Verslag Informatiebijeenkomst Stichting Herstructurering Windenergie Flevoland Datum: 9, 11 & 15 oktober 2012, 20.00 uur Locatie: Meeuwenweg 29, Lelystad Sprekers: Jelle de Gruyter (Grafisch Atelier Wageningen, avondvoorzitter), Mark Geling (Voorzitter interim bestuur Stichting Herstructurering Windernergie Flevoland), Edzard van de Water (Provincie Flevoland), Douwe Monsma (Centrum Wind, pilot project Zuidlob) Interim Bestuur Stichting HWF: Kees van Woerden (Dronten, geen molen), Jasper van der Horst (LTO), Johan Bierma (Zeewolde, geen molen), Hans Geluk (Nagele, moleneigenaar), Mark Geling (Zeewolde, moleneigenaar) Centrum Wind: Douwe Monsma, Herman Fleer, Saskia Veldman, Annemarie Strik, Ellen Geelhoed, Harrie Swarte, Jocelyn Zondag, Alfred Hamstra Meer informatie: www.centrumwind.nl
1. Opening Welkom dames en heren namens de HWF en Centrum Wind. Mijn naam is Jelle de Gruyter en ben de voorzitter van vanavond. Als buitenstaander mag ik hier de avond aan elkaar praten. Ik kom uit Wageningen en ben al jaren betrokken bij activiteiten in de polder. Flevoland wil dat de bestaande windmolens in oostelijk en zuidelijk vervangen worden door nieuwe. Helft minder, dubbel zo veel energie opwekken, beter landschappelijk neergezet en alle bewoners moeten mee kunnen doen. Daarvoor heeft de provincie Stichting HWF ingeschakeld. Vanavond zijn er presentaties van zowel de provincie als de HWF, om u te informeren en enthousiast te maken om te participeren in dit project. U kunt op drie manieren mee doen met het proces: Heel actief in een werkgroep, actief in de klankbordgroep, passief door u enkel te laten informeren. Het programma is als volgt: Introductie bijeenkomst, programma: -
Provincieaal beleid (Edzard van de Water, provincie Flevoland) Kansen voor windontwikkeling Flevoland ( Mark Geling, Stichting HWF) What is in it for us? (Douwe Monsma, Centrum Wind) Pauze Vragen en discussie
1
2. Provinciaal Beleid Goedenavond, mijn naam is Edzard van der Water, beleidsmedewerker van de provincie Flevoland. Ik spreek namens de provincie en vertel over het beleid dat er is en dat er gaat komen en dat het aan de Stichting HWF de kans is daarbij de handschoen op te pakken. Er staan veel windmolens in de polder, zeker 597, en dat is het resultaat van het beleid van de afgelopen jaren. Bijzonder is dat er gebieden met veel verschillende molens zijn, op sommige plekken staat juist helemaal niks. In 2005 is door de Statenleden aangeven dat het anders moest: de stop op de windmolens. De Provinciale Staten willen meer energie met minder molens, met daarbij een mooi en aantrekkelijk Flevoland en meer duurzame energie. In 2008 is het nieuw beleid ‘beleidsregel windmolens’ vastgesteld. Onder het motto van “meer met minder”, met als uitgangspunt het opschalen en saneren van windmolens. De provincie heeft daar een aantal randvoorwaarden bij geven zoals ten aanzien van plaatsing in lijnopstelling. De grootte en dat de opbrengsten moeten terugvloeien naar de regio: de gebiedsgebonden bijdrage. Veel molenaren konden niet uit de voeten met het nieuwe beleid uit 2008, dit kwam mede door de wijzigingen in de subsidieregelingen, grotendeels ook onder invloed van de economische crisis. Er belandde een dikke brief op de mat namens de WOWF (Werkgroep Opschaling Windenergie Flevoland), Raadhuis, De Wolff en NUON, een eigen initiatief van een groep van windmoleneigenaren en grote projectontwikkelaars. Deze brief is naar de politiek gestuurd; de boodschap was: met dit beleid kunnen we niks, het moet anders. De brief is ook voorgelegd aan de gemeenten. Samen hebben de overheden gezegd; oké, laten we kijken hoe het anders kan. Laten wij als overheden aan de gebieden vragen om zelf met projectplannen te komen. Deze projectplannen dienen dan als basis voor het nieuwe beleid: het regioplan. De projectplannen zijn natuurlijk niet 100% vrijblijvend. Allereerst hebben we bestudeerd welke ruimte in Flevoland voor windparken bestaat. Deze is terug te vinden in onderstaand kaartbeeld waarop deze ruimte indicatief is weergegeven. Door bestaande wet- en regelgeving zijn kaders in oprichting. Deze kaders zijn straks verwoord in het programma van eisen. Het gaat hierbij om de volgende kaders: -
Opschalen en saneren, helft van aantal nu bestaande windmolens, dubbele vermogen. Binnen de kaders van bestaande wet- en regelgeving Voorbewoners, grondeigenaren, windmoleneigenaren van het agrarische buitengebied van Flevoland een kans om mede-initiatiefnemer te worden; Voor iedereen in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland een kans voor financiële participatie; Gebiedsgebonden bijdrage; de opbrengsten moeten zo veel mogelijk ten goede komen in de regio Geen nieuwe windmolens in de Noordoostpolder, op Urk en in het Markermeer-IJmeer
De aanpak vraagt om samenhangende afspraken. Om die reden is aan de Stichting HWF (Herstructurering Windenergie Flevoland) gevraagd om zich om te vormen tot een gebiedsvertegenwoordigde stichting om daarmee draagvlak te organiseren in de gebieden bij meer mensen dan de huidige windmoleneigenaren, om vervolgens gebiedsorganisaties op te kunnen richten en deze te ondersteunen. We menen dat de HWF een goede partner is om dit mee te doen. “schematische weergave bestuursopdracht en verzoek aan WOWF/HWF.” 2
Het streven is dat er in maart 2013 een “ go or No go” moment is. Deze is belangrijk, en het gaat dan om een meetpunt om te kijken of er voldoende draagvlak en afspraken zijn gemaakt om met het proces door te gaan. Het is de bedoeling dat er in 2017 de eerste windmolens kunnen gaan draaien. Daarbij zijn wij ons er van bewust dat de een het ambitieus vindt, maar dat het van de het nog wat sneller mag. Dit is in hoofdlijnen het verhaal van de provincie. Het is aan u en de Stichting HWF om dit voor te zetten. Veel vragen en antwoorden aan de provincie staan er op de volgende website: www.flevoland.nl/wat-doen-we/duurzaamheid/beleid/windenergie/
3. Kansen voor windontwikkeling Goedenavond dames en heren. Mijn naam is Mark Geling, voorzitter van het interim bestuur van de Stichting Herstructurering Windenergie Flevoland. Waarom interim, zal ik later uitleggen. In het dagelijks leven ben ik agrarisch ondernemer en windmoleneigenaar in Zuidelijk Flevoland. We hebben een aantal jaren geleden besloten om na te denken over de toekomst van windenergie in Flevoland. In 2008 kwam Arnold Michielsen (voorzitter LTO) bij een bijeenkomst van het agrarisch netwerk met het idee; het zal goed zijn om met een aantal mensen er naar te gaan kijken of we beweging krijgen in de windontwikkeling. Kijken naar in de zin van: wat mankeert er aan het beleid en hoe gaat het wel werken. Er lag onder andere een oud subsidiebeleid, gebaseerd op MER wetgeving. We hebben Provinciale Staten en Colleges zo ver gekregen dat er een nieuw beleid moest komen. We hebben de grote kans gekregen om als plattelandsbewoners het nieuwe windmolenbeleid te ontwikkelen binnen de kaders die de overheden stellen. Niet als ontwikkelaar, maar als organisatie, zodat er weer ontwikkeld kan worden. We gingen met een groep van ongeveer tien man aan de slag. Er werd in 2010 een werkgroep opgericht, de WOWF (Werkgroep Opschaling Windenergie Flevoland), de founding fathers hiervan waren de LTO, Windunie en de VWIJ. Het was een groep windmoleneigenaren die wilde nadenken over hun toekomst en het overheidsbeleid dat niet werkte. Dit is ook samen met de marktpartijen gedaan om ons breder te vormen. Er werd een brief gestuurd zoals Edzard al vertelde. Dit heeft er toe geleid dat er beweging is gekomen. De overheden waren bereid er naar te kijken, maar wilden de markt er bij betrekken. Windbeleid kan niet alleen door windboeren of ontwikkelaars gedaan worden. Daardoor zijn we in 2012 omgevormd naar organisatie die voor het agrarisch buitengebied voor heel Flevoland is. En zijn er ook twee niet molenaren tot het huidige interim bestuur toegetreden. Het interim bestuur bestaat nu uit Johan Bierma, Kees van Woerden, Hans Geluk, Jasper van der Horst en ik (Mark Geling). Belangrijk was hierbij om de doelen van de HWF op te stellen: -
-
Organiseren van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland Draagvlak vanuit democratie organiseren. Als gevolg van ruimtelijke omstandigheden zijn er namelijk mensen die geen molen kunnen hebben. Maar ook als je niet kan saneren, kan je ook niet opschalen. Daarbij is het belangrijk om molenaren enthousiast te krijgen Een gelijk speelveld; eenzelfde belang, eenzelfde positie.
3
-
belangrijk is dat we het zelf doen in Flevoland, zodat we de lokale economie versterken met inkomsten van windenergie. Structuur ontstaan voor gebiedsorganisaties, vanuit deelgebieden. Ander belangrijk doel is door samenwerking, door groot te zijn, bepaalde deals te kunnen sluiten, krachten bundelen en ons voordeel hiermee doen.
“Meer met minder”: In 15 jaar de huidige windmolens vervangen, niet alles en iedereen is er nu aan toe om dit te doen. Niet alle windmolens, als windmoleneigenaren zijn hier aan toe. Er moet twee keer zo veel energie komen. Een gevolg van gebiedsgericht denken is dat we los moeten komen van het denken aan eigen kavel en eigen huis, maar ook in parken moeten gaan denken, los van de vertrouwde omgeving. Het moet niet uitmaken of de molen bij u staat of bij de ander. Als we over vergoedingen gaan spreken moet het zo geregeld worden dat het er uiteindelijk niet toe doet. “kaartje met indicatieve lijnen” Een nadeel van kaarten en indicatieve lijnen is dat er als vaak en snel wordt gekeken of je er binnen valt of niet. De kaart is gebaseerd op de ruimtelijke beperkingen, zoals een vliegveld, Oostvaarderswold of dorpskernen. We moeten het kaartje niet te veel in het hoofd hebben om een goede discussie te krijgen. Te veel focus hierop leidt niet tot de goede discussie. De uiteindelijke gebieden zullen elkaar wel beïnvloeden. Almere wil bijvoorbeeld ontwikkelen in het eigen stedelijke gebied. Het ene gebied ontwikkelt zich echter niet zonder kennis te nemen van wat in de andere gebieden gaat gebeuren. Van proces naar project. Het gaat om twee stappen; 1 proces, 2 project. Belangrijk was en is nog steeds de opdracht krijgen van de overheden om dit te gaan doen. Zonder opdracht wordt je ingehaald door andere initiatieven. We hebben een directe taakstelling gekregen, om rust in het gebied te creëren, zodat we het ook kunnen gaan doen. Draagvlak en samenhang organiseren in het gebied is een eerste stap. Het gebied gaat opgedeeld worden in drie deelgebieden, zodat mensen uit de drie regio’s met elkaar gaan praten over verschillende thema’s, zoals vergoedingen, participatie enzovoort. De planning is om komende winter draagvlak en samenhang te organiseren, regio’s te verkennen en over vergoedingen te praten. In maart 2013 is het “ go or No go” moment, waar het om gaat is het vertrouwen wekken bij de overheden dat het gaat lukken. We zullen ook naar vijf verschillende gebiedorganisaties toe werken, die zullen leiden tot de uiteindelijke gebiedsinrichting. Wie waar bij gaat horen gaan we in maart 2013 ook rapporteren aan de provincie. We zitten als bewoners hier op de eerste stoel wat heel bijzonder is. Na 1 maart gaan we naar stap 2, het project. Er zal dan begonnen kunnen worden met projectontwikkeling. Dit gaat de Stichting HWF niet doen, dit gebeurd door de gebiedsorganisaties. De projectontwikkelaar bent u. Belangrijk is nu niet eerst kaartjes te gaan tekenen, maar eerst blanco nadenken over vergoedingen en andere thema’s, zodat de uiteindelijke gebiedsorganisaties niet voor zichzelf het wiel opnieuw uit hoeven te vinden. Het streven is om na 1 maart te beginnen met de projectplannen om zo in 2014 met een Regioplan te kunnen komen. Dit wordt een provinciaal plan over hoe het windbeleid in Flevoland er uit gaat zien. Een pakket met eisen van de overheid, en samenwerkende plannen die wij met elkaar opstellen.
4
Tot 1 maart zullen er werkgroepen bezig gaan met een voorstudie voor het uitwerken van thema’s: type turbines, technische modellen, participatie modellen, vergoedingen voor grond, slagschaduw etc. Dit zijn onderwerpen die bouwstenen zijn voor hoe we de opschaling zullen gaan doen. Wellicht zijn er nog meer thema’s, dit kan u ook gaan aangeven. Deze werkgroepen zullen bestaan uit een mix van mensen uit de verschillende regio’s, maar ook een mix van bewoners, moleneigenaren en nietmoleneigenaren. De klankbordgroep zal de uitkomsten van de werkgroepen bespreken, het wordt op eenzelfde manier opgezet als de werkgroepen, maar is iets minder actief. Een werkgroep zit bijvoorbeeld één keer in de twee weken bij elkaar, een klankbordgroep bijvoorbeeld één keer in de zes weken. De Stichting HWF en Centrum Wind blijven dit proces nauw volgen. Er zal uitwisseling van kennis zijn tussen en met de Stichting HWF en de uitvoerende organisatie Centrum Wind. “schema structuur HWF” Na 1 maart gaan we pas werken met de eigenlijke structuur. Dan kunnen we gaan zeggen hoe de gebieden er uit gaan zien. Dan kunnen we de gebiedsorganisaties definiëren. Die gebiedsorganisaties gaan het bestuur van de Stichting HWF invullen. Stichting HWF is momenteel interim bestuur met twee oud-WOWF bestuursleden, 2 niet moleneigenaren, en één zetel voor de LTO. We hebben echter geen binding met de gebiedsorganisaties. Het gaat hier om een kip-ei verhaal, wat moet er eerst zijn? We moesten stappen nemen en onze positie vaststellen bij de overheid, daarom zijn we een interim bestuur. Die gebiedsorganisaties gaan uiteindelijk hetzelfde trucje doen. Daarvoor is ook het platform waar kennis en ervaring uitgewisseld kan worden. Het huidige bestuur gaat zich terug trekken en de Stichting HWF is uiteindelijk van u. De “OV” in het plaatje houdt in; een onafhankelijk voorzitter. Centrum Wind is de smeerolie van dit proces, de mensen die in de uitvoering van het project zitten. Centrum Wind valt onder de bestuurlijke verantwoording van de Stichting HWF. Daarnaast zijn er nog drie klankbordgroepen voor onder andere woonkernen, natuur en milieu en marktpartijen. Je zult ze alle drie mee moeten nemen zodat niemand voor een verrassing komt te staan. Daarnaast kunnen zij mogelijkheden en kennis bieden. We zullen ook samen met hen moeten optrekken om dit te gaan doen. Rollen en verantwoordelijkheden: -
Bewoners en grond- & turbinebezitters buitengebied organiseren zich in gebiedsorganisaties Gebiedsorganisaties ontwikkelen projecten (niet de Stichting HWF) De overheid stelt eisen, ontwikkelt regioplan, toetst en vergunt Stichting HWF vertegenwoordigt, coördineert en ondersteunt de gebiedorganisaties Centrum wind onderzoekt, bereidt voor en faciliteert etc. namens de Stichting HWF Bewoners van de woonkernen denken mee en profiteren van nieuwe windparken
“Samengevat” maart 2013: laten zien dat het goed gaat, er hoeven nog geen details te zijn. Maar de politiek het gevoel geven dat we de partij zijn die dit kunnen doen, samen met u. Daarvoor kunt u onderstaand formulier invullen:
5
4. Centrum Wind Goedenavond, dames en heren, mijn naam is Douwe Monsma en ik sta hier vanavond namens Centrum Wind. Zelf heb ik al veel ervaring als voortrekker van het project in de Zuidlob en hier zal ik vanavond over vertellen om te laten zien dat het kan, hoe het kan lopen en hoe belangrijk het is om de kans die we krijgen te grijpen. We hebben al heel veel gehoord over samenwerking. Ik deel mijn ervaring vanuit de Zuidlob, als voorbeeld voor Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Ik wil u vanavond meenemen in het denken van Centrum Wind. Samenwerken is heel belangrijk als je iets met elkaar wilt. De werkwijze in de Zuidlob was: samenwerken; we moeten afzien van oude rechten, één plan maken voor een heel gebied, afspraken maken en vastleggen met het openbaar bestuur. Daarnaast moeten we iedereen in het gebied de mogelijkheid bieden om mee te kunnen doen, niet iedereen moet meedoen. Eigenlijk ben ik al in 1997 begonnen, solitaire molens konden bij ons helaas niet. In 2004 lagen er plannen voor de Gooiseweg, Nijkerkerweg, Winkeltocht, Rassenbeektocht, dit waren vooral kleine initiatieven met solitaire molens. Ik ben begonnen met één buurman, dit werden er uiteindelijk steeds meer. We zijn bezig gegaan met projectontwikkeling samen met gemeenten en de omgeving. Er mochten geen molens langs de Gooiseweg, rond Zuidlob mocht verder wel. Er kwam een nieuw provinciaal beleid: Er mochten geen kleine solidaire molens komen maar wel clusters en lijnopstellingen. Hierdoor kwamen er ook andere initiatieven. Het werd er niet makkelijker op. De politiek van Zeewolde wilde niet nog meer windmolens, agrariërs hadden zoiets van waarom daar wel en hier niet. Er zijn daardoor een aantal groepen gevormd binnen het gebied. In 2005 kwam er een windmolen bouwstop. Er moest eerst een nieuw beleid komen door de provincie. Er is besloten om van de Zuidlob en de Sternweg pilot projecten te maken. Ze zaten ook al in de bouwaanvraag procedure die eigenlijk niet ongedaan gemaakt kon worden. SenterNovem was voorzitter in het geheel. Er zijn studies gedaan met diverse partijen. De lusten en de lasten moesten uiteindelijk redelijk gelijk gedeeld worden. Het oorspronkelijke plan van de initiatiefnemers, drie lijnen dwars door het gebied, is het uiteindelijk geworden. Er zijn afspraken met de provincie en gemeenten gemaakt: oude molens eerst afbreken voordat er nieuwe gebouwd kunnen worden. Er stonden zeven Lagerwey molens, dat is niks vergeleken met heel Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Er moest een reële vergoeding komen voor het afbreken, deze schade is vergoed uit het nieuwe project. Belangrijk was ook een bijdrage aan de samenleving: gebiedsgericht, ergens in de gemeente. Wat opmerkelijk was is dat bijna alle agrariërs het project hebben onderschreven. Belangrijk is dat er voor iedereen iets te halen is. Het ging om 36 molens van 105 meter met een rotordiameter van 90 meter en 3 megawatt per stuk. In totaal is dit ongeveer 110 megawatt. Wat belangrijk was is dat het strakke lijnen werden. De Sternweg wordt mooie boog. Gemeente Dronten is al een voorbeeld van strakke lijnen. Dit past ook bij ons. Het is een win-win situatie: Goed voor het milieu en het levert extra inkomen op. Dit laatste is lang onzeker gebleven en dit lag vooral aan de subsidies. Zonder subsidies lukte het niet. Uiteindelijk is er een SDE regeling gekomen waardoor het gelukt is om het project financieel te realiseren. Het brengt voor de boeren nu iets meer op dan dat we in 2005 berekend hadden. Het is door de boeren verkocht aan NUON Vattenfall. Honderd procent financiering was namelijk niet meer mogelijk door de economische crisis. Er is met elkaar van te voren afgesproken elkaar niet te verplichten garant of borg te staan. Iedereen wilde wel mee doen maar er was wel de moeilijkheid dat je niemand kon 6
verplichten eigen kapitaal in te leggen. Uit de markt halen was een optie, maar dan betaal je een hoge vergoeding voor veertien of vijftien procent rente percentages. De oplossing was om het te verkopen aan NUON. Dit was mede mogelijk door de Crisis- en Herstel wet. De resultaten van NUON waren groter dan dat wij zouden kunnen opbrengen als gebied. Er kwam een goede prijs en opbrengst voor het gebied. Het gebied is er ook niet slechter van geworden, een voorwaarde was tien procent afdragen van het netto resultaat als gebiedsgebonden bijdrage, dat zouden we niet redden, waardoor het project niet gerealiseerd zou worden. We hebben met de provincie af kunnen spreken dat als die tien procent niet gehaald werd, het niet hoefde. De afspraak was bedoeld om draagvlak te creëren, maar als een regel er toe leidt dat er geen projecten komen, dan is het geen goede regel. De gemeente Zeewolde is aandeelhouder geworden, Flevolandschap heeft een vergoeding gekregen voor de mogelijke invloed op het gebied. Alles bij elkaar opgeteld voldoen we toch weer aan de verplichtingen die gesteld worden. Mijn boodschap is: Grijp die kans als buitengebied, ook al is het moeilijk om samen te werken. Het is wel de moeite waard om te onderzoeken, ook voor mensen die tot nu toe niet de mogelijkheid hebben gehad. Het is de eerste provincie in Nederland die de kans geeft. Pak die handschoen op!
7