1/14
HMK/MKL/2012.000415.01 Versie de dato 1 oktober 2014
CONCEPT OVEREENKOMST INZAKE HET GEBRUIK VAN HET RECREATIE- ANNEX WATERBERGINGSGEBIED EN DE WILLEM -ALEXANDER BAAN
Ondergetekenden, 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Rotterdam, kantoorhoudende te 3039 AD Rotterdam, Galvanistraat 15 te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ……….; 2.
de publiekrechtelijke rechtspersoon Recreatieschap Rottemeren, kantoor houdende te 3112 NB Schiedam, Overschieseweg 204, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 53216520 te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ……….;;
3.
de publiekrechtelijke rechtspersoon Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, kantoor houdende te 3063 GK Rotterdam, Maasboulevard 123, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 52213463 te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ……….;;
4.
de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Zuidplas, kantoorhoudende te 2914 KM Nieuwerkerk aan de IJssel, Raadhuisplein 1 te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer K.J.G Kats;
verklaren I.
CONSIDERANS
in aanmerking nemende: (i)
./.
De provincie Zuid-Holland, de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle (inmiddels opgegaan in de gemeente Zuidplas (hierna: “Zuidplas”)), het Recreatieschap Rottemeren (hierna: “Recreatieschap”) en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (hierna: “Hoogheemraadschap”) hebben een overeenkomst gesloten voor de realisatie in de Eendragtspolder van een recreatiegebied annex waterberging, die is vastgelegd in een op 23 mei 2006 getekende onderhandse akte, en waarvan een kopie als BIJLAGE 1 bij deze akte is gevoegd (hierna: “Realisatieovereenkomst”). Bedoeld recreatiegebied annex waterberging (hierna: “Recreatiegebied”) maakt onderdeel uit van het Recreatiegebied Rottemeren.
2/14
(ii) De gemeente Rotterdam (hierna: “Rotterdam”) heeft vervolgens aan het Recreatieschap het verzoek gedaan om in het hierna te vermelden Plasgebied een roeibaan (hierna: “Roeibaan”) te doen aanleggen.
./.
(iii) De partijen bij de Realisatieovereenkomst hebben dit verzoek gehonoreerd, waarna Rotterdam en het Recreatieschap een overeenkomst hebben gesloten ter zake van de realisatie, de financiering en het gebruik van de Roeibaan alsmede de vestiging van een recht van erfpacht op het perceel met de Roeibaan en de daaraan grenzende percelen (hierna: “Erfpachtcomplex”). Vermelde overeenkomst is vastgelegd in een door Rotterdam en het Recreatieschap op 3 april 2008 getekende onderhandse akte (hierna: “Roeibaanovereenkomst”), waarvan een kopie als BIJLAGE 2 bij deze akte is gevoegd.
./.
(iv) De Roeibaanovereenkomst heeft geleid tot een akte van vestiging erfpacht ten behoeve van Rotterdam die op 12 september 2012 is verleden voor Mr H.M. Kolster, notaris te Rotterdam, van welke akte op 13 september 2012 een afschrift is ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers voor Registergoederen in register Hypotheken 4 deel 61941 nummer 112, welke akte is gerectificeerd bij een akte van rectificatie die op 8 oktober 2012 is verleden voor Mr H.M. Kolster, notaris te Rotterdam, van welke akte op 8 oktober 2012 een afschrift is ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers voor Registergoederen in register Hypotheken 4 deel 62040 nummer 151. Een kopie van vermelde akte van vestiging erfpacht (hierna: “Erfpachtakte”) en vermelde akte van rectificatie is als BIJLAGE 3 bij deze akte gevoegd. (v) Rotterdam is bevoegd om de Roeibaan en de op het Erfpachtcomplex gerealiseerde opstallen (hierna: “Opstallen”) aan derden te verhuren en daartoe een of meer huurovereenkomsten te sluiten, welke huurovereenkomsten - voor zover relevant – onder meer afspraken zullen bevatten ter zake van het gebruik van de Roeibaan. (vi) Zoals vermeld heeft het Recreatiegebied enerzijds een waterbergingsfunctie en anderzijds een recreatieve functie, voor het behoud van welke twee functies het Hoogheemraadschap respectievelijk het Recreatieschap verantwoordelijk zijn. (vii) Ten behoeve van de waterbergingsfunctie zijn in het Recreatiegebied de volgende twee gebieden te onderscheiden: het plasgebied, (hierna: “Plasgebied”), in een gedeelte waarvan de Roeibaan gelegen is; het aan het Plasgebied grenzend plasdrasgebied (hierna: “Plasdrasgebied”), welke gebieden zijn aangeduid op de bij deze akte als BIJLAGE 4 gevoegde tekening. (viii) Het Hoogheemraadschap neemt minimaal een maal per tien jaar een peilbesluit (hierna: “Peilbesluit”), waarin de respectieve peilen die als ‘normaal’ gelden, worden opgenomen. Onder normale omstandigheden dient het peilbeheer plaats te vinden conform het
3/14
Peilbesluit. (ix) Vanwege de verschillende taken en verantwoordelijkheden die ieder van de bij deze overeenkomst betrokken partijen in verband met het Recreatiegebied en de daarin gelegen Roeibaan heeft, wensen het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap, Rotterdam en Zuidplas (tezamen hierna te noemen: “Partijen”) bij deze akte hun onderlinge rechten en verplichtingen, voor zover deze nog niet wettelijk dan wel anderszins zijn geborgd, vast te leggen. (x) In het kader van de rechten en verplichtingen ter zake van te verlenen vergunningen stellen Partijen vast dat de APV van Zuidplas alleen van toepassing is indien en voor zover het betreffende onderwerp niet geregeld is in de APV van het Recreatieschap.
./.
(xi) In het kader van de hierna vast te leggen rechten en verplichtingen wordt hierbij tenslotte verwezen naar het ter uitvoering van de Realisatieovereenkomst en met in achtneming van de Roeibaanovereenkomst opgestelde plan voor het beheer en onderhoud van het Recreatiegebied (hierna: “Beheerplan”). Een kopie van het Beheerplan en de daarbij behorende bijlagen is als BIJLAGE 5 bij deze akte gevoegd. II.
OVEREENKOMST
overeen te komen als volgt: Artikel 1 Doel 1.
2.
Het doel van deze overeenkomst is de schriftelijke vastlegging van de rechten en plichten die Partijen in het kader van het gebruik van het Recreatiegebied en de daarin gelegen Roeibaan jegens elkaar hebben, voor zover deze niet wettelijk of anderszins zijn vastgelegd. De overeenkomst bevat voorts een beschrijving van de processen waaraan Partijen zich bij de uitoefening van hun rechten en de nakoming van hun verplichtingen dienen te houden, zulks voor zover deze niet reeds voortvloeien uit van overheidswege geldende regelgeving.
Artikel 2 Rechten en verplichtingen Partijen 1.
2.
Bij de uitoefening van hun rechten en nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst zullen Partijen over en weer met elkaars gerechtvaardigde belangen rekening houden en waar nodig dienovereenkomstig handelen. Partijen stellen vast dat de belangen die een ieder van hen ter zake van het Recreatiegebied annex waterberging en de Roeibaan heeft, van aard kunnen verschillen.
De belangen van het Hoogheemraadschap zijn:
4/14
(i)
beschikbaarheid systeemberging, inhoudende: het voortdurend beschikbaar hebben van voldoende ruimte om het water uit de Rotteboezem te kunnen bergen in gevallen waarin de afvoer van het water via het boezemgemaal mr. U.G. Schilthuis stagneert dan wel als gevolg van een hevige neerslag onvoldoende is; (ii) de aanwezigheid van een waterkwaliteit die voldoet aan de voorwaarden die door de Europese Kaderrichtlijn Water aan het waterlichaam in de Eendragtspolder gesteld worden; en (iii) beschikbaarheid calamiteitenberging, inhoudende: het voortdurend beschikbaar hebben van voldoende ruimte om het water uit de Rotteboezem te kunnen bergen in gevallen waarin - als gevolg van een calamiteit - de afvoer van het water via het boezemgemaal mr. U.G. Schilthuis niet mogelijk is. De belangen van het Recreatieschap zijn: (i) een openbaar toegankelijk, goed functionerend Recreatiegebied, waarin, onverminderd de belangen van het Hoogheemraadschap en Rotterdam, zoveel mogelijk verschillende recreatieve functies kunnen worden uitgeoefend, waarbij de daaruit te generen inkomsten zoveel mogelijk de kosten van het door het Recreatieschap in het Recreatiegebied uit te voeren beheer [en onderhoud?] kunnen financieren; (ii) een zodanig waterpeil dat in het Recreatiegebied de recreatiedoelen kunnen worden gehaald, zulks onverminderd de rechten die het Hoogheemraadschap uit hoofde van deze overeenkomst heeft; en (iii) de aanwezigheid van een waterkwaliteit die voldoet aan de eisen die gelden voor de in het Recreatiegebied beoogde respectievelijk toegestane recreatie respectievelijk aan de eisen waarvan - gezien het recreatieve gebruik - in zijn algemeenheid verwacht mag worden dat deze gehanteerd worden. De belangen van Rotterdam zijn: (i) het voor de top- en breedtesport kunnen gebruiken van de Roeibaan en bijbehorende voorzieningen, gelegen in en staande op het Erfpachtcomplex, waarbij de Roeibaan voldoet aan de normen die door de FISA (de wereld roeibond) gehanteerd worden bij de toewijzing van internationale roeiwedstrijden; (ii) een zodanig waterpeil dat het Erfpachtcomplex en de Opstallen in het algemeen en voorts de Roeibaan in het bijzonder conform hun bestemming, zoals deze blijkt uit de Erfpachtakte, gebruikt kunnen worden, zulks onverminderd de rechten die het Hoogheemraadschap uit hoofde van deze overeenkomst heeft; en (iii) de aanwezigheid en het behoud van een goed onderhouden en voor het publiek openbaar toegankelijk Erfpachtcomplex (zowel wat betreft de droge als de natte delen). Het belang van Zuidplas is: (i) het tijdig inzicht hebben in geplande evenementen teneinde de tijdige aanvraag van de benodigde vergunningen te kunnen bewaken, waarbij ter zake van de afweging of sprake is van een vergunningsplichtig evenement de Algemene plaatselijke Verordening gemeente Zuidplas als uitgangspunt zal gelden; (ii) veilige en goede kwaliteit wegen in het Recreatiegebied (de feitelijke zorg hiervoor is een
5/14
taak van het Recreatieschap; de juridische verantwoordelijkheid ligt echter bij Zuidplas); en (iii) bewaking van de openbare orde en veiligheid . 4.
In de onderlinge verhouding tussen Partijen ligt, in een situatie van (dreigende) wateroverlast in het bemalingsgebied van de Rotteboezem, het primaat bij het hiervoor onder (i) vermelde belang van het Hoogheemraadschap en zal het Hoogheemraadschap in een dergelijke noodsituatie de haar toekomende rechten uit hoofde van deze overeenkomst ongehinderd en volledig kunnen uitoefenen.
Artikel 3 Systeemberging en calamiteitenberging 1. 2.
3.
Het Hoogheemraadschap gebruikt het Recreatiegebied ten behoeve van systeem- en calamiteitenberging. De wijze waarop zowel de systeem- als de calamiteitenberging plaatsvindt, is beschreven in het door het Hoogheemraadschap opgestelde calamiteitenbestrijdingsplan de dato @ (hierna: “Calamiteitenbestrijdingsplan”), waarvan deel uitmaken: het Bergingsprotocol zonder peilopzet in het Plasgebied; het Bergingsprotocol met peilopzet in het Plasgebied; en het Deel Waterkwaliteit. Bedoelde Bergingsprotocollen voorzien enerzijds in de wijze van systeemberging en anderzijds in de verschillende bergingsituaties die (kunnen) optreden tijdens een noodsituatie als bedoeld in artikel 2.4 hiervoor. Een exemplaar van het Calamiteitenbestrijdingsplan is als BIJLAGE 6 bij deze akte gevoegd. Een eventuele wijziging van de vermelde Bergingsprotocollen is alleen mogelijk met instemming van Rotterdam en het Recreatieschap. Het Recreatieschap, Rotterdam en Zuidplas dienen aan het Hoogheemraadschap een lijst ter beschikking stellen met de contactgegevens van de tot of namens hun organisatie behorende personen die - in geval van een calamiteit - conform het betreffende Bergingsprotocol geïnformeerd moeten worden.
Artikel 4 Waterpeil en instandhouding waterkwaliteit
./.
1. 2. 3.
Het Hoogheemraadschap zal zich ter zake van het waterpeil houden aan het Peilbesluit. Uit de bij deze akte als BIJLAGE 7 gevoegde kaart (dwarsdoorsnede) blijkt welke gebieden conform het Peilbesluit - ‘droog’ zijn. Het Hoogheemraadschap is - in afwijking van het Peilbesluit - bevoegd te besluiten tot een tijdelijke droogval (resetpeil) van het Plasgebied en/of het Plasdrasgebied, indien zulks noodzakelijk is vanwege een calamiteit van waterkwaliteit waardoor de natuurontwikkeling in het Recreatiegebied wordt belemmerd. Het resetpeil dient derhalve om de ecologische staat en ontwikkeling van het Recreatiegebied te herstellen en wordt in goed overleg met de anderen van Partijen gepland en uitgevoerd.
6/14
4.
Ter zake van deze bevoegdheid wordt verwezen naar het “Deel Waterkwaliteit” van het Calamiteitenbestrijdingsplan. Het Hoogheemraadschap kan het in lid 3 van dit artikel bedoelde besluit slechts nemen in goed overleg met Partijen, waarbij de belangen van ieder van Partijen ten opzichte van elkaar afgewogen worden.
Artikel 5 Peilopzet en schade als gevolg van Peilopzet 1.
2. 3.
4.
5. 6.
7. 8.
9.
Ten behoeve van evenementen die zulks vereisen zal het Hoogheemraadschap, met inachtneming van het hierna vermelde, het peil in het Plasgebied verhogen (hierna: ”Peilopzet”). Ten behoeve van de planning van de Peilopzet stellen Partijen jaarlijks een evenementenkalender vast. Ten behoeve van een gezonde ontwikkeling van de flora in het Recreatiegebied zal gedurende de kalenderjaren 2013, 2014 en 2015 geen Peilopzet worden toegepast tenzij zulks vereist is in verband met waterberging. Eventuele schade als gevolg van een peilopzet in verband met waterberging is voor rekening van het Hoogheemraadschap. Na de in lid 3 genoemde jaren is Peilopzet ten behoeve van een roei-evenement mogelijk. De perioden gedurende welke een Peilopzet zal plaatsvinden worden bepaald door de in artikel 5.2 bedoelde evenementenkalender en geschiedt voorts met in achtneming van het per evenement door het Hoogheemraadschap op te stellen, en door de anderen van Partijen te accorderen, opzetplan (“Opzetplan”), waarin de planning en wijze van opzet zal worden geregeld. Uitgangspunt is dat maximaal eenmaal per vijf jaar tot een Peilopzet ter zake van een evenement wordt overgegaan. In afwijking van de in dit lid 4 genoemde maximale frequentie van Peilopzet kunnen Rotterdam, het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap en Zuidplas op basis van een integrale afweging van haalbaarheid, risico’s en schaden overeenkomen om hiervan af te wijken. Peilopzet geschiedt door water via de inlaat van de Hennipsloot gecontroleerd in te laten. Het Hoogheemraadschap kan eerst tot Peilopzet worden verplicht nadat daartoe de, uit hoofde van de Flora en Fauna wet, vereiste ontheffing is verkregen. Rotterdam is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van deze ontheffing en zal zorg dragen voor de betreffende aanvraag. Rotterdam is ermee bekend dat de doorlooptijd van een dergelijke aanvraag circa zes maanden bedraagt. De kosten die het Hoogheemraadschap bij een Peilopzet voor roei-evenementen ter zake van defosfatering moet maken, zijn voor rekening van Rotterdam. Indien het Hoogheemraadschap als gevolg van het niet naleven van het Opzetplan de aflaat uit de Rotte moet toepassen, zullen de daarmee gepaard gaande kosten alsmede de kosten als gevolg daarvan (zoals bijvoorbeeld defosfatering en reiniging van het Plasgebied) voor rekening van het Hoogheemraadschap zijn. De kosten, anders dan die bedoeld in lid 8 van dit artikel, die door het Recreatieschap gemaakt moeten worden in het kader van het herstel van de schade aan de beplanting als
7/14
gevolg van een Peilopzet komen voor rekening van Rotterdam, het Recreatieschap en het Hoogheemraadschap tezamen. Bij gebleken schade treden vermelde Partijen met elkaar in verleg om vast te stellen hoe deze zal worden hersteld, zulks mede met in achtneming van het bepaalde in artikel 7.2 van deze akte. 10. Tijdens roei-evenementen met een Peilopzet dient het peil, binnen de daartoe geldende beheersmarges, constant gehouden te worden en niet gewijzigd te worden. Artikel 6 Schade, verontreiniging als gevolg van waterberging respectievelijk ontruiming, herstel 1.
2
3. 4.
5.
Het Hoogheemraadschap gaat er vanuit dat berging in: het Plasdrasgebied tot een peil van NAP -4.40 (ontruimingspeil); het Plasgebied tot een peil van NAP -3.95 (ontruimingspeil), mogelijk is zonder dat schade ontstaat aan de beplanting. Fysieke schade aan het Recreatiegebied als gevolg van waterberging komt ten laste van het Hoogheemraadschap, zulks tenzij de schade te wijten is aan de wijze waarop het Recreatiegebied is ingericht, in welke laatste geval het bepaalde in artikel 7.2 hierna van toepassing is. Verontreiniging van het Recreatiegebied als gevolg van waterberging wordt door en voor rekening van het Hoogheemraadschap in overleg met het Recreatieschap opgeruimd. Teneinde te kunnen bepalen of sprake is van schade en verontreiniging als hiervoor bedoeld zal tenminste jaarlijks, of zoveel vaker als nodig de toestand van het Recreatiegebied worden opgenomen, een ander zoals nader te bepalen in het hierna in artikel 10 bedoelde Gebruikersoverleg. Na een situatie van waterberging vanwege wateroverlast is het Hoogheemraadschap gehouden het Recreatiegebied zo spoedig mogelijk in een zodanige staat te brengen dat het Recreatiegebied weer voor haar recreatieve functie gebruikt kan worden en ook het Erfpachtcomplex en de Roeibaan weer conform hun functie gebruikt kunnen worden.
Artikel 7 Inrichting Recreatiegebied, Inrichtingsplan 1. ./.
2.
De inrichting van het Recreatiegebied geschiedt conform het Inrichtingsplan. Eendragtspolder de dato @ (“Inrichtingsplan”), waarvan een exemplaar als BIJLAGE 8 bij deze akte is gevoegd. Ter zake van deze inrichting stellen Partijen vast dat thans nog niet is vast te stellen hoe de natuurlijke inrichting zich zal ontwikkelen en wanneer sprake zal zijn van een ecologisch evenwichtige situatie. Indien mocht blijken dat de in het Inrichtingsplan voorziene inrichting van het Recreatiegebied zich niet goed verdraagt met het gebruik van de Roeibaan en/of het gebruik van het Recreatiegebied als waterberging en het betreffende gebruik tot schade leidt die – bij een andere inrichting – vermeden dan wel beperkt kan worden, zullen het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap en Rotterdam met elkaar in overleg treden om te
8/14
3.
4.
komen tot een alternatieve natuurlijke inrichting. Bij het eventueel overeenkomen van een alternatieve inrichting gelden als uitgangspunten dat: rekening wordt gehouden met de belangen van het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap en Rotterdam; de kosten die uit hoofde van het in deze akte bepaalde ten laste komen van het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap en Rotterdam, beheersbaar dienen zijn en blijven; een zodanige inrichting en beplanting wordt toegepast dat schade als gevolg van waterberging en/of Peilopzet ten behoeve van roei-evenementen zoveel als mogelijk wordt voorkomen dan wel beperkt. Het Hoogheemraadschap, het Recreatieschap en Rotterdam zullen gezamenlijk onderzoek doen naar de mogelijkheden van innovatief beheer en onderhoud van de bodembeplanting van het Plasgebied en van innovatieve beplanting als zodanig, een en ander teneinde schade als gevolg van het gebruik van het Plasgebied als waterberging respectievelijk voor Peilopzet ten behoeve van roei-evenementen zo veel als mogelijk te beperken. Het Hoogheemraadschap, het Recreatieschap en Rotterdam dragen gezamenlijk de daaraan verbonden kosten en zullen tevens hun deskundigheid op dit gebied ter beschikking stellen.
Artikel 8 Beheer en onderhoud Recreatiegebied 1.
2. 3.
4.
5.
Het Recreatieschap is jegens Rotterdam en het Hoogheemraadschap verantwoordelijk voor een in zijn algemeenheid goed en deugdelijk beheer en onderhoud van het Recreatiegebied. Ten behoeve van het beheer en onderhoud van het Recreatiegebied heeft het Recreatieschap het Beheerplan vastgesteld. Het Recreatieschap zal het Recreatiegebied zodanig beheren dat het in stand wordt houden conform het vigerende Inrichtingsplan dan wel een in de toekomst vast te stellen inrichtingsplan. Van de onderhoudsverplichting van het Recreatieschap zijn uitgesloten: het onderhoud dat op grond van de Erfpachtakte wordt verricht door de erfpachter; en het onderhoud van de waterstaatkundige werken en defosfateringsinstallaties, welk onderhoud wordt verricht door het Hoogheemraadschap. Het Recreatieschap zal bij haar beheer en onderhoud rekening houden met de evenementenkalender. De evenementenkalender is derhalve bepalend voor de momenten waarop in het kader van een evenement beheer en/of onderhoud gewenst of noodzakelijk is dan wel juist niet gewenst is vanwege hinder die de betreffende werkzaamheden (kunnen) meebrengen. In verband hiermee zal de evenementenkalender vermelden voor welke evenementen geldt dat voorafgaande aan het evenement beheers-/onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn en wat deze inhouden respectievelijk welke evenementen tot beperkingen voor beheers- en onderhoudswerkzaamheden leiden en wat deze beperkingen inhouden. Ten behoeve van het beheer van het Recreatiegebied zal een beheerdersoverleg worden
9/14
ingesteld. Aan het beheerdersoverleg nemen deel: een vertegenwoordiger van het Recreatieschap; een vertegenwoordiger van het Hoogheemraadschap; een vertegenwoordiger van Rotterdam. In het beheerdersoverleg komen de wijze en de planning van het beheer en onderhoud aan de orde, de evenementenkalender daarbij in aanmerking nemend. Het beheerdersoverleg zal tevens de ontwikkeling van de flora en fauna in het Recreatiegebied monitoren. Het beheerdersoverleg wordt minimaal één keer per jaar gehouden en wordt georganiseerd door het Recreatieschap. Artikel 9 Evenementen 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
8.
In dit artikel wordt onder evenement verstaan een evenement waarvoor een Peilopzet vereist is. Bij het organiseren van een roei-evenement waarvoor een Peilopzet vereist is, zal rekening gehouden worden met de in artikel 5, lid 6 hiervoor vermelde ontheffing en de doorlooptijd van de aanvraag daartoe. Een voorgenomen evenement dient ten minste 360 dagen voorafgaande aan het evenement op de evenementenkalender te worden opgenomen. Rotterdam zal aan haar huurder de verplichting opleggen dat hij voor het mogen houden van een evenement dat niet op de evenementenkalender vermeld staat, overleg dient te plegen met het Recreatieschap, het Hoogheemraadschap en Zuidplas. Bij het plannen van een evenement dient rekening gehouden te worden met de timing van de verplichtingen van het Recreatieschap en het Hoogheemraadschap omtrent het maaien. Hierbij geldt als uitgangspunt dat het moment waarop gemaaid wordt, wordt bepaald door het moment waarop een evenement plaatsvindt. Ook overigens geldt dat Partijen rekening houden met - en derhalve met elkaar overleggen - ter zake van de door ieder van hen te organiseren evenementen, waarbij de communicatie ter zake van de evenementen op het Erfpachtcomplex via de huurder daarvan loopt. Rotterdam zal deze communicatieverplichting aan de huurder van het Erfpachtcomplex opleggen. Ter bevordering van de tijdige aanvraag van de voor een evenement benodigde vergunningen en/of ontheffingen zal tijdens het Gebruikersoverleg: Zuidplas aangeven welke door haar af te geven vergunningen en/of ontheffingen vereist zijn, bij welke dienst deze aangevraagd dienen te worden en met welke doorlooptijd(en) rekening gehouden moet worden; en Recreatieschap aangeven welke overige vergunningen en/of ontheffingen vereist zijn, waar deze aangevraagd dienen te worden en met welke doorlooptijd(en) rekening gehouden moet worden. Ter behartiging van de belangen van Partijen bij evenementen zal - per evenement - een werkgroep worden ingesteld waarin zitting zullen hebben: één of twee vertegenwoordiger(s) van het Hoogheemraadschap (indien sprake is van Peilopzet);
10/14
-
één of twee vertegenwoordiger(s) van het Recreatieschap; één of twee vertegenwoordiger(s) van de huurder van het Erfpachtcomplex, die in de werkgroep mede zitting heeft/hebben als vertegenwoordiger van Rotterdam; één of twee vertegenwoordiger(s) van de organisator van het evenement; en één of twee vertegenwoordiger(s) van eventueel andere belanghebbenden. Ieder van de hiervoor bedoelde deelnemers aan de werkgroep bepaalt zelf of hij één dan wel twee vertegenwoordigers aan de werkgroep laat deelnemen. De in de werkgroep optredende vertegenwoordigers van Partijen zullen in het Gebruikersoverleg, al dan niet schriftelijk, verslag doen van de besluiten en/of genomen acties van de werkgroep. Ter zake van het nemen van besluiten in de werkgroep kan namens ieder van Partijen één stem worden uitgebracht. Bij het uitbrengen van een stem zal de betreffende vertegenwoordiger van een Partij de argumenten van de andere - ook niet-stemgerechtigde - deelnemers aan de werkgroep mede in aanmerking nemen, zulks in zodanige mate als de betreffende vertegenwoordiger goeddunkt. Het vermelde in artikel 10 lid 5 hierna is op het stem uitbrengen namens een Partij overeenkomstig van toepassing. De werkgroep zal er voorts voor zorg dragen dat afstemming plaatsvindt met het in artikel 8, lid 5 hiervoor bedoelde beheerdersoverleg. 9. Zwerfvuil als gevolg van een door Rotterdam dan wel haar huurder georganiseerd evenement zal worden opgeruimd door Rotterdam. Indien Rotterdam de betreffende verplichting tot opruimen heeft opgelegd aan haar huurder zal Rotterdam ervoor zorgen dat het Recreatieschap bevoegd is de betreffende huurder op de nakoming van die verplichting aan te spreken en zal het Recreatieschap zich in dat geval slechts tot die huurder wenden. Het in de vorige zin bepaalde is van overeenkomstige toepassing in de situatie dat bedoelde huurder de opruimingsverplichting heeft opgelegd aan de organisator van een evenement, in welk geval het Recreatieschap zich ter zake van de nakoming van de opruimingsverplichting - behalve tot de huurder - tevens tot die organisator mag wenden. 10. In verband met het hiervoor bepaalde alsmede het overigens in deze overeenkomst bepaalde wordt onder een evenement verstaan: een activiteit die alleen kan plaatsvinden indien daarvoor een of meer vergunningen dan wel ontheffingen aangevraagd dienen te worden. Artikel 10 Gebruikersoverleg 1. 2.
3.
Ten minste eenmaal per jaar zal een overleg (hierna: Gebruikersoverleg) plaatsvinden. Dit jaarlijkse Gebruikersoverleg zal telkens in maart plaatsvinden. Het Gebruikersoverleg zal worden georganiseerd door en op initiatief van het Recreatieschap. Het Gebruikersoverleg vindt plaats ten kantore van het Recreatieschap. Het Recreatieschap zal de overige deelnemers daartoe tenminste één maand voor het Gebruikersoverleg schriftelijk uitnodigen. Aan het Gebruikersoverleg zullen in ieder geval deelnemen: een vertegenwoordiger van het Recreatieschap;
11/14
een vertegenwoordiger van het Hoogheemraadschap; een vertegenwoordiger van Rotterdam; en een vertegenwoordiger van Zuidplas. 4. In het Gebruikersoverleg kan de vertegenwoordiger van elk van Partijen één stem uitbrengen. 5. Het in het Gebruikersoverleg uitbrengen van een stem geschiedt onder voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring binnen de Partij namens wie de stem wordt uitgebracht. Ter voorkoming dat besluitvorming in het Gebruikersoverleg vanwege het bepaalde in de vorige zin niet tot stand komt, dient ieder van Partijen ervoor te zorgen dat bij het Gebruikersoverleg namens haar een vertegenwoordiger aanwezig is die inzicht heeft in de bestuurlijke haalbaarheid van de te nemen besluiten. 6. Besluitvorming geschiedt met algemene stemmen. 7. Elke Partij is bevoegd om derden, die bij de te bespreken onderwerpen belang hebben, uit te nodigen teneinde bij het Gebruikersoverleg aanwezig te zijn. Een derde mag in het Gebruikersoverleg het woord voeren indien en voor zover de voorzitter deze daartoe gelegenheid geeft. 8. De agenda voor het Gebruikersoverleg zal in ieder geval de volgende onderwerpen bevatten: vaststelling van de evenementenagenda voor het eerstvolgende kalenderjaar; bespreking van de beheer- en evenementenkalender voor de daarop volgende vijf kalenderjaren; de uitvoeringsactiviteiten die in de periode tot het eerstvolgend Gebruikersoverleg verricht dienen te worden; vaststelling van het schema voor de Peilopzet; de planning van beheer- en onderhoudswerkzaamheden door het Recreatieschap; besluiten en acties van de in artikel 9, lid 7 hiervoor bedoelde werkgroep; vergunningen die ter zake van de voorgenomen evenementen verleend dienen te worden; opneming van de toestand van het Recreatiegebied als bedoeld in artikel 6, lid 4 hiervoor; de informatie afkomstig uit het beheersoverleg als bedoeld in artikel 8, lid 5 hiervoor. 9. Indien een Partij, de huurder van het Erfpachtcomplex en/of een andere aanwezige bij een Gebruikersoverleg ten opzichte van het vorige lid een onderwerp aan de agenda wil toevoegen, zal deze zulks tenminste drie weken vóór het Gebruikersoverleg verzoeken aan het Recreatieschap. 10. De agenda met onder meer een opgave van de in het Gebruikersoverleg te nemen besluiten - die genomen zullen worden met in achtneming van het bepaalde in lid 5 hiervoor - zal minimaal twee weken voorafgaand aan het Gebruikersoverleg worden verspreid onder de in lid 3 hiervoor bedoelde vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van de in lid 7 hiervoor bedoelde derden. 11. Het Gebruikersoverleg wordt voorgezeten door het Recreatieschap. 12. De notulen van het Gebruikersoverleg worden opgemaakt door het Recreatieschap. De notulist zal binnen veertien kalenderdagen na de dag waarop het Gebruikersoverleg heeft plaatsgevonden, zorgen voor toezending van de notulen. Vaststelling van deze
12/14
notulen geschiedt in het eerst volgende Gebruikersoverleg. Artikel 11 Publiekrechtelijke taken 1.
2.
De bij deze overeenkomst aangegane verplichtingen laten de publiekrechtelijke taken die Zuidplas in het kader van het verlenen van vergunningen en/of ontheffingen heeft, onverlet. Het in het kader van een publieke taak verrichte handeling en/of genomen besluit respectievelijk beschikking die niet in overeenstemming is met een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting kan derhalve niet als toerekenbare tekortkoming worden aangemerkt. Het in het vorige lid bepaalde geldt dienovereenkomstig voor de publiekrechtelijke taken van de anderen van Partijen.
Artikel 12 Afwijking ten opzichte van eerdere overeenkomsten. Nadere Afspraken Indien en voor zover deze overeenkomst afwijkt van of in strijd is met het daarover bepaalde in de Realisatieovereenkomst, de Roeibaanovereenkomst en/of een andere vóór heden gesloten overeenkomst of gemaakte afspraak, gaat deze overeenkomst voor. Artikel 13 Duur en eventuele wijziging van de overeenkomst 1. Artikel 13
1.
2
3
4.
5.
Deze overeenkomst wordt door het Hoogheemraadschap, het Recreatieschap en Rotterdam aangegaan voor door de duur van 50 jaren en door Zuidplas voor de duur van 5 jaren, met ingang van 1 januari 2015. Na het verstrijken van de in artikel 13 lid 1 genoemde periode(e) wordt deze overeenkomst voor een aansluitende periode van 5 jaren voortgezet. Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van 5 jaren. Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging door één der partijen tegen het einde van een periode met inachtneming van een termijn van ten minste 12 maanden. Opzegging dient bij aangetekend schrijven aan alle partijen te gebeuren. Indien ontwikkelingen, gebeurtenissen en/of nadere inzichten daartoe aanleiding geven, is wijziging of beëindiging van de overeenkomst vóór het verloop van vermelde duur mogelijk, mits met instemming van ieder der Partijen en - indien nodig - met inachtneming van een termijn van één jaar waarop genoemde wijziging of beëindiging in zal gaan. De Partij die een wijziging of beëindiging wenst, zal de andere Partijen voor overleg daarover uitnodigen. Indien Partijen met een wijziging of beëindiging instemmen, zullen Partijen deze schriftelijk
13/14
vastleggen. Artikel 14 Deze overeenkomst kan, behoudens het hieromtrent bepaalde in artikel 13, niet door opzegging worden beeindigd.
Artikel 15 Geschillenbeslechting Onverminderd de mogelijkheid dat geschilpunten naar aanleiding van deze overeenkomst aan de daartoe bevoegde rechter kunnen worden voorgelegd, hebben Partijen de mogelijkheid, in geval zij in de toekomst van mening verschillen omtrent de interpretatie en/of uitvoering van deze overeenkomst, zich te wenden tot een mediator die is ingeschreven in het register van het NMI, gevestigd te Rotterdam, teneinde te trachten de gerezen geschilpunten door mediation tot een oplossing te brengen. Artikel 16 Behartiging van de belangen van Partijen Ieder van Partijen is bevoegd om een derde aan te wijzen die haar hierboven vermelde belangen behartigt en uit dien hoofde de betreffende Partij vertegenwoordigt bij de nakoming van haar hierboven vermelde verplichtingen. Datum: ______________________ (@, namens Rotterdam) ___________________________ (@, namens het Recreatieschap) ________________________________ (@, namens het Hoogheemraadschap) ___________________________________ (@, namens Zuidplas)
14/14
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Realisatieovereenkomst Roeibaanovereenkomst Erfpachtakte met akte van rectificatie Tekening ter zake van Plasgebied en Plasdrasgebied Beheerplan Calamiteitenbestrijdingsplan Kaart (dwarsdoorsnede) ter zake van ‘droge’ gebieden Inrichtingsplan