Verslavingsreclassering
Reclasseerders met zorg
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
Voorwoord Reclasseringswerkers in de schijnwerper Als verslavingsreclassering vragen wij continu aandacht voor de kwetsbare cliënten die wij begeleiden. Onze cliënten zijn mensen die vanwege hun psychiatrische ziektebeelden, waaronder verslaving, problemen hebben op meerdere leefgebieden. Vaak gaat dit samen met een beperkt verstandelijk vermogen.
Deze persoonsgerichte aanpak bij complexe cliënten op het grensvlak van twee verschillende ketens vraagt het uiterste van reclasseringswerkers. Zij dragen een grote verantwoording. Hoewel hun focus ligt op de cliënt, werken zij altijd binnen de kaders van de recht spraak en het sanctiebeleid.
Voor deze mensen realiseren wij persoonsgerichte reclassering. Door een brug te slaan tussen justitie en zorg, tussen vergelding en resocialisatie en tussen controle en gedragsverandering. Wij reclasseren met zorg, waardoor Nederland een stuk veiliger wordt en kwetsbare mensen een kans krijgen op maatschappelijke participatie.
De Stichting Verslavingsreclassering GGZ bestaat vijftien jaar. Dat biedt ons de gelegenheid om de focus eens op de reclasseringswerkers te richten. Hoe geven zij in hun dagelijks werk invulling aan reclasseren met zorg? Waar halen zij hun motivatie vandaan om zich in te zetten voor complexe cliënten, die vaak niet zitten te wachten op professionele bemoeienis in hun leven? Wij vragen uw aandacht voor vijftien portretten van werkers die het waard zijn om eens in de schijnwerper te staan.
De verslavingsreclassering werkt daarbij enerzijds intensief samen met onze partners in de justitieketen, zoals het Openbaar Ministerie, de rechters en het gevangeniswezen. En anderzijds met de partners in de zorgketen, zoals de instellingen voor verslavingszorg, de (forensische) GGZ en de beschermde woonvormen.
Edwin ten Holte Directeur SVG
3
Diana Tempelman (26) is medewerker advies en diagnos tiek bij GGZ Reclas sering Palier in Den Haag.
Diana Tempelman, Den Haag
Ik weet dat goede zorg voor de cliënt ook goed is voor de maatschappij
4
Zorg voor de cliënt = Zorg voor de maatschappij n het begin dacht ik: ‘Werken met het afvoerputje van de samenleving, kan ik dat wel?’ Het was ook erg wennen dat ik me met iemands persoonlijk leven moest bemoeien. Gaandeweg ben ik echter gegroeid in mijn functie waardoor ik meer sympathie voor onze cliënten en hun complexe problemen heb gekregen. Niet om ze vervolgens in de watten te leggen, iemand moet zelf willen veranderen. Maar met een doordacht reclasseringstraject kan ik iemand wel een duwtje in de goede richting geven. Met als uiteindelijk doel: minder delicten en een veiliger samen leving. Daar baseer ik mijn adviezen op. Zorg voor de cliënt en zorg voor de maatschappij gaan op die manier hand in hand. Om de kans op recidive goed in te kunnen schatten, benader ik als een spin in het web alle partijen. Afgaan op de Recidive InschattingsSchalen (RISc) analyse is meestal niet voldoende, mijn professionele oordeel
telt net zo hard mee. Zo bleek bij een zeden delinquent officieel de kans op recidive laag; de cliënt had tenslotte een huis en een baan. In mijn ogen was de kans op herhaling echter extreem hoog. De man toonde geen inzicht in zijn eigen gedrag en zou na het uitzitten van zijn straf opnieuw contact hebben met het slachtoffer. Heel vreselijk. Uiteindelijk heb ik een langdurig behandelingtraject geadviseerd op een gesloten afdeling. Dat advies heeft de Dienst Justitiële Instellingen gelukkig over genomen. Soms is het zaak om heel snel in actie te komen. Als de veiligheid in het geding komt, ben ik bereid om alles opzij te zetten. Een van onze TBS cliënten werd behandeld in een forensisch psychiatrische kliniek. Wegens het overtreden van de regels werd de behandeling gestaakt. TBS dwang bleek ook niet mogelijk, waardoor zij in principe op vrije voeten zou komen. Gelukkig konden ze haar nog twaalf
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 werk ik nog steeds bij de verslavings reclassering, zeker weten!
uur binnen houden. Wij hebben toen alles op alles gezet om haar binnen de gestelde termijn tijdelijk elders onder te brengen. Vanuit die veilige situatie zijn we toen gaan kijken: hoe nu verder? Omdat het werk erg complex en solistisch is ben ik blij dat ik tijdens diverse overlegmo menten van mijn collega’s hoor waar zij in de praktijk tegen aan lopen. Helaas kunnen we niet altijd doen wat feitelijk nodig is. Zo zijn er voor zwakbegaafden veel te weinig behandel plaatsen. Dat geldt ook voor passende huisves ting. Dat gaat mij echt aan het hart want ook goede zorg aan deze groep leidt tot meer rust en veiligheid in de maatschappij.
5
Dianne Theunissen, Sittard Dianne Theunissen is adviseur bij Mondriaan Zorggroep in Sittard.
6
Ik vind het een uitdaging ieder reclasseringsadvies bijzonder goed te onderbouwen
Creatief samenwerken? Het kan echt! oor mij is het telkens weer de uit daging om een reclasseringsadvies bijzonder goed te onderbouwen. Wat willen we met een cliënt? Wat is, gezien iemands verslavingsproble matiek, werkelijk haalbaar? Het doel is uiteindelijk terugdringen van recidive en resocialisatie, maar de praktijk is weerbarstig. Opsluiten alleen heeft geen zin. Daarom legt de rechtbank tegenwoordig steeds vaker voorwaardelijke sancties op. Strikte voorwaar den zoals een alcoholverbod, een behandel traject in een kliniek of het accepteren van hulp van een bepaalde instantie. Als een cliënt meewerkt aan de uitvoering van die voorwaar den, hoeft hij – in ieder geval voorlopig - niet naar de gevangenis. Om zowel de cliënt als de behandelende en hulpverlenende instanties aan de voorwaarden te kunnen houden, moet wel duidelijk zijn wie wat moet doen. En dat blijkt niet altijd het geval te zijn. Een opname wordt bijvoorbeeld door de kliniek soms op de lange baan geschoven, omdat niet duidelijk is wie de behandeling gaat financieren.
Daarom is vorig jaar – op initiatief van het Ministerie van Justitie – het pilotproject
Optimalisering Voorwaardelijke Sancties van start gegaan. In de regio
L imburg moeten we ons daarbij als ketenpart ners richten op de verslaafde veelplegers. Ergens wel logisch, want deze mensen veroor zaken de meeste overlast. Maar een drugsverbod heeft bij deze cliënten weinig zin; bij hen is stabilisatie het hoogst haalbare. In het begin van iemands criminele carrière heeft het stellen van strikte voorwaarden vaak veel meer effect. Hoewel de veelplegers uit het project vaak weer recidiveerden, bleken we als ketenpart ners wel degelijk goed en creatief te kunnen samenwerken. Daarvoor was het nodig dat we intensief contact met elkaar hadden. Het was wel even wennen want iedere instantie heeft zijn eigen insteek en werkwijze. Maar het lukte. En soms konden we een cliënt op deze manier werkelijk bijsturen. Zoals in het geval van een dertigjarige vrouw met dochter. Moeder stond onder toezicht omdat ze iemand had mishandeld. Ze was alcoholiste,
agressief, zwakbegaafd en niet goed in staat een huishouden te voeren waardoor ze ver vuilde en overlast veroorzaakte. Medewerkers van de ketenpartners zijn toen met elkaar rond de tafel gaan zitten: stichting jeugdzorg, de sociale werkplaats, de versla vingszorg, een stichting voor zwakbegaafden, de woningbouwvereniging en de wijkverpleging. We hebben toen heel concreet met elkaar kunnen afspreken: wat hebben we nodig en wie doet wat. Voor de cliënt was ik het aanspreekpunt; zij kon al jaren zij kon al jaren door de bomen het bos niet meer zien. Moeder en dochter krijgen nu effectief begeleiding op verschil lende terreinen.
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de ketenpartners min der op hun eigen bureaucratische eilandjes zitten en dat we nog meer SAMENwerken.
7
Mamoun el Loukili (37) is trainer en interventiecoach bij Centrum Maliebaan in Utrecht.
Mamoun el Loukili, Utrecht
Ik weet hoe pijnlijk het is om er niet bij te horen 8
Erkenning belangrijker dan praten over zielenroerselen ls kind van Marokkaanse gastarbei ders weet ik maar al te goed in welke tweestrijd Marokkaanse jongeren vaak verkeren. Gelukkig ben ik zelf nooit ontspoord, maar ik begrijp de dilemma’s van Marokkaanse daklozen en verslaafden wel. Een zomerkamp? Dure merkkleding? Mijn ouders gaven hun geld liever uit aan de bouw van een huis in Marokko. Bovendien bleven ze vasthou den aan hun eigen cultuur. Ook voor mij was het soms heel pijnlijk om er niet bij te horen. Ik wijs collega reclasseerders daarom graag op de invloeden van een bepaalde mindset. Mensen zijn wel gelijkwaardig, maar niet gelijk. Voor wie thuis geleerd heeft om van rechts naar links te lezen, is het wennen om vanaf links te beginnen. De verslavingszorg heeft voor Marok kaanse jongeren een zeer hoge drempel. Ze zijn van huis uit niet gewend aan een psychosociale benadering: over je angsten en zielenroerselen praten, dat is taboe. Net als vroeger in Nederland trouwens. Tijdens een groepsgesprek zal een Marokkaan zich daarom
niet snel blootgeven. Een Nederlandse trainer zal dat interpreteren als ‘ongemotiveerd’. Toch wil deze jongere heus wel veranderen. Hij zit zelf in een impasse. Om diezelfde reden zal een reclasseerder met een psychologische systeembenadering niet snel succes oogsten. Marokkaanse ouders en verslaafden zijn veel gevoeliger voor praktische interventies, bijvoorbeeld het meegaan naar een werkgever, het helpen zoeken naar onderdak. Dat begrijpen mensen, daarmee kun je hun vertrouwen winnen. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je iemand niet kunt aanspreken op zijn gedrag. Weerstand breken werkt echter averechts. Zoals bij ieder mens werkt het beter om eerst de weerstand te benoemen. Alleen met respect en erkenning lukt het om iemand naar zichzelf te laten kijken en de verbanden te leren zien tussen verslaving, leefstijl en crimineel gedrag. Ook reclasseerders laat ik als trainer en interventiecoach het liefst zelf verbanden leggen. Zo bekijk ik samen met de trainers
van leefstijltrainingen het beeldmateriaal waarop zij hun eigen houding en gedrag kunnen beoordelen. ‘Verliepen de achtereenvolgende sessies volgens de officiële opzet? Wat maakte dat de cliënt niet gemotiveerd raakte?’ Een collega die te kampen had met een onwillige jongen, kwam er achter dat de boodschap achter diens gedrag een vraag naar erkenning was. Nadat de trainer dat de keer daarop wel had ge daan, ging de cliënt rechtop zitten en deed mee.
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat we in Nederland niet te ver zijn doorgeschoten in repressie en bureaucratie. Als alles te strikt wordt geprotocolleerd, is zorg op maat bijna niet meer mogelijk. Dat zou trouwens ook haaks staan op de geïndividualiseerde westerse manier van denken.
9
Janneke Patty (39) is reclasse ringswerker in het veelplegerteam bij Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) in Groningen.
Janneke Patty, Noord Nederland
Ik wil veelplegers helpen om weer deel uit te maken van de samenleving 10
Pas opsluiten als alles mislukt k ben er trots op dat ik in Groningen als reclasseringswerker veelplegers mag begeleiden. Het gaat namelijk om een groep verslaafden met complexe psychische en verstandelijke problemen die uiteindelijk ook deel willen uitmaken van de samenleving. Het is voor mij de kunst om als vast contactpersoon iemand te verleiden tot het accepteren van klinische of ambu lante behandeling. Iedere veelpleger weet dat hem twee jaar ISD (Instelling Stelselmatige Daders) boven het hoofd hangt. Soms kan ISD noodzakelijk zijn, in de wetenschap dat al het andere al geprobeerd is. Daarbij probeer ik iemand zo snel mogelijk vanuit detentie in een zorginstelling te plaatsen, zodat die twee jaar geen verloren tijd is. Zo heb ik een cliënt bij wie niets hielp: motiverende gesprekken, behandelingsaanbod, toezicht, enzovoorts. Hij bleef om de haverklap kleine, maar zeer hinderlijke delicten plegen; ik kreeg geen poot aan de grond. Na rijp beraad hebben we toen ISD voorgesteld. Eenmaal in
de gevangenis kwam de jongen tot rust en bleek eindelijk wel vatbaar voor hulp. Ik heb toen een behandelplaats op een Forensisch Psychiatrische Afdeling kunnen regelen. En nu ben ik alvast bezig voor een plek waar hij kan wonen, als over een jaar de ISD maatregel afgelopen is. Maar ook na een behandeling wil het nog niet zeggen dat iemand een voorbeeldige burger is geworden. Daarom is het goed dat ik mensen langdurig en intensief kan blijven vol gen. Pas als iemand een jaar lang geen delict heeft gepleegd, gaat hij van de lijst. Zo kunnen we sneller ingrijpen als iemand een terugval heeft. Een verslaafde veelpleger die na een verblijf in een kliniek in Dordrecht een eigen huis had gekregen – met woonbegeleiding en ambulante zorg – ging na de eerste week alweer nat. Maar in plaats van naar de gevangenis, hebben we hem voor een time-out naar teruggebracht naar de kliniek. Nu is hij weer terug in zijn woning in Groningen, met strakke afspraken.
Leren doe je nu eenmaal met vallen
opstaan.
en
Binnenkort gaat de verslavingsreclassering in Groningen deel gaat uitmaken van het Forensisch ACT team (Assertive Communitity Treatment). Daar ben ik heel blij mee, want vooral voor de zorgmijdende cliënt moet de hulp zo toegankelijk mogelijk zijn. In dit nieuwe team komen straks elke ochtend alle betrokken disciplines bij elkaar om gezamenlijk de aanpak per cliënt te bespreken. Zodat we nog beter kunnen reclasseren met zorg.
Verslavingsreclassering in 2015 Mijn grootste wens is dat er in 2015 meer beschermde woonvormen zijn voor onze doelgroep. Want toezicht houden heeft alleen zin als aan alle leefgebieden recht wordt gedaan. Een veilige plek, een passende dagbesteding, goede zorg, dat is echt essentieel.
11
Wietse B ouwsma (32) is reclasserings werker van onder meer P IJ-jongeren (Plaatsing Inrichting voor Jeugdigen) bij Verslavingszorg Noord Nederland in Groningen.
Wietse Bouwsma, Groningen
Ik help jongeren graag opnieuw aansluiting te vinden in de samenleving
12
Judoën met jongeren aatst vroeg een cliënt of ik wilde uitleg gen hoe een mobieltje werkt. Mijn mond viel open, op dat niveau moet je dus soms beginnen! Hij is niet de enige die een maatschappelijke achterstand heeft opgelopen door zijn jarenlange verblijf in een Jeugdinrichting. Daar zitten de jongens natuur lijk niet voor hun zweetvoeten, maar toch. Als reclasseerder help ik ze graag opnieuw aansluiting te vinden in de samenleving. Voordat een jongere vrijkomt, overleg ik met de mentor en behandelcoördinator wat iemand nog nodig heeft om buiten te kunnen functioneren. Het uitstroomniveau verschilt namelijk per inrichting. Zo kan het zijn dat iemand nog een agressietraining moet volgen. Over het plan van aanpak ben ik tegenover mijn cliënten altijd heel duidelijk: dit zijn de kaders. Maar daarnaast voer ik ook een open gesprek. Dat is vaak even wennen; ze weten niet beter dan dat er óver ze gepraat
wordt, in plaats van mét. Ik leg de cliënt voor: ‘Straks kom je vrij, wat dan? Hoe zie jij dat voor je? Wat heb je nodig?’ Een goed contact opbouwen vereist de nodige tact en empathie. Telkens opnieuw probeer ik me te verplaatsen in iemands belevingswereld. Zodra ze op vrije voeten staan, willen mijn cliënten het liefst inhalen wat ze al die jaren hebben gemist: feesten, uitgaan, blowen, mee doen. Ze staan dan niet te trappelen om wéér iemand op hun nek te krijgen. Ik maak meestal contact op informele wijze, zoals in een
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat we nog steeds uitgaan van de menselijke maat. Sinds kort moet ik een jongere ‘ondertoezichtgestelde’ noe men. Daarin schiet de balans te ver door, vind ik.
poolcafé of in het park. In een informele sfeer komt zo’n jongen makkelijker los, kan beter zijn ei kwijt. Of ik ga een stukje fietsen om te laten zien wat er veranderd is en om de stad opnieuw te verkennen. In wezen ben ik dagelijks met de jongens aan het judoën: de ene keer meegeven, de andere keer duidelijke grenzen stellen. Ik laat mijn cliënten concreet merken dat ik ze, ook als mens, vooruit wil helpen. Ik ga achter een woning aan, schiet een treinkaartje voor of ga mee naar een werkgever. Daarbij leg ik niet de nadruk op iemands probleemkant maar op zijn mogelijkheden. Eventueel kan ik een jongere nog een jaar extra vrijwil lige begeleiding bieden. Als hij afglijdt, kan ik direct voor de cliënt contact leggen met de ambulante tak van de verslavingszorg. Ik hoef daarvoor gelukkig niet eerst aan te kloppen bij het indicatieorgaan. Reclasseren met zorg is daardoor over het algemeen effectiever en scheelt tijd.
13
An-Sophie Timmermans (38) is werk strafcoördinator bij Iriszorg in Nijmegen.
An-Sophie Timmermans, Nijmegen
Ik denk bij elke cliënt: wie ben jij, hoe zit jij in elkaar?
14
Uitzendbureau voor werkstraffen k run al ruim tien jaar een soort uitzend bureau voor werkstraffen en ik vind het nog steeds een uitdaging. Dat mensen er echt wat aan hebben, daar gaat het mij om. Als een cliënt voor het eerste gesprek bij mij op kantoor verschijnt, denk ik altijd: ‘Wie ben jij, hoe zit jij in elkaar?’ Want elk mens is uniek en elke werkstraf daarom ook. Wie kan wat aan? Wie maakt waar de meeste kans om zijn werkstraf tot een goed einde te brengen? Door mijn kennis op het gebied van verslavingsproblematiek kan ik mensen inmid dels aardig inschatten. Als een cliënt meewerkt, houd ik rekening met zijn of haar persoonlijke omstandigheden: verslaving, fysieke beperking, kinderen, een baan. Ik benadruk altijd dat het echt om een straf gaat, maar ik ben er natuurlijk niet op uit om iemand dubbel te straffen. Voor iemand die onderuitgezakt zit en nergens antwoord op wil geven, kan ik weinig betekenen; die krijgt van mij een werkplek en daarmee klaar. Maar voor de onderwijzer die met een stuk in zijn kraag
achter het stuur een ernstig ongeluk veroor zaakte, heb ik geregeld dat hij zijn werkstraf in vakanties en de weekenden kon doen. Het was een hele opgaaf voor hem om ál zijn vrije uren door te brengen in een bejaardenhuis. Hij vond het bovendien heel erg wat hij had gedaan. In de zomervakantie stond nog tachtig uur open. Zijn geplande vakantie heb ik toen gewoon door laten gaan. Uiteraard heeft hij al zijn opgelegde uren wel gedraaid. Een deel van mijn cliënten staat verplicht onder Toezicht voor een periode van bijvoor beeld twee jaar. Dat geldt vooral voor mensen met een serieus alcohol-, drugs- of gokprobleem. Doordat ik een werkkamer heb bij de polikliniek van IrisZorg, kan ik snel contact maken met de verslavingsarts, de psycholoog of de systeemtherapeut. IrisZorg heeft bovendien een eigen werkplaats, de Hulsen. Bij werk plaats de Hulsen kunnen mensen terecht voor assemblage- of productiewerk zoals kastjes in elkaar zetten, washandjes vouwen. Als ik niet werkgerelateerde problemen signaleer,
meld ik de cliënt direct aan voor ambulante of klinische behandeling. Ook het loket voor schuldhulpverlening, gedragstraining of gezinsbegeleiding schakel ik zonodig in. Twintig procent van mijn cliënten is overigens niet verslaafd. Toch komt het regelmatig voor dat iemand tijdens een later gesprek aangeeft wel degelijk een alcohol- of drugsprobleem te hebben. Als aanvulling op de werkstraf kan ik ook deze cliënt dan direct doorsluizen voor een behandeling. Ook op die manier geef ik invulling aan het reclasseren met zorg.
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 zijn er hopelijk meer projectplaatsen of organisaties waar cliënten in het weekend aan de slag kunnen. Op dit moment is dat nog wel erg zoeken.
15
Sabine Zeiss (34) is senior reclas seringswerker bij TACTUS Verslavings reclassering in Zutphen.
Sabine Zeiss, Warnsveld
Ik laat cliënten het liefste hun eigen kracht ontdekken 16
Coachend sturen oezicht houden betekent voor mij: veel luisteren. Luisteren, met als doel een cliënt voor de geplande interventie te winnen. Dat kost vaak tijd, want veel van mijn cliënten zijn bescha digd en wantrouwend. Juist voor hen geldt: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Omdat er tussen advies, zitting, detentie en uiteindelijk toezicht soms lange tijd zit, wil ik iemand eerst uitgebreid spreken. Zoals bij de jonge jongen over wie gerapporteerd was: ‘alco holist; onverschillig; advies: leefstijltraining.’ Er waren sinds het rapport ettelijke maanden verstreken. Ik vroeg daarom eerst: ‘Hoe is het nu? Hoe staan de zaken?’ De man was wel afwachtend maar zeker niet onverschillig meer. Later in het gesprek bleek hij zelf al contact te hebben gelegd met de ambulante GGZ om het over zijn problemen te hebben. Dat had hij echter niet gemeld onder het mom van: ‘Wat heeft dat voor zin, ik moet toch doen wat jullie zeggen.’ De training hebben we toen uitgesteld
omdat ik eerst wilde zien hoe hij op de behan deling reageerde. Later, in overleg, heeft hij de training alsnog gevolgd. Dat vond hij toen zelf ook een goed idee.
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de grens tussen reclasseren en hulpverlening niet meer zo productmatig gescheiden is als nu.
Een andere cliënt was een ongelooflijk eigenwijze jongen. Hij wilde niks aanne men, deed niet wat men van hem verlangde. Tegelijkertijd kreeg hij zelf weinig voor elkaar. Hij opende zijn post niet, regelde niet wat hij moest regelen. Hij had weliswaar een baan, maar als het tegenzat bleef hij in bed liggen. Hij zei altijd: ‘Als ik iets moet, dan doe ik het juist niet.’ Dus liet ik hem aanvankelijk zelf bepalen hoe hij een en ander aan wilde pakken.
Als dat dan mislukte, bespraken we wat wel goed ging. Dat schiep vertrouwen. Op een dag, toen hij het niet meer wist, zei hij: ‘Jij moet het nu maar zeggen.’ Daarna ging beter, maar tijdens een werkstraf ging het mis en hij vluchtte. Omdat hij onvindbaar was, werd het toezicht voortijdig beëindigd. Later kreeg ik een telefoontje van de Sociale Dienst. Daar had hij gezegd: ‘Bel Sabine maar, zij begrijpt hoe ik in elkaar zit.’ Juist het coachende aspect bij delinquenten ligt me erg goed. Ik vind het leuk om iemand, vanuit vertrouwen en respect, zijn of haar eigen kracht te laten ontdekken. Voor mij is hulpverlening aan cliënten de eerste insteek. Justitie roept dan wel eens: ‘Hallo, er is ook de strafcomponent.’ En daarin heeft Justitie na tuurlijk gelijk. Maar als je – het liefst al tijdens detentie – gedragsverandering wilt bereiken, is reclasseren met zorg onvermijdelijk. De kracht zit in de combinatie.
17
Jord Stenvert (37) is Werkbegeleider bij Verslavingsre classering Emergis in Middelburg.
18
Jord Stenvert, Middelburg
Ik stel zorg voor de cliënt voorop
Advocaat van de duivel anuit de hulpverlening aan daklozen ben ik terecht gekomen bij de versla vingsreclassering. Ik heb altijd graag gewerkt met harddrugsverslaafden. Veel no-nonsense, dat mag ik wel. Als werk begeleider verdeel ik de cliënten, bespreek de diagnostiek en coach medewerkers bij het uitvoeren van hun taken. Een reële kijk op de situatie is daarbij cruciaal. Dat begint bij het plan van aanpak. In het begin dacht ik zelf als reclasserings werker wel eens handenwrijvend: ‘Nu heb ik me toch een mooi plan geschreven!’ De praktijk bleek echter weerbarstiger. Zelfs met de huidige
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de samenwerking met andere zorginstellingen is verbeterd en dat er meer aandacht is voor forensische ambulante psychiatrie. Met de komst van De Waag/Zeeland zijn we op de goede weg.
RISc analyse (Recidive Inschattings Schalen) blijft het nodig om scherp te blijven. Als een advocaat van de duivel stel ik nu op mijn beurt kritische vragen aan de reclasseerders die ik begeleid: ‘Wat verwacht je van een klinische behandeling bij iemand die al vijfentwintig jaar aan heroïne verslaafd is? Is stoppen wel een reële eis? Of is een beschermde woonvoorzie ning met regelmatig consultcontact misschien een meer haalbare optie? Een kritische blik helpt de reclasseerders bovendien om het advies naar justitie toe goed te beargumenteren. Elke dag sparren we daarnaast met elkaar over de dagelijkse praktijk. Om welke reden is iemand afgehaakt? Wie kunnen we waar plaat sen? En zo niet, waarom dan toch? Reclasseren met zorg is net als schaken. Wat te doen met de cliënt die een agent bedreigde? De politie wilde hem arresteren omdat hij zijn werkstraf nog niet zou hebben uitgevoerd. De cliënt wilde thuis het document halen om het tegendeel te bewijzen maar dat vond de politie niet goed. De man werd agressief. Was hij wel of niet on
der invloed van alcohol? Zo ja, hoe structureel is zijn gebruik en welke interventie is hier op zijn plaats? Zorg voor de cliënt staat bij mij voorop. Want met een verbod alleen kom je er niet; recidivevermindering gaat hand in hand met gedragsverandering. Voor behandeling zijn we vaak afhankelijk van samenwerking met andere zorginstellingen. Het justitieel kader maakt helaas dat veel zorgverleners onze cliënten ‘lastig’ vinden. Een schizofrene cliënt werd bijvoorbeeld behandeld in een psychiatrische kliniek. Toen hij een delict pleegde, werd hij weggestuurd. Maar delictgedrag is nou juist onderdeel van zijn problematiek en moet dus ook deel uitmaken van de behandeling. Met veel moeite hebben we de cliënt terug kun nen plaatsen. Niet alleen onze cliënten maar ook wij als zorgverleners hebben een eigen verantwoordelijkheid. Reclasseren met zorg doe je met elkaar.
19
Kirsten van Scherpenzeel (30) is Toezichthouder TBS bij Centrum Maliebaan in Utrecht.
Kirsten Scherpenzeel, Utrecht
Ik word geraakt door het grote stigma waar TBS cliënten mee kampen 20
Helpen ontworstelen aan het stigma at mij telkens weer raakt, is het grote stigma waar ex-TBS’ers mee kampen. Binnen de kliniek groet iedereen elkaar in het voorbijgaan, buiten op straat niet. Daar lopen mensen juist met een boog om hen heen als ze weten dat iemand TBS heeft gehad. In de laatste fase van hun behandeling kom ik voor het eerst in beeld. Ik bespreek dan hoe ik iemand praktisch en moreel kan steunen bij de overgang naar de buitenwereld. Vaak stellen cliënten zich erg afwachtend op; door hun jarenlange verblijf in de kliniek zijn ze geïnstitutionaliseerd geraakt. Nu moeten ze het weer helemaal zelf doen. Ik help ze bij het onderhouden van contact met de familie, het regelen van een inkomen, een verzekering, een woning. Zelfs een rekening openen, kan al een hele opgaaf zijn. Gaandeweg bouw ik een vertrouwensrelatie op. Binnen de kliniek is drugsgebruik taboe, in de buitenwereld komen mijn cliënten echter weer met drugs in aanraking; dan begint de
verleiding opnieuw. Verslaving is tenslotte voor de meesten een chronische ziekte, ieder heeft daarin zijn eigen weg te gaan. Gebruik kun je wel verbieden, maar belangrijker is om het erover te hebben: ‘Wanneer heb je trek? Hoe kun je de verleiding ondervangen?’ Tijdens een wekelijks gesprek houd ik vinger aan de pols en breng iemand zonodig in contact met de ambulante verslavingszorg. Soms is beheerst gebruik een oplossing. Bij uitzondering heb ik bij de rechtbank afge dwongen dat een cliënt elke dag een joint mocht roken. Het bleek dat die ene joint hem helder maakte. Daar had hij dus baat bij en het leverde geen gevaar op voor recidive. Integendeel.
Door hun stigma is het extra spannend voor cliënten om werk te zoeken. Niet elke werkgever vraagt om een verklaring van goed gedrag, maar iemand moet wel altijd vermelden dat er contact is met de reclassering. Ik adviseer vaak om niet al in het eerste gesprek de TBS te noemen, dat trekt een werkgever vaak niet. Maar als na drie maanden proeftijd alles goed gaat, is die ruimte er meestal wel. Een dertig jarige man, die al op zijn veertiende voor het eerst met justitie in aanraking was gekomen, had voor het eerst van zijn leven een baan. Bij het functioneringsgesprek scoorde hij op alle fronten hoge cijfers. Een rehabilitatie van jewelste!
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik nog beter te kunnen beargumenteren welke risico’s aanvaardbaar zijn. Door negatieve media over TBS’ers dekt justitie zich momenteel teveel in. Dat gaat ten koste van de mensen die goed met hun herwonnen vrijheid om kunnen gaan; van alle gedetineerden is onder TBS’ers de recidive het laagst.
21
Renee Liekens (51) maakt milieurap portages voor GGZ reclassering Palier in Den Haag.
Renee Liekens, Den Haag
Ik trek er zelf op uit om de levensloop van een cliënt in kaart te brengen 22
Puzzelstukjes verzamelen en rechter beoordeelt een dader niet al leen op zijn daden, maar kijkt ook naar iemands achtergrond en levensloop. Daar ben ik blij om, want soms denk ik wel eens: als ik van jongs af aan seksueel misbruikt en affectief verwaarloosd was ge weest, was ik misschien ook verslaafd geraakt en had ik mijn vader vermoord. Het leven van de cliënt is als een puzzel, waarvan ik de stukjes verzamel en in elkaar probeer te leg gen. Ik schrijf vervolgens, zoals dat heet, een ‘milieurapportage’. De forensisch psychiater en de psycholoog doen daarnaast apart onderzoek naar de psyche van de cliënt. Onze gezamen lijke bevindingen zijn mede bepalend voor het
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat ik helemaal gewend ben aan het nieuwe rapportagesysteem dat per 1 januari 2010 ingaat.
uiteindelijke reclasseringsadvies dat wij aan de rechtbank geven. Tijdens mijn speurwerk zoek ik contact met alle personen die informatie over de cliënt kunnen geven: van gezins- en familieleden tot onderwijzers, leraren, vrienden, kennissen en werkgevers. Vaak zijn de naaste familieleden erg geschokt en willen ze graag hun verhaal kwijt. De kunst is om tot een gestructureerd, chronologisch verhaal te komen. Te beginnen bij de achtergrond van de ouders, hun huwelijk, de zwangerschap, iemands kindertijd en zo verder. Soms is het een ware sport om mensen te traceren. Bij oudere cliënten duik ik bijvoorbeeld in de schoolarchieven. Zo vind ik nog wel eens een gepensioneerde leraar die zich zijn pupil herinnert. Niet elk gesprek is even gemakkelijk. In een geval van kindermoord ben ik thuis meteen na afloop van het gesprek uitgebreid onder de douche gegaan, zo smerig voelde ik mij. Toch is dit werk ook heel interessant, ik
kom in allerlei milieus. Mensen komen nooit bij mij op kantoor, ik trek er zelf op uit. Zo kwam ik een keer bij een eenvoudige Haagse alcoholist die zijn moeder in het verpleegte huis had gewurgd. Uit mededogen, beweerde hij. Hij had plechtig beloofd dat hij haar zou ‘helpen’ als ze ziek werd. De kroegbaas, waar moeder en zoon vroeger elke dag kwamen, vertelde dat ze het daar inderdaad over hadden gehad. De cliënt bleek te simpel om te beseffen dat het feitelijk om moord ging. Hij was dus geen roofmoordenaar, maar wel iemand met een alcoholprobleem. Dat de rechtbank onze bevindingen meeneemt in het vonnis is van groot belang. Want straffen alleen is vaak niet genoeg om te voorkomen dat iemand in herhaling vervalt. Wij kennen de verslavingszorg van binnenuit en kunnen de cliënt, tijdens het reclasserings traject, in contact brengen met de juiste instanties. Reclasseren met zorg dus? Ja, inderdaad.
23
Anja Peters, Eindhoven Anja Peters (37) is toezichthouder bij Novadic-Kentron in Eindhoven.
24
Ik zoek altijd de juiste balans tussen de hulpverlening en het juridische kader
De juiste gebruiksaanwijzing ls mensen horen dat ik bij de versla vingsreclassering werk, zeggen ze vaak: ‘Wat heeft dat nou voor zin? Als ze vrijkomen, doen ze toch weer hetzelfde!’ Ik ben echter van mening dat mijn werk wel degelijk zin heeft. Als toezichthouder heb ik dagelijks met allerlei soorten mensen te maken, van de nette weduwe op leeftijd tot de doorgewinterde harddruggebruiker in de dag- en nachtopvang. Bij iedere cliënt ga ik daarom op zoek naar de juiste gebruiksaanwijzing, daarbij is het vaak de toon die de muziek maakt. Als ik iemand bijvoorbeeld aanspreek in zijn eigen Brabantse dialect, bouw ik sneller een goede werkrelatie op. Waarbij ik natuurlijk altijd de juiste balans zoek tussen de hulpverlening en het juridische kader; het toezicht is immers door de rechtbank opgelegd en dus niet vrij blijvend. Om een compleet beeld te krijgen van de cliënt en diens situatie, ga ik altijd ook op
huisbezoek. Als ik een zorgwekkende situatie aantref, zoals de aanwezigheid van drugs in de directe omgeving van kinderen, spreek ik de cliënt daar op aan. Indien nodig breng ik relevante instanties van de situatie op de hoogte. En door de korte lijnen met de verslavingszorg binnen Novadic-Kentron, kan ik cliënten zonodig versneld aanmelden. Een casus die me het meest is bijgeble ven, is die van een oorlogsveteraan. Hij werd op zijn twintigste uit het leger ontslagen en gebruikte vijfentwintig jaar lang alle mogelijke drugs die maar voorhanden waren. Nadat hij de verkrachter van zijn vriendin had gewurgd, kreeg hij vier jaar cel en daarna toezicht. Om dat hij niet op zijn afspraak verscheen, zocht ik hem op in de nachtopvang van verslavingszorg. Daar liep hij rond, paranoia door zijn excessieve drugsgebruik. Hierdoor was het moeilijk voor anderen om contact met hem te krijgen. Uiteindelijk nam hij mij wel in vertrouwen en besloot zich laten behandelen, waarschijn
lijk omdat ik me niet liet afschepen door zijn tamelijk agressieve gedrag. Gezien de com binatie van zijn verslavingproblematiek, zijn psychiatrische problemen plus zijn liefde voor vuurwapens, was de man een ‘tikkende tijd bom’. Ik heb toen eerst het Openbaar Ministerie weten te overtuigen van de noodzaak deze man van straat te halen. Het vonnis van de cliënt is vervolgens zodanig aangepast dat opname in de Forensische Psychiatrische Kliniek mogelijk werd. Daar werd onder meer de diagnose schizofrenie, PTSS en ADHD gesteld en kreeg hij de juiste medicatie. Hij zegt zich nu eindelijk weer mens te voelen. Zulke resultaten zijn voor mij de krenten in de pap!
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat ik mijn cliënten nog eerder spreek. Want de praktijk leert: hoe eerder contact, des te eerder effect.
25
Anke Menten (28) is reclasserings werker bij GGZ Groep Noord en Midden Limburg in Roermond.
Anke Menten, Roermond
Ik probeer vaak met humor het ijs te breken 26
Brug tussen Justitie en zorg ijn cliënten zijn regelmatig blij met reclasseringstoezicht. Hoe dat kan? Mensen plegen vaak een delict om dat ze kampen met een verslavings problematiek. Het lastige voor mijn cliënten is, dat ze vaak nog geen inzicht hebben in hun complexe problemen. Daardoor vragen ze meestal niet uit zichzelf om hulp en zo krij gen ze soms jarenlang niet de hulp die ze nodig hebben. Wanneer iemand met Justitie in con tact komt, verlaagt dit vaak de drempel naar de hulpverlening. Het justitiële dwangkader is dan een voordeel. Gaandeweg gaan mensen mijn toezicht als een steun ervaren en dat geeft mij veel voldoening. Het kost meestal wel tijd om tot mensen door te dringen. Met humor probeer ik zonodig het ijs te breken. Als iemand niet wil meewer ken, zeg ik bijvoorbeeld plagend: ‘We kunnen natuurlijk ook gezellig samen twee jaar naar het plafond kijken.’ Na verloop van tijd komt er altijd wel een gesprek op gang. Stukje bij
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de hulpverlening meer ruimte krijgt van verzekeraars om zelf meer motiverende gesprekken te voeren. Op die manier vermindert de scheiding tussen zorg en Justitie waardoor mensen eerder de hulp krijgen die ze nodig hebben.
beetje breek ik zo door een muur van argwaan en vooroordelen heen. Zo heb ik een cliënt, een stratenmaker, die werd gearresteerd nadat hij onder invloed zijn buurman had mishandeld. De man, een kleine zelfstandige met een zwakbegaafde vrouw en twee zwakbegaafde kinderen, had zich jarenlang staande weten te houden. Totdat het mis ging. Hij kreeg een werkstraf opgelegd plus twee jaar reclasseringstoezicht. Mijn eerste contact was een huisbezoek, dat plande ik bewust na werktijd.
De tv stond hard aan. In het Limburgs begon ik over zijn werk, dat het toch wel rotweer was voor een stratenmaker. Hij bromde dat hij hoofdpijn had. Als hij had gedronken, bonkte de man namelijk ’s nachts met zijn hoofd tegen de muur. Dat hoorde ik later van de vrouw, die blij was dat ze mij af en toe kon bellen om haar hart te luchten. Ik vroeg de man of hij voor die hoofdpijn al eens bij de huisarts was geweest. Na afloop lichtte ik de huisarts in over het reclasseringstraject en over het drankprobleem. De keer daarop vertelde de cliënt dat hij wel eens wat dronk. Stapje voor stapje hebben we al pratend alle problemen in kaart kunnen brengen. Uiteindelijk heb ik hem verwezen naar de ambulante verslavingszorg en voor de vrouw heb ik een instelling voor verstandelijk beperkten ingeschakeld. Door deze brug te slaan tussen zorg en Justitie, is er weer rust in het gezin gekomen.
27
Archie Groenewoud (38) is reclasseer der bij Inforsa in Amsterdam.
Archie Groenewoud, Amsterdam
Ik ben blij dat mensen in Nederland wel nieuwe kansen krijgen 28
Hup, doorgaan, niet opgeven! ls gevangenismedewerker wilde ik meer doen dan alleen het normale dagprogramma; ik ging instanties bellen, dingen regelen. Want iedereen kan een slechte periode hebben, maar daarna verdien je in mijn ogen weer een kans. Toen ik een vacature zag bij de versla vingsreclassering, dacht ik: ‘O, goed zeg, dat ga ik doen!’ Oorspronkelijk kom ik uit Suriname, maar daar is helemaal niets geregeld voor delinquenten: een kale straf in een overvolle gevangenis en daarna zoeken ze het zelf maar weer uit. Ik ben blij dat mensen in Nederland wel nieuwe kansen krijgen. Elke cliënt vereist een grote dosis inspan ning, dat vind ik juist leuk. Jongeren hebben een confronterende aanpak nodig. Ze zijn snel afgeleid en willen nog zo veel doen en mee maken. Oudere, doorgewinterde verslaafden, moet ik op een andere manier motiveren; ze geven sociaal wenselijke antwoorden en gaan dan vaak toch weer hun eigen gang.
Soms lukt het cliënten een paar jaar clean te blijven, dan vallen ze weer terug. Ook voor hen zet ik me in. Een strikte manier van reclasseren is daarbij niet mijn stijl, ik zoek altijd naar nieuwe wegen. Bij een cliënt had de rechter bepaald dat hij behandeld moest worden in een instelling voor zwakbegaafden met psychische problemen. Daar vonden ze de verslaafde man niet ‘leerbaar’ genoeg. Strikt genomen had ik hem toen kunnen terugver wijzen naar het Openbaar Ministerie. Maar ik dacht: ‘Hup, doorgaan, niet opgeven’. Ik heb de man toen aangemeld bij een soortgelijke instelling. Helaas zeiden ze in de andere in stelling: als zij hem niet willen, willen wij hem ook niet. Intussen werd hij weer opgepakt, dit keer voor het stelen van een pak kaas. Soms is detentie helaas de enige oplossing. Gelukkig zijn er ook succesverhalen. Zoals van de man die als puber zijn vader – die hem mishandelde - had vermoord. Na jeugd detentie raakte hij verslaafd en pleegde keer op
keer delicten om zijn verslaving te bekostigen. Na de zoveelste veroordeling legde de rechter hem een ISD maatregel op (Instelling Stelsel matige Daders); daarmee kreeg hij twee jaar de tijd om zijn leven op orde te krijgen. ’Eerst dacht ik, dat wordt een hele kluif. Maar gelukkig beschikte hij over de juiste motivatie en capa citeiten. Met behulp van ambulante zorg was hij na drie maanden drugsvrij. Na twee jaar had hij een woning. Hij volgde een horecaopleiding en begon op zijn vijfendertigste een catering bedrijf. Zo kan het dus ook.
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik niet meer ruim de helft van mijn tijd aan administratie te besteden. Ik begrijp wel dat zoiets nodig is, maar ik ben vooral een doener, geen administrateur.
29
Bart Lauer (34) is werkbegeleider bij Bouman GGZ in Dordrecht.
Bart Lauer, Dordrecht
Ik besef hoe afglijden en ontsporen in wezen iedereen kan overkomen
30
Scheepsboeien op een woelige zee ls ik vroeger langs een portiek liep waar iemand lag te slapen, dacht ik: ‘Dat overkomt alleen een bepaald type mensen.’ Inmiddels heb ik zoveel verhalen gehoord, dat ik besef hoe afglijden en ontsporen in wezen iedereen kan overkomen. Dit inzicht bepaalt mede hoe ik mensen tegemoet treed: duidelijke grenzen stellend, maar met begrip. Door nauw in contact te komen met cliënten, heb ik als reclasseerder geleerd welke invloed een verslaving op iemands gedrag en zelfbeeld heeft. Een alcoholist zal bijvoorbeeld vrijwel altijd ontkennen dat hij een verslavingspro bleem heeft. Drinken is toch normaal? Jawel, maar iemand die onder invloed van alcohol agressief wordt, moet niet willen drinken; ook niet tijdens het weekend, een feestje of een voetbalwedstrijd. Een van mijn cliënten – in nuchtere toestand een rustige jongen – kreeg van de rechter daarom een totaal alcoholver bod. Natuurlijk ging ik daarnaast met de jongen
wel in gesprek over de plek die alcohol in zijn leven had. Sinds kort begeleid ik reclasseerders en ben inhoudelijk verantwoordelijk voor alle bij ons aangemelde cliënten. Het eenduidige protocol waar alle reclasseringsorganisaties nu mee moeten werken, vind ik een verbetering. De gestelde regels zijn als scheepsboeien op een woelige zee. Binnen de gestelde route stippelen we per cliënt nog wel een eigen koers uit. En soms is het nodig om een boei te verleggen. Uiteraard in goed overleg. Een van onze cliën ten had van de rechter een taakstraf gekregen. Na twee flinke aanvaringen met de werkmeester
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de reguliere zorg minder huiverig is voor delinquenten en meer open staat voor onze complexe doelgroep. Juist met de dwang van een justitiële titel kun je relatief veel bereiken
was het einde oefening. Ook tegen ons was de man zeer agressief. In plaats van slechts aan gifte te doen, hebben we ook nog eens goed gekeken naar wat er aan de hand was. De man bleek dermate onder spanning te staan dat medicatie en behandeling meer voor de hand lagen. Daar heb ik me toen hard voor gemaakt. Eindelijk voelde hij zich gezien en werkte gemotiveerd mee aan de behandeling. Helaas bespeur ik vaak twijfels en reserves bij de reguliere verslavingszorg als het woord reclassering valt. Mijn cliënten worden welis waar niet geweigerd, maar ook niet bepaald met open armen ontvangen. Men is al snel bang dat een ondertoezichtge stelde een gevaar vormt voor anderen of niet gemotiveerd genoeg is vanwege het dwang kader. Dat vooroordeel heeft invloed op de wijze waarop mijn cliënt dan benaderd wordt. Terwijl mensen die wij vanuit de reclassering weten te motiveren tot zorgverlening, vaak juist al wel gemotiveerd zijn.
31
Donna Kloeze (36) is teammanager Justitiële Versla vingszorg bij Brijder in Alkmaar.
Donna Kloeze, Alkmaar
Ik sla met mijn vuist op tafel als het moet 32
De kracht van samenwerken f ik een moederlijk type ben? Nou nee, hoor! Ik ben eerder direct en heel praktisch. En als het moet, sla ik met mijn vuist op tafel. Niet omdat de mensen in mijn team te soft zijn, ze zijn soms juist te veel bezig met het halen van hun targets. Dan roep ik: ‘Daar moeten jullie helemaal niet over in zitten, daar ben ík als teammanager verantwoordelijk voor. Richten jullie je nu maar op de cliënt.’ Zo kan het nuttig zijn om extra tijdrovende handelingen te verrichten, daarmee win je juist tijd. Wie voor een cliënt keurig heeft
Verslavingsreclassering in 2015 In 2015 hoop ik dat de krampachtige nadruk op productie is verschoven naar aandacht voor de delinquent als mens en dat de samen werking tussen verschillende instanties verder is toegenomen.
geregeld dat hij zich na detentie zelfstandig bij een verslavingkliniek kan melden, moet niet vreemd staan te kijken als het onderweg fout gaat. Als de cliënt langs een café komt, is het kwaad snel geschied. Met als gevolg dat hij zich niet nuchter bij de kliniek kan melden en dus niet wordt toegelaten. Beter is het om de cliënt aan de poort op te wachten en naar de kliniek te begeleiden. Dat kost inderdaad tijd, ja. Maar afwachten totdat opnieuw een plek voor de cliënt vrijkomt, kost uiteindelijk nog meer tijd. Zo’n man heeft gewoon meer ondersteuning nodig. De reclasseerders zelf steun ik op mijn beurt door nauwere samenwerking met andere instanties mogelijk te maken. Naar aanleiding van een aantal incidenten met dodelijke afloop heeft de burgemeester onlangs de aanzet gegeven tot het ‘risicoburgeroverleg’. De vraag was: ‘Hoe kunnen we, zonder de wet op privacy te overtreden, tijdig informatie uitwisselen?’ Na vele besprekingen bij instanties en instel
lingen op allerlei niveaus, is het convenant nu klaar om ondertekend te worden. Onlangs hebben we al gemerkt hoe effectief een snelle informatie-uitwisseling kan zijn. De politie kreeg een melding binnen van huiselijk geweld. Een agressieve en verslaaf de cliënt had zijn vrouw ernstig mishandeld en dreigde zijn dochter te vermoorden; men achtte de kans groot dat hij dit ook werkelijk zou doen. Nadat hij was ingerekend, belden zij ons en het Steunpunt Huiselijk Geweld. In overleg met het OM hebben we de voorlopige hechtenis kunnen verlengen zodat Steunpunt Huiselijk Geweld tijd had om moeder en dochter elders in veiligheid te brengen. Intussen kon de zoon opgespoord worden om zijn slecht Nederlands sprekende vader te kalmeren. Zo konden wij de cliënt ook wijzen op sancties en mogelijke hulpverlening. Voor reclasseren met zorg is ketensamenwerking echt cruciaal.
33
Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) De Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) is een netwerkorganisatie bestaande uit een stafbureau en elf verslavingszorginstellingen met een reclasseringserkenning. Het stafbureau van de SVG ontwikkelt beleid en behartigt de belangen van haar lidinstellingen. Daarnaast is de SVG contractpartner van Justitie en draagt zorg voor de bedrijfsvoering. Bij de SVG draait het om reclasseren met zorg. Onze lidinstellingen begeleiden verslaafden die een strafbaar feit hebben gepleegd of hiervan worden verdacht. Dat vraagt om het combineren van kennis van reclassering en verslaving.
Webadressen lidinstellingen
www.ggznml.nl
www.tactus.nl
www.svg.nl
Arkin Inforsa
Verslavingszorg Noord Nederland
www.inforsa.nl
www.vnn.nl
Interview Ronald Verduin: Nog niet uitgelezen en benieuwd wat Ronald Verduin van Novadic-Kentron in 2015 hoopt niet meer te hoeven registreren? Kijk op www.svg.nl voor zijn portret.
34
Voor meer informatie over de instellingen waar de geïnterviewden werken verwijzen we naar de betreffende website:
Bouman GGZ
Mondriaan Zorggroep
www.boumanggz.nl
www.mondriaan.eu
Centrum Maliebaan
Novadic-Kentron
www.centrummaliebaan.nl
www.novadic-kentron.nl
Emergis
Parnassia Bavo Groep GGZ Reclassering Palier
www.emergis.nl
GGZ Groep Noord en Midden Limburg
IrisZorg www.iriszorg.nl
www.palier.nl
Tactus Verslavingszorg
Uitgave: Stichting Verslavingsreclassering GGZ, 2010 Coördinatie: Josie van Alebeek Vormgeving: BenedenBoven, Barneveld Tekst: Janneke Donkerlo Fotografie: Van Spankeren Fotografie Oplage: 1200 exemplaren
Bezoekadres Piet Mondriaanlaan 50/52 3812 GV Amersfoort Postadres Postbus 830 3800 AV Amersfoort Telefoon 033 460 89 20 Fax 033 460 89 03 Email
[email protected] Internet www.svg.nl