Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website
22871 Vrije Basisschool - Sint-Vincentius Jacques ZAMAN - Els VERBRAEKEL Gravin de Robianostraat 4 - 9308 GIJZEGEM 053-72.93.66 053-72.93.67
[email protected] www.svi-basisschool-gijzegem.be
Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres
VZW Opvoeding & Cultuur Zusters Gijzegem Pachthofstraat 3 - 9308 GIJZEGEM UNIKA Gravin de Robianostraat 4 - 9308 GIJZEGEM Vrij CLB Aalst Langestraat 12 - 9300 AALST
Dagen van het doorlichtingsbezoek 17-02-2014, 18-02-2014 en 20-02-2014 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 20-02-2014 Datum bespreking verslag met de instelling 14-03-2014 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Deskundige(n) behorend tot de administratie Externe deskundige(n)
Katty HOUSSIAU Karl BAERT NIHIL NIHIL
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
Leergebieden in de doorlichtingsfocus ............................................................................................... 7 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ....................................................... 7
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? .......................................................... 8 3.1
Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?.......................................................................... 8
3.1.1 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5 3.1.1.6
Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?................................................................... 8 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ................................................................................... 8 Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding ............................................................................. 8 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en lichamelijke opvoeding ........................................ 8 Lager onderwijs: wiskunde ...................................................................................................10 Lager onderwijs: Frans..........................................................................................................11 Lager onderwijs: lichamelijke opvoeding .............................................................................12
3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid , veiligheid en hygiëne’? ..................................................................................................................................................13 3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...................................................13 3.2 4
Respecteert de school de overige reglementering? .........................................................................14
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................................................. 15 4.1 4.2
Deskundigheidsbevordering .............................................................................................................15 Leerbegeleiding .................................................................................................................................15
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL .............................................................................................. 17
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ....................................................................................... 18 6.1 6.2
Wat doet de school goed? ................................................................................................................18 Wat kan de school verbeteren? ........................................................................................................18
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ................................................................ 19
8
VASTSTELLINGEN BETREFFENDE DE OVERIGE REGELGEVING .......................................................... 19
2
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering: het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal leergebieden. Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: het onderwijsaanbod de uitrusting de evaluatiepraktijk de leerbegeleiding. - een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. een selectie van overige regelgeving. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na? ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
3
3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg. In dit luik rapporteert het inspectieteam ook over het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid van de school. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
1
SAMENVATTING
De vrije basisschool Sint-Vincentius situeert zich in Gijzegem een dorp ten noorden van het stadscentrum van Aalst, langs de weg naar Dendermonde en behoort tot dezelfde campus van de secundaire school. De meeste leerlingen die een getuigschrift behalen, stromen door naar de eigen secundaire school. Gericht inhoudelijk overleg tussen de directies en de betrokken leerkrachten van het basis- en secundair onderwijs bevorderen het leerproces van de kinderen die doorstromen. De betrokkenheid, het engagement van eenieder in deze school om authentiek onderwijs te realiseren, typeert ook de school. Op basis van het vooronderzoek onderzocht de onderwijsinspectie tijdens deze doorlichting de inspanningsverplichting van de kleuterafdeling voor de leergebieden wiskundige initiatie en lichamelijke opvoeding en de resultaatsverplichting van de lagere afdeling voor de leergebieden wiskunde, Frans en lichamelijke opvoeding. Daarnaast onderzocht ze ook de kwaliteit van de leerbegeleiding en de deskundigheidsbevordering, het algemeen beleid van de school en aspecten van het welzijnsbeleid en de regelgeving. Voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor het kleuteronderwijs en het lager onderwijs' is het advies gunstig. Het team in de kleuterafdeling kiest voor een ontwikkelingsgerichte aanpak met ruime aandacht voor een doorgaande ontwikkelingslijn, samenhang, actief leren en zorgverbreding. Zo slagen de leerkrachten erin naadloos aan te sluiten bij de uitgangspunten van de ontwikkelingsdoelen en de leerplannen. Leerkrachten stimuleren de wiskundige denkontwikkeling. Leergesprekken en spelactiviteiten wisselen met een uitdagende klasomgeving die kleuters kansen geeft om wiskundig actief te zijn. Het team creëert doelbewust ruime mogelijkheden tot transfer van kennis, inzichten en vaardigheden. Met een grote verscheidenheid aan materialen en activiteiten doen kleuters ervaringen op met tellen, ordenen, vergelijken, meten, ruimte en tijd. Samen met de leerkracht bewegingsopvoeding creëren leerkrachten een krachtige leeromgeving waarbinnen kleuters kansen krijgen om constructief bewegingsproblemen te ontdekken en op te lossen. Muzische bewegingstussendoortjes motiveren kleuters te bewegen en ondersteunen het bredere leerproces. Bewegingsintegratie is in deze kleuterschool meer dan geslaagd. Bij de leerbegeleiding houdt het team rekening met het ontwikkelingstempo en de talenten van elke kleuter. De verwachtingen in het leerplan fungeren evenwel in mindere mate als uitgangspunt om het ontwikkelingsproces doelgericht te evalueren, op te volgen en in kaart te brengen. De kwaliteit van de uitgevoerde evaluatie heeft nog groeimogelijkheden. In de lagere afdeling getuigt het team van kritische reflectie en een grondige kennis van de leerplannen. Zowel voor het leergebied Frans als voor het leergebied wiskunde gebruiken leerkrachten een onderwijsleerpakket als bron. Bij de schoolwerkplanning wiskunde opteert het team ervoor aangegeven beheersingsniveaus te verschuiven en meer aandacht te geven aan bepaalde deelvaardigheden. De evaluatiepraktijk stelt de leerkracht in staat de verwachtingen in ontwikkeling nauwkeurig in kaart te brengen en op te treden bij stagnatie. De resultaten van toetsen wijzen op enige alertheid bij het gedeelte complexe toepassingsopgaven waarbij elementen uit verscheidene leerdomeinen een rol spelen. Voor Frans wendt het team recent een actueel onderwijsleerpakket aan. De leerkrachten besteden de nodige tijd aan de domeinen lezen, luisteren en schrijven. Voor spreken en gespreksvaardigheden is er al verhoogde aandacht, maar dit aspect kan door verdieping in de specifieke didactiek, doelgerichter. De motorische component krijgt in de lagere afdeling een waardevolle invulling. Er is aandacht voor een gevarieerd aanbod in bewegingseducatie middels gym, spel, sport en zwemmen. Verschillende boeiende initiatieven om kinderen te sensibiliseren en te stimuleren om aan sport te doen worden met veel zorg georganiseerd. Voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne' en voor het onderzoek naar de geselecteerde overige erkenningsvoorwaarden (regelgeving) is het advies gunstig. Uit het kwaliteitsonderzoek blijkt dat de school een doelgerichte, ondersteunende en ontwikkelingsgerichte leerbegeleiding heeft uitgebouwd. De school heeft een duidelijke visie uitgeschreven en deze wordt door het team in de praktijk omgezet. De klastitularis is verantwoordelijk voor de eerstelijnszorg. Het zorgteam staat in voor de coördinatie van het zorgbeleid en zorgt ook voor kindgerichte ondersteuning. Deze ondersteuning richt zich ook naar kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Het team werkt met een digitaal zorgplatform waarbinnen het handelingsgericht werken groeit. 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
5
Hetzelfde kwaliteitsonderzoek geeft aan dat het team zich doelgericht en doeltreffend professionaliseert. De directeurs creëren de nodige randvoorwaarden en bewaken de schoolwerkplanning in functie van de gelijkgerichtheid in handelen en denken. Leerkrachten leggen de lat hoog. De betrokkenheid, het engagement van eenieder in deze school om authentiek onderwijs te realiseren typeert de school. Het zorgteam krijgt hierbij een belangrijke rol toebedeeld. Dit team ontwikkelt de nodige expertise en zet actieve werkvormen op teneinde het leerproces beter te begeleiden. Zij getuigen van een competente, gedeelde en complementaire samenwerking en verantwoordelijkheid. Het onderzoek naar het algemeen beleid toont aan dat de school de zorg voor haar kwaliteit ter harte neemt. Het algemeen beleid is in handen van een duobaan. Aangezien de directeur van de school halftijds is aangesteld als coördinerend directeur van de scholengemeenschap, wordt hij bijgestaan door een collega-directeur. Het intern leiderschap legt het accent op het onderwijskundig, pedagogisch beleid waarbij het vernieuwingen stimuleert en de realisatie van de onderwijskundige doelen bewaakt. Samen met het zorgteam verzekert het beleid een goede (werk)organisatie en coördinatie van alle onderwijs- en ondersteunende activiteiten noodzakelijk om kwaliteitsvol onderwijs te realiseren.
6
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Leergebieden in de doorlichtingsfocus
Kleuteronderwijs - Leergebieden wiskundige initiatie lichamelijke opvoeding Lager onderwijs - Leergebieden Frans wiskunde lichamelijke opvoeding
2.2
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Personeel - Professionalisering Deskundigheidsbevordering Onderwijs - Begeleiding Leerbegeleiding
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
7
3 3.1
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op. 3.1.1.1
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie
Voldoet Het team in de kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen wiskundige initiatie in voldoende mate na. Zij streven een doelgericht onderwijsaanbod na en stimuleren kleuters in hun ontwikkeling om wiskundig actief te zijn en met verschillende materialen en in verschillende situaties ervaringen op te doen binnen de domeinen getallen, meten en ruimte. Zowel de verticale samenhang binnen wiskundige initiatie als de horizontale samenhang met de andere leergebieden vallen in positieve zin op. 3.1.1.2
Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding
Voldoet Het team in de kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen lichamelijke opvoeding in voldoende mate na. Leerkrachten bouwen een planmatig en gradueel onderwijsaanbod uit. De horizontale samenhang is een voorbeeld van goede praktijk. 3.1.1.3
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en lichamelijke opvoeding
Curriculum Voor beide leergebieden gebruiken leerkrachten het leerplan als referentiekader om een evenwichtig en volledig uitgebouwd onderwijsleeraanbod vorm te geven. Referentiekader In de kleuterklassen zijn leerlijnen gemaakt voor de gebruikte pictogrammen in Planning de klassen en voor de verschillende kalenders. De hoekenfiches zijn uitgewerkt Evenwichtig en volledig Samenhang voor de jongste en oudste kleuters. Brede harmonische vorming De planning gebeurt adequaat. Bij de voorbereiding en uitbouw van het aanbod Actief leren volgen de leerkrachten de verticale opbouw voorzien in de leerlijnen als richtsnoer om aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kleuter. Verder resulteert formeel en informeel overleg bij pedagogisch-didactische ontwikkelingen in concrete afspraken voor de klaspraktijk. Aangevuld met de creativiteit en inventiviteit van de leerkracht én de inbreng van de kleuter resulteren de inspanningen van het team in een gevarieerd en gegradeerd inhoudelijk aanbod. Om de overgang tussen de onderwijsniveaus te versoepelen, organiseren de leerkrachten voor de oudste kleuters drempelverlagende initiatieven. Verder maken leerkrachten formele afspraken die continuïteit in het verwervingsproces nastreven met expliciete aandacht voor een positief leer-en leefklimaat in het eerste leerjaar. Wiskunde en bewegingsexpressie komen geïntegreerd aan bod. Leerkrachten verwijzen naar en formuleren doelstellingen binnen het leergebied muzische vorming (muzisch taalgebruik, bewegingsexpressie, creatief knutselen), wat zorgt voor een veelzijdige oriëntatie en daadwerkelijk leren. Uit de planningsdocumenten van de leerkracht bewegingsopvoeding blijkt dat alle leerplandoelen die gericht zijn op het ontwikkelen van de motorische basiscompetenties, de gezonde en veilige levensstijl, het zelfconcept en het sociaal functioneren de nodige aandacht krijgen. De leerkracht bewaakt het nastreven ervan op voorbeeldige wijze. Onderwijsaanbod
8
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
De leerkrachten creëren doelgericht een leeromgeving waarin kleuters spontaan ervaringen opdoen met hoeveelheden en aantallen. Handelend, denkend en pratend over hoeveelheden verwerven ze stap voor stap de termen, gaan ze vergelijken en ontdekken ze de rangorde. Kleuters oefenen de juiste telrij in met liedjes en versjes die dat stimuleren (akoestisch tellen). Het synchroon tellen krijgt gefaseerd aandacht volgens het ontwikkelingsniveau van de kleuter. Strategieën ontdekken om dingen te vergelijken, het sorteren, het meten met behulp van (eigen) maateenheden, het ervaren van tijdsstip en tijdsduur en de verwijzing naar tijdsbeleving behoren tot het brede scala doelen vertaald naar de klaspraktijk en voorzien van gepaste activiteiten binnen het domein meten. Kleuters doen heel wat ruimte-ervaringen op in spontane en gerichte situaties. Daarbij hebben leerkrachten aandacht voor aspecten van lokaliseren en oriënteren. Ook in de dagelijkse motoriek (bewegingstussendoortjes) zitten heel wat ruimte-evaringen. Kleuters ontdekken en gebruiken op herhaaldelijke momenten de passende verwoording (begrippen). Voor elke kleutergroep garandeert de school twee lestijden bewegingsopvoeding. De leerkracht bewegingsopvoeding voorziet in een planmatig en gradueel uitgebouwd onderwijsleeraanbod ‘leren bewegen’. Dit aanbod is afgestemd op het niveau van de lichaams- en bewegingsbeheersing van de kleuters en sluit waar mogelijk aan bij het belangstellingscentrum van de klas. Tijdens de activiteiten speelt de leerkracht doelbewust in op de fantasie van de kleuters en stimuleert hen tot het vinden van creatieve bewegingsantwoorden of -oplossingen. Daarnaast is de begeleidingsstijl van de leerkracht stimulerend en aanmoedigend. De klastitularissen plannen op regelmatige basis bewegingstussendoortjes. Ook voor de ontwikkeling van de fijne motoriek en de schrijfmotoriek organiseren de leerkrachten ontwikkeling ondersteunende activiteiten. Naar aanleiding van de leerplanstudie ‘muzische opvoeding’ plannen de leerkrachten activiteiten die gekoppeld zijn aan de doelen uit het deelleerplan bewegingsexpressie. Materieel beheer Het doordacht gebruik van ontwikkelingsmaterialen typeert het kwaliteitsvol en Uitrusting doelgericht aanbod voor wiskundige initiatie. Binnen betekenisvolle situaties Ontwikkelingsmaterialen reiken leerkrachten adequate en uitdagende ontwikkelingsmaterialen aan. Leermiddelen Exemplarisch hiervoor zijn de hoedenwinkel, de telladder bij het hoedenwerpen, het reuzenrad, de verschillende soorten blokken bij de constructieactiviteit… Leerkrachten zetten doeltreffend multimediale apparatuur in om de onderwijspraktijk te ondersteunen. Leerkrachten hebben bij de klasinrichting aandacht voor de bewegingsnoden van de kleuter. Ze organiseren specifieke hoeken met aangepaste speelleersituaties en materialen die de ontwikkeling van groot motorische en klein motorische vaardigheden beogen. De gymzaal voor het creëren van optimale bewegingslandschappen is beperkend. De school heeft concrete plannen om bij nieuwbouw meer aandacht te besteden voor een oefen- en speelzaal voor kleuters. Groot en klein materiaal zijn wel in voldoende mate aanwezig. Evaluatie Leerkrachten noteren de spontane bezigheden van de kleuter bij de uitvoering van verschillende opdrachten. Niettegenstaande de zinvolheid van deze Evenwichtig en representatief informatie is de registratiewijze te weinig doeltreffend om de ontwikkeling van Kindvolgsysteem de kleuter in kaart te brengen en eventuele stagnatie of retardatie te signaleren. Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing Duidelijke beoordelingscriteria en een evenwichtig en representatief kader bij het opvolgen en in kaart brengen van de ontwikkeling/vorderingen van kleuters dienen nog geconcretiseerd te worden. Dit belemmert ‘een evaluatie gericht op Evaluatiepraktijk
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
9
specifieke remediëring en aanbieden van zorg’ en ‘een evaluatie als instrument van kwaliteitszorg’ waarmee de leerkracht kan terugblikken op de effecten van het door haar geleverde onderwijsaanbod. Met een test onderzoekt het team in de derde kleuterklas een aantal deelvaardigheden die het leren rekenen ondersteunen. De resultaten van de doorstroomgroep in het eerste leerjaar worden nog niet gebruikt als kwaliteitsindicator voor het kleuteronderwijs. Begeleiding Voor de kleuters van wie de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht, voorziet het team systematische hulpverlening.
Leerbegeleiding
Beeldvorming Zorg
De leerkracht speelt een belangrijke eerstelijnsrol in het onderkennen en verklaren én het zoeken en organiseren van hulp. Zij gaat in op oplossingen van kinderen en stimuleert ze deze te verwoorden en te verantwoorden. Het is vooral de professionele inschatting van de leerkracht die aanzet in de begeleiding van (zorg)kleuters. Wanneer er toch rekenproblemen opduiken zorgt het zorgteam in uitbreiding van de zorg. Tijdens vaste momenten krijgt de leerkracht ondersteuning van het zorgteam en worden kleuters vanuit een bemoedigende leeromgeving benaderd. De zorgcoördinator organiseert regelmatig en indien relevant ( formeel) overleg met leerkrachten en/ouders. Vragen worden gesteld en adviezen worden uitgewisseld. De beeldvorming en het diagnosticerend onderzoeken dringen voorlopig te weinig door in de diepte.
3.1.1.4
Lager onderwijs: wiskunde
Voldoet De leerkrachten van de lagere afdeling bereiken in voldoende mate de eindtermen voor het leergebied wiskunde. Het onderwijsaanbod is gradueel opgebouwd. De evaluatiepraktijk is representatief. Curriculum De leerkrachten werken met een onderwijsleerpakket en het leerplan bij de Onderwijsaanbod planning en organisatie van het onderwijsaanbod. Zij sturen vanuit interne Referentiekader deskundigheid en ervaring en na collegiaal overleg het aanbod in het Planning onderwijsleerpakket bij en verantwoorden deze keuze aan de hand van de Evenwichtig en volledig Samenhang krachtlijnen bij het wiskundig leerproces in het leerplan. Leerkrachten Brede harmonische vorming herbekijken de aangegeven beheersingsniveaus en geven systematisch meer Actief leren aandacht aan begripsvorming en de concrete tussenstappen bij het wiskundig handelen. Aan de toepassingsfase, waar kinderen ontdekken en ervaren hoe ze begrippen kunnen gebruiken en strategieën toepassen in afwijkende situaties of leergebieden/domeinen, besteden leerkrachten minder tijd. Het team is zich ervan bewust dat verticale samenhang van groot belang is voor een goede begripsvorming en verankert de aanpassingen in het schoolwerkplan. De samenhang met andere leerplannen is wisselend. Het wiskundeonderwijs krijgt een dynamisch karakter doordat leerkrachten de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid en de activiteit van het kind in het leerproces. Leerkrachten creëren ruimte voor onderwijsleergesprekken, bewaken afwisseling door zowel zelfstandig werk als groepswerk te organiseren en hebben oog voor coöperatieve en zelfsturende werkvormen. De aandacht voor socio10 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
emotionele en relationele opvoeding resulteert in een veilig en ontspannen klasklimaat. Mulltimediale middelen worden op een voorbeeldige wijze ingezet om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Materieel beheer Het team beschikt over de materiële vereisten om de doelstellingen van het Uitrusting leerplan op een verantwoorde wijze te kunnen realiseren. In alle klassen zijn Ontwikkelingsmaterialen referentiekaders en er is aandacht voor (realistische) referentiematen. Leermiddelen De klassen zijn voorzien van een digitaal bord. Deze worden zinvol aangewend. De leerlingen zijn vertrouwd met het medium. De leerkrachten kunnen rekenen op ondersteuning van de ICT-coördinator. Evaluatie Om leerlingen gericht te ondersteunen bij het wiskundig leerproces hanteren leerkrachten enerzijds persoonlijke toetsen en toetsen van het Evenwichtig en representatief onderwijsleerpakket. Anderzijds nemen leerkrachten ook genormeerde testen af Kindvolgsysteem en verbeteren ze deze eveneens zelf wat getuigt van een grote betrokkenheid bij Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing de beeldvorming. De registratie van de evaluaties is gericht op het in kaart brengen van de evolutie die de leerling doorloopt en het bijsturen van zijn leerproces. De beginsituatiebepaling bij de overgangen is echter op leerlingenniveau omslachtig waardoor belangrijke informatie verloren gaat/ tijdsverlies. Evaluatiepraktijk
De ontwikkeling van probleemoplossende vaardigheden en attitudes krijgen bij de evaluatie en rapportering in mindere mate aandacht. In het vierde en zesde leerjaar neemt men deel aan school overstijgende toetsen ingericht door de onderwijskoepel. De resultaten zijn wisselend en wijken af van de schooleigen prestaties. Dit instrument stelt het team in staat te reflecteren over de effecten van het aangeboden onderwijs. Begeleiding De gerichtheid op diagnose is een basishouding. De leerkracht is zowel in de eerstelijnszorg als bij het aansturen van de verhoogde zorg de spilfiguur en krijgt Beeldvorming hierbij met raad en daad ondersteuning van het zorgteam. Zorg Op vaste zorgmomenten werken zorgleerkracht en klasleerkracht samen om het leerproces nog beter te kunnen afstemmen/organiseren (naargelang van de activiteit zoals bijvoorbeeld meetoefeningen) of om zorggroepjes te vormen. Het toepassen van sticordimaatregelen is een verworvenheid. Kinderen die nood hebben aan meer uitdaging, krijgen die ook.
Leerbegeleiding
3.1.1.5
Lager onderwijs: Frans
Voldoet De leraren van de lagere afdeling bereiken in voldoende mate de eindtermen voor het leergebied Frans. Uit de onderwijspraktijk blijkt een doelgericht en gevarieerd aanbod voor de domeinen lezen, luisteren en schrijven. De resultaten van de toetsen geven aan dat de leerlingen de eindtermen beheersen. Curriculum Het team wendt een geactualiseerd onderwijsleerpakket aan. Dit pakket verwijst Onderwijsaanbod naar de leerplannen en is het referentiekader bij het plannen van het Referentiekader onderwijsaanbod. Planning De leerkrachten leggen variatie in hun lessen om de leerlingen te stimuleren. De Evenwichtig en volledig Samenhang domeinen lezen, luisteren en schrijven komen in voldoende mate aan bod. Brede harmonische vorming Spreken in reële situaties kan gerichter aangepakt worden zodat leerlingen beter Actief leren strategieën leren ontwikkelen om een boodschap te begrijpen en erop te reageren. De leerlingen krijgen in de tweede graad al taalsensibiliseringsactiviteiten via het aanbod muzische vorming. 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
11
Leerkrachten staan enthousiast voor de klas en getuigen van vernieuwingsgezindheid. Zij spreken zoveel als mogelijk Frans tijdens de les en/of gebruiken een geluidsopname. Leerkrachten hebben bewust aandacht voor het belang van communicatie en organiseren tal van didactische werkvormen. Het in klasverband opzeggen of in groep bespreken… laten echter de leerkracht niet toe om doelgericht naar de uitspraak en de zinsconstructies van de leerlingen te luisteren en deze dan ook eventueel te verbeteren. De bereikte resultaten/effecten van zijn dan ook nauwelijks in te schatten. In verband met het leergebied Frans zijn er contacten met het vervolgonderwijs. Het is niet duidelijk in hoeverre de basisschool zich genoodzaakt voelt om de meer cognitieve aspecten van Frans te beklemtonen. Materieel beheer In de klassen zijn diverse en verzorgde didactische materialen aanwezig. Uitrusting Wandplaten leggen wel de klemtoon op werkwoordvervoegingen en andere Ontwikkelingsmaterialen grammaticale aspecten. Ook korte steun(vraag)zinnen komen voor. Leermiddelen De teamleden wenden auditieve media aan voor een goed taalvoorbeeld. Evaluatie Bij de evaluatie doen de leerkrachten een beroep op de toetsen van het onderwijsleerpakket die zij gedeeltelijk schooleigen maken. De evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief voor dit leergebied peilt vooral naar wat de leerling al kent en te weinig of de Kindvolgsysteem leerling met zijn kennis woordenschat en taalstructuren iets kan doen. De Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing evaluatie van de domeinen spreken en mondelinge interactie is nog niet volledig representatief voor de verwachtingen die het leerplan stelt. Concreet gaat het dan over hoe leerkrachten peilen of leerlingen de woorden en communicatieve taalstructuren van de gemeenschappelijke basiswoordenlijst bij het leerplan actief en in de juiste context kunnen gebruiken, de mate van integratie van die woorden in allerhande taalsituaties, het verschil in woorden herkennen en begrijpen (receptief gebruik) tegenover het actief gebruik van woordenschat in een gesprek (productief taalgebruik), de correcte uitspraak (zich het fonetisch systeem eigen maken),... Evaluatiepraktijk
Begeleiding Verschillen in de beginsituatie, in leervermogen, in tempo en in taal worden niet gebruikt om te differentiëren naar bijvoorbeeld het oefenen van de uitspraak en Beeldvorming van de woordenschat.
Leerbegeleiding
Zorg
3.1.1.6
Lager onderwijs: lichamelijke opvoeding
Voldoet De lagere afdeling bereikt de decretaal vastgelegde eindtermen voor het leergebied lichamelijke opvoeding in voldoende mate. Er is een evenwichtig aanbod en er is meer dan voldoende aandacht voor alle bewegingsthema's van het leergebied. Curriculum De leraar lichamelijke opvoeding hanteert het nieuwe leerplan als Onderwijsaanbod referentiekader en gebruikt daarbij recente naslagwerken om de inhouden van Referentiekader het leergebied te plannen. De visie, de krachtlijnen en de uitgangspunten van het Planning nieuwe leerplan zijn voor de leraar meer dan bekende materie. Evenwichtig en volledig Samenhang De leraar beschikt over een doelgerichte planning waaruit de aandacht voor een Brede harmonische vorming evenwichtig en volledig aanbod blijkt. Ze zorgt er voor dat de kinderen op een Actief leren systematische en graduele manier de bewegings- en persoonsgebonden doelen kunnen bereiken. Er is een horizontale samenhang met andere leergebieden en/of leergebiedoverschrijdende eindtermen. De school neemt actief deel aan diverse activiteiten die georganiseerd worden door SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport). 12 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
Materieel beheer De leraar lichamelijke opvoeding kan voor haar lessen gebruik maken van een Uitrusting gymzaal die beantwoordt aan de nodige eisen. Voor de lessen zwemmen maakt Ontwikkelingsmaterialen de school gebruik van een zwembad in de buurt. Leermiddelen De school beschikt over voldoende materialen om alle eindtermen te kunnen nastreven en bereiken. Evaluatie De school hanteert duidelijk vastgelegde criteria om de vorderingen van de leerlingen voor lichamelijke opvoeding te evalueren. In het leerlingvolgsysteem is Evenwichtig en representatief er aandacht voor dit leergebied en algemeen besteedt de leraar lichamelijke Kindvolgsysteem opvoeding aandacht aan de evaluatie van het leerproces. Aspecten zoals Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing zelfsturing, zelfevaluatie, feedback en reflectie komen in de evaluatiepraktijk ruimschoots aan bod. De rapporteringspraktijk voor lichamelijke opvoeding is een afzonderlijk deel in het rapport en is een voorbeeld van goede praktijk. Op geregelde tijdstippen worden ouders en leerlingen geïnformeerd over de vorderingen voor de diverse bewegingsthema’s binnen lichamelijke opvoeding. Evaluatiepraktijk
Begeleiding De beeldvorming op het vlak van beweging is in het leerlingvolgsysteem opgenomen. De leraar lichamelijke opvoeding houdt de evolutie van de Beeldvorming motorische vaardigheden en attitudes zeer goed bij. Dit leidt tot de gewenste Zorg aandacht voor 'beweging' in de handelingsplanning. De leraar lichamelijke opvoeding begeleidt en ondersteunt de leerlingen om gericht de vooropgestelde doelen te bereiken en bepaalde moeilijkheden te remediëren. De school zet in op preventie en remediëring. Differentiëren door kinderen bewegingskansen te geven op zijn/haar niveau is in de school een verworvenheid.
Leerbegeleiding
Professionalisering Het schoolteam investeert sterk in de eigen professionalisering voor het leergebied lichamelijke opvoeding. Nascholingen De leraar lichamelijke opvoeding heeft zicht op de ontwikkelingen en Interne expertise vernieuwingen binnen het leergebied en vervolmaakt zich via diverse kanalen. Het schoolteam zorgt voor een gerichte coaching van de leraren die mee het zwemonderricht begeleiden.
Deskundigheidsbevordering
3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid , veiligheid en hygiëne’? Omwille van de systematiek waarmee de school tekorten opspoort en wegwerkt, de realisatie van tussentijdse oplossingen en de aandacht voor proactieve acties, krijgt de school een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.
3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op. Onderzochte erkenningsvoorwaarde Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°)
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
ja ja ja
13
3.2
Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op. Onderzochte regelgeving Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao art. 37) • geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen • de bijdrageregeling • de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal • de afspraken in verband met het rookverbod • het orde- en tuchtreglement van de leerlingen met inbegrip van de beroepsmogelijkheden • de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend • de procedure volgens welke beroep kan worden ingediend tegen een beslissing van de klassenraad met betrekking tot het getuigschrift • bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis • de afspraken in verband met onderwijs aan huis • richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen • afspraken in verband met huiswerk, agenda’s en rapporten • de wijze waarop de leerlingenraad in voorkomend geval wordt samengesteld
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. ja 47) • de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt • de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen • de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert • de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs • de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen
Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving? (decreet bao - art. 28) Voert de school een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid met het oog op de optimale leer- en ontwikkelingskansen van alle leerlingen? (decreet bao - art. 153 septies) Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Bewaart de school de bepaalde lijsten, notulen en dossiers met betrekking tot het getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van attesten aan leerlingen die geen getuigschriften krijgen? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 48)
14 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
4
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Deskundigheidsbevordering Doelgerichtheid Het team slaagt erin een nascholingsbeleid te voeren vanuit de schoolspecifieke noden en context en laat onderwijsinnovaties groeien van binnenuit. Hierbij ondersteunen de begeleidingsdiensten en nascholingsverstrekkers het ontwikkelingsproces. Sterke teamverbondenheid, sociale controle, de nodige feedback vanuit het directieteam en schoolwerkplanning zorgen voor gezamenlijke doelgerichtheid en verantwoordingsgevoel. Ondersteuning Het beleidsteam creëert de nodige randvoorwaarden. Innovatie wordt aangepakt met middelen voor investering in het vakmanschap van de teamleden en met ruimte en ondersteuning voor leerkrachten om deze op te zetten in de eigen klas. De personeelsvergaderingen zijn forums waar bewust en formeel tijd wordt gemaakt voor het uitwisselingen van praktijkervaringen. Waardevolle inspanningen, geleverd via individuele en schoolgebonden nascholingen en het werk in werkgroepen, verbreden en verdiepen op systematische wijze de vaardigheden en de competenties van leerkrachten. Deze initiatieven resulteren in ondersteunende en richtinggevende kaders bij het realiseren van het onderwijsaanbod en een alertheid en verantwoordingsgevoel bij het nakomen van de resultaats- en inspanningsverplichting. De professionaliteit van beleidsondersteuners met een specifieke opdracht zoals de ict-coördinatoren en de zorgondersteuners stromen door naar de klasleerkracht. Doeltreffendheid Prioriteiten ontstaan uit een eerlijke reflectie op het eigen werk en een kritische toetsing ervan aan de verwachtingen van de overheid. Het leergebied muzische vorming komt in de kijker te staan en wordt op een doelgerichte en doeltreffende manier geïmplementeerd. Leerkrachten krijgen de nodige ICTondersteuning om te leren werken met digitale borden. Tegenvallende resultaten op externe toetsen worden onder de loep genomen. Sterke professionalisering en doordachte stappen in het proces getuigen van een geïmplementeerd zorgbeleid. Elk initiatief is gericht op het bieden van kwaliteitsvol en toekomstgericht onderwijs. Ontwikkeling De leerkrachten vertonen een grote openheid om zich te professionaliseren. Niettegenstaande een belangrijke aanzet al plaats vond zijn er evenwel nog groeimogelijkheden om de bestaande structurele overlegmomenten met het secundair onderwijs aan te wenden in functie van de afstemming van het aanbod tussen de niveaus.
4.2
Leerbegeleiding Doelgerichtheid De aanpak van de leerbegeleiding is doelgericht. Het team heeft een uitgeschreven visie gaande van een brede preventieve basiszorg voor alle kinderen over een verhoogde zorg in de klas naar een uitbreiding van zorg en onderwijs op maat indien relevant. Dit houdt een concreet engagement in van alle betrokkenen en eensgezindheid over de inhoud en de zinvolheid van de verschillende actieterreinen.
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
15
Ondersteuning Vanuit een visie groeit een concreet en samenhangend concept van taken en opdrachten afgestemd op de specifieke schoolcultuur. Daarmee heeft het team grondig werk gemaakt van de aanbeveling uit de vorige doorlichting. Duidelijke afspraken binnen het schoolwerkplan ondersteunen het uitgestippelde beleid en zorgen voor een vlekkeloze organisatie. De zorgcoördinatie situeert zich op drie niveaus: het coördineren van de zorg op schoolniveau, het ondersteunen van het handelen van de leerkracht en het begeleiden van de leerlingen. Doeltreffendheid Het team evalueert de acties en initiatieven ten aanzien van de leerbegeleiding van haar leerlingen geregeld. Veelal leiden deze evaluaties tot de bijsturing van de werking. Stapsgewijs en vanuit een sterke intrinsieke motivatie bouwt het zorgteam haar expertise uit en verkent verder het diagnostisch onderzoek, het handelingsgericht werken en de mogelijkheden binnen het (kleuter)volgsysteem (observatiegegevens in de kleuterafdeling doeltreffend en de beginsituatie bepaling in de lagere afdeling). De school gebruikt haar outputresultaten nog niet om de effecten van de extra begeleiding te duiden. Ontwikkeling Sterke professionalisering en doordachte stappen in het proces getuigen van een geïmplementeerd zorgbeleid. Het succes van de samenwerking op school is medebepaald door de grote mate van collegiale coaching en deskundigheidsbevordering in het werk tussen team en zorgteam.
16 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op. Leiderschap De leiding van de school berust bij een duobaan met de coördinerend directeur van de scholengemeenschap en een collega-directeur. Het directieduo geeft na inspraak van en in samenspraak met het team richting aan het werk. Zij zijn goed op de hoogte van actuele onderwijsinnovaties en tekenen samen met het team concrete krijtlijnen uit om beleid te voeren. Een goede informatiedoorstroming zorgt voor een doeltreffende (inspirerende) communicatie. Het schoolbeleid weet de leerkrachten te stimuleren en waardeert hun werk. Door voort te bouwen op de kennis en de beleving van het team duidt het intern leiderschap haar overtuiging dat het team met iets waardevol bezig is. Deze doelmatigheidservaring is voor de leraren een sterke motivatiefactor. Visieontwikkeling Het pedagogisch project is aan vernieuwing toe. Het team stelt via de website haar troeven voor : kwaliteitsonderwijs, zorg, communicatie, cultuur, ICT, sport, gezondheid en participatie zijn in deze toekomstgerichte basisschool geen loze woorden. Besluitvorming In de school heerst een klimaat van stimulerende controle. De grote betrokkenheid functioneert als een vorm van sociale druk om bepaalde verwachtingen te realiseren. Participatie en het engagement waarbij alle teamleden de lat hoog leggen typeren de schoolcultuur. Het schoolbeleid stuurt binnen de besluitvorming aan op een consensus. Kwaliteitszorg Het team besteedt aandacht aan de interne kwaliteitszorg onder meer door op regelmatige tijdstippen en grondig te reflecteren over de kwaliteit van het leerproces. Knelpunten die daarin naar voren komen worden op een personeelsvergadering besproken en er wordt naar oplossingen gezocht.De resultaten van schooloverstijgende toetsen worden in mindere mate gehanteerd binnen de interne kwaliteitszorg. Talenbeleid Het uitschrijven van een visie op talenbeleid vormt voor de school geen prioriteit. Ze geeft aan dat op dit ogenblik de taalproblematiek van de huidige leerlingenpopulatie niet van die aard is dat het voeren van een doelbewust talenbeleid een noodzaak is. GOK- en zorgbeleid Het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school is gebaseerd op de analyse van data die de noden van enkele leerlingen(groepen) in kaart brengt. De school heeft een visie over de wijze waarop ze haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid vorm wil geven. De vooropgestelde doelen zijn operationeel geformuleerd op leerlingenniveau en de acties sluiten aan bij de noden van de leerlingen. De schoolorganisatie faciliteert in toenemende mate het bereiken van de vooropgestelde doelen binnen het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid. De acties (op leerling-, leerkrachten- en schoolniveau) die de school uitwerkt, sluiten grotendeels aan op de vooropgestelde doelen.
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
17
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden Het nastreven van de ontwikkelingsdoelen wiskundige initiatie en lichamelijke opvoeding. Het bereiken van de eindtermen wiskunde, Frans en lichamelijke opvoeding. Het gebruik van het leerplan bij het bewaken van het onderwijsaanbod in beide afdelingen. Het doeltreffend inzetten van multimediale apparatuur om de onderwijspraktijk te ondersteunen. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen Het reflectief en innovatief vermogen van het team en de hoge maatstaven die hierbij worden gehanteerd. Het succes- en kwaliteitsvol implementatietraject bij recente leerplanstudie. Het dynamisch zorgbeleid gericht op de doelgroep en ter ondersteuning van de leerkrachten. Wat betreft het algemeen beleid Het gedeeld leiderschap. Het geïntegreerd beleid De doeltreffende (en inspirerende) communicatie. De schoolwerkplanning gericht op gezamenlijke doelgerichtheid.
6.2
Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden In de kleuterafdeling de observaties doelgerichter uitvoeren om een correct beeld van de evolutie van de kleuter te kunnen weergeven. In de lagere afdeling binnen het leergebied Frans extra aandacht besteden aan de evaluatie van de leerplandoelen spreken en mondelinge interactie. In de lagere afdeling focussen op de leerplandoelen bij complexe toepassingsopgaven waarbij transfer vereist is voor wiskunde. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De mogelijkheden van het digitaal (kleuter)volgsysteem efficiënter benutten. Wat betreft het algemeen beleid Verder analyseren van externe en interne toetsen in functie van een optimale bijsturing op schoolniveau.
18 22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies: GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs en
het lager onderwijs. voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. voor de overige erkenningsvoorwaarden.
8
VASTSTELLINGEN BETREFFENDE DE OVERIGE REGELGEVING
Op de gecontroleerde overige regelgeving werden door het inspectieteam geen inbreuken voor verder gevolg door de onderwijsinspectie vastgesteld.
Namens het inspectieteam
Voor kennisname namens het bestuur
Katty HOUSSIAU de inspecteur-verslaggever
Jacques ZAMAN - Els VERBRAEKEL de directeur
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school
22871 – bao – Vrije Basisschool - Sint-Vincentius te GIJZEGEM (Schooljaar 2013-2014)
19