Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool Sint-Cajetanusschool te Steenokkerzeel Hoofdstructuur bao
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL adres
adres
adres
Instellingsnummer 104521 Instelling Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool Lieve JANSSENS en Jorn Dupont Tervuursesteenweg 176 - 1820 STEENOKKERZEEL 02-751.79.18
[email protected] Bestuur van de instelling 964528 - K.O.P.S. te STEENOKKERZEEL Van Frachenlaan 25 - 1820 STEENOKKERZEEL Scholengemeenschap 120576 - De Zevenster te ERPS-KWERPS Engerstraat 10 - 3071 ERPS-KWERPS CLB 114801 - Vrij CLB Noordwest - Brabant te ASSE Spiegelstraat 1 - 1730 ASSE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 10/01/2012,11/01/2012, 12/01/2012, 13/01/2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 13/01/2012 Datum bespreking verslag met de 29/01/2012 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Wilfried Bellemans Teamleden Guido Aerts
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 6
2.1
Leergebieden in de focus ......................................................................................... 6
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus ............................................................ 6
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ..................... 7
3.1
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ....................................................................... 7
3.2
Kleuteronderwijs: muzische vorming ........................................................................ 8
3.3
Lager onderwijs: wiskunde ....................................................................................... 9
3.4
Lager onderwijs: muzische vorming ....................................................................... 10
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................ 11
4.1
Professionalisering ................................................................................................. 11
4.2
Evaluatie ................................................................................................................ 12
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ............................................................... 14
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...................................................... 15
6.1
Wat doet de school goed? ..................................................................................... 15
6.2
Wat kan de school verbeteren?.............................................................................. 15
6.3
Wat moet de school verbeteren? ........................................................................... 16
7.
ADVIES.................................................................................................................. 17
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG ....................................................................... 17
2
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen.
1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
3
Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
1.
SAMENVATTING
De Vrije Basisschool Sint-Cajetanus is gesitueerd in de landelijke maar vrij residentiële deelgemeente Perk. In dit dorp is er maar één school. De meeste kinderen worden dan ook in de onmiddellijke omgeving gerekruteerd. Meerdere leerkrachten wonen in de omgeving van de school, hebben een band met de plaatselijke samenleving en kennen meerdere ouders vanuit de plaatselijke en sociaal culturele context. De school telt twee vestigingsplaatsen. De lagere afdeling is gehuisvest op de Tervuursesteenweg, de kleuterafdeling en het eerste leerjaar vinden een onderdak op het de Ribaucourtplein. De sfeer binnen het pedagogisch team is hartelijk, warm menselijk, veranderingsbereid en ondersteunend. Voor het leergebied wiskunde beantwoorden het kleuterteam en de pedagogische equipe van de lagere afdeling in voldoende mate aan de vereisten die de regelgever oplegt. In de kleuterafdeling vormt wiskundige initiatie een belangrijk onderdeel van het leer- en ervaringsaanbod verwerkt in tijdsgebonden en occasioneel aangeboden thema’s. De kleuteronderwijzers screenen de vorderingen van de kinderen drie maal per schooljaar op een divers aantal aandachtspunten met een kleutervolgsysteem. De geobserveerde items behoren gedeeltelijk tot de pedagogische inzichten van de school en sporen niet volledig met het gebruikte koepelgebonden praktijktheoretisch planningsdocument. De kleuteronderwijzers gaan met een genormeerd toetsinstrument na in hoeverre kinderen klaar zijn om de overstap naar de lagere afdeling te maken. Om de eindtermen te bereiken, maken de leraren in de lagere afdeling gebruik van een onderwijsleerpakket. Zij vertrouwen erop dat deze methode, die een koppeling maakt met de gehanteerde leerplannen, voldoende garantie inhoudt om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. Uit de methodegebonden toetsen en de genormeerde proeven aan het einde van de lagere afdeling, georganiseerd door de onderwijskoepel, leidt de inspectie af dat aan het einde van het zesde leerjaar de eindtermen voor het leergebied wiskunde bereikt worden. De leraren van de lagere afdeling hebben nog geen ingewortelde traditie om de semestriele toetsen op schoolniveau grondig te evalueren, te interpreteren en als een signaal te zien voor eventuele bijsturingen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De school beschikt nog niet over een algemeen overzicht van de resultaten die de leerlingen in het vervolgonderwijs behalen waardoor de outcomes voor het leergebied wiskunde niet te achterhalen zijn. Het pedagogisch team bestudeerde vanaf het schooljaar 2010-2011 het algemene en de deelleerplannen voor leergebied muzische vorming. Deze interne nascholing zorgde er voor dat de leraren beter inzicht kregen in de principes en de filosofie inherent aan het onderwijs muzische vorming. Spijtig genoeg kreeg deze vorming slechts in een beperkt aantal leergroepen, vooral in de lagere afdeling een concrete vertaling in de didactiek aangewend op de klasvloer. In de kleuterafdeling kreeg het aspect creativiteit een meer hedendaagse invulling in overeenstemming met de principes van het leerplan. In de lagere afdeling werken, niettegenstaande de intensieve vorming op schoolniveau, nog meerdere leerkrachten op een vrij traditionele manier waarbij de aspecten inventiviteit, creativiteit en experimenteerkansen slechts een marginale invulling krijgen. Het domein media komt quasi niet aan bod. De domeinen drama en bewegen nemen in meerdere leergroepen in het aangeboden programma slechts een beperkte plaats in. De creatieve mogelijkheden zoals voorzien in het leerplan van de domeinen beeld en muziek blijven weinig aangesproken. Om geschetste redenen is de inspectie van oordeel dat de eindtermen voor het leergebied muzische vorming niet bereikt worden. Op het gebied van de evaluatie zoekt het team naar nieuwe wegen om een productgerichte evaluatie om te buigen naar een ruime opinievorming over de prestaties, attitudes, werkhouding, communicatie- en sociale vaardigheden van de kinderen. Uit de rapportering blijkt dat er hierover interessante ideeën leven die een verdere uitwerking en concretisering verdienen. Een algemene visie over de manier van evalueren is op schoolniveau nog niet beschikbaar. 104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
5
De leerkrachten hebben een grote vrijheid op het vlak van de individuele nascholing. Op basis van interne communicatie zijn de leerkrachten geïnformeerd over de mogelijkheden die een aantal organisaties aanbiedt. In veel gevallen is het multiplicatoreffect van de gevolgde opleiding beperkt tot een korte toelichting tijdens overlegmomenten en / of tijdens informele contacten tussen de groepsleerkrachten. Op schoolniveau is er tijdens de personeelsvergaderingen en tijdens studiedagen een vorming die aansluit bij prioriteiten die de schoolleiding voor een bepaalde periode afbakende. De schoolleiding kiest voor een vorm van beleidsvoering die veel aandacht en respect heeft voor het pedagogisch-didactisch handelen, voor de inzichten en de individuele moeilijkheden van de leraren. Deze lovenswaardige houding resulteert in bepaalde gevallen in een gebrek aan gerichte druk en controle om de vooropgestelde prioriteiten en doelstellingen binnen een bepaald tijdsbestek te bereiken. De inspectie is er evenwel van overtuigd dat het schoolteam van de lagere afdeling over de vereiste competenties en over de nodige veranderingsbereidheid beschikt om het leergebied muzische vorming op de klasvloer een vernieuwd elan te geven en om de onderwijskwaliteit te bewaken en verder te verbeteren.
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken. De resultaten van de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag
2.1 Leergebieden in de focus Kleuteronderwijs wiskundige initiatie muzische vorming
Lager onderwijs wiskunde muzische vorming
2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Personeel Professionalisering Deskundigheidsbevordering Onderwijs Evaluatie Evaluatiepraktijk
6
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op:
3.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet
Motivering • De kleuteronderwijzers baseren zich quasi uitsluitend op een koepelgebonden
•
•
•
•
•
praktijktheoretisch planningsdocument om de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wiskunde na te streven. Dit document, waarnaar de kleuteronderwijzers in de planning verwijzen, is in hoge mate richtinggevend voor de selectie van de doelen en de activiteiten in de hoeken. Een aantal kleuterleidsters gebruikt daarnaast, additioneel het leerplan als inspiratiebron om het leeraanbod te verrijken. Het systematisch bewaken van het nastreven van de leerdoelen bevindt zich nog in een aanvangsfase. Sommige leerkrachten ontwikkelden hiervoor, op basis van ICT technologie, een instrument dat nog niet op schoolniveau werd geëvalueerd en hierdoor nog geen algemene toepassing kent. Het elektronisch kleutervolgsysteem is pas bij het begin van dit schooljaar in gebruik genomen. Niet alle leerkrachten beschikken tot op heden over de nodige competenties om dit instrument optimaal te aan te wenden. Veel van de mogelijkheden tot het analyseren van overzichten van de leervorderingen op klasniveau blijven hierdoor in mindere mate benut. Het geheel van de planningsdocumenten toont aan dat de kleuteronderwijzers het aanbod aan activiteiten en materialen binnen de themawerking degelijk voorbereiden. Duidelijke en bindende afspraken hierover op niveau van de kleuterafdeling kwamen alsnog niet tot stand. In de kleutergroepen is er een overzicht aanwezig van de verschillende opeenvolgende activiteiten in het dagverloop, gekoppeld aan mogelijke na te streven wiskundige doelen. Hoekenfiches bevatten informatie over de doelen die in de verschillende hoeken, op het vlak van wiskundige initiatie, nastreefbaar zijn. Woordenlijsten van wiskundige begrippen, behorend tot de aangeboden thema’s zijn niet beschikbaar. Er zijn geen formele afspraken over de groei aan wiskundige begrippen. De leidsters rekenen op hun ervaringsdeskundigheid om de juiste begrippen in functie van de ontwikkeling van de kleuters aan te brengen. Hierdoor heeft de verticale en graduele opbouw nog groeikansen. Er is voldoende aandacht voor de ontwikkeling van de rekenvoorwaarden. De leervorderingen van de kleuters vormen het onderwerp van observaties en genormeerde toetsen aan het einde van de kleuterafdeling. De kleuteronderwijzers bekijken de resultaten van de genormeerde toetsen op een algemene manier. Vorig schooljaar gaf dit aanleiding tot een verhoogde aandacht voor ruimtelijke oriëntatie. Ook in de lessen bewegingsopvoeding die de groepsleerkrachten zelf verzorgen, vormt ruimtelijke oriëntatie een belangrijk component. De doelgerichtheid van de uitgevoerde observaties en de analyse van de vaststellingen is veelal leerkrachtgebonden. Een visie die op schoolniveau tot stand kwam, leeft nog niet in de kleutergroepen. Binnen de thema’s voorzien de kleuteronderwijzers meerdere activiteiten met een resem al dan niet zelf ontworpen materialen. Hierdoor wordt het oefenen in het ordenen, het gebruik van individuele telkaarten en het meten manifest geïntegreerd in het leer- en ervaringsaanbod. In bepaalde groepen leren de kleuters op een effectieve manier omgaan met eurobiljetten. De kleuteronderwijzers hebben aandacht voor uitdagende activiteiten en stimuleren het probleemoplossend denken. De kwadraatbeelden van de lagere afdeling worden bij de vijfjarige kleuters geïntroduceerd. In alle kleutergroepen zijn puzzels, belangrijk voor ruimtelijke oriëntatie, op een gradueel opgebouwde manier geordend. In sommige groepen zijn de
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
7
vorderingen van de kinderen gevisualiseerd doordat de foto van elke kleuter bij het bereikte puzzelniveau is aangebracht. In een aantal gevallen zijn er stappenplannen die de kleuters helpen bij succesvol puzzelen. Het puzzelsysteem is nog niet doorgetrokken naar andere materialen die dezelfde doelen nastreven. • In bepaalde groepen vormt een verdere introductie van wiskundig materiaal nog een aandachtspunt: de aanduiding van de hoeken door middel van foto’s en / of een schematische voorstelling, getalbeelden en het aantal kleuters dat in de hoeken mag werken. De afspraken in verband met gradueel opgebouwde en gelijkgerichte tijdskaders zijn niet in alle kleutergroepen op een vergelijkbare manier zichtbaar. In bepaalde groepen zien we pareltjes in andere groepen is dit minder het geval. Het gebruik van computers bij de uitwerking van het leeraanbod wiskunde kent nog aanzienlijke groeikansen.
3.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming Voldoet
Motivering • Net zoals voor wiskundige initiatie baseren de kleuteronderwijzers zich quasi
uitsluitend op een koepelgebonden praktijktheoretisch planningsdocument om de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied muzische vorming na te streven. Een aantal kleuterleidsters gebruikt daarnaast, additioneel het leerplan als inspiratiebron om het leeraanbod te verrijken. Het systematisch bewaken van het nastreven van de leerdoelen bevindt zich nog in een aanvangsfase. Sinds de vorige schooldoorlichting is er een positieve evolutie merkbaar. In de voorbereiding van de thema’s komt muzische vorming ruim aan bod. Vooral ontwikkelingsondersteunend, maar ook explorerend en zelfsturend leren bieden mogelijkheden om de doelen van leergebied optimaal kansen tot realisering te bieden. Het geheel van de planningsdocumenten toont aan dat de kleuteronderwijzers het aanbod aan activiteiten en materialen binnen de themawerking degelijk voorbereiden. Duidelijke en bindende afspraken hierover op niveau van de kleuterafdeling kwamen alsnog niet tot stand. In de kleutergroepen is er een overzicht aanwezig van de verschillende opeenvolgende activiteiten in het dagverloop, gekoppeld aan mogelijke na te streven muzische doelen. Hoekenfiches bevatten informatie over de doelen die in de verschillende hoeken nastreefbaar zijn. In de kleutergroepen is er een overzicht aanwezig van de verschillende opeenvolgende activiteiten in het dagverloop, gekoppeld aan mogelijke na te streven muzische doelen. Niettegenstaande het kleuterteam het leerplan vrij intensief bestudeerde, is er nog geen echt evenwicht tussen de verschillende muzische domeinen. Beeld komt op een geïntegreerd manier twee- en driedimensionaal veel voor in het aanbod, zowel in het gebruik van materialen, patronen, kleur- en bladgebruik. Muziek met uitzondering van het aanbrengen van liedjes, dans en ontwikkeling van ritmiek is minder frequent opgenomen in de dagelijkse praktijk. Experimenteren met klank gebeurt nog erg weinig. Meerdere kleuteronderwijzers zien het domein bewegen, buiten doelgerichte bewegingsexpressie, als tussendoortjes dikwijls verbonden met muziek. De domeinen drama en muzisch taalgebruik zijn in een aantal kleutergroepen gerelateerd aan fantasiespelen en aan talige activiteiten. De verkleedhoeken zijn veeleer arm, de verkleedkleren zijn dikwijls weinig aantrekkelijk gepresenteerd. In de meeste kleutergroepen ontbreekt een grote spiegel. In sommige kleutergroepen voorzien de leidsters bijkomend themagebonden verkleedmateriaal. In meerdere kleutergroepen is het leergebied muzische vorming, na de kerstvakantie, weinig nadrukkelijk in het klasbeeld aanwezig. Het getoonde werk geeft evenwel in bepaalde kleutergroepen aan dat die leidsters reeds de platgetreden paden durven
•
•
•
•
•
8
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
verlaten en leer- en experimenteerkansen in functie van het creëren een centrale plaats bieden.
3.3 Lager onderwijs: wiskunde Voldoet
Motivering • Om de basiscompetenties voor het leergebied wiskunde te realiseren en te evalueren
•
•
•
•
•
•
baseren de leraren zich op een onderwijsleerpakket. Dit leerpakket vormt het voornaamste referentiekader bij het plannen van het aanbod. In het onderwijsleerpakket leggen de auteurs de relatie met de eindtermen en het leerplan. Het team gaat ervan uit dat de methodegebonden en zelf ontworpen toetsen volstaan en valabel zijn om het bereiken van de eindtermen en de leerplandoelen aan te tonen. De toetsen leveren het bewijs dat de school voor het leergebied wiskunde haar maatschappelijke opdracht volbrengt. Een snelle analyse door het inspectieteam op basis van de gegevens beschikbaar aan het einde van de lagere afdeling tijdens het schooljaar 2010-2011 weerspiegelt eveneens een normaal vorderingsproces. De vraag mag evenwel gesteld worden of de output rekening houdend met het profiel van de leerlingen niet beter kan. Aan het einde van de lagere afdeling nemen de leerlingen deel aan algemene koepelgebonden proeven. De school heeft nog geen traditie om de resultaten hiervan systematisch en grondig te analyseren om veranderings- en verbeterprocessen op gang te brengen. Het lerarenteam nam initiatief om vanaf het schooljaar 2011-2012 ook andere leergroepen dergelijke toetsen af te nemen. Het team is van oordeel dat hierdoor de geboden onderwijskwaliteit beter in beeld komt en dat de leraren, indien nodig, vroeger kunnen bijsturen. Het lagereschoolteam heeft geen afspraken gemaakt over het maken van foutenanalyses, alhoewel het onderwijsleerpakket deze voorziet. Slechts enkele leraren gebruiken dit instrument. Anderen noteren op basis van eigen inzichten observatiegegevens uit de lessen en / of opvallende fouten uit de toetsen. In de planningsdocumenten verwijzen de leraren naar de doelen vermeld in het onderwijsleerpakket. Schoolafspraken over de vorm en de inhoud van de planningdocumenten leven nog niet op de werkvloer. De groepsleerkrachten geven aan de planning van de activiteiten een eigen invulling. Het leerlingenwerk getuigt van een evenwichtig aanbod voor de verschillende domeinen van het leerplan en illustreert de aandacht op schoolniveau voor een graduele en inhoudelijke continuïteit binnen dit leergebied. Bepaalde leerkrachten zijn van mening dat het onderwijsleerpakket een stevig accent legt op het domein getallen maar dat de andere domeinen meten, meetkunde, strategieën en probleemoplossend denken weinig aan bod komen. Een aantal leraren zorgt zelf voor de nodige aanvullingen. Een aantal leraren slaagt erin om een krachtig onderwijsleerklimaat te scheppen en daagt de leerlingen uit om probleemoplossend te denken. Een aangepaste vraagstelling zet de leerlingen aan om kritisch te reflecteren op de aangewende oplossingsstrategieën en wakkert een goede leerhouding aan. Een efficiënte en doelgerichte integratie van multimedia tijdens het onderwijsleerproces heeft niet alleen een ondersteunende functie maar verhoogt tevens de betrokkenheid van de leerlingen. Niettegenstaande in enkele leergroepen op dit terrein reeds stappen werden gezet, heeft het lerarenteam nog een parcours af te leggen om effectief gebruik te maken van ICT technologie. In de leergroepen zijn er slechts in beperkte mate computers aanwezig. Meerdere leraren onderstrepen het belang om wiskunde te benaderen vanuit realistische contexten. De leerlingen krijgen geregeld kansen om levensechte ervaringen op te doen en aldus wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven en uit te bouwen. In een aantal leergroepen ondersteunen coöperatieve
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
9
werkvormen het leerproces waarbij de samenwerking, de zelfsturing en zelfreflectie door de leerlingen een voorname plaats inneemt. In andere leergroepen doen groepsleerkrachten een beroep op frontaal, klassikaal en leerkrachtgestuurde instructie. • Tijdens de bijgewoonde lessen differentieerden de leraren, behoudens een enkele uitzondering, slechts in erg beperkte mate. De leerkrachten geven aan de mogelijkheden geboden in het onderwijsleerpakket aan te wenden. Gedifferentieerde instructie is quasi nog niet geïntroduceerd. Gegevens over hoe te differentiëren en compenserende maatregelen toe te passen zijn in de planningsdocumenten amper te vinden. De leraren hebben veelal weinig zicht op compenserende maatregelen. • In de meeste leergroepen zijn er slechts in beperkte mate wandplaten, algoritmes en heuristieken aanwezig om de leerlingen bij hun leervorderingen te helpen. Afspraken over het didactisch gebruik van het leerdecorum werden op schoolniveau nog niet gemaakt. De leraren maken van de klaswanden volgens eigen inzichten gebruik. De meeste leerkrachten die hierover bevraagd werden, hadden niet altijd een gelijklopende visie. Slechts in enkele leergroepen installeerden leraren in het klasbeeld referentievoorwerpen voor maten en gewichten om gewichten, inhouden en lengtes te concretiseren en te visualiseren. In de meeste leergroepen beschikken de leerkrachten over voldoende klassikaal en individueel didactisch materiaal.
3.4 Lager onderwijs: muzische vorming Voldoet niet
Motivering • In het schooldoolichtingsverslag van november 2003 wijst het inspectieteam op een
gebrek aan harmonische samenhang binnen onder meer het leergebiedmuzische vorming. Dit leergebied vormt sinds het schooljaar 2010-2011 voor de Vrije Basisschool Sint-Cajetanus een prioritair aandachtspunt. • Het pedagogisch team bestudeerde tijdens personeelsvergaderingen en tijdens doelgerichte nascholingen diverse muzische en kunstzinnige expressievormen. Onder meer analyseerde het schoolteam de 21 algemene doelen zoals beschreven in het leerplan onder beschouwen en creëren. Hiermee legden de leerkrachten op schoolniveau een basis om de principes en de filosofie van het leerplan op de werkvloer concreet gestalte te geven. Deze visie is theoretisch in belangrijke mate gekend maar de leerkrachten blijven tijdens de dagelijkse praktijk overwegend productgericht handelen. • Op geen enkele manier verzamelen de leraren outputgegevens om aan te tonen dat de school haar maatschappelijke verplichtingen nakomt. Uit de jaarplannen en de planningsdocumenten blijkt geen evenwicht in het aanbod binnen de verschillende domeinen. Bepaalde aspecten van de domeinen beeld, muziek en drama komen tijdens aangeboden activiteiten voor. Het domein bewegen is erg beperkt in de muzische activiteiten geïntegreerd. Het domein media is quasi volledig afwezig. Verwijzingen naar leerplandoelstellingen ontbreken veelal en een gradueel opgebouwde verticale leerlijn binnen de verschillende domeinen is nog onbestaande. Slechts enkele leraren bewaken op een erg diverse manier de leerplandoelstellingen waardoor een beeldvorming op schoolniveau niet tot de mogelijkheden behoort. Hieruit mag geconcludeerd worden dat het schoolteam op onvoldoende wijze aantoont dat de leerlingen de eindtermen bereiken. • Een aantal leerkrachten ziet muzische vorming als een leergebied losstaand van andere leergebieden zoals Nederlands, Frans en wereldoriëntatie. Een intentionele horizontale samenhang ontbreekt, buiten enkele uitzonderingen, erg dikwijls waardoor de leerkrachten muzische sprenkeltjes binnen de activiteiten van andere leergebieden en leerdomeinen quasi geen plaats geven. Dit neemt niet weg dat aan het einde van de lagere school een totaalspektakel is voorzien waarbij meerdere domeinen van het leergebied op een geïntegreerde manier aan bod komen. In een aantal leergroepen 10
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
•
•
•
•
•
nemen de leraren initiatieven om de kinderen te laten reflecteren op eigen werk en op de prestaties van de andere leerlingen In enkele gevallen koos het schoolteam om de leerlingen uit parallelklassen samen te brengen tijdens muzische momenten. Een dergelijke pedagogische benadering is geen optimale voedingsbodem om een stimulerend muzisch leerklimaat en een muzische grondhouding te laten ontluiken. In het klasbeeld van meerdere leergroepen is weinig te zien dat wijst op muzische activiteiten. De leraren beschikken niet over een portfolio waarmee zij eerder gerealiseerd creatief leerlingenwerk kunnen bewijzen. De bijgewoonde activiteiten reflecteerden slechts in beperkte mate beschouwen, creëren en de procesgerichte evaluatie, de wezenlijke kenmerken van een muzische grondhouding. De insteek en de benadering van de leraren was tijdens de klasbezoeken meestal productgericht en miste aandacht voor het ongewone en het onvertrouwde en zette een rem op het speelse, experimenterend creatieve. De school beschikt over divers didactisch materiaal om muzische activiteiten van het domein muziek te ondersteunen. De meeste leerkrachten maken hiervan in beperkte mate gebruik. Twee- tot driemaal per schooljaar organiseert het team klasdoorbrekende muzische initiatieven om de overgang tussen het eerste en het tweede leerjaar, gevestigd in twee locaties, te versoepelen. Bij de activiteiten onder de vorm van een carrousel ligt de nadruk op het verwerven van technieken. Bepaalde leerkrachten consulteren een onderwijsleerpakket om het aanbod muzische vorming te verrijken. Ook zijn er in de vestigingsplaats gelegen aan het de Ribaucourtplein klasdoorbrekende muzische activiteiten tussen het eerste leerjaar en de oudste kleuters. Deze speelse momenten sorteren drempelverlagende effecten. Het gemeentebestuur biedt ondersteuning op het vlak van muzische vorming door een gespecialiseerde leerkracht ter beschikking van de scholen te stellen. In blokken van 6 weken, gedurende een beperkt aantal wekelijkse lestijden, deelt deze leerkracht zijn visie en inzichten met het pedagogisch team. De leraren beschouwen deze voorbeeldlessen als een inspiratiebron en waarderen het werk. De gespecialiseerde leerkracht heeft evenwel geen mandaat om de leerplannen te bespreken, met de leerkrachten lessen voor te bereiden en om coachend op te treden. Deze hulpverlening is echter afhankelijk van de goodwill van de gemeenteraad en kan in de toekomst wegvallen.
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:
4.1 Professionalisering 4.1.1
Deskundigheidsbevordering
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ontwikkeling. Motivering • De
school beschikt over een nascholingsplan waarin de geplande nascholingsactiviteiten zijn opgesomd. Het schoolteam ontwikkelde nog geen globale en op schoolniveau gedragen visie in verband met het te voeren nascholingsbeleid. De schoolleiding nam evenwel reeds meerdere initiatieven om de pedagogische competenties en de didactische vaardigheden van de leraren te verhogen. Een samenhangend en evenwichtig uitgebouwd geheel kwam echter nog niet tot stand.
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
11
• De school bezit een orthotheek waar de leerkrachten artikels en boeken over
•
•
•
•
•
onderwijskundige onderwerpen kunnen consulteren. De zorgcoördinator beheert dit informatiecentrum en maakt de leraren wegwijs in de beschikbare literatuur. Op basis van de analyse van de verslagen van de personeelsvergaderingen, voorbereid door het kernteam, blijkt duidelijk dat pedagogisch-didactische onderwerpen stevig verankerd zijn in de maandelijkse overlegmomenten. Een typerend voorbeeld in dit kader is de reeks bijeenkomsten van het kleuterteam met de pedagogische begeleiding met de bedoeling het koepelgebonden praktijktheoretisch planningsdocument te bestuderen met het oog op visievorming en functioneel gebruik. Samen met de verjonging van het kleuterteam heeft deze aanpak gezorgd voor een meer kwaliteitsvol kleuteronderwijs. Tijdens het schooljaar 2010-2011 besteedde het pedagogisch team aandacht aan het leergebied muzische en relationele vorming. In het schooljaar 2011-2012 zet het schoolteam de bestudering van de deelleerplannen van het leergebied muzische vorming verder. Spijtig genoeg leven de principes en de filosofie van dit referentiekader nog maar weinig op de klasvloer. Een gebrek aan coaching en ondersteuning van de leraren tijdens praktijkmomenten hypothekeren de deskundigheidsbevordering en de verhoopte mentaliteitswijziging. In het lerarenteam is evenwel de nodige expertise aanwezig om het muzisch aanbod op een creatieve manier gestalte te geven. Deze expertise is echter nog te weinig gedeprivatiseerd opdat het hele pedagogisch team er gebruik van zou kunnen maken. Alle leerkrachten beschikken over de mogelijkheden tot nascholing. De schoolleiding verstrekt hiervoor via mail en / of een geregelde nieuwsbrief de vereiste informatie. De individueel gevolgde opleidingen kaderen in de ruime schoolwerking maar gebeuren op initiatief van de respectieve leerkrachten. Het beleid ter zake op schoolniveau is nog niet precies afgelijnd en een geïndividualiseerd nascholingsplan op basis van de vaststelling van eigen tekorten of naar aanleiding van klasbezoeken en / of functioneringsgesprekken is nog niet ingeburgerd. Klasbezoeken dragen inhoudelijk eerder een occasioneel karakter dan wel een doelgerichte en structureel opgezette aanpak tot verbetering van de onderwijskwaliteit. De observaties gaan meestal in de richting van het algemeen functioneren van de leraren en de interactie en de communicatie met de leerlingen. De opgestoken kennis en vaardigheden komen in beperkte mate aan bod tijdens de personeelsvergaderingen. Een visie om een multiplicatoreffect te realiseren is nog niet op schoolniveau uitgebouwd. Veelal geven de leraren de nieuw verworven competenties, materialen en ervaringen op een informele manier door aan de collega’s. Collegiale consultatie en formeel ingerichte hospiteermomenten behoren nog niet tot de schoolcultuur. Intentioneel leren van elkaar, door elkaar en met elkaar, in de vorm van de formele structurering van professionele leergemeenschappen, moet in wezen nog van start gaan. Een aantal leraren maakt op individueel initiatief tijd voor zelfevaluatie. De introductie van zelfevaluerende kwaliteitsbewaking op schoolniveau heeft nog een weg te gaan.
4.2 Evaluatie 4.2.1
Evaluatiepraktijk
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ontwikkeling. Motivering • Het pedagogisch team timmert aan de weg om de gangbare evaluatiepraktijk kritisch te
benaderen en daar waar nodig in overeenstemming met hedendaagse pedagogische inzichten bij te sturen. Productgerichte en op reproduceerbare kennis afstemde 12
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
•
•
•
•
•
•
•
evaluatietechnieken prevaleren evenwel nog steeds op andere, brede beoordelingsvormen. Het schoolteam is nog niet tot een consensus gekomen inzake een op schoolniveau gedragen toekomstgerichte visie inzake de evaluatiepraktijk. Deze discussie verloopt parallel met het aftoetsen van ideeën over nieuwe, eigentijdse rapporteringvormen die in de lagere afdeling zich reeds manifesteren. De specifieke evaluatie van de vorderingen binnen het leergebied lichamelijke opvoeding is exemplarisch voor de nieuwe wind. De rapportering over cognitieve en sociaal emotionele aspecten aangevuld met een uitgebreide commentaar door groepsleerkracht geven de richting aan waarnaar het team op het gebied van evalueren wil evolueren. Leerlingen krijgen ook nu reeds kansen om zelfevaluerend naar eigen prestaties te kijken. Voor wat het leergebied wiskunde betreft, gebeuren de evaluaties in de lagere afdeling voornamelijk op grond van de toetsen van het onderwijsleerpakket. Daarnaast gebruiken de leraren eveneens eigen toetsen om na te gaan of de leerlingen bepaalde leerstofonderdelen assimileerden. In een aantal gevallen passen de leerkrachten toetsen aan in functie van een eigen visie in verband met wiskundeonderwijs. Aangezien deze manieren van evalueren op geen enkele manier genormeerd is, kan de validiteit een probleem vormen. Voor de opslag en de verwerking van de evaluatieresultaten hanteren de leerkrachten een elektronisch systeem dat vrij recent in gebruik werd genomen. Meerdere leerkrachten zijn met de mogelijkheden van deze tool nog maar weinig vertrouwd en beschikken niet over een internetaansluiting op de klasvloer. Hierdoor zijn er nog betrekkelijk veel groeikansen om de aanwending van dit volg- en registratiesysteem te optimaliseren en om leerevoluties op klasniveau in beeld te brengen. Aan het einde van de lagere afdeling nemen de leraren koepelgebonden algemene proeven af. Met deze evaluaties kunnen scholen zich een voorstelling maken van de eigen resultaten ten opzichte van vergelijkbare scholen. Omdat de school de laatste jaren niet consequent deelnam, is het niet mogelijk zich een beeld te vormen op langere termijn, waardoor men de kans mist om vanuit de leeropbrengsten de interne kwaliteitszorg te versterken. De leerkrachten hebben nog geen traditie om deze evaluatiegegevens en de methodegebonden en de toetsen aan het einde van een semester grondig te analyseren, te interpreteren en op schoolniveau in communicatie te brengen om eventuele hiaten te duiden en een remediëringsproces op schoolniveau te starten. In de lagere afdeling is een leerlingvolgsysteem operationeel waarbij de leerkrachten de vorderingen voor wiskunde, spelling en lezen, met afnames tweemaal per schooljaar, in kaart brengen. Er zijn reeds aanzetten tot gedifferentieerde evaluatie, dit gebeurt voornamelijk voor het leergebied Nederlands. Er is nog geen duidelijk beleid op schoolniveau in verband met de evaluatie van leerlingen waarvoor stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen voorzien zijn. Zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling zoekt het pedagogisch team naar principes en praktijkvormen om het product en het proces binnen leergebied muzische vorming te evalueren. In een aantal leergroepen leven interessante ideeën maar hieruit is nog geen schoolbeleid gedistilleerd. Niet alle muzische domeinen vormen in de lagere afdeling een onderdeel van de heersende evaluatiepraktijk. Het kleutervolgsysteem is het belangrijkste instrument om de leer- en ontwikkelingsvorderingen van de kinderen op te volgen. Het is gegradeerd volgens de leeftijd van de kleuters maar spoort niet helemaal met het koepelgebonden praktijktheoretisch planningsdocument. De kleuteronderwijzers screenen drie keer per schooljaar de vordering van de kinderen. kleuteronderwijzers hanteren hiernaast observatievormen om de evolutie van de kinderen op te volgen. Ook in de lagere afdeling houden nogal wat leraren observatiegegevens bij. Op schoolniveau werden voor de observatienormen geen vormvereisten en / of inhoudelijke richtlijnen vastgelegd.
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
13
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op: • Het beleidsvoerend vermogen is in handen van een gedeeld leiderschap. Vanaf
•
•
•
•
•
•
september 2011 koos de ervaren directeur voor een deeltijdse opdracht. De vrij gekomen uren gingen naar een leerkracht, niet behorend tot het pedagogisch team van de Vrije Basisschool Sint-Cajetanus, op dat ogenblik, zonder directie-ervaring. Er is een duidelijke taakafbakening en de nieuwkomer werkt zich vooralsnog in. Hij observeert het dagelijkse reilen en zeilen in de school maar is er nog niet aan toe om mee een beleidslijn uit te zetten. De bestaande beleidsvoering getuigt van erg veel geduld, empathie en begrip voor de noden van de leerkrachten maar beantwoordt niet voluit aan de SMART-principes. (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). De zorg voor de onderwijskwaliteit vormt nog geen samenhangend geheel. De samenhang tussen het prioriteitenplan, de nascholingen en het coachen van leerkrachten gebeurt niet steeds op een consistente manier. De gerichte druk is in een aantal gevallen erg zwak om wat theoretisch werd aangebracht ook op de werkvloer te doen toepassen. De organisatie van functionerings- en evaluatiegesprekken gebeurt nog niet op een systematische manier. De integrale kwaliteitszorg heeft nog wezenlijke groeikansen. Het intern leiderschap heeft aandacht voor ontwikkeling, meer bepaald staat het intern leiderschap open voor de vragen en verwachtingen van de omgeving en van de overheid. Er is de bereidheid om de professionalisering van het pedagogisch team te stimuleren. De school ontwikkelde nog geen consequent beleid om leerlingen met leermoeilijkheden en –stoornissen te ondersteunen met compenserende maatregelen. De doelgerichtheid gekaderd binnen een schoolvisie of gebaseerd op de principes van het leerplan is nog in ontwikkeling. Doeltreffendheid waarbij zelfreflectie een centrale plaats inneemt en het gebruik van effectieve evaluatieprincipes hebben nog substantiële groeikansen. Ondersteuning gericht op mensen en waarden zijn zeker high lights in deze school. Inspireren, motiveren en waarderen behoren evenzeer tot de kwaliteiten van het intern leiderschap. Het interne leiderschap wordt ondersteund door een kernteam dat de personeelsvergaderingen voorbereidt, bepaalde opdrachten aan het schoolteam geeft en informatie verstrekt. De studie van het leerplan en het concipiëren van een gedragen schoolvisie maakte het voorwerp uit van intern overleg. Het ontwikkelde pedagogisch project is waardevol maar in de praktijk komen leerkrachten maar moeilijk los van het traditionele. De platgetreden paden verlaten is niet eenvoudig want het kiezen voor fundamentele verandering vergt een moedige opstelling. De besluitvorming in de school verloopt op een participatieve manier. Het schoolteam waardeert het werk en de inzet van het intern leiderschap.
14
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL
6.1 Wat doet de school goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het team van de kleuterafdeling slaagt erin de wiskundige initiatie op een overdachte • • • •
en stilaan groeiende doelgerichte wijze te integreren in het thema-aanbod. De kleuters krijgen op basis van het voorziene aanbod voor muzische opvoeding veel kansen om zich creatief te uiten. Het pedagogisch team heeft een kritische ingesteldheid ten opzichte van onderwijsleerpakketten en maakt er tevens op een adequate wijze gebruik van. Het schoolteam is bereid om het pedagogisch-didactisch handelen in functie van het bereiken van de eindtermen in vraag te stellen. Het schoolteam is bereid om het leerplan te bestuderen om de leerplandoelstellingen te realiseren.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Het pedagogisch team stelt de gebruikte evaluatietechnieken in vraag en zoekt naar
meer hedendaagse alternatieven om een ruime evaluatie te realiseren. • Het schoolteam is bereid om nascholing te volgen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Wat betreft het algemeen beleid: • Het interne leiderschap beschikt over een degelijk empathisch vermogen. • Het intern leiderschap is luisterbereid en ondersteunt de leraren bij professionele en
persoonlijke problemen.
6.2 Wat kan de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het pedagogisch team kan de resultaten van de toetsen op schoolniveau grondig
• •
• •
analyseren, interpreteren en aanwenden daar waar nodig om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Het schoolteam kan op een meer effectieve manier outputgegevens verzamelen om aan te tonen dat de school haar verplichtingen nakomt. Het schoolteam kan intentioneel resultaten van de leerlingen in het vervolgonderwijs opvragen, analyseren, interpreteren en aanwenden om de onderwijskwaliteit daar waar nodig te verbeteren. De klaswanden kunnen op een meer functionele manier aangewend worden om de leerlingen in hun leerproces te ondersteunen In de kleuterafdeling kan de klaspraktijk en -verrijking op een meer effectieve manier afgestemd worden op het verwerven van wiskundige begrippen.
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
15
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Het schoolteam kan op schoolniveau een gedragen visie ontwikkelen om een brede
evaluatie te bewerkstelligen. • Het pedagogisch team kan op de werkvloer consciëntieus en systematisch de op
schoolniveau ontwikkelde evaluatievisie toepassen, • Het schoolteam kan op schoolniveau een gedragen visie in verband met deskundigheidsbevordering ontwikkelen waarbij de synergie tussen individuele en teamgerichte nascholing niet uit het oog verloren wordt. Wat betreft het algemeen beleid: • Het intern leiderschap kan een continu systeem ontwikkelen om de leraren op
klasniveau te coachen en te ondersteunen. • Het intern leiderschap kan om de op schoolniveau ontwikkelde visie te doen toepassen op de werkvloer een controlesysteem ontwikkelen en de gerichte druk daar waar nodig opvoeren. • Het intern leiderschap kan op een systematische manier functionerings- en evaluatiegesprekken organiseren.
6.3 Wat moet de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het pedagogisch team van de lagere afdeling dient de principes en de filosofie van het
leerplan in het muzisch aanbod te integreren en leerplandoelstellingen toe te passen teneinde de eindtermen van alle muzische domeinen te realiseren. Wat betreft de regelgeving: • Het pedagogisch team dient het welzijnbeleid te organiseren en toe te passen in
overeenstemming met de vigerende regelgeving inzake veiligheid en welzijn. (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij uitvoering van hun werk.)
16
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
7.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning GUNST IG voor kleuteronderwijs.
BEPERKT GUNSTIG Lage r onderwijs om wille van onvoldoende bereiken van de leergebiedgebonden eindterm en of nastreven van de attitudinale eindterm en voor muzische vorming
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG
Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 januari 2015 kunnen aantonen dat de tekorten met een beperkt gunstig advies in voldoende mate werden geremedieerd.
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Wilfried Bellemans
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam:
104521 - Vrije Basisschool - Sint- Cajetanusschool te Steenokkerzeel
17