(verschenen in nr. 3, september 2014 Magazine Energie+)
Versnelling van de energietransitie met de lokale energiecoöperatie Jurgen van der Heijden, april 2014 ‘Alle gemeenten zien in meer of mindere mate een belangrijke rol weggelegd voor burgerinitiatieven – en meer in het bijzonder van de energiecoöperaties – in de uitvoering van het gemeentelijke energie- en klimaatbeleid. De argumentatie is meestal dat de energiecoöperaties op meer draagvlak kunnen rekenen dan de gemeente, en bovendien goed georganiseerd, deskundig en betrokken zijn en over een goed lokaal netwerk beschikken.’ Uit: Energiecoöperaties: ambities, handelingsperspectief en interactie met gemeenten: De energieke samenleving in praktijk. Planbureau voor de Leefomgeving, maart 2014 (pagina 10).
Inleiding Hoewel veel gemeenten een rol weggelegd zien voor energiecoöperaties, spelen deze nog een ondergeschikte rol in de energietransitie. Zij geven nu onvoldoende antwoord op de snelheid waarmee fossiele energie ons confronteert met problemen rond tekorten en uitstoot. Hoe is een versnelling mogelijk van opkomst en groei van lokale energiecoöperaties, en wat kunnen bedrijven, overheden en instellingen daaraan bijdragen? Een antwoord is belangrijk nu uit onder meer het SERenergieakkoord volgt dat opschaling van duurzame energie nodig is, en velen de coöperaties zien als een van de instrumenten om dat voor elkaar te krijgen. Vraag en aanbod circa 10 jaar geleden Samen isolatie of zonnepanelen kopen kwam zo’n tien jaar geleden op bij de allereerste individuen en ook bij beleidsmakers binnen overheid en instellingen, zoals milieufederaties. Het is veilig om te stellen dat toen de markt bestond uit individuele vragers die zonder enige samenhang kochten, en aanbieders die daarop inspeelden.
Vraag en aanbod nu Binnen tien jaar zijn zo’n 500 initiatieven opgekomen van mensen die collectief isolatiematerialen, zonnepanelen en duurzame energie inkopen. Daarvan hebben nu zo’n 100 zich georganiseerd als coöperatie.1 Meestal bestaat deze uit bewoners, in een toenemend aantal maken ook bedrijven hun vraag onderdeel van collectieve inkoop. Enkele coöperaties gaan intussen verder en produceren zelf energie met behulp van een zonne-eiland, een biomassacentrale of een windmolen. Zij beginnen enige greep te krijgen op de aanbodzijde, maar de meeste greep hebben deze collectieven toch op de vraagzijde. Door hun inkoop samen te doen zorgen bewoners en bedrijven voor lagere prijzen, meer kennis en meer vertrouwen. Gemeenten en instellingen hebben veel acties op touw gezet om hen zover te krijgen. Veel van de 500 initiatieven zijn door gemeenten en instellingen gesteund. 1
Zie voor een overzicht www.hieropgewekt.nl
1
Versterking van de coöperatie Veel collectieven maken de stap van een eenmalige inkoopactie naar een organisatie met een meer permanent karakter. Diverse gemeenten en ook instellingen hebben de komst van een coöperatie ondersteund met geld, garanties en kennis. Deze zet meer inkoopacties op en kan uitgroeien tot productiebedrijf van duurzame energie. Velen kiezen de vorm van coöperatie, maar die is niet heilig. De meeste van deze organisaties starten met vrijwilligers en dat is van eminent belang voor hun geloofwaardigheid. Dezelfde geloofwaardigheid kan echter in het geding komen, omdat vrijwilligers het niet volhouden om te werken aan steeds meer projecten als grote isolatie-acties, het aanleggen van zonne-eilanden, of het oprichten van windmolens. Een kleine minderheid van de 100 coöperaties heeft de laatste paar jaren een professionele coördinator aangesteld, soms directeur.2 In alle gevallen is deze uitdrukkelijk ondergeschikt aan de coöperatie waarover de vrijwilligers de baas zijn. Zijn voornaamste taak is het genereren van meer vraag en dat doet hij in contact met aanbieders. Bij de enkele coöperaties die al energie produceren, en die een coördinator hebben, probeert hij ook meer aanbod van eigen energie te genereren. Met andere woorden, de coördinator opereert op het grensvlak van vraag en aanbod. Diverse gemeenten en instellingen hebben de komst van een coördinator ondersteund met geld, garanties en kennis.
2
Onder meer De-A in Apeldoorn, CALorie in Castricum, Deventer Energie en Grunneger Power.
2
Vraag en aanbod bij elkaar In een aantal gemeenten zien de aanbieders van isolatiematerialen en zonnepanelen dat lokale collectieven, zoals energiecoöperaties, de vraag vergroten en versnellen. Zij hebben daarbij belang en zijn bereid tot samenwerking. Zij richten een consortium van bedrijven op die hun aanbod speciaal richten op de collectieven van bewoners en van bedrijven met vraag. Diverse van deze consortia hebben een eigen maatschappelijke doelstelling om de gemeente te verduurzamen. 033Energie in Amersfoort is het oudste voorbeeld. Deze en ook andere voorbeelden zijn vaak gesteund door gemeente en instellingen. Daarnaast zijn diverse leveranciers van groene energie bereid om samen te werken met collectieven, vooral met coöperaties. Zo hebben Greenchoice en Eneco speciale aanbiedingen waarbij coöperaties, die hun leden aanzetten tot afname bij deze bedrijven, een winstdeling krijgen. Intussen werken diverse lokale energiecoöperaties samen aan vergelijkbare constructies, waarbij zij in de positie komen van Greenchoice en Eneco. Wat zich aftekent is dat vraag en aanbod elkaar versnellen, en dat is nodig om een antwoord te geven op de snelheid die de energietransitie vergt. Om dat antwoord nog beter te geven beginnen koplopers onder de lokale energiecoöperaties nu met portfoliomanagement. Zij stellen een portefeuille aan projecten samen en betrekken daarin het lokale bedrijfsleven met aanbod. Samen kunnen zij het beste bepalen welk project op dit moment het meest rijp is, omdat het voldoende vraag bij elkaar brengt en interessant aanbod losmaakt. Bedrijven met vraag en de gemeente kunnen daaraan meedoen op twee manieren: 1) door de eigen vraag in te brengen, en 2) door daken en grond in te brengen als locaties om projecten te realiseren.
Tot slot Welke stappen zijn er om de opkomst en groei van een energiecoöperatie te versnellen? 1. Bundel de vraag, niet alleen van bewoners maar ook van bedrijven, en van de overheid 2. Zorg voor organisatie, dat kan in de vorm van een coöperatie en met behulp van een coördinator 3. Bundel het aanbod, breng aanbiedende bedrijven bij elkaar in een consortium 4. Organiseer portfoliomanagement, en laat bedrijven en de gemeente daaraan bijdragen met hun vraag en met daken en grond voor projecten
3
Het klinkt eenvoudig deze vier stappen, maar ze zijn niet zomaar gezet. Aan de andere kant, wie zich realiseert dat we nauwelijks tien jaar op weg zijn, ziet dat er behoorlijk veel is gebeurd. Het is alleen bij lange na niet genoeg en gelukkig is nog veel meer mogelijk. Zo verenigen coöperaties zich met andere, naburige coöperaties, bijvoorbeeld om in staat te zijn tot grotere projecten. Dit is een volgende stap in het portfoliomanagement door de portefeuille aan projecten regionaal in plaats van lokaal te maken. Een geheel andere stap om de coöperatie te versterken is door contact te maken met andersoortige coöperaties die zich momenteel lokaal ontwikkelen, denk aan zorg- of voedselcoöperaties. Daar zijn mensen actief die ook open staan voor een energiecoöperatie, en zo kan deze laatste zich versterken. Het coöperatieve pad draait om nieuwe vormen van samenwerking tussen vrijwilligers, bedrijven, overheden en instellingen, en hoeft niet eens te leiden tot de formele oprichting van een coöperatie. Stimuleren dat mensen dit pad aflopen betekent goed kijken wat zich feitelijk voltrekt en wat succes heeft. De successen eruit pikken geeft de kans om te werken aan de hoogst noodzakelijke versnelling van de energietransitie. Deze tekst haalt uit de successen vier stappen en is een oproep om daarvan gebruik te maken. Bewoners, overheden, instellingen en bedrijven kunnen deze stappen zetten om opkomst en groei van lokale energiecoöperaties te versnellen.
Over de auteur Jurgen van der Heijden werkt voor AT Osborne en is bestuurslid van CALorie, de energiecoöperatie van Castricum. Hij heeft als professioneel ondersteuner en als vrijwilliger meegewerkt aan de oprichting van energiebedrijven in handen van bewoners van Amersfoort, Rotterdam, Almere, Zwolle, Enschede, Alkmaar, Baarn, en werkt daaraan nu in Lelystad en Den Haag.
[email protected]
4