Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende Hoofdstructuur CLB
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL
adres
Instellingsnummer 115089 Instelling Vrij CLB Oostende - Gistel Karel DE GROOTE Frère-Orbanstraat 145 - 8400 OOSTENDE 059-50.68.01 059-80.20.28
[email protected] www.clboostende.be Bestuur van de instelling 106369 - VCLB Noord-West-Vlaanderen te BRUGGE Sint-Maartensbilk 2 - 8000 BRUGGE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 28/11/11, 29/11/11, 30/11/11, 01/12/11, 02/12/11 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 02/12/2011 Datum bespreking verslag met de 20/12/2011 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Marleen Dobbels Teamleden Ann Blyweert Guy De Paepe Regine Vandervee Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 7
2.1
Erkenningsvoorwaarden/prestaties in de focus ........................................................ 7
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus ............................................................ 7
3.
VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ................ 8
3.1
Infrastructuur: taken kwaliteitsvol uitvoeren en privacy garanderen .......................... 8
3.2
Leerlinggebonden activiteiten: Leren en studeren .................................................... 8
3.3
Leerlinggebonden activiteiten: Psychisch en sociaal functioneren.......................... 10
3.4
Leerlinggebonden activiteiten: Afwezigheidsproblemen ......................................... 11
3.5
Preventie gezondheidszorg: Gerichte consulten .................................................... 12
3.6
Preventie gezondheidszorg: Profylaxe ................................................................... 13
3.7
Schoolondersteuning: Projecten rond prioritaire doelgroepen ................................ 14
3.8
Schoolondersteuning: Definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel voorkomen ........... 15
3.9
Kwaliteitsbeleid: Kwaliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB ............................... 16
3.10 Buitengewoon onderwijs: Aanwijsbaar multidisciplinair team ................................. 17 3.11 Lokaal overlegplatform: Deelname aan en samenwerking met LOP ...................... 18 4.
BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT? ........................................... 19
4.1
Professionalisering ................................................................................................. 19
5.
ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM .......................................................... 21
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM ................................................. 22
6.1
Wat doet het centrum goed? .................................................................................. 22
6.2
Wat kan het centrum verbeteren? .......................................................................... 22
6.3
Wat moet het centrum verbeteren? ........................................................................ 23
7.
ADVIES.................................................................................................................. 24
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG ....................................................................... 24
2
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen.
1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
3
Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
1.
SAMENVATTING
Het Vrij CLB Oostende-Gistel is een middelgroot centrum. Het werkgebied omvat de gemeenten Bredene, Middelkerke, Gistel, Oudenburg en de stad Oostende. Het centrum begeleidt overwegend basisonderwijs, maar ook secundair onderwijs, buitengewoon onderwijs en deeltijdse onderwijssytemen. Twee scholen voor buitengewoon onderwijs (Aartrijke en Oostduinkerke) liggen buiten het werkgebied. Het centrum staat met 31 personeelsleden in voor de begeleiding van ± 11.283 leerlingen. Ongeveer de helft van de medewerkers werkt voltijds. Uit de analyse van de beschikbare gegevens van het werkgebied blijkt dat niet alle leerlingen het even goed doen op school. Dit leiden we o.a. af uit de sterk uiteenlopende cijfers over schoolse achterstand. Alle beschikbare leerlingengegevens wijzen op een betekenisvolle aanwezigheid van leerlingen met specifieke noden en behoeften en in de regio Oostende is kansarmoede uitgesproken aanwezig. Outputgegevens van het CLB op basis van registratie zijn momenteel niet beschikbaar, maar zullen in de toekomst moeten duidelijk maken op welke manier het CLB haar opdracht, om in samenwerking met de school ervoor te zorgen dat al deze leerlingen op de best mogelijke wijze hun schoolloopbaan kunnen doorlopen, rekening houdend met speciale noden en behoeften, waarmaakt. Het centrum maakt sinds 2008 deel uit van de ‘Vrije CLB Noord-West-Vlaanderen’, een fusie op bestuurlijk niveau tussen de vrije CLB van Brugge, Blankenberge en Oostende. De bevraging van de CLB-medewerkers door de inspectie wijst op een gemiddeld welbevinden o.a. door het ervaren van een zware taakbelasting en een diffuse ondersteuning door het beleid. De medische infrastructuur in het centrum en in meerdere scholen voor buitengewoon onderwijs waar bijzondere consulten uitgevoerd worden voldoet niet aan de regelgeving. De auditieve en visuele privacy is onvoldoende gegarandeerd. De leerlinggebonden activiteiten voor de domeinen leren en studeren en psychisch en sociaal functioneren worden met zorg uitgevoerd en met aandacht voor kansarmen en specifieke doelgroepen. Via de overlegmomenten op school bereiken de vragen het centrum en worden afspraken gemaakt over wie welke taak zal opnemen. Evaluatie van het multidisciplinair samenwerken dringt zich op gezien (1) er geen duidelijke criteria zijn wanneer een case multidisciplinair besproken dient te worden, (2) veel afhangt van de contactpersoon (vaak de P-discipline) en (3) bij niveauoverleg slechts twee disciplines aanwezig zijn. De medewerkers hebben veel aandacht voor de toepassing van het decreet rechtspositie minderjarigen (DRM). Zowel de ouders als de leerling worden geïnformeerd. Het betrekken van de leerling bij het hulpverleningsproces, vooral in het basisonderwijs, verdient meer aandacht. De begeleidingsopdracht bij afwezigheidsproblemen verloopt niet in alle scholen even kwaliteitsvol, o.a. omdat niet in alle scholen even goed wordt samengewerkt rond deze problematiek. Signalen rond afwezigheden komen meestal aan bod op het gestructureerd overleg in de school. De medewerker van het CLB die de begeleiding opneemt kan beroep doen op zijn/haar teamleden. Huisartsen en specialisten werden geïnformeerd over de werkwijze van het centrum. Het centrum werkt intensief samen met het lokaal overlegplatform (LOP) inzake kleuterparticipatie.
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
5
Medewerkers trachten definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel te voorkomen, maar worden hier niet systematisch bij betrokken door de scholen, ondanks herhaalde inspanningen. Gerichte consulten worden uitgevoerd conform de regelgeving en volgens de aanbevelingen in de standaarden. In het kader van een gelijkgerichte werking is het aangewezen afspraken te maken op centrumniveau over de inhoud van het onderzoek, zowel voor de artsen als voor de verpleegkundigen. Om de school te informeren over de normen waaraan de lokalen voor de uitvoering van een consult moeten voldoen, is het nodig concrete afspraken hierover op te nemen in de bijzondere bepalingen/afsprakennota’s. Er is een sterke basishouding aanwezig in het omgaan met kansarmen. Het is aangewezen de visie op kansenbevordering te concretiseren gezien de belangrijke aanwezigheid van deze doelgroep in de populatie. Er wordt veel geïnvesteerd in de individuele begeleiding van leerlingen en/of ouders. Het inspectieteam stelt vast dat schoolondersteunende activiteiten vooral opgenomen worden op initiatief van individuele medewerkers. Uitbreiding van dergelijke initiatieven naar meerdere scholen strekt tot aanbeveling. Een blijvende betrokkenheid bij de GOK-werking in de scholen is nodig. Er is een sterke betrokkenheid bij de begeleiding van OKAN-leerlingen zowel op individueel niveau als op schoolniveau. Het centrum neemt deel aan een uitgebreid netwerk. Het CLB neemt deel aan drie LOP’s. Doorstroming van informatie uit deze overlegmomenten naar alle medewerkers is nodig opdat zij initiatieven kunnen nemen in hun scholen. Het centrum ontwikkelt een structuur voor kwaliteitszorg. Het directieteam en de kwaliteitscoördinator zorgen voor de aansturing. Werkgroepen zorgen voor de concrete uitwerking van de kwaliteitsplannen. Het kwaliteitshandboek wordt herwerkt en is onderdeel van de server. Er is een visie waarbij alle medewerkers verantwoordelijk worden gesteld voor de kwaliteit van de dienstverlening. Tot op heden heeft het centrum nog geen zelfevaluatie uitgevoerd. Het centrum begeleidt zes scholen voor buitengewoon onderwijs en heeft daarvoor een aanwijsbaar multidisciplinair team. Het is van belang zich naar buiten toe op deze wijze (vier disciplines) te profileren. Momenteel is er geen coördinatie van het team buitengewoon onderwijs waardoor belangrijke informatie verloren kan gaan en implementatie van nieuwe ontwikkelingen te weinig eenduidig gebeurt. Het Vrij CLB Oostende-Gistel heeft een vormingsplan opgemaakt op basis van de noden van de individuele medewerker en de organisatie. Er is een vormingscoördinator aangesteld en een procedure uitgewerkt voor het volgen van vorming. Doorstroming van gevolgde vorming om bepaalde zaken op te nemen in de concrete werking is een werkpunt. De inspectie leerde een centrum kennen dat in een ontwikkelingsproces zit. Het directieteam staat voor de uitdaging alle opdrachten te integreren in de CLB-werking en de multidisciplinaire werking verder uit te bouwen. In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenning en subsidiëring beperkt gunstig, omwille van het niet conform zijn van de medische infrastructuur.
6
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie erkenningsvoorwaarden/prestaties en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.
2.1 Erkenningsvoorwaarden/prestaties in de focus Infra structuur Infrastructuur: taken kwaliteitsvol uitvoeren en privacy garanderen Le e rlingge bonde n a ctivite ite n Leren en studeren P sychisch en sociaal functioneren A fwezigheidsproblemen Pre ve ntie ge zondhe idszorg Gerichte consulten P rofylaxe Schoolonde rste uning P rojecten rond prioritaire doelgroepen Definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel voorkomen Kw a lite itsbe le id K waliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB Buite nge w oon onde rw ijs A anwijsbaar multidisciplinair team Loka a l ove rle gpla tform Deelname aan en samenwerking met LOP
2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Personeel Professionalisering Deskundigheidsbevordering Logistiek Materieel beheer Infrastructuur
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
7
3.
VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
3.1 Infrastructuur: taken kwaliteitsvol uitvoeren en privacy garanderen Voldoet niet
Motivering • De infrastructuur van de twee medische circuits van het centrum voldoet niet aan de
regelgeving (cfr infra). De auditieve privacy is onvoldoende gegarandeerd. • Aangezien de meerderheid van de bijzondere consulten doorgaat in de school of het MPI van de school werden ook deze locaties gecontroleerd. o Voor de leerlingen van de school Zonnehart (Type 2) is het, gezien de specificiteit van de handicap, verantwoord de consulten te laten doorgaan in de medische dienst van het MPI. De lokalen zijn degelijk uitgerust en comfortabel en de werkwijze wordt aangepast aan de noden van de leerlingen. o Voor het buo Ter Strepe (Opleidingsvorm (OV 3, Type 1 en Type 3) acht de inspectie de lokalen voldoende mits enkele aandachtspunten (zie verder). o Voor de scholen De Rietzang (Type 1 en Type 8) en de Rozenkrans (Type 1 en Type 2 en OV 1 en OV 2) voldoet de infrastructuur niet aan de regelgeving. Bijgevolg kunnen de bijzondere consulten er niet langer doorgaan. • Het is aangewezen volgende aandachtspunten in acht te nemen. Voor de lokalen in het CLB: o de verbindingsdeur van het medisch circuit naar de centrale gang moet tijdens de consulten afgesloten zijn o in de verbindingsgangen mogen geen stoelen of banken geplaatst worden, dit in het kader van de privacy maar ook voor de veiligheid o de dossierkasten in verbindingsgangen moeten afgesloten worden Voor de lokalen in de scholen: o voldoende afstand voorzien voor leerlingen die wachten in de gang al dan niet met een begeleider, gezien geen geluidsisolerende deuren voorzien zijn tussen de gang en de gebruikte lokalen (cfr art 3 BVR) o privacy voor de leerlingen voorzien en benutten in het lokaal van de arts (scherm) o deontologisch handelen in verband met het ondersteunen van leerlingen tijdens het consult door een therapeut, leerkracht of begeleider o schriftelijke afspraken maken met de scholen aangaande de infrastructuur op basis van onderstaand BVR en onder de eindverantwoordelijkheid van de coördinerend arts
Voor alle lokalen: o
een temperatuurmeting voorzien om de voorgeschreven garanderen (gang, lokaal verpleegkundige, lokaal van de arts)
temperatuur
te
3.2 Leerlinggebonden activiteiten: Leren en studeren Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. 8
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
• De problemen worden gemeld tijdens het MDO (basisonderwijs) en via de cel
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leerlingenbegeleiding (secundair onderwijs) maar ook tijdens het tussentijds overleg (met zorgcoördinator of interne leerlingenbegeleiders) dat vaak doorgaat op de dag van de permanentie. Ter gelegenheid van de medische consulten of via de vragenlijsten komen eveneens signalen terecht bij de CLB-medewerker(s). Daarnaast kunnen de directie en de leerkrachten ook rechtstreeks problemen signaleren aan het CLB. Het overleg op school kan, naast de signalering van problemen, ook voor andere doeleinden gebruikt worden: vraagverheldering, afspraken maken voor het begeleidingstraject, aftoetsen van de verschillende mogelijkheden qua hulpverlening, ondersteuning bieden aan de leerkracht, follow-up en feedback, ... In het centrum is een uitgebreide 'meldingsfiche' aanwezig maar niet iedereen maakt hier systematisch gebruik van. Het is belangrijk dit onderwerp te evalueren in het kader van de vraagverheldering (HGW) en hierover centrumafspraken te maken. De mogelijkheid voor ouders en leerlingen om rechtstreeks het centrum te contacteren wordt kenbaar gemaakt bij meerdere gelegenheden en via meerdere kanalen. In samenspraak met de scholen kan deze werkwijze gestimuleerd worden zodat een hulpvraag van ouders en/of leerlingen steeds meer rechtstreeks bij het centrum terecht komt. Na contact van de school met de ouders wordt een intakegesprek gepland. Dit kan georganiseerd worden met betrokkenheid van alle actoren of alleen met de ouders/leerling. Hierbij wordt naast vraagverheldering nagegaan welke verdere stappen kunnen ondernomen worden door de school, het gezin, het CLB. De medewerkers geven aan over voldoende diagnostisch materiaal te beschikken om te komen tot een kwaliteitsvolle diagnose en een goed onderbouwd advies indien nodig. Er werd gezorgd voor ondersteuning van de medewerkers via (1) de ankerfiguren, (2) de werkgroepen en (3) het ontwikkelen van materiaal (zelf of via het ROC): o.a. stappenplannen, stroomdiagrammen, inhoudelijke informatie rond een aantal leerstoornissen, bibliotheek, orthoteek, … Het betrekken van de leerling zelf (vooral in het basisonderwijs) bij het volledige hulpverleningsproces is een aspect dat verder dient te worden uitgewerkt en waaraan meer aandacht kan besteed worden. De opvang van het kind omwille van de psychische impact van het falen wordt nog te vaak uit het oog verloren, vooral wanneer geen diagnostiek noodzakelijk is. Ook bij de terugkoppeling van resultaten en interventies gaat de aandacht vooral naar de ouders en de school. De tussenkomsten van het CLB en de diagnostiek zijn erop gericht een passend antwoord te bieden voor de gemelde problemen. Hierbij steunen de medewerkers meer en meer op de principes van HGW. Het aanreiken van extra hulp, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen staan centraal in dit proces. Alle acties worden geregistreerd in LARS. Het is belangrijk deze geregistreerde gegevens te benutten voor interne evaluatie en als basis voor kwaliteitsbewaking en – bevordering. Binnen dit begeleidingsdomein komt het multidisciplinair overleg in het centrum iets moeilijker tot stand. De contactpersoon (vaak de P-discipline) voelt zich vaak sterk genoeg om deze problematiek zelfstandig op te vangen waardoor het teamoverleg, mede door tijdsgebrek, benut wordt voor de werking binnen de andere begeleidingsdomeinen of voor meer complexe problematieken. Er is volgens de medewerkers wel heel veel informeel overleg. Evaluatie van deze werkwijze dringt zich op omwille van het feit dat ook binnen dit domein de meerwaarde van het multidisciplinair werken maximaal kan benut worden. Uit de gesprekken blijkt dat de medewerkers heel wat aandacht hebben voor kansarmen. Hier worden duidelijk meer inspanningen ondernomen om de ouders te contacteren, te ondersteunen en te begeleiden.
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
9
• Er is in het centrum bijzonder veel aandacht voor de toepassing van het decreet
rechtspositie minderjarigen (DRM). Er wordt steeds op gelet de ouders en de leerling (vooral in het secundair onderwijs) te informeren en te betrekken bij elke stap die zal ondernomen worden. • Het is opvallend dat in alle gesprekken met de medewerkers duidelijk naar voor komt dat de teams veel meer activiteiten en acties ontplooien in hun samenwerking met de scholen dan kan afgeleid worden uit de afspraken zoals beschreven in de bijzondere bepalingen/afsprakennota’s (BB/AN).
3.3 Leerlinggebonden activiteiten: Psychisch en sociaal functioneren Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. • Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat de kernactiviteiten, zoals vermeld in
•
•
•
•
•
•
•
het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de operationele doelstellingen van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (‘BVR operationele doelstellingen’), gekend zijn en op een correcte wijze worden uitgevoerd. Per school is er een schoolteam met een contactpersoon. Zowel de contactpersoon als de andere teamleden zijn het aanspreekpunt en doen het onthaal. Tijdens het proces van de vraagverheldering worden de leerling en/of de ouders betrokken en worden de verschillende mogelijkheden afgetoetst. De contactpersoon of de medewerker die de vraag kreeg, bepaalt welke casussen er op het multidisciplinair teamoverleg besproken worden. De criteria over wanneer een casus op het multidisciplinair team gebracht wordt zijn niet formeel vastgelegd. Voor het verloop van het teamoverleg wordt door sommige medewerkers een leidraad gebruikt. De momenten van het multidisciplinair teamoverleg liggen vast en er is ook veel informeel overleg, vooral tussen de maatschappelijk werker (MW) - en de Pdiscipline. Vragen van scholen worden gemeld op de cel leerlingenbegeleiding, het MDO of rechtstreeks door contact op te nemen met de contactpersoon of een ander teamlid. De contactpersoon participeert aan de overlegmomenten (cel leerlingenbegeleiding, zorgoverleg, MDO) op school. In de meeste scholen wordt er niet met een aanmeldingsfiche gewerkt. De kortdurende begeleidingen binnen het domein psychosociaal functioneren (PSF) zijn vooral gericht naar het bieden van ondersteuning en/of het toeleiden naar het netwerk. Uit de gesprekken met de teams blijkt dat de medewerkers bij zorgvragen binnen het domein PSF oog hebben voor de begeleiding van de prioritaire doelgroepen en voor kansarmen. Er wordt bijzondere aandacht gegeven aan het eerste leerjaar B, het beroepsvoorbereidend leerjaar, het beroepsonderwijs en de deeltijdse leersystemen. Er zijn goede contacten met het netwerk. Bij begeleidingen waar meerdere instanties betrokken zijn, participeert het CLB aan de (multidisciplinaire) overlegmomenten om afspraken te maken over de verdere begeleiding van de leerling en/of de ouders. De medewerkers hebben een goed zicht op het zorgbeleid in de scholen. De zorg vanuit het CLB sluit aan bij de eerstelijnszorg van de school. Afspraken tussen school en CLB in functie van de taken en de verantwoordelijkheden inzake de leerlingenbegeleiding worden gemaakt in de cel leerlingenbegeleiding, op het MDO en tijdens de onderhandelingen van de BB/AN.
10
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
• De ontwikkelingen in het kader van het DRM zijn positief. Een interne werkgroep
ontwikkelde materialen (DRM-OK-KIT) ter ondersteuning van alle medewerkers. Het DRM heeft er voor gezorgd dat de meeste medewerkers hun hulpverleningsaanpak hebben bijgestuurd en transparanter handelen. • Naast de individuele begeleiding van leerlingen en ouders, nemen de CLB medewerkers ook een coachende rol op naar leerkrachten in functie van de begeleiding van leerlingen en om de scholen te sensibiliseren leerlingen en ouders probleembewust te maken zodat ze zelf de stap naar het CLB zetten. • De tussenkomsten in het kader van PSF worden systematisch bijgehouden in een elektronisch dossier via LARS. • Er zijn ondersteunende materialen en vragenlijsten aanwezig. De materialen zijn terug te vinden in de bibliotheek en de testotheek. Er zijn twee ankerfiguren PSF. Zij volgen de intervisiemomenten van de werkgroep PSF van het ROC. Het centrum maakt gebruik van documenten die door het ROC ontwikkeld zijn.
3.4 Leerlinggebonden activiteiten: Afwezigheidsproblemen Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op de geregistreerde gegevens van de centra. Overzicht van de meldingen (zodra een leerling 30 codes B heeft) aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming op niveau van het werkgebied: • schooljaar 2007-2008: 113 • schooljaar 2008-2009: 150 • schooljaar 2009-2010: 155 • schooljaar 2010-2011: 144 • Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat deze begeleidingsopdracht niet in alle
•
•
•
•
scholen even kwaliteitsvol verloopt ten gevolge van (1) de grote impact van de problematiek op de werking of (2) de moeilijke samenwerking met de school rond deze thematiek. Vooraf dient te worden vermeld dat aan de kust twee elementen een belangrijke rol spelen bij de problematiek van afwezigheden: (1) uitbaters van horecazaken gaan vaak in verlof buiten het schoolverlof en (2) ouders van allochtone afkomst vertrekken vaak vroeger op verlof of komen later terug. In alle scholen is een of andere vorm van gestructureerd overleg aanwezig waarbij de signalen rond afwezigheden aan bod kunnen komen. Dit is mogelijk tijdens het MDO/zorgoverleg of de cel leerlingenbegeleiding maar het kan ook apart georganiseerd worden. Dergelijk overlegmoment wordt meestal ook benut voor de vraagverheldering, het maken van afspraken en voor de follow-up. Leerlingen met 10 B-codes, leerlingen die frequent afwezig zijn, leerlingen die vallen onder de tuchtmaatregelen (schorsing, tijdelijke uitsluiting, definitieve uitsluiting) worden door de school gesignaleerd. Soms worden leerlingen vroeger gemeld maar ook soms later. Uit de gesprekken blijkt dat het wenselijk is om, in samenspraak met de school, het begrip 'zorgwekkende afwezigheid' (= frequente afwezigheid met en/of zonder wettiging waarbij de schoolloopbaan in het gedrang komt) duidelijker te omschrijven en te operationaliseren zodat iedereen precies weet wat hiermee bedoeld wordt en mede daardoor kan vanuit eenzelfde denkkader gecommuniceerd worden.
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
11
• Indien de (achterliggende) problematiek te complex is, waardoor de draagkracht van
•
•
•
•
• •
de school overschreden wordt, wordt de begeleiding opgenomen door het CLB en zullen de leerling en/of de ouders gecontacteerd worden. In het kader van de kleuterparticipatie is het centrum intensief betrokken bij een initiatief van het LOP om alle ouders te contacteren wiens kleuter(s) niet in een school werd(en) ingeschreven. We stellen vast dat de registratie en opvolging heel systematisch gebeurt in de derde kleuterklas gezien de verplichte aanwezigheid omwille van de taalproef. Sommige scholen volgen de aanwezigheid van de kleuters ook op voor de andere klassen. Het is aan te bevelen dat het centrum de scholen stimuleert en motiveert om deze systematische opvolging in alle klassen door te voeren. Indien nodig kunnen de ouders dan gecontacteerd worden om te zoeken naar oplossingen voor mogelijke achterliggende oorzaken en om hen te overtuigen van het belang van het kleuteronderwijs. De CLB-arts wordt betrokken bij twijfel aangaande medische attesten. Na akkoord van de ouders/leerling wordt contact genomen met de behandelende geneesheer. Deze werkwijze werd voorbereid via het organiseren van een infosessie voor huisartsen en specialisten. De CLB-medewerker die binnen het team deze problematiek opvolgt en de begeleidingen op zich neemt kan op eigen initiatief beroep doen op de andere teamleden. Hierover werden nog geen centrumafspraken gemaakt. Ter ondersteuning van de medewerkers werden meerdere documenten ontwikkeld: 'stappenplan leerplichtbegeleiding voor het bao', 'stappenplan leerplichtbegeleiding voor het so'. In meerdere scholen werden deze basisdocumenten samen met de school herwerkt tot schoolspecifieke instrumenten, die in de BB/AN werden opgenomen. Ook op niveau van de stad Oostende wordt aandacht besteed aan het spijbelactieplan waarbij meerdere flow-charts werden opgesteld die nog verder moeten verfijnd worden. Voor de opvolging en begeleiding van afwezigen wordt eveneens samengewerkt met Kind & Gezin, time-out, de politie, Bijzondere Jeugdzorg, … De begeleidingen in het kader van de leerplichtopvolging worden geregistreerd in LARS zoals voorgeschreven door de overheid. Aandachtspunt: het systematisch verzamelen van geregistreerde gegevens op centrumniveau is nuttig om een beeld te krijgen van de omvang van de problematiek binnen het werkgebied.
3.5 Preventie gezondheidszorg: Gerichte consulten Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. • Het centrum voert gerichte consulten uit voor bepaalde leeftijdsgroepen conform de
regelgeving. • Dit blijkt uit de jaarplanning die opgemaakt wordt door de paramedisch werkers (PMW) na overleg met de artsen. Selectieve onderzoeken en afwezige leerlingen worden in de planning opgenomen of worden uitgenodigd naar het vrij (medisch) spreekuur. Er wordt gestreefd naar een maximale onderzoeksgraad. • De optie werd genomen om in de eerste kleuterklas het consult te laten uitvoeren door de verpleegkundige èn de arts. De inspectie wijst er op dat de PMW volwaardig lid is van het MDT en deze taak ook zelfstandig kan uitvoeren, mits een aantal 12
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
•
• • •
• • •
•
•
•
•
centrumafspraken. Het gericht consult van het 1e leerjaar wordt uitgevoerd door arts en PMW in combinatie met de vaccinatie. Het gericht consult van het 3e leerjaar wordt door de PMW uitgevoerd. In de planning wordt rekening gehouden met een mogelijke opvolging en/of hercontrole door de arts. Er loopt een pilootproject in twee ‘rode scholen’ (veel allochtonen) waarbij het gericht consult voor de eerste kleuterklas wordt uitgevoerd met het hele schoolteam en in aanwezigheid van de ouders. De CLB–werking kan geduid worden, ouders kunnen kennis maken met het CLB–team, het werkt drempelverlagend en wordt ervaren als een opvolging van K&G. Dit initiatief werd positief geëvalueerd binnen CLB op basis van een goede opkomst (geen cijfergegevens). Ouders werden niet bevraagd naar hun tevredenheid. De gerichte consulten worden uitgevoerd in de school. Het is aangewezen concrete afspraken i.v.m. de infrastructuur op te nemen in de BB/AN. Om het gericht consult kwaliteitsvol uit te voeren verzamelt het centrum gegevens, bvb dossier K&G, oudervragenlijsten, informatie van de leerkracht of uit het MDT, … Ouders worden geïnformeerd over de inhoud van het consult via de oudervragenlijst, leerlingen via een infomoment net voor het consult. Het centrum vraagt aan de kleuterleidster om de kleuters voor te bereiden in de klas. De resultaten van het consult worden aan de ouders meegedeeld en er is follow–up voorzien. Er is een beperkte administratieve ondersteuning voorzien. Het centrum heeft extra aandacht voor het onderzoek van kwetsbare groepen en sociaal zwakkeren door bijvoorbeeld samen te werken met brugfiguren. Voor de uitvoering van de consulten worden de aanbevelingen van de standaarden gevolgd. Er is een verantwoordelijke arts of verpleegkundige aangeduid om de evolutie op te volgen. De medewerkers krijgen voldoende kansen tot professionalisering. Het inspectieteam stelt vast dat er geen intern afgesproken leeftijdsspecifieke procedures zijn, wel enkele mondelinge afspraken. Soms worden door artsen en/of verpleegkundigen extra onderzoeken uitgevoerd, al dan niet aansluitend op de eigenheid van de populatie.(bvb hoofdomtrek, altijd gehoor bij nieuwe leerlingen, …). Het draaiboek dat uitgewerkt werd voor nieuwe PMW kan verfijnd worden en een aanzet zijn voor het werken aan gelijkgerichtheid zowel voor PMW als voor artsen. Waar de directie eindverantwoordelijke is voor het verwerken van alle gegevens van het multidisciplinair dossier is het nodig de eindverantwoordelijkheid voor de gezondheidsgegevens te duiden en te expliciteren naar alle medewerkers. Het medische dossier vormt een aparte eenheid terwijl de regelgeving één multidisciplinair dossier (MDD) per leerling voorziet. Afspraken op centrumniveau zijn aangewezen voor de integratie van alle dossieronderdelen tot één MDD. Het centrum voert de registratie uit in LARS. Deze gegevens worden niet gebruikt om de eigen werking te evalueren. (bvb. maximale onderzoeksgraad)
3.6 Preventie gezondheidszorg: Profylaxe Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. • Het centrum voert de opdracht uit zoals voorzien in de regelgeving. Het draaiboek
infectieziekten vormt de basis van de werking met inbegrip van de hygiënische 115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
13
•
• •
• • • •
• •
maatregelen in de school en in het CLB. Vaccinaties worden door de medewerkers ook beschouwd als een taak in het voorkomen van besmettelijke ziekten. De implementatie verloopt aan de hand van een kwaliteitsplan. De werking rond besmettelijke aandoeningen werd gecommuniceerd (1) intern door de coördinator preventieve gezondheidszorg (PGZ) via de personeelsvergadering en (2) extern naar de scholen via een bijlage bij de BB/AN en het bezorgen van schoolfiches rond hygiëne. Ouders en leerlingen worden op de hoogte gebracht via het schoolreglement. Meldingen komen via school, ouders, artsen en gezondheidsinspectie. Hierover werden mondelinge afspraken gemaakt: de meldingen gaan naar de arts/PMW van het schoolteam, indien niet bereikbaar neemt een andere arts of PMW dit op. Deze afspraken wordt best geformaliseerd. Tijdens de schoolvakanties is permanentie voorzien. Er is een goede samenwerking met het team Infectieziektenbestrijding van de Afdeling Toezicht op Volksgezondheid. Bij noodsituaties wordt het crisisinterventieplan van het CLB gevolgd. Er is een digitale registratie maar de cijfergegevens worden niet benut om de eigen werking te evalueren en aan te passen. Het nieuwe registratiemodel wordt geïmplementeerd. Er wordt geen effectmeting gedaan van acties en projecten waaraan deelgenomen wordt, o.a. het luizenproject van de Stad Oostende. Er is een verantwoordelijke aangesteld die de ontwikkelingen van de standaard infectieziekten opvolgt. De communicatie gebeurt via het team PGZ.
3.7 Schoolondersteuning: Projecten rond prioritaire doelgroepen Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. • Op centrumniveau is er een werkgroep kansenbevordering en twee ankerfiguren. De
•
•
•
•
werkgroep ontwikkelt materialen/documenten ter ondersteuning van de medewerkers. De werking is vooral gericht op het mobiliseren van de teams om kansenbevorderend te werken en het sensibiliseren van scholen om initiatieven en acties op te nemen in functie van kansenbevordering. Om alle medewerkers te informeren, te sensibiliseren en te professionaliseren zijn er meerdere interne studiedagen doorgegaan. De leden van de werkgroep organiseerden de studiedagen en volgen zelf ook vormingen. De ankerfiguren participeren aan de werkgroep kansenbevordering van het ROC. Er is geen centrumvisie. De visietekst van de koepel wordt als achtergrondinformatie gebruikt. Er is geen lange termijnplanning en er zijn geen formele doelstellingen geformuleerd waardoor de werkgroep aansturing mist. Bij de medewerkers bestaat er een sterke basishouding bij het omgaan met kansarmen. Zij werken aanklampend en drempelverlagend. Het centrum neemt initiatieven om de communicatie met de doelgroep toegankelijker te maken. Materialen en methodieken worden aangepast in functie van kansarmen. Voor anderstaligen zijn de documenten in meerdere talen beschikbaar en wordt er met tolken samengewerkt. Op basis van de inspiratielijsten, die door de werkgroep kansenbevordering ontwikkeld werden, zijn van bijna alle scholen en de begeleidende CLB-teams gegevens in kaart gebracht met betrekking tot de acties die opgenomen worden in het kader van kansenbevordering. 14
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
• Uit de gegevens van de inspiratielijsten en de gesprekken met de medewerkers blijkt
•
•
•
•
•
•
dat er vooral geïnvesteerd wordt in de individuele begeleiding van leerlingen en/of ouders en dat kansenbevordering sterk ingevuld wordt in functie van het financiële aspect. Schoolondersteunende activiteiten in het kader van art 22 DCLB en het ondersteunen van de school bij projecten rond prioritaire doelgroepen wordt niet door alle teams opgenomen. Uit gesprekken met medewerkers stellen we vast dat er in dit kader goede praktijkvoorbeelden zijn (o.a. het rugzak project, Linker- en STOP-project, projecten rond gehandicaptenzorg, ouderbetrokkenheid, …). Het is aangewezen deze verder te implementeren in meerdere scholen. De participatie aan het ruime aanbod van lokale initiatieven en projecten vanuit het netwerk (flankerend onderwijsbeleid) is zeer groot. Sommige medewerkers benutten deze projecten om ook op schoolniveau structureel bepaalde zaken in gang te zetten. Doorstroming van deze werkwijze naar alle medewerkers is aangewezen. De betrokkenheid van de medewerkers bij de ondersteuning van de GOK-werking in de scholen is erg verschillend. De CLB medewerkers hebben een zicht op de GOKthema’s van de scholen. De schoolondersteunende activiteiten die opgenomen worden, hebben betrekking op de concrete GOK-thema’s en minder op het proces van de GOK-werking. Om na te gaan of de acties die de scholen opnemen effect hebben bij de prioritaire doelgroepen, dienen alle teams betrokken te blijven bij de GOKwerking in de scholen. Het centrum beschikt over meerdere gegevens: de omgevingsanalyses van de LOP’s, de kansarmoede atlas en de schoolfiches. Deze gegevens worden nog veel te weinig gebruikt in functie van het ondersteunen van de school als systeem. Er is een sterke betrokkenheid bij de begeleiding van de OKAN leerlingen, dit zowel op individueel niveau als op schoolniveau. Het centrum ondersteunt de school o.a. bij de schoolloopbaanbegeleiding van deze leerlingen en er wordt extra zorg besteed bij de activiteiten in functie van PGZ. De ankerfiguur kansenbevordering participeert aan de werkgroep OKAN van het ROC. Het centrum heeft, in functie van begeleiding en doorverwijzing, een samenwerking uitgebouwd met meerdere externe diensten. De werkgroep ontwikkelde hiervoor een aparte sociale kaart.
3.8 Schoolondersteuning: Definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel voorkomen Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. Overzicht van de definitieve uitsluitingen omwille van tuchtmaatregelen van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming op niveau van het werkgebied: • schooljaar 2007-2008: 10 • schooljaar 2008-2009: 6 • schooljaar 2009-2010: 22 • schooljaar 2010-2011: 28 • Het 'BVR operationele doelstellingen' geeft aan dat het centrum de school moet
ondersteunen in acties die definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel kunnen voorkomen. • De medewerkers zelf trachten definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel te voorkomen door (a) zoveel mogelijk begeleidingen op te nemen bij gedragsproblemen en (b) 115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
15
•
•
•
•
zoveel mogelijk betrokken te worden bij de procedures die kunnen leiden tot een definitieve uitsluiting. Tijdens de gesprekken stelden we vast dat deze systematische betrokkenheid bij elke procedure die kan leiden tot orde- en/of tuchtmaatregelen nog niet in alle scholen wordt gerealiseerd ondanks inspanningen van de medewerkers op dit vlak. In sommige scholen werden een aantal specifieke acties ter voorkoming van uitsluiting opgezet met betrokkenheid van het CLB. Enkele voorbeelden: o de uitwerking van een uitgebreid begeleidingsplan waarbij de nodige aandacht besteed wordt aan orde- en tuchtmaatregelen. o het inrichten van een 'intern' time-out project waarbij personeelsleden, vaak op vrijwillige basis, tijd besteden aan intensieve begeleiding van leerlingen binnen de school. o de medewerking van de school aan 'externe' time-out projecten (bvb Intro en Horizon). o het consequent gebruik maken van volgkaarten, gedragskaarten, contracten, …. Het is belangrijk om binnen het centrum gegevens te verzamelen en te analyseren. Dit zal toelaten om na te gaan waar de problematiek zich vooral situeert binnen het werkgebied waardoor de medewerkers een aanbod tot schoolondersteuning kunnen formuleren in het kader van preventieve acties. Indien een leerling een definitieve uitsluiting krijgt, zal het CLB de leerling en/of zijn ouders zoveel mogelijk helpen bij het zoeken naar een andere school. De medewerking van sommige scholen is eerder gering alhoewel zij hiervoor mee verantwoordelijk zijn.
3.9 Kwaliteitsbeleid: Kwaliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. • Het centrum is bezig met het structureren van de werking rond kwaliteitszorg.
•
•
•
•
Aanpassingen en wijzigingen worden aangebracht, o.a. met betrekking tot de verantwoordelijkheden (nieuwe structuur) en de documenten (nieuw kwaliteitshandboek). Het centrum heeft een visie op kwaliteitszorg. De betrokkenheid van alle medewerkers wordt als belangrijk naar voor geschoven. De nieuwe visie werd recent opgemaakt door de kwaliteitscoördinator en gecommuniceerd met alle medewerkers. Er is een structuur aanwezig: het directieteam (directie, kwaliteitscoördinator, coördinator bao, coördinator so en medisch coördinator) en de verschillende werkgroepen. Het directieteam bewaakt de kwaliteitszorg. De werkgroepen werken de primaire en secundaire processen uit via kwaliteitsplannen. De kwaliteitscoördinator volgde vorming en participeert aan de intervisiemomenten van de koepel. Voor de kwaliteitscoördinator is er een algemeen functieprofiel en aan de opdracht is een vrijstelling van 20% verbonden. Een concretere uitwerking van het functieprofiel voor de kwaliteitscoördinator en het volgen van vorming door de andere leden van het directieteam zijn aangewezen. Er is een strategisch plan dat de basis vormt voor de uitwerking van de kwaliteitszorg op langere termijn. De kwaliteitsdoelstellingen zijn ruim geformuleerd en worden geconcretiseerd via verschillende kwaliteitsplannen. Het werken met kwaliteitsplannen is recent. Elke werkgroep werkt via een kwaliteitsplan. Dit heeft tot doel alle medewerkers te laten denken en handelen volgens 16
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
•
•
•
•
de principes van de kwaliteitscirkel. Het bepalen van criteria voor de opmaak van kwaliteitsplannen is aangewezen. De items van het strategisch plan, het jaarplan en de kwaliteitsplannen zijn gebaseerd op gegevens vanuit ervaringen en noden van medewerkers, maatschappelijke ontwikkelingen, evaluaties, regelgeving, … Het centrum heeft in 2007 een zelfevaluatierapport opgemaakt voor de verschillende waarderingsdomeinen. Het rapport is niet het resultaat van een algemene bevraging maar is een beschrijving van de stand van zaken. Het rapport werd gebruikt om met alle medewerkers in gesprek te gaan. De gegevens vanuit deze gesprekken vormen de basis voor de items in het strategisch plan. Tot op heden is er nog geen algemene bevraging/zelfevaluatie gedaan. Het centrum heeft een aantal tevredenheidsbevragingen gedaan in functie van cliënttevredenheid. Er werden bevragingen gedaan o.a. naar aanleiding van de informatieverstrekking in het zesde leerjaar, … Er is de server met een mappenstructuur die volledig herwerkt wordt om de overzichtelijkheid en toegankelijkheid te verhogen. Het kwaliteitshandboek is een onderdeel van de server en omvat alle gegevens zoals de regelgeving voorziet.
3.10 Buitengewoon onderwijs: Aanwijsbaar multidisciplinair team Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. • Het centrum begeleidt 4 scholen voor buitengewoon basisonderwijs. Binnen deze
•
• •
•
•
•
scholen komen de types 1, 2 en 8 voor. Ook twee scholen voor buitengewoon secundair onderwijs behoren tot het werkgebied en daarin vinden we de types 1, 2 en 3 met OV 1, 2 en 3. Het Vrij CLB Oostende-Gistel beschikt over een aanwijsbaar multidisciplinair team buitengewoon onderwijs. De meeste medewerkers werkzaam in het buitengewoon onderwijs begeleiden ook scholen van het gewoon onderwijs. Het is aangewezen zich naar buiten toe als multidisciplinair team (vier disciplines) te profileren. Door een daling van het leerlingenaantal en de weerslag daarvan op de omkadering van het centrum is er sinds enige tijd geen coördinatie buo meer wat door de medewerkers als een tekort wordt ervaren gezien de specificiteit van deze doelgroep. Het buo-team is voor wat betreft het teamoverleg geïntegreerd in de niveauteams bao en so en het PGZ-team en vormt geen aparte entiteit meer. Dit teamoverleg geeft niet de mogelijkheid tot het uitwisselen van niveauspecifieke informatie en wordt onvoldoende benut voor het inzetten of uitwisselen van expertise. Eén maal per trimester is er overleg van de P-discipline en de S-discipline van het buo met de coördinatoren die verantwoordelijk zijn voor het teamoverleg bao en so. Dit zou een gelegenheid moeten zijn om specifieke stappenplannen en inhoud te bespreken, maar dit ervaren de medewerkers nu niet zo. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat alle medewerkers tewerkgesteld in het buitengewoon onderwijs over voldoende deskundigheid beschikken om de hun toevertrouwde taken kwaliteitsvol uit te voeren. Enkele personeelsleden hebben een ruime ervaring opgebouwd vanuit het verleden. Andere teamleden hebben ofwel voor deze opdracht gekozen of zijn er via een vervanging in terecht gekomen. Nieuwe medewerkers grijpen meerdere mogelijkheden aan om vertrouwd te geraken met de materie, bvb externe vorming al dan niet samen met de school, zelfstudie, collegiale ondersteuning, …
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
17
• De medewerkers binnen het team buo weten goed aan te geven wie waarin deskundig
is en geregeld wordt men op zijn specifieke deskundigheid aangesproken binnen en buiten het team. • We stellen vast dat alle medewerkers van het centrum bij doorverwijzingen naar het buitengewoon onderwijs beroep kunnen doen op collega’s werkzaam in het buo en op hun ondersteuning kunnen rekenen.
3.11 Lokaal overlegplatform: Deelname aan en samenwerking met LOP Voldoet
Motivering We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. • Het centrum participeert aan drie LOP’s: het LOP basisonderwijs Oostende, het LOP
• •
•
•
•
•
secundair onderwijs Oostende en het LOP Westkust. De vergaderingen van het dagelijks bestuur en de algemene vergadering worden opgenomen door de leden van het directieteam. Voor het LOP Westkust wordt dit opgenomen daar een medewerker. Het centrum neemt ook deel aan meerdere werkgroepen van de LOP’s, o.a. de werkgroepen tienerouders, kleuterparticipatie, time-out, spijbelen, … De doorstroming van de informatie vanuit het LOP gebeurt via de teamvergaderingen bao en so. Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat niet iedereen voldoende op de hoogte is van welke initiatieven en afspraken in de LOP’s genomen worden. In functie van het informeren van alle medewerkers en het implementeren van initiatieven kan het nuttig zijn dat de inhoudelijke informatiedoorstroming op een andere wijze wordt aangepakt. Uit de gesprekken met het directieteam en de medewerkers blijkt dat de participatie aan de LOP’s als meerwaarde wordt ervaren, vooral in functie van het maken van afspraken (o.a. rond definitieve uitsluiting, volverklaring van bepaalde richtingen, timeout projecten, kleuterparticipatie, …) en het beter leren kennen van het netwerk. Het centrum participeert aan vele activiteiten vanuit het flankerend onderwijsbeleid. Vanuit de stad Oostende is er een groot aanbod. Het centrum benut deze kansen, participeert aan vele netwerken (overlegorganen) en werkt samen met externen in functie van het opstarten van allerhande projecten (brugfiguren, time-out, zomerklasjes, onderwijshuis, …) met als doel leerlingen en/of ouders meer te bereiken, te begeleiden en eventueel toe te leiden naar externe diensten. Het centrum slaagt erin om ook bepaalde projecten, vanuit Oostende, te benutten voor andere regio’s (o.a. Bredene, Gistel) waar deze middelen niet voorzien zijn vanuit de stad/gemeente. Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat men op de hoogte is van de regelgeving inzake het inschrijvingsrecht. De medewerkers nemen hun taken hierin consequent op. In enkele scholen is er ook betrokkenheid vanuit CLB bij het ondersteunen van het inschrijvingsbeleid van de school.
18
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
4.
BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:
4.1 Professionalisering 4.1.1
Deskundigheidsbevordering
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning - ontwikkeling. Motivering • Het centrum heeft een aanzet gegeven tot visie over deskundigheidsbevordering en
•
•
•
•
•
•
•
een eerste poging ondernomen om alle elementen die verband houden met vorming in het CIPO-model onder te brengen. Het is aangewezen deze visie te verfijnen en te koppelen aan doelen. Er werd een vormingsplan opgemaakt dat alle onderdelen bevat die het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de vorming van het personeel van de centra voor leerlingenbegeleiding bepaalt. De wijze waarop de vorming wordt afgestemd op de werking van het centrum dient concreter omschreven te worden in een jaarlijks geactualiseerd vormingsplan. De vorming wordt gecoördineerd door de recent aangestelde vormingscoördinator die 10 % vrijstelling kreeg. Het is aanbevolen het takenpakket voor deze functie te concretiseren in een functiebeschrijving. De noden en behoeften van de medewerkers worden bevraagd via het teamoverleg en naar aanleiding van de coachingsgesprekken en functioneringsgesprekken. Vragen van de scholen, ervaringen die medewerkers opdoen in hun dagelijkse praktijk of interesse kunnen aanleiding geven tot het uiten van een vormingsbehoefte. Om zicht te krijgen op de noden van de organisatie baseert het centrum zich vooral op beleidsontwikkelingen en maatschappelijke evoluties (bvb DRM, Prodia), op vastgestelde lacunes in de werking, op de noden van het doelpubliek en op voortgangsgesprekken. Er wordt niet (meer) gestreefd naar specialisaties en toch wil het directieteam een mix van generalisten en specialisten in functie van het werkveld. Er is geen overzicht van specialisaties (meer), maar uit de gesprekken blijkt dat medewerkers wel aangesproken worden op hun specifieke deskundigheid. In het kader van collegiale coaching en ondersteuning is het zinvol medewerkers te bevestigen in hun deskundigheid en een overzicht op te maken. Uit de gesprekken blijkt dat medewerkers een filtering van het aanbod op basis van de specialisaties nuttig vinden. Het centrum heeft een procedure uitgewerkt voor het volgen van vorming. Een eerste selectie gebeurt door de vormingscoördinator en de directie. In de niveauteams (P en S-discipline) en het team PGZ (para- en medische discipline) wordt het aanbod besproken met de coördinator en wordt vorming gemotiveerd en toegekend. Uit de BB/AN blijkt dat soms samen met de school vorming wordt gevolgd. Na de vorming wordt verwacht dat men een vormingsfiche invult. Deze omvat een korte samenvatting van de vorming, een evaluatie en suggesties voor doorstroming. Het valt te betreuren dat dit momenteel een louter administratieve aangelegenheid is. Soms worden de fiches benut door het directieteam om doelstellingen voor het volgend werkjaar op te stellen. Het CLB houdt voor elke medewerker een individuele fiche bij van te volgen en gevolgde vorming maar maakt tot op vandaag geen algemeen overzicht van gevolgde vormingen (per thema, per team, …).
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
19
• Wat doorstroming betreft stellen we vast dat er nog geen systematiek aanwezig is. Uit
•
• •
• •
de gesprekken blijkt dat medewerkers dit een knelpunt vinden, wat ook tot uiting komt in de tevredenheidsbevraging door de inspectie. Via een teamvergadering, een personeelsvergadering, een werkgroep of vormingsnamiddag worden zij ‘geïnformeerd’ over gevolgde vormingen. Implementatie van interessante inhouden en instrumenten gebeurt onvoldoende. In het centrum zijn verschillende interne werkgroepen opgestart, niet altijd met duidelijke doelstellingen en taakafbakening. Vandaar dat zij niet steeds de actieve rol vervullen die ze zouden kunnen hebben bij het uitbreiden van deskundigheid. Het centrum heeft geen zicht op het effect van gevolgde vormingen op de werking. Er is een trend om materialen, syllabi, … te bundelen en te centraliseren en voor iedereen beschikbaar te stellen. Tijdschriften worden ter beschikking gesteld. Over de feedback van de inhoud zijn geen afspraken gemaakt. Het centrum richt geregeld interne vormingen in voor thema’s die alle medewerkers aanbelangen. Ook administratief medewerker sluiten hierbij aan. Het ROC West-Vlaanderen organiseert na bevraging van de centra gerichte vormingen. Het directieteam ervaart dit als een meerwaarde. Er is naast de provinciale vormingen mogelijkheid tot centrumgerichte vorming.
20
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
5.
ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM
Het onderzoek naar het algemeen beleid van het centrum levert volgende vaststellingen op: • Het algemeen beleid is organiserend en sturend. Innovatief vermogen is aanwezig. Het
directieteam onderging de laatste jaren verschillende wijzigingen wat geen stabiliteit gaf aan de organisatie. Het is van belang te groeien als team en zich samen verantwoordelijk te weten. Samen beslissingen nemen en een eenduidige communicatie naar alle medewerkers is belangrijk zodat iedereen binnen de organisatie evolueert naar een gelijkgerichte en kwaliteitsvolle werking. Deze elementen zullen bijdragen tot een sterkere multidisciplinaire profilering naar het werkveld. • Het CLB staat voor de opdracht een centrumspecifieke visie op leerlingenbegeleiding uit te werken en deze te concretiseren en te communiceren, zodat personeelsleden, cliënten en partners zicht krijgen op wat het centrum op termijn wil bereiken. • De visie op multidisciplinair werken moet verfijnd worden en zich weerspiegelen in de organisatiestructuur en alle facetten van de werking. • Het directieteam opteert voor een participatieve besluitvorming via werkgroepen. • Het beleid en het personeel worden in hun werking ondersteund door administratief
medewerkers. ∗ Het centrum telt drie administratief medewerkers. De tewerkstellingsgraad varieert van FT tot HT. ∗ De verantwoordelijkheden zijn verdeeld per personeelslid: oa. boekhouding, dossierbeheer, ondersteuning welzijnsbeleid, archief, personeelsadministratie, bestellingen, ondersteuning PGZ, … ∗ Zij vervullen een belangrijke rol bij het onthaal en de permanentie. Het onthaal wordt verzekerd voor 4 diensten (CLB, consultatiebureau, speel-o-theek en IDEWE). Dit heeft voor gevolg dat elk administratief medewerker zijn deel bijdraagt om dit onthaal mogelijk te maken. ∗ De werkplek van het administratief personeel is voor bepaalde personen voor verbetering vatbaar. De uitrusting waarover zij beschikken voldoet om de taken kwaliteitsvol uit te voeren. ∗ De digitale mogelijkheden kunnen beter benut worden om dubbel werk te laten verdwijnen (bvb opmaken fiche voor buo, opstellen planning). ∗ Zij hebben de mogelijkheid om de personeelsvergadering bij te wonen indien bepaalde agendapunten voor hen nuttig en/of interessant kan zijn. Daarnaast komen zij minimaal één keer per jaar samen als team onder leiding van de directie. ∗ Ze kunnen vorming volgen in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
21
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM
6.1 Wat doet het centrum goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Er is een uitgebreid netwerk uitgebouwd. • Er
is een goede samenwerking met externe diensten in het kader van leerlingenbegeleiding (o.a. in functie van doorverwijzing). • Het CLB maakt werk van de toepassing van het DRM. • Het centrum heeft aandacht voor kwetsbare groepen en sociaal zwakkeren, vooral op individueel vlak. • De samenwerking met het LOP en het flankerend onderwijsbeleid van de Stad Oostende is goed.
6.2 Wat kan het centrum verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • De leerling systematisch betrekken in alle fasen van het hulpverleningsproces, vooral • • • • •
in het basisonderwijs voor het domein leren en studeren. Kleuterparticipatie meer systematisch opvolgen. De paramedisch werkers verantwoordelijkheid geven voor de uitvoering van hun opdracht. Een blijvende betrokkenheid bij het GOK-beleid op school garanderen. Alle acties in het kader van schoolondersteuning implementeren in heel het werkgebied. Een formeel overleg voor het team buo in overweging nemen, gezien de specificiteit van deze populatie.
22
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Criteria en centrumafspraken voor multidisciplinair teamoverleg uitwerken, verfijnen en
toepassen. • De eindverantwoordelijkheid voor het verwerken van de gegevens expliciteren. Wat betreft het algemeen beleid: • Werken aan visieontwikkeling voor meerdere aspecten van de werking. • Centrumafspraken maken om de gelijkgerichtheid te bevorderen o.a. gebruik
meldingsfiche. • Data verzamelen, analyseren en benutten voor het evalueren en bijsturen van de werking. • Terugkoppelen van informatie uit het netwerk door de afgevaardigden.
6.3 Wat moet het centrum verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Medische infrastructuur
Wat betreft de regelgeving: • Eén multidisciplinair dossier realiseren. (cfr BVR MDD 12/09/2008)
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende
23
7.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning BEPERKT G UNST IG
omwille van volgende tekorten Infra structuur Infrastructuur: taken kwaliteitsvol uitvoeren en privacy garanderen
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG
Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 december 2012 kunnen aantonen dat de tekorten met een beperkt gunstig in voldoende mate werden geremedieerd. Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Marleen Dobbels Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam:
24
115089 - Vrij CLB Oostende - Gistel te Oostende