Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002 Dag 1, vrijdag 1 maart. Computers, handboeken en enkele andere zaken opgehaald in Amsterdam en Amersfoort. De computers waren ter beschikking gesteld door de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Nijmegen. De auto (een Hyundai H200, ter beschikking gesteld door Peter van der Poel, u weet wel van de schoenenzaak op de Korte Hoogstraat) werd tot aan de nok gevuld, maar gelukkig was er nog enige plek voor onze persoonlijke dingen. Voor de vrijwilligers die in Srebrenica werken hebben we Edammer kaas, chocola, hagelslag, speculaas, bonbons, bitterkoekjes ingeladen. In Amersfoort kregen we ook allerlei formulieren mee die er voor zouden moeten zorgen dat we ongestoord over de diverse grenzen zouden kunnen reizen. Dag 2, zaterdag 2 maart. Vertrek uit Vlaardingen om 07.15 uur. Na een enkele stop onderweg arriveerden we na een voorspoedige reis in Passau bij de Duits-Oostenrijkse grens om ongeveer 17.00 uur. We sliepen daar in Hotel Wienerwald. Dat hadden we reeds van tevoren gereserveerd, dus we hoefden niet naar slaapplaatsen te zoeken. Dag 3, zondag 3 maart. Mooie rit door Oostenrijk, beetje regen, natte sneeuw maar geen oponthoud. Het was zondag, dus weinig verkeer op de weg. Ons eerste contact met douaniers zou de Oostenrijks-Sloveense grens zijn, maar we verwachtten daar geen grote problemen, want we zouden slechts dóór Slovenië rijden. Met name Roel verwachtte daar geen problemen. We arriveerden rond 12.00 uur bij de grens en toen we vertelden dat we in ons busje computers hadden voor studenten in Sarajevo, werd ons gemeld dat we vracht vervoerden en ons dus moesten melden bij de grensovergang ten behoeve van het vrachtvervoer. Echter, de keuze van grensovergang t.b.v. personenvervoer óf vrachtvervoer hadden we al vier kilometer voor de grens moeten maken, dus we moesten terug en wel naar de eerst mogelijke uitrit op de rijksweg (weer in Oostenrijk) om zodoende weer richting Slovenië te rijden en dan op tijd de goede keuze te maken. De eerste uitrit in Oostenrijk, lag 8 (!) kilometer voor de grens. We meldden ons bij de juiste grensovergang. Eerst Oostenrijk uit (belasting € 5,00). En toen naar de Sloveense douane. Een douanier kwam naar ons toe, vroeg wat we bij ons hadden en zei toen: “plombieren!!” Na enig heen en weer gepraat hadden we het door. Onze auto moest verzegeld worden. Wij vonden dat niet nodig, maar hij zou het wel even met zijn chef overleggen, maar die was lunchen (tot 13.00 uur). Chef er bij gehaald, conclusie: plombieren. Ze wilden er zeker van zijn dat de spullen niet in Slovenië zouden worden uitgeladen en misschien wel zouden worden verkocht. Probleem was nu: hoe verzegel je een auto die daar niet op is gebouwd? Vrachtauto’s hebben overal haken en ogen waar zegels aan bevestigd kunnen worden. Het moet gezegd worden dat de Sloveense douaniers er alles aan deden om ons te helpen. Met veel moeite werd de achterklep verzegeld. Maar de zijdeur kon slechts verzegeld worden door deze te koppelen aan de rechtervoordeur!! Roel (die in dit geval bijrijder was) moest vanaf die tijd in- en uitstappen over de bestuurdersplaats. Hierna moesten we bij een apart loket (aardig meisje) een transportlijst laten maken van alle spullen die we bij ons hadden. Dat was geen probleem want dat hadden we reeds op een afzonderlijke brief bij ons. Zij hoefde dit slechts over te nemen. Computers, boeken en wat persoonlijke dingen. Door een vergissing van “Amersfoort” stond er echter nog een stoel op (in het Bosnisch is dat “stolica” ) die we niet bij ons hadden. Roel heeft toen, in een vlaag van snel denken, uitgelegd dat daarmee een schaakbord bedoeld werd ( zum schachspielen). We hadden namelijk een zeer groot schaakbord ( 1 x 1 m) bij ons, voor een Nederlandse vrijwilliger in Srebrenica die schaakles geeft. Een predikant kan een mens heel wat wijs maken, zeker een onschuldig Sloveens meisje. Met de vervaardigde lijst moesten we naar loket 3 (onze douanier). Hij zei toen, dat de lijst niet klopte want het waren geen computers, maar computers + bildschirmen und tastaturen (beeldschermen en toetsenborden). Terug naar het meisje. Meisje past lijst aan. Terug naar loket 3. “Wat is de waarde van de inhoud?” vroeg toen de douanier. Ongeveer 500 euro zeiden wij, maar hij maakte er 2000 euro van, want dat was volgens hem de minimumwaarde van een lading. Toen moesten we nog 1 keer terug naar het loket van het meisje. Of we maar even 500 euro wilden betalen!! Caution. Ik wist (waarom weet ik niet) dat ze daarmee “borg” bedoelde. We zouden dat terug krijgen
maart 2002
1-6
Hans Strik
Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002 op onze terugreis. Volgens haar boften we nog want officieel moet men 50% van de waarde als borg betalen. Zij legde nog uit welk strookje we in Bosnië moesten laten stempelen en als we dat strookje zouden afgeven op onze terugreis, zou alles in orde komen. Zij zou er echter de volgende week niet zijn, maar haar vader. Dus totaal kostte het € 530,00,want we moesten ook nog € 30,00 belasting betalen! Al ons geld op. Toen alleen nog even naar loket 2. Daar zat een andere douanier en het enige wat hij deed was 6 “vinkjes” op de transportlijst zetten en een stuk of vier stempels (men is daar gek op stempels) en één en ander werd in de computer opgeslagen. Na 3 uur konden we verder door Slovenië, op naar de volgende grens en die lag maar 70 kilometer verder. Als je met een auto vol met kleren, boeken naar Bosnië gaat kun je volgens zeggen gewoon doorrijden, maar computers of iets dergelijks gaat wat lastiger, zo is gebleken. Bij de Kroatische grens eigenlijk hetzelfde verhaal (Roel verwachtte ook hier weinig problemen). Via de computer aldaar werd gecontroleerd of alles nog in de auto was. De auto was gelukkig verzegeld, we kregen er een loodje bij, we moesten naar een loket voor stempels en we moesten naar een loket om (uiteraard) belasting te betalen: €31,20. Duurde bij elkaar 1,5 uur. We zouden ‘s avonds in Tuzla slapen, maar we hadden al snel in de gaten dat we dat niet zouden halen, want we moesten nog 350 kilometer tot aan de Kroatisch-Bosnische grens. We hebben in Slavonski Brod overnacht in hotel Eko-garten, een prima hotel. We waren echter door al ons geld heen en ik had bij binnenkomst reeds gezien dat creditcards niet gebruikt konden worden. Dus we zeiden tegen elkaar: niet informeren, gewoon eten en slapen, we zien morgen wel hoe dat wordt opgelost. Tanken onderweg, tol betalen gaat trouwens prima met creditcards. Roel heeft nog contact gehad met “Tuzla”. Volgens de contactpersoon Mersed Baraković aldaar, zouden er bij de Bosnische grens geen problemen zijn. Dag 4, maandag 4 maart. Bijzonder knap dat je op een planning van twee tot drie dagen er al één achter ligt! We konden in het hotel uiteraard niet betalen met een creditcard. In Slavonski Brod was echter wel de mogelijkheid om geld te pinnen (Kroatische kuna’s). We gingen daar samen naar toe. De hoteleigenaar vond het blijkbaar heel normaal dat we terug zouden keren. We kwamen in een bankgebouw waar enorme rijen mensen stonden. Bij de informatiebalie geïnformeerd of de betreffende persoon Engels sprak. Hij niet, maar hij riep direct een mevrouw die haar werkzaamheden liet voor wat ze waren, en zij hielp ons dermate goed (langs alle rijen wachtenden), dat we binnen 5 minuten weer buiten stonden mét ons geld. Hotel betaald en vol goede moed naar Bosnië. Grensovergang Zupanje/Orasje. We moesten met onze auto op een apart parkeerterrein gaan staan waar alle expeditiekantoren hun kleine kantoortje hadden. Ja hoor, we misten een formulier!! Dat moest uit Tuzla komen. Dus toch problemen. We hebben daar drie uur lekker in de zon gezeten en gelopen. Mersed (onze contactpersoon) werd gebeld en hij zou uit Tuzla het formulier komen brengen. We konden trouwens toch niet eerder doorrijden want van 10.00 tot 12.00 uur was de grens geblokkeerd door demonstrerende Bosniaks, die erkenning vroegen voor hun pensioenrechten. Om 13.00 uur kwam Mersed. De douane bevestigde een derde loodje en binnen een half uur konden we op weg naar Tuzla, waar de laatste formaliteiten (inklaren) moesten worden afgehandeld alvorens we naar Vogosca bij Sarajevo konden. Alleen nog even belasting betalen € 30,00. Maar toen werden we tegen gehouden door de douane. Aangezien we geparkeerd stonden op een douaneterrein moesten we dus ook parkeergeld betalen! € 7,50. Mersed legde ons uit hoe we moesten rijden naar en in Tuzla. Hij zou op ons wachten, de boel afhandelen en klaar waren we. Dit klonk zo overtuigend dat Roel maar weer eens zei dat we in Tuzla geen probleem zouden hebben. Het viel me wel op dat hij dit soort zinnetjes steeds meer liet volgen door: “Vermoed ik”. Dus ook bij een predikant slaat soms de twijfel toe! Tuzla: Op een parkeerterrein bij de douane de auto neergezet (u voelt het al aankomen: parkeergeld!). Mersed kwam toen al naar ons toe. Problemen! De minister van Bosnië moest nog een handtekening zetten op een formulier waaruit bleek dat alles in orde was. Hij had dat echter niet gedaan. Dus wij moesten overnachten in Tuzla. Mersed regelde een hotel. Big Hilton (echt waar!). Dat hotel deed dus zijn naam geen eer aan. Hoe ver-
maart 2002
2-6
Hans Strik
Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002 zin je voor een klein hotel zo’n naam. We gingen Tuzla in, kopje koffie drinken. Wie schetst onze verbazing toen we daar Abel Hertzberger van de Werkgroep NederlandSrebrenica (WNS) ontmoetten. Hij was in het weekend vertrokken met de trein uit Nederland en had ons, toen hij in de bus zat vanuit Kroatië, zien staan (in het zonnetje) bij de Bosnische grens. In Tuzla rijden 120 Nederlandse stadsbussen, die zijn aangeschaft onder auspiciën van Mersed. Bussen die in Nederland zijn afgeschreven maar nog zeer goed functioneren. Het is dus een vreemde gewaarwording als je naast een bus staat en op de ruit staat “Zitplaats voor invalide”. Of als je achter een bus rijdt en je ziet reclame voor Nationale Nederlanden (zeker voor mij als werknemer van Stad Rotterdam Verzekeringen). Dag 5, dinsdag 5 maart. Na een zeer eenvoudig ontbijt werden we om 08.30 uur opgehaald door Mersed. Hij bracht ons naar de douane even buiten Tuzla. De minister zou voor 09.00 uur zijn handtekening zetten. En via een fax zou een en ander snel geregeld worden. Waarschijnlijk waren wij rond 10.30 uur weer op weg. Er was daar een klein terrasje waar we een kopje koffie dronken (Turkse koffie met veel koffieprut, waar je lepeltje haast rechtop in bleef staan). In het zonnetje, het leek wel zomer, zaten we te wachten en te wachten. De minister zou de hele dag vergaderen maar had drie momenten waarop hij correspondentie ondertekende. Om 09.00 uur, om 12.00 uur en om 17.00 uur. De voor ons belangrijke handtekening werd om 17.00 uur gezet!! Dus we hebben daar de hele dag zitten wachten! En dan wil ik me nog wel eens druk maken als mijn trein een minuutje te laat is. Tijdens het laatste uurtje van ons wachten hebben we zitten praten met Mersed en zijn vrouw Vedada. Mersed (half Nederlander, gewoond in Rotterdam, en gelukkig Feyenoord-supporter) spreekt voortreffelijk Nederlands. Hij heeft in Bosnië al zo’n 100 projecten gestart. Hij doet dat voor de organisatie Peaceflame ’94. Wat een energie, wat een gedreven persoonlijkheid!! Onder de vlag van Peaceflame worden onze computers vervoerd. De organisatie heeft namelijk een zeer goede naam in Bosnië. Ze willen dat graag zo houden, vandaar dat alle formaliteiten goed geregeld moeten worden. Om 17.15 was alles in orde. De verzegeling werd opgeheven. Roel en ik hebben de loodjes gekregen en die zullen we nooit meer wegdoen. O ja, nog even € 51,72 belasting en € 15,52 parkeergeld betalen. We gingen direct onderweg naar Vogosca, een voorstadje van Sarajevo, waar de studenten wonen die onze computers zouden krijgen. We waren nog geen 10 minuten onderweg of we werden direct buiten Tuzla aangehouden door politie in verband met rijbewijscontrole. Via een bochtige weg arriveerden we rond 20.00 uur ter plekke. Volgens Roel zijn er in zo’n stadje voldoende hotels (“vermoed ik”). Er was er dus één. Hotel Park een oud, groots hotel uit de communistische tijd, maar in redelijk vervallen staat. We waren blij dat we ons konden verschonen, want door die verzegeling op zondag, zaten eveneens onze tandenborstel, schone sokken en onderbroekjes al dagen achter slot en grendel! En we hadden ook al een redelijke baard ontwikkeld. Die avond contact gehad met Aïda, één van de studentes. De volgende dag zouden we opgehaald worden. Dag 6, woensdag 6 maart. Om 09.00 uur weren we afgehaald door twee studenten en reden naar de plek van bestemming. Om 09.30 uur was de auto leeg! Er bleven nog enkele spullen in ten behoeve van Srebrenica. Zij waren zeer enthousiast over de geleverde apparatuur. Hierna hebben we met zijn allen koffie (espressokoffie) gedronken in een klein cafeetje. De doos bonbons die we hadden meegenomen werd ter plekke leeggegeten. Niet vanwege de honger, maar omdat ze het lekker vonden. Toen naar Srebrenica met de rest van de spullen. Een zeer indrukwekkende, deprimerende tocht. Je komt dan echt in het binnenland. En daar zie je pas goed wat de oorlog heeft aangericht. Werkelijk elk huis is beschadigd. En als het er niet beschadigd uit ziet, dan kun je zien dat men het hersteld heeft. Het is ongeveer 7 jaar geleden dat de oorlogshandelingen zijn beëindigd, dus men probeert de draad weer een beetje op te pakken. Roel en ik hebben de afgelopen dagen best veel gelachen, met name rondom alle toestanden bij de douane. Waar we ons nu bevinden vergaat ons het lachen. Roel had
maart 2002
3-6
Hans Strik
Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002 me er al op voorbereid, want die was al eerder hier geweest, maar ik was en ben nog steeds diep onder de indruk. De tocht eindigt via Bratunac in Srebrenica. Bratunac is een mooi dorpje dat nauwelijks is beschadigd. Volgens zeggen wonen hier de moordenaars van Srebrenica. Als je van Bratunac naar Srebrenica rijdt, kom je langs de compound (een groot ruim omheind gebied) waar Dutchbat zijn domicilie had. Tegenover deze plek staat nu een monument (een grote marmeren kubus) met een simpele inscriptie “Srebrenica juli 1995”. Het is de bedoeling dat op deze plek de gedode mannen van Srebrenica worden begraven, voor zover zij uiteraard zijn terug te vinden. We hebben kennis gemaakt met en geluncht bij de vrijwilligers van de werkgroep. Hierna rondgelopen door het stadje. Het was groter dan ik gedacht had. Werkelijk elke woning, elk gebouw is beschadigd zoniet geheel kapot. Maar langzamerhand wordt er weer wat opgebouwd. Er is een polikliniek gerenoveerd met behulp van Deense subsidie. Elke moskee is gesloopt, je ziet daar nog de resten van, ook van de graven rondom een moskee. Bij een kerk in de hoogte heb je een prima uitzicht over de stad. Alle huizen liggen op de hellingen links en rechts van de doorgaande weg, in het midden is een redelijk groot centrum. Je kunt dan je dan goed voorstellen hoe het verdrijven van de mensen door de Serviërs moet hebben plaatsgevonden, van de ene kant van het dorp naar de andere kant. Op dat moment (er woonden hier normaal ongeveer 7-8000 mensen) waren er totaal 40.000 mensen (vluchtelingen) in Srebrenica. Als je dan naar links kijkt staat boven op een berg een kruis, dat door Karasic persoonlijk is neergezet, toen hij zag dat iedereen verdreven was. Ik heb kennis gemaakt met diverse mensen. Dragana een zeer actieve Servische jonge vrouw die veel werk verzet voor de werkgroep met het vertalen van Bosnisch <-> Engels. Zij heeft een bijeenkomst georganiseerd m.b.t. het opzetten van de gezondheidszorg in het gebied. Bob Janssen is de coördinator ter plekke. Vincent Benner is sinds kort als vrijwilliger aanwezig. Bas Schippers die er bijna twee maanden zit als vrijwilliger heeft één maand zelf verlof opgenomen en één maand verlof van zijn werkgever gekregen. Durkje Sybesma die nu bijna een jaar aanwezig is. Binnenkort vertrekt zij weer naar Nederland. En twee conservatorium studentes: Anneke en Marjolein. Zij geven muziekles aan kinderen en hebben een muziekbandje met gehandicapten opgericht. Jet Visser geeft engelse les. ’s Avonds gegeten bij Volan (bijgenaamd “De Snor”, vanwege het uiterlijk van de eigenaar). Dit is de enige gelegenheid in Srebrenica waar je ’s avonds kunt eten Een hoofdmaaltijd inclusief drankjes kost daar ongeveer € 4,00. De vrijwilligers slapen op verschillende plekken in Srebrenica. Er is het vrijwilligershuis waar een aantal slaapplaatsen zijn en sommigen bivakkeren op andere plekken in het stadje. Wij slapen bij Bosnische mensen thuis Izet en Zegira. Zij krijgen daarvoor van de werkgroep een vergoeding. Volgens goed gebruik moeten we bij binnenkomst onze schoenen uit en sloffen aan. Dag 7, donderdag 7 maart. We worden rondgeleid door Durkje. We bezoeken nu de activiteiten, zoals een leeszaal die is opgezet door de OSCE (Organization for Security and Cooperation in Europe) en die wordt gesubsidieerd door de Nederlandse ambassade, waar men kranten en tijdschriften kan lezen. De werkgroep werkt daar op concrete dingen samen, zoals Engelse lessen voor volwassenen. We gaan naar het gebouw van Amica, een organisatie waar verschillende activiteiten worden geboden, zoals Engelse lessen, computercursussen, kinderactiviteiten, activiteiten voor vrouwen en dergelijke. Bas geeft bij Amica computerles aan kinderen van 9-11 jaar bijgestaan door een tolk. De kinderen leren snel en zijn erg enthousiast. Er is daar ook kinderopvang voor kinderen die op een bepaald deel van de dag niet naar school zijn. De lessen worden op school gegeven in ‘shifts’ van ’s ochtends 07.00 uur tot ’s avonds 19.00 uur! De kinderen komen voor een deel uit de omgeving van Srebrenica. Je ziet ze dan ook ’s avonds nog richting huis gaan, in het donker, liftend of met de bus. En sommigen moeten ’s morgens om 05.00 uur opstaan om op tijd op school te zijn!! We bezoeken Bosfam (Bosanska Familija). Deze organisatie geeft vrouwen die geleden hebben onder het oorlogsgeweld, een kans om via handvaardigheid wat te verdienen en hun leven weer wat inhoud te geven. Zij staan bekend om hun prachtige geweven kleden en schitterend gebreide truien. Sinds mei 2001
maart 2002
4-6
Hans Strik
Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002 is er in Srebrenica een Bosfam-afdeling gevestigd. Grondstoffen en geld voor grondstoffen wordt op dit moment beschikbaar gesteld door de Canadese regering. Hierna gaan we naar de jongerensoos Sara. Hier geven Anneke en Marjolein muziekles. We mogen niet aanwezig zijn bij de muziekles aan jonge kinderen, want dan zouden ze teveel zijn afgeleid, zelfs de ouders mogen niet blijven kijken. Wat we wel meemaken is de muziekles aan (verstandelijk) gehandicapte jongeren. Wat een enthousiasme! Ze vinden het prachtig om voor ons wat te spelen. Ik heb zelf ook nog even achter het drumstel gezeten (is een heel oude liefde van me). Buiten staan twee militaire wagens met Amerikaanse gewapende soldaten. Er is een vergadering in Srebrenica en zij hebben een hooggeplaatst persoon moeten begeleiden. Dit is het enige militaire vertoon dat we hebben gezien. Er is ook helemaal geen sprake van dat we ons op een of andere manier niet veilig zouden voelen. Je moet natuurlijk buiten Srebrenica niet zomaar de landerijen inlopen. Er kunnen hier en daar nog landmijnen liggen. We lunchen met Durkje in een cafeetje. Hier is de keuken na 17.00 uur gesloten, want dan wordt er een ‘modeshow’ gehouden. Roel komt met het goede plan om ’s middags reeds naar Tuzla te vertrekken. Je doet daar toch gauw twee uur over (100 km smalle weg met veel bochten). We willen vrijdagmiddag op tijd bij de Sloveense grens zijn, want daar ligt nog € 500,00 borg te wachten. We zullen in Tuzla bij Advira overnachten, een vrouw uit Srebrenica, die haar huis voor de werkgroep tegen een kleine vergoeding ter beschikking stelt. Ondertussen veel correspondentie meegekregen van de vrijwilligers om te versturen in Nederland. Vanuit Srebrenica duurt dat al gauw een aantal weken. Maar we hebben weer een probleem, de auto doet het niet. De accu is leeg wordt er gezegd, maar met behulp van startkabels lukt het niet om hem aan de praat te krijgen. Ik krijg morele steun van Anneke en Marjolien die zeggen dat de dichtstbijzijnde garage in Tuzla is (twee uur rijden!!) Gelukkig wordt dit snel uit de wereld geholpen. In Srebrenica is een kleine garage. Eén van de grote zekeringen onder de motorkap blijkt niet goed te functioneren. Die wordt provisorisch maar vakkundig gerepareerd(!!), want dit soort zekeringen heeft men daar natuurlijk niet. Binnen 5 minuten alles voor elkaar. We nemen afscheid (onder genot van zelfgemaakte baklava) van Izet en Zegira, waar we de nacht hadden doorgebracht. Izet is een oude vrachtrijder die heel Europa doorkruiste en wat Duits spreekt. "Wie gaat er nu met een Hyundai naar Bosnië, dat is de goden verzoeken". Hij zei het omdat hij de auto zag staan voor zijn huis en nog niet wist dat we dat probleem al hadden gehad. Dat vertelde Roel pas na zijn opmerking. Toen had hij helemaal pret. Onderweg naar Tuzla nog last van een kleine omleiding (door een wegversperring van militaire voertuigen) over stoffige weggetjes, maar rond 18.00 uur arriveren we in Tuzla. Bij binnenkomst worden we getrakteerd op (weer) zelfgemaakte baklava! Dag 8, vrijdag 8 maart. Na een goed ontbijt op weg naar huis. Het is onvoorstelbaar maar ze controleren ons in het geheel niet bij de grenzen. Dus na een redelijk snelle tocht arriveren we bij de Sloveense grens. We lopen het gebouwtje binnen waar we achter het loket de vader van het meisje verwachten. Maar ze zit er zelf! Ze kan een glimlach niet onderdrukken. Uitgebreid lachen mag daar waarschijnlijk niet. Binnen 1 minuut hebben we ons geld terug. Ze haalt de envelop met het geld ergens tussen de papieren vandaan, dus of dat in de afgelopen week ergens in een kluis heeft gelegen is niet helemaal duidelijk, maar daar zag het niet naar uit. We krijgen van haar de verzekering dat er een volgende keer geen borg betaald behoeft te worden, maar dat wel de papieren in orde moeten zijn. We hebben wel gemerkt dat het verstandig is om met lading zoals wij die hadden op zondag te reizen, want de rij wachtende vrachtauto’s op andere dagen is enorm bij de diverse grenzen. We slapen weer in Passau in hetzelfde hotel als op de heenreis. Dag 9, zaterdag 9 maart. Eigenlijk is er vandaag niets bijzonders gebeurd. Af en toe een beetje tanken en een beetje eten. We arriveren om 17.00 uur gezond en wel in Vlaardingen.
maart 2002
5-6
Hans Strik
Verslag van de reis naar Srebrenica door Roel Pomp en Hans Strik, maart 2002
Thuis. Het is een ervaring geweest om nooit te vergeten. De heenreis was bijzonder door al zijn bureaucratie en zijn oponthoud. Maar daar konden we best om lachen. Het bezoek aan Srebrenica heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Je ziet hoe moeilijk mensen het hebben. Je begrijpt niet dat mensen dit elkaar hebben aangedaan. Maar ik ben ook onder de indruk van hetgeen er op poten wordt gezet door vrijwilligers van de Werkgroep Nederland-Sebrenica. Dit wordt erg gewaardeerd door de bewoners ter plekke. Maar er moet nog veel, heel veel gebeuren. Voor mij zal dit niet het laatste bezoek zijn. Ik heb een heleboel foto’s gemaakt. Uiteraard heb ik me niet als toerist of pottenkijker gevoeld, maar toch maak je met veel schroom foto’s van het leed van de ander. Ik heb wel geprobeerd zo min mogelijk personen in beeld te nemen. Hieronder treft u nog enkele internetsites aan, waarop nog veel meer informatie staat vermeld. Toevoeging (20-03-2002) naar aanleiding van e-mail contact met Srebrenica. Het installeren van de computers verloopt naar wens. De studenten in Vogosca hebben besloten om een aantal computers ter beschikking te stellen aan een collega studentenorganisatie in Tuzla. Ze vinden dat ze niet alles voor zichzelf moeten houden, maar willen dat studenten in Tuzla ook kunnen profiteren van de geschonken computers uit Nederland.
maart 2002
6-6
Hans Strik