Verslag van Kristense Koutstaal, “Anesthesie in Yele” Zondag, 17-‐02-‐2013 Eenmaal in Londen aangekomen moest ik eerst van Terminal 1 naar 5 zien te komen. Heathrow is best een grote luchthaven, zelfs de bus doet er een kwartier over om van de ene naar de andere terminal te komen. In terminal 5 zie ik dat ik vanaf de “C-‐gate” vertrek, ook dat is weer een minuut of 15. Een metro zonder stoelen en zonder bestuurder brengt mij met en gangetje van 120 km/uur naar de eerdergenoemde gate. Man, wat gaat dat snel, sommige oudere mensen hebben moeite om zich staande te houden. De trip van Londen naar Freetown verloopt prima, hetzij wat onrustig, om 00.30 uur je avondeten krijgen en om 04.00 uur je ontbijt…. mijn ding is het niet J. We landen een half uur vroeger dan verwacht en als ik in de deur van het vliegtuig sta, komen alle Afrikaanse indrukken mij tegemoet. Ondanks dat het nog hartstikke donker is, ruik ik de houtvuurtjes en voel ik de warmte het continent. Na een uur sta ik inderdaad voor een stuurse, niet uitgeslapen douanebeambte. Ik weet niet of mijn hart nou zo snel gaat vanwege die beambte of van de hitte, in ieder geval zet ik mijn een glimlach op mijn verkreukelde gezicht, waaronder een lichaam zit, wat nauwelijks 3 uur heeft geslapen. Hij kijkt mij nog eens aan en ja hoor……. Jippiiiiiiiieeeee! Ik mag door!!!!! Als ik een trolley voor mijn koffers wil pakken, moet ik ineens 20.000 leones betalen. Ik kijk degene die mij dat met een glashard gezicht tegen mij zegt verbaasd aan en probeer te ontdekken of dit nou een grapje is of omdat ik een “blanke” ben met geld. Ik vertel hem dat ik geen geld bij me heb (dat is nl. altijd de beste remedie, maar in dit geval ook de waarheid), maar hij blijft onverstoorbaar. Ik kijk nog even om mij heen of ik iemand met een bordje zie met mijn naam erop, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ik bedank voor de trolley en bedenk snel hoe ik in vredesnaam 3 koffers naar de uitgang krijg, zonder geld aan iemand te hoeven betalen, maar ook zonder ze uit het oog te verliezen. Eerst maar langs de koffercheck, ook al zo’n stuurs gezicht…… Worden die mensen hierop aangenomen, of is het gewoon het tijdstip van de dag???? J. Als de man ziet hoe ik loop te klooien met de koffers besluit hij echter ineens dat ik zonder controle door mag lopen. Mooi, das geregeld. Een “local” schiet mij te hulp, terwijl ik aan hem duidelijk maakt dat ik geen geld bij me heb. Dat blijkt geen probleem te zijn zodra ik de naam liet
vallen van degene die mij zou ontvangen, ene Akai. Ik wordt hartelijk ontvangen door hem. Hij staat bij de uitgang, met een kartonnetje te zwaaien waar foutloos mijn naam op staat. Als een soort bodyguard loodst hij mij door de kakofonie van mensen en geluiden, die in het pikkedonker nog indrukwekkender zijn dan bij daglicht. Hij brengt mij in luttele seconden naar de auto van Lion Heart, een mooie 4x4, want die heb je hier wel nodig. Hij stelt mij voor aan Abdul, mijn driver van vandaag. Aangezien het nog hartsikke donker is (tis ondertussen 06.15 uur), vraag ik voorzichtig wat het plan is. Over de weg of met de ferry? Aangezien de eerste Sierraleonse TESO (de boot tussen Den Helder en Texel) om 08.00 uur gaat varen vanaf Freetown, gaan we “dus” over de weg. Ik bereid met voor op een reis met wandelende nieren, zoals het verhaal in 2011. Wat schetst mijn verbazing…..een asfalt weg!!!! Breed, mooi, geen gravelweg, geen hobbels en bobbels. Wow, Sierra Leone zit echt in de lift!!!! Althans, de eerste kilometers, want sommige stkken zijn nog niet klaar, dus moeten we alsnog de “G-‐weg” = gravelweg nemen. Ik val al snel van de ene verbazing in de andere al ik ook een spoorlijn zie lopen. Abdul vertelt trots dat er ook weer stoom is en er nu ook een trein rijdt, zij het op beperkte schaal. Ik geniet van de reis naar Yele, mijn eindbestemming. De zonsopkomst, de kleuren, niet te vergelijken met Europa of Amerika. Het is net zo uniek als Hollandse luchten, die zie je ook nergens.
We maken nog even een snelle stop in het ziekenhuis van Makeni, ik wil graag nog even David de kabouter (voor de nieuwe DD volgers, dat is de kok aldaar) zien. Het blijkt al snel dat hij er sinds december niet meer werkt, dus ik ga naar zijn huis, 500 meter van de kliniek vandaan. Enthousiast komt David op mij afrennen, zodra hij mij ziet. Hij begint 100 uit te vertellen en vindt het zo leuk om mij weer te zien, ik kom nauwelijks los van hem. Na dit leuke weerzien gaan we snel verder, want we moeten nog boodschappen halen en Yele is nog zo’n anderhalf uur rijden. Er zitten tegenwoordig al 2 supermarkten in Makeni, waar je ook Heinz tomatenketchup kan komen, als is het wel 3x duurder dan in Nederland. De lokale producten zijn wel fair geprijsd. Met een auto vol waterflessen en andere boodschappen vertrekken we naar Yele, nog een half uurtje op het asfalt en dan de gravelroad op.In het regenseizoen heet het “dirtroad”, nu heet het “dustroad”. Abdul rijdt netjes en behendig, hij omzeilt de kuilen en toetert in elke onoverzichtelijke bocht in de bush. En dan schiet mijn adrenalinepeil ineens skyhigh!!!! In een bocht naar links (waar wij al het meest aan de rechterkant van de weg zitten) rijdt een enorme vrachtauto in volle vaart op ons in. Abdul weet de auto de bush in te rijden, zodat alle zicht voor mij wordt ontnomen en de 2 wielen aan de linkerkant van de 4x4 nog net op het randje van de weg staan. En zo staan we ff stil. Een enorme stofwolk als enige getuige. We kijken beid nog om of de vrachtwagen nog stopt, maar die blijkt te zijn doorgereden,nadat de stofwolk is opgetrokken. Abdul rijdt de Toyota de weg weer op, stopt en controleert de auto rondom. Geen lekkage, geen lekke banden, niets afgebroken….we kunnen verder. Na 20 minuutjes komen we veilig aan in Yele, waar we hartelijk worden begroet door oude bekenden zoals Maria (verpleegkundige en kok inéén), Erdi (tropenarts) en Emanuel (het manusje-‐van-‐alles). Al snel beland ik in het ziekenhuis van Lion Heart, dat aan de overkant van de weg ligt. Nog geen seconde binnen en er ligt alweer een vrouw te bevallen…… ik laat het even aan mij voorbij gaan dit keer (baby wordt overigens zonder hulp van ons gezond geboren). Erdi geeft mij een snelle rondleiding, met als verrassing een enorme mooie röntgenapparaat. Nu er over het algemeen stroom is (daar kom ik later in mijn verhalen nog wel op terug), kunnen we echt hele mooie plaatjes schieten. ’s Avonds ga ik vroeg naar bed, tis bloedje heet, maar ik heb het gevoel dat ik een 24-‐uurs dienst heb gedraaid, daarbij valt het niet mee om bij te blijven met water drinken. Ben zo’n 4 liter verder en het is nog niet genoeg.
Maandag, 18-‐02-‐2013 Zoals ik al eerder schreef, het vandaag een nationale feestdag, dus Erdi besluit dat wij een dagje na Masanga kunnen gaan, waar ook een ziekenhuis staat waar zij heeft gewerkt. Prima, ik pak snel wat flessen water, crackers en een lampje mee (altijd doen in Afrika) en hop, we gaan op pad. Terwijl wel lekker zitten te beppen, voelt de auto na een kleine 3 kwartier toch ineens anders aan. Ik vraag aan Erdi of zij dit ook voelt en ze besluit te stoppen. Binnen 1 seconde heb ik de diagnose gesteld, rechtsachter een lekke band. Eerst maar eens kijken of we veilig staan, recht stuk weg, goed overzicht, check! Bovendien staan we precies in een stuk schaduw, check! Dan nu maar een bandje wisselen dan. Eerst de bouten losgedraaid, die echt gloeiend heet zijn. Ondertussen rijdt er een “podo-‐podo” voorbij, dat zijn hier de taxibusjes, van het formaat van een oud model VW transporter (8 personen). Niks mis mee, als je er maar geen 20 mensen, met bagage en een aantal kippen instopt. De chauffeur stopt, en al snel herkennen een aantal mensen uit Yele, dokter Erdi. Dan nemen een paar mannen de krik en het wiel over en beginnen de band te wisselen. De rest van de passagiers vouwen zich ook uit het busje (waaronder een aantal moeders met baby) en kijken toe hoe op vakkundige wijze in de bloedhitte dit klusje wordt geklaard. Binnen een kwartier zijn we weer op pad, zonder ook maar één Leone te hoeven betalen en dat is op zich al vrij uniek. We rijden voorzichtig aan verder, omdat we ons nu geen tweede lekke band kunnen veroorloven. Eenmaal op het asfalt zeg ik tegen Erdi dat we het beste even kunnen stoppen om de bouten even “een slagje” te geven. Dan gaan we op zoek naar een tankstation, om a. te tanken en b. wat inlichtingen in te winnen, waar we een reserveband kunnen kopen voor een goede prijs. Nou, dat blijkt (achteraf) een hele opgave. Ene Ibrahim ziet ons bij het tankstation staan, kijkt naar de kapotte band op de achterkant van de auto en zegt de legendarische woorden: “That is finished”. Yep, daar waren we zelf ook al achter. Hij trommelt zijn driver op en zegt dat hij een band voor ons moet regelen. Zo gezegd, zo gedaan, we stappen met z’n drieën in de auto en gaan naar Mukumba, daar zit een toko met banden, for a good price…. Daar aangekomen regelt (in mijn ogen) een 15 jarig meisje deze tent. Ze opent met een soort containerdeuren een ruimte, serieus, VOL met banden, alleen zonder enig systeem erin. De banden zijn er (op zijn platst gezegd) “ingefilkkerd” en je moet dus maar kijken of je een goede te pakken hebt. Echt een prachtig voorbeeld van Afrika. Je hebt wat je zoekt…..alleen het
is het nèt niet, en daardoor onbruikbaar. Er gaat nog een tweede ruimte open, die hetzelfde plaatje weergeeft, serieus, ik kom niet meer bij. Het enige wat ik kan doen om dit verhaal kracht bij te zetten is een foto maken.
Ondertussen loopt het kwik hoog op tegen 12.00 uur en zo ook de gemoederen. De eigenaar is ondertussen terug en begint te tieren en te razen, dat ik mij er een beetje ongemakkelijk bij voel. Mijn camera stop ik maar ff
weg. Ook aan de overkant van de straat begint er ineens een vechtpartij, waar al snel een 20-‐30 mensen bij zijn betrokken. Fijn, dat heb ik weer. De band overigens, is na 45 minuten nog niet gevonden (en als je naar de foto kijkt, zal dat geen verrassing zijn), dus besluiten we ons geluk te beproeven in Makeni. Masanga…..dat gaan we vandaag niet meer redden, maar rondrijden zonder een reservewiel, dat is bijna onverantwoord hier. We proberen een Ruurd van Rooijen (ook betrokken bij LHF) te pakken te krijgen. Hij woont al tijden in Makeni en heeft vast wel eerder met dit bijltje gehakt. Gelukkig is hij thuis en natuurlijk drinken we ff en kop thee, hoe Nederlands wil je het hebben. Ook Ruurd heeft hier een mannetje voor, die met ons meegaat naar het centrum van Makeni. Bij de eerste zaak vangen we bot, maar bij de tweede toko hebben we meer geluk (let wel, tis ondertussen een uur of 2 J). Nabij een centrale taxistandplaats (het is hier werkelijk 10x zo druk dan bij het CS van Rotterdam) weten we de auto op de laatste vrije vierkante meter te parkeren. Er zijn hier meer dan 50 taxi’s, podo podo’s en motorbikes die constant mensen laden en lossen. En als je daar al 2 opoto’s (lees: blanken) tussen staat……dan trek je al snel alle aandacht naar je toe. De toko blijkt inderdaad onze band te hebben, alleen geen nieuwe. Nou ja, vooruit, wat ons betreft geen probleem. Alleen vroegen ze er wel de hoofdprijs voor. Gelukkig heeft het-‐mannetje-‐van-‐Ruurd de regie en bij het afdingen lopen de gemoederen weer hoog op! De temperatuur is zelfs voor de locals te veel. We laten het spel maar gespeeld worden en kijken toe, hoe onze 2e hands band als inzet wordt gebruikt. Na een kleine 20 minuten zijn ze er uit. De band is van ons en ook nog een 75.000 leones goedkoper (5300 leones = 1 euro). Dan moet de oude band nog van de velg af en een nieuwe eromheen…..en dat zonder een elektrische vorm van bandenwipper. Werkelijk, je weet niet wat je ziet. Ze hebben een ijzeren staaf van ong. 50 cm, waar op de kop een ijzeren platte schijf zit. De schijf wordt tussen de band en de velg geslagen en zo gaan ze de hele band af……en dat bij 37 graden. Ongelooflijk!!!! Al met al rijden we even later de taxistandplaats weer af, met een “nieuwe, 2e handsband”….en toch het gevoel is een stuk veiliger. Nu we toch in Makeni zijn, brengen we gelijk even een bezoek aan ABD (lees: EE BI DI), trouwe volgers weten dat hij de chirurg in het ziekenhuis van Makeni is, maar hij is nu zijn eigen kliniek aan het opzetten. Daar ontmoeten we ook Kadi (operatieassistente) en LPK (lees: EL PI Ke). Ook oude bekenden. Het is een vooral warm ( J ) en gezellig weerzien.
Tegen half 4 gaan we naar huis, omdat we op tijd thuis willen zijn en zowaar gaan we dat precies redden. Dinsdag, 19-‐02-‐2013 Zolang we stroom en internet hebben, blijf ik gezellig schrijven. Het kan zomaar zijn, dat de stroom verhalen ineens stopt, vanwege het ontbreken van de twee eerder genoemde luxe-‐“artikelen” hier midden in de bush. Vandaag de eerste gewone werkdag. Nadat ik mij in het donker weer als vanouds uit mijn klamboe heb geworsteld en binnen 1 seconde wakker ben onder een koude douche (warm water, dat hebben we dan weer niet, maar dat is met deze temperaturen ook niet zo erg), zitten we om 07.30 uur aan de ontbijttafel. Vanuit Nederland heb ik nog een aantal potten pindakaas en stroopwafels meegenomen, die maar al te welkom zijn tijdens het ontbijt of bij een kop thee. Aangezien het gisteren een nationale feestdag was, is het vandaag erg druk in de kliniek. Als we om 08.00 uur arriveren, staan er voor de OPD (= opname) een bontgekleurd geklede groep mensen die uit ongeveer 35 personen bestaat. De klachten variëren van malaria, tot hoofdpijn tot kinderen die niet willen eten/drinken. Terwijl de “nurses” beginnen met de administratieve rompslomp van de OPD, gaan Erdi, Maria en ik naar de overdracht. Het ziekenhuis bestaat momenteel grofweg uit twee afdelingen. Male/Female Ward en zwangere/kinderafdeling. Alle bedden liggen zowat vol, dus dan hebben we het al snel over 40 patiënten. Deze worden in ong. anderhalf uur gezien en na afloop van deze ronde, kunnen we ongeveer 10-‐15 patiënten ontslaan. Een aantal patiënten zijn wel noemenswaardig om te vermelden, zoals 2 prematuurtjes (te vroeg geboren kinderen) van ong. 29 weken en die het zonder couveuse (want die hebben we niet) het nog steeds prima doen. Voeden gebeurt natuurlijk via borstvoeding en veel “kangaroehouding”, wat betekent dat de kinderen dicht (huid op huid) tegen moeders borst aan liggen. Verder ligt er nog een jonge man die met een kettingzaag in de weer is geweest (dus die zien we niet alleen in Nederland, als de lente straks begint) en wonder boven wonder een redelijke functie van de arm heeft overgehouden. Enige echte probleem is een “dropping hand”, maar wel met behoud van een grijpfunctie van alle vingers!!! Eigenlijk hebben we voor hem een “brace” nodig. Het mooiste zou zijn een polsbeschermer die je bij de skeelers ziet, die houdt de hand in een goede positie, zodat hij weer functioneel wordt.
Ik kijk eens rond of er nog iets te opereren valt, waar anesthesie bij nodig is (beroepsdeformatie), maar nee, dus ik kan op mijn gemakje de boel eens gaan inventariseren. Ik moet zeggen, Erdi heeft het goed voor elkaar. Je kan echt merken dat ze zelf de boel op poten heeft gezet. Geen overbodige dingen in de opslagruimte, en alles is goed overzichtelijk. Als ik tussen de middag even naar The Guesthouse loop voor een lunch word ik al snel via de telefoon weer terug geroepen. Een spoedkeizersnede, jippie, we gaan opereren. Samen met Mabinti (een dame die ik in korte tijd moet omtoveren tot een anesthesiemedewerkster) doen we deze ingreep met Ketamine (100 mg) en Diazepam (7,5 mg). Het kindje (een meisje) komt gezond, huilend en plassend ter wereld.
Na een aantal miskramen zijn de ouders en grootouders dan ook erg blij. Ze zijn het van plan om “Kris” te noemen….. J. Dit is onze enige patiënt vandaag, wat operen betreft. Dat geeft mij tijd om Mabinti beter te leren kennen en de operatiekamer functioneler in te richten qua anesthesia. Van twee plastic waterflessen maak ik (net als in 2006 in het Magbenteh Community Hospital, Makeni) een prachtige houder voor de zuurstofcatheters. Flessenhalzen eraf knippen, van 1 fles de bodem, inelkaar schuiven, plakken, klaar!!! Mabenti vindt het allemaal prachtig. Morgen gaan we een meisje van een jaar of 10 opereren met een tumor in de
buik. Een (gesponsorde) chemokuur heeft ze al gehad en na overleg met een kinderchirurg in Nederland, gaan we morgen proberen dit tot een succesvol einde te brengen. Ik kan er nog 1 nachtje over slapen hoe ik dit anesthesiologisch ga aanpakken….. Tis vanavond hier een prachtige avond, wolkeloze hemel, heldere maan en vele sterren, de krekels tjipen en ik zit hier midden in de bush, met een laptop en internet verbinding mijn verhalen met jullie te delen. Hoe mooi kan het leven zijn……? Woensdag, 20-‐02-‐2013 Vandaag een spannende dag, want we gaan Yebou, het meisje van de chemokuur, opereren. We wilden het eerst gisteren doen, maar toen had ze koorts. Vandaag heeft ze nog steeds verhoging, maar niet zo erg als gisteren. Erdi en ik wegen de “voors en tegens” tegen elkaar af en besluiten haar toch te opereren, langer wachten gaat ze echt niet beter van worden. Yebou is erg zenuwachtig, anders dan in Nederlandse ziekenhuizen, gaan ouders hier niet mee naar de operatiekamer. En als er dan ook nog 2 opoto’s naast je bed staan, ga je er natuurlijk niet geruster op worden, vanuit haar beleving. Ik heb uiteindelijk een soort plan bedacht, waarbij ze zelf blijft ademen, maar toch langer stil ligt, dan bij de “traditionele” ketamine anesthesie alhier. In de medicijnenvoorraad kwam ik op de eerste dag 1 spuit “propofol” van 50 ml tegen. Met deze medicatie wordt tegenwoordig het gros van de patiënten in de wereld in slaap gebracht. Probleem alleen is, als je teveel geeft, stop je met ademen (net als Michael Jackson….) en dan zal ik in moeten grijpen met een beademingskapje, ballon, zuurstof, etc. De zuurstof (O2) komt van een mooi apparaat (de zuurstofconcentrator) die 21% O2 uit de lucht haalt (want daar leven we nou eenmaal op en dit omzet in 95% O2, wat we bij operaties gebruiken. Normaal heb je daar tankjes voor nodig, of haal je het in het ziekenhuis via het centrale net “uit de muur”, zoals we in Nederland zeggen. De concentrator heeft maar 1 ding nodig en dat is stroom. De stroom krijgen we van een waterkrachtcentrale, die naast de guesthouse in de rivier staat, kortweg “The Hydro” genaamd, en die wil er nog wel eens mee stoppen, om één of andere onbekende reden. Jullie begrijpen, ik balanceer op een dun koord, boven een ravijn, gevoelsmatig.
Momenteel zit ik deze DD overigens ook in het pikkedonker te schrijven, met tientallen beestjes op mijn scherm, maar de sterrenhemel met recht boven mij “Orion” is prachtig!!!! Enfin, terug naar Yebou, ik begin, rustig aan met wat “shotjes” propofol van 1 ml/keer, ze begin wat gezellig te praten, waar ik helemaal niets van begrijp, maar dat is niet erg. Na 5 ml ligt ze te slapen, maar nog lang niet voldoende voor de operatie, want propofol zorgt niet voor pijnstilling. Als Erdi er klaar voor is, geef ik haar rustig aan in totaal 50 mg ketamine. En wat ik bedacht had, komt uit. Ze ligt stil, vecht niet, ligt heerlijk te slapen en Erdi kan rustig opereren. Het wordt uiteindelijk geen grote operatie. Het chemo heeft zijn werk gedaan, alleen beide eierstokken moeten worden verwijderd. Nu zullen jullie denken: “Wauw, mooi, goed resultaat”. Voor een meisje van tien, begint misschien de ellende nu pas. Ja, ze zal leven, maar ze moet nog gaan puberen (hormonen!!!) en ze zal later geen kinderen kunnen krijgen en dat is toch wel “een dingetje” hier. Wellicht komt ze nooit aan een man of wordt ze zelfs verstoten door haar dorpsgemeenschap. Voor nu heeft ze in ieder geval geluk, want de operatie duurt nog geen uur. Erdi neemt uitgebreid de tijd om de ouders te vertellen hoe het er voor staat. Ze ziet de bedrukte gezichten als ze het nieuws horen (vooral het gedeelte “geen kinderen krijgen…..daar hoef je de lokale taal niet voor te kunnen spreken), maar uiteindelijk zijn ze ons erg dankbaar dat ze de chemo heeft gehad, is geopereerd en nog leeft. Ze blijft nog een uurtje op de uitslaapkamer en dan breng ik haar terug naar de verpleegafdeling, welke in het andere gebouw is gesitueerd. Op zich is dat ook wel weer een film waard. Eerst de patiënt van het bed op een brancard met wielen tillen (so far, so good), dan in de bloedhitte, over het gravelterrein (met geopereerde buik) richting de verpleegafdeling, brancard met patiënt over de goot tillen (nodig voor het regenseizoen), dan op een verhoging tillen en dan kom je gelijkvloers op de verpleegafdeling uit….. J. Zie je het voor je???
Overigens hoorde ik vandaag dat ik officieel petemoeder/tante ben, want de baby van gisteren (een meisje) gaat toch ècht Kris heten, hoe leuk is dat??? Donderdag, 21-‐02-‐2013 Vanmorgen ben ik vroeg wakker. Aangezien de “Hydro” er gisteren geen zin meer in had, hebben we over de nacht geen stoom gehad. Dat merk ik, omdat de buitenverlichting, die elk gebouw heeft op de “compound” uit is. Ik houd mijn hand maar weer eens 5 cm van mijn gezicht, maar ik zie nog steeds mijn vingers niet, dus het zal nog wel nacht zijn. Op de tast zoek ik mijn hoofdlampje (die ligt steevast naast of in mijn kussensloop) en daarna telefoon, om tot de conclusie te komen dat het 05.00 uur is. Even omdraaien nog, dus. Tijdens de overdracht krijgen we te horen dat Yebou het goed heeft gedaan over de nacht. Daar ben ik blij om. Verder hadden we gisteren nog een zorgenkindje van ong. 10 maanden, die met hoge koorts en een snelle ademhaling (40-‐60/x minuut) haar infuus uit haar hand had getrokken. En dat is natuurlijk niet wenselijk als er antibiotica in moet, maar ja, vertel dat een baby. Aangezien Erdi in de OPD (=opname) bezig was, heb ik, met het zweet in mijn nek, dat via mijn ruggengraat naar beneden loopt, een infuus in de voet weten te prikken. Goed vastgezet met pleister en een spalkje onder de voet gemaakt van karton. Het is een beetje knip en plak werk, maar wel effectief. Daarna het voetje en de enkel helemaal ingewikkeld met een bandage en vooralsnog houdt het goed. De medicijnen slaan aan, maar ze heeft nog een lange weg te
gaan. Gisteren in de namiddag kondigde zich een 74 jarige man aan, die last heeft van een navelbreuk. Deze is eigenlijk ontstaan door operaties aan een eerdere navelbreuk en een liesbreuk. De breuk zit vrij hoog en Erdi vraagt aan mij wat de opties zijn…. Gewoon op ketamine (iedereen weet aan het eind van deze reis wat voor spul het is J), of toch een spinaal en hopen dat we het kunnen dekken tot op de hoogte van Th 8-‐9 (voor de leken, dat zit boven de navel). Of misschien toch lokaal in het operatiegebied de verdoving maken. Deze meneer is verder bekend met hoge bloeddruk, waar hij een plaspilletje voor heeft, niet dat het veel doet….zijn bloeddruk is 200/100 mmHg.
Ik wik en weeg een beetje en samen met Erdi maak ik een plannetje. Ketamine is geen goede optie, de bloeddruk zou alleen maar verder kunnen stijgen, local verdoven….hmmmm het is best een vervelend gebied. Uiteindelijk toch maar voor een ruggenprik gekozen, hoewel in Nederland het natuurlijk niet volgens de regels is, maar ja, je MOET hier iets!!! Voor mijn collegae, ik besluit Lido 2% te gebruiken. De man blijkt ook een rug van 74 jaar te hebben, want de spinaal gaat er niet 1-‐2-‐3 in. Maar bij de 3e poging kom ik toch tussen de wervels door en weet ik de naald op de goede plek te plaatsen. Als de man weer ligt, gaat Erdi poetsen en afdekken en controleert ze de plek waar ze wil opereren door met een klemmetje op verschillende plaatsen de huid vast te pakken. Er is nl. geen mogelijkheid om het hier met koud en warm te controleren, zoals we in Nederland doen. Het heeft ook geen zin om te vragen of het “anders” aanvoelt
(zeg maar verdoofd), want de patiënt en ik begrijpen elkaar toch niet J. Dus testen met een klem is eigenlijk het best. Lang verhaal kort, de spinaal zit al een huis!!! Ondertussen moet ik natuurlijk ook nog onderwijs geven aan de locals, dus dat is best een drukke bedoening. Na afloop houd ik de patiënt nog een half uur op de recovery (uitslaapkamer) en al snel kan hij beide benen weer bewegen. Hij is helemaal blij. Vervolgens brengen we de patiënt naar de verpleegafdeling, waar er onderweg natuurlijk weer moet worden gezeuld met brancard en patiënt, het blijft een komisch gezicht. Het werk bestaat hier niet alleen uit een beetje anesthesie geven.
Op de foto sta ik gazen te vouwen, die eerst geknipt worden, waarna de rafelige randjes naar binnen worden gevouwen en in een “sterilisatiekan” gaan, om ze vervolgens steriel te maken. Dan, aan het eind van de dag, moet ook de opbrengst van de dag worden geteld. Er zijn hier geen verzekerings-‐
maatschappijen, dus elk medicijn, elke röntgenfoto, elke operatie heeft een bedrag, wat cash moet worden betaald. En dat kan soms best wat voeten in de aarde hebben. Mensen doen alsof ze geen geld hebben, en plotseling komt het geld uit een knoop die in één van de hoeken van een bontgekleurde doek (die vooral de vrouwen dragen, hetzij om hun lichaam, hetzij om hun hoofd). Het blijft één groot spel. Zelfs op de behandeling in het ziekenhuis probeert men af te dingen, tot op de 1000 leones (zeg € 0,20). Tegen een uur of 5 zijn we klaar met werken en loop ik meestal het stukje van het ziekenhuis naar de Guesthouse. Je komt altijd locals tegen, waar je een praatje mee begint. Een aantal weten zelfs mijn naam al en wordt er geen “opoto” maar “Kris” geroepen, waarna ze enthousiast zwaaien of gewoon gezellig een stukje meelopen. De avond valt weer en ik heb weer een fantastische dag gehad en de zonsondergang…..die maakt het helemaal af. Zelfs Nederland kan niet tippen aan de prachtige paars/roze gloed die je ziet, voordat het donker wordt en de zon plaats maakt voor een heldere maan en een fantastische sterrenhemel…. Vrijdag, 22-‐02-‐2013 Gisteren werd ineens bekend gemaakt dat er vandaag ook een “public holiday” zou zijn, zodat er vandaag officieel bekend gemaakt zou worden wie de verkiezingen in november 2012 heeft gewonnen. Dat betekent dat alle mensen die ook maar iets met de politiek te maken hebben, (waaronder ABD), vandaag naar Freetown (de hoofdstad) moeten. We verwachten (dus) een rustige dag vandaag, want iedereen is vrij. Tis altijd nog even afwachten of ons eigen personeel komt opdagen, maar, jawel, iedereen is er tijdens de overdracht. Volgende week wil ik een begin maken met wat klinische lessen. Erdi heeft wat onderwerpen aangedragen en ik ga er iets over vertellen. De overdracht eindigt altijd met de woorden : Back to bed….. Dit is tweeledig, de nachtploeg gaat thuis slapen, de dagploeg moet naar de bedden van de patiënten. Ik wil jullie kennis laten maken met twee patiënten vandaag. De eerste is een jonge man die op bedje 29 ligt. Hij heeft pijn in zijn heup en ligt al ruim een week in het ziekenhuis, al voor dat ik kwam. Erdi heeft bij opname gelijk foto’s gemaakt en ondanks zijn jonge leeftijd zou hij eigenlijk een heupprothese moeten krijgen. Zelfs in Nederland is dat erg ongebruikelijk, dus hier hoeven we er al helemaal niet aan te beginnen. Enige wat we hem aan kunnen bieden
is oefeningen (dus in beweging blijven) en pijnstillers. De man ligt heel de dag niets te doen, krijgt eten van zijn vrouw, wordt verzorgt door de personeel, hij vindt het wel best zo. Overdag hangt hij een beetje rond, zit zelfs met een opgetrokken been, aan de kant van de pijnlijke heup, tegen een pilaartje aan, dus we denken dat het wel meevalt. Hij krijgt elke dag pijnstillers en eigenlijk houdt hij nu een bed vast, die we kunnen gebruiken voor een ècht ziek persoon. Probleem is alleen…..je raadt het al…..geen geld. We staan in een patstelling. Laten we hem gaan, zonder te betalen of laten we hem liggen, maar met een rekening die oploopt? Erdi (en iedereen van de staff) is de patiënt 29 een beetje zat. Tijdens deze ronde kijkt Erdi mij aan en zegt: “Heb jij nog enige suggesties?”. Gekscherend zeg ik: “Laat hem hier werken, dat doet hij zijn oefeningen en kan hij zijn rekening betalen. Dat vond Erdi nog niet eens zo’n gek idee. Alfred (van de schoonmaak) wordt erbij gehaald en voorgesteld aan zijn nieuwe collega J. Hij mag beginnen met licht werk, de “stoep” rondom de verpleegafdeling vegen. En even later staat hij dat dan ook, met een lang gezicht, te doen. Op de compound hebben wij ook twee handymannetjes rondlopen, Emmanuel (wellicht kennen jullie hem nog van het ziekenhuis in Makeni) en John, zijn rechter hand. Zij zorgen dat het eten op tijd klaar staat, doen de was, maken de verschillende huizen schoon, die hier staan, zorgen dat de generator wordt gestart, als de Hydro uitvalt, doen boodschappen, eigenlijk houden ze de boel hier draaiende. Vanochtend krijgen we ineens te horen dat de verloofde van John (20 jaar) in het ziekenhuis ligt. Ze is hoogzwanger en moet vandaag bevallen. Erdi en Maria vallen bijna van hun stoel, want dat hij een verloofde heeft is 1., maar dat ze ook nog moet bevallen (zonder dat ze ooit tussentijds gecheckt is), maakt het verhaal nog interessanter. En inderdaad, op het bevallingsbed, ligt een jongedame, waarvan bij de overdracht is gemeld dat ze 8 cm ontsluiting heeft. Prima, dan gaat het vast zo allemaal gebeuren. Het is de eerste baby, dus we schatten dat het in een uurtje of drie wel gepiept is. De dag gaat voorbij, maar nog steeds geen baby. De verpleegkundigen houden netjes de vitale functies (bijv. bloeddruk (van de moeder) en hartslag (van moeder en kind) in de gaten. Tegen de tijd dat Maria en ik komen kijken, is er een kritiek moment aangebroken. Moeder en kind doen het nog steeds goed, maar er zit geen schot in de zaak, ondanks de medicatie die we hebben gegeven. We gaan op zoek naar de hartslag van de baby met een de “ultrasound”, een soort echokop. Al snel vind ik een hartslag, maar van rond de 80. Ik twijfel, heb ik nou een van de grote slagaders van de moeder te pakken, of is dit nou het hartje van de baby? In het eerste geval zou dat geen probleem zijn, als het de baby is……then we are in trouble!!!. We
hebben natuurlijk geen enkele andere vorm van monitoring, dus terwijl Maria de echokop op de plek van de hartslag houdt, pak ik de pols van de moeder. Daar voel ik een ander ritme, dan wat ik hoor via de krakende speaker van de “ultrasound”. Conclusie: De baby is in nood!!!!! Waarom gebeurt dit altijd bij “bekenden”??? Als een jekko bellen we Erdi, zetten de moeder in een rolstoel en gaan we, zo goed en zo kwaad als het kan (jullie weten onder tussen hoe de hindernisbaan eruit ziet, zie foto, waar we met een brancard bezig zijn) rapido naar de operatiekamer (=OK). Tot overmaat van ramp ligt het infuus eruit, maar dat weet ik gelukkig snel te herstellen. Op de OK wordt er snel de buik schoongemaakt en steriele doeken over de patiënt gelegd, zodra alles klaar staat voor Erdi, geef ik 100 mg ketamine, we wachten 1 minuutje en hop, het chirurgisch mes maakt de buik snel open…… Erdi werkt op volle toeren een weg richting de baarmoeder en binnen 5 minuten heeft ze een prachtige, huilende baby in haar handen. Het meisje heeft een kleine “toeter”op haar hoofd (die je wel eens ziet bij “vacuümbevallingen”, maar dat slinkt wel weer. We zijn allemaal blij en opgelucht dat het goed is afgelopen. De toeter verklaart wel een beetje waarom het kindje er niet uit kon komen. Ik ga op zoek naar John, onze kersverse 20-‐jarige vader. Hij loopt wat onrustig heen-‐en-‐weer bij de securitygate, waar alle mannen zich verzameld lijken te hebben. Ik roep hem en laat hem zijn dochter zien, hij is helemaal in de war en durft in eerste instantie het hoopje mens, wat in kleurige doeken is gewikkeld, niet van mij over te nemen. Het is echt aandoenlijk om te zien. Hij is wel erg blij dat moeder en kind het goed maken. Weer een mooie dag vandaag, zoals jullie hebben kunnen lezen. Aankomend weekend is Erdi vrij, dus we zullen niet veel te doen hebben in het ziekenhuis. Voor mij is het ook dus dit weekend een beetje vakantie. Zaterdag, 23-‐02-‐2013 06.45 uur. Ik word langzaam wakker van het ochtendlicht en een haan die kraait (niet de haan uit 2006 J). De overbekende Nokia-‐ringtone komt uit de kamer naast mij, Erdi neemt op, er volgt een korte woordenwisseling en al snel een klop op mijn deur, “Kris?”. Geen vakantiedag dus vandaag. Ik stop snel 3 zoute Tuc’s in mijn mond met wat water en mijn malariapil, want ik weet niet wanneer ik ga ontbijten. Binnen 5 minuten zitten we in de auto naar het ziekenhuis. Ondanks dat de rit maar 3 min. duurt, is dit toch de snelste manier.
Er is een hoogzwangere dame (die al 4 kinderen heeft), waarvan het kind overdwars ligt (waar heb ik dit meer gehoord, mam?). Probleem is dat ze nooit een echo heeft laten maken, of überhaupt op controle is geweest. Blijkbaar weet nog niet iedere inwoner van Sierra Leone de weg naar een ziekenhuis te vinden. De buik ziet er ook anders van vorm uit. Uit haar vagina hangt al een gedeelte van de navelstreng en dat ziet er niet goed uit. Geen kloppend vat in de navelstreng, dus je hoeft geen geleerde te zijn om te constateren dat de baby helaas is overleden. Maar goed, het kind moet er wel uit, en daar is een “keizersnede” voor nodig. We zien al een litteken over haar buik lopen, dus dat kan nog een lastige procedure worden. Bijkomend probleem was dat er nog geen stroom is. De “Hydro” is gisterenavond afgeslagen, en wil deze ochtend niet echt meewerken. Na ong. 4 á 5 pogingen lukt het om hem aan de praat te krijgen. Ik geef een soort Afrikaanse narcose “plus”, wel de ketamine en beetje slaapmiddel, maar ook wat propofol (zie eerdere DD), omdat het wel eens langer kon gaan duren dan normaal. De baby is werkelijk een prachtige voldragen jongen, met alles erop en eraan van 3,2 kilogram. Zo zonde dat deze dame niet eerder op controle is geweest…..maar ja, in de ogen van de locale bevolking…..als het al 4x goed is gegaan….waarom zou je…..? Na deze trieste gebeurtenis, over tot de orde van de dag. Je moet vooral niet te lang in dit soort dingen blijven hangen, anders overleef je het niet hier. Dat betekent niet dat je ongevoelig moet worden, maar het is nou eenmaal de realiteit. Bovendien, we hebben ook prachtige reddingen hier en vooralsnog zijn dat er veel meer dan de baby’s die overlijden. Ik bedoel, de prematuurtjes doen het nl. nog steeds prima en zijn inmiddels al meer dan een week oud en nu dus eigenlijk 31 weken. We doen gelijk maar een ronde in het ziekenhuis en iedereen maakt het eigenlijk goed. Meest grappige en opvallende voorval is, dat de patiënt van bedje 29 ineens met 10.000 leones op de proppen komt J J J. Het maffe idee van mij schijnt toch een uitwerking te hebben, als had ik nooit kunnen bedenken dat dit het resultaat zou zijn. Voor “Mister Saw” van de kettingzaag (hij heet ècht Saw van zijn achternaam, hahahahahaha) heeft Erdi gisteren een mooie brase gemaakt van het allerlaatste beetje lichtgewicht gips. Hij is er erg blij mee, maar het gips drukt nog op wat wonden, die onder het verband zitten. Maria en ik gaan de opslagruimte in en komen met een hele handel aan zacht watten en dikke zachte wondgazen aan bij deze patiënt. Samen met de patiënt freubelen we
net zolang totdat hij helemaal tevreden is. Zijn gezicht klaart helemaal op, als het brase helemaal past, zonder dat het pijn doet. Nu kan hij zijn hand (die nu naar beneden hangt) gebruiken, want zijn vingers en de kracht in de hand is wonderwel aanwezig!!! De rest van de dag blijft gelukkig heerlijk rustig. Erdi gaat naar vrienden in Masanga (waar we eigenlijk vorige week naar toe zouden gaan, maar ja, die lekke band hè?) en blijft daar slapen. Ze vraagt of ik ook meega, maar ik blijf liever nog op de compound vertoeven. Yebou (het meisje van de chemokuur) heeft koorts, maar haar infuus is gesneuveld. Een ieder collega weet dat bloedvaten na een chemokuur, moeilijk aan te prikken zijn, dus momenteel ben ik de beste kans voor haar. Gelukkig zie ik nog een vaatje lopen aan de binnenkant van de pols en weet ik de infuusnaald naar binnen te schuiven. Aan het eind van de middag ga ik nog even terug naar de kliniek met Maria, om de medicijnen voor de komende 24 uur te regelen. Erdi heeft een goed en overzichtelijk systeem opgezet, zodat we binnen een kwartier hier mee klaar zijn. Zo loopt de dag weer altijd anders dan verwacht. In de bijlage een foto van mijn petekind (aan de borst) en de foto van een prematuurtje (met de voeding uit de spuit).
Maandag, 25-‐02-‐2013 Het ziekenhuisterrein is rondom afgesloten met prikkeldraad. De hoofdingang bestaat uit een vertrekje waar “de guard” zit en een enorm hek, die gesplist is in twee delen, zodat ze makkelijk te openen zijn voor o.a. ons, als we met de auto aankomen. Via een kleine deur kunnen patiënten en bezoekers naar binnen. Ook deze ochtend zwaaien de hekdeuren weer voor ons open, maar nog voor wij het terrein op kunnen rijden, scheurt een motorbike met 3-‐en-‐een-‐half-‐ persoon (3 volwassenen en een baby J) vlak voor onze Toyota Prado langs. In 1 oogopslag zien Erdi, Maria (verpleegkundige en daarbuiten doet ze nog veeeeel meer) en ik dat het foute boel is. In de OPD (Out Patient Department=opname) wordt het kind, in een ruimte die dient als uitslaapkamer voor de operatiekamer, direct op een bed gelegd. Ze blijkt niet aanspreekbaar en haar ogen kijken al richting de hemel. Verder schudt het kind aan alle kanten en is armen en benen zijn stijf. Collegae van mij zullen deze trekken wel herkennen. Het kind heeft een insult en niet zo’n kleintje ook. Er gaat rectaal direct diazepam in (een slaapmiddel) en zodra en een infuusnaaldje in zit stoppen we er ook nog wat suikerwater in. Ik ren naar de OK om de zuurstofconcentrator en bijbehorend masker te pakken. Terug in de recovery ligt het kindje er nu ontspannen bij. Snel geef ik het kind zuurstof en dan kunnen we eens gaan kijken wat de ouders te melden hebben. Dat is altijd weer een uitdaging, want over het algemeen spreekt men niet de waarheid. Bovendien, soms spreken ze weer net een ander dialect, en valt er niets te vertalen. Dit keer hebben we geluk, er is in ieder geval 1 nurse die het dialect spreekt. Die vertelt dat het kind sinds drie dagen ziek is. Twee dagen overgeven, gevolgd door 1 dag van dit soort aanvallen, zoals hierboven beschreven. Wat ouders of patiënten meestal niet vertellen, is dat ze eerst naar een “traditional healer” gaan. Dat is een soort medicijnman/vrouw, in het dorp, die ziektes te lijf gaan met kruiden, aarde, vuur, etc. Erdi en Maria gaan naar de overdracht, terwijl ik het kindje in de gaten houd. Na een minuut of 10 begint ze weer te shaken. Via het infuusnaaldje geef ik voorzichtig 2/10 ml diazepam en dat werkt weer voor even. Ondertussen gaan de bezorgde ouders met elkaar bekvechten. Ik hoef geen timni de spreken om eruit op te halen dat de moeder graag eerder naar het ziekenhuis was gegaan, maar dat de vader het niet nodig vond. Mijn slaapmiddel helpt overigens maar even, wéér gaat het kind shaken. En weer geef ik diazepam, veel meer dan dit kan ik niet doen. Als het kind even stabiel is, de ouders de eerste aanbetaling
hebben gedaan en alle administratieve rompslomp is geregeld, ga ik snel met ouders en kind naar de kinderafdeling. Daar is een bed voor haar, met een zuurstofconcentrator. Als het kindje is geïnstalleerd, zie ik vanuit mijn ooghoek dat de ouders van Kris enthousiast en verwachtingsvol naar mij zitten te kijken. Ik loop naar het bed en nog voor ik “goedemorgen” kan wensen, halen ze een emmer onder het bed vandaan met twee enorme ananassen. “This is for you”. Ik kijk ze niet-‐ begrijpend aan en vraag wat hier de bedoeling van is. Blijkbaar zijn ze zó blij, dat ik 2 ananassen krijg. Erg lief, maar ook erg duur. Je kan merken dat deze mensen iets meer geld hebben dan de rest van de bevolking van Sierra Leone. Ik ga met de ananassen naar Maria en zeg dat we vanavond een “toetje”/nagerecht hebben. Ondertussen draaien mijn hersenen op volle toeren, want eigenlijk wil ik ook wel wat teruggeven.
Vandaag is er geen operatiedag, dat is op dinsdag en donderdag, dus er staan andere dingen op de planning. Eén daarvan is dat de voorraad in de OPD moet worden aangevuld, en daarvoor moeten we weer naar 1 van de (zee)containers die hier her en der op het terrein aanwezig zijn. Er blijkt ook een opslag bij de “buren” van NedOil, ook een onderdeel van Lion Heart Foundation. Een prachtige loods met een heleboel dozen uit Nederland. Ik ben aangenaam
verrast al er ook nog eens op de dozen staat wat er IN zit. Met prachtige pakbonnen valt makkelijk af te lezen wat we wel en niet kunnen gebruiken. Maria heeft mij meegenomen naar deze loods om o.a. te vertalen (Maria zelf komt van de Filippijnen) en vraagt advies wat we wel en niet in de operatiekamer kunnen gebruiken. Ik, op mijn beurt, vraag waar ze tekorten heeft, zodat het mes aan twee kanten snijdt. Met zeven dozen in de Prado gepropt gaan we terug naar het ziekenhuis, alwaar alles weer wordt uitgeladen, de voorraden worden aangevuld en alles netjes wordt bijgehouden in boeken. In één van de dozen zitten ook mutsjes die er speciaal zijn voor onze prematuurtjes, om het hoofd warm te houden. Nu zullen jullie misschien denken dat 35 graden voldoende warm is, maar voor de kleintjes is dat toch niet voldoende. Ze koelen het meeste af via het hoofd en bovendien hebben ze niets om bij te zetten. Ik kijk Maria verwachtingsvol aan en vraag of ik ook een mutsje voor Kris mag hebben. Er komt een brede lach op haar gezicht en zegt dat ze wel een uitzondering wil maken. Opgetogen ga ik met de mutsje naar de kinderafdeling. Aan de moeders van de prematuurtjes leg ik uit wat de bedoeling is. Ze zijn nu allebei weer boven hun geboortegewicht (ongeveer 1400 gram) en mogen morgen voor het eerst naar buiten, met muts op!!! Dan kan ik ook mijn cadeautje aan Kris geven. De ouders zijn er helemaal blij mee! Grappige van het mutsje is dat er ook een labeltje aan hangt in de kleuren van de Sierraleoonse vlag, welke lijkt op onze vlag. Drie banen, alleen de bovenste baan is lichtgroen i.p.v. rood.
Daarna ga ik met twee verpleegkundigen (Hawa en Al Hassan) naar de operatiekamer om ze op te leiden tot anesthesiemedewerkers (AM). Al Hassan wordt de full-‐time AM en Hawa (die liever op de verpleegafdeling werkt) wordt
de back-‐up, voor het geval Al Hassan geen dienst heeft, ziek is, etc. We beginnen met oefenen hoe de zuurstofconcentrator werkt, hoe de monitor werkt (met Nederlandse knoppen erop J), en wat alle getalletjes betekenen die op het scherm verschijnen als ik de patiënt speel (het is warm, dus mijn hartslag is een beetje aan de snelle kant J). Ze stellen slimme vragen en na een uur of twee stoppen we ermee, morgen weer verder, dan hebben we echte patiënten. Aan het eind van deze les, komt mij ter ore, dat het kindje van vanmorgen helaas is overleden. Ze begon bloed te spugen (wellicht met nog wat kruiden en bladeren van de traditional healer erbij) en is kort daarna overleden. En zo vliegen de dagen hier om. ’s Avonds wil ik deze DD versturen, maar het internet ligt eruit, dus dat moet maar wachten. Na het avondeten, wordt de ananas opgegeten en om 22.00 lig ik lekker in mijn bedje en val heerlijk in slaap. ……. Om 23.45 uur wordt mijn slaap verstoord, omdat mijn “diensttelefoon” afgaat. Halfslaperig neem ik op en de stem van Erdi bereikt mijn trommelvlies. Een spoedje….Ik ben in 1x klaarwakker en worstel mezelf uit de klamboe, kleren aan, hoofdlampje mee en een fles water. Terwijl ik de deur dichttrek van het huis waar ik verblijf, vraag ik mezelf af of ik in het pikkedonker naar het ziekenhuis moet lopen. Mijn oog valt gelukkig direct op een stel koplampen van een auto met draaiende motor. De taxi (Maria) staat al klaar, zij zal Erdi assisteren. De bevalling (keizersnede) loopt voorspoedig, totdat het kind niet wil huilen. Eric (een verpleegkundige heeft het kind mee naar een voorbereidingsruimte op de OK meegenomen met 1 opdracht, “Let her cry”. Als ik na 10 seconden nog niets hoor (de moeder is overigens stabiel) vlieg ik naar buiten, met Erdi in mijn kielzog. Het hart klopt, maar ademen doet het niet. Met een ballon en kapje blazen we er met korte stootjes lucht in en na 20 seconden (het lijken we uren) begint het kind te krijsen!!!!! HOERAAAAAAAAA!!!! We zijn blij en de familie ook. De baby geef ik aan de vader en zeg: “You know what to do with it”, aangezien het zijn 5e kind is. De moeder wordt netjes dichtgemaakt en snel herenigd met het kind. Moe maar voldaan plof ik om 02.00 uur mijn bedje weer in.