Verslag OR – CvB-‐vergadering Dinsdag 3 maart 2015, 16-‐18 uur Vergaderruimte 2e verdieping
1
Aanwezig Theo den Blanken Jan Brinkman (secretaris) Martijn Groep Jan de Haas Aruna Hoofs (voorzitter) Dennis Jansen Bauke Schoppen Jan Sikking (voorzitter) Jelle Sjollema Simon van Rees Max Sannes Sander Vermeulen
OR OP (aantredend) OR OP CvB CvB OR OP OR OBP (aftredend) OR OP OR OP (aftredend) OR OP Hoofd Communicatie en Bestuursondersteuning OR OBP (aantredend) OR OP (aantredend)
Afwezig Fred Voss
OR OP (aftredend)
Verslag Gerard van der Kroon 1.
Opening, notulen afgelopen overleg en mededelingen De aftredend voorzitter opent de vergadering om 16.00 uur en heet alle aanwezigen welkom in het bijzonder Martijn Groep en de drie nieuw aantredende OR-leden. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Notulen voorgaande vergadering Na het doorvoeren van de wijzigingen door de secretaris, zullen de nu voorliggende notulen worden vastgesteld in de volgende vergadering. Actielijst Punt 51 – is gebeurd. Punt kan worden afgevoerd Punt 53 – Jelle heeft ruggenspraak gehouden met de bonden over de seniorenregeling en men was het ermee eens. Dus het formulier Seniorenregeling wordt in orde bevonden door de OR (besluit). Het actiepunt wordt afgevoerd. Punt 59 – is gebeurd. Punt kan worden afgevoerd Punt 60 – Wet Werk en zekerheid. Op voorstel van Jan de Haas wordt dit punt van de actielijst gehaald, want op het moment dat er wat is, wordt dat in de cao vertaald. Men komt er vanzelf op terug als het relevant wordt. Punt 61 – Het CvB zal nog bij Han Smits checken of dat gesprek met Piet Pranger inderdaad heeft plaatsgevonden. Punt 62 – Kan worden afgevoerd, want staat nu geagendeerd. Mededelingen • Jan de Haas meldt dat Han Smits zijn taak voor dit overleg heeft overgedragen aan Martijn Groep. Ook hijzelf zal op termijn terugtreden. Martijn zal verder het aanspreekpunt zijn voor OR-zaken. • Jan de Haas wijst erop dat er binnenkort weer een ‘Staat van de Instelling’ zal zijn: bezoek van de inspectie in april. De belangrijkste voorbereiding daartoe is een proefaudit, uitgevoerd door een onafhankelijk, extern bureau. Over de desbetreffende rapportage is het CvB niet ontevreden. Daarom wordt er met vertrouwen uitgekeken naar het bezoek en de bevindingen van de inspectie. De rapportage zal zo spoedig mogelijk aan de OR ter beschikking worden gesteld. 2
•
•
• 2.
Actie CvB Martijn Groep ziet uit naar een mooie samenwerking met de OR in de komende jaren. Hij meldt allereerst dat er een brandoefening gedaan is. De brandweer heeft een concept-bevindingenlijst gepresenteerd. De opmerkingen van de brandweer waren niet negatief, maar bevatten enige aanbevelingen, die zullen worden opgepakt. Hij is van mening dat de ontruiming goed is verlopen. Een en ander zal terugkomen in het komende veiligheidsplan. Verder meldt Martijn dat er een werknemerstevredenheidsonderzoek is uitgevoerd. Er is een concept-rapportage ontvangen. Zijn indruk is dat Ma een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De rapportage zal komende week nog toegelicht worden. Zodra de rapportage definitief is, zal deze worden toegestuurd aan de OR. Actie CvB. Aruna Hoofs meldt dat de OR een evaluatie van Tredin heeft ontvangen. Hierop wordt teruggekomen. Actie OR
Vaststelling OR-reglement (besluit) De voorzitter zet uiteen dat het OR-reglement getekend is door de ‘oude‘ OR. Het reglement is voorgelegd aan het CvB en hij hoort graag de reactie. Jan de Haas verklaart dat het CvB akkoord is met het reglement. Besluit Theo den Blanken wijst erop dat een terugtredend OR-lid zich nog één keer kandidaat kan stellen voor een tweede periode, maar daarna niet meer. Hij vindt dat merkwaardig. De voorzitter wijst erop dat amendementen op het OR-reglement kunnen worden aangedragen, zodra de nieuwe OR functioneert.
3.
Aanstelling nieuwe OR, decharge oude OR (besluit) De voorzitter legt uit dat verkiezingen niet nodig bleken, omdat er niet meer kandidaten waren dan vacante OR-functies. Hij vraagt de nieuwe OR bekend te maken wie de functies van secretaris, vicevoorzitter en voorzitter gaan overnemen. Aldus wordt besloten: Aruna Hoofs - voorzitter OR Bauke Schoppen - vicevoorzitter Jan Brinkman blijft secretaris. Vervolgens vraagt Jan Sikking de nieuwe OR de vertrekkende OR-leden, zijnde Jan Sikking, Dennis Jansen en Fred Voss, decharge te verlenen. De vertrekkende OR-leden worden bij monde van Bauke Schoppen bedankt voor hun inzet en hen wordt decharge verleend door de nieuw aantredende OR. Hij nodigt de vertrekkende OR-leden uit voor een etentje om dit heuglijke feit te vieren. Ook Jan de Haas dankt de vertrekkende leden namens het CvB voor de intensieve samenwerking in de afgelopen vier jaar. Hij kijkt terug op een periode waarin met een open vizier en met vertrouwen veel dingen bereikt zijn, die ten goede zijn gekomen voor de school. Hij hoopt dat de samenwerking op die manier zal worden voortgezet. Vanaf dit moment neemt Aruna Hoofs het OR-voorzitterschap op zich.
4.
Werkwijze overleg OR-CvB Met name met betrekking tot de nieuwe OR-leden zet Jan de Haas uiteen hoe het CvB aankijkt tegen de OR. Hij herhaalt dat er de afgelopen vier jaar heel plezierig is samengewerkt. Hij hoopt dat dat de komende jaren zich voortzet. Hij benadrukt nogmaals het belang van een open mind, vertrouwen en wederzijds respect. In wezen is er niets geheim, zij het dat het soms om private dingen gaat, waarbij enige terughoudendheid gewenst is of waaraan een aparte bespreking gewijd wordt. 3
De OR en het CvB werken met een rolagenda, die tegen de zomervakantie weer zal worden samengesteld. Naast zijn recht op informatie en het advies- en instemmingsrecht, kan de OR ook het initiatief nemen om bepaalde onderwerpen op de (rol-)agenda te zetten. De OR heeft ook een eigen begroting (op basis van de cao is dat 0,35%). Verder is er een vooroverleg met de voorzitter en de secretaris ter voorbereiding van het OR/CvB-overleg (doorgaans twee weken voorafgaand aan deze vergadering). Martijn Groep gaat dit proces van de zijde van het CvB langzamerhand overnemen. Desgevraagd geeft Martijn aan veel ervaring te hebben in een OR. Hij is zelf elders ooit vijf jaar lang OR-lid geweest. Hij denkt dat de OR een belangrijk orgaan is, dat meedenkt over het beleid. Het kan daarbij lastig zijn onderscheid te maken tussen algemeen beleid en zaken die direct de eigen werkkring aangaan. OR-leden dienen die band met de eigen werkkring wat los te laten om de organisatie in den brede te kunnen beoordelen, omdat de OR de gehele organisatie vertegenwoordigt. Hij hoopt dat er op die manier met elkaar samengewerkt kan gaan worden om zo de organisatie verder te brengen. Theo den Blanken informeert of de uren voor de OR binnen de onderwijsdienst in het teampakket zitten of dat die uren het teampakket overstijgen. Martijn antwoordt dat de uren voor de OR ondernemingsbreed gedragen worden. Het zijn instellingstaken. De voorzitter wijst vervolgens op de gemaakte afspraken over de zittingstermijn. Nu is bepaald dat over twee jaar de langst zittende leden aftreden, maar zich weer herkiesbaar kunnen stellen. Hoe een en ander precies zal verlopen, wordt tegen die tijd bepaald. Martijn benadrukt nog dat formeel gezien het niet de persoon is, die een twee- of vierjarige termijn heeft, maar diens zetel. Het gaat om vijf onderwijsposities en twee stafposities, waarbij het gaat om de zittingsperiode van die zetels en niet om de zittingsperiode van degenen die die zetels vervulden. Hij vraagt de OR een overzichtje te maken van die zetels, door die zetels een nummer te geven en daarbij aan te geven hoe lang de zittingstermijn van die zetel is. Actie OR. Hij pleit er voorts voor de opvolging zo te regelen dat bij aftreden niet in één keer alle OR-leden vervangen worden, want dan gaat plotseling alle ervaring verloren. Bauke Schoppen suggereert om in dat staatje dan ook terug te komen op de opmerking van Theo den Blanken en aan te geven dat een aftredend OR-lid na een tweede zittingsperiode pas met een onderbreking van een jaar kan terugkeren in de OR. 5.
Vakantie- en verlofrooster 2015-2016 Het vakantie- en verlofrooster 2015-2016 wordt nu uitgedeeld. De OR heeft maximaal zes weken te tijd hierop te reageren. Het is geen onderwerp voor instemming of advies, want het is een rooster. Er is al instemming gegeven met betrekking tot de regeling waar dit rooster op gebaseerd is. Het CvB wil over zes weken graag horen wat de OR van het rooster vindt. Jan de Haas wijst op de opmerking in het rood over de uitruil van Goede Vrijdag (onderaan het stuk) en legt uit dat er daardoor twee aansluitend vrije dagen gecreëerd worden in de meivakantie. Daardoor is er van 59 naar 60 dagen gegaan. Verder is de systematiek bekend. De voorzitter vraagt of dit ook met het team besproken mag worden. Dat is akkoord, aldus het CvB. Martijn Groep benadrukt voor de duidelijkheid dat dit stuk ter kennisname is, maar als de OR zwaarwegende opmerkingen heeft, dan hoort het CvB dat graag.
4
6.
Voortgang Ma-programma Kwaliteitsverbetering MBO Martijn Groep begint met een uitleg van dit programma en de context ervan. Tot voor kort verstrekte het ministerie aan de instelling de zogenaamde doelsubsidies. Dat betrof steeds geoormerkt geld. De accountant controleerde vervolgens of de middelen voor de beoogde doelen waren ingezet. Dus de middelen mochten alleen uitgegeven worden aan de het doel dat daarbij vermeld was. Als er echter veel van dat soort subsidies worden verstrekt, dan wordt het een wirwar van allerlei geldstromen, hetgeen niet efficiënt is. Daarbij wilde het ministerie dat een organisatie de ruimte heeft om daar waar nodig extra te investeren, maar daar waar het niet nodig is minder middelen in te zetten. Uit dat denken is de kwaliteitsregeling voortgekomen. Die regeling is eind vorig jaar tot stand gekomen en ziet erop toe dat de bestaande potjes van doelsubsidies worden afgebouwd en omgezet worden in de nieuwe regeling ‘Kwaliteitsverbetering’. Hoewel het daarbij voor Ma om veel geld gaat, betekent het niet dat de school meer geld heeft gekregen. De investeringsmiddelen zijn dus de middelen van de voormalige doelsubsidies. Vervolgens heeft het CvB gesproken met de MBO-raad en met OCW. Die instanties geven aan dat zij van het kwaliteitsplan verwachten dat de plannen die fragmentarisch zijn opgezet, samengevoegd worden en in samenhang worden bekeken. Die wijze van beschouwen kan leiden tot het inzicht waar meer en waar minder middelen ingezet zouden kunnen worden. Aan dat inzicht wordt op dit moment gewerkt door het CvB. Onderwerpen daarin zijn rendement, passend onderwijs, professionalisering, branche gerichtheid (macro doelmatigheid) en een aantal onderwijsthema’s, zoals visie op onderwijs, taal en rekenen en maatwerk. Daaraan wordt dus nu gewerkt en vervolgens wordt er via de lijn door alle betrokken lagen binnen de organisatie gekeken of er plannen moeten worden bijgesteld of dat de bestaande plannen voldoende zijn om meegenomen te worden in het integrale kwaliteitsplan. Over een maand moet er al een conceptplan klaar zijn. Er wordt niet verwacht dat Ma op alle thema’s een geheel nieuw kwaliteitsplan presenteert. Het gaat veeleer om een bundeling. De teams hebben, aldus Martijn Groep, de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de samenstelling van dat plan, zij het dat dat, gezien de tijdsdruk, pas kan nadat het conceptplan is ingediend bij het ministerie en vóórdat het plan definitief wordt vastgesteld. Wijzend op de brief licht Martijn toe vanuit welke context die brief vanuit het ministerie aan de OR is geschreven. De doelsubsidies werden verplicht geaudit door een externe accountant. Het kwaliteitsplan valt natuurlijk heel slecht te auditen, omdat allerlei verschillende doelen aan één potje hangen. Om dat probleem op te lossen wil de minister graag dat (de uitvoering van) het plan besproken wordt met de OR, die onderdeel is van de organisatie, zodat daarmee een zekere mate van zekerheid bestaat dat de middelen goed besteed worden en dat bijvoorbeeld niet alleen maar extra fte’s worden ingezet of dure panden worden gefinancierd. De accountant behoudt een marginale toets. Jan de Haas legt naar aanleiding van de discussie nog uit dat de school beoordeeld blijft worden op VSV, Studiesucces en BPV. Als op die doelen onvoldoende wordt gescoord, wordt de school gekort of krijgt men zelfs de middelen niet. De resultaten op deze drie deelgebieden zijn goed meetbaar. Hoe de middelen in dat kader verdeeld worden binnen Ma, hangt af van hun importantie. Desgevraagd legt het CvB uit dat er meegedaan gaat worden aan de excellentieprogramma’s. Dat is, aldus Jan de Haas, een stokpaardje van de minister. Ma is nu een van de 4 à 5 vakscholen, die rechtstreeks onder leiding van het ministerie (Hans van Nieuwkerk) daaraan meedoen. Desgevraagd legt Jan de Haas uit hoe de OR iets te zeggen heeft over de aanpak van 5
de excellentieprogramma’s. Er wordt in gezamenlijkheid bekeken of de programma’s ook daadwerkelijk uitwerken overeenkomstig de oorspronkelijke bedoelingen. Zodra de eerste concepten van het programma Kwaliteitsverbetering MBO er zijn, zal de CvB de OR hierin verder betrekken. De OR zal ook geïnformeerd worden over het verloop van het proces. De OR moet niet zo zeer kijken naar de inhoud, maar beoordelen of via het proces de inhoud goed wordt vormgegeven door afdelingen, mensen. Naar aanleiding van een vraag van Theo den Blanken over de brief van het ministerie, legt Martijn uit dat er voor kwaliteitsmiddelen een macrobudget gesteld is binnen OCW. Dat budget is bedoeld voor het hele MBO. Omdat Entree (= vh MBO-1) en MBO-2 relatief meer aandacht behoeven dan niveau 3 en 4, volgens OCW, is een splitsing aangebracht tussen Entree en MBO-2 enerzijds en niveau 3 en 4 anderzijds. Voor Ma is in feite alleen niveau 3 en 4 relevant. Vervolgens zijn er instellingen die zowel een Entree en MBO-2 hebben als een niveau 3 en 4. Het gevaar hiervan (vooral voor ROC’s) is, aangezien die middelen in één pot komen, dat het ministerie vervolgens al die middelen gaat inzetten op één doel, bijvoorbeeld excellentieprogramma’s, terwijl de problemen bijvoorbeeld in MBO-2 zitten. Daarom wordt gezegd te proberen die middelen daar te besteden waar de pijn zit. Dat wordt ook getoetst. Dat wordt bedoeld met die brief. 7.
Benchmarks en financiële positie Ma (toelichting Jan de Haas en Martijn Groep) Jan de Haas komt terug op de afspraak aan het eind van de vorige vergadering toen sprake was van de benchmark, de reserve van het Media college en de vraag of die reserve bijvoorbeeld niet kon worden aangewend voor het verlagen van de werkdruk. Toen werd afgesproken dat er nu expliciet zou worden stilgestaan bij dit onderwerp. Hij geeft vervolgens grofweg de financiële positie aan, daarna zal Martijn Groep ingaan op de benchmark en aangeven hoe Ma daarin staat. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een uitleg vanaf de flapover. De uitleg wordt hieronder in grove lijnen samengevat. De liquide middelen bedragen zo’n 6 miljoen euro. Die middelen kunnen niet zo maar aan ‘leuke dingen’ besteed worden, maar zijn hard nodig voor een aantal zaken zoals werkkapitaal, maar ook voor de voorfinanciering die nodig is, gezien de gewenste groei in het aantal leerlingen (als Ma namelijk niet groeit, neemt de concurrentie wel de gelegenheid te baat om dat te doen). Met dat werkkapitaal en die voorfinanciering is die 6 miljoen al besteed. Echter, daarnaast is er ook huisvesting nodig wegens die groei (in 4 à 5 jaar). Dat betekent dat er waarschijnlijk een hypotheek genomen moet worden. Dan gelden er nog een aantal risico’s. Als leerlingen namelijk één jaar op een andere MBO hebben gezeten, dan is er één jaar bekostiging weg en moet Ma één jaar van die vierjarige opleiding zelf betalen. Er komen steeds meer leerlingen die eerst op een andere MBO hebben gezeten! Verder is het de vraag of de vierjarige opleiding vierjarig blijft en niet wordt gereduceerd tot drie jaar. In dat laatste geval zal Ma minder studenten krijgen en dus ook minder inkomsten. Later in de discussie zegt Jan de Haas toe de OR de resultaten van het marktonderzoek te zullen verstrekken. Actie CvB Martijn legt uit dat zowel groei als krimp de school geld kost. Hij komt daar nog op terug. Ma wil wel groeien, omdat anders de concurrentie dat doet. Verder behoort het tot de missie van de school dat die er is voor de markt. Ma wil die vakmarkt bedienen, want dat is de reden waarom Ma bestaat (missie). Om het niveau van de school, waardoor Ma veel leerlingen aantrekt, te handhaven is er geld nodig. 6
Dus de financiële doelstellingen zijn: werkkapitaal – 4 miljoen euro; solvabiliteit rond de 40%; liquiditeitsminimum (weerstandsvermogen) van 1,1 miljoen euro en een resultaatadvies van de overheid, 3% van de omzet moet het jaarlijkse resultaat zijn = 6 ton. Dus het eigen vermogen moet niet ‘opgegeten’ worden door een verkeerd beleid. Wat de werkdruk en inzet van personeel betreft, hanteert het CvB de cao-regels (taakbelastingssysteem). De middelen die verkregen werden door de verkoop van het pand aan de Dintelstraat, zijn geen vrije middelen, want er is sprake van een beklemmende hypotheek, hetgeen inhoudt dat de vrijkomende middelen alleen besteed mogen worden aan bijvoorbeeld nieuwbouw en niet aan de exploitatie (eis van de hypotheekverstrekker). Dat betekent al met al dat Ma krap in de middelen zit, ondanks dat het allemaal heel veel geld lijkt. De bank (in feite het Waarborgfonds) verhindert het vrij besteden van de middelen die gekomen zijn uit de verkoop van Dintelstraat 60. Vervolgens geeft Martijn een uiteenzetting over de benchmark. In de benchmark komen de gegevens samen van alle MBO-instellingen in den lande die meedoen (±90% doet mee). Iedere instelling is naar eigen inzicht ingericht, daardoor zijn cijfers soms onderling moeilijk vergelijkbaar. Martijn licht die verschillen uitgebreid toe. Wegens die verschillen in de opbouw van de cijfers, komen de MBO-instellingen jaarlijks bij elkaar om daarover informatie uit te wisselen. De OR had de volgende vragen over de benchmarkcijfers: - het salaris lijkt erg hoog - de fte’s onderwijs lijken laag - de gewogen deelnemers per fte Het klopt dat het salaris hoogt ligt. Ma heeft enerzijds een relatief oud personeelsbestand, anderzijds wordt er veel in het personeel geïnvesteerd. Daardoor is, gemiddeld gezien, het salaris hoger dan bij de collega-instellingen. Wat de fte’s van het onderwijs betreft, wijst Martijn erop dat er gekeken moet worden naar de samenvoeging van de fte’s OP en OSB. Uit die vergelijking blijkt dat Ma ongeveer gelijk zit met het land. De gewogen deelnemers lijken relatief laag te zijn, maar kijkt men naar het OB- en OSB-personeel, dan zit Ma ook weer op de middellijn. De CvB zegt de OR relevant materiaal toe dat aan de orde gesteld werd en waarover de OR nog niet beschikt. Actie CvB Jan de Haas wijst ook nog op het belang cijfers in hun context te bekijken. In dat kader wijst hij er op dat Rotterdam over een enorme solvabiliteit en liquiditeit beschikt, maar toch is men daar niet rijk, omdat ze voor 35 tot 40 miljoen euro moeten verbouwen, omdat ze nu in een heel oud gebouw zitten. Ma heeft redelijk nieuwe gebouwen. Dus in die samenhang moeten de cijfers ook bezien worden. 8.
Implementatie cao Martijn Groep doet het woord en wijst erop dat de cao iets zegt over de wijze waarop het onderwijs wordt georganiseerd. Om het gevoel van werkdruk te verminderen wordt in de teams zelf de beschikkingsbevoegdheid gelegd om het werk te organiseren. Pas als een team lijkt er niet uit te kunnen komen, dan is er een terugvaloptie. Als van die optie gebruik gemaakt wordt, dan is het team niet meer aan zet en wordt de opdracht teruggegeven aan bijvoorbeeld de AD. Het CvB volgt de cao. Komt het team er vervolgens niet uit, dan wordt de opdracht teruggelegd bij de AD, die vervolgens op basis van de cao taken gaat toewijzen. Dat vermindert de bevoegdheid van het team. Martijn acht het onverstandig om het daarop aan te laten komen. Daarom is het volgens hem van groot belang om er voor te zorgen 7
dat de teams er altijd zelf uit kunnen komen. Hierop wordt de volgende keer teruggekomen. 9.
Meerjaren Formatie Raming & FMJR Dit onderwerp is doorgeschoven naar de volgende vergadering. Het OTM staat hier los van. Jan de Haas ziet daarom niet in dat er daarom niet zou kunnen worden ingestemd of geadviseerd op deze documenten.
10. W.v.t.t.k. en sluiting Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. De vergadering wordt even voor 6 uur beëindigd.
Besluitenlijst Nr.
Verg. datum
Omschrijving
1
6-11-2012
2 3
6-11-2012 6-11-2012
4
4-12-2012
5
4-12-2012
6
12-3-2013
7
12-3-2013
8
18-6-2013
9
18-06-2013
10
1-10-2013
11
1-10-2013
12
1-10-2013
13
1-10-2013
14
14-01-2014
Tekstuele wijzigingen van de notulen worden door de OR-secretaris direct in het verslag van de vorige vergadering verwerkt. Er zal voortaan een besluitenlijst en actielijst worden bijgehouden Het in deze vergadering gepresenteerde voorstel voor de OR-begroting wordt geaccepteerd. Vakantierooster 2013-2014: besloten wordt dat Goede Vrijdag (i.p.v. 5 mei) een vrije dag zal zijn voor studenten en docenten. Er zal in de volgende jaarrekening onderscheid gemaakt worden in uitzendkrachten OP en OBP. Voor de duidelijkheid wordt een geactualiseerd overzicht van in het verleden genomen besluiten of gegeven adviezen aan het verslag van deze vergadering (12 maart 2013) gevoegd. De OR stemt in met het demotiebeleid, indien geïntegreerd in een integraal personeelsbeleid. Er zal een enquête georganiseerd worden over de 12 punten met betrekking tot zeggenschap binnen het onderwijs. OR en CvB zullen dit gezamenlijk opzetten. De projectcoördinator Professionalisering krijgt een standplaats binnen Ma voor twee dagen in de week. Per 1 september 2014 zal gestart worden met de nieuwe opleiding Redactioneel medewerker. Zodra het onderzoek (naar aanleiding van de verhuizingen) is afgerond, krijgt de OR inzicht in de resultaten van de CO2-metingen. De OR verklaart zich akkoord met het stopzetten van de opleiding Printmedia. De OR adviseert positief ten aanzien van de start van de opleiding Redactioneel medewerker, mits de desbetreffende stukken er zijn conform de ministeriele richtlijnen. Het CvB (Han) zal iedere 14 dagen zorgen voor een lijstje t.b.v. de OR van te bespreken onderwerpen in het MT-overleg. (zie ook actie 25 van 1-10-2013).
8
15
14-01-2014
16
11-03-2014
17
15-04-2014
18
15-04-2014
19
15-04-2014
20
24-06-2014
21 22
24-06-2014 24-06-2014
23
18-11-2014
24 25 26
18-11-2014 03-03-2015 03-03-2015
De OR/CvB-vergadering van 4 maart 2014 wordt verschoven naar 11 maart 2014. De OR is akkoord met de meerjarenformatieraming (mits het OTMverhaal bij nadere bestudering geen problemen oplevert). De OR is akkoord met de brief bestuurlijke en organisatorische ontwikkeling vanaf 2014. De profielen van de leden van de raad van toezicht zijn positief geadviseerd door de OR. Hetzelfde geldt voor het profiel van het CvB-lid. Verder heeft de OR ingestemd met de wervings- en selectieprocedure inclusief de rol van de OR daarin. De vakantieregelingen van ‘Onderwijs’ en ‘OBP’ worden voortaan naast elkaar besproken om te voorkomen dat ‘Onderwijs’ werkt op dagen dat ‘OBP’ vrij heeft. De OR is akkoord met het Basis vakantie- en verlofrooster schooljaar 2014 / 2015 onderwijsgevenden. Het CvB is akkoord met de OR-begroting 2014-2015. De OR adviseert positief ten aanzien van de stroomlijning van de financiële en salarisadministratie en de personele verschuiving p/o naar Financiën. Er wordt een voorbereidingscommissie benoemd ten behoeve van de komende OR-verkiezingen. Daarin zullen deelnemen Jan Brinkman en Aruna Hoofs. Er zullen nog twee andere leden aangezocht worden. De actiepunten 10 en 46 worden van de actielijst afgevoerd. Het formulier seniorenregeling wordt in orde bevonden door de OR. Het OR-reglement treedt in werking nu het CvB zich akkoord verklaard heeft.
Actielijst Nr.
Verg. datum
Omschrijving
Actie door
26
1-10-2013
CvB
61
27-01-2015
63
03-03-2015
64
03-03-2015
65 66
03-03-2015 03-03-2015
67
03-03-2015
Zodra het geactualiseerde veiligheidsplan in het CvB besproken is, zal het richting de OR worden doorgestuurd. Overleg met Piet Pranger met betrekking tot ziekteverzuim naar aanleiding van vraag van Aruna Hoofs. De rapportage van de audit ter voorbereiding van het inspectiebezoek zal aan de OR ter beschikking worden gesteld. Zodra de rapportage naar aanleiding van het werknemerstevredenheidsonderzoek definitief is, zal het aan de OR worden toegezonden. Terugkomen op de evaluatie door Tredin Overzichtje maken van OR-zetels en hun zittingstermijn. Resultaten van het marktonderzoek aan de OR doen toekomen.
68
03-03-2015
De OR voorzien van extra informatiemateriaal betreffende de benchmark (zie agendapunt 7)
CvB
69
9
Deadline
CvB (Jan/Martijn) CvB
Opgestuurd (Simon)
CvB
Opgestuurd (Simon)
OR OR
weg Gemaakt en voorgelged Voorgelegd aan OR 1404-15 Uitgereikt 14-04-15
CvB