te Gent. Populair is een harde aanpak zeer zeker, vraag is of dit soort beleid wel zinvol is.
Dat brossen een gesel is voor al wie met jongeren te maken heeft, behoeft geen commentaar. De schoolse kennis wordt niet meer opgepikt en schools achtergestelde groepen ontstaan met hun eigen dynamiek en leefcultuur, waar nog weinig plaats is voor passie, gedrevenheid en sociale vaardigheiden, des te meer voor uitzichtloosheid en marginaliteit. Broeibakken voor ontwikkelingsstoornissen, alle soorten criminaliteit kunnen er kiem zetten. Het aantal spijbelaars neemt gestaag toe, evenals het aantal jongeren (25%) met gedragsproblemen.
26
De cijfers van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) omtrent de frequentie waarmee tieners van 13 alcohol tot zich nemen zijn ontluisterend, om nog te zwijgen over de toenemende zelfdoding bij jeugdigen. Tegen die achtergrond lijkt de rol van de school mij steeds belangrijker en de job van leraar alsmaar crucialer. De schoolse activiteiten moeten danig worden georganiseerd en tal van buitenschoolse bezigheden moeten er kunnen plaatsvinden, zodat ze massaal worden bezocht. De scholen moeten aantrekkelijk gemaakt worden, blits gepromoot, de school als sterk merk. Frank VANDENBROUCKE neemt best enkele supercreatieve marketeers onder de arm om van de school een attractie te maken. Een kweekvijver voor blije, positieve en evenwichtige mensen. Dat hierbij de economische finaliteit van het schoolgaan wat zal teloor gaan, moet je er dan maar bij nemen, de prioriteiten liggen nu dringend ergens anders. De vraag stelt zich overigens of een maatschappij die de klemtoon wil leggen op vooruitgang in de economie, niet veel meer gebaat is bij mensen met rijke emotionele vaardigheden, dan bij haastige, psychisch wankele, bollebozen. De spijbelaars en hun ouders – die toch al lang de opvoedkundige rol gelost hebben – straffen en verder stigmatiseren, lijkt mij daarom geen goed idee. Promoot de schoolbank in plaats van de rechtbank.
27
PIERKE Walter Van Steenbrugge 23.05.2008
Afgelopen zondig geen Gents feestnummer op het Sint-Pietersplein, want verslagen in het Koning Boudewijnstadion aan de Heizel. Maar Gent zou Gent niet zijn als men het geplande fêteren door een stel Brusselaars zou laten afcommanderen. Een steenworp van het Sint-Pietersplein ligt toch het Gentse Rectoraat van de Universiteit. Daar dus wél trompetgeschal : de Universiteit GENT heeft voor 65.000,00 EUR aan toga’s besteld. Op de dag van de proclamaties zullen immers de eerste mastersstudenten die het volledige hervormde Bologna-studieprogramma hebben doorlopen, zich in een toga moeten hijsen. De Gentse rector Paul Van Cauwenberge, instigator van die gewadenproclamatie, is van mening dat de Angelsaksische traditie van de soepjurken naar Gent moet worden geëxporteerd. Eerste vraag : worden ook de baretten, de pruiken met paardenharen, het rabat in kant, de vleugelkragen en ook de pluimhoeden vanuit het Britse continent overgenomen ? Of worden het toga’s met puntmuts zoals bij de Ku Klux Klan ? Of is de rector wat meer zuiders geïnspireerd en worden ook laurierbladen voor een krans aangeschaft ? Zeer origineel kun je de terugkeer naar de tijd van de habijten niet noemen, maar los daarvan stel je toch de vraag waarom jonge volwassenen dat elitair kleed om de heupen moeten krijgen ? Van de toog in de toga. Je moet nog het echte leven in, je hebt best nog wat te bewijzen en je wordt als keizer getooid. De kleren van de pronk- en praalzieke keizer, uit het sprookje van Hans-Christian ANDERSEN, lijken Gent niet te verontrusten. En dan ook nog allemaal in een zelfde kleed, terwijl de diversiteit, die precies jonge mensen kunnen uitstralen, op de zo belangrijke vrijheid wijst.
28
De rituelen, het ene al wat gekker en liturgischer dan het andere, placht bepaalde instituten, zoals de bestuurlijke en rechterlijke overheden en de kerk, het symbolisch decorum te bieden om die instellingen in hun rol van hoeders van macht en moraal, via grandeur te avoueren. Om impressionant, dominant en vooral machtig over te komen. Het getuigt van weinig geloof in de hedendaagse rationele en wetenschappelijke verworvenheden, van « Universitas », om anno 2008 nog naar soutane ritussen te grijpen. Macht en elitarisme accentueren lijkt mij geen goed idee. Macht etaleren met pracht en praal doe je niet, en zeker niet met koddige kleren. Zij die in een machtspositie zitten, moeten niet door het decorum worden bevestigd, maar enkel door de wijze van hun gespreksvoering, door de manier waarop ze met mensen omgaan. Symbolische communicatie kan soms nuttig, zelfs soms noodzakelijk zijn, maar dan moet de symbolische betekenis vervat liggen in de wijze waarop het debat wordt gevoerd. Slechts zo kan je de legitimiteit van je positie verwerven. Overigens, waarom moeten advocaten volgens het Gerechtelijk Wetboek toga’s dragen ? Ik zie maar één reden : om hun vaak aftandse burgerkleding af te schermen. Geen enkele andere reden kan die pij rechtvaardigen.
Dus, Waarde Heer Rector, stop die kostelijke onzin over die studententoga’s, en reserveer die bestelde kleren voor carnaval, of laat ze door enkele Stroppen dragen, ergens medio juli, in het zog van Pierke Pierlala.
29
LUIPAARDMENSEN Walter Van Steenbrugge 09.05.2008
Het woord viel deze week tijdens de berichtgeving op Radio 1 naar aanleiding van het proces Fourniret. Wikipedia noch van Dale boden enig soelaas. Philip Heymans, wiens verslaggeving over de assisenzaak helder, accuraat en objectief voorkomt, had de kat de bel aangebonden door het getuigenis van André Fourniret te analyseren en naar de zielenroerselen te peilen van diens beschuldigde broer Michel. Michel Fourniret had, dixit André, een dubbele persoonlijkheid : er was een witte en een zwarte Michel, er was een hulpvaardige sociale man en er was het wreedaardige beest, het luipaard. De dag en de nacht verenigd in één persoon. Philip Heymans ging “out of the box” becommentariëren en ontlokte bij de luisteraar de vraag wat de psyche wel kan teweegbrengen, welke schade een gespleten persoon kan aanrichten. Is er in hoofde van Fourniret sprake van schizofrenie, een verwoestende geestesziekte, die levenslang aanhoudt en één op de honderd mensen rond hun 20ste levensjaar treft ? Gaat het om een schizofreniepatiënt met psychotische verschijnselen waarbij fantasie en werkelijkheid worden verward ? Meteen krijg je de discussie over de toerekeningsvatbaarheid van een dergelijk persoon en kan je er ook van op aan dat er weer velen zullen zijn die dat debat overbodig vinden en voor wie de hoogste boom niet hoog genoeg kan zijn om dat soort van misdadigers aan op te knopen. Hoewel ik er zelf van overtuigd ben dat kwaad met kwaad vergelden vanuit geen enkele invalshoek ernstig te motiveren is, meen ik dat ook voor hen die de harde repressieve lijn prediken – en er zijn er met dat gedachtegoed vandaag hoe langer hoe meer – een heel brede informatie over de achtergronden van de dader en het waarom van de daad, nuttig zou moeten zijn. Een debat over de graad van verwijtbaarheid, over de vaak smalle grens tussen normaal en abnormaal, ziekelijk gedrag, is altijd zinvol. Vooral ook voor de slachtoffers en nabestaanden. Hoe vaak hoor je niet van de familie van de overledene hoe belangrijk het is te weten te komen welke psychische mechanismen hebben geleid tot die fatale “passage à l’acte” ? Het begrijpen van de voorgeschiedenis, het kunnen duiden van de geestelijke deviaties bij de dader leiden steeds naar een betere verwerking van “le mal”, hoe erg en ingrijpend het verlies van een geliefde ook mag zijn. 30
Geïnformeerd en betrokken worden bij dat alles is wat de ouders van Joe Van Holsbeek zo gemist hebben op het gerechtelijk parcours dat hun te beurt is gevallen sedert de MP3-moord. Het was zo immens triestig in het recent gepubliceerd interview met de ouders van Joe (De Morgen 26 april 08) te moeten lezen dat door het tekort schieten van justitie op dat vlak, vader Van Holsbeek van een innemend en breeddenkend persoon geëvolueerd is naar een zwaar verbitterd man, die zelfs zegt nu voor de lex Talio (‘oog om oog tand om tand’) gewonnen te zijn. Orakelde hij maar Gandhi, die zegde ‘An eye for an eye makes the whole world blind’. Het wordt hoog tijd dat justitie zich bedient van de vele interessante resultaten van multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek en beroep doet op gedreven psychiaters, gedragsdeskundigen, psychologen en neurowetenschappers. De waarde van hun werkzaamheden, elk op hun terrein, kan nooit overschat worden. Niet alle expertise kan immers in één persoon verenigd zijn, ook niet in een onderzoeksrechter. Er moet gericht naar experts worden gezocht. Hun bijdrage kan veel opleveren, voor doorbraken zorgen tijdens het gerechtelijk onderzoek, leiden tot het diagnosticeren van de daad en de dader, tot het bepalen van de behandelbaarheid van de dader met het oog op het uitsluiten of verminderen van de kansen op recidive Dat soort van navorsen kan alleen maar de kwaliteit van de rechtspraak ten goede komen. Hiernaar streven is een uiting van geloof in de mensheid. Hierdoor onderscheidt de mens zich van het dier, vooral van het luipaard.
31
ZORGVULDIG BESTUREN Walter Van Steenbrugge 25.04.2008
De Beroepsvereniging van geneesheren-specialisten gaf deze week uiting aan haar misprijzen over enkele strafrechtelijke uitspraken van correctionele rechtbanken die recentelijk artsen hebben veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen wegens medische fouten. De krant DE MORGEN bracht een uit het leven gegrepen getuigenis van een gynaecologe die het totaal onverantwoord vond dat ze het voorwerp had uitgemaakt van een gerechtelijk onderzoek (met ondermeer huiszoekingen e.d.) en finaal in de rij had moeten staan tussen geboeide criminelen om plaats te nemen op de beklaagdenbank. Haar relaas was inderdaad aandoenlijk en bracht nog maar eens de bevestiging dat met strafrechtelijke initiatieven niet lichtzinnig mag omgesprongen worden. Je zult maar dagdagelijks en soms ook nachtelijk het beste van jezelf geven om anderen in nood te helpen, om nadien –als het noodlot of een of andere onvoorziene omstandigheid toeslaat- in een strafrechtelijke nachtmerrie terecht te komen. Voldoende om er zelf fysiek of psychisch aan ten onder te gaan. Voldoende om geen risicovolle ingrepen bij patiënten meer door te voeren en het artsenberoep louter routinematig af te haspelen. Strafrecht moet uitzonderingsrecht zijn. Het is geen stoplap, maar een ultiem middel om aanvallen op mens en maatschappij te counteren en de aangerichte schade zo goed mogelijk te herstellen. Niet om ongewilde daden te vervolgen. Tot daar kan ik de Beroepsvereniging en hun kritiek op deze zinsverbijstering volgen. Wat graag had ik ze ook weten ingaan op de onderliggende oorzaak van deze gedevieerde toestand en mocht, wat mij betreft, het lot van de slachtoffers van medische fouten ook onder de aandacht worden gebracht. Is het niet zo dat op vandaag het slachtoffer van een medische blunder zo goed als kansloos is om het hoe en het waarom van het medisch falen te weten te komen, laat staan een bekentenis, een erkenning van fout, te bekomen of via een burgerlijke procedure de medische fout te laten vaststellen en zo schadevergoeding te bekomen ? Tot vóór de Wet van 17 mei 2007 (Wet betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg) -tot stand gebracht net voor de verkiezingen van 10 juni 2007- diende het slachtoffer van een medisch mistasten naast haar schade ook 32
een welomschreven fout van een welbepaalde arts of ziekenhuis te bewijzen, en de causaliteit aan te tonen tussen die fout en de geleden schade. De psychologisch hoge drempel naar de arts of de medische staf, de afgeschermde medische informatie, de soms onbegrijpelijke vaktaal, de hoge kosten van het proces gezien de loodzware bewijslast en de “ons-beschermt-ons” mentaliteit (binnen de beroepsorde, bij gerechtelijke medische expertises…) zijn maar enkele van de vele hindernissen die de burger moet nemen om gerechtelijk zijn gram te halen en de esoterie van het medisch handelen te doorbreken. Deze belemmeringen lieten en laten het slachtoffer bij gebrek aan voldoende slagkracht om tot bewijsgaring van het medisch foutief optreden te komen, geen andere keus dan de strafrechtelijke toer op te gaan. De politionele mogelijkheden zijn immers veel ruimer (medische dossiers kunnen in beslag worden genomen, verhoren door gezagsdragers kunnen de werkelijke toedracht blootleggen, men kan beroep doen op wetenschappelijke en forensische onderzoeken) dan de karige middelen waarover de burger doorgaans beschikt. De quasi-onmogelijkheid om een medisch foutief handelen te bewijzen en de beslotenheid van de beroepskaste liggen aan de basis van het oneigenlijke gebruik van het strafrecht. Een situatie die m.a.w. noch voor het slachtoffer noch voor de arts deugdelijk is. Het is dan ook geenszins te vroeg dat de Wet van 17 mei 2007 de foutloze aansprakelijkheid invoerde -waarbij het beweerde slachtoffer wordt ontslaan om zelf het bewijs van de medische fout bij te brengen- en tevens een Fonds in het leven riep om schadevergoedingen uit te keren ingeval van fouten in de gezondheidszorg. Het venijn zit echter in de staart van de wet. Het laatste artikel van de wet, artikel 35, voorziet in de inwerkingtreding van de wet. Deze is immers uitgesteld naar ‘uiterlijk 1.1.2009’, waardoor slachtoffers van soms zeer schrijnende toestanden nog verder in de kou blijven staan. Steeds meer worden operaties doorgevoerd om reeds afgekondigde gepubliceerde wetten, wat hun uitvoerbaarheid betreft, te verdagen.
en
Dit is overigens ook zo met de nieuwe interneringswet, die al evenmin van passende uitvoeringsbesluiten werd voorzien.
Men maakt een nieuwe wet, men roept er met veel trompetgeschal de pers bij, en nadien, geruime tijd later, wordt de uitvoering vanuit een donker en stil achterkamertje verder in de tijd voor zich uit geschoven. Een volkomen onbetamelijke houding van de uitvoerende macht. 33
De regeringsonderhandelingen (of beter : het kolderstuk) hebben in het geval van de medische aansprakelijkheid een zware tol geëist. Dit maatschappelijk falen lijkt mij erger dan onvrijwillig medisch blunderen. En dan maar sakkeren op Congo en hun onzorgvuldig besturen…
34
VOOR GEEN FLUITJE VAN EEN CENT Walter Van Steenbrugge 11.04.2008
De wijken Highbury en Islington, hartje Londen, liggen in diepe crisis. Het fiere “Arsenal” werd afgelopen dinsdag uit de Champions League gewipt door de Reds van Liverpool. Een strafschop toegekend in de 85e minuut aan Liverpool gaf de Londense club de doodsteek. En nauwelijks één week voordien, tijdens de heenwedstrijd, werd een penaltyfout, zo groot als de Big Ben, niet bestraft door de Nederlandse scheidsrechter. De Arsenal-middenvelder, HLEB, werd duidelijk onder de graszoden getrokken door de Liverpool-speler Dirk KUYT…, jawel ook een Nederlander, en dit terwijl de referee zich op enkele luttele meters van de plaats van het delict bevond. De gunners van Arsenal richtten al hun munitie op Nederland en op VINK, want zo heette de scheids. Blinde vink, ze lusten hem rauw. Factum iudicis, factum partis. De vergissing door een rechter begaan, weegt op de partijen. Maar wie denkt nog aan de scheidsrechters ? Ik heb met ze te doen. Neem nu Anders FRISK. De blonde, goedogende en immer charmante Zweedse topreferee, fluitend door het leven, stopte op 42-jarige leeftijd met fluiten, op het ogenblik dat hij de belangrijkste internationale voetbalmatchen mocht leiden. Hijzelf en zijn familie werden immers met de dood bedreigd, meermaals, doch vooral na de incidentrijke partij tussen Barcelona en Chelsea. Of Kurt RÖTHLISBERGER die de tot Belg genaturaliseerde Josiph WEBER op het WK 94 geen strafschop toekende toen hij op een cruciaal ogenblik in de wedstrijd door de Duitser HELMER tegen de grond werd geschoffeld en zo WEBER onthield van eeuwige roem en de kwalificatiekansen van België had gedecimeerd. De brave Zwitser werd kort nadien, weliswaar voor een ander duel ( Grasshoppers Zürich – Auxerre) van omkoping beschuldigd, en ging er uiteindelijk fysiek aan ten onder.
35
Op het laatste WK in Duitsland vergat de oerdegelijke Britse scheidsrechter Graham POLL, tijdens de wedstrijd Kroatië – Australië de Kroaat SIMUNIC na twee gele kaarten van het veld te sturen. Hij trok een derde gele. POLL mocht geen enkel internationale wedstrijd nog fluiten. Exit POLL. Arbiter. Het woord stamt af van de Romeinse tijden en betekende eigenlijk “opper-ceremoniemeester”. “Arbiter elegantiae” : rechter in zaken van goede smaak. Maar what’s in a word ? Arbiter zijn is een hondenstiel. Je verdient een habbekrats in vergelijking met alle vetbetaalde acteurs rondom je. Je mag de adrenaline niet ventileren door het sportshirt omhoog te tillen, de torso te ontbloten en de naam van die wulpse minnares te tonen. Geen vreugdetaferelen zijn aan je besteed. De blik moet ‘cool’, ijzig, onpartijdig en lijdzaam. En vooral ben je ook eenzaam. Lonesome Zorro in de scheidsrechterscabine. Geen perswoordvoerder, geen mogelijkheid om, zoals een beroepsrechter het vermag, het verdict te motiveren of uit te leggen. Enkel scheldwoorden tijdens de wedstrijd zijn jouw deel, en in de donkere catacomben van het stadium krijg je tijdens de rust nog de één of andere trainersstaf – die natuurlijk pijlsnel op de hoogte is van de videobeelden – over je en die je onmiddellijk confronteert met die beslissing die je in een fractie van een seconde moest nemen en fataal fout bleek te zijn. Er rest enkel de broze en zeer breekbare macht van het fluitje. Het wordt tijd dat het statuut van de scheidsrechter wordt geherwaardeerd. Ontdoe de scheids van zijn zonnebankbruin en zijn fluo-shirt, maar geef hem assistentie van camera’s via de vierde “bank”-scheidsrechter. En verlos hem zo van die onmenselijke druk. Zoals het nu is, kan het niet meer. De arbiters gaan het, op de duur, ook niet meer willen doen, zelfs niet voor een fluitje en al zeker niet voor wat schamele centen of een schnabbel hier of daar.
36
PIENTERE RECLAMEJONGENS Walter Van Steenbrugge 14.03.2008
Hoe ik tegenover de Belliraj-zaak aankijk ? In de eerste plaats tracht ik mij te verplaatsen in de leefsituatie van de nabestaanden van de slachtoffers. Ik hoorde er nog niets over. Moorden anno 1989, klaarblijkelijk opgehelderd anno 2008. Negentien jaar onzekerheid, onwetendheid, geen ruimte voor verwerking. Enkel klamme angst, akelige nachtmerries, ontbering van echte levensvreugde.
Ik zag deze week in mijn kantoor de broer van de in 1996 in ware maffiastijl afgemaakte rijkswachter Peter De Vleeschauwer. De donkere ogen van Chris staken diep in de beenderige kassen, zijn blik op uitzichtloosheid, de ziel geraakt, de geest onpeilbaar, na bijna twaalf jaar «niets». Dat soort mensen is niet meer te troosten, de spirit is er uit, geen plaats meer voor sprankels, ook niet voor woorden, ze willen enkel nog het hoe en het waarom kennen van die executie, soms, op de duur, in hun eindeloze zoektocht zichzelf executerend. Toch denk ik ook aan Belliraj zelf, gezeten –voor zover dat kan- in zijn Marokkaanse cel. Ik vraag mij af hoe de bekentenissen er gekomen zijn. In «De Hel van Tanger» of iets soortgelijks ? In ieder geval kwamen de bekentenissen er bijzonder snel. Marokko, dat gaat volgens mij niet goed samen.
Mensenrechten en
Een beetje zoals met Flahaut en De Crem, elk vanuit hun volle gloriegekheid. De Evergemse Belliraj, als informant, beschermde soort in België, vogelvrij bij de Berbers van Marokko. Kwaadheid alom bij de Belgische Staatsveiligheid en haar verantwoordelijken, want er was gelekt over zijn informantenstatus.
37
OK, lekken zijn steeds uit den boze, maar was het niet meer aan de orde, precies te weten wat de inhoud van zijn «bescherming» precies inhield en of die protectie geen vrijbrief betekende voor zijn ettelijke overvallen en zijn zes halsmisdrijven ? Wil de Staatsveiligheid daar nu eens snel en duidelijk een waarheidsgetrouw antwoord op geven, in plaats van uit te pakken met dat vervelend verongelijk, eens hun onaantastbaar en geheim bastion wordt doorbroken en er getrapt wordt op hun lange teentjes ?
Informanten zijn weegschalen, meestal in onevenwicht. Vóór de BOM (bijzondere opsporingsmethoden)-wet, grof wild voor policiers. Ze konden er naar believen duistere, vaak valse akkoorden mee afsluiten, ze uitpuren, ervan profiteren, er af en toe een prijs mee schieten – en dan met de scalp naar de Procureur des Konings tronend – ze straffeloosheid beloven en ze dan weggooien. Niet of nauwelijks gecontroleerd, drugs als wisselmunt, als cowboys in de real Far West. Na de legalisering van de informantenwerking, tot stand gebracht door de BOMwet, - die wel al twee maal partieel werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof – is de situatie niet verbeterd, wel integendeel. De informantenwerking steekt thans in een gesloten, «vertrouwelijk» dossier. Niet ter inzage van de verdediging, ook niet van de beoordelende bodemrechter. Je houdt het niet voor mogelijk. Enkel voer voor het Openbaar Ministerie en voor de K.I.B. (Kamer van Inbeschuldigingstelling), een onderzoeksgerecht dat factueel onmogelijk in staat is effectief controle uit te oefenen. Een onwezenlijke foef, een foefelfoef. De recente BOM-wet, legislatief in elkaar geknutseld op een kabinet van het Federaal Parket, is onbereikbaar voor enig realisme, ontdaan van controle, transparantie, mijlenver weg van een “fair trial”. Ceci n’est pas une loi. De Belliraj-saga, met zijn lugubere doodskisten en zijn informantenfarce, mondiaal verspreid in alle soorten media, leg die maar eens aan het buitenland uit. Geen wonder dat Guy rekende op virtuele spindoctors uit de reclamewereld. Het Belgische blazoen diende opgepoetst, liefst via BBC-World en CNN. De Belliraj-case «Only in Belgium», schitterend toch. 38
De Far West en Lucky Luke, en het surrealisme van René Magritte, vóór en na de BOM. Ik mag ze wel die reclamejongens.
39
OCHTENDHUMEUR Walter Van Steenbrugge 29.02.2008
Wakker worden met Annelies, Lisbeth of Kathleen, het heeft wel iets. De Ochtend heeft goud in de mond. Radio 1 van 6 tot 9, geen mannen meer met baarden, enkel vrouwengeluiden, je glijdt er glanzig de dag mee in. Sensualiteit bij de Senseo. Toch was dit afgelopen woensdag zonder Philip VAN HAMME, frontman van de politievakbond, gerekend. De stoere vakbondsafgevaardigde sprak er het bandje van het automatische antwoordapparaat vol. Nooit verlegen voor harde taal, moest hij nu absoluut zijn boodschap kwijt dat het toch wel vreselijk frustrerend was voor de politiemensen om te moeten vaststellen dat gearresteerde verdachten –hij noemde ze al criminelen- onmiddellijk na hun gepleegde daden weer werden vrijgelaten wegens een gebrek aan gesloten arresthuizen of instellingen. Niemand kan natuurlijk blind blijven voor dit structurele gebrek. De ergernis van de politieman werd evenwel met één straffe ademstoot gelijk geschakeld met de ergernis van de slachtoffers. Het deed me terugdenken aan het proces rond de Hells Angels in Gent een aantal jaren geleden. BOB-ers bij de uitspraak, nauwelijks verscholen achter een antieke zuil van de zittingszaal, met EPO-oogjes de voorzitster aankijkend en smachtend naar een onverbiddelijk dictum. Gebald vuistje na het verdict, een onverholen ‘yes’ gilletje, en bij het buitenstappen, nog vlug de klamme high five handjes op mekaar. De neutraliteit van de politieman. Het bestaat niet, of bijna niet meer. Packman, niet meer virtueel, maar volop reëel. Packman dan wel met dubbel wapen : zijn schiettuig en zijn pen. Het proces-verbaal dat zoveel van het latere gerechtelijke traject bepaalt, is al te vaak subjectief.
40
Nog zelden worden elementen ten ontlaste vermeld, de honger om te scoren is groot, het lijkt soms een ramkoers, een wedren. Het gebruik van krachttaal, van uitroeptekens, van adjectieven -niet zelden grammaticaal verbasterd- vandaag legio, nochtans uit den boze. Een proces-verbaal hoort neutraal te zijn, vaststellend en niet interpreterend, geen kleur of traan kiezend. Ook beweerde slachtoffers kunnen liegen. Een proces-verbaal is niet de plaats waar een politieagent zijn persoonlijke meningen of emoties kan ventileren. Daarvoor zal hij of zij elders soelaas moeten vinden. Met persoonlijke opvattingen over het door hem verzamelde bewijsmateriaal gaat de politieagent zijn bevoegdheid te buiten en trekt hij de toga van de rechter aan. Het aan de rechter voorgelegd bewijs verliest immers haar waarde indien het doordrongen is van het oordeel van de agent. Beoordeling, bestraffing en menselijke inschatting komt de rechter toe. hem/haar alleen.
En
Zulks is nogal basic, het abc van de strafprocedure. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de cijfers voor de opleidingscursussen bij de politie zo abominabel waren. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat Brice DE RUYVER op schrikkeldag de alarmklok luidt na inzage van het rapport van de Algemene Inspectie van de federale en lokale politie. Het antwoordapparaat van woensdag kon niet antwoorden. Een repliek was nochtans op zijn plaats geweest. De warme stem van Annelies kon woensdag mijn verzuurde ochtendstemming niet meer repareren. Meer nog, het ochtendhumeur is blijven hangen…
41
EVEN IN EIGEN BOEZEM KIJKEN ? Walter Van Steenbrugge 15.02.2008
De mediacampagne rond de kindertehuizen in Bulgarije maakte indruk. Chris DUCHAUSOIT trok voor CANVAS op expeditie naar Bulgarije en maakte een beklijvende reportage. Hij sprong in de bres voor de Bulgaarse wezen door alle politici aan te schrijven met de vraag om de Bulgaarse regering onder druk te zetten. Laïs zong een benefietsingle vol om de opbrengst ervan richting Bulgarije te sturen. Duchausoit en co. troffen meteen raak. De Minister van Buitenlandse Zaken, Karel DE GUCHT, stelde voor om een batterij experten naar Bulgarije uit te sturen die een planning moest op poten zetten voor structurele hervormingen. Een “best practises” aanpak in medisch en sociologisch perspectief, heet dat. De Ministerraad valideerde op 25.01.2008 het voorstel van zijn minister, bekostigde de trip van de experten en maakte onverwijld 250.000,00 EUR vrij voor de projecten die de technische missie zou definiëren. Tal van publieke acties, gericht op humanitaire tussenkomsten, krijgen gestaag vorm. Uiteraard is daar niets mis mee en is het een kerntaak van journalisten om wantoestanden bloot te leggen, vanzelfsprekend ook internationaal. Maar is het bij ons, vermaarde wereldverbeteraars, dan allemaal peis en vree ? Neem nu de toestand van de geïnterneerden, dit zijn geesteszieke mensen, die een misdrijf hebben begaan maar die niet strafwaardig worden geacht, precies omdat ze onvoldoende vermogen hebben hun daden te controleren. In vele gevallen gaat het om mensen die aan de rand van de maatschappij geleefd hebben en door hun geestelijke achterstand in de criminaliteit zijn terecht gekomen. Het wrakhout van de maatschappij. Haast niemand ligt er wakker van. Met velen opgesloten in stinkende cellen. Vaak tussen gewone gedetineerden. 42
Verstoken van geneeskundige mentale verzorging. Of is men plots geen zieke meer als men als geesteszieke een misdrijf heeft begaan? Een groot aantal is zelfs zwaar mentaal gehandicapt. En toch op cel, geen therapie of aangepaste psychiatrische begeleiding. Het gebrek aan aandacht voor de bijzondere problematiek van de geïnterneerden, opgesloten in gewone gevangenissen, werd al meermaals door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg afgedaan als “inhuman and degrading” en dus in strijd bevonden met art. 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten de Vrijheden van de Mens, dat de garantie aan éénieder verzekert op een humane en menselijke behandeling. Artikel 3 van het Europees Verdrag is op een absolute wijze geformuleerd zodat geen enkele beperking van dit basisrecht kan worden geduld. Ondanks luid en jarenlang protest, meestal van dezelfden -vijf man en een paardenkop- verandert er niets. En kom straks niet af met het argument dat er een nieuwe wet is die de heren politici hebben gestemd. We wachten al weer veel te lang op de uitvoeringsbesluiten en op concrete daden, zoals die in een mum van tijd voor Bulgarije (terecht) werden gesteld. De geïnterneerden zijn ‘onze’ weeskinderen van Justitie, vergeetputten.
opgesloten in haar
43
MEA CULPA, MEA CULPA , PARTOUT DU CACA! Walter Van Steenbrugge 01.02.2008
Alom consternatie op onze agendavergadering deze week. De toewijzing van zaken die ter behandeling stonden van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge constipeerde. Geen medewerker bleek bereid naar Brugge af te zakken. Reden was het hoofdpunt in het ochtendnieuws. “Dringende boodschap vanuit de Rechtbank te Brugge : de rechters, griffiers, procureurs en bedienden werden vriendelijk verzocht hun eigen rol toiletpapier van huis mee te brengen, want er was in het Paleis geen wc-papier meer te bespeuren.” Die medewerkers van mij zijn niet van gisteren, want had men dan niet aan de advocaten gedacht ? En wanneer zou het probleem opgelost worden ? Ging het om een chronische dan wel acute aandoening ? Geruststellend was het antwoord van Leo DE BOCK, woordvoerder Justitieminister VANDEURZEN, en duidelijk niet voor één gat te vangen.
van
De minister bleek verontwaardigd en zou prioriteit schenken aan het uitspitten van het probleem. Die kwaal diende toch onderzocht ! Was er een stoelgangprobleem bij de zetelende rechters ? Was de stock wc-papier definitief gedigereerd naar aanleiding van het proces Feriye ERDAL waar alle Brugse rechters “en masse” schrik bleken te hebben voor die zo beweerde gevaarlijke Turkse terroriste en waardoor het Federaal Parket dan maar een superrechter uit Dendermonde moest verkiezen om in Brugge recht te spreken ? Of loopt er in Brugge een kwelduivel rond die bij nacht en ontij de wc-rollen verdonkeremaant om zo de magistraten te verplichten met de billen bloot naar de zittingszaal te komen om er onwelriekende vonnissen te proclameren ? Of dient Vandeurzen het te zoeken in de Brugse refter : werden daar teveel 15e eeuwse Bourgondische gerechten geserveerd en diende bij Ministerieel Besluit niet dringend een vetarm dieet opgelegd met enkel rijst, appelmoes en gepureerde groenten ? Kan ook zijn dat de Brugse voetbalhoogdagen ervoor gezorgd hebben dat zowel Club- als Cercle-aanhangers hun voorraad wc-papier zijn komen ophalen. Eerst langs het Justitiepaleis en dan naar de voetbaltempel. De tijd van het hooliganisme is blijkbaar voorbij, toen was het omgekeerd. 44
Krampachtig onderzoek naar kolerieke kolieken. Het toiletpapier als eyecatcher. Er zijn echter veel meer geïrriteerde syndromen binnen justitie. Mogen ze ook onderzocht ? Neem nu de aanstelling van gerechtsdeskundigen, in de eerste plaats psychiaters. Hoeveel worden ze betaald en wanneer ? In Vlaanderen zijn er tal van uitmuntende specialisten. Alleen worden die zelden of nooit gevraagd. De reden is hilarisch : de beste experts zijn voor justitie domweg niet betaalbaar. Deze specialisten zijn geen geldwolven maar het tariefsysteem voor gerechtelijke experts is eeuwenoud en dus hopeloos voorbijgestreefd. De lakse betaalcultuur van justitie leidt tot een complete afgang van de kwaliteit van hun verslaggeving. Sommige onderzoeken worden vandaag binnen het uur afgehaspeld, terwijl een performant onderzoek soms dagen zou moeten in beslag nemen. Deze fastfood-rapporten monden vaak uit in decisieve juridische conclusies die onherstelbare schade kunnen teweegbrengen. Shit happens !
45
SENECA Walter Van Steenbrugge 17.01.2008
De jongste tijd passeerde ik uitzonderlijk veel in Limburg. Ik mag ze wel, de Limburgers, vooral om hun mildheid en hun rust. Het gezang neem ik er graag bij, het heeft steeds iets vrolijks, optimistisch. De benoeming tot minister van justitie van de eigen Jo VANDEURZEN kreeg er veel weerklank. Eén en al tevredenheid, Vandeurzen wordt er geprezen om zijn uitzonderlijke intelligentie. Telkenmale verwijst men naar zijn opportuniteit om lid te worden van het selecte clubje van advocaten bij het Hof van Cassatie. En inderdaad, uitverkorene bij het hoogste Hof, dat wil wat zeggen. Niet voor broekventen. Hoog gespannen waren dan ook mijn verwachtingen als Jo Vandeurzen deze week voor het eerst zijn opwachting maakte in de Commissie Justitie om interpellaties te weerstaan. Leden van het Vlaams Belang kwamen er bevestiging vragen van een door Vandeurzen aangekondigde meer rechtse koers, die justitie nu eindelijk zou gaan varen. Het gevangenisbeleid en de strafuitvoering, in hun jargonnetje de strafexecutie, werden als topvragen aangesneden. Had Jo Vandeurzen, als partijvoorzitter, zich niet dikwijls afgezet tegen die al te verregaande straffeloosheid van veroordeelde criminelen ? Jo kreeg vele vragen, maar gaf weinig antwoorden. Je kon het hem niet kwalijk nemen. Pas goed twee weken minister, dan klinkt het woord “verantwoording” nog wat hol. Iets anders dan wat inderhaast toegeschoven droge cijfertjes proclameren over het aantal veroordeelden, genietend van het elektronisch toezicht of van een strafonderbreking, zat er niet in De erfenis van Laurette bevatte meer lasten dan lusten. Meer verontrustend was wel de wijze waarop zijne excellentie de interpellaties trachtte te pareren. 46
Jo leek zo vermoeid, vond nooit zijn gemak op die vreemde bureauzetel, hing motorisch gehavend over zijn spiekbriefjes, en keek vooral zijn vraagstellers niet in de ogen. Ongemakkelijke stoel, ongemakkelijk kostuum, en ongemakkelijke cijfers. Compassie troef.
Geen met brio gebrachte beleidsbeslissingen, geen glans, pas de panache, geen bubbels, ook geen prik, enkel wat slappe kamillethee. Ik dacht even aan een vroegere voetbalcoach, die telkenmale bij een 0-2 achterstand – en dat gebeurde wel vaker – de opgezwollen oogleden liet zakken, blik op verlies, op niets, wegzinkend in een al te natte gedemodeerde regenjas, en vooral geen woord meer uitkramend, zeker niet opjuttend. Met zo’n trainer kon je nooit nog in de wedstrijd terugkomen, alles voelde zwaar aan, het lood letterlijk in de schoenen. Jo is uitgeput. Je zou voor minder. Zes maanden calvarie in een chronische buikloopsaga. En zijn strak boegbeeld Yves niet weten te hijsen op de plaats waar die het zo graag wilde. Een afknapper van fysiek en mentaal formaat. Als een wielrenner-meesterknecht die, na 260 lange kilometers zwoegend in weer en wind, zijn kopman in de laatste rechte lijn niet meer uit het wiel ziet komen.
Jo is ook geen Sarko. Jo lacht niet aan een Egyptische baai, geen Chopard, geen edelsteen en zeker niet voor Bruni, geen string te bespeuren. Je ziet Jo nog niet direct haveloos en dronken wegzinken tussen de lange benen van Lancia Carla. Jo is Seneca. Stoïcijns, wars van passie, een doodse schrik voor wulps. Je moet lijden, want Jezus Christus heeft toch zo veel geleden. Niet het oog, maar wel de geest is de opperste rechter.
Toch smeek ik Jo vakantie te nemen, zichzelf even te verbannen, net als Seneca. Niet aan de Belgische kust, zoals tijdens die voorbije al even fletse zomer. Vraag aan Albert een vakantietip, hij haalt wel een schitterende Costa boven.
47
Jaag Seneca weg en geniet voluit van Bacchus.
En kom dan terug Jo, naar uw Limburg, in Armani, met de kikker uit de keel, met verfrissende ideeën, onuitgegeven creatief en sociaal. Reik alternatieven aan voor die al te blinde bruine repressie, zorg voor een verhoogde kwaliteit van alle actoren van justitie, huldig de tegenspraak, de fair trial, en zorg voor een gelijke justitie, ook voor minvermogenden.
48
JE BENT JONG EN JE WIL WAT Walter Van Steenbrugge 14.12.2007
Telkens ik voor enige dagen fulltime met een assisenzaak bezig ben, vul ik de pauzes en onderbrekingen van de zittingen op met gesprekken over voetbal. Ik vind wel altijd een slachtoffer, het ene al gewilliger dan het andere, om daarover een discussie aan te gaan. Deze week was er Champions League en kon ik het niet nalaten om vanuit een Tongerse hotelkamer mijn voorbereidingen te verstoren door een al te geconcentreerde blik op het televisiescherm. Niet om voor een Belgische club te supporteren, want Belgen waren er op geen velden te bespeuren. Op Timmy SIMONS in het Philipsstadion te Eindhoven na, maar daar gingen de lichten, na een rode kaart, snel uit. Dinsdags was er wel nog Eric GERETS, aan de zijlijn, en niet als een snellende leeuw, maar na een luttele elf minuten tam en uitgeteld. Geen Marseillaise, maar een malaise van Marseille, en al zeker ook geen Brabançonne, ook niet in een Letermse verwarring. Ik had op dat moment de meest populaire radiostem van Frankrijk, die van Eugène SACOMANO, willen horen op RTL-France, de zender die elke avond urenlang voetbalkenners – of althans waarvoor die heren graag willen doorgaan – aan het woord laat die de meest scherpe commentaren niet uit de weg gaan. Eric in Marseille en Erwin (VAN DEN BERGH), zijn vroegere ploeggenoot bij de Rode Duivels, glunderend op zijn boekvoorstelling op het fluwelen pluche in de Anderlechtse lounge.
Beiden keken, op de Mundial in 1982, in Nou Camp de Argentijnen in de ogen. Van den Bergh als fluwelen killer van dienst, Gerets als baardige rots in de branding. Een kwarteeuw later, beelden nog op het netvlies, DE SAEDELEER nog luid in de oren, maar in het geheel geen realiteit meer. Want zeg nu zelf, hoe geraken Belgische jonge voetballers nog hogerop ? Het huidige voetbal is een pure economische en commerciële business geworden. Wie veel centen heeft, koopt een ploeg. Is het niet vóór de aanvang van het seizoen, dan maar tijdens het seizoen of tussenseizoen. Altijd prijs en altijd winst.
49
Vermits je als Belgische club nooit dezelfde grootschaligheid kan bereiken als in Groot-Brittannië, Spanje, Frankrijk, Italië of Duitsland qua reclame- en tvbudgetten, ben je gedoemd om van het Kampioenenbal weg te blijven
Dan maar aan de bak in de eigen landelijke competitie denk je dan, maar ook daar word je als Belgisch jong talent al snel gebarreerd door de welig tierende handel in buitenlandse, vaak Afrikaanse spelers, die handenvol geld opbrengen voor managers, de ene al een stuk duisterder dan de andere. Vandaar de grote belangen om uitgerekend die spelers in het Fanionteam op te stellen. Bewijs daarvan is dat steeds meer jonge beloftevolle spelers hun geluk gaan beproeven in het buitenland. Maar zulks is slechts mogelijk als ook zij hun lot in handen leggen van dezelfde managers en daarvoor flink wat geld veil hebben. Zo komt het dat quasi het ganse Beloftenelftal van de Jonge Duivels uit buitenlandse ploegen dient gerekruteerd. Wie de financiële mogelijkheden niet heeft voor een handige makelaar maar desondanks bulkt van het talent en zich gedreven toelegt op zijn sport, heeft weinig of geen kansen om zijn gaven professioneel te verzilveren. Een heel merkwaardige en vooral onrechtvaardige situatie op de arbeidsmarkt. Een logica die bij de Bond aan de Houba de Strooperlaan moet gekend zijn, maar ondanks snoeiharde kritiek van CAMPS en co, geen oplossing krijgt, doch waar men aan tal van andere debatten en interne conflicten met veel verbale krachtpatserij prioriteit geeft. Waarom wordt er geen beleid voorzien waarin aanmoedigingen van allerlei aard worden toegekend aan ploegen die eigen Jeugdspelers opstellen ? Een beleid dat gericht is op een professionele omkadering voor jonge spelers die, als ze slagen door hun voorbeeldfunctie, een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren om jongeren aan te zetten meer te sporten ? Waarom ook geen verplichting om in de jongerenelftallen een minimum aan allochtone spelers op te stellen, ter bevordering van de integratie en ter bestrijding van gettovorming bij allochtone jongeren ? Positieve stimuli voor jongeren kunnen er niet genoeg zijn, vooral in tijden waarin menig politicus de verdere uitbouw van jeugdgevangenissen hoog in het zwarte vaandel draagt.
50
IS EEN BLINDDOEK DAN GEEN HOOFDDOEK ? Walter Van Steenbrugge 30.11.2007
Afgelopen maandag zat Gent vooraan in het nieuws. “Gent loopt Antwerpen achterna”. Op zich al vrij spectaculair, maar als het thema duidelijk wordt, nl. dat ook Gent het hoofddoekenverbod heeft uitgevaardigd, geraak je pas echt van slag. Wat is daar gebeurd in het Gentse stadshuis ? En uitgerekend in en rond de Pacificatiezaal waar zo’n slordige vier eeuwen geleden (meerbepaald op 8 november 1576) een internationaal vredesakkoord werd bereikt (de “Pacificatie van Gent” of beter bekend onder de veelzeggende naam “De bevrediging van Gent”) over kerk en staat, over te verlenen amnestie aan de opstandelingen en waar de afspraak werd gemaakt om ieder de mogelijkheid te geven zijn geloof te belijden, zonder voorrang te geven aan één of andere godsdienst. Gent, toen als bakermat van internationaal pacifisme. Van dat “internationale” is niet veel overgebleven. De kwestie is nochtans heel simpel, want internationaal. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert onder artikel 9 het recht om zijn godsdienst of overtuiging te belijden waarbij o.a. het respecteren van geboden en voorschriften behoort. Wat het dragen van de hoofddoek betreft heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens reeds driemaal aanvaard dat het wel degelijk om een uitoefening van de godsdienstvrijheid gaat. Straatsburg predikt daarbij de “functioneel pragmatische benadering”, wat betekent dat alleen concrete en extreme omstandigheden kunnen verantwoorden dat de inrichtende macht het dragen van een hoofddoek verbiedt. In haar arrest GORZELIC AND OTHERS vs. POLAND gaf het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een weloverwogen uiting aan het geldende principe voor een democratische samenleving : “A pluralist and genuinely democratic society should not only respect the ethnic, cultural, linguistic and religious identity of each person belonging to a national minority, but also create appropriate conditions enabling them to express, preserve and develop this identity.” Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens huldigt dan weer het principe van het verbod tot discriminatie waarbij het Europees Hof heeft gepreciseerd dat ook het gelijk behandelen (nl. “niemand mag een hoofddoek 51
dragen”) van groepen die niet gelijk zijn (bepaalde religies verwachten nu een maal dat hun gelovigen een kenteken dragen) een schending uitmaakt van het verbod op discriminatie. Bovendien is ook artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aan de orde, nu dit artikel alleen toelaat dat van het recht op privacy (het dragen van een merkteken als onderdeel van zijn persoonlijkheidsrechten) mag worden afgeweken als dit bij wet gebeurt -wat het Gentse Stadsbestuur niet kan omdat zij evident geen wetten kan maken-, en als dit geschiedt ter strikte en noodzakelijke bescherming van de veiligheid van het land, de openbare veiligheid, het economisch welzijn, de openbare orde, de gezondheid of de goede zeden. Omstandigheden die hier uiteraard totaal afwezig zijn. Stellen zoals professor Etienne Vermeersch het doet, nl. dat je niet consequent bent als je je nu verzet tegen het hoofddoekenverbod en je vroeger ijverde om religieuze tekens uit openbare ruimtes weg te halen, is een manke en ondeugdelijke vergelijking. De na te streven neutraliteit in een publieke ruimte is toch totaal iets anders -want structureel van aard-, dan een persoonlijke veruiterlijking -en dus individueel en subjectief- van iemands geloofsvisie. Wanneer de ambtenaar met hoofddoek tijdens zijn werkzaamheden op basis van zijn geloof zelf de neutraliteit aan het wankelen brengt op een der welke wijze (met bvb een klacht tot gevolg), dan dien je als overheid in te grijpen. Doch daarvoor heb je geen algemeen hoofddoekenverbod nodig. Het Gentse lokale verbod om een hoofddoek te dragen schendt dus de artikelen 8, 9 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, want in strijd met het de godsdienstvrijheid, het recht op privacy en is discriminatoir. Was het niet de Romeinse godin, Vrouwe Justitia, die de blinddoek droeg, synoniem voor een justitie “zonder onderscheid des persoons” ? Of is een blinddoek dan weer geen hoofddoek ?
52
VRAAG VOOR DE SLIMSTE MENS : LIGT B-H-V NOG WEL IN EUROPA ? Walter Van Steenbrugge 16.11.2007
Afkortingen kunnen al eens een eigen leven gaan leiden. Denk hierbij aan de DDR (de Duitse Democratische Republiek) of aan de CCC (Cellules Communistes Combattantes – de extreem linkse terreurgroep die in 198485 veertien aanslagen pleegde in België -) of aan de SS (Schutzstaffel – de paramilitaire organisatie binnen de Duitse Nazipartij -). Je onthoudt soms makkelijker afgekort dan voluit. Gaat B-H-V dezelfde weg op ? Ik twijfel sterk. Want waar staat B-H-V eigenlijk voor ? Een rondvraag bij de publieke opinie zou nogal wat verrassende uitspraken kunnen opleveren. Op markten, in winkelcentra of aan de toog in de voetbalkantine zullen niet veel correcte antwoorden gegeven worden. Aan diegenen die het al juist zouden hebben, moest men vervolgens de vraag stellen of een oplossing van het B-H-V-vraagstuk het ‘goed besturen’ van een tweetalig land daadwerkelijk bevordert en zo ja, waarom ? Als er dan nog één enkeling is die ook hierop een voldoening gevend antwoord kan geven, moet hem/haar de finale vraag gesteld worden of het verantwoord is dat deze twistappel nu al voor meer dan een half jaar de door de belastingbetaler betalende politicus werkloos kan houden. Want zeg nu zelf, zijn er politici die goed bestuurd hebben in de periode van pakweg twee maanden voorafgaand aan de verkiezingen van 10 juni - wanneer alle aandacht ging naar strategische oefeningen en scoringsdrang - tot op vandaag ? Het kostprijsplaatje van B-H-V moet immens zijn. Daarnaast moet je voor ogen houden dat B-H-V het besturen en het uitvoeren van wetten op vandaag compleet lam legt. De voorbeelden zijn legio en schrijnend. Vooral in justitie zal dit binnenkort tot extreme excessen aanleiding geven. Doch ook dit weet de publieke opinie niet.
53
Deze complete apocalyptische, waanzinnige dorpsidiotie, geregistreerd door enkele hooghartige politici, is niet meer uitlegbaar en in het allerminst aan de Europese autoriteiten. En toch vrees ik dat je de regeringsonderhandelaars best niet uitstuurt naar Straatsburg om voor het voltallige parlement er tekst en uitleg rond B-H-V te geven. Je zou enkel vanuit al te brede keelholtes gespierde taal horen en vooral geen zin voor nuance – want nuanceren en compromissen zoeken is niet meer hip – in een strijd voor het groot gelijk. We zouden als Belgisch volk nog wat meer belachelijk gemaakt worden. De Europese Instellingen zouden de afkorting B-H-V dan wel eens uit hun bestanden kunnen wissen…
54
EEN GROTE SPRONG VOORWAARTS ? Walter Van Steenbrugge 02.11.2007
Over Mao Tse Tung zullen de meningen wel altijd verdeeld blijven. Was hij een pervers despoot die zijn macht misbruikte of mag hij in de galerij der groten omdat hij erin slaagde een achtergebleven agrarisch gebied om te toveren tot één van de machtigste staten ter wereld ? In ieder geval kan er geen twijfel bestaan over de inhoud van het Rode Boekje waarin Mao’s ideeën werden opgetekend. Eén van zijn grondgedachten was dat je in het leven zowat alles moet kunnen, en dus ook alle taken moet kunnen uitvoeren in een geheel egale maatschappij, ter bevordering van de zuiverheid. Mao’s leer is op vandaag nog brandend actueel, onder meer in de Belgische gevangenissen. Want hoe omschrijf je nu de stiel van cipier ? Mensen bewaken, hun doen en laten volgen om ontsnappingen te verijdelen, pas aangehouden verdachten confronteren met de harde realiteit van de opsluiting, ze uitpellen en naar hun cellen begeleiden, de gevangenen aanhoren in hun klaagzang en protesten, hun humeur counteren, biechtvader zijn voor spijtbetuigende zondaars, geestesgestoorden, psychopaten en mentaal gehandicapten – vaak samen op cel met ‘normale’ delinquenten -, begrijpen, driften en libido-blokkages kanaliseren, psychische uitbarstingen onderdrukken, juridische vragen beantwoorden, weerstaan aan tal van oneerbare voorstellen rond drugs, seks en GSM’s, en tenslotte nog eigen lijf en leden beschermen voor enkele neervallende helikopters. Dat alles onder een statuut waarin geen plaats is voor doorgedreven opleiding, er nauwelijks mogelijkheid is om zelfhulp te krijgen, en dit tegen een weinig fraai salaris, en met de wetenschap dat je best geen vakantie plant wegens kans op een zeer late intrekking ervan. Dat alles tegen een steeds meer dreigende achtergrond van geweld en explosies, gelet op de overbevolking en de devaluatie van faciliteiten en gunsten voor de gedetineerden, waarbij tal van wisselende circulaires, omzendbrieven en wetgevende initiatieven de zekerheden voor de gevangenen niet hebben doen toenemen. De balans van de “sleutel”figuren van de Belgische gevangenissen oogt heel slecht : er is geen plaats voor een rood, maar voor een zwart boekje. In de actuele formatienota justitie vinden we ergens in fine van art. 6.6.1.3. het volgende : 55
“Op basis van een rekruteringsplan vult de regering het kader van het gevangenispersoneel en de psycho-sociale diensten aan. De regering verbetert de opleiding en de vorming van het penitentiair personeel.”
Twee zinnen, maar twee zinnen. “Een grote sprong voorwaarts”, meer dan ooit noodzakelijk, lijkt niet direct in zicht.
56
LADDERZAT Walter Van Steenbrugge 19.10.2007
Je zou haar als jurist haast vergeten, les 1 van de cursus grondwettelijk recht handelend over « de hiërarchie der normen ». Dit principe beheerst de verhouding tussen de verschillende normen uitgevaardigd door diverse regelgevende nationale en internationale instanties. De leer van de hiërarchie der normen houdt in dat de verschillende rechtsnormen in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan. De lagere norm dient de hogere te respecteren. Of gemakkelijker uitgelegd : alle regelgeving kun je als het ware op een ladder plaatsen, waarvan de regel op de hoogste sport primeert op die van de lagere. Of nog anders : de regel die de meest strikte naleving moet krijgen en waarvan niet mag afgeweken worden, staat van boven. Deze leer is gebaseerd op het beginsel van de rechtsstaat. De gezagsdragers zijn in een rechtsstaat gebonden door het objectief recht waarvan zij de toepassing moeten verzekeren en dat hun machten beperkt. Al vele decennia worden op Europees vlak regels uitgewerkt waarvan de lidstaten overeengekomen zijn dat er een absolute voorrang moet worden toegekend aan Europese rechtsregels van directe werking. De nationale wetten mogen daar niet van afwijken, en als ze nog bestaan en aan die “hogere” regelgeving afbreuk doen, mogen deze niet meer toegepast worden.
In het kader van de jeugdbescherming en het jeugdstrafrecht staan de artikelen 37 en 40 van het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind centraal, die nog verder uitgediept werden door 3 VN-Resoluties. Deze internationale normen spreken zich zonder meer negatief uit over het opleggen van
vrijheidsbenemende maatregelen of straffen aan minderjarigen. Ze bevatten een zeer uitgesproken voorkeur voor alternatieve maatregelen als gemeenschapsdienst, programma’s voor onderwijs en beroepsopleiding, bemiddeling, financiële sancties, schadevergoeding en teruggave, maar geen opsluiting, nee, geen opsluiting. Deze filosofie is niet nieuw. Het was Henri Carton de Wiart, de Belgische Minister van Justitie onder wiens impuls de Kinderbeschermingswet van 1912 werd ingevoerd. Carton de Wiart stond tijdens de parlementaire debatten recht en wees op de averechtse effecten die het toen bestaande jeugdstrafrecht teweegbracht. In het bijzonder fulmineerde hij 57
over de nefaste gevolgen van de gevangenneming : “Quelle méthode de redressement pour ces jeunes êtres ! Comment sortent-ils de là, de ces prisons ? Quelle pudeur les arrêtera désormais sur le chemin du mal ?” Hij parafraseerde de Amerikaanse criminoloog Henderson en zegde : “Mettre un enfant en prison, c’est l’engager sur un toboggan (glijbaan) direct pour l’enfer”. Voor Carton de Wiart hebben kinderen geen baat bij repressie, maar hebben ze nood aan bijstand en bescherming.
Bijna 100 jaar later, ergens te lande. Niet meer op het fiere Hertoginnedal, maar ongetwijfeld in een kuis parochiezaaltje hebben de regeringsonderhandelaars hun inzichten voor nieuwe wetgeving kenbaar gemaakt. Bart en Bartje, tesamen met Yves : elk met een geel-zwart-leeuwenvlagje zwaaiend, het schuimend bier nog aan de onderlip, en in het Vlaams kwijlend : “Kinderen vanaf 14 jaar mogen voortaan opgesloten worden.” Verzekerd applaus onder de kerktoren. Nog afgezien van het bangelijk verlaten van ieder sociaal en pedagogisch discours, juridische ketterij van het zuiverste kaliber. Ondanks de dwingende regelgeving van het Verdrag voor de rechten van het Kind, waarvan het Hof van Cassatie in haar arrest van 31 maart 1999 erkende dat art. 37 een directe en dus hogere werking had dan de nationale wetgeving, en ondanks het feit dat België al meerdere malen op de vingers werd getikt door het Comité voor de rechten van het kind, zingen onze Vlaamse onderhandelaars eensgezind “Vlaanderen Boven”. Er zijn maar twee mogelijkheden : ofwel is er geen flauw benul van de ladder der normen – en dan blijven ze daar best in dat boerengat – ofwel is er een bewustzijnsverlies, beneveling alom en waren de regeringsonderhandelaars ladderzat.
58
DROOG BROOD EN SPELEN Walter Van Steenbrugge 05.10.2007
De regering is in de maak en Halloween in aantocht. Laurette ONKELINX moet gedacht hebben dat haar moment gekomen was om er nog eens een lap op te geven. Afgelopen dinsdag kwam een speurder in de assisenzaal te Antwerpen vertellen dat Hans VAN THEMSCHE in zijn gevangeniscel zeven killergames bezat, wat de beschuldigde bevestigde, en waarna hij aan de Voorzitter toelichtte dat het een “bezigheid” betrof. Laurette furieus en prompt een onderzoek ordonnerend, want indien het getuigenis juist was, dan is zulks absurd en totaal onaanvaardbaar. Een onderzoek lijkt mij niet echt nodig. Een eenvoudig gesprek met een penitentiair ambtenaar brengt onmiddellijk duidelijkheid : “playstation” is toegelaten door een Ministeriële Omzendbrief en videogames krijgen in de praktijk hetzelfde lot beschoren als playstation want games zijn nu eenmaal ‘play”. Alles is blijkbaar ‘play’. Nemo censetur ignorare legem (“Iedereen wordt geacht de wet te kennen”), geldt toch ook, en ‘par excellence’, voor ministers ? En zeker als het om omzendbrieven gaat van collega-ministers ? Maar toegegeven, die onwetendheid van de Minister mag geen wrevel opwekken. Door de talloze legislatieve en pseudo-legislatieve bomen het bos nog zien, is geen makkie. De haren rijzen wel ten berge wanneer een Minister over het bezit van killergames verbolgen doet als zij zelf al jaren de verantwoordelijkheid draagt voor het gehele gevangenisbeleid en de gevangenispopulatie laat voeden met zinloze zoethouders en zo de gedetineerden als een makke gevangen kudde vee in toom tracht te houden. De wanhoop en de uitzichtloosheid kleuren immers de condition humaine in de gevangenis. Geen of nauwelijks programma’s om herstelgericht gevangenen her op te voeden, ze therapeutisch te begeleiden, ze een zinvolle dagbesteding te geven of leercursussen aan te reiken. Geen oog op de toekomst, wel droog brood en spelen. De gedetineerden overleven alleen door op een soort mentale winterslaap over te schakelen. 59
Vierentwintig uur per dag Canal +, met Koning Porno op kop. Massaal druggebruik. Nergens verloopt de handel in hasj, cocaïne, XTC en ander verboden spul zo florissant als in de gevangenis. Geen drughonden om druginvoer en druggebruik tegen te gaan. Nee, liever de ogen sluiten en valiumstrips door de winketten van de overvolle cellen gooien, de meer dan alarmerende cijfers van zelfmoorden in de gevangenissen ten spijt. Om nog te zwijgen over de totale verwaarlozing van de job van cipier, die nochtans de voorhoede uitmaakt van het gevangeniswezen, hij die dag in dag uit met gedetineerden omgaat. Ook geen zinvol takenpakket voor hen. Eén enkele klemtoon, deze van de veiligheid. Zij tè weinig in aantal en de gevangenen met veel te veel in aantal. Probeer in die situatie en tegen die achtergrond maar eens aan je reclassering te werken of je over je daden te bezinnen. Dan, als finale autoriteit, de vermoorde onschuld spelen in de media en verbouwereerd doen over de gewelddadige gruwelgames van schutter Hans, is niet meer te vatten. Het wordt tijd dat het licht uitgaat in het kabinet aan de Handelsstraat 78-80 te Brussel. Game over.
60
BELIEVERS, DISBELIEVERS OF GEWOONWEG LOSERS ? Walter Van Steenbrugge 21.09.2007
Ik kan mij niet één gerechtelijke zaak herinneren die mediatiek, zo internationaal en zo massief bij de bevolking verdeeldheid zaaide als het vraagstuk naar de verdwijning van de Britse Maddie. De Amerikanen hadden voordien nochtans al flink hun best gedaan : was O.J. Simpson de koele ‘double killer’ of was hij de ongelukkige topsporter die toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was geweest ? Trof Michael Jackson geen enkele schuld wanneer hij lieflijk enkele zoetgevooisde jonge bloedjes knuffelde, of was hij een gedevieerde pederast ? Beide cases hadden twee zaken gemeen : ze resulteerden in een vrijspraak voor de beschuldigden en de pers trok pas alle registers open ten tijde van de behandeling van de zaak ten gronde. In de zaak Maddie McCann krijgen we de vraag over schuld of onschuld al een halte vroeger voorgeschoteld, nl. in volle onderzoeksfase. Er zijn zo’n slordige 2.280.000 meningen over de zaak op Internet bereikbaar. De Daily Telegraph liet in een recente column haar licht schijnen over het Portugese politiegeklungel terwijl op eenzelfde moment The Daily Express hun onder de arm genomen experten liet zeggen dat de dokters McCann geen kant meer uit konden, verpletterd door niet meer te weerleggen bewijzen. Ook gepensioneerd raadsheer Erwin Van Fraechem wist met gespierde taal op de radio uit te leggen wat nu precies de nieuwe hoedanigheid van verdachte inhield naar Portugees recht. Zijn evenknie in het Portugese recht, Mtr. Ronny Baudewijn, je weet wel de advocaat die de toverhoed hanteerde in het Dutroux-proces, mocht op televisie de Portugese brandgeur rond de zaak McCann verder uitklaren.
Iedereen Beroemd, en Iedereen Expert, zelfs zonder dossier en daardoor niet gehinderd door enige kennis terzake. Je zou voor minder het noorden kwijtraken. En dat in een materie, de verdwijning van een piepjong meisje, waarin uiterste zorgvuldigheid, juistheid en discretie het enige credo mag zijn. De media die in volle onderzoeksfase het speurwerk en de emoties van de betrokken partijen tot pure sensatie devalueert. 61
McCann of Barabas ? Witte of zwarte vlaggen ? De Vox Populi weerklonk nooit zo luid als vandaag. De pers, de vierde macht, niet meer als waakhond van de democratie, maar als ordinaire strontvlieg die haar stinkend gezoem nog tot puur volksvermaak weet te promoveren. Het wordt hoog tijd dat komaf gemaakt wordt met dit soort van onderzoeksjournalistiek dat vaak en zeer terecht het etiket riooljournalistiek opgekleefd krijgt. Er moeten richtlijnen komen en liefst op Europees vlak, voor de communicatie over gerechtelijke dossiers. Wat mij betreft moeten zowel de Onderzoeksrechter, het Openbaar Ministerie, de politie als de partijen zelf, zich aan één regel houden : zo lang de zaak in onderzoek is, geldt er een verbod om zaken aan de pers kenbaar te maken, behalve wanneer daar toelating voor gegeven is door een onafhankelijke magistraat. Want het gezwets zoals in de zaak McCann berokkent enkel bijkomende schade, vanuit welk oogpunt men het ook beschouwt. Als de McCann’s straks vrijuit gaan, betekent dit noch min noch meer dat gans hun emotioneel leven kapot gemaakt is. Worden ze veroordeeld, dan zal er eeuwige kritiek komen over die eerste maanden onderzoek - die steeds cruciaal zijn voor het oplossen van een zaak - en zullen de twijfels nooit verdwijnen. Alsof het zo lang missen van een kind nog niet moordend genoeg is. Dit kan, met andere woorden, nooit meer goed komen.
62
ARME JOE Walter Van Steenbrugge 08.06.2007
De maandagavondberichtgeving was intriest. De vader van Joe VAN HOLSBEECK fulmineerde openlijk toen hij vernam dat Mariusz O. niet naar het Assisenhof werd verwezen, maar binnen de beschermende contouren van het jeugdsanctierecht zou worden berecht. Hij zag de mede-uitvoerder van de moordende raid op zijn lieve zoon Joe reeds binnen enkele weken plaatsnemen naast hem op de tram. Vrouwe Justitia werd verketterd, haar blinddoek verbrand, vader Van Holsbeeck pleitte ervoor om het recht dan maar in eigen handen te nemen. Vader Van Holsbeeck, nog op het netvlies gebrand nauwelijks enkele dagen na de verschrikkelijke feiten, op het bordes van het Centraal Station, met witte zakdoek, in een stille mensenrij, Belgie opnieuw kleur gevend. Halle en Vilvoorde lagen nooit dichter bij Brussel. Zijn commentaar, zijn korte toespraak beklijfden. Hij had, met zijn breeddenkende blik, zelfs geen woorden nodig.
De recente uitspraak van het Jeugdhof te Brussel deed hem van koers veranderen. Hij geraakte in mentale ademnood, en huldigde het oog om oog tand om tand principe. Menselijk, en daardoor begrijpelijk, denk je dan als je weet hoe zwaar het noodlot zijn leven en dat van de zijnen heeft verwoest. Maar veel minder begrijpelijk, neen ronduit verfoeilijk, is hoe de horde politici deze uitspraak aangrijpt om het ganse justitiebeeld nog meer aan scherven te slaan. Als niets ontziende aasgieren, een ongelukkige uitspraak van een door het verdriet gebroken man, politiek recupererend. Verdriet vermaledijd tot platvloerse demagogie. Politiek moet maatschappelijke problemen duiden en trachten op te lossen, maar vermag geenszins van noodlottige situaties een schamele schnabbel electoraal mee te pikken.
63
De tijd die je als politicus van de media toegemeten krijgt gebruiken om het vraagstuk van het jeugdsanctierecht met gedegen onderzoeksmateriaal toe te lichten en te zeggen dat alternatieve en opvoedkundige maatregelen op lange termijn veel meer opbrengen, is politiek niet lonend. Politiek profitariaat verdraagt geen uitleg over de barbaarsheid van eigenrichting. Een vuilbruine politieke draad geborduurd op het doodskleed van Joe. Joe, geen geluk voor jou….
Verkiezingsblog VRT
64
MANASSEH ISHIAKU Walter Van Steenbrugge 29.05.2007
Deze ochtend leek het of de nationale voetbalcompetitie een verlengstuk had gekregen. In het radiojournaal en tijdens het duidingmagazine “Voor de dag” werd het televisiedebat tussen Leterme en Verhofstadt gereduceerd tot een voetbaluitslag. Voor de enen werd het 1-0, voor de anderen 1-1 en voor de verzuurden 0-0. Ook de ochtendkranten lieten zich niet onbetuigd en drukten zich in voetbaltermen uit. Het ging over duels, over tackles, op de man spelen, met de voeten vooruit, over aanvallen, zelfs over de flanken, het hoorde er allemaal bij. Bepaalde media gingen nog een stap verder en lieten het debat in al hun metaforiek verworden tot een boksmatch. Leterme, underdog, zou tegen Verhofstadt, de challenger, gewonnen hebben op punten. Voor anderen eindigde de kamp dan weer onbeslist. Politiek gehakketak, spierballengesnoef, herleid tot een voetbalmatch : wat een belediging voor het voetbal. Fout van de media ? Nee toch ! De politici leveren zelf de voorzetten tot dat soort voetbalverslaggeving, ze brengen de media voor open doel. Met de spindoctors op kop. Slangen en Callebaut. Het lijken José Mourinho en Fabio Capello wel, maar dan in onverbloemde Vlaamse versie. Tactisch onderricht om hun sterspelers te laten scoren en de anderen zoveel mogelijk te schofferen. Politici, na sterren op de dansvloer, sterren op de grasmat en in korte broek. Hompen wit vlees dan wel, koteletten zonder been, klonische krampen. Haantjes met haantjesgedrag in een hanengevecht (en ik die dacht dat de hanengevechten in België verboden waren en zich enkel clandestien over de grens voltrokken). Ik mocht nog geen enkele politicus aanhoren die voor overleg pleitte over de partijgrenzen heen. Verfrissende ideeën, los van partijdogma’s, maar concreet en goed doordacht, ontdaan van scoringsdrang : ze horen blijkbaar niet thuis in de politieke campagnes. 65
Uitslagen, cijfertjes en punten waren er ook al de voorbije weken. Zo vond de kwaliteitskrant De Morgen het nodig om de parlementairen met een heus schoolrapport te bedenken en ruim punten te geven aan hen die vele wetsvoorstellen of parlementaire vragen op hun actief hadden. Meten om te weten. Het leek de kleuterklas wel, een quasi lineair puntenrapport, meer oog voor kwantiteit dan kwaliteit. Beter één waardevol voorstel dan oeverloos politiek gebrokkel. Laat schoolrapporten voor scholen. Laat voetbalcommentaar voor het spelletje op het groene gras. Laat mij genieten van de pikzwarte Manasseh Ishiaku die met een buffelkopstoot de haantjes uit Luik, in Brussel, de Belgische voetbalbeker ontnam, wars van politiek gedaas.
Verkiezingsblog VRT
NULTOLERANTIE 66
Walter Van Steenbrugge 24.05.2007
Ik heb mij steeds afgevraagd waar het woord “nultolerantie” vandaan komt. Uit Lokeren ? Of uit de Antwerpse bokshandschoen van DE WINTER ? These en antithese rond tolerantie hebben steeds iets combattief gehad. Zo behoorden de gedichten van Charles BAUDELAIRE gedurende 50 jaar tot de streng verboden Franse literatuur en stond de auteur voor de strafrechter terecht wegens laster. Slechts 90 jaar terug, in 1917, werd dat verbod opgeheven en werden zijn werken, naast die van Victor HUGO en Edgar Allan POE, over de gehele wereld tot de absolute toppoëzie gerekend. BAUDELAIRE hekelde de heersers, de wereldleiders die hun macht dwingend oplegden, zich God waanden, en hun regels in de meest absolute zin wensten nageleefd te zien. Charles BAUDELAIRE ontwaarde in ieder wezen een mooie en een minder mooie kant. De mens behept met talenten en gebreken, met een stukje God en met wat duivel in zich (“Les fleurs du mal”). Wetende dat de herkomst en de omstandigheden waarbinnen je opgroeit, jouw toekomst in belangrijke mate bepalen en dat het aandeel van het individu zelf hierin niet echt groot is, vond BAUDELAIRE het meer passend om verdraagzaam met elkaar om te gaan. Tolerantie in contrast met de uitwassen van een niet te controleren oppergezag want zelf gebrekkig – dat men, volgens datzelfde gezag, zonder tegenspraak en blind dient te volgen. BAUDELAIRE blijft actueel. Ook binnen justitie. Strenge regels (hoe strenger hoe liever), vaste tarieven bij overtreding ervan, repressieve en ongenuanceerde uitvoering van de straffen en alsmaar meer macht aan de politie… We schuiven steeds en gestaag verder op. Zeer recentelijk kreeg het voorstel van het Federaal Parket om het internet preventief te screenen en bijzondere opsporingsmethoden toe te laten, nog bijval van de liberale minister DEWAEL. De heer VAN LAERE van de Federale Politie trachtte zelfs via de media –zijn woorden waren even rigide als zijn inderhaast uit de kast opgediept uniform- te verkopen dat er met de bijzondere opsporingsmethoden niets mis is en alles achteraf onbeperkt kan gecontroleerd worden. Mon oeil, de realiteit is wel anders : de privacy wordt voortdurend en steeds ingrijpender geofferd. 67
Te weinig mensen beseffen dat men niet ongebreideld de balans tussen misdaadbestrijding en het waarborgen van vrijheid (waaronder privacy, recht op gezinsleven, keuzevrijheid) mag uit evenwicht brengen. Bij gebreke aan voldoende controle op het inzetten van verregaande opsporingsmethoden staat de deur wagenwijd open voor willekeur en wordt de politiestaat stilaan een feit. Ook de houding van velen ten opzichte van vreemdelingen, gaat aan de analyse en de leer van de tolerantie voorbij. De nultolerantie is enkel gegrondvest op angst en op drang naar oppergezag. Laatst at ik in “Orientalia”, een Libanees eethuisje aan de Bergensesteenweg te Brussel. Eén tafel, talloze nationaliteiten, elkaar de wereldgerechten doorgevend, vriendelijk pratend in verschillende talen. Rijkdom aan diversiteit. Ik bediende me er gulzig van. Enkel Geert VAN ISTENDAEL ontbrak, en een gedicht van BAUDELAIRE.
OVER NIEUWE DINGEN : EFFECTIEVER STRAFFEN 68
Walter Van Steenbrugge 19.05.2007
Drétje, was een vriend van wijlen mijn vader. Drétje was Einenaar en verificateur bij de belastingen. Ik dacht dat dit een topfunctie bij de fiscus betekende, maar na korte tijd met Drétje te hebben kennis gemaakt, moest ik mijn visie bijstellen. Drétje was geen topambtenaar, hij was veel meer dan dat. Het was een dorpsfilosoof op bakfiets, hij flaneerde tussen Descartes en Voltaire, decreteerde Sartre of orakelde Griekse wijsgeleerden. Zijn filosofische wijsheid kwam uit een fles Cnuddebier, dat in zijn geboortedorp Eine werd gebrouwen en waarschijnlijk ook alleen daar werd gedronken. Hij kon niet tegen onrecht en nog minder tegen ongelijkheid. Wanneer hij verbaal in het verweer ging en in het openbaar wantoestanden aanklaagde, trachtte hij zijn gelijk te halen met enkele aanvallende invallen uit de filosofie en de literatuur. Wanneer dit niet hielp, staakte hij de discussie, stond op en zei steevast : “Magere Heren”. Exit Drétje. De maand mei was ‘zijn’ maand. Er was niet alleen de nieuwe oogst van zijn geliefkoosde drank, hij vond ook dat dit de maand was van de arbeiders en de zwakkeren. Dré, geïnspireerd door Rerum Novarum ? Het is zeer de vraag. Wie zich wel door deze 19de eeuwse encycliek, op het eerste zicht dan toch, liet leiden, is gedoodverfd kandidaat-premier Yves LETERME. Naast enkele arbeidersgezinde oneliners, had hij het ook over justitie. Hij hekelde het soft-beleid van justitie, pleitte voor effectieve straffen en haalde daarmee het nieuws. Effectieve straffen, geen vervroegde voorwaardelijke invrijheidstellingen meer. Een opgelegde straf dient uitgevoerd in al zijn onderdelen, punt uit. Het is stilaan een verkiezingsthema aan het worden dat velen zich toe-eigenen. Aanvankelijk hoog ingeschreven in de vlag van het Vlaams Blok, dan was er Steve Stevaert, en nu is er ook Leterme die dit standpunt propageert. 69
Deze politici durven niet meer geloven dat veroordeelden -die veelal mensen zijn die geen of mindere mogelijkheden hebben gekregen- tijdens hun hechtenis kunnen evolueren en best worden aangezet (door herscholingen in de meest brede betekenis van het woord) tot goed gedrag en verbetering die hun zedelijke en materiële heropstanding kunnen bevorderen en hun herval zeer aanzienlijk kunnen doen verminderen. Genadeloos straffen en geen perspectieven in het vooruitzicht stellen : taal van een christelijk politicus, uitgerekend op Rerum Novarum, encycliek waarin de solidariteit met de zwakkeren wordt aangemoedigd ? “Staat op verworpenen der aarde”, was dit geen bijbelse spreuk ? Staat de bijbel niet vol van voorbeelden van verworpenen die metamorfoseerden tot mannen en vrouwen Gods ? Ook Renaat Landuyt sluit zich aan bij deze dwangcultuur. Op blz. 34 van zijn boek “Pro Justitia, het gerecht ontsnapt” zegt hij : “Wel nu, laten we het voor iedereen duidelijk houden. De door de rechter uitgesproken straf is de te zitten straf. En daar heeft de betrokkene zich naar te schikken. Want als hij zich –in mijn voorstel- niet gedraagt, kan de strafuitvoeringsrechtbank beslissen over een eventuele verlenging.” Zij die het gevangenisleven voldoende kennen weten dat de gevangenis dé plek bij uitstek zou moeten zijn om mensen te heropvoeden – op een heel klein percentage van irreversibelen na – zoniet dreigen ze nog verder weg te glijden en zich te spiegelen aan andere criminelen. Door geen voorwaardelijke invrijheidstelling in het vooruitzicht te stellen, kweek je geen betere mensen, je genereert enkel gevaarlijke bommen. Dat sociaal en pedagogisch discours mag evenwel vandaag niet meer gehoord worden. Hoe effectiever, harder en repressiever men kan straffen, hoe beter. Het is één van de meest pijnlijke evoluties van de laatste tijd, wars van iedere sociale realiteit. Ik twijfel er niet aan dat Drétje uit Eine het parlando van deze politici niet verder zou kunnen aanhoren. Hij zou opstaan, zijn glas leeg drinken en in een sfeer van mystieke geladenheid zeggen : “Het zijn Magere Heren”.
URBANUS 70
Walter Van Steenbrugge 15.05.2007
« De verkiezingen geschieden volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging dat door de wet wordt vastgesteld. De stemming is verplicht en geheim ». Aldus luidt art. 62 van de Gecoördineerde Grondwet. Verplicht naar het stemhokje dus : ophokplicht anno 2007. Wie tegen deze regel zondigt, wordt vervolgd en gestraft. Het tarief is een geldboete van 27,50 EUR tot 55,00 EUR, overeenkomstig art. 210 van het Algemeen Kieswetboek. In Europa bootsen enkel de Luxemburgers en de Grieken de Belgen na. In Albanië, Bolivië, Libië, Nauru, Panama en nog een handvol andere bananenrepublieken geldt de opkomstplicht ook. Je kan België toch geen bananenrepubliek noemen, nu het zelf geen bananen produceert en er enkel 300.000 ton per jaar invoert. Of toch ? In ieder geval vindt Bert Anciaux dat er niets mis is met die burgerplicht. Hij zou zelfs wat graag het stemhokje mobiel laten verplaatsen naar de Mont Ventoux en dit voor een paar duizend wielertoeristen waaronder hijzelf. Na de koers geen piscontrole, maar stemcontrole. Patrick Vankrunkelsven, niet enkel een getalenteerd loper, maar ook een begenadigd fietser en ingeschreven voor de Mont-Ventoux-beklimming op 10 juni, is woedend op Berts voorstel en verwijt hem in een open brief plat populisme. Patrick suggereert aan Bert om na de fietstocht samen de trein terug te nemen om de vaderlandse plicht te gaan volbrengen. Kostprijs van het treinticket ? 244,00 EUR per kop. Te gek voor woorden. De stemplicht is een regelrechte aanslag op de vrijheid van de burger. Neem een voorbeeld aan Cécilia. Cécilia is de echtgenote van Nicolas SARKOZY, kersvers Frans president. Wel nu, op 6 mei, dag van de Franse presidentsverkiezingen, mocht manlief alleen gaan stemmen. Cécilia weigerde categoriek mee te gaan en bleef op haar luie krent zitten in Neuilly-sur-Seine, neuriënd op muziek van Fleetwood Mac « Go your own way ». Liberté par excellence, bolwerk van vrijheid. Hier te lande, zelfs in een monarchie MOET er gestemd worden, terwijl je helemaal niets te zeggen hebt over wie jouw koning wordt. Het zou wat zijn : kiezen voor Albert II, Prins Filip of Prins Laurent. Wie van de drie ? 71
Overigens is art. 62 van de Belgische Grondwet (meteen een tip voor thuisblijvers) in strijd met de artikelen 8 en 9 van het Europees Verdrag ter Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, die in de hiërarchie der normen primeren boven de nationale wetgeving en het recht op privacy en gezinsleven vrijwaren en de keuzevrijheid van elk individu garanderen. Wie kiest om in bed te blijven liggen en om geen uiting te geven aan een politieke mening, moet dit mogen. De Europese wetgeving laat slechts een inmenging toe voor zover de nationale wet die er van afwijkt een hoger rechtsbelang wil beschermen, als daar zijn : de veiligheid van het land, de openbare veiligheid, het economisch welzijn van het land, de bescherming van de openbare orde, het voorkomen van strafbare feiten, bescherming van de gezondheid en de goede zeden. Geen van deze belangen komen in het gedrang in geval van stemrecht in plaats van stemplicht. En zelfs al zou de inmenging voldoen aan één van deze doeleinden, dan nog is vereist dat deze beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving, wat al evenmin het geval is, nu men toch niet kan beweren dat al die andere Europese lidstaten – die opteren voor een stemrecht – geen democratieën zijn. De stemplicht, een echte Belgenmop. Niet te verwonderen dat Urbanus door onze Noorderburen werd uitgeroepen als de meest gekende Belg.
THALYS Walter Van Steenbrugge 72
11.05.2007
Tussen 6 mei en 10 juni liggen 35 dagen. Tussen Parijs en Brussel 292 km, 82 hoge snelheidsminuten. Kiezen voor een Frans president of voor een Belgisch parlement : het lijkt zo dicht verwant. Hoewel. De Franse televisiebeelden flitsten Sarko op zondag over de Place de la Concorde, direction Fouquet’s op de Champs-Elysées. Met Johnny Hallyday aan de dis : Foie Gras of Kaviaar, als voorgerecht wel te verstaan. Nadien nog eventjes naar de Rasputin of naar de Georges V. Sarco breedlachs, veel Bush-gehalte, te strakke wangspieren, wel in Roberto Cavalli. Ségo van haar kant, één enkele traan plengend in de Salons van de Flore, Boulevard Saint-Germain, wel met Dom Pérignon-bubbels, en een troostende blik van Bernard-Henry Lévy, karaktergrijze filosofenkop. Ik zie het hier bij ons nog niet zo gauw. Wel Yves Leterme, in grijs hemd, uitgeteld –door nota bene tante Ceysens- en stil op het zachte leder in het Vlaams Parlement. Tijdens de pauze : rode bietensap en angstig denkend aan thuis, sleutel-op-dedeur-fermette. Wat later in gesprek met Bert Anciaux, heel vrolijk, in zijn wit Pierke Pierlala-kostuum, overleg plegend over wie volgend jaar de Eurosongsubsidies zal krijgen, wordt het terug Kate of mag het ditmaal Laura Lynn zijn ? Geen Jack Lang te bespeuren onder De Winter, De Wever, Dedecker of andere De Crems. Kiezen tussen Cabrel of Sergio, tussen The Crazy Horse aan Place Pigalle of de momumentale pispot van Jean-Luc. Kiezen tussen flair of fluim ? Nee, dank je. In juni kies ik voor de Portugese Phara. Zij doet haar come back. Zij komt terug, herwonnen, ik vermoed nog sterker. Haar zwarte ogen rekenden af met kommer en kwel. Ambassadrice van het échte leven, geen flauwekul, ook geen fruitvliegen. Een babbel met Phara in een Thalys-coupé, sporend van Brussel naar Parijs. Het moet wat zijn… In eerste of tweede klasse ? Het maakt mij helemaal niet uit.
73