Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres
21337 Stedelijke Basisschool - De Panda Sven ONGHENAE August Vermeylenstraat 2 - 9000 GENT 09-221.61.03 09-221.76.34
[email protected] http://depanda.gent.be Stad Gent - Dep. Onderwijs en Opvoeding Keizer Karelstraat 1 - 9000 GENT Nexus Gandae Neermeerskaai 2 - 9000 GENT iCLB Gent Jubileumlaan 215 - 9000 GENT
Dagen van het doorlichtingsbezoek 02-02-2015, 03-02-2015 en 05-02-2015 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 05-02-2015 Datum bespreking verslag met de instelling 13-03-2015 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Myriam VANDE MOORTELE Teamleden Eric VAN LAERE
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 8 2.1 2.2
3
Leergebieden in de doorlichtingsfocus ............................................................................................... 8 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ....................................................... 8
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? .......................................................... 9 3.1
Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?.......................................................................... 9
3.1.1 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5
Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?................................................................... 9 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ................................................................................... 9 Kleuteronderwijs: muzische vorming ..................................................................................... 9 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming ................................................ 9 Lager onderwijs: wiskunde ...................................................................................................12 Lager onderwijs: muzische vorming .....................................................................................15
3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’? ..................................................................................................................................................17 3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...................................................17 3.2 4
Respecteert de school de overige reglementering? .........................................................................18
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................................................. 19 4.1 4.2
Loopbaanbegeleiding ........................................................................................................................19 Rapporteringspraktijk .......................................................................................................................21
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL .............................................................................................. 23
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ....................................................................................... 25 6.1 6.2 6.3
Wat doet de school goed? ................................................................................................................25 Wat kan de school verbeteren? ........................................................................................................25 Wat moet de school verbeteren? .....................................................................................................26
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ................................................................ 27
8
OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG ...................................................................... 27
2
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering: het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal leergebieden. Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: het onderwijsaanbod de uitrusting de evaluatiepraktijk de leerbegeleiding. - een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. een selectie van overige regelgeving. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na? ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
3
3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg. In dit luik rapporteert het inspectieteam ook over het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid van de school. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.
Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
1
SAMENVATTING
Basisschool De Panda is een kleinschalige school in de levendige, multiculturele wijk Nieuw-Gent. De grote tuin creëert de mogelijkheid tot ecologische hoekjes en extra sport- en spelactiviteiten. De school biedt onderwijs aan kinderen van meer dan dertig origines. De leerlingen, die veelal uit kwetsbare gezinnen komen, worden thuis meestal in een meertalige context opgevoed. Het team bestaat uit een mix van jonge en ervaren teamleden. Basisschool De Klavertjes is een groene school die inzet op duurzame ontwikkeling en techniek. Ze groeit uit tot een kleinschalige basisschool waar ervaringsgericht onderwijs en onderzoekend leren met oog voor talenten van kinderen de uitgangspunten vormen. Tegen 2018 voorziet ze een volledige nieuwbouw die aansluit bij haar ecologische visie. De hoofdzakelijk Nederlandstalige ouders kiezen vaak (milieu)bewust voor deze school. Het kleine team bestaat vooral uit jonge leerkrachten. Beide basisscholen vormen één administratief geheel, binnen de scholengemeenschap 'Nexus Gandae'. Op elke campus werkt de school nauw samen met het Stedelijk Initiatief Buitenschoolse Opvang (STIBO) en het (toekomstig) kinderdagverblijf. Basisschool De Panda telt momenteel vijf combinatiegroepen in de kleuterafdeling en zeven klassen in de lagere afdeling. Basisschool De Klavertjes telt momenteel twee combinatiegroepen in de kleuterafdeling en een eerste leerjaar. Op basis van het vooronderzoek van 26 januari 2015 onderzocht de onderwijsinspectie de leergebieden wiskundige initiatie, wiskunde en muzische vorming in de kleuter- en de lagere afdeling. Verder peilde ze naar de kwaliteitsbewaking van de loopbaanbegeleiding en de rapporteringspraktijk. Daarnaast onderzocht ze hoe het algemeen beleid van de school vorm krijgt. Ook aspecten van de regelgeving en de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leeromgeving maakten deel uit van het onderzoek. Het erkenningsonderzoek van de onderwijsdoelstellingen in de kleuterafdeling wijst uit dat de school de ontwikkelingsdoelen voor de leergebieden wiskundige initiatie en muzische vorming in voldoende mate nastreeft. Bij de planning van thematische activiteiten baseren de kleuteronderwijzers zich op de interesses van kleuters en de leerplandoelen. De digitale registratie kan nog doeltreffender en planmatiger benut worden. De integratie van verschillende domeinen zorgt voor een krachtige horizontale samenhang. De kleuteronderwijzers integreren wiskundige initiatie in het klasgebeuren. Speelleermaterialen en wiskundige begripsvorming tijdens kringmomenten bieden kansen om wiskundige inzichten te verwerven. In sommige klassen is de aandacht voor ontluikende gecijferdheid zo groot, dat dit soms leidt tot didactische vervroeging. De kleuteronderwijzers voorzien een waaier aan muzische materialen en activiteiten. Kleuters kunnen impressies opdoen tijdens culturele voorstellingen en feestperiodes. Sommige werkjes en inkleurprenten getuigen echter van weinig creativiteit. Allerlei observaties brengen de evolutie van kleuters in kaart. De school organiseert drempelverlagende activiteiten om een vlotte overgang naar de volgende leefgroep te bevorderen. De kleuterafdeling kan de onderwijstijd nog functioneler benutten en sommige lokalen minder overdadig inrichten. Het erkenningsonderzoek van de onderwijsdoelstellingen in de lagere afdeling toont aan dat de school de eindtermen voor het leergebied wiskunde in voldoende mate bereikt. De onderwijzers gebruiken een onderwijsleerpakket om een gradueel en evenwichtig onderwijsaanbod te plannen. Concrete materialen ondersteunen het wiskundig denkproces. Elke klas beschikt over voldoende spel- en differentiatiematerialen. Een opbouwende lijn van leerstrategieën, rekentaal en referentiematen over de klasbeelden heen is niet in alle klassen aanwezig. Toetsresultaten en foutenregistraties leiden geregeld tot ondersteuning op maat van het kind.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
5
De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor het leergebied muzische vorming in onvoldoende mate. In meerdere klassen is de onderwijstijd voor dit leergebied (te) beperkt. De meeste onderwijzers baseren hun klaspraktijk te weinig op de uitgangspunten van het leerplan. Ze plannen geen evenwichtig en gradueel opgebouwd onderwijsaanbod. Er zijn weinig afspraken over de leerjaren heen die een verticale samenhang garanderen. Sommige klassen investeren in muzische projecten met externe partners, bezoeken culturele evenementen of doen een beroep op de muzische talenten van collega's. Deze initiatieven gelden als voorbeeld van goede praktijk. Impressie en expressie krijgen niet overal voldoende aandacht, waardoor de leerlingen hun creativiteit en hun eigenheid onvoldoende kunnen ontplooien. In de meeste klassen ontbreken doelgerichte evaluaties voor de verschillende domeinen. De evaluatiepraktijk wordt nauwelijks in kaart gebracht. Niettegenstaande het hoog percentage zittenblijvers, heeft de school nog geen duidelijke visie op de loopbaanbegeleiding van haar leerlingen. Nochtans onderneemt het schoolteam verschillende waardevolle initiatieven om haar kleuters en leerlingen tijdens hun traject doorheen de schoolloopbaan te ondersteunen. Observatie- en evaluatiegegevens helpen het ontwikkelingsniveau en de evolutie van kinderen in kaart te brengen. Het digitale leerlingvolgsysteem biedt nog geen breed overzicht van de ontwikkeling van kinderen tijdens hun schoolloopbaan. De school doet recent pogingen om het zittenblijven terug te dringen, maar slaagt nog te weinig in haar opzet. Voor de rapporteringspraktijk werkt de school op twee snelheden. In één vestigingsplaats heeft ze recent een visie geschreven rond evalueren waarbij ze in de pijler 'communicatie' de link legt met rapporteren. Dit leidde tot een nieuw schoolrapport voor het eerste leerjaar. Een aantal domeinen ontbreekt nog, alsook de rapportering over de meeste leergebiedoverschrijdende eindtermen. In de andere vestigingsplaats is het rapport onvolledig en zeer eenzijdig, met een overwicht aan cognitieve leerprestaties. Alle teamleden benutten formele oudercontacten om ouders te rapporteren over het welbevinden, de inzet en de schoolse vorderingen van het kind. Drempelverlagende initiatieven informeren ouders over de werking van de klas en de school. Informele gesprekken, zorgoverleg en overgangsgesprekken vormen het kanaal voor de interne rapportering. Het algemeen beleid van de school is sinds dit schooljaar in handen van een nieuwe maar ervaren directeur. Samen met de zorgcoördinator, de beleidsondersteuner, de brugfiguur en een leerkracht uit elk onderwijsniveau, vormt hij het kernteam. Hij voert een open democratisch beleid en stimuleert een gedeeld leiderschap waarin elk teamlid zijn verantwoordelijkheid kan nemen. De teamleden typeren hem als een warme persoonlijkheid met een luisterend oor die aanstuurt op onderwijsvernieuwing en mensen weet te motiveren. Hij benut overlegmomenten om een nieuw pedagogisch project uit te werken en om te komen tot gezamenlijke standpunten en concrete afspraken. De wederzijdse waarderende houding en de betrokkenheid zorgen voor een positief leer-, leef- en werkklimaat. De school laat nog heel wat kansen liggen om haar onderwijskwaliteit te optimaliseren. De sterkte-zwakte-analyse die de school uitvoerde en de veranderingsbereidheid en de inzet van het team zijn alvast een stap in de goede richting. De school krijgt een gunstig advies voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leer- en werkomgeving. Ze spoort risico's op een planmatige manier op en probeert tekorten te verhelpen. Er blijven nog enkele aandachtspunten, die een dynamisch risicobeheersingsbeleid kunnen optimaliseren. Het onderzoek naar de geselecteerde aspecten van de overige erkenningsvoorwaarden leidt tot een gunstig advies. Wat de overige reglementering betreft, moet de school alle verplichte bepalingen correct opnemen in het schoolreglement. Ze moet eveneens de procedure voor het afleveren van een getuigschrift basisonderwijs nauwgezet volgen en de notulen van de beraadslaging respecteren.
6
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
De onderwijsinspectie sluit de erkenningsonderzoeken af met een gunstig advies voor de kleuterafdeling. Voor de lagere afdeling formuleert ze een beperkt gunstig advies omwille van het leergebied muzische vorming. De school moet een leerplangericht onderwijsaanbod realiseren dat volledig, evenwichtig en gradueel is opgebouwd, conform de visie van het leerplan. De onderwijsinspectie waardeert de inzet van alle teamleden. Ze vertrouwt op de interne expertise en de dynamiek van de teamleden om de tekorten binnen de gestelde termijn van drie jaar weg te werken. Ze rekent erop dat het team de aanbevelingen en de werkpunten uit dit verslag ter harte neemt en de onderwijskwaliteit in de toekomst blijft optimaliseren.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
7
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Leergebieden in de doorlichtingsfocus
Kleuteronderwijs - Leergebieden wiskundige initiatie muzische vorming Lager onderwijs - Leergebieden wiskunde muzische vorming
2.2
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Onderwijs - Begeleiding Loopbaanbegeleiding Onderwijs - Evaluatie Rapporteringspraktijk
8
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
3 3.1
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op. 3.1.1.1
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie
Voldoet De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wiskundige initiatie in voldoende mate na. De kleuters krijgen een doelgericht en gevarieerd onderwijsaanbod, met aandacht voor de verschillende domeinen. De ontwikkelingsmaterialen zijn gericht op een brede en harmonische vorming. 3.1.1.2
Kleuteronderwijs: muzische vorming
Voldoet De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied muzische vorming in voldoende mate na. De thematische en geïntegreerde werking zorgt voor een natuurlijke samenhang tussen de domeinen van het leergebied en over de leergebieden heen. De kleuteronderwijzers bieden voldoende ontwikkelingsmaterialen aan om te exploreren. 3.1.1.3
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming Curriculum Voor beide leergebieden richten de kleuteronderwijzers zich op het leerplan als referentiekader. De meesten halen ideeën van internetwebsites om hun Referentiekader onderwijsaanbod te verrijken.
Onderwijsaanbod
Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren
De kleuteronderwijzers gebruiken een digitaal agendaprogramma om hun weekrooster in te vullen. Per vestigingsplaats hebben ze toegang tot elkaars agenda, wat de transparantie vergroot. Het programma biedt eveneens mogelijkheden om het nastreven van leerplandoelen na te gaan. Nog niet iedereen benut deze datagegevens ten volle om het onderwijsaanbod bij te sturen. Het aantal geselecteerde focus- en/of clusterdoelen per activiteit is leerkrachtafhankelijk, wat resulteert in een minder gelijkgerichte werking. In één van de vestigingsplaatsen stellen kleuteronderwijzers bij het begin van het nieuwe schooljaar een flexibele jaarplanning op. Veelvuldig overleg tussen parallelcollega’s zorgt voor gelijkgerichte thema’s, die achteraf een klasspecifieke invulling krijgen, inspelend op de interesses van de kleuters. De kleuteronderwijzers van de andere vestigingsplaats opteren er bewust voor om de kleuters zeer veel inspraak te geven. Ze laten hen de meeste thema’s zelf kiezen en zowel de invulling als de uitvoering ervan grotendeels bepalen. Ze hebben daarbij echter weinig oog voor het planmatig werken met een raamplan.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
9
Uit gesprekken blijkt dat het onderwijsaanbod gevarieerd, maar niet altijd evenwichtig is voor beide leergebieden. Argumenten als ‘zwakke instroom, abstracte begrippen, passieve taalkennis, klasorganisatie’ zouden hiervoor aan de basis liggen. De kleuteronderwijzers integreren wiskundige initiatie in de klaspraktijk. Ze besteden de nodige aandacht aan wiskundige begripsvorming tijdens onder meer kringmomenten en het meespelen in hoeken. Als houvast hanteren de meesten een gradueel opgebouwde begrippenlijst uit een pedagogisch naslagwerk. Spelmaterialen bieden kansen om wiskundige competenties te verwerven. De speelleerhoeken worden in mindere mate verrijkt vanuit wiskundig oogpunt. In sommige klassen is de aandacht voor notaties op werkbladen zo groot, dat dit binnen de ontluikende gecijferdheid sterk neigt naar didactische vervroeging. De kleuteronderwijzers voorzien een ruime waaier aan muzische activiteiten. Het onthaalmoment en andere dagelijkse weerkerende activiteiten zijn vaak doorspekt met muzische accenten. De thematische werking bevordert de horizontale samenhang tussen de leergebieden en de domeinen. Veelvuldige informele en formele overlegmomenten faciliteren de verticale samenhang per vestigingsplaats. De kalenders die in elke onthaalhoek aanwezig zijn, vertonen de nodige gradatie. Ze bieden kleuters houvast bij de ontwikkeling van tijdsbesef, een aspect uit het domein meten. De kleuteronderwijzers streven een brede vorming na. Ze hebben oog voor de leef- en belevingswereld van de kleuters. Zo mogen kinderen materialen meebrengen van thuis, worden ouders sporadisch betrokken bij het klasgebeuren en spelen klaspoppen belevingsverhalen van kleuters na. Dit verhoogt de betrokkenheid. De jaarlijkse bezoeken aan culturele voorstellingen en de feestperiodes zijn voorbeelden waarbij kleuters muzische impressies opdoen. Sommige kleuteronderwijzers bieden meermaals inkleurprenten aan of laten kinderen werken naar model. Dit belemmert de creativiteit. De meeste kleuteronderwijzers creëren kansen tot actief leren. De aangeboden speelleermaterialen en activiteiten nodigen uit tot exploreren. In sommige klassen komen kleuters minder frequent tot experimenteren omdat ze vrij snel moeten overgaan tot vormgeven of taakgericht uitvoeren. Stappenplannen, keuzeborden, pictogrammen en hoekaanduidingen ondersteunen de zelfstandigheid van kleuters. De school organiseert per vestigingsplaats integratie-activiteiten tussen de oudste kleuters en het eerste leerjaar. Gelijkgerichte materialen faciliteren de overgang. De teamleden kiezen er ook voor om op vaste tijdstippen activiteiten te organiseren tussen jongere en oudere kleutergroepen. Dit werkt drempelverlagend. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd
De onderwijsinspectie stelt vast dat er heel wat functionele onderwijstijd verloren gaat bij dagelijks weerkerende rituelen zoals fruit eten, soep en/of water drinken, jassen aandoen, toiletbezoek … Ze mist een graduele afbouw vanuit de ontwikkeling van de kleuter. Het kleuterteam heeft de impact van de organisatie van deze rituelen nog niet afgezet tegen de verplichting van de decretaal voorziene onderwijstijd. In sommige klassen blijven ouders bij het onthaalmoment vrij lang in de klas aanwezig, wat de opstart van activiteiten nodeloos vertraagt. Sommige kring- en/of instructiemomenten duren vrij lang, waardoor kleuters onrustig worden en hun interesse verliezen.
10 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
Materieel beheer Het kleuterteam beschikt over voldoende ontwikkelings- en verbruiksmaterialen Uitrusting om doelen voor wiskundige initiatie en muzische vorming na te streven. Ontwikkelingsmaterialen Zelfgemaakte spellen, instructiekaarten, educatieve spelmaterialen en constructiespellen bieden impulsen om wiskundige vaardigheden te verwerven. De school beschikt eveneens over diverse muziekinstrumenten en mediaapparatuur om specifieke muzische doelen aan bod te laten komen. Het puzzelaanbod vertoont een gradatie. In de ene klas visualiseert de puzzelrups duidelijk de vorderingen van de kleuters bij het puzzelen, terwijl in een andere klas de puzzelladder verscholen zit in een kast. In één van de vestigingsplaatsen met veel anderstalige kinderen nemen de oudste kleuters sinds enkele jaren twee keer per week deel aan een muzisch experiment met klassieke muziek. Naar verluidt werkt dit niet alleen rustgevend en concentratiebevorderend, maar ook drempelverlagend om Nederlandse taalklanken op te nemen. Infrastructuur
De kleuterklassen bieden een wisselend beeld wat betreft een uitnodigende en gezellige sfeer, een gestructureerde en ordelijke inrichting en de aanwezigheid van uitdagende en aantrekkelijke materialen. Sommige lokalen zijn klein en toch overdadig ingericht, waardoor ze (te) weinig rust en noodzakelijke bewegingsruimte bieden. De meeste klassen maken gebruik van de gang of een speelzaal om hieraan deels tegemoet te komen. In meerdere klassen primeren werktafels boven rijke speelleerhoeken. Het lopende thema is niet in elke klas even duidelijk waarneembaar. In het klasbeeld zijn getalbeelden veelvuldig aanwezig.
Evaluatie De kleuteronderwijzers hanteren diverse observatie-instrumenten om de evaluatiepraktijk van de kleuters in kaart te brengen. Naast individuele Evenwichtig en representatief screeningslijsten en persoonlijke notities, heeft de kleuterafdeling recent een Kindvolgsysteem koepelgebonden observatiebundel schooleigen aangepast. Twee keer per jaar registreert het kleuterteam de bevindingen in een (digitaal) registratiedocument. Een kleurcode visualiseert de resultaten en schetst of kleuters zich vlot ontwikkelen volgens de maatstaven van het observatie-instrument. Gezien de recente invoering, werd het registratiedocument nog niet geëvalueerd op de volledigheid en de doeltreffendheid. Bijkomend hanteren sommige kleuteronderwijzers een specifieke observatielijst in functie van het oudercontact. Niet alle leergebieden en domeinen krijgen daarbij voldoende aandacht. Zo heeft de observatie van muzische vorming zeker nog groeikansen. Relevante vaststellingen of gesprekken noteren de teamleden doorgaans in het kinddossier. Evaluatiepraktijk
Bij sommige oudere kleuters neemt de school een genormeerde test af als bijkomend evaluatie-instrument. Ook deze test werd schooleigen aangepast en beduidend ingekort.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
11
Begeleiding In de zorgvisie komt duidelijk naar voor dat de klasleerkracht verantwoordelijk is voor de eerstelijnszorg. De school kiest er bewust voor om kleuters gedurende Beeldvorming twee opeenvolgende schooljaren bij dezelfde klasjuf te laten blijven. Eén van de Zorg doorslaggevende argumenten daarbij is dat dit niet alleen beter is voor de kinderen, maar ook voor de kleuteronderwijzer omwille van de reeds gekende beginsituatie en de beeldvorming.
Leerbegeleiding
Bij het begin van het schooljaar organiseert de school groepsbesprekingen om de zorgkinderen in kaart te brengen. Diverse observaties zijn het vertrekpunt voor overleg met het zorgteam. Dit resulteert in een eventuele bijsturing op maat van het kind. Aangepaste materialen, opdrachten op een ander niveau of bijkomende instructies zijn enkele voorbeelden hiervan. Desgewenst biedt een zorgleerkracht, op vraag, aanvullende ondersteuning. Dit gebeurt op dit moment in mindere mate voor wiskundige initiatie en muzische vorming. Bij de jongste kleuters doet de school een beroep op een kinderverzorgster. Daarnaast is er een goede samenwerking met personeelsleden van het Stedelijk Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (STIBO) van de stad. De school besteedt een groot deel van haar SES-lestijden (Sociaal Economische Status) om een tweetal klassen, waaronder één in de kleuterafdeling te ontdubbelen. Geregeld organiseert ze een multidisciplinair overleg (MDO) met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) om grote ondersteuningsnoden van kinderen te bespreken. 3.1.1.4
Lager onderwijs: wiskunde
Voldoet De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor het leergebied wiskunde in voldoende mate. De onderwijzers bieden een gradueel en evenwichtig onderwijsaanbod aan. Ze baseren zich op een onderwijsleerpakket, aangevuld met concrete materialen. Ze hanteren een evenwichtige evaluatiepraktijk. De meesten staan zelf in voor de interne ondersteuning. Curriculum Per vestigingsplaats hanteren alle onderwijzers eenzelfde gradueel opgebouwd Onderwijsaanbod onderwijsleerpakket om de leerinhouden van het leergebied wiskunde aan te Referentiekader bieden. Dit leerpakket heeft het leerplan als referentiekader. Waar wenselijk, Planning passen ze dit aan in functie van hun leerlingen. Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren
Op schoolniveau bestaan geen duidelijke afspraken over het functioneel gebruik van een dagplanning. In de meeste planningsdocumenten staat de verwijzing naar het onderwijsleerpakket centraal, al dan niet aangevuld met het lesverloop en de materialen. Leerkrachtafhankelijk vermelden ze concrete lesdoelen, leerplangerichte focusdoelen en/of clusterdoelen. Over het aantal te selecteren doelen per activiteit, bestaat nog geen consensus. Bij sommigen geeft een weekschema een beknopt overzicht van de geplande activiteiten. Uit deze planningsdocumenten blijkt dat de domeinen voldoende evenwichtig aan bod komen. De onderwijzers hebben oog voor gedifferentieerde opdrachten, maar registreren dit in mindere mate in hun planningsdocumenten. Meerdere onderwijzers doen inspanningen om aspecten van dit leergebied aan de klaswand te visualiseren, als houvast voor de leerlingen. Een opbouwende lijn van leerstrategieën, rekentaal en referentiematen over de klasbeelden heen is niet in alle klassen aanwezig. Dit is een gemiste kans om het wiskundig inzicht bij leerlingen te verhogen. Tijdens gesprekken vermelden onderwijzers waardevolle voorbeelden van horizontale samenhang met andere leergebieden en met de
12 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
leefwereld van de kinderen. Sommigen besteden extra aandacht aan leren leren en bieden onder meer stappenplannen en correctiesleutels aan. De aanwezige computers worden sporadisch functioneel gebruikt als aanvulling bij het spelenderwijs inoefenen van wiskundige vaardigheden en inzichten tijdens het hoeken- en/of contractwerk. De onderwijzers hebben oog voor een brede wiskundige vorming. Ze wisselen instructiemomenten af met zelfstandig werk, al dan niet in kleine groepen. Ze bieden leerlingen kansen tot handelend en zelfontdekkend leren, zodat ze niet alleen kennis maar ook vaardigheden kunnen ontwikkelen. Concrete materialen en realistische contexten ondersteunen geregeld het denkproces en helpen het wiskundig inzicht te verhogen. Meerdere onderwijzers stimuleren de leerlingen bij de verwoording van hun denkstappen. Klassikale overlegmomenten bevorderen het leren van en met elkaar. Actieve meetopdrachten binnen en buiten de klasmuren vergroten de betrokkenheid. Materieel beheer Klasinventarissen tonen aan dat er voldoende materialen aanwezig zijn op school Uitrusting om de eindtermen voor dit leergebied te bereiken. Er is geen schooloverzicht van Leermiddelen de beschikbare hulpmiddelen, maar iedere onderwijzer beschikt over een inventaris op klasniveau. De meesten beschikken eveneens over spel- en differentiatiematerialen, al dan niet zelfgemaakt. Uit gesprekken blijkt dat ze voldoende zicht hebben op het materialenaanbod van hun collega’s en dat ze deze materialen spontaan uitwisselen aan elkaar. Zowat alle klassen beschikken over een digitaal bord, dat meestal functioneel wordt ingezet en over computers. De digitale klok, als didactisch hulpmiddel naast de analoge klok, ontbreekt in het klasbeeld. Evaluatie De teamleden evalueren de vorderingen van hun leerlingen hoofdzakelijk op basis van toetsen. Ze hanteren hiervoor zowel de toetsen van het Evenwichtig en representatief onderwijsleerpakket als zelfgemaakte toetsen. Om voldoende toetsmateriaal te Leerlingvolgsysteem hebben voor de drie grote toetsperiodes, herverdelen sommige onderwijzers de Gericht op bijsturing inhoud van de toetsen van het onderwijsleerpakket. Uit gesprekken blijkt dat teamleden differentiëren op het niveau van de dagelijkse toetsen, maar niet op het niveau van de summatieve toetsen. De meesten maken gebruik van fouteninventarissen om een zicht te krijgen op de noden van individuele leerlingen. Gerichte foutenanalyses om de denkwijze die aan de basis ligt van fouten te doorgronden, komen minder veelvuldig voor. Een digitaal programma koppelt de inventaris aan een individueel overzicht per leerling, gelinkt aan de leerplandoelen. Dit overzicht kan ook geraadpleegd worden via het leerlingvolgsysteem. Tegenvallende resultaten geven meestal aanleiding tot extra klasinterne ondersteuning of remediëring. Vaak leidt dit tot verlengde instructie, specifieke oefeningen en gedifferentieerde toetsen. Evaluatiepraktijk
De lagere afdeling neemt geen gestandaardiseerde tests af voor wiskunde. Dit is een gemiste kans om bijkomende analyses op school- en op klasniveau te maken in functie van een breder outputbeleid.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
13
Leerlingen van het zesde leerjaar nemen in principe deel aan de externe toetsen van de eigen onderwijskoepel. De behaalde resultaten vormen echter geen onderwerp van overleg met het schoolteam. De school analyseert deze outputmeting nog niet op school- en op leerlingniveau. Ze houdt deze aangeboden vorm van output niet eens bij, wat een vergelijking met het Vlaamse gemiddelde en/of de eigen referentiegroep over de schooljaren heen onmogelijk maakt. Het leergebied wiskunde maakt deel uit van de criteria voor het behalen van het getuigschrift. Begeleiding De school kiest ervoor een deel van haar SES-lestijden te benutten om het eerste leerjaar in één van de vestigingsplaatsen te ontdubbelen. Dit heeft tot gevolg dat Beeldvorming op dit moment vooral het tweede leerjaar in ruime mate en het derde leerjaar in Zorg beperkte mate ondersteuning krijgen van SES-leerkrachten. Ze registreren de zorginterventies in het digitaal leerlingvolgsysteem en overleggen geregeld met de klastitularis. De onderwijzers van de andere klasgroepen staan zelf in voor de leerbegeleiding.
Leerbegeleiding
In elke klas is de onderwijzer de spilfiguur bij het zorgbeleid. Hij voorziet in de nodige remediëring en benut stimulerende en/of compenserende maatregelen (sticordi). Knappere leerlingen kunnen vlugger zelfstandig aan het werk en mogen soms zwakkere leerlingen begeleiden. De lagere afdeling organiseert enkele keren per schooljaar klasgebonden zorgoverleg op leerlingniveau. Het zorgteam biedt vraaggestuurde ondersteuning op leerling- of leerkrachtniveau. De school voorziet geregeld in MDO’s en oudergesprekken, voor leerlingen die verhoogde zorg nodig hebben. Samen met het zorgteam stelt de onderwijzer een handelingsplan op voor de individuele zorgleerling. Deze werkwijze kan echter nog planmatiger en concreter uitgewerkt worden, zodat de doeltreffendheid ervan verhoogt. Het zorgteam verwoordt een goede samenwerking te hebben met het CLB. Waar wenselijk begeleidt de zorgcoördinator leerlingen en ouders bij hun zoektocht naar een nieuwe school in het buitengewoon onderwijs. Ook in de lagere afdeling blijven de kinderen gedurende twee opeenvolgende schooljaren bij dezelfde klastitularis. Een deel van het eerste leerjaar vormt hierop een uitzondering. Jaarlijks vinden overgangsgesprekken plaats waarbij collega’s gerichte informatie uitwisselen onder elkaar. Prestaties voor het leergebied wiskunde vormen daarbij een vast onderdeel.
14 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
3.1.1.5
Lager onderwijs: muzische vorming
Voldoet niet De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor het leergebied muzische vorming in onvoldoende mate. Meerdere onderwijzers voorzien onvoldoende onderwijstijd om de leerplandoelen optimaal te kunnen realiseren. Ze baseren hun muzisch onderwijs te weinig op de uitgangspunten van het leergebied muzische vorming. De planning en de realisatie van het onderwijsaanbod is onevenwichtig, onvolledig en niet gradueel opgebouwd. Een doelgerichte evaluatiepraktijk ontbreekt. Curriculum De meeste onderwijzers zijn te weinig vertrouwd met de uitgangspunten van de Onderwijsaanbod eindtermen en van het leerplan muzische vorming. Het leerplan vormt in Referentiekader onvoldoende mate het referentiekader om de onderwijsdoelstellingen Planning doelgericht te selecteren en een evenwichtig en gradueel opgebouwd Evenwichtig en volledig Samenhang onderwijsaanbod te realiseren. Observaties, documentanalyses en gesprekken Brede harmonische vorming tonen aan dat meerdere onderwijzers weinig notie hebben van het ontwikkelen Actief leren van een muzisch proces, waarbij leerlingen vanuit impressies, door gebruik te maken van middelen, exploreren en experimenteren om te komen tot expressie. Door het ontbreken van een gezamenlijk gedragen schoolvisie, vertoont de korte-termijnplanning van de onderwijzers een grote diversiteit. De doelenselectie varieert tussen concrete lesdoelen, leerplandoelen en eindtermen. Ook de hoeveelheid aan doelen is sterk leerkracht- en /of activiteitafhankelijk. Bij de meesten is het evenwicht tussen de domeinen van dit leergebied zoek. ‘Beeld’ en ‘muziek’ vormen op de klasvloer duidelijk de dominante en meest vertrouwde domeinen, hoewel ze vaak nogal eenzijdig worden ingevuld. Voor ‘beweging’ verwijzen onderwijzers meestal naar een dansje, een wandeling of sport- en spelactiviteiten. ‘Drama’ en ‘media’ komen veelal in mindere mate voor. De aanpak op de klasvloer getuigt van een overwegend enge benadering. Dit alles wijst op een onvolledig onderwijsaanbod. Sommige doelen komen geïntegreerd aan bod binnen andere leergebieden. Deze werkwijze bevordert de horizontale samenhang met onder meer de leergebieden Nederlands, wereldoriëntatie en Frans, maar biedt geen garantie voor een effectieve realisatie van het leerplan muzische vorming. De school heeft nog niet de gewoonte om muzische activiteiten over de leerjaren heen systematisch in kaart te brengen. Er zijn weinig afspraken die een verticale samenhang garanderen. Doorgaans hebben meerdere onderwijzers weinig oog voor het kijken en luisteren naar kunst. Sporadisch komen leerlingen in contact met culturele evenementen waaronder theater- en muziekvoorstellingen, workshops en tentoonstellingen. Ze kunnen hierbij kunstzinnige impressies opdoen en worden soms uitgedaagd om actief deel te nemen. Deze interessante initiatieven bevorderen de kunst- en cultuureducatie bij de leerlingen.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
15
Niet alle onderwijzers stimuleren de authenticiteit en creativiteit van leerlingen om te genieten van het muzisch handelen en tot expressie te komen. Een aantal klassen investeert in muzische projecten met externe partners, wat extra impulsen geeft aan de lessen muzische vorming. Dit bevordert de brede harmonische vorming, stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen en biedt kansen tot creativiteit. De school benut op kleine schaal talenten van teamleden om muzische activiteiten in meerdere klassen of over klassen heen te organiseren. Deze initiatieven kunnen doorgaan als voorbeeld van goede praktijk. In sommige klassen zorgen muzische tussendoortjes voor ontspannende en rustgevende momenten na een intense lesactiviteit. Deze worden zelden gelinkt aan leerplandoelen. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd
Op basis van de lessenroosters blijkt dat meerdere onderwijzers te weinig onderwijstijd voorzien om de eindtermen voor muzische vorming te bereiken, niettegenstaande de richtlijnen van de eigen onderwijskoepel. Bovendien gebeurt het meermaals dat de geplande lestijden aangewend worden voor activiteiten die weinig met dit leergebied te maken hebben.
Materieel beheer Op school zijn doorgaans voldoende leermiddelen en verbruiksmaterialen Uitrusting aanwezig om de leerplandoelen te realiseren. Een aantal onderwijzers gebruikt Leermiddelen eigen materialen om het muzisch onderwijsaanbod te verrijken. Sommigen zijn creatief in het bedenken van muziekinstrumenten. De uitbouw van hedendaagse mediamiddelen is een aandachtspunt voor de school. Muzische werken van leerlingen komen in de meeste klassen en in de gangen voor. De beschikbare realisaties van leerlingen duiden veeleer op een sterk gestuurde en productgerichte benadering van het muzisch proces. Evaluatie De school beschikt over onvoldoende outputgegevens om aan te tonen dat ze voor het leergebied muzische vorming slaagt in haar maatschappelijke opdracht. Evenwichtig en representatief Ze heeft geen visie op de evaluatie van dit leergebied. Meerdere onderwijzers Leerlingvolgsysteem geven aan dat ze niet goed weten hoe ze muzische vorming kunnen evalueren. Gericht op bijsturing Ze hebben geen zicht op mogelijke criteria om muzische processen of producten te beoordelen. Soms geven medeleerlingen en onderwijzers algemene feedback op geleverde prestaties of het eindproduct. Alternatieve evaluatievormen en/of procesgerichte evaluaties ontbreken grotendeels. Evaluatiepraktijk
De onderwijzers brengen de vorderingen van hun leerlingen nauwelijks in kaart. Ook het leerlingvolgsysteem bevat weinig tot geen informatie over de beginsituatie, de muzische ontwikkeling of de talenten van leerlingen. Dit resulteert in een niet-representatieve evaluatiepraktijk. Omdat de school quasi geen evaluatiegegevens heeft over dit leergebied, is het ook moeilijk om leerlingen doelgericht te ondersteunen in hun muzisch groeiproces. Begeleiding De beeldvorming voor muzische vorming is uitermate zwak. De school onderneemt weinig acties om de muzische talenten of noden van leerlingen in Beeldvorming kaart te brengen. Tijdens formele en informele gesprekken komen muzische Zorg vaardigheden zelden aan bod.
Leerbegeleiding
Het team benut een muzisch klimaat nog te weinig om de ontwikkeling van leerlingen te stimuleren, om successen te laten ervaren en om een aangename leer- en leefomgeving te creëren. In tegenstelling tot sommige andere leergebieden, is het bij muzische activiteiten minder de gewoonte om te differentiëren op basis van noden of interesses van leerlingen. 16 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’? Het schoolcomplex met turnzaal van de administratieve vestigingsplaats De Panda is een vrij recent en verzorgd gebouw met goede speelaccommodatie voor de kinderen. In juni 2016 wordt de vestigingsplaats De Klavertjes helemaal afgebroken. De klassen verhuizen dan naar noodklassen (containers) die zullen opgericht worden. In het schooljaar 2016-2017 zou de school dan afgewerkt moeten zijn als volwaardige basisschool inclusief kinderdagverblijf en stedelijke buitenschoolse opvang. De school gaat op systematische wijze de situatie op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne na. Een overkoepelende preventieadviseur ondersteunt de directeur bij het welzijnsbeleid en neemt de coördinatie voor zijn rekening. Zijn jaarlijkse rondgang in de school en de verslaggeving daarvan is een voorbeeld van goede praktijk. Verder kan de school een beroep doen op de diensten van de Stad Gent. De knelpunten die de onderwijsinspectie vaststelde, zijn gekend en werden door de directeur gesignaleerd aan de bevoegde diensten. Op het vlak van bewoonbaarheid en veiligheid van de leer- en werkomgeving vertoont de school in de vestigingsplaats De Klavertjes enkele tekorten, die mits goede zorg kunnen verholpen worden. Het gaat hierbij onder meer over het hoog stapelen van materialen in de klassen, de verwaarlozing van de buitenzandbak en het ontbreken van een omheining rond de schommels. De wanorde van zitbanken, stoelen en driewielers voor kleuters beknotten de overdekte buitenspeelruimte. In de administratieve vestigingsplaats De Panda zijn de toiletten voor volwassenen niet gescheiden voor mannen en vrouwen. In de vestigingsplaats De Klavertjes vragen de toiletten de nodige zorg en onderhoud tot de afbraak van het schoolgebouw. De school krijgt een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’. Zowel de school als het schoolbestuur hebben zicht op weg te werken tekorten. Omwille van de systematiek waarmee de school en de preventieadviseur de tekorten opsporen en in het vooruitzicht van het nieuwe schoolcomplex in vestigingsplaats De Klavertjes, spreekt de onderwijsinspectie haar vertrouwen uit over de aanpak van vastgestelde knelpunten. Het zal evenwel nog een belangrijke uitdaging vormen om de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te garanderen van de tijdelijke huisvesting tijdens de geplande bouwwerken van vestigingsplaats De Klavertjes.
3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op. Onderzochte erkenningsvoorwaarde Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV? (decreet bao - art. 62,§2,4°)
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
ja ja ja ja
17
3.2
Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op. Onderzochte regelgeving Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao art. 37) • geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen • de bijdrageregeling • de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal • het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens die worden verzameld door de school • informatie over extra-murosactiviteiten • de afspraken in verband met het rookverbod • het reglement inzake tucht en schending van de leefregels van de leerlingen, met inbegrip van een preventieve schorsing, een tijdelijke uitsluiting of een definitieve uitsluiting en inzake de beroepsprocedure, inbegrepen het hanteren van redelijke en haalbare termijnen • de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend, met inbegrip van de beroepsprocedure • bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis • de afspraken in verband met onderwijs aan huis • richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen • afspraken in verband met huiswerk, agenda’s, leerlingenevaluatie en rapporten • de wijze waarop de leerlingenraad, de schoolraad en de ouderraad in voorkomend geval wordt samengesteld
Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao art. 47) • de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt • de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen • de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert • de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs • de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen
Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving? (decreet bao - art. 28) Voert de school een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid met het oog op de optimale leer- en ontwikkelingskansen van alle leerlingen? (decreet bao - art. 153 septies) Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, is er dan een individueel werkplan voor de leerling? (BVR personeelsformatie) Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, voorziet ze dan voor de leerkrachten nascholing taalvaardigheid en sociale integratie? (BVR personeelsformatie) Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Bewaart de school de bepaalde lijsten, notulen en dossiers met betrekking tot het getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van attesten aan leerlingen die geen getuigschriften krijgen? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 48)
18 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
neen ja neen ja neen ja neen ja neen ja neen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja neen neen neen ja
4
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Loopbaanbegeleiding Doelgerichtheid De school heeft geen expliciete visie op loopbaanbegeleiding. Nochtans ligt het percentage zittenblijvers, met name 48%, heel hoog. Het kernteam wijt dit percentage deels aan de instroom van haar anderstalige nieuwkomers en aan de grote zij-instroom van leerlingen met zorgnoden, omdat ze naar verluidt bekend staat om haar non-discriminatiecode. Tot hier toe hanteerde de school als criterium minimum 60% of 70% behalen voor wiskunde en Nederlands en Frans naargelang de graad in de lagere afdeling. In de deliberatieweek op het einde van het schooljaar werden alle behaalde resultaten op de eindrapporten besproken met het ganse team. De genomen beslissing inzake al dan niet zittenblijven werd daarna pas meegedeeld aan de ouders. Deze praktijk zorgde in het verleden meermaals voor ontevredenheid, met schools verloop als gevolg. Het leerlingenaantal ligt in het vijfde en het zesde leerjaar dan ook opmerkelijk lager dan in de laagste leerjaren. Anderstalige nieuwkomers komen automatisch in een jongere klasgroep terecht. De teamleden stonden tot nu toe in mindere mate stil bij de impact hiervan op deze kinderen. Sinds kort doet de school inspanningen om aan de betrokkenheid en het welbevinden te werken, door onder andere een intensief taalbad aan te bieden. Om de draagkracht van de klasleerkracht te beschermen, laat ze slechts maximum twaalf anderstalige nieuwkomers toe. De school is erg begaan met afwezigheden van leerlingen. Ze speelt kort op de bal door ouders zoveel mogelijk te sensibiliseren om hun kinderen naar school te sturen. Ouders onmiddellijk contacteren, telefonisch of via huisbezoeken, behoort tot één van haar concrete acties. Ondersteuning Het schoolteam onderneemt verschillende initiatieven om kleuters en leerlingen tijdens hun traject doorheen de school te ondersteunen. Zo kiest de school ervoor om leerlingen gedurende twee schooljaren les te laten volgen bij dezelfde leerkracht. Teamleden verwoorden dat dit kansen biedt om kinderen beter te leren kennen en dat kinderen dit op hun beurt ervaren als een vertrouwde veilige leeromgeving. Observatie- en evaluatiegegevens helpen het ontwikkelingsniveau en de evolutie van kinderen in kaart te brengen. Overgangsgesprekken verfijnen het beeld. Op dit ogenblik biedt het digitaal leerlingvolgsysteem nog geen breed overzicht van de ontwikkeling van kinderen tijdens hun schoolloopbaan. De schoolleiding en het zorgteam zoeken nog naar een efficiëntere evaluatie- en registratiepraktijk met het oog op een gerichtere kwaliteitsbewaking op klas- en schoolniveau.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
19
De school organiseert een aantal integratie-activiteiten tussen meerdere leeftijdsgroepen. Zo beleven in de ene vestigingsplaats kleuters van de derde kleuterklas elke vrijdag een integratienamiddag met leerlingen van het eerste leerjaar, vaak in het kader van muzische vorming. In de andere vestigingsplaats hebben kleuters van de bovenbouw twee keer per week een integratiespeeltijd, enerzijds met kleuters van de onderbouw, anderzijds met leerlingen van de eerste graad van de lagere afdeling. Daarnaast worden enkele integratieactiviteiten georganiseerd met kinderen van de derde kleuterklas en leerlingen van het eerste leerjaar. In het derde trimester nodigen de betrokken leerkrachten en de brugfiguur ouders uit om deel te nemen aan een integratienamiddag. Toonmomenten en een filmpje helpen hen om gelijkenissen en verschillen tussen de beide niveaus in kaart te brengen. Een onthaalbrochure van het eerste leerjaar bundelt de belangrijkste gegevens. Om zesdeklassers en/of 12-jarigen in andere klassen te informeren over studiekeuzes, biedt de school verschillende kennismakingsinitiatieven aan. Sinds enkele jaren bezoeken deze leerlingen onder meer de beroepenbeurs, het beroepenhuis en enkele scholen in Gent. De school organiseert, in samenwerking met het CLB, een infoavond voor ouders en leerlingen. Aan de hand van een boekje legt ze de structuur van het secundair onderwijs uit. Spreekbeurten over wat leerlingen later willen worden, vormen de basis van verdiepende gesprekken over beroepen en relevante vooropleidingen. In haar recent vernieuwde zorgvisie vermeldt het zorgteam enkele algemene bijsturingen. Zo wil ze groepsbesprekingen in het begin van het schooljaar organiseren om de zorgkinderen beter in kaart te brengen en ondersteuning te kunnen bieden. Ze neemt zich voor om ouders vroeger te betrekken bij het zorgtraject van het kind om zware slechtnieuwsgesprekken op het einde van het schooljaar te vermijden. Verder wil ze de overdrachtsbesprekingen op het einde van het schooljaar enkel nog voeren met een beperkt aantal teamleden, gebaseerd op bredere evaluatiecriteria. Het intern schoolreglement zal hieromtrent nog aangepast worden. Kinderen die na veelvuldig zorgoverleg en na tussenkomst van het CLB in aanmerking komen voor doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs, kunnen rekenen op ondersteuning van de zorgcoördinator. Haar taak bestaat er onder meer in om ouders te begeleiden bij de zoektocht naar een school met beter aansluitend onderwijs. Onder leiding van de brugfiguur biedt de school ouders de mogelijkheid om in te stappen in een ‘Tutorenproject’ in samenwerking met een hogeschool. Studenten maatschappelijk werk begeleiden tweemaal per week gezinnen gedurende dertien weken. Naast huiswerkbegeleiding, helpen ze vaardigheden en competenties te ontwikkelen, laten ze de gezinsleden kennis maken met een speleotheek of bibliotheek en trachten ze ook een cultureel bezoek in te lassen. Op geregelde tijdstippen brengen ze verslag uit en communiceren ze hun bevindingen aan de betrokken leerkrachten. Verder kunnen leerlingen van het tweede tot en met het vijfde leerjaar om de twee weken deelnemen aan het project ‘Wiskundig knutselen’, in samenwerking met de laatstejaars van een secundaire school in Gent.
20 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
Doeltreffendheid De school geeft aan dat ze op dit moment nog geen zicht heeft op de doeltreffendheid van schoolinterne acties inzake loopbaanbegeleiding. Schoolexterne acties worden positief onthaald. Meerdere ouders en leerlingen zijn vragende partij om hieraan deel te nemen. Enquêtes bij de studenten die instaan voor de leerling- en gezinsbegeleiding vermelden een gunstig effect. Niet alle ouders volgen het oriënteringsadvies van de school op. Uit gesprekken blijkt dat het team dit wil verhelpen door ouders vroeger mee te nemen in het denkproces van de school. ‘Transparantie’ en ‘positieve boodschappen’ vormen daarbij kernwoorden. Ontwikkeling In de loop van dit schooljaar stuurde het kernteam het beleid rond zittenblijven bij. De eindresultaten zullen niet langer het hoofdcriterium vormen. Elk kind zal individueel bekeken worden en kinderen die alsnog in aanmerking komen als zittenblijver, wil het zorgteam in de toekomst veeleer een speciaal traject aanbieden. De school staat voor het proces van loopbaanbegeleiding aan het begin van een ontwikkelingstraject. De meeste initiatieven die hierboven worden beschreven werden vrij recentelijk geïntroduceerd. Naar verluidt staan steeds meer leerkrachten open voor vernieuwingen en bijsturingen die de loopbaan van leerlingen ten goede komen.
4.2
Rapporteringspraktijk Doelgerichtheid De school heeft in de loop van dit schooljaar in één van de vestigingsplaatsen een visietekst uitgewerkt rond evalueren. In de pijler ‘communicatie’ legt ze de link met rapporteren. Ze maakt daarbij een onderscheid tussen formele en informele communicatievormen met het kind, de ouders en het team. Een concrete toelichting over de verschillende evaluatiemiddelen die ze gebruikt en over haar wijze van rapportering ontbreekt vooralsnog. Vanuit de visie dat ze belang hecht aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van het kind, heeft ze ervoor gekozen om een nieuw rapport voor het eerste leerjaar te ontwerpen. In de plaats van puntenscores, stelt ze de ontwikkeling van het kind voor als een bloem die openbloeit. De meeste leergebieden komen aan bod, doch over sommige domeinen van muzische vorming en wereldoriëntatie, alsook over de verschillende leergebiedoverschrijdende eindtermen rapporteert ze niet. In de andere vestigingsplaats heeft de school nog geen expliciete visie uitgeschreven op haar evaluatie- en haar rapporteringspraktijk. Bij gebrek aan een degelijke doelgerichte evaluatie over de totale persoonlijkheid van het kind, rapporteren de teamleden van de lagere afdeling veeleer eenzijdig, met een overwicht aan cognitieve leerprestaties. De kleuterafdeling staat al een stap verder in haar ontwikkelingsproces om breder en doelgerichter te evalueren en te rapporteren. Ondersteuning De teamleden nemen verschillende drempelverlagende initiatieven om ouders te informeren over de werking van de school en de klas. Zo organiseert de school onder meer een infoavond bij de start van het schooljaar, open klasdagen, toonmomenten en praatsessies om ouders meer te betrekken bij het schoolleven van hun kinderen. De beide schoolwebsites, klasblogs, e-mails, informatieborden, ‘t Klaverblad, de Panda-nieuwsbrief, een leefboek … geven informatie over wat kinderen zoal beleven in de klas of tijdens extra-murosactiviteiten.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
21
Naast de vele informele gesprekken benutten de leerkrachten een tweetal formele oudercontacten om te rapporteren over het welbevinden, de inzet en de schoolse vorderingen van elk kind. De kleuteronderwijzers gebruiken hiervoor hun notities van de dagelijkse observaties en screeningslijsten of gegevens uit het kindvolgsysteem. In de lagere afdeling baseren de onderwijzers zich grotendeels op diverse toetsen om de zeven formatieve en drie summatieve rapporten invulling te geven. Het rapport vertoont punten voor Nederlands, wiskunde, wereldoriëntatie en Frans (in de derde graad), gekoppeld aan gemiddelden en procenten per leergebied. De onderwijzer bepaalt echter zelf waarover en hoeveel hij rapporteert. Het valt op dat vooral cognitieve aspecten daarbij aan bod komen. De meeste rapporten vertonen weinig toelichting bij de behaalde resultaten. De persoonlijke beoordeling op het einde van het rapport is meestal kort en beperkt zich tot een vage algemene boodschap of een opsomming van wat het kind niet kan. Over vaardigheden, het leergebied muzische vorming en de meeste leergebiedoverschrijdende eindtermen wordt doorgaans weinig gerapporteerd. Drie keer per jaar onderscheidt het ‘grote’ rapport zich van de andere door een meer gedetailleerde overzichtslijst van wat het kind goed, minder goed of niet goed kan. Ook hier ligt de nadruk bijna uitsluitend op de cognitieve ontwikkeling binnen de vier leergebieden. Daarnaast vult de onderwijzer een evaluatiedocument in. Op basis van een vijfpuntenschaal geeft hij een beoordeling over zowel sociale aspecten als over de werkhouding. Ook leerlingen vullen dit evaluatiedocument in. Naar verluidt wordt deze zelfevaluatie achteraf besproken met de leerling. Er is weinig gradatie over de leerjaren heen. Een bijkomende beoordeling van de afzonderlijke bijzondere leermeesters vervolledigt dit rapport. Informele gesprekken, zorgoverleg en overgangsgesprekken vormen het kanaal voor de interne rapportering. Het zorgteam is vaak betrokken partij. De kleuterafdeling krijgt pas sinds dit schooljaar een waardevolle plaats bij de groepsgesprekken met het zorgteam. In het leerlingvolgsysteem registreert het team hoofdzakelijk zorggesprekken, al dan niet met ouders en/of externe zorgverleners en enkele genormeerde testresultaten. Doeltreffendheid De meeste onderwijzers stellen hun rapporteringspraktijk nog onvoldoende in vraag. De visie op elk leergebied, die beschreven staat in de verschillende leerplannen, vertaalt zich niet in de evaluatie- en rapporteringspraktijk. Dit leidt ertoe dat heel wat onderwijzers een onvolledig beeld over het totale kind weergeven aan ouders. De rapporten zijn voor meerdere leergebieden informatie-arm. De meeste teamleden stellen zich nog niet de vraag of de inhoud bevattelijk is voor ouders die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. Teamleden kunnen het digitale leerlingvolgsysteem op elk moment raadplegen. Dit blijkt voor sommigen een meerwaarde te zijn bij de voorbereiding van gesprekken met interne en externe actoren. Toch geven leerkrachten aan dat de individuele leerlingdossiers slechts beperkte informatie bevatten. Ze zijn bovendien meestal gefocust op het deficit-denken – door vooral te rapporteren over wat er allemaal fout loopt – en minder op de kracht van elk kind. De handelingsplannen voorzien wel een rubriek ‘Wat kan de leerling al’. Het belang van deze praktijk is nog onvoldoende ingeburgerd. Ontwikkeling Niet alle teamleden stellen zich vragen bij hun huidige evaluatie- en rapporteringspraktijk. Sinds dit schooljaar is er al een aanzet tot visieontwikkeling in één van de vestigingsplaatsen. Vorming rond breed evalueren staat op de prioriteitenlijst van de school. 22 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op. Leiderschap De huidige directeur leidt sinds dit schooljaar deze school met twee vestigingsplaatsen. Hij kan zich beroepen op jarenlange onderwijservaring, waarvan meer dan tien jaar in dit ambt. Samen met de zorgcoördinator, de beleidsondersteuner, de brugfiguur en een leerkracht uit de lagere en uit de kleuterafdeling, vormt hij het kernteam van de school. Hij voert een open beleid, gebaseerd op een respectvolle overlegcultuur. Zijn democratische, gedreven en professionele houding tegenover het voltallige team en andere schoolbetrokkenen, zorgt voor een hoog welbevinden. Hij heeft zich in de eerste maanden vooral toegelegd op het beter leren kennen van zowel de teamleden als de cultuur binnen de twee vestigingsplaatsen. Dagelijkse doorloopbezoeken, waarbij hij informele gesprekjes voert en leerkrachten bevestigt in hun praktijk, vergroten zijn voeling met de klassen. Volgens eigen zeggen heeft hij tot nog toe geen tijd gehad om formele klasbezoeken, functionerings- of evaluatiegesprekken te organiseren. Dit staat echter wel op zijn prioriteitenlijst. Het vernieuwde zorgteam staat in voor de zorgwerking. Enkele werkgroepen, zoals onder meer sport, feesten, tuin, ICT en duurzame ontwikkeling, zetten zich in voor organisatorisch-praktische aspecten. Zo creëert de directeur een gedeeld leiderschap, waarbinnen iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij stimuleert in elke vestigingsplaats de samenwerking van zijn team en hecht veel belang aan het welzijn van de kinderen en de personeelsleden. Uit gesprekken blijkt dat er een grote wederzijdse waardering is voor elkaar. Het effect hiervan is dat er een transparant en positief leer-, leef- en werkklimaat heerst. Visieontwikkeling De school is volop bezig met het vernieuwen van haar pedagogisch project. Ze krijgt hierbij ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdienst van de stad. De belangrijkste bouwstenen werden reeds bepaald. De uitwerking ervan zit nog in een ontwikkelingsproces. Pedagogische studiedagen en teamvergaderingen staan dan ook in het teken van het pedagogisch project van de school. De zorgvisie werd recentelijk aangepast. Visies rond de evaluatiepraktijk en de loopbaanbegeleiding staan op een prioriteitenlijst. Besluitvorming Afhankelijk van de vestigingsplaats vergaderen de teamleden wekelijks of tweewekelijks. Naast organisatorische en administratieve aspecten, komen ook zorgitems en het pedagogisch project aan bod. De directeur communiceert de agendapunten vooraf. Elk teamlid kan desgewenst onderwerpen toevoegen. De vergaderingen verlopen democratisch. Om tot beleidsbeslissingen te komen, zoekt de directeur in de eerste plaats naar een consensus binnen het team. Hij doet dit vanuit een cyclisch proces waarbij de teamleden een aspect samen bekijken en/of bedenken, uitvoeren en ook evalueren. Uit gesprekken blijkt dat leerkrachten de vergaderingen als zinvol ervaren en tevreden zijn over de inspraak die ze daarbij krijgen. Doordat de directeur op dit moment prioritair de grote krijtlijnen wil uittekenen, vinden er nog geen niveauspecifieke vergaderingen met vooral pedagogisch-didactische onderwerpen plaats.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
23
Kwaliteitszorg Om een beter zicht te krijgen op de kwaliteiten van de school, hanteerde de directeur een bestaand zelfevaluatie-instrument om het beleidsvoerend vermogen in kaart te brengen. Samen met de teamleden werden de resultaten van de sterkte-zwakte-analyse bekeken en prioriteiten bepaald. Hierdoor kwam een veranderingscultuur op gang. Het kernteam werkt voorbereidende denkprocessen uit, waarna een terugkoppeling naar de groep volgt. De directeur ziet erop toe dat iedereen betrokken blijft bij de veranderingsprocessen van de school. Teamleden wijten hun verhoogde inzet en veranderingsbereidheid vooral aan zijn warme leiderschapsstijl. Tezelfdertijd geven ze signalen om de snelheid van de ‘TGV’ iets te minderen. De directeur is zich hiervan bewust. De school laat nog heel wat kansen liggen om haar onderwijskwaliteit te verhogen. Zo beschikt ze nog niet over brede evaluatiegegevens. Ze kan nog gerichter outputgegevens verzamelen (genormeerde tests, externe toetsen, het vervolgonderwijs) en deze systematisch analyseren. Ze stelt weinig expliciete verwachtingen inzake professionalisering en voert nog geen behoefteanalyse uit. Teamleden stellen hun onderwijspraktijk nog te weinig in vraag om adequaat te kunnen inspelen op opgelopen leerachterstand of individuele noden van kinderen. Een concreet actieplan om te borgen wat goed loopt en te verbeteren wat minder goed loopt, ontbreekt. Gezien de grote verschillen in cultuur en instroomkenmerken tussen beide vestigingsplaatsen, opteert de directeur ervoor om de overlegmomenten gescheiden te houden. Daardoor ontwikkelt de school zich op twee sporen en in twee snelheden. GOK- en zorgbeleid Het schoolteam baseert zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid op de analyse van data die de meest relevante noden van leerlingen in kaart brengt. De school heeft zicht op het aantal leerlingen dat vanuit het eerste leerjaar doorstroomt tot het zesde leerjaar zonder leerachterstand op te lopen. Ze zet acties op om de doorstroom te bevorderen. Het schoolteam heeft recentelijk een visie over de wijze waarop het zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid vorm wil geven. Het team organiseert de acties vanuit operationele doelen die aansluiten bij de noden van de leerlingen. De schoolorganisatie zorgt er in toenemende mate voor dat het team de vooropgestelde doelen binnen het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid bereikt. Dit doet ze onder meer door klassen te ontdubbelen. De acties op leerling-, leerkracht- en schoolniveau die het schoolteam uitwerkt, sluiten grotendeels aan op de vooropgestelde doelen. De school onderneemt heel wat initiatieven inzake kleuterparticipatie. Het zorgteam evalueert de effecten van de acties binnen het zorg- en gelijkekansenonderwijsbeleid. Het communiceert dit geregeld met de betrokken teamleden via groepsgesprekken en individuele zorgleerlingen. Het schoolteam heeft in zijn professionaliseringsbeleid aandacht voor de deskundigheidsbevordering van een beperkt aantal teamleden (hoofdzakelijk beperkt tot de zorgcoördinator en leden van het zorgteam) met het oog op het schooleigen zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid.
24 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De kleuteronderwijzers organiseren gevarieerde en doelgerichte activiteiten voor wiskundige initiatie en muzische vorming. Kleuters krijgen kansen om het thematisch onderwijsaanbod inhoudelijk mee vorm te geven. De onderwijzers zorgen voor een evenwichtig gradueel wiskundig onderwijsaanbod, ondersteund met concreet materiaal. De lagere afdeling benut foutenregistraties om leerlingen bijkomende ondersteuning te bieden. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De teamleden organiseren diverse activiteiten die de integratie van leerlingen faciliteren. De school betrekt leerlingen en ouders bij de begeleiding van de schoolloopbaan. Wat betreft het algemeen beleid De directeur hanteert een open democratische leiderschapsstijl en een participatieve besluitvorming. De teamleden tonen een grote inzet en een gezamenlijke betrokkenheid om een eigen schoolvisie te realiseren en de schoolwerking, samen met het kernteam, verder uit te bouwen. De school onderhoudt goede samenwerkingsverbanden met externe partners. De school doet een beroep op de pedagogische begeleidingsdienst bij vernieuwingstrajecten.
6.2
Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De kleuteronderwijzers kunnen de speelleerhoeken nog meer verrijken vanuit wiskundig oogpunt. Bij de oudste kleutergroepen kunnen de vele werkblaadjes sterk beperkt worden ten gunste van concrete ervaringen en exploratie. De kleuterafdeling kan de onderwijstijd nog functioneler benutten en sommige lokalen minder overdadig inrichten. De lagere afdeling kan afspraken maken om de visualisatie van leerstrategieën, rekentaal en referentiematen over alle klassen heen gradueel op te bouwen. Sommige teamleden kunnen de creativiteit bij hun kinderen nog meer stimuleren. De teamleden kunnen een efficiëntere planningswijze hanteren door beperkte focusdoelen te selecteren om expliciet na te streven en te evalueren. De school kan de handelingsplannen van individuele zorgleerlingen nog concreter uitwerken en daardoor haar handelingsgerichte aanpak efficiënter aanwenden. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De lagere afdeling kan haar rapporteringspraktijk doelgericht, evenwichtig en communicatief bijsturen, afgestemd op de visie van de leerplannen inzake evalueren en rapporteren. Wat betreft het algemeen beleid Het schoolteam kan haar kwaliteitszorg optimaliseren door haar outputbeleid functioneler uit te werken. Het beleid kan de expertise van teamleden nog meer inzetten.
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
25
6.3
Wat moet de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De lagere afdeling moet een volledig, evenwichtig en gradueel onderwijsaanbod voor muzische vorming realiseren en de nodige tijdsinvestering voorzien. De lagere afdeling moet de onderwijs- en evaluatiepraktijk voor muzische vorming op de leerplanvisie afstemmen. Wat betreft de regelgeving De school moet alle verplichte bepalingen correct opnemen in het schoolreglement (Decreet Basisonderwijs, artikel 37) . De school moet de procedure voor het afleveren van een getuigschrift basisonderwijs nauwgezet volgen en de notulen van de beraadslaging over de leerlingen die geen getuigschrift maar een attest ontvangen, eenduidig motiveren (Decreet Basisonderwijs, artikels 53-57 en Besluit van de Vlaamse Regering van 24-11-1998).
26 21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies: BEPERKT GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het lager onderwijs omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor muzische
vorming. Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 05-02-2018 opnieuw een controle uit. GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs. voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. voor de overige erkenningsvoorwaarden.
8
OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG
Het inspectieteam stelde volgende inbreuk(en) vast: De school moet alle verplichte bepalingen correct opnemen in het schoolreglement. De school moet de procedure voor het afleveren van een getuigschrift basisonderwijs nauwgezet volgen en de notulen van de beraadslaging over de leerlingen die geen getuigschrift maar een attest ontvangen, eenduidig motiveren. Om deze inbreuk(en) op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 05-02-2018 opnieuw een controle uit.
Namens het inspectieteam
Voor kennisname namens het bestuur
Myriam VANDE MOORTELE de inspecteur-verslaggever
Sven ONGHENAE de directeur
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school
21337 – bao – Stedelijke Basisschool - De Panda te GENT (Schooljaar 2014-2015)
27