Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid
Verslag Expertgroep Gegevens Aanwezig:
M. van Hilvoorde
SBR Programma (vz)
S. Bal
SBR Programma (secr)
P. Hoenderdos
Flynth
A. van Egmond
Grant Thornton
M. van Bommel
KvK
I. Dekker
FRC
M. Veltman
FRC
M. van Brummelen
CBS
M. Roos
CBS
F. Hietbrink
Belastingdienst
P. Snijders
Semansys Technologies
L. Greve
Caseware
D. Dijkgraaf
BDO
R. Timmermans
Unit4
R. Möhlman
PwC
H. Verhoek
NIVRA
C. Kimenai
Deloitte
M. van Bergen
Reeleezee
S. Nijessen
KPMG Meijburg
Met bericht afwezig:
Datum:
11 november 2010
Tijd:
10:00 – 12:00 uur
Locatie:
Regardz Eenhoorn, Amersfoort
Status:
Definitief
1. Opening en mededelingen MvH verwelkomt alle aanwezigen en vraagt twee nieuwe deelnemers om zich kort voor te stellen. Henk Verhoek is verslaggevingcoördinator bij het NIVRA en is onder meer verantwoordelijk voor de afstemming van verslaggeving tussen leden onderling. Hij is bij aanwezig om een bijdrage te leveren aan de toepassing van fiscale grondslagen om te streven naar een eenduidige toepassing hiervan. Corné Kimenai is werkzaam bij Deloitte en tevens staflid van de Raad voor de Jaarverslaggeving en vanuit deze rol verantwoordelijk voor de invulling van fiscale grondslagen. 2. Verslag vorige vergadering In verband met het uitstel van de bespreking van het verslag van de Expertgroep Gegevens van 16 september 2010 tijdens de voorgaande bijeenkomst worden tijdens deze bijeenkomst twee verslagen doorgenomen.
1
Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid MvH vraagt om commentaar met betrekking tot het verslag van de vergadering van 16 september 2010. Er zijn geen opmerkingen, derhalve wordt het verslag ongewijzigd vastgesteld. MvH vraagt de deelnemers aan de Exportgroep Gegevens om commentaar met betrekking tot het verslag van de vergadering van 14 oktober 2010. MvBomm vraagt om de oproep voor een subgroep “verplichtstelling XBRL voor jaarrekeningen” in een actiepunt op te nemen. FH vraagt om zijn mededeling omtrent de bèta release van het BD deel van de NT uit te breiden met de tekst op de SBR website. Daarnaast wil MV duidelijker laten opnemen dat zij bezwaar heeft tegen regel 2.1.0.5. uit de NTA. Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van genoemde wijzigingen. 3. Fiscale gebruikershandleiding MvH geeft een korte introductie van de historie van de Fiscale gebruikershandleiding. Hierna geeft hij het woord aan HV om over de fiscale grondslagen te praten. HV geeft aan dat hij ook aanwezig was in deze Expertgroep in 2010 tijdens de discussie over de fiscale grondslagen. Hierbij heeft hij namens het NIVRA een knelpuntenlijst neergelegd. HV stelt dat de RJ veel over de fiscale grondslagen en de knelpunten heeft gesproken. Binnen de RJ zijn hier uiteenlopende meningen over, waardoor er geen consensus is bereikt. Twee stromingen zijn binnen de RJ te onderkennen, namelijk de praktische en de theoretische. De RJ heeft daarom besloten geen nadere uitspraken te doen over de fiscale grondslagen en dit aan de praktijk over te laten. De Expertgroep Gegevens is volgens HV een geschikte partij om richting te geven aan de praktijk. Als gevolg van het bovengenoemde besluit van de RJ is in juli 2010 een artikel verschenen in de “Accountant-Adviseur” over hoe omgegaan zou kunnen worden met een aantal van de knelpunten. CK geeft aan dat hij samen met HV een nieuw artikel heeft geschreven dat in december in “de Accountant” zal verschijnen. Dit artikel gaat ook over de toepassing van fiscale grondslagen en komt niet (altijd) overeen met de meningen in het artikel uit de “Accountant-Adviseur”. HV stelt dat met name de waardering van deelnemingen het probleem is bij de toepassing van de fiscale grondslagen. MvH meldt dat hij het onwaarschijnlijk acht dat het Ministerie van Justitie een wetswijziging zal doorvoeren voor de waardering van deelnemingen, aangezien dit niet gezien wordt als een aspect dat via de wet geregeld dient te worden en er bovendien nieuwe Europese wetgeving op dit gebied aan zit te komen. Hierdoor is het volgens MvH logisch om een uitspraak over de waardering van deelnemingen te krijgen van het Ministerie van Financiën over de mogelijkheid om deelnemingen te waarderen tegen nettovermogenswaarde. FH geeft aan dat het gesprek met het Ministerie van Financiën gepland staat op 18 november 2010 waarbij de waardering van deelnemingen besproken zal worden. CK en HV delen een vernieuwde versie van hun oorspronkelijke knelpuntenlijst uit ter bespreking. Dit document is als bijlage bij dit verslag gevoegd. Enkele onderwerpen uit de knelpuntenlijst worden door de Expertgroep Gegevens nader besproken. Onderwerp 6. Waardering deelnemingen – CK geeft aan dat de deelnemingen op dit moment fiscaal alleen tegen kostprijs of lagere bedrijfswaarde gewaardeerd mogen worden. FH vraagt zich af waarom de waardering tegen netto-vermogenswaarde minder werk is. CK stelt dat bij waardering tegen kostprijs in de toelichting ook het resultaat van de deelneming toegelicht
2
Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid
dient te worden, terwijl dit bij waardering tegen netto-vermogenswaarde niet het geval is. Daarnaast vindt CK dat waardering tegen kostprijs een verkeerd beeld kan geven van het vermogen van de onderneming. MvH vraagt zich af voor wie dit beeld een probleem is. CK geeft aan dat dit voor ondernemingen zelf een probleem is. HV meldt dat bij het NIVRA via de helpdesk veel vragen binnen zijn gekomen hierover en dat de waardering van deelnemingen vaak de reden is dat ondernemingen de fiscale grondslagen niet hanteren. FH denkt dat de waardering tegen netto-vermogenswaarde geen gevolgen heeft voor het fiscale resultaat, maar wel op het fiscaal vermogen. Hierdoor zou dit effect kunnen hebben op de thincap regeling. LG geeft aan dat het voor kleine ondernemingen die toch consolideren ook wel prettig is om de netto-vermogenswaarde te gebruiken. In verband met de vrijstelling van consolidatie voor kleine ondernemingen is dit er in de praktijk niet, maar in de werkelijkheid gebeurd dit wel veel. CK is van mening dat vooral praktische elementen het succes van het FJR in de weg staan. De huidige wetgeving leidt vooral tot veel twijfels, waardoor het doel van de wetgeving niet wordt bereikt. Onderwerp 1. Herinvesteringsreserve (verwerking) – CK geeft aan dat een mogelijke oplossingsrichting voor de verwerking van de herinvesteringsreserve ligt in het verwerking hiervan in de winst- en verliesrekening. HV geeft aan dat dit niet zozeer een kwestie van de grondslagen is, maar alleen een kwestie van verwerking. DD geeft aan dat een reclassificatie plaatsvindt tussen de afschrijving en de HIR. In de fiscale aangifte wordt de HIR gepassiveerd en loopt dit via het vermogen. CK bevestigd dat er inderdaad een presentatieverschil ontstaat in de jaarrekening, maar uiteindelijk leidt het tot hetzelfde belastbaar bedrag. HV geeft aan dat het in wezen een eerste afschrijving is. DD is het hiermee eens, maar stelt dat dit wel een zeer grote eerste afschrijving is. CK vindt dit alleen een classificatie issue. HV geeft aan dat de fiscale verwerking nu eenmaal anders is dan die volgens BW2. Dit is nu momenteel niet goed geregeld in artikel 2:396 lid 6 BW. AvE denkt dat ondernemingen niet zitten te wachten op grote fluctuaties in de winst- en verliesrekening als gevolg van deze wijze van verwerken. FH stelt dat dit dan wellicht een risico is van het gebruik van de fiscale grondslagen. MvH vraagt aan de deelnemers of bij hen de perceptie leeft dat de banken of credit rating agencies zoals Graydon een verkeerd beeld kunnen krijgen omtrent deze wijze van verwerking. FH geeft aan dat Graydon alleen kijkt naar de publicatiestukken van een onderneming. HV stelt dat echter gekeken dient te worden naar de economische realiteit. Hij is van mening dat het toevoegen van boekwinsten aan het eigen vermogen en niet in de winst- en verliesrekening geen getrouw beeld op kan leveren. MvH is persoonlijk van mening dat de ondernemer zelf mag kiezen op basis van de aanwezige voor- en nadelen. LG vraagt wat het uitvoeringsbesluit zegt over de HIR, aangezien er niets in BW2 staat. AvE zegt dat het uitvoeringsbesluit stelt dat in het jaar van aanwending aangegeven dient te worden voor welk bedrag en doel de HIR is aangewend. MvH vraagt zich af hoe er omgegaan dient te worden met de verschillen. Hoe moet dit punt verwerkt worden in de handleiding? HV is van mening dat de verschillende visies aangegeven kunnen worden in de handleiding. AvE geeft aan dat ook partijen als NIVRA/NOVAA akkoord moeten gaan. RM stelt voor om het document te laten afstempelen door een partij. DD geeft
3
Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid aan dat de reden van het verschil ligt in de gebruikers en het beeld (jaarverslaggeving vs fiscaal), hierdoor blijft het verschil altijd groot. HV denkt dat de problemen niet opgelost kunnen worden; er moet simpelweg een keuze gemaakt worden tussen de één of de ander. MvH concludeert dat de Fiscale gebruikershandleiding vooral praktisch van aard moet zijn met verschillende visies en verwerkingswijze, waaruit de gebruikers kunnen kiezen. 4. Generieke gebruikershandleiding SB geeft aan dat er momenteel wordt gewerkt aan een generieke gebruikershandleiding voor het KvK domein. Dit document is een generiek document dat inzicht geeft aan de gebruiker hoe een jaarrekening opgesteld dient te worden op basis van de NT 2011. Deze handleiding wordt verstrekt in aanvulling op de Fiscale gebruikershandleiding. Dit document zal in een toekomstige bijeenkomst van de Expertgroep Gegevens ingebracht worden ter verdere bespreking. 5. Actielijst De actiepunten lijst is in detail doorgenomen en aangepast op basis van de recente ontwikkelingen. Deze lijst is verderop in dit document opgenomen. 6. Wvttk MvH vraagt de deelnemers aan de Expertgroep Gegevens of er nog andere mededelingen en/of vragen zijn. HV geeft aan dat hij het belangrijk vind dat er knopen worden doorgehakt in de komende periode. Hij hoopt dat het Ministerie van Financiën een verstandig besluit neemt. PS vraagt wanneer de NTA publiekelijk beschikbaar komt. MvH geeft aan dat de regels binnenkort beschikbaar komen. De bedoeling is om het restant in een soort wiki vorm op de SBR website te plaatsen (in 2011). Er zijn geen andere zaken ter tafel gekomen gedurende de rondvraag. MvH sluit de bijeenkomst en vermeld de datum van de volgende Expertgroep Gegevens.
Volgende bijeenkomst: 3 februari 2011 10.00 – 12.00 uur Locatie: Regardz Eenhoorn, Amersfoort
4
Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid
Actiepunten Nr. Activiteit jjmmdd/nn 080222/01a Nadere gedachten ontwikkelen over het managen van de relatie tussen BW/2 –VPB
Verantwoordelijk Planning
Status
SBR en MinJus/MinFin
Nntb
Overleg met Justitie over lopende wetsvoorstellen
080402/01 Uitwerking voorstel Fiscale eenheid (normalisatie)
EG
NT2012
090925/02 Uniforme presentatie XBRL instance
EG/SBR
Nntb
Loopt in planmatige realisatie NT 2012 EG Gegevens in toekomst oppakken
091105/01 Terugkoppeling ‘oplossing’ fiscale waarderingsgrondslagen
MvH
3/2/2011
090108/04 Inventarisatie van de taxonomie voor de retourinformatie. Retourbericht in XBRL? 100304/3 Matrix verslaggeving/NT
EG
Nntb
SBR
1/4/2011
Loopt
3/2/2011
Loopt
100527/1 100716/2
100916/1
100916/3
101014/1
101014/2
Richtlijnen fiscaal JK jaarrapport Opzetten bespreking ID diepgang/details bankentaxonomie Alfa versie van het JK, AvE, CK, Gebruikershandleiding Fiscaal Jaarrapport 2010 opstellen
Loopt
16/9/2010
3/2/2011
Loopt
Opstellen eerste opzet PS, AvE, MvBerg 3/3/2011 van notitie over gebruik van Inline XBRL in Nederland Organiseren inhoudelijke SBR 1/8/2011 verslaggevingbijeenkomst NT2011
Loopt
Opzetten procedure met SBR betrekking tot de classificatie van partijen in combinatie met de genormaliseerde planning ten behoeve van het Platform.
1/3/2011
5
Loopt
Loopt
Standard Business Reporting Programma Een initiatief van de Nederlandse overheid Nr. Activiteit jjmmdd/nn
Verantwoordelijk Planning
Status
101014/3
Opzetten subgroep “verplichtstelling XBRL voor jaarrekeningen”
EG-G
2011
Loopt
101111/1
Normalisatie fase NT 2012
SBR
1-5-2011
Loopt
6