Versie 2014 - 2015 Pagina 1
Studentenbrochure inwendige geneeskunde: cardiologie, gastro-enterologie en pneumologie Hier komt titel van persbericht Versie 2014 - 2015 Pagina 2
OLV Ziekenhuis Bloklaan 5 1730 Asse Tel. 02 300 62 90
Verwelkoming Allereerst heten we U van harte welkom op de afdeling inwendige geneeskunde met als belangrijkste geneeskundige specialiteiten cardiologie, gastro-enterologie en pneumologie. We vinden het fijn U te mogen begroeten als student. Wij willen ons inzetten zodat je een aangename stageperiode tegemoet gaat. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen, zeker de eerste dagen van je stageperiode. Een brochure kan niet allesomvattend zijn, daarom staan zowel de artsen of assistent-artsen, de (adjunct-)hoofdverpleegkundige en de verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je kan steeds terecht bij de stagementoren / meter en peter. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. Wij wensen je alvast een aangename stageperiode!
Namens het verpleegkundig personeel van interne geneeskunde
Versie 2014 - 2015 Pagina 3
Inhoudstabel
Verwelkoming 1.
2.
Voorstelling afdeling
4
1.1 1.2 1.3
4 4 5
Voorstelling van de verpleegafdeling Voorstelling personeel Voorstelling patiëntenpopulatie
Stageverloop
6
2.1 2.2 2.3 2.4
6 6 7 7
Uurrooster/stage-uren Evaluatiemomenten Dagtaken als student Duidelijke afspraken
3.
Dagindeling
8
4.
Meest voorkomende onderzoeken
9
5.
Doelstellingen/verwachtingen van de student
10
6.
Meest voorkomende handelingen (checklist)
10
7.
Meest voorkomende afkortingen op onze dienst
14
Versie 2014 - 2015 Pagina 4
1.
Voorstelling afdeling
1.1 Voorstelling van de verpleegafdeling De dienst inwendige geneeskunde bevindt zich op de tweede verdieping. Onze afdeling telt 35 bedden. Er zijn 11 privékamers en 12 tweepersoonskamers. Verder heeft men een verpleegbureel, een spoelruimte, een keuken, een magazijn, een doucheruimte, verschillende bergingen en een doktersbureel.
1.2 Voorstelling personeel De cardiologen zijn dr. Leeman, dr. Peytchev en dr. Schelfaut. De gastro-enterologen zijn dr. Du Ville, dr. Vanden Branden en dr. Mattens. De pneumologen zijn dr. Vercauter, dr. Berendes en dr. Hardeman. Het verzorgende team bestaat uit 23 verpleegkundigen, 4 zorgkundigen en een administratieve medewerkster. We worden vaak bijgestaan door een verpleegkundige van de mobiele equipe. Lieve Biesemans is hoofdverpleegkundige en Lesley Ruysbergh is adjuncthoofdverpleegkundige. Er zijn referentieverpleegkundigen voor o.a. ziekenhuishygiëne, diabeteszorg, wondzorg, ouderenzorg en palliatieve zorg. De stagementoren op onze dienst zijn Anne Plasschaert, Tanya Mees en Veronique De Gieter, maar ook de andere collega’s zullen je met raad en daad bijstaan! Verder zijn er op de consultaties van de desbetreffende specialiteiten nog verpleegkundigen voor technische onderzoeken (bijvoorbeeld voor cardiologie een verpleegkundige die de echografies van het hart neemt; voor pneumologie een verpleegkundige die longfunctie-onderzoeken uitvoert; voor gastro-enterologie een verpleegkundige die hulp biedt bij een gastroscopie). Elke specialiteit heeft ook zijn eigen secretaresses op de consultatie. Op onze afdeling kan je ook beroep doen op een sociaal verpleegkundige, een kinesist(e), een diëtiste en een psychologe.
Versie 2014 - 2015 Pagina 5
1.3 Voorstelling patiëntenpopulatie Cardiologie: Onder cardiologische patiënten rekenen we mensen met zowel acute als chronische aandoeningen: een hartinfarct, een onregelmatig hartritme, een te snel of een te traag hartritme (tachy- en bradycardie), een te hoge of een te lage bloeddruk (hyperof hypotensie), een (pre)syncope, acuut longoedeem, instabiele angor, hartdecompensatie, … Bij 16 patiënten is telemetrie (continue hartmonitoring) mogelijk.
Gastro-enterologie: Hier ziet men een grote groep van patiënten met een kwaadaardige aandoening van het maag-darmstelsel. Andere veel voorkomende pathologieën zijn: gastro-enteritis, ziekte van Crohn, diverticulitis, colitis ulcerosa, pancreatitis, cholecystitis, levercirrose, …
Pneumologie: Een groot aantal van de patiënten lijdt aan de chronische longaandoening COPD. Zij worden vaak herhaaldelijk opgenomen wegens recidiverende infecties (winterepidemies) en zijn meestal zuurstofdependent. Een tweede groep zijn de oncologische patiënten met de diagnose van longkanker. Deze krijgen palliatieve chemotherapie, hun behandeling is niet curatief gericht. Andere veel voorkomende diagnoses zijn o.m. pneumonie, longembolen, astmaexacerbatie, pneumothorax, anafylaxie,…
Versie 2014 - 2015 Pagina 6
2.
Stageverloop
2.1 Uurrooster/stage-uren Op onze afdeling zijn er voor de verpleegkundigen 4 shifts: V 07u00 15u30 G 09u00 17u30 A 13u54 22u00 N 21u45 07u15 Indien toegelaten door de school neem je best deze uren over om de overdracht te kunnen bijwonen. Zodoende kan je een optimale zorg verlenen en heb je een goed zicht op de dagindeling. Het is wenselijk dat je toch eenmaal per week een avonddienst doet om een duidelijk beeld te scheppen over de zorgen die ‘s avonds toegediend worden. In een map die steeds in het verpleegbureel ligt, kan je de dagelijkse werkplanning vinden. Hier staat in welke verpleegkundige – per shift – verantwoordelijk is voor welke patiënten en wie je die dag begeleidt. Ook bijkomende taken zoals aanvullen van karren of bestellen van materiaal, worden hierin vermeld. ‘s Middags en ’s avonds eten we op dienst. Je kan een zelf meegebrachte lunch nuttigen in onze keuken. Drank (water, koffie, thee) is vrij te verkrijgen op dienst. Je kan ’s middags ook in de cafetaria een warme maaltijd gaan eten, maar dat moet je op voorhand laten weten.
2.2 Evaluatiemomenten In de mate van het mogelijke proberen we halfweg de stage een tussentijdse evaluatie te maken, zodat de student(e) weet of hij/zij al dan niet goed bezig is. Vergeet hierbij niet dat het initiatief van jou moet komen: je moet ons de nodige papieren hieromtrent bezorgen, alsook de doelstellingen en de reeds verworven technieken! Op het einde van de stageperiode krijgt elke student(e) een eindevaluatie, bij voorkeur door één van de stagementoren op dienst. Op onze afdeling komen studenten van verschillende scholen: Odissee – voorheen HUB (Brussel) en KaHo (Aalst) , Erasmus Hogeschool (Jette), Sint-Guido (Anderlecht) en Sint-Augustinus (Aalst).
Versie 2014 - 2015 Pagina 7
2.3 Dagtaken als student Voormiddag: Indien mogelijk aanwezig zijn bij de overdracht, vraag uitleg waar nodig. Beloproepen beantwoorden Parameters controleren (bloeddruk, hartritme, temperatuur, zuurstofsaturatie en eventueel gewicht) Meehelpen in de verzorging Geven van aerosols, prikken bedside glycemies Na de verzorging opruimen van de utility, karren aanvullen,… Bij mogelijkheid mag er aan verslag worden gewerkt Eventueel bijwonen van onderzoeken Middagmaal opdienen, nadien afruimen en geven van koffie (Nooit zomaar eten afzetten op de kamer zonder de bedenking te maken of de patiënt zichzelf kan behelpen en na controle van al dan niet nuchter zijn!) Namiddag: Controle van parameters (bloeddruk, hartritme, temperatuur en zuurstofsaturatie) Eventueel toedienen van IV-medicatie in functie van opleidingsniveau Verzorging van patiënten (controle incontinentiemateriaal, ledigen urinezakken, patiënten die in zetel zitten terug in bed leggen, goed positioneren van bedlegerige patiënten,…) Eventueel wat tijd om aan stageverslag te werken Avonddienst: Geven van aerosols, prikken bedside glycemies Avondmaal opdienen/afruimen Mee op avondronde: parameters controleren zo nodig, toedienen medicatie in functie van opleidingsniveau Patiënten installeren voor de nacht
2.4 Duidelijke afspraken Kom op tijd. Bij problemen/afwezigheid kan je ons telefonisch bereiken op het nr. 02/300.62.90 Doelstellingen worden op eigen initiatief getoond, tussentijdse evaluatie gebeurt op vraag van de student(e) Toon initiatief en interesse Heb oog voor de privacy van de patiënt! Neem steeds een empathische houding aan tegenover de zorgvrager Orde van de kamers is belangrijk
Versie 2014 - 2015 Pagina 8
3.
Eerst basiszorg, nadien volgt de rest… Wees steeds beleefd tegen zorgvragers en zorgverleners Wees niet bang om vragen te stellen of technieken in te oefenen! Geen gsm tijdens de stage!!! Minder leuke taken horen er ook bij…
Dagindeling
07u00:
Start van de vroegdienst met overdracht door nachtverpleegkundige
07u30:
1 verpleegkundige wordt aangesteld voor het toedienen van de medicatie (IV, PO, puffs en eventueel insuline), 1 verpleegkundige controleert de parameters, eventueel ook glycemies controleren en zet de resultaten in KWS (computerprogramma) en start ochtendzorgen met TOTAALZORG van de patiënt en registreren in KWS
08u00:
Opdienen van het ontbijt (vaak door zorgkundige). Aandacht voor patiënten die nuchter moeten blijven!!!
08u30:
Afruimen van het ontbijt
09u00:
Start van de G-dienst
11u00:
Na de verzorging wordt alles opgeruimd (linnenzakken, spoelruimte, karren aanvullen)
11u30:
Aerosols geven en eventueel prikken van de glycemies
12u00:
1 verpleegkundige geeft de medicatie (PO, insuline,…) Opdienen van het middagmaal met nog steeds aandacht voor de ‘nuchteren’
12u30:
Afruimen van het middagmaal en geven van koffie
12u45:
Middagpauze (in keuken op afdeling)
13u54:
Start van de avonddienst met overdracht door de verantwoordelijke verpleegkundige
14u30:
Namiddagronde: geven medicatie (IV’s, infusen,…)
Versie 2014 - 2015 Pagina 9
Bij elke patiënt worden bloeddruk, hartritme, temperatuur en zuurstofsaturatie gecontroleerd. Studenten kunnen de bloeddruk af en toe best manueel controleren. Controle incontinentiemateriaal, urinezakken,… Ook steeds netheid van de kamers bewaren. 16u15:
Aerosols geven, eventueel prikken van de glycemies
16u30:
1 verpleegkudige geeft medicatie (PO en eventueel insuline) Opdienen van het avondmaal
17u15:
Afruimen van het avondmaal en pauze
19u15:
Avondronde (medicatie, parametercontrole, patiënten installeren voor de nacht, …)
21u45:
Start van de nachtdienst met overdracht door avonddienst
21u45:
Nachtdienst tot 07u15
4.
Meest voorkomende onderzoeken
In een ziekenhuis ondergaan de patiënten eenmaal onderzoeken om een diagnose te zoeken, te bevestigen of als behandeling. De meest voorkomende onderzoeken op onze afdeling zijn: de labo-analyses waaronder de veneuze bloedafnames, arteriële bloedgaswaarden, het sputumonderzoek, de urinekweek, het stoelgangstaal de medische beeldvorming met RX , CT-scans, echografie (van het abdomen, van de nieren, van de halsvaten, van de onderste ledematen),… CT coronairen gebeurt in Aalst de nucleaire onderzoeken met de bot- en perfusiescintigrafie, MIBI-scan (myocardscintigrafie) en de PET-scan (Aalst) het EKG en de trans-thoracale echocardiografie (TTE) alsook de transendoscopische echocardiografie (TEE) de (pleura- en ascites-)puncties, zowel evacuerend als diagnostisch biopsies endoscopies: gastroscopie, colonoscopie, bronchoscopie hartcatheterisatie (coronarografie) in Aalst EFO (elektrofysiologisch onderzoek) in Aalst
Versie 2014 - 2015 Pagina 10
Voor uitleg hierover verwijzen we naar volgende informatiebronnen: onze procedure– en informatiemap, het inter- en intranet (hetgeen je kan raadplegen vanop elke PC in het OLV-ziekenhuis) of je begeleidende verpleegkundige. Natuurlijk is het de bedoeling dat je zelf op zoek gaat naar informatie.
5.
Doelstellingen/verwachtingen van de student
Het is aangewezen je persoonlijke doelstellingen bij aanvang van de stage mee te delen zodat we je de kans kunnen geven deze te bereiken. Je kan ook best je verworven competenties laten weten, zodat je die desgewenst kan inoefenen! Algemene doelstelling van een stage op onze dienst is inzicht te krijgen in de verschillende pathologieën van het cardiovasculair stelsel, het ademhalingsstelsel en het spijsverteringsstelsel, alsook de diagnostiek ervan, de behandelingsmethoden en observaties. We geven je de kans om zoveel mogelijk onderzoeken en eventueel therapieën bij te wonen. Bij het verplegen op onze afdeling moet men even stilstaan bij een aantal punten: Patiënten met dyspnoe kunnen geen grote inspanningen leveren (patiënten zich niet zelf laten wassen!!!, …) Bij patiëntenvervoer steeds de bedenking maken ‘met of zonder zuurstof?’ Ademnood is een beangstigende situatie!!! De voorgeschreven hoeveelheid zuurstof respecteren; te weinig is niet goed, te veel evenmin! Chronisch longlijden kan men niet genezen, enkel optimaliseren Regelmatig gebruik van corticosteroïden bij patiënten resulteert in een dunne, kwetsbare huid voorkom skin tears! Inhalatie met corticosteroïden patiënten aanzetten tot spoelen van de mond Elke patiënt is een individu en elkeen moet op een persoonlijke manier aangepakt worden, bij een oncologische patiënt moet je nog net dat tikkeltje meer op je woorden letten…
6.
Meest voorkomende handelingen (checklist)
Met deze checklist willen we naast je persoonlijke doelstellingen een hulpmiddel bieden van oefentechnieken tijdens een stage inwendige geneeskunde. Wij hebben de technieken geschikt volgens de A,B1, B2 en C handelingen.
Versie 2014 - 2015 Pagina 11
( bron: Wat is verpleegkunde – KB aangepast van 9 juni 2007, website www.nvkvv.be)
A B1 B2 C
basishandelingen verpleegkunde technische handelingen waarvoor er geen voorschrift van de arts nodig is technische handelingen waarvoor er wél een voorschrift van de arts nodig is toevertrouwde medische handelingen 1. De A-handelingen Het (helpen) uitvoeren van handelingen waardoor de verpleegkundige het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van iemand beoogt. Hygiënische zorgen mét aanvullende zorg (scheren, mondzorg,…) Bedopschik Hulp bij opstaan en installeren van een patiënt Hulp bij voeding Plaatsen van een bedpan of een urinaal Informeren van de patiënt en familie Hanteren van een verpleegdossier Rapporteren (mondeling/schriftelijk) Formuleren van verpleegproblemen
2. De B-handelingen 1) Het ademhalingsstelsel B1 Observatie van de ademhaling Meten van de ademhalingsfrequentie Meten van de zuurstofsaturatie Zuurstoftherapie met bevochtiging d.m.v. neusbril, masker (ev. 100%) Aspiratie bovenste luchtwegen Aanbrengen en verwisselen van aquapack systeem (zuurstofbevochtiging) Cardio-pulmonaire resuscitatie met niet-invasieve middelen (gebruik ambu en O2) B2 Gebruik van en toezicht op thoraxdrainagesysteem Afnemen van een sputumstaal Assistentie bij pleurapunctie, bronchoscopie Toedienen aerosoltherapie, educatie/controle gebruik inhalatoren Zorgen aan patiënten met een endotracheale tube Cardio-pulmonaire resuscitatie met invasieve middelen (gebruik defibrillator)
Versie 2014 - 2015 Pagina 12
2) De bloedsomloop B1 Controle pols en bloeddruk Controle pulsaties van de onderste ledematen Veneuze of capillaire bloedafname Plaatsen of verwijderen van een perifeer veneuze katheter, aanprikken van een poortcatheter Plaatsen van een infuus in combinatie met bloedafname Plaatsen van een debietregelaar Plaatsen van een kranenblok B2 Infuustherapie (voorbereiding, toediening en toezicht) Instellen en toezicht van spuit- en infuuspompen Assistentie bij het plaatsen van een diepe veneuze catheter Assistentie bij het plaatsen van een arteriële catheter Afname van hemoculturen Verwijderen van diepe veneuze catheter of arteriêle catheter Afname van een cathetertip Toedienen van bloedderivaten Afnemen van een ECG Plaatsen van elektroden en opstarten van telemetrie Aanbrengen van dauerbinden of TED-kousen Toedienen LMWH ter preventie tromboflebitis Assistentie bij het plaatsen van temporaire pacing catheter
3) Het spijsverteringsstelsel B1 Controle defecatie Manueel verwijderen faecalomen B2 Plaatsen of verwijderen van een maagsonde of microsonde Afname van een stoelgangstaal Voorbereiding, uitvoering en toezicht lavement Toedienen van sondevoeding
4) Het urogenitaal stelsel B1 Controle mictie of urinedebiet
Versie 2014 - 2015 Pagina 13
B2 Blaassondage (voorbereiding, uitvoering, toezicht) Eenmalige blaassondage voor residu of staalname Afname van een urinestaal Starten van een 24uurs urinecollectie Opvolgen van een vochtbalans
5) De huid en zintuigen B1 Controle van de temperatuur Wondzorg (DAV = droog aseptisch verband, zorg aan stoma, wonde met wieken en drains) Controle punctieplaatsen Preventie van decubitus (bepalen van score, wisselhouding, alternating matras) B2 Verwijderen van hechtingsmateriaal, wieken en drains Afnemen van een wondcultuur Screening MRSA Scheren van behaarde lichaamsdelen voor een onderzoek of ingreep
6) Toedienen van medicatie B2 Voorbereiding en toediening van medicatie via de verschillende toegangswegen: oraal, SC, rectaal, IM, IV, via de luchtweg, via gastro-intestinale catheter, indruppeling oog of oor, transdermaal,…
3. De C-handelingen Voorbereiding en toediening chemotherapie Arteriële bloedafname
Versie 2014 - 2015 Pagina 14
7.
Meest voorkomende afkortingen op onze afdeling
ABG: arteriële bloedgassen AHT: arteriële hypertensie AI: aorta-insufficiëntie ALO: acuut longoedeem AMI: acuut myocardinfarct ANI: acute nierinsufficiëntie ASD: atriumseptumdefect AVNRT: atrioventrikulaire-nodale re-entry tachycardie AVP: aortavalveplastie (= aortakunstklep) AVR: aortavalverepair (= aortaklepherstel) BPH: benigne prostaathypertrofie BHP: bilaterale heupprothese CABG: coronaire arteriële bypass graft CARA: chronische aspecifieke respiratoire aandoening CMP: cardiomyopathie CNI: chronische nierinsufficiëntie COPD/ COLD: chronisch obstructief longlijden CVA: cerebro-vasculair accident CVD: centraal veneuze druk CXR: chest X-ray DAT: daling algemene toestand DM: diabetes mellitus DNR: do not reanimate DVT: diepe veneuze trombose ERCP: endoscopische retrograde cholangio-pancreatografie GDP: glycemie dagprofiel HF: hartfrequentie HLK: heelkunde HR: heartrate of hartritme HRT: hysterectomie radicalis en totalis IDDM: insuline-dependente diabetes mellitus IHL: ischemisch hartlijden KVA: kort van adem LBBB of LBTB: left bundle branch block = linker bundeltak blok LE: longembolen LMWH: low moleculair weight heparine vb. fraxiparine ®, clexane ® MI: mitralisinsufficiëntie MVP: mitralisvalveplastie (= mitraliskunstklep) MVR: mitrailisvalverepair (= mitralisklepherstel) MS-CT: multi-slice computertomografie (= meerspiraalCT) NI: nierinsufficiëntie NIDDM: niet-insuline-dependente diabetes mellitus
Versie 2014 - 2015 Pagina 15
NPO: niets per os NSTEMI: non ST-elevated myocardinfarct NSR: normaal sinusaal ritme NSVT: non sustained VT (= niet-aanhoudende ventrikeltachycardie) PCI: percutane coronaire interventie PTCA: percutane transluminale coronaire angioplastie PFO: patent foramen ovale PVC: premature ventrikulaire contractie RAV: restenarme voeding RBBB of RBTB: right bundle branch block = linker bundeltak blok RBPA: rood bloedverlies per anum RIP: ruimte-innemend proces RSP: retrosternale pijn SpO2: zuurstofsaturatie STEMI: ST-elevated myocardinfarct SVT: sustained VT (= aanhoudende ventrikeltachycardie) TEE: trans-endoscopische echocardiografie (trans-oesophagaal) TI: tricuspidalisinsufficiëntie TIA: transient ischaemic attack THP: totale heupprothese TLC: tender loving care TTE: trans-thoracale echocardiografie TURP: transuretrale resectie van de prostaat UWI: urineweginfectie VES: ventrikulaire extrasystole VF: ventrikulaire fibrillatie VKF: voorkamerfibrillatie VSD: ventrikelseptumdefect VT: ventrikulaire tachycardie
Versie 2014 - 2015 Pagina 16