VERSLAG WERKBEZOEK GUATEMALA
Juli-Augustus 2002 Volgende gemeenten werden bezocht in Alta Verapaz: La Tinta Cahabon Coban: Nimlahakok, Salawim, Santa Lucia
Luk Draye en Bernard Dumoulin Schepen van ontwikkelingssamenwerking en noord-zuid ambtenaar
Gemeente HERENT www.herent.be Provincie Vlaams-Brabant - Arrondissement Leuven Wilselsesteenweg 28 – 3020 Herent
[email protected]
Inleiding De gemeente Herent heeft, door de ondertekening van de convenant ivm samenwerkingsontwikkeling er voor gekozen om zich te verbinden aan een gemeente in het Zuiden. Naast sensibilisatie en capaciteitsopbouw is de zusterband immers één van de drie pijlers van deze convenant. Een zustergemeente zoeken, kiezen of vinden is echter geen eenvoudige klus, tenzij men natuurlijk vogelpik gaat spelen met het zuidelijke deel van onze wereldkaart. In de eerste plaats dient het profiel van de eigen gemeente (Herent) onderzocht en geanalyseerd te worden. De vraag wat wij willen en wat wij zoeken is even belangrijk als het antwoord hierop. In Herent werd door de betrokken instanties en raden een lijst van criteria opgesteld waaraan de zustergemeente diende te voldoen (zie bijlage). Ook in het Zuiden werd de vraag gesteld aan relevante partners wat zij begrepen onder een zustergemeente die de mogelijke verwachtingen zou kunnen inlossen. Aangezien eerder in het proces de keuze reeds was gevallen op Guatemala en de q’eqchi’regio (wegens de voorgeschiedenis en de organisch gegroeide banden) bleven er nog steeds meer dan voldoende kandidaten over. Maar met de criteria in de hand was het toch mogelijk een selectie te maken. Toen er uiteindelijk een handvol gemeenten overbleven werd de beslissing genomen om een kleine missie (noord-zuid ambtenaar en schepen van ontwikkelingssamenwerking) naar Guatemala te sturen met de volgende doelstellingen: • • • • • • • • • • • • • • • •
identificatie van de kandidaatgemeenten La Tinta, Cahabon en Cobán (Nimlahakok, Salawim en Santa Lucia) in Alta-Verapaz, Guatemala. identificatie van de mogelijk betrokken personen inzicht proberen te krijgen in de lokale situatie van deze drie gemeenten (bestuur, diensten, dienstverlening, verenigingen, particuliere organisaties, …) ontdekken en ontmoeten van de sleutelfiguren in de mogelijke samenwerking maken van een institutionele analyse van de betrokken gemeentes opmaken van een inventaris van de prioritaire beleidsterreinen van de partnergemeente inschatten van het engagement van de partnergemeente inschatten van de haalbaarheid van de samenwerking communicatiemiddelen in kaart brengen nachecken van de vooropgestelde criteria gegevens verzamelen over de huidige situatie ivm decentralisatie, lokale bestuurskracht, vredesakkoorden en eventueel andere politiek relevante thema’s toelichten an wat het convenant is aan de gemeenten in het zuiden verstrekken van de identificatiegegevens van de gemeente Herent mogelijke doelstellingen en samenwerkingsterreinen schetsen uitleg verschaffen over de financiële kant van de zaak verhogen van de betrokkenheid van alle participanten in deze convenant
Hieronder vindt u het schriftelijk verslag van dit werkbezoek. Om efficiënt en doelgericht te kunnen werken, hebben we ons in de voorbereiding en de realisatie van het bezoek laten begeleiden door een externe deskundige uit Guatemala zelf (aangewezen door Adici). Adici is een ngo die de integrale ontwikkeling van de q’eqchi’indiaan in het sociale en politieke leven voor ogen heeft. Ze genieten een groot vertrouwen bij de bevolking en zijn experts in het
veldwerk (tussen deze ngo en Vlaanderen bestaat ook reeds een link, want Dhr. Fons Huet (°Hoogstraten) is mede bezieler en momenteel lid van de raad van bestuur van Adici). Dhr. Onofre Asig werd door hen aangetrokken en gecontracteerd om dit Vlaamse ‘convenantenpad’ vrij te maken in Alta-Verapaz. We danken Onofre omdat hij zich met een groot enthousiasme en een meer dan gemeende interesse heeft ingewerkt in de zustergemeentenproblematiek, de complexiteit hiervan en de ‘levens’belangrijke mogelijke impact van een duurzame gemeentelijke relatie. De keuze om nu in Guatemala een band te ontwikkelen is historisch gezien een goede keuze. In dit land, dat moeizaam uit een periode van burgeroorlog en politiek geweld probeert te kruipen, is een steuntje in de rug van alle positieve democratische krachten meer dan welkom. De vele gemotiveerde initiatieven die de basis momenteel neemt om ‘nooit meer’ te hervallen in de gruwelen van dictatoriale regimes zijn meer dan onze aandacht waard. Onder druk van de internationale gemeenschap werden recentelijk drie nieuwe wetten goedgekeurd in Guatemala. We hebben teveel mensen ontmoet te velde om niet te geloven in de mogelijkheid tot verandering die deze wetten met zich meebrengen. Ook daarom is het goed dat Herent zich solidair toont met deze veranderingsprocessen en de mensen die ze begeleiden. Tevens is en blijft Guatemala een land met een onuitputtelijk rijkdom aan culturele wijsheid. De indiaanse gemeenschappen dragen in zich zovele ‘zaden’ van mondiale vruchtbaarheid, politieke essentie, ethische correctheid, gemeenschappelijke bezorgdheid en heelheid, dat het een geschenk uit de hemel lijkt om met hen te mogen samenwerken. Wel moeten we er ons van bewust zijn dat er kapers op de kust deze ‘zaden’ willen patenteren en klonen, zonder instemming van de hoeders van deze rijkdom. Herent kan hier resoluut kiezen voor een grandioos respect voor de verscheidenheid. Met deze inleiding willen we de lezer ook attent maken op de toch wel andere structuur die de gemeenten in Guatemala kennen. Het zijn geen gefusioneerde dorpen zoals wij die kennen. Wel zijn het een massa van gemeenschappen, groot en klein, vaak ingedeeld naar gelang de grondsituatie, met een centrum dat poogt een en ander te stroomlijnen. Verder in deze bundel verschaffen we meer uitleg bij de Guatemalteekse gemeentestructuur. Niet alle indrukken en inzichten kunnen in een schriftelijk verslag weergegeven worden. Toch is het de bedoeling met deze doorlichting de lezer te informeren en te motiveren om onze partners uit het Zuiden te leren kennen, te begrijpen en te blijven volgen. Hopelijk biedt ze voldoende materiaal om een duurzame keuze te maken. Bernard Dumoulin Noord-zuid ambtenaar
CRITERIA BIJ DE SELECTIE VAN EEN ZUSTERGEMEENTE (opgesteld door de noord-zuid ambtenaar, leden van de Grosh in samenwerking met de schepen van OWS, externe deskundigen in Herent en Guatemala, volgens de richtlijnen van de convenant zelf) • •
• • • • • • • • • • •
• • • •
de gemeente in het zuiden moet behoren tot de landen die opgenomen zijn in de OESO-DAC lijst met uitzondering van de Europese landen op deze lijst (Kazakstan, Turkmenistan, Tadzjikistan en Kirgizië worden niet bij de Europese landen gerekend). indien de gemeente een zustergemeente heeft in een van de prioritaire gebieden van de Vlaamse samenwerkingsontwikkeling kan er een extra toelage van 5.000 EUR aangevraagd worden. De volgende landen of regio’s komen hiervoor in aanmerking: Chili, Marokko, Mozambique en de provincies Vrijstaat, de Noordelijke provincie van Kwazulu Natal in Zuid-Afrika. beheersbaarheid, wat te maken heeft met de capaciteit en de wil van beide gemeenten om een zusterband aan te gaan binnen de vooropgestelde periode van drie jaar wisselwerking en uitwisseling vanuit een visie van gelijkwaardigheid en respect waarbij beide gemeentes openstaan voor de ‘eigenheid van de meerwaarde’ die de zustergemeente biedt, zodat voor beide een ‘win-win’situatie ontstaat de wenselijkheid om de zustergemeente te laten aansluiten of in verband te brengen met de reeds bestaande contacten in de regio van de q’eqchi’ in Alta Verapaz (continuïteit) een gemeente in Guatemala die de uitwisseling louter op materieel vlak zou situeren, kan niet in aanmerking komen de gemeente situeert zich in een proces van decentralisatie en de daarmee gepaard gaande verhoging van de lokale ontwikkeling de gemeente geeft blijk van goed bestuur (good governance) een zekere politieke stabiliteit een gemeente uit de q’eqchi’-regio van Alta-Verapaz het gemeentebestuur moet optimaal een afspiegeling zijn van de bevolkingssamenstelling (ladino-indiaan) de samenstelling van de partnergemeente is enigszins gelijklopend met die van Herent (belang van het profiel van Herent) de gemeente staat open voor een dialoog met een partner uit het noorden en ziet het belang van een procesmatige aanpak in. De gemeente moet niet enkel willen ontvangen maar ook bereid zijn te geven en te investeren in de relatie en de samenwerking er moet in de gemeente een ‘gemeentelijk bewustzijn’ bestaan de aanwezigheid van een q’eqchi’-identiteit is essentieel. Dat identiteitsgevoel gaat verder dan het persoonlijke identiteitsgevoel en verder dan de eigen plaatselijke gemeenschap. de intergemeenschappelijke en intergemeentelijke samenwerking zijn heel belangrijk (maw de uitwisseling moet niet één gemeentebestuur versterken maar moet de q’eqchi’s als gemeenschap versterken in hun vraag naar hogere participatie) de zustergemeente in Guatemala moet een klare kijk en visie hebben op het gemeenschappelijk bezit van de middelen van de gemeente. De convenant mag niet aangegrepen worden om persoonlijke bezittingen of bezittingen van een elite te verhogen
• • •
de zustergemeente in Guatemala moet in staat zijn een goede en objectieve analyse te maken van de realiteit en vanuit deze analyse een lijst van de prioritaire noden op te stellen de gemeente moet bereid zijn in de regio een toekomstvisie te ontwikkelen en te dragen (wil zeggen: investeren in de organisatie tussen de gemeenschappen) de gemeente moet de geschiedenis van de regio (oorlogsverleden) erkennen en in staat zijn deze geschiedenis eerlijk en oprecht te (her)schrijven
Gemeentestructuur Guatemala INFO OVER ALTA VERAPAZ Guatemala (ongeveer driemaal zo groot als België) bestaat uit 22 departementen die onderverdeeld zijn in 8 regio’s.
Regio I 1. Guatemala
Regio IV 8.Jutiapa 9.Jalapa 10.Santa Rosa
Regio VI 14. Quetzaltenango 15. Totonicapán 16. San Marcos 17. Suchitepéquez 18. Retalhuleu 19. Sololá
Regio II 2. Alta Verapaz 3. Baja Verapaz Regio V 11.Sacatepéquez 12.Escuintla Regio III 4. Zacapa 13.Chimaltenango Regio VII 5. Chiquimula 20. Quiché 6. El Progreso 21. Huehuetenango 7. Izabal Regio VIII 22. Petén
In Guatemala zijn in totaal 331 gemeenten
ALTA VERAPAZ Het departement ALTA VERAPAZ grenst in het noorden aan de Petén, in het oosten aan Izabal, in het zuiden aan Baja Verapaz en Zacapa en in het westen aan de Quiché. In 1845 werd het bij wet erkend als departement. Er worden vier talen gesproken: Q’eqchi’, Pocomchi’, Achi’ en Spaans. Enige indicatoren voor Alta Verapaz: Demografische indicatoren Totale bevolking Urbane bevolking Rurale bevolking Grondgebied Inwoners/km2 Levensverwachting Analfabetisme Kindersterfte
781.197 136.830 644.367 8.686 km2 90 66,1 41,8% 26,8
Huisvesting en basisvoorziening Woningen Woningen met elektriciteit Woningen met stromend water
107.030 15,6% 39,1%
Gezondheid Hospitalen Gezondheidscentra Gezondheidsposten
3 14 37
Onderwijs Deelname lager onderwijs Deelname middelbaar onderwijs Deelname hoger onderwijs Aantal scholen
59,9% 6,6% 3,7% 1630
Er zijn in Alta Verapaz 15 gemeenten: 1. Cobán (hoofdgemeente of ‘cabecera’) 2. Chahal 3. Lanquin 4. San Cristobal Verapaz 5. Cahabón 6. Panzós 7. Chisec 8. Senahú 9. Tamahú 10. Tactic 11. Tucurú 12. San Juan Chamelco
13. San Pedro Carcha 14. Santa Cruz Verzapaz 15. La Tinta Iedere gemeente bestaat uit een centrum (area urbana) en verschillende gemeenschappen. Deze gemeenschappen kunnen dorpen, finca’s, gehuchten, kolonies, …zijn. Een groep van deze gemeenschappen kan een regionale gemeente vormen. Bestuursniveaus: Indeling Hoofdgemeente Gemeente Gemeenschap Regionale gemeente
Spaanse naam Cabecera Municipio Comunidad Alcaldía regional
Bestuurshoofd Burgemeester Burgemeester Lokale burgemeester Regionale burgemeester
Spaanse naam Alcalde Alcalde Alcalde auxiliar Alcalde regional
Drie nieuwe wetten Op 15 april 2002: ‘Ley de Consejos de Desarrollo Urbano y Rural’ Op 13 mei 2002: ‘Ley General de Descentralización’ Op 13 mei 2002: ‘Decreto Numero 12-2002: Código Municipal’ Deze drie nieuwe wetten zijn van grote betekenis voor de huidige situatie in Guatemala. Ze kwamen tot stand onder druk van de internationale gemeenschap en zijn een gevolg van de vredesakkoorden. Ook in onze relatie met onze zustergemeenten zijn ze van grote betekenis omdat ze de structuur van de gemeenten betreffen en omdat ze gericht zijn op een hogere participatie van grote belangengroepen in de Guatemalteekse maatschappij. Tevens willen ze het ‘ontwikkelingsthema ‘ op lokale basis aanpakken. 1. ‘Ley de Consejos de Desarrollo Urbano y Rural’ (Wet op de stedelijke stedelijke en landelijke ontwikkelingsraden) Bedoeling is binnen de verschillende bestuurlijke niveaus ontwikkelingsraden op te richten die de deelname van de bevolking (Maya, Xinca, Garífuna en niet-indianen) moeten verhogen aan het democratische proces van ontwikkeling, rekening houdend met de nationale eenheid, de pluri-culturele en multi-etnische realiteit van Guatemala. Hierbij wil men respect hebben voor de verschillende culturen die aanwezig zijn in Guatemala. Men wil de harmonie van de interculturele relaties verhogen. Tevens wil men de efficiëntie verhogen van alle administratieve niveaus. Gelijkheid van deelname en deelnamekansen is de bedoeling, zowel van mannen als vrouwen. Onderhoud en bewaring van het evenwicht in het leefmilieu en de kosmosvisie en evenwicht in de menselijke ontwikkeling zijn prioritair. De verschillende raden dienen de publieke administratie te organiseren en te coördineren door politieke lijnen uit te tekenen ivm met ‘ontwikkeling’. Tevens dienen ze plannen en begrotingsberekeningen te maken en de coördinatie op zich te nemen van de interinstitutionele werking (publiek en privé).
Op vijf verschillende niveaus dienen raden opgericht te worden: •
nationaal
•
regionaal
•
departementaal
•
gemeentelijk
•
gemeenschappelijk
Korte bespreking van de raad op ‘gemeentelijk niveau’: De burgemeester coördineert de raad. De schepenen en síndicos (vertegenwoordigers) zijn lid van de raad, zo ook de afgevaardigden van de ‘gemeenschappelijke’ raden (tot 20). Ook de vertegenwoordigers van de publieke diensten en de burgerlijke entiteiten aanwezig in de gemeente zijn lid. Hun functie: •
promoveren, vergemakkelijken en ondersteunen van de ‘gemeenschappelijke raden’
•
promoveren en vergemakkelijken van de organisatie en effectieve deelname van de gemeenschappen en hun organisaties in het beleidswerk, m.a.w. de noden rangschikken, problemen aanpakken en oplossingen bedenken voor de integrale ontwikkeling van de gemeente.
•
promoveren van de decentralisatie van de publieke administratie
•
promoveren van de interinstitutionele samenwerking, dit alles om de gemeentelijke autonomie te versterken
•
promoveren van programma’s en projecten die de integrale promotie bevorderen van de kinderen, de adolescenten, de jongeren en de vrouwen
•
waarborgen dat de uitgetekende plannen op het niveau van de gemeenschap echt aan bod komen op het niveau van de gemeente
•
opvolgen van de uitvoering van de plannen op alle betrokken niveaus
•
evalueren van de plannen die op gemeentelijk niveau worden genomen
•
de begrotingstoekenning voorstellen in overeenstemming met de opgestelde lijst van prioritaire noden
•
de gemeenschappelijke raden inlichten over de stand van zaak en de uitvoering van de plannen en de fiscale implicaties hieraan verbonden
•
mede zorgen voor de financiering van de te realiseren plannen
•
bijdragen aan de vaststelling en de opvolging van de fiscale politiek
•
waken over de eerlijke en oprechte werking van de gemeentelijke raad
Indien er meer dan twintig gemeenschappen aanwezig zijn, mag er een raad van tweede niveau worden opgericht. Tijdens ons verblijf hebben wij kunnen vaststellen dat deze nieuwe wet door heel wat mensen die het met de participatie van vergeten belangengroepen in Guatemala goed voor hebben, wordt aangegrepen als een nieuwe kans om te kunnen deelnemen aan het politieke en sociale
leven. Het is een wettelijke ruimte die niet ingevuld zal worden van hogerhand, maar die de lokale gemeenschappen willen aangrijpen om zichzelf op de politieke kaart te plaatsen. Deze nieuwe wet dient ook historisch te worden bekeken. Vroeger waren er in de gemeenschappen ‘comités pro mejoramiento’. Ze bestonden uit de burgemeester en enige leden van de gemeenschap (vaak Jefes de patrulla en Comisionados militares). Ze vertegenwoordigden meestal niet de gemeenschap in haar noden en verzuchtingen. Ze verdedigden vaak de belangen van derden (leger, economische belangengroepen, instituten, …). Het spreekt vanzelf dat deze nieuwe raden een grotere vertegenwoordiging van de bevolking kunnen garanderen. Het is ook interessant vast te stellen dat op departementaal vlak in de raden ook vertegenwoordigers van verschillende werkgebieden dienen te zetelen: een indiaans vertegenwoordiger, een vertegenwoordiger van de coöperatieven, een vertegenwoordiger van de kleine, middelgrote en grote ondernemingen, een vertegenwoordiger van de landbouworganisaties, een vertegenwoordiger van de commerciële, industriële en financiële sector, een vertegenwoordiger van de arbeidsorganisaties, een vertegenwoordiger van de ngo’s, een vertegenwoordiger van de vrouwenorganisaties, vertegenwoordigers van de universiteiten, … 2. ‘Ley General de Descentralización’ (Algemene wet op de decentralisering) Deze wet wil de constitutionele verplichting van de staat vorm geven om systematisch de economische en administratieve decentralisatie te realiseren, met de bedoeling het land een adequate ontwikkeling te geven. Op geleidelijke en geregelde wijze dienen administratieve, economische, politieke en sociale bevoegdheden van de Uitvoerende (Centrale) Overheid aanr het gemeentelijk vlak en andere staatsorganismen overgedragen worden. Artikel 2: “Se entiende por descentralización el proceso mediante el cual se transfiere desde el Organismo Ejecutivo a las municipalidades y demás instituciones del Estado, y a las comunidades organizadas legalmente, con participación de las municipalidades, el poder de decisión la titularidad de la competencia, las funciones, los recursos de financiamiento para la aplicación de las políticas publicas nacionales, a través de la implementación de políticas municipales y locales en el marco de la más amplia participación de los ciudadanos, en la administración publica, priorización y ejecución de obras, organización y prestación de servicios públicos así como el ejercicio del control social sobre la gestión gubernamental y el uso de los recursos del Estado.” Indrukwekkend is het te lezen hoe deze wet de gemeentelijke autonomie omschrijft (criteria om deze autonomie te waarborgen): •
de efficiëntie en doeltreffendheid in het aanbieden van publieke diensten
•
de sociale solidariteit
•
het respect voor de multi-etnische, pluri-culturele en meertalige realiteit van Guatemala
•
de dialoog, de onderhandeling, het overleg over de substantiële zaken in het proces
•
de billijkheid van het economische, het sociale en de menselijke ontwikkeling
•
de strijd tegen en de uitroeiing van de sociale uitsluiting, de discriminatie en de armoede
•
het herwaarderen en het bewaren van het ecologische evenwicht en de menselijke ontwikkeling
•
de deelname van alle burgers
De decentralisatie dient zich prioritair op volgende domeinen te voltrekken: 1. Onderwijs, 2. Gezondheid en sociale hulpverlening, 3. Burgerveiligheid, 4. Natuurlijke middelen en leefmilieu, 5. Landbouw, 6. Communicatiemiddelen, infrastructuur en huisvesting, 7. Economie, 8. Cultuur, recreatie en sport. De wet geeft verder concrete aanwijzingen waar en door wie deze processen van decentralisatie gevoerd dienen te worden.
3. ‘Código Municipal’ (Gemeente wet van 2002) Deze nieuwe gemeente wet regelt hoe de gemeentelijke organisatie, bestuur en werking er dient uit te zien. Eerst wordt ‘gemeente’ gedefinieerd. Onder gemeente wordt verstaan: de bevolking, het grondgebied, de bestuurlijke macht van de gemeente, de georganiseerde gemeenschap, de economische mogelijkheid, de juridische inrichting en het gewoonterecht, het gemeentelijk patrimonium. Elk van deze deelgebieden wordt grondig besproken en bepaald. Tevens wordt omschreven welke de taken zijn van de betrokken personen (zie schema elders) en betrokken instanties. Voor een grondige analyse van deze nieuwe gemeentewet verwijzen we naar de originele versie, die beschikbaar is bij de noord-zuid ambtenaar.
LA TINTA Beschrijving La Tinta = ‘De Inkt’ of ‘De Verfstof’ De naam komt van de aanwezigheid van een fabriek van añil (índigo), het blad van de jiquileteplant dat gebruikt werd om een blauwe kleurstof van te maken. De fabriek was in handen van enkele Duitse families (gesticht in 1896 door Erwin Dieseldorf). Zij trokken mensen aan uit de naburige gemeenten om er te werken. Later werd een stuk grond aan deze werklieden geschonken om er te wonen. Dit nieuwe dorp kreeg de naam La Tinta mee. La Tinta was in die tijd vooral bekend als een hoofdstation van een spoorweg die de vallei van de Polochic (een rivier) doorkruiste. Sterk aangegroeid in bevolking begon men vijfentwintig jaar geleden de onderhandelingen om een gemeente te worden. In 1999 werd officieel de gemeente Santa Catalina La Tinta geregistreerd.
La Tinta ligt 400 m boven de zeespiegel. Het ligt op 239 km van de hoofdstad en 88 km van de departementsstad Coban. Het heeft een oppervlakte van 196 km2. Het bestaat uit 39 gemeenschappen en een 28000 inwoners (ofschoon hierover discussie bestaat; sommige dorpen betwisten hun toewijzing aan La Tinta). Het grenst aan Senahu, Purulha, Panzos en Tucuru. Het klimaat wordt bestempeld als warm en vochtig, subtropisch. In 1976 werd La Tinta getroffen door een zware aardbeving, in 1998 en 2000 door overstromingen (Mich). 87% is q’eqchi’, 9 % poqom, 1% achi’ en 3% ladino. In het centrum (area urbana) leven 7611 mensen. De mensen leven hoofdzakelijk van de landbouw (maïs, zwarte bonen, koffie, chili, cardamom en vee). Bij gebrek aan werk wordt ook regelmatig loonarbeid verricht door mensen van La Tinta aan de zuidkust van Guatemala. Diensten In het centrum is een watersysteem met water dat afkomstig is uit de Finca Argentina. Het water wordt niet gefilterd of ontsmet, waardoor de kwaliteit vaak te wensen overlaat. Van de dorpen telt 60% één of andere vorm van waterleiding, de andere 40% redt zich met kleine putjes, bronnetjes en riviertjes. 20% van de gemeente kan rekenen op elektriciteit die afkomstig is van een hydroelektriciteitscentrale uit Senahu. Voor de riolering is er enkel in het centrum een leiding, die rechtstreeks uitmondt in de rivier Polochic. Verder bestaat er geen enkel systeem voor de behandeling van rioolwater, wat geduid wordt als een sterke bron van vervuiling. Er zijn één benzinestation, één hotel, twee radiozenders, 9 publieke telefoons en één meteorologisch station gevestigd in het centrum van La Tinta. Er zijn 3 busfirma’s die samen 13 lijnen verzorgen. In het centrum wonen 7611 mensen in 1496 huizen. Onderwijs 10 Kleuterscholen met 300 lln 16 Lagere scholen met 2600 lln 2 Middelbare scholen met 350 lln 1 Hogeschool met 129 lln Van de 23 gemeenschappen of dorpen tellen er 10 een school. Het merendeel van de scholen wordt verzorgd door PRONADE en de Katholieke kerk. (Pronade staat voor zelf voorzienende scholen: de ouders doen de administratie van de school: zij contracteren de leraars, bepalen de uurschema’s, volgen het inhoudelijk educatief project op, controleren de leraars, … Het ministerie van onderwijs staat gedeeltelijk voor de financiering in). Gezondheid La Tinta heeft één hospitaal. Daar wordt vooral gewerkt rond twee deelgebieden: een afdeling spoedgevallen en een bevallingencentrum. Het hospitaal heeft een frisse en moedige renovatieve aanpak gekend door de toewijzing van 15 Cubaanse dokters-vrijwilligers. Zij lukken erin om het vertrouwen van de bevolking te herwinnen in het medische werk van het hospitaal. (cijfers over gezondheidszorg: zie elders)
De gemeente Alle leden van het huidige gemeentebestuur zijn leden van de FRG (nationale partij). Ze werden niet verkozen maar aangesteld door de centrale regering (omdat ze een nieuwe gemeente zijn). Ofschoon ze allen lid zijn van de nationale partij klagen ze van de weinige hulp en ondersteuning die ze krijgen van overheidswege. Hun lijst met prioritaire werkterreinen ziet er als volgt uit: • verbeteren van het leidingwater in het centrum (plaatsen van filters en ontsmetting) • een rioleringsnetwerk uitbouwen om de waterbezoedeling tegen te gaan • de belangrijkste straten van het centrum betonneren • een locatie zoeken voor de gemeentelijke vuilnisbelt • het transport verbeteren • aanleggen van een veemarkt • de marktplaats verfraaien • de bouw van een middelbare school Bij de problemen die men analyseert in de gemeente ziet men het volgende: • overstromingen veroorzaakt in het centrum door de rivieren • verzakkingen • bezoedeling door clandestiene vuilnisbelten • aardschokken en hun gevolgen voor de woningen • stormwinden die de oogsten en de woningen vernietigen In de gemeente werd een comité opgericht voor noodtoestanden met vertegenwoordigers van de gemeente en relevante sectoren (hospitaal, politie, …) Een ander probleem dat in de gesprekken naar voor kwam was de onbeslistheid van sommige dorpen om deel te gaan uitmaken van de gemeente. Eigenlijk zijn de grenzen van de gemeente nog niet definitief bepaald en dat geeft vele spanningen en conflicten. Ook verloopt de inschrijving (empadronamiento) in het gemeentelijkregister niet van een leien dakje. Het gemeentebestuur wil ook werk maken van de regionalisering van de gemeente. Men wil 8 regio’s vormen. Als grote verwezenlijkingen noemt men de bouw van een gemeentehuis en de aanleg van een centraal park op. In de gemeente is een vredegerecht en een afdeling van de nationale politie gevestigd. De gemeente wil vooral ook de lokale economie aanzwengelen en zoekt manieren om de commercialisering van de bestaande producten te verhogen. In de gemeente is iemand voor de sport verantwoordelijk (organiseren van voetbalwedstrijden) en is er iemand anders verantwoordelijk voor een schooltje waar men marimba leert spelen. Op 22 november viert La Tinta feest (Santa Catalina) en ook hier help de gemeente dit feest te ondersteunen. De kerk In het centrum zijn twee katholieke kerken en nog eens twee katholieke wijkkapellen. Verder zijn er 11 evangelische kerken (Bautista, Nazareno, Nueva Jerusalem, Evangelio Completo, Lluvia de Gracia, Monte Los Olivos, Asamblea de Dios, …) De meerderheid van de bevolking is in La Tinta katholiek (tussen 50 en 70%). Zeker in de gemeenschappen is de meerderheid katholiek. De kat. kerk was lange tijd in handen van de Dominicanen en nu in handen van een q’eqchi’priester (Dario Caal; was lid van de eerste
delegatie die Herent bezocht). Door het geduldige werk van deze mensen kunnen we terecht spreken van een geïncultureerde kerk waar de q’eqchi’s hun kosmologie tenvolle kunnen beleven. De katholieke kerk levert ook grote inspanningen om bestaande noden te lenigen. Zo is een groot deel van het onderwijs door hen opgenomen. Tevens worden via een lokale radio vele ‘bewustmakingsprogramma’s’ uitgezonden en verzorgd. Een bibliotheek voorziet de studenten van literatuur en een kaarsfabriek vangt verwaarloosde jongeren op. Enige besluiten: La Tinta is een jonge gemeente en kan daardoor nog uitgroeien langs heel verschillende wegen • Op de gemeente werden we ontvangen met veel enthousiasme en een grote gastvrijheid. Maar we konden ons niet ontdoen van de indruk dat men ons vooral zag als een ‘hulpverlenende’ instantie • Het huidige gemeentebestuur werd niet democratisch verkozen • Het programma van het huidige gemeentebestuur heeft zeer weinig aandacht voor de noden en problemen van de mensen uit de dorpen en richt zich vooral op de infrastructurele verbetering van het centrum • De politieke participatie van de dorpen en hun bevolking (indianen) kwam op het gemeentehuis niet ter sprake • Tijdens een gesprek dat we voerden met de oppositie stelden we vast dat het ook allemaal mensen uit het centrum waren (hoofdzakelijk ladino’s) die eigenlijk geen alternatief programma hadden • In de gemeente konden we geen enkele organisatie of vereniging ontdekken die het ‘decentraliseringsproces’ en de ‘verhoging van de democratische participatie van alle burgers’ op onafhankelijke wijze aan het opvolgen is • De kerk speelt in La Tinta de rol van stimulator en animator van vele processen (onderwijs, radio, noodopvang, bibliotheek ..), taken waar de gemeente ook haar rol dient te spelen. CAHABON Beschrijving -
-
Cahabón: de naam komt van Chi Kaj B’om (qeqchi’) = De plaats van de Poederverf. Verwijst naar de verwerking van cochinilla: een plant die verwerkt werd om ‘scharlaken’ te bekomen de naam Cahabón is reeds terug te vinden in documenten uit 1574 op 310 km van de hoofdstad 162 gemeenschappen 1 centrum (pueblo), 24 dorpen (aldeas), 99 gehuchten (caseríos), 38 fincas 42000 inwoners 95% maya-q’eqchi’ 3% ladino 2% andere indianen 900 km2 (= 9,3% van het departement Alta-Verapaz) 250 meter boven zeespiegel grensgemeenten: Fray Bartolomé de las Casas, Chahal, Senahu, Panzós, El Estor, San Pedro Carcha, Lanquin.
-
patroonsfeest van 1 tot 8 september (geboorte van de heilige maagd Maria)
De gemeente -
-
-
-
-
URNG, FRG en PAN werken samen in het gemeentebestuur Tijdens de voorlaatste gemeenteraadsverkiezingen kwam voor het eerst een q’eqchi’indiaan op de post van burgemeester. Dat was nog nooit gebeurd omdat tot dan de kleine groep ladinos uit het centrum steeds de lokale politiek hadden gedomineerd. De man werd tijdens zijn ambtstermijn beschuldigd van slechte besteding van fondsen en werd prompt vervangen door een ladino. Tijdens de laatste verkiezingen kwam opnieuw een q’eqchi’indiaan aan de macht. Deze werd verkozen door de steun van de vele q’eqchi’gemeenschappen die Cahabon rijk is. Burgemeester is reeds in Spanje geweest en heeft het belang ingezien van samenwerkingen prioriteit volgens de burgemeester is: ‘het lot in eigen handen nemen’; zich bekwamen (kundig maken) is de essentie van het bestuurlijke en participatieve werk 3,5 van de beloofde 12 miljoen Quetzal (1EUR=8 Q) is tot nu toe overhandigd aan de gemeente. De regering verlaagt constant de beloofde budgetten Cahabon is sterke voorstander van directe hulp tussen gemeenten. Wekt meer vertrouwen en is bestuurbaarder politie draagt niet steeds bij tot de veiligheid, vaak tegenovergestelde de gemeente deed bij het begin van de ambtsperiode een algemeen onderzoek (tussen werknemers, de schepenen en burgemeester, vertegenwoordigers van de gemeenschappen, alcaldes auxiliares, vertegenwoordigers van gouvernementele organisaties en NGO’s) met volgende conclusies en opmaak van prioriteiten: • regionaliseren van de gemeente • bevorderen van de civiele deelname • versterken van de administratie (modernizering) • de interinstitutionele samenwerking aanzwengelen • versterken van het werk van het bureau van de gemeentelijke planning (Oficina de Planificacion Municipal) de gemeente werd onderverdeeld in negen regio’s. De leiders van deze regio’s komen wekelijks bijeen en krijgen een vorming aangeboden door de gemeente. Bedoeling is in staat zijn om zelf een participatieve begroting te kunnen opmaken en uit te voeren. Tevens wil men de burgervorming en de actieve deelname van de burgers formaliseren in deze structuur. De betrokken dialoog is de manier waarop men zijn doelstellingen wil bereiken. Op langere termijn wil men dat deze decentralisatie leidt tot een duurzame ontwikkeling van iedere regio volgens haar eigen particuliere situatie. De Technische dienst (UTM) van de gemeente kent 7 werkgebieden: landbouw en milieu, gezondheid, onderwijs, grond, cultuur en sport, gemeenschapsorganisatie en public relations. Men probeert voor elk deelgebied een optimale samenwerking tot stand te brengen tussen de gemeentelijke diensten, de betrokken partijen, GO’s en NGO’s, regionale afgevaardigden. De UTM wil ook een modernisering doorvoeren. Dit houdt in dat men de traagheid van de diensten wil tegengaan, het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende diensten en de onwetendheid van de werknemers. Daarom heeft men een duidelijk organigram van de gemeente opgemaakt, een intern reglement uitgewerkt, een soort handboek voor de werknemers opgesteld, een reglement voor de verschillende diensten uitgewerkt, een handboek voor de te doorlopen procedures gemaakt. Tevens werd geïnvesteerd in beter materiaal (bvb ITC). Maandelijks hebben de diensthoofden een overleg en er werd een
-
vormingsprogramma opgemaakt voor het personeel. Al deze wijzigingen waren vrucht van de eigen werknemers die hun ervaring en wijsheid hebben aangewend om deze veranderingen te realiseren. De OPM (Oficina de Planificacion Municipal) is verantwoordelijk voor de opvolging van de gemeentelijke investeringen, zo ook voor de gemeenschappelijke ontwikkelingsplannen. Zij probeert de basisinformatie en communicatie tot stand te brengen tussen gemeenschappen en gemeente. Ze dient de verschillende instituten en hun aanbod af te stemmen op de gemeenschappelijke doeleinden en het financiële aspect hiervan op te volgen
Onderwijs LAGER ONDERWIJS - 53 scholen volgens PRONADE (combinatie Ministerie van onderwijs en zelfvoorziening) (3600 lln) - 59 officiële scholen (6519 lln) - 15 scholen DON BOSCO (699 lln) - 2 privéscholen (90 lln) - 5 gemeentescholen (108 lln) - 2 scholen voor volwassenen (112 lln) MIDDELBAAR ONDERWIJS (BASICO) - 3 scholen (415 lln) NORMAALSCHOOL (Magisterio) - 2 scholen (195 lln) - in Alta-Verapaz is Cahabon de pilootgemeente voor het programma ‘schoolmaaltijden’ - 33 leraars worden door de gemeente betaald - er is zelfs een dorp (Sépoc) met een básico (vrij uniek in Guatemala) - kinderen van de gemeente tussen de 7 en 12 jaar volgen voor 94% school (volgens de hoofdinspecteur) - er is een zeer slechte doorstroming naar het Universitair Onderwijs - zij die wel verder studeren komen niet terug (blijven hangen in Coban of de hoofdstad) - twee scholen vallen op in het rijtje van vele scholen. Een school voor hoofdzakelijk q’eqchi’meisjes uit de dorpen en een landbouwschool op q’eqchi’basis. Beide scholen worden geleid door de Katholieke kerk. De landbouwschool heet ‘Instituto Agroecologico Fray Domingo De Vico’. (apart document ter beschikking) Organisaties In Cahabon zijn verschillende instituten en organisaties aan het werk. Enkele dienen we zeker te vernoemen. ADEMAK’Q: vanwege het belang van deze organisatie verwijzen we naar de bijlage die deze organisatie doorlicht QANA ITZAM: is een vrouwenorganisatie die aan de dubbele discriminatie (als vrouw en als indiaan) van de indiaanse vrouwen iets wil doen. Ze kent haar wortels in de burgeroorlog en in de slechte economische situatie waarin vele vrouwen leven. De organisatie werd in 1994 officieel gesticht en heeft sinds 2000 haar juridisch statuut. Met steun uit Denemarken hebben ze een winkeltje uitgebouwd dat nu in de eigen kosten van de organisatie voldoet.
Men wil de vrouw meer politieke en sociale slagkracht geven en het negatieve zelfbeeld ombuigen tot een positieve participatieve kracht. Doelstellingen: - meewerken aan een multicultureel land met gelijkheid voor man en vrouw en respect voor de verschillende culturen - de discriminatie van de indiaanse vrouw wegwerken - de vrouwen bekwamen tot volwaardige economische krachten en stimuleren tot politieke deelname - de vorming en het onderwijs van de leden verhogen - productieve projecten opzetten die de organisatie en de leden ten goede komen - bestaande groepen vrouwen ondersteunen bij de verkoop van hun producten - coordineren van activiteiten met andere lokale, departementale en nationale organisaties UNICAN: is een boerenorganisatie die vooral de grondthematiek ter harte neemt. Vanuit de vaststelling dat de grond het grootste probleem is voor de meeste inwoners van Guatemala probeert men aan die grondsituatie iets te doen. Dat kan zijn: opmeten van terreinen, hulp bij grondonderhandelingen, juridische bijstand, zoeken van fondsen voor de aanschaf van grond, opvolgen van verkooptrajecten bij grondtransacties, … Enige besluiten -
-
-
Cahabon is een zeer actieve gemeente wat de participatie van de burger in het gemeenteproces aangaat (zie structuur gemeente) Cahabon behoort tot de veertien gemeenten van Guatemala waar een oppositiepartij de meerderheid behaalde De indiaanse participatie is een feit in Cahabon Cahabon is qua structuur en werkbaarheid een prima kandidaat voor de gemeente Herent Er zijn heel wat onderwijsinstellingen (van velerlei slag), een werkterrein dat bij de profielopmaak van Herent als belangrijk werd aangeduid De prioriteiten die het gemeentebestuur van Cahabon stelt, liggen volledig in de lijn van de doelstelling van deze convenant (lokale democratie, participatie en organisatie, sensibilisatie en capaciteitsopbouw, …) In Cahabon zijn heel wat organisaties actief die het democratisch proces op onafhankelijke manier proberen ondersteunen en vorm geven, steeds een garantie voor de continuïteit van het werk Het gemeentebestuur van Cahabon drukte zijn enthousiasme uit voor een zusterband wegens de betrouwbaarheid en de continuïteit van dergelijke relaties
Bijlage: ADEMAQ’K Asociacion de desarollo Maya Q’eqchi’ K’ajb’om
Het is een vereniging voor en van de q’eqchi’ gemeenschappen van Cahabón die een civiele en politieke deelname van de gemeenschappen beoogt. Bedoeling is de gemeenschappen te begeleiden naar een integrale ontwikkeling om zo de kwaliteit van het leven te verhogen. De lokale democratie zal versterkt worden in de mate dat er een verhoging van de politieke participatie is (in het bijzonder van de vrouwen), en in de mate dat er een wisselwerking ontstaat tussen gemeenschaps-, regionale en gemeentelijke autoriteiten.
Ademaq’k wil vormingsprocessen uitwerken die bijdragen tot een verandering en versterking van de economische, sociale, politieke en culturele macht van vrouwen en mannen, en ook de democratie en de lokale bestuurbaarheid een duw in de rug geven. Q’eqchi’s van 12 gemeenschappen (8000 inw) worden begeleid om hun politieke belangen te verdedigen tov de gemeente en tov publieke instanties. Bedoeling is dat deze gemeenschappen deelnemen aan de integrale ontwikkeling van hun streek. Dit gebeurt door de rechten op te eisen en te laten toepassen die er bestaan op politiek en civiel vlak. In het bijzonder wil men de vrouwen steunen in hun participatie, en ervoor zorgen dat de boeren een duurzame landbouw bedrijven die hen in staat stelt te overleven en handel te drijven op georganiseerde wijze, binnen een verhouding van respect en herwaardering van de waarden beleefd in de maya-q'’qchi'’cultuur. Dus: • • • • • • •
samenwerking tegenover individualisme gelijkheid en gelijkwaardigheid van man en vrouw respect voor de maya q’eqchi’-cultuur democratische participatie van alle leden vormings- e bewustmakingsprogramma’s om de doelstellingen te bereiken eerlijkheid en doorzichtigheid in alle informatie die Ademaq’k beheerst goed en efficiënt beheer van de middelen
Zoals moge blijken uit het organigram gaat het hier over drie regionale gemeenten van Cobán. Cobán zelf is een tiental jaar geleden overgegaan tot de regionalisering van zijn gemeente wegens de onbestuurbaarheid (onbereikbaarheid) van zijn immense gemeente. De centra van deze regio’s zijn eigenlijk niet meer dan fors uit de kluiten gewassen dorpen.
COBÁN Regio NIMLAHAKOK ‘Geen bepalingen of wetten sturen ons, maar de hardheid van de realiteit’ In 1994 werd de regio erkend door Coban. Toen waren ze met 17 gemeenschappen. Ondertussen is dat aantal gemeenschappen gegroeid tot 39. Dat betekent dat zowat alle dorpen en finca’s zich hebben aangesloten bij deze regio. Men schat het aantal inwoners van deze regio tussen de zes à zevenduizend. Mensen leven er hoofdzakelijk van de traditionele landbouw (maïs en zwarte bonen) en verdienen wat centen met de verbouwing van cardamom. In deze regio is een zeer sterke drang om zelfstandig en lokaal het bestuur in handen te nemen. Men heeft in het verleden teveel afgezien van de verwaarlozing vanuit de centrumstad Coban. Nooit is er ook maar enige bekommernis getoond om deze streek te ‘ontwikkelen’. In de burgeroorlog waren alle mensen uit deze streek interne vluchtelingen. Het militaire apparaat is
er nooit echt in gelukt (op een paar uitzonderingen na) om deze streek volledig te controleren. Dat is ook de reden waarom deze streek zo hard heeft afgezien en duizenden slachtoffers kent als gevolg van de burgeroorlog. Ondanks deze harde repressie hebben deze gemeenschappen zich in begin de jaren negentig langzaam hersteld en beseft dat een bestuurlijke autonomie een prioritaire zaak was. Heden zijn ze een sterke en kritische regio doch volledig verstoken van middelen. Ofschoon Coban deze regio niet echt ondersteunt wat organisatie betreft, laat deze regio er geen gras over groeien. Iedere maand is er een regionale vergadering waar alle verantwoordelijken van de gemeenschappen aan deel nemen. In deze vergaderingen wordt de eigen situatie geanalyseerd en worden eigen beslissingen genomen (zo werd onlangs op eigen houtje beslist dat de belastingen die feestvierende gemeenten dienden te betalen aan Cobán afgeschaft worden). Naast de registratie van geboorten, huwelijken en overlijdens ziet de burgemeester (Erminio) zijn essentiële taak nog op vele andere gebieden liggen. ‘Ik dien als burgemeester deze streek een antwoord te bieden op al haar verzuchtingen, problemen en vragen. Heel wat organisaties, instituten, ngo’s en andere komen hier langs. Dat moet gecoördineerd worden, anders richten ze evenveel schade aan als goeds. Vele dorpen hebben problemen met hun papierwerk en hun inzicht in bepaalde processen. Ik ben voor hen een soort ombudsdienst die hen ondersteunt en als tussenpersoon dient. Waar we in deze regio heel sterk mee begaan zijn is de grondproblematiek. We zijn erin gelukt om in deze naoorlogse fase in onze regio door onderhandeling zeven finca’s op te kopen (met fondsen die bij de vredesakkoorden zijn vrijgekomen). Dat betekent dat de grote veroorzakers van pijn en verdriet in deze regio er niet meer zijn. Hun grond is nu in handen van de gemeenschappen. Verder zien we ook het probleem opduiken van gronden die opgeëist worden door personen die plots met een of andere akte aankomen. Als we niet oppassen, verliezen we grote hoeveelheden geld aan dit soort spelletjes.’ Vroeger ondersteunde Coban de regio met de betaling van drie lonen: de burgemeester, een secretaris en een helper. Nu wordt enkel nog het loon van de burgemeester betaald (1200 Q = 150 EUR). Verder heeft de regionale gemeente geen enkele inkomst. De burgemeester moet zelfs zijn eigen reiskosten en telefoonrekening betalen (in dienst van de gemeenschappen). Na de vredesakkoorden ontsloot de streek zich door de aanleg van een weg. Dat bracht een nieuw verschijnsel mee: diefstallen en overvallen. Moegetergd zijn op een bepaald moment een aantal gemeenschappen overgegaan tot de zelfberechtiging van de delinquenten. Gelukkig is nu stilaan een einde gekomen aan deze moeilijk situatie, deels door de aanwezigheid van een nationale politie in Salawim. Maar ook zijn er zich momenteel twee mensen aan het vormen in het ‘Centro de justicia’ om een gemeenschapscentrum voor het oplossen van conflicten op te starten in Nimlahakok. Minugua (Verenigde Naties) helpt de regio in het kennen en toepassen van de nieuwe wetten rond decentralisatie en oprichting van gemeenschapsraden. Bij de vraag naar concreet cijfer materiaal (rond opvoeding en gezondheidszorg) merkt de burgemeester op dat er vooralsnog geen grondige diagnose van de streek kon worden gemaakt door gebrek aan middelen en mankracht. Hij beseft dat dit heel belangrijk is, maar de realiteit stuurt hem naar ander prioritaire problemen.
In een gemeenschapsvergadering (na een vorming gegeven door Novimundo – Italië) werd beslist om zoveel mogelijk de ‘chemische’ landbouwmethode te weren. Er wordt gedacht aan het kweken van nieuwe producten: cacao, kaneel, peper, chili, … (een project rond rosa de jamaica werd reeds geprobeerd maar mislukte, ook een project rond bio-cardomom mislukte). Voor de hele regio is er een klein centrum voor gezondheidszorg, dat momenteel kan rekenen op de hulp van twee cubaanse dokters en enkele ‘promotoren’. Tevens is er een bureau van Asecsa, een organisatie die de traditionele gezondheidszorg probeert mee te integreren in de problemen die zich stellen. Bijna ieder dorp heeft zijn schooltje. Het lager onderwijs kan vlot bijgewoond worden. Het probleem is het middelbaar onderwijs. Jongeren die willen verderstuderen moeten naar Coban. De betrachting van de regio is op dit domein dan ook een middelbare school te kunnen installeren in de regio. Jongeren komen bijeen tijdens het gemeenschapswerk en op zondag. Op zondag zijn het de jongeren die bepaalde elementen verzorgen van de ‘dienst van het woord’, een katholieke lekenviering. Tevens organiseren ze een voetbaltornooi in de regio. Nochtans wordt het gebrek aan alternatieven om jongeren zinvol bijeen te brengen verschillende malen aangehaald. In de regio is reeds meer dan 12 jaar een sterke ouderlingenraad aan het werk. Hij werd gevormd na de oorlog om er het q’eqchi’gedachtengoed vorm te geven en opnieuw op het maatschappelijk forum te zetten. Zij vervullen als zodanig geen politieke functie binnen de huidige gemeentestructuur (ofschoon dit kan veranderen door de nieuwe wet) maar zijn pertinent aanwezig in het overwegen van belangrijke beslissingen en het analyseren van maatschappelijke processen. De leider van deze groep is Juan Chok, de ereburger van Herent. Hij was lid van de eerste delegatie die Herent bezocht en nam ook deel aan het tweede bezoek, samen met zijn vrouw. Regio SANTA LUCIA ‘Xlub’ li ch’och’
~ ‘De aarde is moe’
In deze regio zijn 33 gemeenschappen en ongeveer 10.000 inwoners. 7 hiervan zijn finca’s, er is één stadsfinca (van Coban) en er is één nationaal park op hun grondgebied (Lachua). Twee gemeenschappen zijn ‘retornados’ (mensen die tijdens de burgeroorlog vluchtten naar Mexico, maar ondertussen zijn terug gekeerd naar Guatemala). Voorlopig is er geen burgemeester. De vorige (Ramiro Tox Cao) heeft afgezien van zijn taak toen men zijn secretaris en twee helpers niet langer meer wilde betalen vanuit Cobán. Er is een soort interimaris aangesteld die de lopende zaken afhandelt. Nochtans blijft Ramiro Tox de zaken op de voet volgen, en blijft zijn invloed op de streek belangrijk. Volgens hem moet er in de regio vooral geïnvesteerd worden in opleiding van mensen. Mensen die het participatief proces kunnen dragen en trekken. Hijzelf werkt momenteel in het project ‘Lachua’, een vereniging die zowel in de regio Salawim als in Santa Lucia werkt en die zich tot doel stelt: de gronden legaliseren, de lokale organisatie ondersteunen en de deelname van de vrouw in politiek en sociaal leven verhogen. Deze organisatie is te vergelijken met Ademaq’k (zie Cahabon) maar is minder uitgesproken politiek bezig, ofschoon ze dezelfde doelstellingen voor ogen heeft. Ze krijgt steun vanuit Costa Rica.
De burgeroorlog heeft in deze regio nauwelijks slachtoffers geëist. Dat komt omdat de controle door het leger op deze regio van voor de oorlog zeer groot was. Mensen (civielen) werden dus wel verplicht om gewapend de dorpen te bewaken, maar de streek was als een soort buffer die bijzonder goed gecontroleerd werd door de militairen en nauwelijks gewapende gevechten heeft gekend. In de regio is één middelbare school van katholieke huize. Een honderdtal studenten worden er opgeleid door drie leerkrachten. De meeste gemeenschappen hebben een lagere school waar het onderwijs hoofdzakelijk in het Spaans gegeven wordt. De organiserende instanties zijn Pronade (zie elders), Staatsscholen, Don Bosco en AEN (Asociación de Educadores Noroccidentales, scholen opgericht voor kinderen van slachtoffers van het gewapend conflict. Men beoogt een populaire en participatieve educatie – De gemeente Olen heeft een uitwisseling opgebouwd met enkele van deze AEN-scholen in de Ixcan, documentatie beschikbaar). Er zijn in de regio een 8 tal gezondheidsposten. Maar meer dan mooie gebouwtjes zijn het vaak niet. Er is een groot gebrek aan doctoren en medicijnen. In Santa Lucia zelf werken twee Cubaanse dokters. Men telt een 70 tal kindersterften op een geboortecijfer van 400. Vooral malaria is heel sterk aanwezig in deze regio. In geen enkel dorp is een waterleiding (allemaal via kleine waterbronnetjes), noch riool of beerput, noch sanitaire voorziening. Chemische bestrijdingsmiddelen en herbiciden worden hier wel en veel gebruikt. Deze regio ligt reeds vele jaren aan een belangrijke weg (Franja Transversal del Norte) en hierdoor is de commercialisering van bepaalde producten veel uitgesprokener (zoals maïs, rijst en recentelijk ook watermeloen). Door de ontbossing en het intense gebruik is de aarde vermoeid geraakt en brengt niet meer op wat het ooit was. Dat is de reden waarom mensen grijpen naar chemische bemesting. In de hele streek is geen landbouworganisatie te bekennen; enkel af en toe een cursus vanuit de kerk, het project Lachua of Siembra behandelt aspecten van de landbouw. Regio SALAWIM ‘Wij blijven verstoken van een echte toekomst’ 13 gemeenschappen en ongeveer 5000 inwoners. Vele van de in de andere regio’s beschreven realiteiten gelden ook hier. Daarom herhalen we ze niet meer. Er zijn echter een aantal verschillen. In de hele regio is Salawim zelf het grootste dorp (500 families). De invloed van het dorp is dan ook steeds bepalend geweest. Het zijn een handvol ladino families die er alle politieke en economische touwtjes in handen hebben, en die dan ook tot ver buiten de dorpsgrenzen hun invloed laten gelden. Deze veertig families hebben grote stukken grond in hun bezit. Om hun gronden te vrijwaren van herverdeling hebben ze in het verleden vaak bizarre coalities gesloten, waarbij de hele regio betrokken geraakte. Zo is het vooral aan hen te wijten dat het leger zoveel slachtoffers heeft gemaakt in de regio. Hun conservatieve houding heeft het ook vaak onmogelijk gemaakt dat er nieuwe ontwikkelingen plaats vonden. Door de vredesakkoorden en de nieuwe wetten worden echter ook zij nu verplicht om veranderingen toe te staan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat velen hun hoop hebben uitgedrukt in de Convenant als ondersteuning van dit ontvoogdingsproces. Opmerkelijk is dat verschillende van deze rijkere families en hun sympathisanten zich momenteel proberen te verenigen in een ‘Asociación’ (Asociación de desarollo integral
regional Peyan-Lachua). Hiermee hopen ze op juridische weg hun belangen te kunnen verdedigen. Deze onderhuidse spanning maakt het bestuursmensen niet gemakkelijk om plannen te maken tot ontwikkeling. In Salawim is heden een afdeling van de nationale politie gevestigd en een vredegerecht. Vele protestantse sekten zijn actief in Salawim. In de regio Salawim is ook de organisatie Proyecto Lachua aan het werk (zie Santa Lucia). Enige besluiten bij deze drie regionale gemeenten: - in de drie regio’s samen werken momenteel maar drie mensen in de gemeentelijke structuur. Er is als dusdanig geen gemeentelijke structuur aanwezig. De drang om een hogere participatie en betere organisatie te kennen is des te groter. De middelen ontbreken volledig. - deze regio’s behoren tot de meest geïsoleerde streek van de q’eqchi’s. De vraag naar steun en ondersteuning is bijzonder groot. Vaak worden zij vergeten vanwege hun geschiedenis, ligging en economische zwakke positie. - naar culturele draagkracht is het een regio die veel te bieden heeft - heel wat werkterreinen (zeker op gemeentelijk vlak) liggen open: opmaken van diagnoses, versterken bestuurbaarheid, kadaster, bibliotheekwezen, duurzaam milieubehoud en afvalverwerking, jongerenwerking, … - de huidige verantwoordelijken zijn enthousiast en zijn bereid tijd en energie te investeren in de samenwerking - de ereburger van Herent woont in de regio Salawim Verslag vergadering raad van beheer ADICI Adici is de ngo die ons heeft geholpen in de zoektocht naar onze zustergemeente. Adici was ook de werkgever van de tijdelijk ingeschakelde werkkracht die de reis heeft voorbereid en begeleid. De wortels van Adici liggen half de jaren negentig in de schoot van de sociale pastoraal van het bisdom. De keuze voor een geïntegreerde indiaanse sociale promotie zag deze instantie echter niet zitten. Daarop zijn een aantal indiaanse leiders van start gegaan met Adici en is Adici heden uitgegroeid tot een belangrijke organisatie die aan meer dan twintig mensen werk verschaft en allerlei projecten en processen begeleidt die de culturele, sociale en politieke pormotie van de q’eqchi’indianen ondersteunt. Enige echo’s uit de vergadering die we met hen hadden: o Cahabon is een gemeente die reeds een hele weg heeft afgelegd, maar de nood aan een verdere regionalisering van zo een immens grote gemeente is een cruciaal punt in de verdere ontwikkeling van de gemeente. o In iedere regionalisering moet het de bedoeling zijn de regio meer macht en bestuurskracht te geven. Het is niet voldoende de regio allerlei papierdiensten te laten leveren (inschrijvingen geboortes, huwelijken, overlijdens,…). Bedoeling moet zijn de regio een eigen plan voor lokaal bestuur te laten uitwerken, een eigen diagnose te laten voeren, eigen financiële middelen te verwerven en te beheren, … o Herent zou niet in de eerste plaats één of andere gemeente moeten helpen of bevoordelen maar wel zijn volle steun geven aan een regio en haar ontwikkeling.
o De drie regionale gemeenten (Nimlahakok, Santa Lucia, Salawim) hebben een veel zwaarder verleden (burgeroorlog) gekend. De regio werd echt verscheurd door de oorlog: tegenstelling tussen gevluchten en patrulleros (door militair opgeleide civielen), tussen hen die grond bezitten en de grondlozen, tussen protestanten en katholieken, … Herent moet er zich van bewust zijn dat de ondersteuning van een regio als deze een geschiedkundige noodzaak is. o Er zijn heel wat signalen dat Coban echt wel werk wil maken van de decentralisatie. Getuige is de oprichting van nog een nieuwe ‘alcaldia regional’ in het voorjaar. Anderzijds moet erkend worden dat de regio’s voor Coban niet de belangrijkste prioritiet zijn van de gemeente. Wat is belangrijk voor Herent om tot een goed partnership te komen? o Dat jullie onze realiteit goed kennen en ons echt willen leren kennen. o Dat jullie onze visie, onze wereldvisie, onze politieke visie en onze culturele eigenheid kennen en doorhebben o Dat jullie bereid zijn de processen van gemeenschapsorganisatie, van intergemeenschappelijke organisatie (regionaal) en van gemeentevorming te ondersteunen en echt ter harte te nemen. GEVOERDE GESPREKKEN Waar La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta
Welke organisatie burgemeester síndico I síndico II consejal I (schepen) consejal II consejal III consejal IV director UTM ((Unidad Técnica Municipal) Oppositie director magisterio director centro de salud cubaanse doctors Ouderling (lid 2de delegatie aan Vlaanderen)
La Tinta La Tinta La Tinta La Tinta
Met wie Humberto Cortez Velazquez Eduardo Choc Pop Juan José Reyes Tomás Reyes Ruis Marcos Tut Tzib Juan Macz Juc Antonio Chu Hernández Erick Higueros Denis Gonzales x x x Mariano Xol bezoek nieuwe wijk en families (na Mich) bezoek onderwijsinstelling (parochie) bezoek centro de salud bezoek bibliotheek (parochie) bezoek radio La Tinta (parochie) Dario Caal
Cahabon Cahabon Cahabon Cahabon
Mariano Chok X X X
burgemeester consejal I consejal II consejal III
La Tinta
parochiepriester (lid 1ste delegatie aan Vlaanderen)
Cahabon Cahabon
X X
director UTM (Unidad Técnica Municipal) director OPM (Oficina de Planificación Municipal) director primario director magisterio supervisor education coordinator UNICAN (boerenorganisatie) sectrataris UNICAN coordinator Qana Itzam (vrouwenorganisatie) coordinator Ademaq’k (vereniging voor integrale ontwikkeling) director Centro de Salud directora escuela mujeres
Cahabon Cahabon Cahabon Cahabon Cahabon Cahabon
Romeo Lopez X Myñor Torres X X Rosa Caal Maquin
Cahabon
Edgar Sebastián Barrientos Chom
Cahabon Cahabon
Feliciana Cu X
Coban
Louis Miguel
Coban
Fons Huet
Coban Coban
raad van beheer Adici Minugua
Coban Coban Coban
Pat De Cavele Balselli Seto
Coban Coban Coban Coban Coban Coban Coban Coban
bezoek instituto bilingüe bezoek academia de lenguas mayas bezoek oficina technica departemental bezoek cofradia Santo Domingo Manuel Paau Lokaal leider Oscar Pacay Polo Macs Coördinator Constantin Kanku Kasama parochiepriester
Nimlahakok Santa Lucia Salawim Salawim Santa Lucia
Erminio Caal Ramiro Tox Cao Sergio Waldemar Pop Tec Ector Pop Domina Tox
Salawim Nimlahakok Nimlahakok Nimlahakok Salawim Salawim Nimlahakok
Tino Juan Chok Santiago Chen Antonio Pop Caal Abelino Cao De La Cruz Hector Caal
director Ak’ Kutan (antropologisch vormingscentrum) director Adici (Ngo voor integrale ontwikkeling q’eqchi’s) Minugua (Internationale missie van de Verenigde Naties) advisor Adici diputado ANN (Alianza Nueva Nación) diputado URNG (Unidad Revolucionaria Nacional de Guatemala)
burgemeester Nimlahakok burgemeester Santa Lucia (tot 2001) burgemeester Salawim ex secretario projecto Lachua (ngo voor integrale ontwikkeling van de regio) asociacion Katbal Pom (lokale vereniging) Ouderling pasaat (leider) en voorzitter schoolcomité Lokaal leider Lokaal leider ex verpleger Ex secretario
Guatemala Guatemala Guatemala
Segeplan Choolsamaj Olga Pérez Molina
Guatemala
Chico Harren, Toy Cordero, Marcelo Dobbels, Rosario Raf, Rey Tejico, Victor Dinangan, Arthur Querijero
Uitgeverij INCIDE fundación Iniciativa Civil Para la Democracia CICM congregatie
WOORDEN VAN DE EREBURGER VAN HERENT JUAN CHOK, SAHAKOK, augustus 2002, aan de Heer Burgemeester Mag ik van deze ontmoeting gebruik maken om jullie allemaal in Herent nog eens te bedanken voor de blijdschap en vreugde die we ontdekten bij jullie. Ik dank alle mensen die ons ontvingen, die ons te slapen legden, die ons te eten gaven. Mijn gedachten geraken niet tot rust om na te denken hoe we ons in de toekomst nog meer kunnen verenigen. Op deze wereld zou er vrede en totale eenheid moeten zijn tussen alle burgers. Maar we stellen vast dat dit niet zo is. Vaak zijn we verdeeld. Meneer de burgemeester, mag ik je nog eens vertellen hoe blij ik was met de ontvangst en de vlag die ik kreeg op het einde. Nooit van mijn leven zal ik vergeten deze vlag de waardigheid te geven die ze verdient. Ik wil deze vlag niet zien als een dood voorwerp, maar ik wil ze een leven geven. Want wat wil het eigenlijk zeggen dat jullie mij een vlag gegeven hebben? Die vlag zegt mij dat er een opdracht is aan verbonden, dat ik er iets moet mee doen. Die vlag zegt mij dat jullie zich willen mengen in ons leven. Dat jullie met de indianen van Guatemala willen verbroederen en verzusteren. Meneer de burgemeester, mag ik je nogmaals bedanken voor de goede zorgen en ontvangst die je ons gaf. We hebben samen het Vlaamse parlement bezocht. Als ik die vlag zie denk ik ook daaraan. Hier in Guatemala hebben wij zeer veel verdriet, pijn en oorlog meegemaakt. Wij blijven de slachtoffers van dat geweld herdenken. Ik zeg u dat ik op een van de offers die we regelmatig brengen voor onze dierbaren die vlag spoedig zal voorstellen aan onze gemeenschappen. Dat zoveel mogelijk mensen haar te zien krijgen. Je liefde en je omzien naar ons hebben wij heel scherp aangevoeld. Jullie geven ons echt een waardigheid. Die waardigheid die we hier voortdurend moeten ontberen. Wanneer zullen wij als indianen hier uitgenodigd worden om het parlement te leren verkennen? Nooit. En daarom herhaal ik dat die vlag voor mij een symbool is van de waardigheid die we bij jullie mochten ontdekken. Ik vind het dan ook zeer gepast om die vlag op een herdenking van onze slachtoffers te zegenen (volgens indiaanse ritus) en te tonen aan de gemeenschap.
Als het mogelijk is zal ik een paar foto’s laten trekken van die gebeurtenis en je opsturen. Het moge duidelijk zijn dat ik die vlag niet zomaar ergens gevonden heb, dat ik die niet zomaar ergens heb meegenomen. Nee, ik heb ze van u gekregen in het grote vergaderhuis, daar waar de wet bewaard wordt. We kennen ons leven niet, misschien zal ik sterven, misschien zal ik er niet meer zijn, maar die vlag zal blijven bestaan als teken van je liefde en je steun over ons. Ik weet je naam niet meer volledig, maar ik herinner mij vaag dat je Willy heet, mag ik je danken. Zeker ook allen die ons ontvangen hebben, comités, allen die hun ziel gegeven hebben om ons te ontvangen en te ontmoeten, duizendmaal dank, en sorry dat ik jullie namen niet meer weet. Jullie zijn anders, wij zijn anders, maar we kunnen één worden. Het was misschien niet onze plaats en verdienste om daar bij jullie te zijn, maar we hebben met jullie het eten gedeeld, er bestaat één God die van ons houdt en ons samenbrengt. Ons verenigen betekent onze ideeën bij elkaar brengen en aan elkaar vertellen, aan elkaar denken en op die manier ‘delen’ met elkaar. We hebben in Herent ook een maya-offer gebracht, niet om de gemeenschap te verzwakken maar wel om te vragen dat er vrede en welzijn mag zijn, in alle gemeenten, zowel daar als hier. Voor alle mensen die hun leven gegeven hebben is het duidelijk dat ons offer een waar offer is. Maar ook en uiteraard voor alle levenden (overlevenden) is ons offer bedoeld. Dit is het werk dat wij verrichten als ouderlingen. Daarom wil ik er u aan herinneren dat jullie blij mogen zijn in jullie hart en dat ook wij blij mogen zijn. Mag ik jullie vragen om toch af en toe aan ons te denken, ook wij doen dat met regelmaat. We kunnen toch niet stellen dat we elkaar zomaar in de vergetelheid achterlaten. Juan Chok