DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 1
Verslag van de 4-de Pelgrimage van Jaap van Zwol en Joop Kortekaas in september 2015 Zamora —> Santiago de Compostela
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 2
Zondag 13 september 2015, dag 1 Op deze dag beginnen Joop en Jaap aan hun 4e gezamenlijke pelgrimage. De geplande route zal gaan van Zamora naar Santiago de Compostela. Ten opzichte van 2013 heeft dit gedeelte van de Ruta de la Plata diverse wijzigingen ondergaan. Er zijn wegen verlegd en er zijn albergues bijgekomen. Bovendien lopen we nu in een ander jaargetijde: in september verwachten we aangenamer weer en minder regen. Deze verwachtingen worden ruimschoots waarheden.
bar waar een sapje wordt gedronken: we stappen bijna te laat in. Tegen vijven arriveren we in Zamora en gaan we op zoek naar het centrum en de Plaza Major. Twee hospitalera’s uit respectievelijk Canada en Australië bereiden ons een leuke ontvangst.
Joke rijdt om 05.00 uur voor. Even later zijn we op Rotterdam-The Hague Airport. Ontbijtje genoten en de vlucht beleefd. We werpen een blik op Spijkenisse, Oud-Beijerland, Oude Maas, Binnenmaas en Hollands Diep. Vlak voor de landing in Madrid zien we windmolens en streepjes Spaanse bodem. Met de metro naar busstation Méndez Alvaro. Er zijn veel routekaarten in omloop. Met de juiste routekaart hoef je maar één overstap te plegen. Joop heeft thuis via internet een riante plek achter de chauffeur geregeld. In Tordesillas is een korte stop in een We verkennen de route voor de komende dag door de stad. De Plaza Major is schoongemaakt; veel gele pijlen zijn verdwenen. De cerveceria met op het raam een reproductie van Maria, die haar kind Jezus voedt is gekuist: de affiche is verdwenen. Het regent heel licht. Op advies van de hospitalera’s zoeken we een aanbevolen bar om te eten. De aanbevolen bar vinden we niet, wel een andere. We genieten van een heerlijk (pelgrims?) menu met forel en schelpen. Joop eet een smakelijke paella. De kok verdient meer klandizie. Het was een mooie dag.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 3
Maandag 14 september, dag 2
Montamarta is een gehucht langs de N525. We eten in het dorpje in een restaurant.
Aangenaam worden we verrast door het ontbijt dat De albergue is door de hospitalera’s aan de pelgrims wordt aangeboeen simpel onden. We lopen een rustige, platte 19 km. Het tracé van derkomen en de hoge snelheidslijn (AV ?) ligt overal klaar om rails we gaan vroeg en bovenleiding te krijgen. te bed. En toen Soms klauteren we vanaf begon de invamaaiveldhoogte 4 meter omsie met 7 Spaanse lopers plus een bus. In het donker hoog om de baan te passeworden er beschikbare bedden geteld en beschenen ren, dan weer is er een hoog met zaklampen. Tassen worden neergesmeten; etensviaduct om verder te kunnen. Onderweg is er weinig zon, veel wind, maar de temperatuur is goed. Er valt geen regen. Onderweg komen we een tuin tegen waarin allerlei beelden van gips van Bijbelse en sprookjesfiguren staan.
waar wordt uitgepakt en de heren genieten van een gemeenschappelijke maaltijd. Het is erg onrustig. De paella heeft Joop te pakken: een lichte voedselvergiftiging is zijn deel maar met een paar pillen wordt de situatie beheersbaar.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 4
Om 06.45 uur staan we op. Joop doet het licht aan. Dat valt de Spaanse vriendengroep tegen. De echte pelgrims reageren instemmend. Hoera. De Duitse Walter en Johannes ontbijten mee en we zullen ze onderweg nader leren kennen. Zij zullen ook de weg afsnij-
op de straatweg (N631) naar Tabára. Totaal leggen we 26 km af. Het particuliere hostal biedt logies en een goed avondeten voor een pelgrimsprijsje. De natte spullen hangen we over de wandelstokken, die we over de kastdeuren hebben gelegd. Een handige truc. De rolluiken laten we maar op een kiertje open: buiten regent het pijpenstelen en het water gutst over de
den zodat we met z’n vieren een dagmars vòòr de Spaanse vriendengroep blijven... Bij Rosamary drinken we koffie. Na 2 uur lopen zijn we wat nat geworden en we lopen over de zeer smalle brug over een stuwmeer waar de Rio Esla in uitmondt. Een bar is open – een bocadillo en koffie smaken heerlijk. Verschillende regenbuitjes vergezellen ons
straat. Droge sokken hebben genoeg. De schoenen zijn doornat maar met proppen van oude kranten die ook nog eens worden vervangen lukt het om ze droog te krijgen.. Een prima oplossing. ’s Nachts worden we regelmatig wakker van de ruisende regen. ’s Morgens zien we de straat blank staan.
Dinsdag 15 september, dag 3
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 5
Woensdag 16 september, dag 4 We vertrekken met veel stuifregen. Na 2 uur lopen wordt het droog. We weten dan nog niet, dat de resterende dagen droog blijven en dat er geen druppel water meer valt.. Wel is er wind, veel wind, harde wind,
die enkele dagen aanhoudt. Ons regenjack over een fleece beschermt ons voldoende. Ruim 16 km door een woest verkaveld landschap met maar 100 meter hoogteverschil, maar wel contant stijgen en dalen. Nu nog 8 km naar het stadje Santa Croya de Tera. Onderweg zien we de talloze privé-bodega’s. Bijna iedereen heeft hier een eigen wijngaard. In Albergue Anita huren we een twee persoonskamer in het woonhuis. Joop biedt hospitalera Ana een Nederlands tegeltje van Het Genootschap van Sint Jacob aan. Het krijgt een zichtbaar plaatsje in het dagverblijf. Er is een Duitse bijgekomen, Mechteld, ze heeft blaren en loopt
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 6
De binnentuin van Casa Anita
De gemeenschappelijke maaltijd met als hoofdgerecht stoofvlees
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 7
rivier. Er worden hier opvallend veel populieren verbouwd, kennelijk voor de productie van cellulose. In Eerst lopen we over 3 bruggen over de rivier de Tera het bos wordt op verschillende plaatsen grind en zand naar Santa Croya de Tera die hier in de zomer welisopgediept. In de steenbreker wordt een en ander op waar erg breed is maar ondiep. Aan de kerk hangt het maat gezeefd en gesorteerd. oudste bekende beeld van Jacobus met één grotere, zegenende hand.
Donderdag 17 september, dag 5.
Daarna lopen we over een slingerend pad langs de
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 8
Daarna voert de weg een aantal kilometers langs een irrigatiekanaal: wat stroomt het water snel. Na een koffie pauze is er verder gelopen. Weer over een brug en we lopen hele stukken langs open veld met akkers en boomgaarden. De geplukte appel smaakt “muy rico” / voortreffelijk. Het terrein stijgt langzaam
naar de 800 m. we open over de stuwdam in de Rio Tera waardoor de Embalse de Nuestre Señora de Agavanzal is ontstaan. Na een korte rustpauze waarbij stenen in het water worden gegooid komen we de 2.000 jaar oude Via Romana 17 tegen. De Romeinen waren hier al aanwezig Na 27 km nemen we de oude brug over de Ríonegro. En we komen in Ríonegro del Puente. Een bed is zo gevonden en op het balcon kan ons wasje drogen. We eten in bar Palacio. Dat was een verkeerde keuze van Joop want tegen over de albergue ligt een veel geroemd culinair restaurant. Op het plein voor onze herberg is men bezig een podium en een kermis op te bouwen. Tegen negenen gaan we naar bed. De hospitalero is al langs geweest om de huur op te halen. Een groep mannen, kennelijk de kermisklanten, bezet een terras en zingt en schreeuwt daar. Om vier uur houdt het eindelijk op.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 9
Boven: de refugio van Rionegro de Puente Onder: de gemeenschappelijke slaapzaal
Onder:: de zorgmanager neemt zijn taak serieus!
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 10
Vrijdag 18 september, dag 6 Het is een droge en warme dag. Het wordt zelfs heel warm met maar weinig verkoelende wind. In het dal hangt nog een dikke wolk ochtend mist. Een leuke route; veel kerkjes met banken en genoeg horeca. Steeds stuiten we op wegaanleg en nieuwe spoorbanen.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 11
Na 26 km gaan we overnachten op de grond in de gang van een zijzaaltje van een grote sporthal in het gehucht Asturianos. Gesport wordt er niet. Geschoten op de naastgelegen schietbaan wèl. De knallen daveren over de velden. Nadat de was “op de bleek” te drogen is gelegd, wordt Jaap getrakteerd op heerlijke drankjes en een bord met ham en kaas.
Er zijn totaal 6 bedden in het zijzaaltje voorhanden. Wij krijgen matras 2 en 3 naast de toegang. Het slaapt prima. Aan Jaaps voeteneind op matras 4 ligt een altijd luidruchtige Spaanse zanger. Deze cantor zingt bij voortduring de eerste regel van klassieke liederen. Regelmatig neemt hij een slok wijn uit z’n altijd goed gevulde veldfles….. In de kantine van de sporthal eten we gezamenlijk met z’n tienen met de Duitsers en de Deense dames. De uitbaatster heeft heerlijk gekookt. Eten en slapen voor €15.- Waar vind je dat?
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 12
Zaterdag 19 september, dag 7 Vandaag een mooie en rustige route door bos en over open veld. Veel holle wegen en open bos waardoor de zon lichte banen trekt.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 13
Al na 15 km eindigen we in Puebla de Sanaria. In privé herberg Casa Luz vinden we onderdak. Een vierpersoons kamer voor ons tweeën wordt ontsloten door de uitbaatster. De fossiele eigenaar draaft maar achter ons aan, draait overal steeds de lichten uit en is heel regentesk. Alles dat maar enigszins gedragen, nat of vuil is, gaat in de wasmachine en vervolgens in de wasdroger. Voor in totaal 6 euro wordt ons beider was gedaan. Joop is zijn handdoek kwijt en koopt na veel moeite een onhandige vervanger die niet bruikbaar blijkt te zijn. De andere bekende peregrino’s zien we niet meer; zij lopen een langere etappe.
Via een trap van 235 treden komen we in de versterkte bovenstad. Door de siësta is het uitgestorven en
alles is gesloten. In de namiddagzon ontmoeten we de Belg Stefan, landbouwkundige uit Gent. Stefan zal de rest van onze tocht onze aangename metgezel zijn. We noteren enkele van zijn Vlaamse woorden en uitdrukkingen: “Chacune a son chemin” , “ A Nous ” , “Ik ga vereffenen “, het digestief “Patcharan Zoco is bij hem favoriet“. Hij blijkt jarig en trakteert op een biertje. We gaan gezamenlijk aan het avondeten.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 14
Zondag 20 september, dag 8. Tegenover de albergue ontbijten we en laten daarna een taxi komen. De chauffeur brengt ons samen met Stefan tot op de Pador-nelo Pas op 1310 m hoogte. De afstand van ruim 6 uur lopen en 450 m stijgen wordt in minder dan een half uur afgelegd .
De wandeling hierna is mooi. Eerst lopen we langs de oude provinciale weg met mooie vergezichten en langs een kronkelend pad door het bos; twee keer lopen we onder de autoweg door en tenslotte klimmen we richting Lubián waar we, tot Joops verbazing, uit het niets ineens voor staan. De herberg kennen we uit een vroeger jaar. Beneden zijn behalve een tafel en wat stoelen ook 4 bedden. Boven zijn er 12.
We maken beneden ons bed op en noteren ons in het register als pelgrim 1 en 2 van die dag. Er hangt een mededeling dat morgen de lekkende douchebak gemaakt gaat worden. In 2007 en in 2013 lekte de boel ook al. In de loop van de middag stroomt de herberg vol. In de vooravond verschijnt een groep van 6 man. Ze hebben zich niet aangemeld. Dat levert problemen op. Zijn er logeer alternatieven? Niet elke aanwezige heeft zichzelf genoteerd in het register.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 15
In het dorp dat ‘s middags is verkend wordt ‘s avonds Overal in Lubian ziet men afbeeldingen van wolven. heerlijk gegeten. Een stoofpotje met rondvlees. Het Spaanse woord voor wolf is lobos. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat Lubian daar een verbastering van is.
Nog meer complicaties met discussies volgen. De hospitalera regelt ruimte voor 3 man in het stadhuis en de sporthal. De tactiek in dit soort gevallen is: in je bed blijven en je slapend houden. Een oudere pelgrim probeert in het donker een in plastic verpakte twee persoons matras uit elkaar te peuteren. Het lukt hem niet en gaat het dan maar bovenop die bult proberen. Dan verdwijnt hij naar buiten of boven; komt na een uur weer beneden en vindt de matras nu door iemand beslapen Vervolgens kruipt een jonge man in het bed boven Joop om dat later weer te verlaten. En dàt had hij nu 2 uur eerder ook al kunnen doen! De operazanger van gisteren, “cantor” genoemd, komt als nr. 22 ook mopperen en kabaal maken. Boven maakt hij nog meer drukte. De andere morgen verschijnt hij met een pleister op zijn neusbrug!.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 16
In Vilavella rusten we opnieuw en nemen een ‘Plato queso y jamón‘. Daarna volgt een uur door een veld We beginnen met een klim van 300 m naar de top Pu- met stenen, keien en rotsblokken van hunebederto do Canda op 1258 m. We staan op de grens van formaat. Mooi, maar het is klimmen en dalen en heet de provincies Zamora en Ourense. Mooie uitzichten en bovendien. De uitzichten naar wijde verten vergoeden het weer gedraagt zich. veel.
Maandag 21 september, dag 9
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 17
Het laatste stuk gaat parallel langs de huizen aan de grote weg. Een bewoonster is behulpzaam en voorziet ons des gevraagd van nieuw en vers drinkwater. De
albergue in La Gudiña is comfortabel. Het bovenbed is lager gemonteerd dan we gewend zijn. Na de dagelijkse beslommeringen wordt er van een sapje op het terras genoten.
Ondanks de naam Peregrino en het feit dat de bar het dichtst bij de albergue ligt, is de uitbater pelgrimonvriendelijk, en dat terwijl er in de herberg zo’n 20 personen verblijven. Het lukt ons drieën wèl om avondeten bij de bar Peregrino te scoren. Alle andere collega’s worden afgewezen.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 18
Dinsdag 22 september, dag 10 Joop overrompelt ieder door om 06.55 het licht aan te doen. Tijd is tijd, nietwaar? Commentaar volgt er niet. Het ontbijt bij bar Peregrino ontaardt in een chaos. Er zijn een twintigtal hongerigen vòòr ons en na nummer 3 is het verse brood al op. Een horecaffer tegenover een albergue moet toch alerter zijn! Het naburige restaurant Oscar helpt ons wèl op weg maar het duurt wel een eeuwigheid voor de barman doorheeft dat er tostados besteld zijn.
Na vier uur ontstaat er een stop bij een camper. We krijgen thee van de bestuurder. Zijn vrouw, beperkt door een slecht been, loopt (gedeeltelijk) mee in een pelgrimsgroepje. Tot aan Santiago zien we het stel elke dag weer.
We lopen meer dan twee uur tegen een stevige en stormachtige wind in; het voelt koud aan op dit open en onbegroeide terrein. Overal wordt gewerkt aan het tracé van de snelle trein Madrid – La Coruña. Vrachtwagens met cement, beton, water en verplaatsingen van rotsen, keien en stenen. Op diverse plaatsen vindt storting plaats van opgegraven gesteente. Nieuwe wegen voor de vrachtwagens zijn aangelegd. Bestaande wegen zijn verbreed en/of versterkt en/of stuk gereden. Daarna klauteren we omhoog en omlaag langs een helling van brokkelige leisteen en komen in Campobecerros. Een nieuwe albergue vereren we niet met een overnachting. Achteraf gezien is dit besluit heel goed, want er bleek die nacht een legioen wantsen een Belgische pelgrima gebeten te hebben waardoor ze vier dagen ziek was en iedereen en alles ontsmet moest worden.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 19
Met Stefan er bij zijn we per taxi verder naar Bar Rincón de Peregrino van Luis in Alberguería gebracht: het onderkomen met de duizenden Jacobsschelpen. Na enig zoeken vindt Jaap zijn schelp uit 2013 zelfs terug.
Met tien mensen koken en Joop zorgt voor de wijn We eten gezamenlijk in dit zo goed als verlaten gehucht.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 20
Het land ligt er prachtig bij. We eten op het middaguur ons appeltje in Bobadela. Na weer anderhalf uur stijHet ontbijt bestaat uit een stuk brood van gisteren en gen en een lange afdaling zijn we na 21 km in Xunoploskoffie met melk en suiker (die Joop niet lekker queira de Ambia. Hier staat de ons bekende roestige vindt).We vertrekken als laatsten, terwijl het nog sche- design albergue. mert.
Woensdag 23 september, dag 11.
Na twee uur lopen in een mistige omgeving komen we in Vilar de Barrio. De mist trekt op; er is zon en weinig wind.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 21
De dagelijkse was gedaan en op de struiken in de zon laten drogen en bleken. In de automaat bevindt zich koel helder sap. Heerlijk! In het dorp vinden we de bar waar we ons in 2013 uitstekend vermaakt hebben, gesloten en ontruimd. We koesteren ons uit de wind in de zon op het marktplein bij een andere lokaliteit. Vroeg gaan we naar bed.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 22
af in ruim een half uur gepasseerd te worden. Dan lopen we eerst door de groene stadswijken en daarna langs een zeer drukke maar saaie winkelstraat naar het hoogste punt van deze stad. Daar ligt de albergue, op een hoog punt van de oude stad, gevestigd in de voormalige “Convento de San Francisco. Het is warm om niet te zeggen heet: 29 graden Celsius.
Donderdag 24 september, dag 12 We dalen af door een steeds breder wordend dal langs talloze dorpjes zo’n 23 km naar het industriegebied van de stad Ourense. Dat industriegebied blijkt achter-
We settelen ons en knappen een uiltje. Joop heeft last van de hitte en gaat niet mee met Jaap en Stefan voor een loopje. De hoofdstraten zijn gezellig druk en de kathedraal mag er ook zijn. We spreken af elkaar in de avond in het restaurant bij de albergue te treffen. Stefan is vroeg naar bed gegaan. Joop verschijnt in het restaurant en is weer fit. Stefan kan het zien vanuit zijn bed. Niemand hoeft zich om een ander bezorgd te maken. Het diner beperkt zich tot een lekker, rijkelijk belegd broodje met een bijpassend drankje.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 23
Vrijdag 25 september, dag 13 Na het ontbijt kiezen we voor vervoer op maat over het eerste deel van deze etappe. Na de stad volgt namelijk een “muur” van 400 m omhoog. Gemotoriseerd wordt die vlot genomen. Er resteert nog een wandeling van 4 uur met 15 km. Het is een verstilde tocht met veel groen, laantjes en bos. Heel mooi.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 24
De albergue van Cea is een granieten gebouw; beneden is een dagverblijf met keuken, sanitair en wasruimte; boven is een grote slaapzaal met veel ramen en 2 deuren naar een immens zonnig terras. Overal zijn de deurposten erg laag en menigeen stoot meermalen het hoofd. De hospitalero is een zwijgzame, heel lange, bijna
rondsluipende man, die alles ziet en steeds weer overal opduikt. Hij blijkt vriendelijk, maar karig met woorden. We verkennen het dorp. Alle bars, restaurants en winkels zijn dicht. Alleen Manolo is altijd open. Hij is kruidenier bakker, slager, groenteman, je zegt het maar. Hij is een regelaar. Tafeltjes en stoelen staan ook al in zijn zaak. Een plato kaas, vlees, brood, soep, bier is allemaal serveerbaar. En wat we eten smaakt heerlijk. Jawel, we kunnen er in de avond eten en we mogen zeggen wat we willen. Stefan trakteert op toast met leverpastei (lees: foie gras) en ansjovis en al weer een fles champagne brut van Codorníu. Ook de maaltijd is verzorgd. Het hoofdgerecht bestaat uit een heuse T-bone steak en de huiswijn is door ons vervangen door een stevige rioja. Koffie drinken we verderop in de bar annex winkel van Sinkel van de Italiaan met de Venezolaanse echtgenote. Teruggekomen bij de refugio is de was allang droog. Behalve het meegewassen routeboekje van Joop. Het papier is van goede kwaliteit en na droging en veel heen en weer bladeren is het weer bruikbaar. Dit is dus echte Duitse kwaliteit!
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 25
Zaterdag 26 september, dag 14 Om 6.00 uur gaat de noodverlichting automatisch aan. Dat vinden we wel erg vroeg. Bij de Venezolaanse chick gaan we het slechtste en duurste ontbijt van dit jaar eten. We lopen veel over asfalt, soms is er bos, er zijn veel hellingen. We kruisen de N525 en de AG53 (Autovia Galicia). Totaal is het 700 m klimmen en 800 m dalen. We eindigen met meer dan een uur lopen
kelder van het restaurant bevindt zich een soort supermarktje. De herberg loopt vol met Spaanse fietsers die met een ATB over de voetpaden rijden. In de regel zijn de Spanjaarden erg luidruchtig. Nu ook dus.
over een hoogvlakte. Het blijkt allemaal verder te zijn dan we dachten en is gewoonweg heet. Eindelijk kunnen we afdalen naar het dorp, dat we kennen uit
2013, Castro Dozón. De schoonmaakster is nog niet klaar met de schoonmaak en stuurt ons weg. We dumpen wel de rugzak en reserveren een onderbed. Terug naar het dorp voor een late lunch en een praatje met de aanwezige pelgrims. Teruggekomen doen we nog een dutje en doen we boodschappen voor een zondags ontbijt. De winkels zijn allemaal dicht maar in de
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 26
Zondag 27 september, dag 15 We ontbijten met het ingekochte eten: kleffe croisants die een heel jaar vers blijven, smeerkaas van la vache qui rit, yoghurt en een half blikje sap. Ook nu zijn we voor achten op weg. Ook nu gaan we weer uren door een fris groen landschap. Onderweg troosten we ons met een kaakje en een appel. Na veel parklandschap
komen we na 19 km in Laxe. Er is een moderne design albergue. Prima sanitair en wasgelegenheid en veel ruimte. Onze privé waslijnen zijn toch wel een uitkomst en vooral als je een dozijn knijpers ter beschikking hebt. Het leven van een pelgrim gaat niet over rozen, maar wel over stenen en koeienpoep”. Op deze dag hanteert Stefan de term “cumulatieve vermoeidheid”. Het verschijnsel komt bekend voor.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 27
Het eten bestaat uit allerlei worsten en lappen varkensvlees die dan à la plancha worden opgediend. Na het kopje koffie met een verrassing is het goed slapen.
Een eindje verderop is langs de carretera N525 een prima eetgelegenheid. De bazin, Maria José, weet het allemaal piekfijn en verzorgd te regelen. Zelfs de drukte van een ploeg fietsers kan ze goed aan. We eten iets buiten de kaart omdat Stefan de Spaanse taal goed beheerst.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 28
Maandag 28 september, dag 16 Met een tevreden gevoel ontwaken we en na het ochtend ritueel bezoeken we Maria José weer kort voor een ontbijt met tostados en zelf gemaakte marmalade. Vandaag lopen we maar een korte etappe van 16 km. We zien iets bijzonders aan de maan. Het blijkt dat in de voorliggende nacht er een complete maansverduistering heeft plaatsgevonden.
Het wordt mooi weer en we lopen tevreden door bos en veld. Hier en daar een treffen we een verrassing: een modderpad of een stenen “stapzerken-pad “. Voor het eerst heeft Jaap weer eens modderige broekspijpen. Ook komen we hier middeleeuwse paden tegen die nog door monniken zijn aangelegd.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 29
Via Silleda komen we in Bandeira. Een nieuwe albergue is op een bordje aangegeven en staat niet in de oude gids vermeld. Aldaar zijn we met 5 pelgrims aanwezig. Het bestaat uit een aantal (goed geïsoleerde) porto cabins op een groot houten vlonder een halve meter boven het maaiveld. De hospitalera zorgt constant voor een brandschoon home. Er is een drievoudige unit als dagverblijf anex keuken ingericht met drie elektrische kookplaten, afwasbakken en toebehoren, afzuigkappen en airco. De slaapruimte telt 24 bedden en 5 airco’s, die we maar niet aanzetten, want het werd gewoon te fris. Leo, een Rus die al vier jaar in ben verpoosd, dit keer vis gegeten Portugal woont, toont aan Jaap zijn geheim: hij loopt ’s Nachts blaffen de honden (lobo’s of wolven) in alle de Camino met maar liefst drie iconen in zijn schoutoonaarden. (Uit deze streek komen de ratteneiro’s; dertas! honden die Columbus al aan boord had om ratten te Voor de afwisseling wordt er in de bar, waar we in de vangen!). Overigens laten de hanen in de buurt zich middag bij een oogverblindende Aziatische dame heb- ook niet onbetuigd..
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 30
Dinsdag 29 september, dag 17. Ontbijten doen we bij de veel te goedlachse Thai-pop. Ze had al lekker vers brood. Daarna lopen we twee uur door een afdalende groene vlakte met prachtige verge-
zichten. We passeren viaducten uit voorbije eeuwen en prachtige middeleeuwse bruggen. Tenslotte stijgen we weer 260 m omhoog om uit het rivierdal te komen; en warm dat het is.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 31
Na 18 km zien we een kapel met beeldhouwwerk van Santiago. Volgens overlevering werd het stoffelijk overschot van Jacobus door zijn twee knechten op een kar met daarvoor twee ossen naar het binnenland vervoerd. De ossen bleken vechtstieren te zijn en die sloegen op hol. Die stopten op de plek waar nu de kapel is. Een sacraal monument als je dat beseft. ste avond samen zijn want Stefan wil erg vroeg op pad gaan om zo aanwezig te kunnen zijn bij de pelgrimsmis van 12.00 uur. We zitten bij Pinar “ in het goede schuifke”. Op gepaste wijze nemen we afscheid
Na een paar honderd meter staat een betonnen albergue met veel glas. Hospitalera Pinar, een andere naam voor Maria, verblikt of verbloost niet van Stefan. Jaap spreekt een aantal waarderende van bezwete mannen in onderwoorden uit. Na afloop gaat Stefan bij Pinar broek en bloot bovenlijf. Ze be“vereffenen”. Betalen heet dat in Nederland. looft ons drietal een warme maaltijd te bereiden. Bij de receptie hangt een uitputtende lijst met allerlei voedsel zoals broodjes en maaltijden Ze regelt één en ander vanuit haar buitenkeuken. Ook beschikt ze over rijk gevulde koelkasten en dito magazijn. Ook nu droogt de was voortreffelijk. We ontmoeten de dame die in Campobecerros door wantsen aangevallen is. Ze is er goed ziek van geweest. Pinar serveert zeer grote hoeveelheden. Stefan heeft zelfs via haar een fles Codorníu brut geregeld. We drinken elkaar toe met “à nous “. Het zal onze laat-
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 32
Woensdag 30 september, dag 18 Na het ontbijt horen we van de Belga en de Portugese, dat we ’s nachts gedrieën onbedaarlijk gesnurkt hebben en dat ze ( de dames) daarom in het dagverblijf op de bank zijn gaan slapen. We bedanken ze, dat ze nu pas terloops vertellen waarom ze vannacht afstand van ons namen! Joop en Jaap vertrekken in de vroegte. Stefan is al weg Het is nog donker. Goed, dat het bospad bedekt is met licht gekleurde kiezels en wit gruis. Zonder vallen vinden we ons pad door de eiken- en eucalyptusbossen. Om half elf eten we een lekker broodje in een café bij een dienster met “een kort broekske over haar poepke”. Het broodje wordt geserveerd op een plankje van leisteen en naast het broodje staat een oliekannetje.
niet druk en Jaap opperde om maar gelijk in de rij te gaan staan onder het motto: “Het kan maar vast gebeurd zijn”. Een gouden tip want effe later stond er een rij van hier tot Finisterre. Daarna maken we een Dit keer arriveren we vanuit praatje in de huiskamer van Het Genootschap van Sint het Zuiden, na 18 km, in San- Jakobus. tiago de Compostela. We pas- En toen ons onderkomen voor één nacht opgezocht. seren het viaduct waar in En wat voor een. Een grote kamer, bankstel, groot tele2013 de hoge snelheidstrein visiescherm, hemelbedden, inloop-, regen- en sportontspoorde. Gevonden spulle- douche plus groot twee persoons bad, wastafels en tjes, kaarsen, brieven en een een verzameling allerhande flesjes met verzorgingsgedenkteken herinneren hier producten, scheermesje, kam enzovoorts. Daarna aan. We moeten zowaar nog krijgt Jaap een rondleiding door het 500 jaar oude gezoeken en Verrassing. Joop bouw, dat bijna als museum is ingericht. Er zijn diverse heeft punten genoeg om gra- kapellen die nu als chique vergaderruimte zijn ingetis een kamer te huren in het richt. Als je kleinkinderen hier verstoppertje gaan speParador Hostal de los Reyes Católicos. De kamer is len vind je ze nooit meer terug. vragen waar de kathenog niet klaar maar we droppen de rugzakken achter draal is. de receptie en melden ons bij het Officina de Peregrinos voor het aankomststempel en credential. Het was
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 33
In de stad loopt Joop een oude bekende in de armen. We bezoeken de avonddienst in de kathedraal en de botafumero wordt zowaar heen en weer gezwaaid. Daarna gebruiken we de avondmaaltijd in het hotel. We kiezen voor het menu degustación. Hapje garnaal, kaas, zoet en zuur; rijst met inktvis. Witte wijn “Zet nog maar een fles in de week, maar nu wel een rooie”. Inktvistentakeltje met gepofte aardappel; magret de canard, paprika, cranberries. Een culinair orgasme. Brownie, ijs koffie en Spaanse cognac toe.
Na dit diner lopen we nog even het plein op om een luchtje te scheppen. Een 20-mans sterk Galicisch studentenorkest in vol ornaat, De Tuna de Derecho de Santiago, speelt en zingt onder de bogen van het stadhuis en wij zingen en swingen met de honderden aanwezigen tot middernacht mee.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 34
Donderdag 1 oktober, dag 19
gaan languit liggen op de grond. Een aandoenlijk schouwspel.
We slapen uit. Het ontbijt is zeer uitgebreid, copieus Joop gaat een auto huren. Jaap fotografeert de stad. en uiterst verzorgd: veel fruit, sapjes en vleessoorten. Telefonisch zullen we elkaar terugvinden. Een uurtje We drinken zelfs een glas champagne. later ziet Joop Jaap in een straatje lopen en roept (verscholen achter een zuil) steeds “Jakob”. Na ons dutje pakken we een terrasje. Bediening aan tafel krijgen lukt niet: heel de wereld van toeristen en alle plaatselijke moeders lopen met kinderwagens en kleuters door de straten. Je kunt over de hoofden lopen. We zien opvallend veel jonge mannen met uiterst verzorgd getrimde baarden zoals je ze ook ziet bij “Schorem” in Rotterdam. We zien ook vrouwen met een tattoo op het bovenbeen, zodanig, dat-ie nog iets onder de (korte) rok uitsteekt.
We installeren ons in het bescheidener onderkomen in alberge La Tita. Daarna maken we nog een praatje in de Huiskamer met de nieuw aangekomen Nederlanders. Joop wordt gepaaid herinneringen van zijn tochten op te schrijven voor het blad van Het Genootschap. Eindelijk is er gelegenheid om het museum naast de kathedraal te bezoeken. Replica’s en originelen van beelden, houtsnijwerk, zilver, goud en tapisserie zijn er in grote aantallen. Vanaf het bovenbalkon, hoog boven de Plaza de Obradoiro, zien we de nieuwe pelgrims lopend, strompelend, zwaaiend, ingetogen, fietsend, aankomen. Ze laten zich omhelzen, fotograferen en/of
Bij La Tita raken we na een dit keer echt eenvoudige maaltijd in gesprek met twee jonge Spaanse mannen. Ze hebben werk; vinden de stad en streek uitdagend en hebben gefundeerde meningen over de Spaanse politiek. Joop trakteert de mannen op een chupito, (een vingerhoedje likeur) en meldt op z’n Spaans: “een sapje voor deze jongens”.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 35
Vrijdag 2 oktober, dag 20 Herrie in de nacht. Vuilnis- en sproeiwagens. Kletterende deksels. Zingende, brullende, lallende passanten tot heel ver na middernacht. In de vroegte keert de stilte weer, soms onderbroken door het geklikklak van vlugge hakjes.
Daarna rijden we naar Fisterra, het einde van de wereld van de oudheid. De Kelten wisten het hier al te vinden. Op de landtong, bij het absolute einde van de
Na geduldig wachten totdat alle formaliteiten zijn vervuld rijden we met de auto naar Muxia. We kunnen een blik werpen in de herstelde kerk die twee jaar geleden door brand was verwoest. De rots die een zeil voorstelt ligt er nog steeds. Er kruipen nu zelfs mensen ritueel een aantal keren onderdoor. Het immense doorgezaagde blok steen blijft onze aandacht trekken.
westerse wereld, blijkt het kruisbeeld van zijn sokkel te zijn verdwenen. Joop gaat er als “De denker” van Rodin op zitten. Jaap klimt op het blok steen en spreidt zijn armen uit.
DE PELGRIMSKRANT Jaargang 4, nummer 1 dd oktober 2015 Pagina 36
Zaterdag 3 oktober, dag 21 ’s Nachts is er buiten op straat wederom veel lawaai. Tegen zessen staan we op en na het douchen is de rugzak is in de Gamma-zak gepakt. We zoeken een taxi en om 07.00 uur zijn we op het vliegveld. Inchecken kan gelijk. We ontbijten daar en om 08.00 uur passeren we de douane. De directe Vueling vlucht
naar Amsterdam vertrekt om half tien. Jaap zit voor een nooduitgang en heeft heerlijk veel beenruimte. Onderweg zien we alleen mist. Schiphol wordt bereikt, de trein gevonden en tegen 15.00 uur halen de dames Elly en Joke ons op van de metro in Rotterdam zuid. We hebben een uitzonderlijke tocht ervaren. Colofon Medewerking aan deze uitgave werd verleend door Jaap van Zwol en Joop Kortekaas. Webmaster Rik van der Werf Website: www.pelgrimjoop.nl Informatie
[email protected] Foto’s Jaap van Zwol en Joop Kortekaas , Op- en aanmerkingen kunt u bij de Ombudsman Hoeksche Waard kwijt. Contact?
[email protected]