Verschillende sportdingen in 1 unieke les! By
Sportaanbod voor kinderen Bacheloropleiding Sport, Management & Ondernemen 1112-057, augustus 2012
Student:
Rosalie Lansing
E-mail student:
[email protected]
Studentnummer:
527190
Volg+ nummer:
525310
Domein:
Bewegen, Sport en Voeding
Opleiding:
Sport, Management en Ondernemen
Afstudeernummer:
1112-057
Afstudeerdocent:
Henri de Weerd
Opdrachtgever:
Robert Leeseman
Meelezer:
Jaap van Hulten
Datum afstudeerpresentatie:
30 augustus 2012, 14.00 uur
2
Voorwoord De scriptie die voor u ligt is van mij, Rosalie Lansing, student Sport, Management en Ondernemen. De scriptie vormt het eindresultaat van mijn afstudeerperiode en is tegelijkertijd de afsluiting van mijn studieperiode aan de Hogeschool van Amsterdam.
Deze scriptie is een ondernemingsplan voor het innovatietraject van het bedrijf Rose Sports. Rose Sports ben ik gestart in november 2010. Het bedrijf verzorgt een breed sportaanbod voor volwassen en senioren. Het ondernemingsplan betreft een innovatietraject van een nieuw sportaanbod voor kinderen. Het sportaanbod is een geheel nieuwe en unieke vorm van sportlessen voor kinderen. Met dit ondernemingsplan streef ik naar een groei en uitbreiding voor het bedrijf Rose Sports.
Voor de totstandkoming van deze scriptie wil ik mijn afstudeerdocent Henri de Weerd bedanken, voor zijn hulp bij het nastreven van een hoogwaardige scriptie, het bepalen van de inhoud van de scriptie en zijn advies op ondernemersgebied. Mijn opdrachtgever, Robert Leeseman van Amsterdam Center for Entrepreneurchip, wil ik graag bedanken voor zijn creatieve visie op het innovatietraject, zijn advies over de marktbenadering en de gezellige gesprekken!
Als afsluiting wil ik mijn coach Jaap van Hulten bedanken voor de jaren dat hij mij heeft gesteund, aangemoedigd en een spiegel heeft voorgehouden.
Ik wens u allen veel leesplezier! Heeft u na aanleiding van het ondernemingsplan interesse in het sportaanbod dan kunt u contact met mij opnemen.
Sportieve groeten, Rosalie Lansing
3
Samenvatting In dit ondernemingsplan wordt de volgende doelstelling nagestreefd: ‘Ik wil met het innovatietraject van de onderneming Rose Sports met de verkoop van het sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 12 jaar binnen drie jaar na de start een marktaandeel in de gemeente Utrecht hebben van 10% en daarmee een inkomen verwerven van minimaal € 36.000,00 per jaar bovenop het huidige inkomen van de onderneming Rose Sports, terwijl ik maximaal 30 uur per week werk.’
De huidige onderneming Rose Sports, met een sportaanbod voor volwassenen en senioren, vormt een goede basis voor het innovatietraject. Het innovatietraject is een sportaanbod met unieke en onderscheidende sportlessen voor kinderen, genaamd SportDiNG. De huidige onderneming heeft de basis, op het gebied van zakelijke vereisten en op het gebied van een netwerk, om SportDiNG op te starten. De zakelijke vereisten zijn bijvoorbeeld een Kamer van Koophandel nummer en het netwerk van de huidige onderneming sluit aan bij het sportaanbod voor kinderen. De ondernemer beschikt grotendeels over kwaliteiten om een zelfstandig ondernemer te zijn en het innovatietraject te laten slagen.
De onderneming richt zich op een aantal van de vele kansen die naar voren komen uit de SWOT analyse. Met het sportaanbod SportDiNG pakt de onderneming deze kansen: -
zij vult de vraag in die er is naar sportaanbod voor de leeftijdsgroep van 2,5 t/m 6 jaar
-
zij maakt aanspraak met SportDing op ondersteuning en subsidies van de gemeente Utrecht
-
zij heeft expertise om zich, met het lage budget, te onderscheiden van concurrenten met de inzet van social media
-
de ondernemer heeft de expertise om de onderwijsbevoegdheid te halen en dat is verplicht gesteld voor sportaanbieders in het aankomende jaar door de overheid
-
zij vult het sportaanbod in van scholen, Buitenschoolse opvang en Kinderdagverblijven. Deze organisaties hebben weinig sportaanbod, maar het aantal locaties is gegroeid in Utrecht tot 461 locaties
Met de differentiatiestrategie en een focusstrategie wordt de marketing en promotie gericht op deze kansen.
Met de differentiatiestrategie wordt het onderscheidende en unieke vermogen van 4
SportDiNG naar voren gebracht. Met de focusstrategie wordt de aandacht gevestigd op de leeftijdsgroep van 2,5 t/m 6 jaar.
De concurrentieanalyse toont aan dat de concurrentiekracht niet groot is. De bestaande kansen zijn niet door de concurrenten ingevuld in de afgelopen jaren. De reden hiervoor kan zijn dat zij kwaliteiten of inzet missen op ondernemersgebied en zij hebben niet het aanbod waarmee zij de marktvraag invullen.
Voor het meten van de haalbaarheid is er een financiële begroting gemaakt, waar de omzet en de winst in beeld zijn gebracht. In het eerste jaar is het maandelijkse inkomen met SportDiNG bijna 18% boven het gewenste maandinkomen, het tweede jaar is het bijna 7% boven het gewenste maandinkomen en het derde jaar is het 21,5% boven het gewenste maandelijkse inkomen. Bij deze berekening is er rekening gehouden met vakanties en het gewenste aantal werkuren per week.
In het tweede jaar start SportDiNG met het aanbieden van sportlessen via internet en met het aanbieden van een sportpakket voor bedrijven, als onder ander scholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven. Deze productvormen zijn een aanvulling op het sportaanbod van SportDing en zorgen voor een extra omzet. De omzet van de sportlessen via het internet is in het tweede jaar € 7.200,00. In het derde jaar is dit meer dan het dubbele € 16.800,00. De omzet van de sportpakketten is in het tweede jaar € 7.200,00. De omzet voor het derde jaar is verdubbeld naar € 15.840,00.
Trefwoorden: sportaanbod, kinderen, onderscheidend, Utrecht 5
Summary In this business plan a few goals are set: I want make the proposed innovation project of Rose Sports a success by offering new novel sports for kids in between the age of 2,5 and 12 years old. I hope to achieve a market share in the city of Utrecht of 10% after a period of 3 years. This results in a yearly income of € 36.000,00 on top of the current income and a 30 hour work week.
The current company Rose Sports, with sports lessons for adults and seniors, forms a solid foundation for this innovation project. This innovation project offers unique and distinctive sports lessons for children, called SportDiNG. The current company has a solid foundation, in the field of business requirements and a network, to start this new project. In addition the current company has a network what can be used for promotion SportDiNG. The business requirements are for example a registration at Kamer van Koophandel and the network from the current company consistent with the new novel sports for kids. The entrepreneur has the necessary qualities to be an good entrepreneur and make this innovation project a success.
The company focuses on a few of the many opportunities which emerge from the SWOT analysis. The innovation project SportDiNG catch the these opportunities: -
fills in the market demand of offering a new novel sports for kids in between the age of 2,5 and 6 years old
-
claimeth support and grant money from the commune Utrecht
-
they got the expertise to be unique compared to the competition, by using social media. By using social media they can also handle their relative low budget.
-
The entrepreneur has the expertise to achieves a competence education, because this is mandatory in the upcoming year by the government
-
fill in the market demand by offering sports for BSO, KDV and schools. There is less sports offering for this companies, but there is a growth in the number of locations in Utrecht of 461
6
The marketing strategy will be focused on differentiation and focus. With the differentiation strategy the focus will be on the uniqueness and distinctivon of SportDiNG. With the focus strategy there is attention for kids in between the age of 2,5 and 6 years old. The competition analysis has shown that the competition is not high. The existing opportunities still not fill in by the competitors. The reason is that the competition has trouble meeting the demands of the customer or missing commitment.
Budget for measuring the feasibility was made. In this budget you can see the profit. In the first year the income for a month will 18% higher than the desired income, in the second year the income for a month will 7% higher than the desired income and in the third year the income for a month will 21,5% higher than the desired income. In this calculation vacations, free time and a 30 hour work week are included.
In the second year SportDiNG starts with offering sports lessons from the internet and with a sports package for companies, like out-of-school care, child care and schools. These product forms are complementary to the regular sports lessons of SportDing and achieved an extra profit. The profit of the sports lessons from the internet is € 7.200,00. In the third year it is doubled up till to € 16.800,00. The profit of the sports package in the second year is € 7.200,00. In the third year it is more than doubled to € 15.840,00.
Key words: sports offering, kids, distinctive, Utrecht 7
1. Inleiding Rose Sports is een organisatie die een breed sportaanbod heeft voor volwassenen en senioren. Deze organisatie is gevestigd in Utrecht en bestaat vanaf het jaar 2010. De oprichtster van deze eenmanszaak is Rosalie Lansing. Zij is een bijna afgestudeerde student aan de Hogeschool van Amsterdam in de studie richting Sport, Management en Ondernemen. Rose Sports gaat zich door middel van een innovatietraject richten op een sportaanbod voor kinderen. De organisatie schrijft een ondernemingsplan voor dit innovatietraject.
Het doel van het innovatietraject is: ‘Ik wil met het innovatietraject van de onderneming Rose Sports met de verkoop van het sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 12 jaar binnen drie jaar na de start een marktaandeel in de gemeente Utrecht hebben van 10%1 en daarmee een inkomen verwerven van minimaal € 36.000,00 per jaar bovenop het huidige inkomen van de onderneming Rose Sports, terwijl ik maximaal 30 uur per week werk.’2
Dit ondernemingsplan geeft duidelijkheid aan de organisatie over de implementatie van het innovatietraject. Om tot een succesvolle implementatie te komen worden de onderstaande onderzoeksvragen beantwoord. Deze onderzoeksvragen zijn: 1. Is de ondernemer en de huidige onderneming sterk genoeg om uit te breiden met het innovatietraject? 2. Hoe ziet de externe markt eruit van het sportaanbod en welke kansen komen hier naar voren? 3. Wat zijn de wensen en behoeften van de consumenten op het gebied van sport en internet? 4. Wie zijn de concurrenten van het sportaanbod en hoe groot is hen concurrentiekracht? 5. Wat zijn de hoofdaandachtspunten waar het innovatietraject opgericht wordt? 6. Welke marketingstrategie wordt er toegepast voor het sportaanbod? 7. Hoe worden zonder budget sterke promotieactiviteiten neergezet? 8. Blijkt uit de financiële begroting dat het gewenste inkomens, benoemd in de doelstellingen, gehaald worden? Uiteindelijk worden in het implementatieplan antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. 1
Bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
2
Grit, p.33, 2010
8
Inhoudsopgave Voorwoord .........................................................................................................................................3 Samenvatting......................................................................................................................................4 Summary ............................................................................................................................................6 1. Inleiding .........................................................................................................................................8 2. De onderneming ...........................................................................................................................12 2.1 De ondernemer ....................................................................................................................... 12 2.2 Huidige situatie ....................................................................................................................... 13 2.3 Rechtsvorm ............................................................................................................................. 14 2.4 Missie en Visie......................................................................................................................... 14 2.4.1 Visie ................................................................................................................................. 14 2.4.2 Missie ............................................................................................................................... 14 2.5 Motivatie ................................................................................................................................ 15 2.6 Doelstelling ............................................................................................................................. 15 3. Marktonderzoek...........................................................................................................................16 3.1 Geografisch en demografisch .................................................................................................. 16 3.1.1 De krachtwijken................................................................................................................ 17 3.1.2 Locaties kinderwerk .......................................................................................................... 17 3.1.3 Groei inwoners Utrecht .................................................................................................... 18 3.2 Sociaal-cultureel ...................................................................................................................... 18 3.2.1 Krachtwijken .................................................................................................................... 18 3.2.2 Gemeente Utrecht sportstimulering ................................................................................. 19 3.2.3 Groei kinderopvang .......................................................................................................... 19 3.2.4 Brede Scholen .................................................................................................................. 20 3.3 Economisch ............................................................................................................................. 21 3.3.1 Krachtwijken .................................................................................................................... 21 3.3.2 Hoogste inkomen ............................................................................................................. 21 3.3.3 Sportsubsidies in Utrecht .................................................................................................. 21 3.4 Technologisch ......................................................................................................................... 22 3.4.1 Social media ..................................................................................................................... 22 3.4.2 Website ............................................................................................................................ 23 3.4.3 Youtube channel............................................................................................................... 23 3.4.4 Filmpjes ............................................................................................................................ 23 3.5 Politiek-juridisch...................................................................................................................... 24 9
3.5.1 Buma/Stemra ................................................................................................................... 24 3.5.2 Onderwijsbevoegdheid ..................................................................................................... 24 3.5.3 De Vreedzame Wijk .......................................................................................................... 25 4. Consumentenonderzoek ..............................................................................................................26 4.1 Doelgroepen ........................................................................................................................... 26 4.1.1 Grote doelgroep ............................................................................................................... 27 4.2 Reactie op het sportaanbod .................................................................................................... 27 4.3 Sportgedrag van de consumenten ........................................................................................... 29 4.4 Internetgebruik van de consumenten ...................................................................................... 29 4.4.1 Online sportlessen ............................................................................................................ 29 4.4.2 Kosten online sportles ...................................................................................................... 29 5. Concurrentieanalyse ....................................................................................................................31 5.1 Vijfkrachtenmodel Porter ........................................................................................................ 31 5.1.1 Intensiteit van concurrentie .............................................................................................. 31 5.1.2 Macht van de afnemers .................................................................................................... 32 5.1.3 Dreiging van substituut producten .................................................................................... 32 5.1.4 Onderhandelingspositie toeleveranciers ........................................................................... 33 5.1.5 Dreiging nieuwe toetreders .............................................................................................. 33 5.2 Concurrentenmatrix ................................................................................................................ 34 5.2.1 SWOT concurrenten ......................................................................................................... 35 5.2.2 Gemeente Utrecht............................................................................................................ 36 6. Organisatieanalyse .......................................................................................................................38 6.1 Confrontatiemix ...................................................................................................................... 38 6.1.1 Aanvallen ......................................................................................................................... 38 6.1.2 Verdedigen ....................................................................................................................... 39 6.1.3 Versterken........................................................................................................................ 40 6.1.4 Terugtrekken .................................................................................................................... 41 6.2 Hoofdaandachtspunten (HAP) ................................................................................................. 41 6.3 Boston Consulting Group (BCG) ............................................................................................... 42 6.4 De groeistrategie van Ansoff ................................................................................................... 45 7. Marketing ....................................................................................................................................46 7.1 Product ................................................................................................................................... 46 7.1.1 Unique Buying Reasons (UBR)........................................................................................... 47 7.1.2 Merk en imago ................................................................................................................. 47 10
7.1.3 Productvormen ................................................................................................................ 48 7.1.4 Handelsnaam ................................................................................................................... 50 7.1.5 Huisstijl ............................................................................................................................ 50 7.2 Prijs ......................................................................................................................................... 51 7.2.1 Korting ............................................................................................................................. 53 7.3 Plaats ...................................................................................................................................... 54 7.4 Personeel ................................................................................................................................ 56 7.4.1 Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)......................................................................................... 57 7.5 Fysiek bewijs ........................................................................................................................... 57 7.6 Promotie ................................................................................................................................. 59 7.6.1 Reclame ........................................................................................................................... 59 7.6.2 Persoonlijke verkoop ........................................................................................................ 61 7.6.3 Public Relations (PR) ......................................................................................................... 63 7.6.4 Sales promotion ............................................................................................................... 63 7.7 AIDA + C .................................................................................................................................. 65 8. Financiële begroting .....................................................................................................................68 8.1 Financiële samenvatting ......................................................................................................... 69 8.1.1 Omzet en winst ................................................................................................................ 69 8.1.2 Nieuwe producten ............................................................................................................ 70 8.1.3 Uren ................................................................................................................................. 72 8.1.4 Kosten en BTW ................................................................................................................. 73 9. Conclusie ......................................................................................................................................74 9.1 Onderzoeksvragen .................................................................................................................. 74 9.1.1 De ondernemer ................................................................................................................ 74 9.1.2 De externe markt.............................................................................................................. 75 9.1.3 De Consument .................................................................................................................. 76 9.1.4 De concurrenten............................................................................................................... 77 9.1.5 De hoofdaandachtspunten ............................................................................................... 78 9.1.6 De marketingstrategie ...................................................................................................... 78 9.1.7 De promotieactiviteiten .................................................................................................... 79 9.1.8 De financiële begroting..................................................................................................... 80 9.3 Implementatieplan .................................................................................................................. 81 Verklaring literatuurlijst ...................................................................................................................85 Bronnen ........................................................................................................................................ 87 11
2. De onderneming De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk ‘de onderneming’ is: -
Is de ondernemer en de huidige onderneming sterk genoeg om uit te breiden met het innovatietraject?
2.1 De ondernemer Mijn naam is Rosalie Lansing. Ik ben 26 jaar. Door middel van verschillende testen, op gebied van persoonlijkheid en ondernemerschap, kijk ik naar mijn kracht als zelfstandig ondernemer. In de onderstaande tabel zijn deze verschillende testen getoond. Mijn sterke en zwakke punten worden vergeleken met ondernemerskwaliteiten.3 De verschillende testen kunt u terugvinden in bijlage ‘de ondernemer’. Ondernemerskwaliteiten/persoonken
Action
men4
The Big five5
Belbin6
type7
Creativiteit
X
X
X
Marktgerichtheid
X
Zelfstandigheid Sociale oriëntatie
X
Dominantie
X
X
X
0
Effectiviteit Doorzettingsvermogen
0
Aanpassingsvermogen
X
Risicobereidheid
X
X X
X= aanwezig 0= niet aanwezig Uit de drie testen komen een aantal ondernemerskwaliteiten waar de ondernemer over beschikt naar voren. Een aantal kwaliteiten komen niet naar voren in deze testen. Dit betekent niet dat de ondernemer deze kwaliteiten mist, maar deze kwaliteiten zijn niet aan de orde geweest in deze testen. 3
Grit, p.22, 2010
4
Grit, p.22
5
www.123test.nl/bigfive 2 juni 2012
6
www.thesis.nl/belbin 2 juni 2012
7
www.actiontype.nl 3 juni 2012
12
Er wordt een uitgebreide test gedaan waar, naast de persoonskenmerken, gekeken wordt naar andere kwaliteiten die nodig zijn voor een ondernemer. Dit gebeurt door middel van de ‘ondernemers competentie test’8. Bij deze test wordt er gebruikt gemaakt van het ondernemers competentie model waar de ondernemer de volgende procenten behaalt: -
Persoonskenmerken 56%
-
Kennis en ervaring 62%
-
Motivatie 56%
-
Kwaliteit 81%
‘Kennis en ervaring’ komt uit op 62%. Dit is hoog voor een beginnende ondernemer. Dit komt omdat de ondernemer al twee jaar een onderneming heeft en zij bovendien de studie Sport, Management en Ondernemen heeft afgerond. De ‘persoonskenmerken’ komen overeen met de ondernemerskwaliteiten eerder genoemd. Hier valt op dat de ondernemer over meer dan de helft van deze kwaliteiten beschikt, maar dat er ook gewerkt moet worden aan kwaliteiten die minder ontwikkeld zijn. De motivatie van de ondernemer om een zelfstandig ondernemer te zijn is niet extreem hoog. De redenen hiervoor zijn dat de ondernemer graag in een team werkt en werkt om te leven en niet leeft om te werken’. De drang om een zelfstandig ondernemer te zijn is niet hoog. De drang om dingen te doen die de ondernemer zelf wil is hoog.
2.2 Huidige situatie Sinds 2010 heb ik een bedrijf met een sportaanbod voor volwassenen en senioren. Dit bedrijf heb ik opgericht naast mijn studie Sport, Management en Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam. Deze eenmanszaak draagt de naam Rose Sports. De activiteiten vinden grotendeels plaats in Utrecht. Sinds 2006 geef ik sportlessen in sportscholen. Ik heb hier verschillende certificaten behaald. Na drie jaar gewerkt te hebben in een sportschool, besluit ik een eigen onderneming te starten.
De huidige inkomsten van Rose Sports komen binnen via vaste sportlessen en sportworkshops die gegeven worden aan volwassenen en senioren. Omdat ik dit bedrijf leidde naast mijn fulltime studie is het aantal uren dat ik aan het bedrijf besteed beperkt gebleven. Op dit moment zijn er zeven vaste lesuren per week, hiernaast zijn er gemiddeld 2 uur per maand workshops. Het gemiddelde inkomen van de huidige activiteiten bedraagt op jaar basis € 7500,00.
8
Kamer van Koophandel http://kvk.ondernemerstest.nl 2 juni 2012
13
Het innovatie traject wordt opgezet vanuit deze huidige onderneming. Dit betekent dat veel zakelijke vereisten die nodig zijn om sportlessen te geven aanwezig zijn. De huidige onderneming heeft een nummer bij de Kamer van Koophandel, een BTW nummer, een boekhouder, schrijft facturen uit, heeft een zakelijke rekening, heeft een zakelijke verzekering. Naast deze zakelijke vereisten heeft de huidige onderneming een netwerk en een naam opgebouwd.
2.3 Rechtsvorm Rose Sports is een eenmanszaak die sinds 2010 bestaat. Onder een andere handelsnaam wordt het sportaanbod voor kinderen aangeboden.9 De organisatie is een eenmanszaak, omdat een eenmanszaak een makkelijk en goedkoop op te starten bedrijf is. Met een relatief lage winst is een eenmanszaak voordeliger dan een bv. Je hebt veel belastingvoordelen met een eenmanszaak, maar bent ook volledig aansprakelijk. ’Een bv is aantrekkelijker bij hogere winsten, omdat het tarief voordeel dan groter is dan de extra aftrekmogelijkheden van de eenmanszaak.’10
2.4 Missie en Visie 2.4.1 Visie SportDing streeft ernaar, middels hun sportlessen bestaande uit verschillende sportdingen, kinderen en betrokkenen enthousiast te maken, te motiveren en te informeren over hoe zij persoonlijk sterker en gezonder in het leven staan.
2.4.2 Missie Het leven van kinderen, op een sportieve manier die zij leuk vinden, gezonder, sportiever en leuker maken.
9
Plattel, p.84, 2010
10
Kamer van Koophandel www.kvk.nl/ondernemen/rechtsvormen/overzicht-van-alle-rechtsvormen 31 mei
2012
14
2.5 Motivatie Er zijn twee redenen waarom ik een ondernemingsplan schrijf en een zelfstandig ondernemer wil zijn. -
‘Ik wil zelfstandig zijn en geen baas ‘ boven’ me hebben.’11
Dit is de eerste reden waarom ik besloot niet meer voor een bedrijf te werken. Ik kreeg geen vrijheid en had geen groeimogelijkheden in het bedrijf. Ik koos daarom voor een eigen onderneming. -
‘Ik heb een ‘gat in de markt’ ontdekt. ‘12
In het afgelopen jaar liep ik tegen een gat in de markt aan. Dit ging als volgt. Het doel voor een instructeur van groepslessen in een sportschool is om bewegend deelnemers iets aan te leren, anders dan in danslessen waar uitgebreid een beweging wordt uitgelegd en geoefend. Tijdens een invalles voor kinderen, via wijkwelzijnsbureau DOENJA Dienstverlening, ging ik op deze manier te werk. Ik gaf de kinderen een sportles op de ‘sportschool manier’. De kinderen waren enorm enthousiast, want deze manier van lesgeven was nieuw voor hen. De wijkwelzijnsorganisatie DOENJA Dienstverlening zag het enthousiasme van de kinderen en vroeg mij steeds vaker voor lessen. Ik ben bij DOENJA Dienstverlening terecht gekomen, doordat ik hier stage heb gelopen in mijn 2de jaar van mijn studie. Zij wisten dat ik veel sportlessen gaf aan volwassenen en senioren.
2.6
Doelstelling
‘Ik wil met het innovatietraject van de onderneming Rose Sports met de verkoop van het sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 12 jaar binnen drie jaar na de start een marktaandeel in de gemeente Utrecht hebben van 10% en daarmee een inkomen verwerven van minimaal € 36.000,00 per jaar bovenop het huidige inkomen van de onderneming Rose Sports, terwijl ik maximaal 30 uur per week werk.’
11
Grit, p. 19, 2010
12
Grit, p. 19, 2010
15
3. Marktonderzoek Voor het marktonderzoek wordt er gebruik gemaakt van een externe omgevingsanalyse. Dit zijn de invloeden waar de onderneming geen invloed op heeft, maar wel opin kan spelen. Uit de omgevingsanalyse komen kansen en bedreigingen voor het sportaanbod naar voren. 13
De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk ‘marktonderzoek’ is: -
Hoe ziet de externe markt eruit van het sportaanbod en welke kansen komen hier naar voren?
3.1 Geografisch en demografisch Er zijn grote demografische verschillen in de wijken van Utrecht. Deze verschillen hebben te maken met herkomst, inkomens, uitgaven aan sportactiviteiten en leeftijdsverschillen. Deze verschillen worden duidelijk in de externe analyses. Er zijn wijken die speciale aandacht krijgen op sportgebied. De sportstimulering vanuit de gemeente in deze wijken is hoog.14 Deze wijken vallen onder de term ‘probleemwijken’. Sander Brugmans geeft aan dat deze wijken door organisaties ‘krachtwijken’ genoemd worden.15 ‘Een probleemwijk is een wijk waar zich meerdere problemen tegelijk voordoen (concentratie) die problemen
zijn: werkloosheid, geweld, criminaliteit, verslavingsproblematiek
en medische
problemen zoals overgewicht en hogere sterftecijfers, waaronder ook een verhoogde kindersterfte‘.16 In de gemeente Utrecht worden deze wijken krachtwijken genoemd. De kinderen en ouders uit de krachtwijken en die ‘gewone’ wijken zijn groepen die je apart en anders moet benaderen. 17
13
Plattel, p.29, 2010
14
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
15
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
16
Wikipedia, http://nl.wikipedia.org/wiki/Probleemwijk 12 juni 2012
17
Bijlage ‘vragenlijst Peter Tol’, Bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
16
3.1.1 De krachtwijken De krachtwijken in de gemeente Utrecht zijn: Kanaleneiland (deel van Zuidwest) Hoograven (deel van Zuid) Overvecht Ondiep (deel van Noordwest) Zuilen Oost (deel van Noordwest)18
Demografische gegevens krachtwijken In deze wijken wonen de meeste allochtonen in vergelijking met andere wijken in Utrecht. Naast deze krachtwijken komt ook Leidsche Rijn naar voren als een wijk met veel allochtonen, maar er zijn ook delen in Leidsche Rijn waar weinig allochtonen wonen.19 Het valt op dat er grote verschillen zijn op het gebied van de herkomst van inwoners in de wijk Leidsche Rijn. Cijfers zijn terug te vinden in de bijlage ‘gegevens Utrecht’.
3.1.2 Locaties kinderwerk Er zijn verschillende locaties in Utrecht waar vaak kinderen komen. Deze locaties worden hieronder benoemd. Voorscholen: Er zijn 52 voorscholen in de gemeente Utrecht.20 Kinderdagverblijven (KDV): Er zijn 157 kinderdagverblijven in de gemeente Utrecht.21 Buitenschoolse opvang(BSO): Er zijn 137 BSO 22 Basisscholen: Er zijn 115 basisscholen in de gemeente Utrecht.23 Deze locaties worden in de bijlage BSO, KDV en scholen verder toegelicht.
18
www.utrecht.nl, monitor krachtwijken 2011, p.100, 24 april 2012
19
http://utrecht.buurtmonitor.nl 24 april 2012
20
www.Utrecht.nl, onderwijsinstellingen, 26 april 2012
21
www.Utrecht.nl, onderwijsinstellingen, 26 april 2012
22
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.77, 26 april 2012
23
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.77, 26 april 2012
17
3.1.3 Groei inwoners Utrecht Leidsche Rijn is een nieuwe wijk die niet valt onder een krachtwijk. ‘In Leidsche Rijn en Vleuten – De Meern wonen relatief meer 0 t/m 11 jarigen dan in andere wijken in de gemeente Utrecht.’24 Hiernaast is er in 2011 een stijging van 24% geweest van gebouwde woningen. Dit zijn woningen gericht op gezinnen, zogenaamd eengezinswoningen en meergezinswoningen.25 Het aantal inwoners in Utrecht is gegroeid. ‘Het grootste deel van de groei vond in deze twee wijken plaats, meer dan tweederde (69%) van de nieuwe Utrechters in 2011 woont in Leidsche Rijn of Vleuten-De Meern.’26
3.2 Sociaal-cultureel Er wordt meer gesport dan afgelopen jaren door inwoners van Utrecht. Er is een flinke stijging bij jeugdleden.27 Dit gebeurt vooral door de groei van sportaanbod vanuit de gemeente Utrecht, die veel sportstimuleringsprogramma’s opzetten.28
3.2.1 Krachtwijken Allochtonen doen minder aan sport. Er is een toename in de afgelopen jaren, maar nog steeds vormen zij de minderheid die aan sport doen.29 Ouders van jongeren uit krachtwijken zijn niet betrokken zijn bij de sportactiviteiten van hun kinderen. Het is in de afgelopen jaren ook nog niet gelukt hen erbij te betrekken.30 De ouders melden hun kinderen niet aan voor een sportaanbod als zij hiervoor moeten betalen. Ouders van jongeren uit ‘gewone’ wijken doen dit vaker.31
24
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.78, 29 april 2012
25
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.39, 29 april 2012
26
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.78, 29 april 2012
27
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.100-101, 26 april 2012
28
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.101-102, 26 april 2012
29
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.100-101, 26 april 2012
30
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.102, 26 april 2012
31
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’, bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
18
3.2.2 Gemeente Utrecht sportstimulering In Utrecht heerst een cultuur waar sport gestimuleerd wordt. Er zijn steeds meer projecten en organisaties die zich richten op sportstimulering.32 Er zijn ook subsidies waar de organisatie aanspraak op kan maken. Voor een aantal subsidies kan de organisaties zelf een aanvraag doen en bij een aantal andere subsidies loopt de aanvraag via een wijkwelzijnsbureau. De grootste organisaties die sport stimuleren zijn de wijkwelzijnsbureaus, waar het onderdeel sport geleid wordt door een beweegmakelaar. Informatie over wijkwelzijnsbureaus en beweegmakelaars is terug te vinden in de bijlage ‘wijkwelzijnsbureaus’.
3.2.3 Groei kinderopvang Er gaan steeds meer kinderen naar een kinderdagverblijf (KDV) of een buitenschoolse opvang (BSO), want deze zijn sinds 2010 gegroeid. ‘Per 9 december 2011 zijn er in Utrecht 157 kinderdagverblijven met een totale capaciteit van 6.382 kindplaatsen. Ten opzichte van 1 januari 2010 is het aantal kindplaatsen bij BSO met 38% gestegen en bij KDV met 26% gestegen’.33
Sportaanbieders bij BSO en KDV De BSO heeft soms zelfstandig contact met sportaanbieders uit de wijk of met aanbieders uit hetzelfde gebouw. Er kan een eenmalige cursus gegeven worden of er is een vast sportaanbod voor een periode van afgesproken tijd.34 Het sportaanbod bij de BSO is niet groot.
Van de 11 BSO’s in Utrecht zijn er 4 die iets aan sport doen. Het sportaanbod bij KDV is niet groot. Van de 11 KVD’s in Utrecht zijn er 4 die iets aan sport doen. De BSO’s en KDV’s promoten niet dat zij een sportaanbod hebben voor de kinderen. Er wordt alleen aangegeven dat er een sportruimte is.35 Hoe vaak en hoe deze ruimte gebruikt wordt is niet duidelijk. De BSO heeft de mogelijkheid om in samenwerking met een vereniging een combinatiefunctionaris (CF) aan te stellen. Dit is iemand die vaste lessen geeft vanuit een vereniging of vanuit de gemeente. De BSO betaalt dan 60% van het salaris en de overheid 40%. Dit wordt geregeld door wijkwelzijnsorganisaties.
32
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.101-102, 26 april 2012, bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
33
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.77, 26 april 2012
34
Bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
35
Bijlage ‘BSO, KDV en scholen’
19
De wijkwelzijnsorganisaties gaan een steeds grotere rol spelen in de samenwerking tussen sportaanbieders, de BSO en de KDV.36 In de bijlage ‘wijkwelzijnsbureaus’ wordt een CF toegelicht.
3.2.4 Brede Scholen Op 12 verschillende scholen in Utrecht wordt er gewerkt met een continurooster. Deze scholen worden ‘Brede Scholen’ genoemd. De Brede School biedt voor kinderen van 0 t/m 12 jaar een breed aanbod. Het aanbod van het continurooster is in eerste instantie onderwijs met daarnaast cultuur, sport, welzijn en soms techniek en natuur, maar ook kinderopvang en buitenschoolse opvang.37 Het belang van de Brede School is het bieden van een sluitend netwerk voor kinderen en ouders in de wijk om zo talenontwikkeling te stimuleren bij kinderen. Een afgestemd aanbod dat niet alleen door docenten is in te vullen.38 ‘Door meerder organisaties, ieder met hun eigen kerntaken en specifieke kwaliteiten, aan elkaar te verbinden in een brede school bereiken wij een dergelijk afgestemd aanbod wel.’39 ‘De brede school is bij uitstek geschikt om de daarvoor noodzakelijke verbindingen te leggen tussen scholen, kinderopvang, peuterspeelzalen, CJG, jeugdzorg, maar ook ouders en (sport)organisaties in de wijk.’40 Het aanbod van het continurooster wordt geregeld in samenwerking met wijkwelzijnsbureaus.41 Voor een externe sportaanbieder is het daarmee lastiger om als zelfstandige partij een sportaanbod te geven op scholen. Door middel van pilotversies van het continurooster worden scholen gestimuleerd om een Brede School te worden. In de komende jaren wil Utrecht in de 5 krachtwijken alle scholen veranderen in een Brede School.42
36
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
37
www.BredeScholenUtrecht.nl, informatie.
38
Jaarbericht 2011, Brede scholen in Nederland, p.6. www.rijksoverheid.nl
39
www.BredeScholenUtrecht.nl, informatie.
40
Jaarbericht 2011, Brede Scholen in Nederland, p.4. www.rijksoverheid.nl
41
Bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
42
www.BredeScholenUtrecht.nl, home
20
3.3 Economisch Op economisch gebied wordt er gekeken naar de verschillende wijken in Utrecht. Er wordt gekeken naar het verschil in inkomens, zodat hier rekening mee gehouden kan worden bij de marketingstrategie. Tevens wordt er gekeken naar subsidiemogelijkheden.
3.3.1 Krachtwijken De krachtwijken komen uit cijfers naar voren als wijken met inwoners met lage inkomens.43 Hiernaast zijn de wijken in Utrecht-Oost, wijken met een laag inkomen. De vijf krachtwijken zijn de wijken met de hoogste werkloosheid en de meeste bijstandsgerechtigden, uitkeringsontvangers, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.44 Dit kan een reden zijn waarom in krachtwijken betaalde sporten niet lopen. Ouders doen hun kinderen niet op een sport als zij hiervoor moeten betalen, zoals werd beschreven in de paragraaf ‘sociaal-cultureel. 45
3.3.2 Hoogste inkomen De wijken met het hoogste percentage mensen met betaald werk, zijn de wijken Leidsche Rijn, Vleuten – De Meern, Zuid en de binnenstad. Leidsche Rijn heeft naast het hoogste percentage mensen met betaald werk, ook één van de hoogste percentages mensen met een werkloosheidsuitkering. In de wijk Leidsche Rijn zijn verschillen op gebied van werk en inkomen groot. Met de verschillen in de wijk Leidsche Rijn moet rekening gehouden worden in de marketingstrategie. Deze gegevens zijn terug te vinden in de bijlage ‘gegevens Utrecht’.
3.3.3 Sportsubsidies in Utrecht Er is een aantal subsidies op sportgebied waar de organisatie met het nieuwe sportaanbod aanspraak op kan maken. Er zijn subsidies die zelf door de organisatie aangevraagd kunnen worden en er zijn subsidies waar de organisatie via een aantal wijkwelzijnsbureaus aanspraak op kan maken. Subsidie sportverenigingen
Zelf aan vragen
Breedtesport evenement
Zelf aan vragen
Sport in de wijk
Aanvragen via wijkwelzijnsbureaus
Het nationaal actieplan sport en bewegen (NASB)
Aanvragen via NASB
Een uitgebreide uitleg van de subsidies staat vermeld in de bijlage ‘subsidies’.
43
Bijlage ‘gegevens Utecht’
44
Bijlage ‘gegevens Utrecht’
45
Bijlage ‘vragenlijst Peter Tol’
21
3.4 Technologisch Er zijn technologische ontwikkelingen op het gebied van internet en online marketing. Deze technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat internet steeds gebruiksvriendelijker46 wordt en dat online marketing in de vorm van social media een steeds grotere rol speelt bij bedrijven.47 In Nederland zet 65,5% van de bedrijven social media in.48 Dit heeft als voordeel voor ondernemers, dat zij minder snel afhankelijk zijn van derden en dat zij meer zelf kunnen doen. Tevens biedt deze ontwikkeling nieuwe en goedkope marketingmogelijkheden.49 In de onderstaande paragrafen worden de technologische ontwikkelingen toegelicht.
3.4.1 Social media Er is een toename van online marketing door de komst van social media. Social media bieden de organisatie, met een relatief laag budget, de mogelijkheid tot online marketing.50 De top 5 van social media, gebruikt door bedrijven, zijn: 1. Twitter 2. Facebook 3. LinkedIn 4. Youtube 5. Google +51 Het inzetten social media zijn gratis, maar moet door een bedrijf effectief worden ingezet.52 Dit kan een organisatie doen door een social media strategie op te zetten.
46
Bijlage ‘vragenlijst The Goodplace’
47
Pondres social marketing, social-media.nl, p.5.
48
Pondres social marketing, social-media.nl, p.5.
49
Gastcollege bij ACE van Daphne Medik DMM Communication
50
Gastcollege bij ACE van Daphne Medik DMM Communication
51
Pondres social marketing, p.11, 2012
52
Gastcollege bij ACE van Daphne Medik DMM Communication
22
3.4.2 Website Een eigen website hoeft geen grote investering te zijn voor je bedrijf. Er zijn steeds meer mensen die een website kunnen maken blijkt uit navraag onder een aantal vrienden. Een website is een eenmalige investering, maar heeft maandelijkse kosten. Deze kosten zijn niet hoog. 53 Een website kan zo gemaakt worden dat de website gemakkelijk door een leek aangepast kan worden, met het voordeel dat een ondernemer niet afhankelijk is van andere partijen.54 De promotie van een website is makkelijker door de opkomst van social media. Via social media kan een link naar een website geplaatst worden.
3.4.3 Youtube channel Youtube biedt een manier om filmpjes op het internet te plaatsen, zodat deze zichtbaar zijn voor anderen. Dit betekent dat jij een eigen online filmzender hebt waar mensen gratis filmpjes kunnen kijken. Youtube biedt de ondernemer de mogelijkheid om zelf het beheer van de filmpjes te doen, zonder derden in te schakelen zelf. Via jouw website of via jouw social media kan een link geplaatst worden naar jouw Youtube kanaal. Hoe deze link gemaakt wordt, wordt uitgelegd op de website van Youtube door middel van een voorbeeld. Meer informatie over de inzet van Youtube is te lezen in het verslag over social media.
3.4.4 Filmpjes Via Youtube zijn filmpjes online te zetten. De camera-apparatuur heeft ook een technologische ontwikkeling doorstaan. Bijna alle camera’s zijn tegenwoordig digitale camera’s. Met digitale camera’s kan een foto- of filmopname snel en makkelijk overgezet worden naar een computer. De meeste digitale camera’s kunnen foto- en filmopnames maken, je hebt één toestel nodig.55 De kwaliteit van digitale camera’s is hoog en de prijs ligt rond de € 600,00. 56
53
Bijlage ‘factuur website’
54
Bijlage ‘vragenlijst The Goodplace’
55
Gesprek medewerker MyCom
56
Gesprek medewerker MyCom
23
3.5 Politiek-juridisch De onderneming moet rekening houden met politieke en juridische verplichtingen, eisen of andere zaken met het sportaanbod voor kinderen. Om tegenslagen, afwijzingen of boetes te voorkomen is het belangrijk dit te onderzoeken.
3.5.1 Buma/Stemra Buma/Stemra is een organisatie die zich bezighoudt met auteursrechten. Dit betekent dat wanneer een organisatie muziek laat horen, vastlegt of gebruikt zij licentie moet betalen. Het geld van deze licentiekosten gaat naar de auteurs van de muziek.57 Betaalt een organisatie niet en gebruikt zij toch muziek, dan krijgt de organisatie een boete. Door op de website van Buma/Stemra het tarief uit te rekenen dat van toepassing is op de onderneming, blijkt dat de kosten om gebruik te maken van muziek erg hoog zijn. De kosten zijn op dit moment te hoog om hiernaast nog winst te maken voor de onderneming. Mocht de onderneming groter worden en er meer locaties bijkomen, dan is het advies om contact op te nemen met Buma/Stemra en te onderhandelen over de afdracht.
3.5.2 Onderwijsbevoegdheid Organisaties kijken steeds vaker of sportaanbieders in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid.58 De overheid onderhandelt op dit moment met scholen en wijkwelzijnsbureaus over het verplicht stellen een onderwijsbevoegdheid.59 Dit betekent dat sportaanbieders, die lesgeven aan kinderen op basisscholen of onderwijsprogramma’s aanbieden via gemeenteprojecten voor programma’s, over een onderwijsbevoegdheid moeten beschikken. Deze onderwijsbevoegdheid is een Hbo-diploma, die nodig is om actief te kunnen zijn in het basisonderwijs en speciaal onderwijs.60
Er zijn mogelijkheden om als sportaanbieder zonder onderwijsbevoegdheid in het bezit te komen van een bevoegdheid, zonder een fulltime of deeltijd studie te volgen. De stappen die genomen moeten worden zijn beschreven in de bijlage ‘onderwijsbevoegdheid’.
57
www.bumastemra.nl
58
Bijlage ‘vragenlijst Peter Tol’
59
Bijlage ‘vragenlijst Peter Tol’
60
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, www.rijksoverheid.nl, werken in het onderwijs
24
3.5.3 De Vreedzame Wijk De Vreedzame Wijk en de Vreedzame School zijn methoden die in heel Nederland worden ingezet. Het doel van de Vreedzame Wijk is om een pedagogische samenhang in de wijk te realiseren.61 ‘Kinderen leren oog en oor te hebben voor anderen, zich verantwoordelijk te voelen voor het algemeen belang: initiatiefrijk, zorgzaam en betrokken.’62 Dit gebeurt door de punten van De Vreedzame School te delen met kinderen, ouders en de wijk. Door middel van bijeenkomsten worden mensen bijgeschoold over De Vreedzame Wijk en kunnen zij de stappen hierin zelf hanteren.
In 2012 wil de gemeente Utrecht dat ook sportaanbieders een Vreedzame sportaanbieder zijn. Dit betekent dat zij een bijeenkomst hebben gevolgd van de Vreedzame Wijk. Ze mogen hierna in hun marketing zichzelf een Vreedzame sportaanbieder noemen en het logo van de Vreedzame Wijk gebruiken. In hun lessen passen ze de vreedzame stappen toe.
61
www.devreedzameschool.nl
62
www.devreedzameschool.nl
25
4. Consumentenonderzoek De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk consumentenonderzoek is: -
Wat zijn de wensen en behoeften van de consumenten op het gebied van sport en internet?
4.1 Doelgroepen Het innovatietraject is gericht op kinderen in de leeftijdscategorie 2,5 t/m 12 jaar. Dit betekent niet dat naast deze doelgroep er geen andere doelgroepen zijn waar de onderneming zich op gaat richten. Rond deze hoofddoelgroep ontstaan andere doelgroepen die een bijdrage leveren het bereik van de hoofddoelgroep.
-
Het sportaanbod is gericht op jonge kinderen, waardoor ouders veel invloed op hen en hun activiteiten hebben. Om deze redenen vormen ouders een doelgroep.
-
Alle kinderen hebben schoolplicht. Alle kinderen uit Utrecht zijn te bereiken via scholen, waardoor scholen een doelgroep vormen voor de organisatie.
-
Onder de doelgroep scholen valt ook de voorscholen. Dit zijn scholen voor kinderen vanaf 2,5 jaar als voorbereiding op de basisschool. Deze voorscholen zijn niet verplicht, maar in 2011 bezoekt ongeveer 80% van de doelgroep peuters een voorschool.63
-
Er zijn verschillende locaties waar kinderen komen naast de scholen. Deze locaties zijn de buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven en andere bedrijven die werken met of voor kinderen in de profitsector en non-profitsector Dit is ook een doelgroep waar de onderneming zich op richt.
De onderneming richt zich met het sportaanbod voor kinderen in de gemeente Utrecht op meerdere doelgroepen. Deze doelgroepen zijn: Kinderen -
Particulieren
Ouders Kinderdagverblijven
-
Profit-organisaties
Buitenschoolse opvang Bedrijven Gemeente Utrecht
-
63
Non-profitorganisaties
Scholen
www.Utrecht.nl, Utrechtmonitor 2012 p.77, 29 april 2012
26
Door de verschillende doelgroepen te bereiken worden het sportaanbod op verschillende manieren aangeboden. Dit wordt beschreven in het hoofdstuk ‘marketing’.
4.1.1 Grote doelgroep De volgende cijfers zijn deels overgenomen uit het hoofdstuk ‘marktonderzoek’. Voorscholen 2-4 jaar: 52 scholen Basisscholen 4-11 jaar: 115 scholen Kinderdagverblijven: 157 locaties. Totale capaciteit van: 6.382 kindplaatsen Buitenschoolse opvang: 137 locaties. Totale capaciteit van: 6.325 kindplaatsen
4.2 Reactie op het sportaanbod De reacties van kinderen, hun ouders en docenten zijn gevraagd. Bij het maken van het product wordt er rekening gehouden met deze reacties. Kinderen -
Ik vind het zo leuk dat ik gewoon mag rennen
-
Ik vind de muziek heel leuk
-
Ik vind het leuk dat we altijd iets anders doen
-
Ik vind het leuk dat ik zelf mag kiezen wat wij gaan doen
De reacties van kinderen zijn vooral gericht op de vrijheid die zij in de les hebben. Ze zijn vaak verbaasd over wat zij mogen doen. Dit betekent niet vrijheid in de vorm van ‘niet luisteren’ of ‘andere kinderen pesten’, maar vrijheid in activiteiten uitkiezen. De kinderen worden met het geven vrijheid in de les uitgedaagd en verrast.
Ouders -
Ik zie mijn kind echt veranderen door de les
-
Het is een wonder te noemen dat mijn kind mee wil doen met deze les
-
Mijn kind is erg enthousiast
-
Normaal is mijn kind heel verlegen, maar nu doet ze echt mee
-
Ik vind het heel knap hoe de docente de kinderen inspireert
-
Mijn kind doet niet goed mee als er regels zijn
-
Het is echt een unieke sportvorm
De reacties van ouders zijn vooral gericht op het coachende element dat sterk naar voren komt in de lessen. De ouders zien de kinderen positief veranderen. 27
Docenten -
De docente motiveert de kinderen
-
Het lijkt alsof de docente al jaren voor de klas staat
-
Het is echt een leerzame les
-
Het is een hele unieke manier om kinderen iets te leren
De reacties van de docenten zijn vooral gericht op het aanpassingsvermogen van de inhoud van het sportaanbod. De sportles is gemakkelijk aan te passen aan de wensen van een school. Bv. als zij bezig zijn met een bepaald onderwerp in hun lessen, dan kan dit doorgezet worden in het sportaanbod.
Behoeften consumenten Aan een aantal kinderen is de vraag gesteld wat zij graag willen doen in een sportles. Deze vraag is ook gesteld aan hun ouders, aan een aantal docenten en aan organisaties die sportaanbieders inhuren bijvoorbeeld de gemeente Utrecht. Hieronder zijn de antwoorden op de vraag opgesomd. Kinderen -
Vrijheid in de les, zodat ze niet constant hoeven te luisteren en regels te volgen
-
Veel verschillende dingen doen in de les
-
Muziek in de les
-
Doen wat zij leuk vinden
Ouders -
Sportles voor kinderen jonger dan 6 jaar
-
Leer- en coachelementen in de les, als zelfexpressie en zelfvertrouwen
-
Dat kinderen zelf met heel veel plezier naar een sportles gaan
-
Professionele docent voor hun kinderen
-
Dat hun kinderen bezig zijn met sporten en gezondheid
Docenten scholen -
Sterke en zelfstandige docent, zodat de docent zelf niet constant bij de sportles hoeft te zijn
-
Een docent en een gevarieerde les die kinderen motiveert en inspireert
-
Verschillende leer- en coachelementen in plaats van alleen het aanleren van een bepaalde sport
Externe organisaties -
Sportles voor kinderen jonger dan 6 jaar
-
Sterke en zelfstandige docent, zodat de docent zelf niet constant bij de sportles aanwezig hoeft te zijn
-
Een docent en een gevarieerde les die kinderen motiveert en inspireert 28
4.3 Sportgedrag van de consumenten Uit de enquête blijkt dat er veel kinderen sporten, maar 23,8% van de geënquêteerde zegt dat hun kinderen niet op een sport zitten. Er wordt ook aangegeven dat niet alle kinderen in een gezin een sport volgen. Bijna de helft van de ondervraagden 42,9% geeft aan dat alleen hun kinderen in de leeftijd 6-9 jaar op een sport zitten. Belangrijk is om te weten waarom deze kinderen niet op een sport zitten. Uit de antwoorden op deze vraag komt naar voren dat 78,8% aangeeft dat er geen sport is voor de leeftijdscategorie van de kinderen. De leeftijd die de ouders doorgeven is 2 t/m 6jaar. Bevestigd wordt door verschillende organisaties dat er veel vraag is naar sportaanbod in deze leeftijdscategorie en dat maar weinig aanbieders zich richten op kinderen onder de 6 jaar.64
4.4 Internetgebruik van de consumenten Uit de enquête blijkt dat 81% van de ondervraagden aangeeft dat hun kinderen op internet actief zijn. De ondervraagden hebben kinderen van 0 t/m 12 jaar, waarbij de grootste groep tussen de 3 en 9 jaar is. Op internet zijn kinderen vooral bezig met filmpjes bekijken op Youtube en spelletjes spelen.
4.4.1 Online sportlessen Ouders en hun kinderen zijn niet bekend met sportlessen die aangeboden worden via het internet. De ondervraagden (52,4%) geven aan nooit gehoord te hebben van online sportlessen. De overige ondervraagden zeggen dat zij wel meedansen op filmpjes via het internet. Het bewegen op online filmpjes wordt gedaan door ouders en hun kinderen, maar het wordt niet gezien als een online sportles. Hiernaast wordt het niet aangeboden als een online sportles aan de ouders, maar ouders zoeken zelf muziekfilmpjes op. Er is geen specifieke aanbieder van online sportlessen voor kinderen bekend bij ouders.
Als er een aanbieder is met online sportlessen dan zou 27,8% van de ondervraagde ouders dat fantastisch vinden en hun kinderen ook. Hiernaast zegt 50% van de ondervraagde ouders dat zij het zouden overwegen om mee te doen met een online sportles.
4.4.2 Kosten online sportles Er wordt aangegeven door een grote groep ouders dat zij interesse hebben in online sportlessen voor hun kinderen. In de enquête is ook gevraagd hoeveel geld de ouders willen betalen voor een online
64
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
29
sportles. Af te lezen aan de enquête is dat 62% van de ouders wil betalen voor een online sportles. De grootste groep geeft aan € 1,00 te willen betalen voor een online sportles. Er zijn ook ouders die aangeven geen geld te willen betalen voor een online sportles, deze ouders vormen 33,3%.
30
5. Concurrentieanalyse In de concurrentieanalyse wordt er gebruik gemaakt van verschillende modellen om de concurrenten zo goed mogelijk te analyseren. Er wordt gekeken naar verschillende concurrentie en de kracht van de verschillende concurrenten.
De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk ‘concurrentieanalyse’ is: -
Wie zijn de concurrenten van het sportaanbod en hoe groot is hen concurrentiekracht?
5.1 Vijfkrachtenmodel Porter De onderneming kijkt, met het vijfkrachtenmodel van Porter, verder dan de ‘bestaande’ concurrenten. 65 In de onderstaande paragrafen worden alle concurrenten besproken.
5.1.1 Intensiteit van concurrentie Deze concurrentievorm wordt in het algemeen ‘de concurrentie’ genoemd.66
Dit zijn voor de
organisatie, andere sportaanbieders. Er is altijd concurrentie, maar dit kan variëren van een felle strijd tot concurrentie uit welbegrepen eigenbelang.67
Sportstimulering is een maatschappelijk onderwerp. Sport wordt gestimuleerd, dat uit zich in de subsidies die er zijn voor sportaanbieders en de vele sportstimuleringsprojecten voor kinderen. Hierdoor is er geen felle concurrentiestrijd. Een felle concurrentiestrijd zou niet geaccepteerd worden door de organisaties die sport stimuleren in de gemeente Utrecht. Doordat er een dienst wordt aangeboden is er de mogelijkheid heterogeniteit te creëren.68 Dit betekent dat de dienst, in dit geval een sportles, gemakkelijk te veranderen is en onderscheidend gemaakt kan worden. Vooral met een unieke en onderscheidende dienst is de concurrentie laag. De concurrentie is hoger bij dezelfde diensten bijvoorbeeld tussen dansscholen. Als een docent of organisatie zijn diensten niet anders invult dan andere sportaanbieders.
65
Rustenburg, p. 180, 2007
66
Rustenburg, p. 184, 2007
67
Rustenburg, p. 184, 2007
68
Westerbeek, & Rubingh & Shilbury & Quick. p.163, 2003
31
Het sportaanbod dat de onderneming aanbiedt is zelfgemaakt en uniek. Er zijn weinig dezelfde aanbieders met dit sportaanbod. Productdifferentiatie is belangrijk voor de organisatie om zich te onderscheiden van de concurrenten. De prijsverschillen zijn voor de onderneming minder belangrijk.
5.1.2 Macht van de afnemers De vormgeving is voor de afnemers belangrijk. Op het gebied van sportlessen is de vormgeving de inhoud van de sportlessen. In de eerste periode is de macht van de afnemers groter dan de jaren die volgen. Dit komt omdat de afnemers bekend gemaakt moeten worden met het sportaanbod. In de eerste periode is de organisatie afhankelijk van afnemers. Ze moeten de afnemers opzoeken, aanspreken en aan hun wensen voldoen. In deze periode wordt er ingespeeld op de toegevoegde waarde voor de afnemers.
Zodra het sportaanbod bekend is bij de afnemers wordt de macht van de afnemers kleiner. Als zij kennis hebben gemaakt met de sportles kiezen zij ervoor om deze sportles te volgen, omdat de les hen aanspreekt. Zij kunnen overstappen naar een andere concurrent, maar hebben bewust voor dit sportaanbod gekozen. Het sportaanbod onderscheidt zich dan voldoende van ander sportaanbod om de macht van afnemers te verkleinen.69
5.1.3 Dreiging van substituut producten Substituten voor de organisatie zijn andere vormen van ‘vermaak’ en ‘bezig zijn met gezondheid’ voor kinderen. Het sportaanbod vervult de behoeften van kinderen om iets leuks te doen en van de ouders is de behoefte dat hun kinderen bezig zijn met hun gezondheid.70 Omdat het sportaanbod gericht is op kinderen spelen de ouders een grote rol. De kinderen beslissen niet zelf of zij het sportaanbod gaan volgen, maar ouders bepalen uiteindelijk of hun kind een sportles gaat volgen. Dit komt, naast de onbevoegdheid van een kind om zich aan te melden voor een les, doordat ouders degenen zijn die betalen, die de kinderen aanmelden en vaak de kinderen naar de sportles brengen.
69
70
Rustenburg, p. 183, 2007 Paragraaf ‘behoeften consumenten’
32
Substituten voor het sportaanbod zijn o.a.: -
Computers. Op de computer zelf zijn ook verschillende substituten voor het sportaanbod bijvoorbeeld als kinderen mee dansen op muziekfilmpjes van Youtube of online spelletjes spelen. Ook spelcomputers die inspelen op sport bijvoorbeeld een Wii-computer vervullen de behoeften ‘vermaak’ en ‘bezig zijn met de gezondheid’.71
-
Clubjes voor de kinderen
-
Buitenspelen of buiten sporten. Kinderen, in plaats van een sportles, buiten laten spelen. Als kinderen buiten spelen kan dit ook sporten zijn. Bv. voetballen.
Het sportaanbod is niet verplicht en het is in eerste instantie niet levensbedreigend als het aanbod niet gevolgd wordt. Het is belangrijk dat de sportles gevarieerd is en dat er een groot aanbod is om te bereiken dat de sportlessen aantrekkelijker zijn dan de substituut producten. Het voordeel van het sportaanbod is dat het inspeelt op de behoeften van de kinderen en van de ouders. Het sportaanbod onderscheidt zich van de substituut producten, doordat kinderen begeleidt worden en er doelen gesteld zijn.
5.1.4 Onderhandelingspositie toeleveranciers De macht van de leveranciers is niet groot, omdat de sportles grotendeels zelf geproduceerd wordt. Er zijn weinig leveranciers waar de organisatie van afhankelijk is.
5.1.5 Dreiging nieuwe toetreders Het is voor nieuwe toetreders goedkoop om de markt te betreden met een sportles. Er zijn weinig oprichtings- en investeringskosten. Op administratief vlak is het ook gemakkelijk om te starten, omdat er weinig nodig is om een eenmanszaak te starten.72 Dit zorgt voor dreiging.
Moeilijk is het voor nieuwe toetreders om naamsbekendheid te krijgen en leden te werven, omdat er concurrenten aanwezig zijn. Dit maakt dat de dreiging van nieuwe toetreders niet groot is. Tevens is de dreiging van nieuwe toetreders niet groot, omdat bestaande organisatie al naamsbekendheid hebben. Een instelling zal niet zonder reden overstappen naar een nieuwe sportaanbieder.
71
http://wiifit.com/
72
http://www.eenmanszaakoprichten.nl/#rechtsvorm
33
Hiernaast is overstappen naar een andere organisatie in sommige gevallen makkelijk en in sommige gevallen niet. De ene organisatie vraagt contributie voor het aankomende jaar en andere organisaties vragen contributie per les. De toetreders moeten zich daarom onderscheiden van de bestaande aanbieders om op te vallen. Als een toetreder zich onderscheid bestaat de kans dat de gemeente Utrecht helpt met het opstarten van het aanbod, zodat het toetreden tot de markt makkelijker wordt gemaakt. Opvallen zorgt voor een grotere dreiging van toetreders.
5.2 Concurrentenmatrix Er zijn verschillende concurrenten aanwezig. De concurrenten zijn ondernemers in de sport en het sportaanbod vanuit de gemeente Utrecht is een concurrent. In een concurrentiematrix is het aantal concurrenten beschreven. 73 Deze concurrenten zijn met elkaar vergeleken. De concurrentiematrix kunt u terugvinden in de bijlage ‘concurrenten’
Uit de matrix komt naar voren dat er geen concurrent is die boven een ander uitsteekt. Het sportaanbod steekt wel boven de andere uit. Longa sluit op veel punten aan bij het sportaanbod. Op een aantal essentiële punten scoort deze organisatie heel slecht. Dit is bij gevarieerd en uniek aanbod en coaching in de les. Longa heeft een sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar. Dit vormt een sterk punt. Longa richt zich niet actief op de twee wijken met potentie. Longa heeft één vaste locatie en toont geen uitbreiding naar de wijken met potentie.
PM-dance is een concurrent op het gebied van sportaanbod. Net als Longa scoort PM-Dance minder hoog op de onderscheidende aspecten, namelijk gevarieerd,uniek aanbod en coaching in les. Tevens valt op dat de website erg amateuristisch is. Ze zijn slecht vindbaar via internet en zijn niet actief op social media. PM-dance heeft veel locaties, verspreidt over heel Utrecht. Ze zijn actief in de buurt van Leidsche Rijn, maar niet in de binnenstad.
Ladyfit en Klaria-fit zijn bekende namen bij de wijkwelzijnsbureaus. Het zijn organisaties die gesubsidieerd worden en daardoor een lage vraagprijs kunnen hanteren. Hun doelgroep sluit niet aan bij de doelgroep van het sportaanbod voor kidneren. Zij geven aan voor iedereen sportlessen aan te bieden, maar er staan geen sportlessen voor kinderen op hun rooster. Hiernaast richten
73
Plattel, p. 38, 2010
34
Ladyfit en Klarity-fit zich vooral op speciale groepen, als allochtonen en minderbedeelden. Lady-fit heeft twee vaste locaties in Utrecht en richt zich niet op wijken met potentie.
Judoschool Barberio biedt sportlessen voor kinderen onder de 6 jaar. Op andere punten sluit het judo aanbod niet aan bij het sportaanbod. Het judo aanbod is een eenzijdig aanbod dat niet gericht is op innovaties of differentiaties. Zij zijn actief in de wijken met potentie en scoren op dit punt hoog.
Urban dance center scoort hoog op de onderscheidende aspecten als gevarieerd en uniek aanbod. De organisatie heeft hippe, actuele docenten, een mooie website en is actief op het gebied van social media. Urban dance is als een van de weinige actief in de binnenstad van Utrecht. Veel sterke punten. De organisatie heeft heel weinig lessen op het rooster staan en heeft ook geen aanbod voor kinderen onder de 6 jaar. Dat zij weinig lessen aanbieden kan verschillende redenen hebben, namelijk geen ambitie om meer lessen aan te bieden, de marketingactiviteiten werken niet voldoende, zij werken niet samen met de wijkwelzijnsbureaus die over een groot marktaandeel beschikken.
5.2.1 SWOT concurrenten Voor de concurrenten is een algemene SWOT gemaakt. In een SWOT analyse worden de interne sterktes en zwaktes geanalyseerd en de kansen en bedreigingen worden geanalyseerd.74 De SWOT is terug te vinden in de bijlage ‘concurrenten’.
De sportaanbieders die actief zijn in Utrecht verschillen; dat loopt van zelfstandige ondernemers tot sportverenigingen. Wat opvalt is dat alle sportaanbieders één en dezelfde sport aanbieden. Voorbeelden hiervan zijn voetbalverenigingen, dansscholen of een aanbieder van judo. Hiernaast zijn zij niet actief op internet met een website en of met de inzet van social media. Voor de concurrenten zijn er dezelfde kansen als voor het innovatietraject. Deze kansen en bedreigingen zijn voor alle sportaanbieders hetzelfde en zorgen dus niet voor een onderscheidend vermogen. Of de concurrenten zich op deze kansen richten is niet vast te stellen.
74
Grit, p.49, 2010
35
Ondanks dat deze concurrenten langer bestaan dan het innovatietraject, maken zij geen gebruik van deze kansen en dat kan verschillende redenen hebben. 1. Hun aanbod is niet toereikend genoeg om deze kansen te pakken 2. Zij hebben geen kennis van de kansen 3. Zij hebben geen motivatie om de kansen te pakken Om aanspraak te maken op deze kansen is het nodig te kijken naar de sterke punten van de sportaanbieder, maar ook de motivatie en inspanningen van de sportaanbieder om een kans te pakken zijn belangrijk.
De kansen zijn niet door alle sportaanbieders te pakken, want de kansen zijn beperkt. Als een kans door een sportaanbieder gepakt is, is deze kans er niet meer of is deze kans kleiner voor andere sportaanbieders. Een voorbeeld: als een sportaanbieder in Leidsche Rijn een groot aanbod heeft voor kinderen onder de 6 jaar, verkleint zij ook veel kansen voor sportaanbieders en daardoor ontstaat concurrentie. Ook bij de gemeente zijn er beperkte kansen. Dit komt naar voren in de onderstaande paragraaf.
5.2.2 Gemeente Utrecht De gemeente Utrecht biedt veel hulp aan sportaanbieders. De gemeente Utrecht stimuleert de inwoners om te sporten. Door de vele subsidies en stimuleringsprojecten verkleinen zij ook veel kansen voor sportaanbieders en worden hierdoor een concurrent.
Gemeente Utrecht als concurrent In Utrecht zijn drie welzijnsorganisaties actief. Deze organisaties zijn verdeeld over de verschillende wijken in de gemeente Utrecht. In de marktanalyse is te zien dat de gemeente Utrecht met hulp van de wijkwelzijnsorganisaties een grote rol speelt en gaat spelen voor sportaanbieders. Het wijkwelzijnsbureau heeft veel contacten en draagvlak. Veel organisaties werken alleen via het wijkwelzijnsbureau. Bv basisscholen. Dit komt omdat deze organisaties bekend en vertrouwd zijn met de gemeente en de wijkwelzijnsorganisaties.75 Sinds januari 2012 hebben wijkwelzijnsbureaus geen ‘team sport’ meer. Dit betekent dat zij sindsdien werken met zelfstandige sportaanbieders. Zij hebben vaste zelfstandige sportaanbieders in hun bestand. Een voorbeeld: als er een sportdag is in de wijk, benaderen zij eerst hun vaste zelfstandige sportaanbieders om deze dag in te vullen.
75
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
36
Zij hebben een lijst van sportaanbieders die zij benaderen op het moment dat er ergens sportaanbieders nodig zijn. Zij zullen niet snel een andere sportaanbieder benaderen met hetzelfde aanbod als een van hun vaste sportaanbieders.
Als je als sportaanbieder een van de vaste sportaanbieders wilt worden moet je met een nieuw en uniek sportaanbod komen, die iets toevoegt aan het huidige sportaanbod. De wijkwelzijnsorganisaties zijn altijd op zoek naar nieuwe sportaanbieders en nieuwe sportvormen om de kinderen tevreden en gemotiveerd te houden.76
76
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
37
6. Organisatieanalyse In de organisatieanalyse wordt het innovatietraject en de ondernemer geanalyseerd. In een SWOT worden de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigen getoond. Hierna worden deze geconfronteerd met elkaar om zo een aantal hoofdaandachtspunten te krijgen. Door middel van de BCGmatrix wordt het groeipotentieel en het marktaandeel van het innovatietraject getoond.
De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk ‘organisatieanalyse’ is: -
Wat zijn de hoofdaandachtspunten waar het innovatietraject opgericht wordt?
6.1 Confrontatiemix ‘Kansen, bedreigingen, sterkten en zwakten krijgen pas betekenis wanneer ze met elkaar in verband worden gebracht.’77 Dit gebeurt in de confrontatiemix.78 In de confrontatiemix wordt aangegeven waarom de onderneming de kansen pakt die er zijn voor sportaanbieders. In de bijlage ‘tabellen’ kunt u de SWOT analyse bekijken.
6.1.1 Aanvallen 4. Motiverende en inspirerende docente 6. Gevarieerd, uniek en flexibel sportaanbod 8. Sportaanbod voor kinderen jonger dan 6 jaar 13. Wijkwelzijnsbureaus ondersteunen een aantal zelfstandige sportaanbieders met subsidies 22. Er is in de gemeente Utrecht vraag naar sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar
De twee kansen die hierboven vermeld staat onder de nummers 11 en 21 worden aangevallen met de sterke punten van de onderneming. De wijkwelzijnsorganisaties van de gemeente Utrecht krijgen verschillende subsidies die zij uitgeven aan onder andere het op weg helpen van zelfstandige sportaanbieders. De subsidies worden niet aan elke sportaanbieder gegeven. De subsidie wordt alleen verstrekt als het sportaanbod een toevoeging is aan het bestaande aanbod in de wijk of aan het huidige aanbod van de gemeente. De gemeente is op zoek naar uniek en
77
Rustenburg, p.338, 2007
78
Rustenburg, p.339, 2007
38
onderscheidend sportaanbod. Als er bijvoorbeeld al een aantal dansscholen zijn in een wijk, dan is het niet nodig voor het wijkwelzijnsbureau om subsidiegeld te steken in een nieuwe dansschool. Als een wijkwelzijnsorganisatie een aantal dansaanbieders in haar bestand heeft, is men niet op zoek naar een nieuwe dansaanbieder voor sportprojecten.
Het nieuwe sportaanbod heeft als sterk punt dat het uniek, gevarieerd en flexibel is. Het sportaanbod is hierdoor een toevoeging aan het al bestaande sportaanbod in de wijk en aan het huidige aanbod van de gemeente.79 De onderneming gaat het sportaanbod daarom promoten bij de wijkwelzijnsbureaus om te gebruiken in hun vaste sportprojecten. De onderneming vraagt subsidie aan bij de Wijkwelzijnsbureaus ter ondersteuning. Er is vraag naar sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar.80 Het sportaanbod van het innovatietraject is zeer geschikt voor kinderen vanaf 2,5 jaar. Hiernaast is het geschikt voor jongens en meiden vanaf 2,5 jaar. De onderneming gaat de vraag invullen door het sportaanbod aan te bieden voor kinderen vanaf 2,5 jaar.
6.1.2 Verdedigen 2. Kennis en ervaring van S,M&O en eigen onderneming (competentie model) 3. Expertise voor sterke online marketing 6. Gevarieerd, uniek en flexibel sportaanbod 23. Marktleiders 25. Veel gemeentelijke projecten aanwezig
De onderneming verdedigt zich tegen bedreigingen door haar sterke punten in te zetten. De dreiging onder nummer 22 heeft te maken met marktleiders in de gemeente Utrecht. De marktleiders hebben een groot marktaandeel, dit betekent dat het nieuwe sportaanbod zich moet verdedigen tegen deze marktleiders om ook een deel van de markt te krijgen.
Zij doen dit door de kennis van de ondernemer in te zetten die zij heeft opgedaan in de afgelopen twee jaar. Dit was tijdens werkzaamheden van de onderneming Rose Sports en tijdens de studie Sport, Management en Ondernemen. Dit betekent dat de ondernemer kansen ziet en weet in te 79
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
80
Consumentenonderzoek, Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
39
spelen op deze kansen, daar waar de marktleiders de kansen niet zagen of wisten in te vullen. Dit is terug te lezen in de concurrentieanalyse. De onderneming heeft de expertise om een sterke online marketingstrategie neer te zetten en onderscheidt zich hier van de marktleiders. Uit de concurrentieanalyse komt naar voren dat de concurrenten geen gebruik maken of slecht gebruikt maken van de online marketing. Hiernaast is het sportaanbod uniek, gevarieerd en flexibel, waarmee de onderneming zich gaat onderscheiden van de marktleiders.
De gemeente zet veel sportprojecten in om kinderen te stimuleren om te sporten. Dit zorgt ook voor veel minder kansen voor zelfstandig ondernemers. Sportprojecten zijn er het hele schooljaar en zijn voor kinderen vaak gratis of heel goedkoop. Dit motiveert de kinderen niet om op een betaald sportaanbod in te gaan.81 Met het unieke en gevarieerde sportaanbod is het mogelijk deel uit te maken van deze gemeentelijke initiatieven. De dreiging dat de gemeentelijke projecten het nieuwe sportaanbod geen kans bieden een marktaandeel te bemachtigen wordt verkleind.
6.1.3 Versterken 10. Relatief laag budget 19. Er zijn subsidies voor sportaanbieders 21. Social media bieden veel gratis marketing en promotiemogelijkheden Er is geen budget aanwezig, maar dit wordt versterkt door de kansen voor de onderneming. Een budget kan nodig zijn voor onder andere marketing en promotieactiviteiten, voor materiaal en zaalhuur. Met de opkomst van social media is een sterke marketingstrategie betaalbaar geworden. De online marketing heeft relatief lage kosten. De onderneming heeft de expertise om een sterke online marketingstrategie neer te zetten door de inzet van social media.
Doordat er verschillende subsidies zijn die de onderneming zelfstandig kan aanvragen, naast de subsidies van de gemeente, is een budget niet nodig. Er komt dan geld beschikbaar door middel van subsidie waar de onderneming gebruik van kan maken. De online marketing heeft relatief lage kosten door de inzet social media. De onderneming heeft de expertise om een sterke online marketingstrategie neer te zetten met social media.
81
Bijlage ‘vragenlijst Peter Tol’
40
6.1.4 Terugtrekken 9. Geen onderwijsbevoegdheid 23. Marktleiders 24. Concurrentie in sportlessen Veel marktleiders en concurrenten krijgen volgend jaar te maken met de eis om als sportaanbieder voor kinderen over een onderwijsbevoegdheid te beschikken. Diegenen die deze bevoegdheid niet hebben zullen voor bepaalde projecten afvallen. Er zullen hierdoor marktleiders afvallen en de concurrentie zal afnemen.
6.2 Hoofdaandachtspunten (HAP) Het innovatietraject richt zich op: -
de vraag die er is naar sportaanbod voor de leeftijdsgroep van 2,5 t/m 6 jaar
-
de ondersteuning en subsidiemogelijkheden van de gemeente Utrecht
-
de uniciteit, flexibiliteit en variatie van het sportaanbod, omdat deze punten zorgen voor het onderscheid tussen het innovatietraject en van concurrenten
-
zelfstandige subsidies die aangevraagd kunnen worden door de onderneming zelf
-
er wordt online marketing ingezet door middel van social media, omdat dit relatief goedkoop is. De onderneming heeft de expertise om een sterke online marketingstrategie neer te zetten
-
het halen van onderwijsbevoegdheid door de ondernemer, omdat verwacht wordt dat dit in het aankomende jaar verplicht gesteld wordt
-
scholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven. Deze organisaties hebben weinig sportaanbod, maar het aantal locaties is gegroeid in Utrecht tot 461 locaties
41
6.3 Boston Consulting Group (BCG) Met het BCG model wordt het marktaandeel en de groeipotentie van de onderneming en de concurrenten bekeken en hiermee de cashflow.82 De positie die ondernemer wil behalen, is de Cashcow. Deze positie heeft een zeer sterke positieve cashflow, oftewel geldstroom.83 Hoe groter de groei, hoe hoger de kosten. Een groei vraagt om inzet en dit kost geld. Hoe groter het marktaandeel, hoe hoger de kostenvoordelen. Je bent niet meer bezig met groeien, maar met je marktaandeel behouden en met geld verdienen. Dit is de Cashcow.
In het model zijn met cirkels zijn twee concurrenten en de onderneming zelf aangegeven. De concurrenten zijn aangeven onder een algemene naam. Gemeente Utrecht Sportaanbieders De organisatie.
De gemeente Utrecht is een star. Een star heeft een groot marktaandeel en heeft veel groeimogelijkheden. Een star bewijst zich op dit moment84 en dit doet de gemeente ook. Zij hebben een groot marktaandeel, dat zich uit in het aantal sportprojecten die de gemeente organiseert en coördineert. Tevens is de gemeente steeds meer verantwoordelijk en betrokken bij al het sportaanbod in de gemeente Utrecht.
82
Rustenburg, p.316, 2007
83
Rustenburg, p.319, 2007
84
Mulder & ten Cate, p.88, 2006
42
De gemeente is een non-profit organisatie en is hierdoor gericht op zoveel mogelijk mensen te laten sporten in plaats van zoveel mogelijk winst maken. In het geval van de gemeente is het aantal mensen dat gaat sporten haar winst. Zodra alle inwoners van Utrecht sporten, heeft zij haar doel bereikt en is haar gewenste marktaandeel bereikt. Hoge kosten horen bij een star positie.85 Het kost veel geld om zoveel mogelijk mensen te laten sporten met een dergelijk groot marktaandeel. Het voordeel is dat het marktaandeel ook steeds groter wordt. Het is uiteindelijk ook belangrijk voor de gemeente Utrecht om hun marktaandeel te behouden.86 Dit doet de gemeente door constant nieuwe sportlessen aan te bieden en bewoners hiermee te blijven motiveren om te gaan sporten. Hierin komt de samenwerking met onderscheidende sportaanbieders naar voren, want de gemeente zoekt naar organisaties die een uniek en onderscheidend sportaanbod kunnen geven. Zij zijn afhankelijk van sportaanbieders om hun marktaandeel te behouden. Dit biedt sportaanbieders de kans om een groot marktaandeel te krijgen door samen te werken met de gemeente.
Verschillende sportaanbieders in de wijk staan op de rand van de ‘star’ en ‘question mark’. Zij bezitten geen groot marktaandeel, maar een groter marktaandeel dat het startende innovatietraject. Er is uit de concurrentieanalyse geen sportaanbieder naar voren gekomen met een groot marktaandeel. Dit is wel nodig om een star positie te behalen. Een star levert geld op.87 Een positie die sportaanbieders willen behalen. Een ‘question mark’ vraagt om veel investeringen en ontwikkelingen om een hoger marktaandeel te krijgen.88 ‘Het vergroten van het marktaandeel is mogelijk ten koste van zeer grote inspanningen’.89 De investeringen bij deze vorm van dienstverlening zijn niet groot, de inspanningen daarentegen wel. Als sportaanbieders de inspanningen niet leveren blijven zij een ‘question mark’. Dit is niet de ideale positie, want een ‘question mark’ kost enorm veel geld en levert nog weinig op.90 Tevens is bij het behalen van een groter marktaandeel voor sportaanbieders het groeipotentieel belangrijk.
85
Rustenburg, p.318, 2007
86
Rustenburg, p.318
87
Mulder & ten Cate, p.88, 2006
88
Mulder & ten Cate, p.88
89
Rustenburg, p.319
90
Mulder & ten Cate, p.88
43
Het groeipotentieel voor een sportaanbod is groot, omdat het gaat om een dienstverlening. Een dienst, in tegenstelling tot een product, is te veranderen en aan te passen voor een nieuwe doelgroep. De sportaanbieders zelf kunnen hun groei tegengaan, omdat zij niet flexibel zijn en de mogelijkheid tot uitbreiding van het sportaanbod missen. Concurrenten kunnen groeipotentieel voor sportaanbieders verminderen, omdat zij een groot marktaandeel hebben.
Zoals beschreven in de paragraaf ‘intensiteit van concurrentie’ kan met een dienst heterogeniteit gecreëerd worden, waardoor de groeipotentie toeneemt en concurrentiekracht verminderd. Belangrijk voor een optimaal groeipotentieel is daarom om onderscheidend te zijn. Tevens is samenwerken met andere sportaanbieders, die een groot marktaandeel hebben, belangrijk om de ruimte te hebben om te groeien.
Als de organisatie geen groeipotentie heeft wordt het marktaandeel op sportgebied niet groter. In dit geval zakt een sportaanbieder naar de positie van ‘dog’, waar weinig of geen cashflow is.91 Een dog levert geen geld op en er is ook geen hoop om geld te gaan verdienen.92 Leveren de sportaanbieders veel inspanning, breiden zij hun sportaanbod uit waar nodig en werken zijn samen dan kan de ‘star’ positie behaald worden en vervolgens ‘Cashcow’.
Voor het innovatietraject geldt hetzelfde als voor de andere sportaanbieders. Alleen heeft de organisatie geen marktaandeel, omdat het een nieuw traject is. De meeste concurrerende sportaanbieders zijn al een aantal jaren actief. De onderneming moet snel weg uit de positie van de question mark, die weinig oplevert.93 Zij moeten groeien en een groter marktaandeel halen. Het groeipotentieel is net als bij de concurrerende sportaanbieders aanwezig, maar vraagt om flexibiliteit van het sportaanbod. De organisatie heeft sterke punten om de groeikansen te pakken. Door grote inspanningen te leveren en hard te werken wordt er een groter marktaandeel behaald en wordt de onderneming een rijzende star. Dit is nog niet gebeurd bij de concurrerende sportaanbieders. Zij heeft de mogelijkheden samen te werken met de gemeente
91
Rustenburg, p.319, 2007
92
Mulder & ten Cate, p88, 2003
93
Mulder & ten Cate, p88
44
6.4 De groeistrategie van Ansoff Met de groeimatrix van Ansoff kunnen de toekomstige businessactiviteiten bepaald worden.94 Met de matrix van Ansoff wordt bepaald welke strategie het meest geschikt is voor de organisatie. Deze groeistrategie wordt meegenomen bij de keuze van marketing- en promotieactiviteiten.
Matrix Ansoff Bestaande producten
Nieuwe producten
Bestaande markten
Marktpenetratie
Productontwikkeling
Nieuwe markten
Marktontwikkeling
diversificatie
Het sportaanbod is een nieuw product en het is een nieuwe doelgroep. Bij de organisatie past het beste de groeistrategie ‘diversificatie’.
Diversificatie ‘Bij een strategie van concentrische diversificatie wordt een nieuw product op de markt geïntroduceerd, dat qua marketing en/of technologie duidelijk verband houdt met de huidige producten van de
onderneming.’95
Er is een synergetische
relatie
met de
huidige
marketingervaringen van de huidige onderneming Rose Sports. De marketingstrategie wordt hierdoor grotendeels bepaald door ervaringen uit het huidige bedrijf Rose Sports. In dit bedrijf worden sportlessen aangeboden aan volwassenen en senioren.
94
Rustenburg, p.210, 2007
95
Rustenburg, p.216
45
7. Marketing Het doel van het hoofdstuk ‘marketing’ is: -
Welke marketingstrategie wordt er toegepast voor het sportaanbod?
Marketingmix Om de marketingstrategie te bepalen maakt de onderneming gebruik van een marketingmix. Samen vormen deze een marketingstrategie.96
7.1 Product Het product is een sportaanbod voor kinderen. De sportlessen zijn onderscheidend en uniek in vergelijking met het huidige sportaanbod in de gemeente Utrecht. Dit komt, omdat de les niet één sport aanbieden, maar een mix maken van verschillende sportdingen. Het aanleren en herhalen van één bepaalde sport gebeurt niet in deze sportles. Tevens is aanpassingsvermogen van het sportaanbod aan de wensen van de consumenten belangrijk. Bv. dat kinderen deels de invulling van de sportles mogen kiezen.
Het nieuwe sportaanbod is voor kinderen in de leeftijd van 2,5 t/m 6 jaar. De sportlessen voor kinderen zijn een innovatietraject van de organisatie Rose Sports. Deze sportlessen zijn zelfgemaakt, uniek en continue aan te passen aan de actuele vraag van de markt. De sportlessen hebben geen bekend of vaststaand programma, maar bevatten verschillen sportdingen die worden samengevoegd tot een unieke sportles. De richtlijnen en doelen van de les zijn: -
Kinderen laten sporten
-
Het coachen van kinderen op gebied van zelfvertrouwen, zelfexpressie
-
Saamhorigheidsgevoel creëren
-
De kennis van kinderen vergroten op het gebied van gezondheid, beweging en muziek, voeding en sport
96
-
Kinderen vrijheid geven om te kiezen wat zij willen doen
-
Ontzettend veel plezier maken
-
Spontaniteit en initiatief nemen stimuleren
Grit, p.57, 2010
46
Door de flexibiliteit van het sportaanbod zijn de lessen geschikt voor kinderen vanaf 2,5 jaar t/m 12 jaar. De les is geschikt voor jongens én meiden.
7.1.1 Unique Buying Reasons (UBR) De redenen waarom een consument het product koopt, staat hier centraal. De behoeften van de consument worden met de UBR van het sportaanbod bevredigd. Deze UBR zorgt ervoor dat de consument het product aanschaft. De behoeften van de klant97 worden tegenover de UBR van het sportaanbod geplaatst. Hierachter komt een cijfer te staan van 1 t/m 3 dat uitdrukt in hoeverre de UBR aansluit op de behoeften van de consument. Van de 8 behoeften sluiten alle UBR’s aan, waarvan 5 van deze behoeften het cijfer 3 krijgen. De tabel met de vergelijking is terug te vinden in de bijlage ‘ tabellen’ 1=sluit niet aan 2=sluit aan 3= sluit volledig aan
Extra UBR komen niet uit het onderzoek, maar zijn ingevingen van de ondernemer. De ondernemer verwacht dat de onderstaande punten bijdragen aan de Unique Buying Reasons van het sportaanbod. Deze UBR worden daarom meegenomen in de marketing en promotie. -
de inhoud van de les is aan te passen aan thema’s van een organisatie
-
de les is voor jongens en meisjes
De reacties van kinderen, ouders en docenten op het sportaanbod zijn zeer positief.98
7.1.2 Merk en imago Het merk en imago is gericht op de onderscheidendheid en uniciteit van het sportaanbod om zich te profileren ten opzichte van de concurrentie. Het merk en het imago van het product stralen vrijheid, plezier en sport uit. Plezier wordt uitgestraald door knallende kleuren die overal terugkomen in het logo, op de website en in de kleding van de docent. Vrijheid en sport worden in de naam, de slogan en door de docent naar voren gebracht. Er wordt gesport, maar welke sport is niet duidelijk. Kinderen moeten niets, maar kiezen hun eigen sportdingen!
97
Consumentenonderzoek
98
Consumentenonderzoek
47
In de lessen zelf straalt de docent voor een groot deel het imago uit. De docent ziet er apart en kleurrijk uit, de docent is open, motiveert en verrast kinderen. Hun manieren van praten en doen is bepalend voor het imago en daarom worden er richtlijnen gemaakt, zodra de onderneming personeel in dienst neemt. Er worden attributen in de lessen gebruikt om het imago te versterken. Voorbeelden hiervan zijn ballonnen, bellenblaas, muziek.
De identificatie wordt door continuïteit gecreëerd. Naast de wisselende lesinhoud loopt er continu een rode draad door de sportlessen. Er zijn herkenbare punten waarmee kinderen zich kunnen identificeren. Dit gebeurt door de woordkeuze van de docent, door kleding van de docent en door het kleurgebruik in alle marketing en promotie waar de organisatie mee naar buiten treedt.
7.1.3 Productvormen Er zijn verschillende manieren om het product aan te bieden aan de verschillende doelgroepen. Op deze manier wordt er een breder marktaandeel aangesproken. Deze productvormen worden hieronder beschreven. -
Fysieke sportlessen voor particulieren
-
Fysieke sportlessen voor organisaties
-
Sportpakket voor bedrijven, scholen, BSO en KDV
-
Online sportlessen voor particulieren
Fysieke sportlessen voor particulieren De organisatie start in het eerste jaren met het geven van sportlessen voor kinderen. Deze sportles is zelfgemaakt door de docent. De les wordt aangeboden in verschillende zalen aan particulieren.
De les heet Disco N’ Games. De les is geschikt voor kinderen van 2,5 t/m 6 jaar. In deze les worden elementen uit de disco samengevoegd in games. Er wordt gedanst op muziek, geluisterd naar muziek, er worden wedstrijden gehouden, veel spelletjes gedaan en er is ruimte voor de eigen inbreng van de kinderen. In de les wordt er gecoacht op zelfvertrouwen, zelfexpressie, samenwerking, luistervaardigheid en de kennis over gezondheid en sport wordt vergroot. In de bijlage het product wordt de les uitgebreider beschreven.
Fysieke sportlessen voor organisaties De sportlessen zijn hetzelfde als de sportlessen voor particulieren. Het verschil is dat deze sportlessen aangeboden worden via of aan organisaties. Dit kan in de vorm van een cursus zijn of in 48
de vorm van een eenmalige workshop. Een workshop kan ook aangevraagd worden door particulieren.
Sportpakket voor scholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven Aan scholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven wordt een sportpakket aangeboden. Het pakket bestaat uit zes sportlessen die hetzelfde zijn als de bovenstaande lessen. Dit betekent dat een organisatie om de 6 weken een les krijgt aangeboden. In overleg kunnen dit meer lessen worden. De sportlessen kunnen plaatsvinden tijdens de reguliere gymlessen of tijdens een projectweek. In de tussenperiode kunnen de kinderen, via de website van het innovatietraject, thuis of op de locatie van de organisatie doorgaan met het sportaanbod. Dit gebeurt door middel van filmpjes die geplaatst worden en door opdrachten die de leerlingen moeten uitvoeren.
De organisaties krijgen de keuze om hun wensen door te geven, de sportlessen zijn namelijk ook anders in te vullen of aan te passen. Bv. aan een thema waarmee de organisatie mee werkt. Het voordeel voor de organisaties om gebruik te maken van dit sportpakket is: -
Leerlingen worden gemotiveerd om te sporten en gezond te leven
-
Leerlingen maken kennis met verschillende sporten
-
Leerlingen worden gecoacht op gebied van zelfvertrouwen en zelfexpressie
-
De leerlingen leren samenwerken, werken aan hun luistervaardigheid en vergroten hun kennis over gezondheid
-
De docenten en begeleiders kunnen zich op andere zaken richten
-
De docenten en begeleiders vergroten hun kennis op gebied van sport en gezondheid
-
Leer- of lesstof kan middels deze sportles door gezet worden
Online sportlessen Vanaf het internet worden er sportlessen aangeboden. In het eerste jaar is dit gratis, maar vanaf het tweede jaar wordt er geld voor gevraagd. De online sportles is geen film van een reguliere sportles. Het is een film die het beeld geeft dat degene die naar het internetfilmpje kijkt het idee heeft dat er tegen hem of haar gepraat wordt. De film wordt zo gemaakt dat de docent spreekt tegen degene die naar het internet kijkt en daarmee deze persoon motiveert en aanmoedigt mee te doen.
Het doel van deze online sportles is dat kinderen thuis ook gemotiveerd worden door te gaan met sporten. Andere doelen zijn meer kinderen bereiken met de sportlessen. Dit is mogelijk doordat een
49
online sportles oneindig bereik heeft. Deze les is nooit vol en kan herhaald worden of opnieuw bekeken. Het voordeel voor de docent is dat zij maar eenmaal een les hoeft te geven. De online sportles zorgt ook voor een extraatje voor de consumenten. Zij krijgen naast de reguliere sportles, ook de mogelijkheid thuis de les te volgen.
7.1.4 Handelsnaam Belangrijk is de naam van het product. Een naam is ter identificatie en/of ter onderscheiding van de concurrenten. 99 Het product is een innovatietraject van het bedrijf Rose Sports. Vanuit deze sportorganisatie wordt nu een aanbod voor kinderen gedaan onder een eigen naam en imago. De naam moet aangeven dat het om een sportactiviteit gaat. Om zich met de naam te onderscheiden van bekende sporten en de eigenheid van deze sportvorm aan te geven moet de naam op zichzelf staan. De naam is niet eenduidig, maar roept vragen op. De naam van het aanbod is SportDiNG. In de bijlage ‘het product’ is te lezen hoe deze naam tot stand is gekomen.
7.1.5 Huisstijl In overleg met The Goodplace, een bureau voor webdesign, wordt de huisstijl gecreëerd voor het sportaanbod. Hieruit is een logo en een website ontstaan. De logo en beeld van de website zijn terug te vinden in de bijlage ‘ het product’.
99
Plattel, p.42, 2010
50
7.2 Prijs Er zijn verschillende prijzen voor de verschillende productvormen van de onderneming. Voor de prijsbepaling is er een kostprijsberekening gemaakt die er toe leidt dat de onderneming uit de kosten is.100 Uit de kostenberekening komt een bedrag van € 37,00 naar voren.101 De onderneming maakt geen gebruik van prijsstrategie, omdat zij haar kracht ergens anders uithaalt, namelijk de uniciteit en onderscheidenheid van het product.
1. Fysieke sportlessen voor particulieren De concurrentiemethode is gebruikt: het prijsbeleid van verschillende concurrenten is met elkaar vergeleken.102 De gemiddelde vraagprijs van concurrenten is € 4,70. De organisatie hanteert een vraagprijs voor de consumenten van € 4,50. Om de volgende redenen: -
Gemiddeld zijn er 9 deelnemers nodig met deze vraagprijs om uit de kosten van € 37,00 te komen. Gemiddeld kunnen er 12 deelnemers in een les, 9 is dus een rendabel aantal.
-
De vraagprijs is niet boven het gemiddelde van de concurrenten, omdat dit een nieuw sportaanbod is, is de marktvraag op dit moment klein.
In het tweede jaar gaat de organisatie de prijs met € 0,50 omhoog doen, omdat de onderneming dan een klantenbestand en naamsbekendheid heeft opgebouwd. De onderscheidende aspecten vormen de kracht van het sportaanbod en de organisatie kan hoger dan de concurrenten gaan met de vraagprijs.
2. Fysieke sportlessen voor organisaties Deze sportlessen worden aangeboden op freelance basis. Dit betekent dat organisaties een vast uurtarief betalen aan de docent die het sportaanbod geeft. De organisaties zijn profit-organisaties en non-profitorganisaties. Bv de gemeente Utrecht. De gemiddelde vraagprijs is € 24,00 naar aanleiding van het aangeboden uurtarief van verschillende organisaties in de eerdere jaren van de onderneming.103 Uit het advies van Sander Brugmans komt naar voren dat sportaanbieders die werken voor de gemeenten gemiddeld een uurtarief van € 50,00 ontvangen.104 Het gemiddelde van deze twee uurtarieven is € 37,00. 100
Voorbeeld kostprijsberekening Henri de Weerd 2012
101
Hoofdstuk ‘financiële begroting’
102
Plattel, p.45, 2010
103
Bijlage ‘gegevens Rose Sports’
104
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
51
Het tarief dat de onderneming beoogt, is € 37,00. De organisatie heeft zelf ondervonden welke prijs organisaties betalen aan freelancers in de profit sector, dit is € 24,00. Voor gemeentelijke projecten ontvangen sportaanbieders een hoger uurtarief. De onderneming hanteert voor sportlessen bij organisatie het gemiddelde deze twee bedragen, omdat zij in de profit en in de non-profit sector actief zijn.
3. Workshops Workshops zijn een eenmalige activiteit voor een speciale gelegenheid. Workshops zijn voor zowel particulieren als organisaties. De gemiddelde vraagprijs is € 59,70 na aanleiding van het aangeboden uurtarief van verschillende organisaties in de eerdere jaren van de onderneming.105 Hiernaast is er een concurrentiemethode gebruikt waar het gemiddelde uurtarief vergeleken wordt met elkaar. Hieruit komt het tarief van € 113,00. 106 De onderneming hanteert voor sportlessen voor organisatie het gemiddelde deze twee bedragen.
Het gemiddelde van de twee uurtarieven is € 90,00. Het tarief dat de onderneming beoogt, is € 90,00. De organisatie heeft zelf ondervonden welke prijs organisaties of particulieren betalen voor workshops, maar ziet ook dat de prijs die concurrenten vragen voor workshops. De vraagprijs is niet boven het gemiddelde, omdat de marktvraag naar het sportaanbod op dit moment klein is.
4. Sportpakket voor scholen, BSO en KDV Het bedrag voor scholen om gebruik te maken van het sportaanbod wordt berekend zonder eventuele subsidies van de gemeente. Het uiteindelijke tarief voor het sportaanbod blijft hetzelfde als een deel via subsidie binnenkomt, dit zorgt alleen voor minder kosten voor scholen, BSO of KDV. De reguliere scholen maken geen gebruik van betaald sportaanbod, omdat er genoeg gratis aanbod is voor scholen.107 Daarom wordt er door scholen vaak gebruik gemaakt van subsidies.
105
Bijlage ‘gegevens Rose Sports’
106
Bijlage ‘gegevens Rose Sports’
107
Bijlage ‘kwalitatief onderzoek’
52
Het uiteindelijke tarief wat de onderneming beoogd is € 60,00. Dit is het gemiddelde van het uurtarief voor freelance werk en gemiddelde van het uurtarief voor workshops. Dit komt overeen met advies van Sander Brugmans.108
5. Online sportlessen voor particulieren Particulieren laten betalen voor een online sportles voor kinderen bestaat nog niet. Er is veel sportaanbod dat gratis aangeboden wordt, maar dit is geen bewust sportaanbod. Wij hanteren in het eerste jaar geen tarief voor het bekijken van de online lessen en maken gebruik van het zogenaamde ‘First Move Advantage’. Bv. als er veel gebruik van wordt gemaakt en de afnemers de eerste gebruikers zijn gevolgd, gaat de onderneming kijken naar de mogelijkheden voor een betaaloptie op het internet. Naar verwachting is dit in het tweede jaar.
7.2.1 Korting -
Introductiekorting
Met deze korting wordt de aandacht van de consument getrokken om het product een keer uit te proberen.109 De organisatie biedt altijd een gratis eerste proefles en er is geen inschrijfgeld.
-
U-paskorting
Er is een vaste korting mogelijk voor kinderen met een U-pas.110 Ouders met een laag inkomen hebben recht op een U-pas. Kinderen met een U-pas krijgen een korting van 100% voor de deelname aan een sportles. De U-pas moet zelf aangevraagd worden door de ouders, maar is gratis. Een U-pas is alleen voor particulieren. Organisaties die een korting via de U-pas op hun activiteiten willen aanbieden, moeten zelf een aanvraag doen voor hun organisatie. Niet alle organisaties krijgen toestemming om korting aan te bieden via de U-pas. Bv. Als er veel U-pas aanbod is in een bepaalde sportvorm.111
108
Bijlage ‘interview Sander Brugmans’
109
Plattel, p.46, 2010
110
Gesprek met Karen Salden Team U-pas
111
Gesprek met Karen Salden Team U-pas
53
7.3 Plaats Het is in het eerste jaar belangrijk zoveel mogelijk kinderen, ouders en organisaties kennis te laten maken met het sportaanbod. Het is een onbekend sportaanbod en dit vraagt om uitleg. Op veel verschillende locatie worden consumenten bereikt.. Het richten op meerdere locaties bevorderd het marktaandeel van de onderneming. Via Business to consumer en Business to business worden via twee kanalen consumenten bereikt.
De doelgroepen: Particulieren
Business to costumer
Scholen Profit organisaties
Business to business
Non-profitorganisaties
De bovenstaande doelgroepen worden bereikt door middel van de volgende distributiekanalen. B2C Kanaal 1. Live
B2B
Het sportaanbod is een dienst en wordt aangeboden door een docent. Dit zorgt voor een live kanaal. Het live kanaal vindt plaats bij de verschillende productvormen, behalve de online productvorm. De productvormen die via live kanalen lopen zijn: 1. Fysieke sportlessen voor particulieren = B2C 2. Fysieke sportlessen voor organisaties = B2B 3. Sportpakket voor scholen, BSO en KDV =B2B
De sportlessen die aan particulieren gegeven worden vinden plaats in een gehuurde zaal. Dit is een zaal in een buurthuis of een andere sportzaal. Dit zorgt ervoor dat de organisatie niet vast zit aan een vaste locatie, maar wendbaar is. Ze kan een zaal in de buurt van de consumenten huren, zodat afstand geen demotivatie is voor consumenten om het sportaanbod te volgen. De sportlessen voor organisaties vinden plaats op de locatie van de organisatie of in een zaal die door de organisatie is geregeld. De sportlessen voor scholen, BSO en KDV vinden ook plaats op locatie van de organisatie of in een zaal die door de organisatie is geregeld.
54
B2C Kanaal 2. Streaming
B2B
De sportlessen zullen via het internet aangeboden worden aan particulieren en aan scholen, BSO en KDV. De sportlessen worden als filmpjes op het internet geplaatst en kunnen via een internetverbinding bekeken worden. Bv. via een laptop of Ipad. Locaties met een internetverbinding kunnen de sportfilmpjes bekijken, dit kan dus ook op de locatie zelf zijn. Bv. op scholen of bij de BSO locatie. Het streamingkanaal wordt gebruikt als aanvulling op de fysieke sportlessen en de sportpakketten.
De verschillende kanalen versterken elkaar, doordat beide kanalen dezelfde afnemers hebben, namelijk kinderen. Dit zorgt voor veel voordelen voor het sportaanbod. Deze voordelen zijn: -
Als via het livekanaal voor B2B het sportaanbod wordt ingezet is dit tegelijkertijd promotie voor het live kanaal van B2C en andersom. Bv. Als er via een school het sportaanbod wordt gedaan, is dit reclame voor de kinderen om zich ook aan te melden voor de fysieke sportlessen voor particulieren.
-
Zodra er voor het uitvoeren van het sportaanbod voor B2B betaald wordt, is dit promotie waar de organisatie geld voor krijgt in plaats van betaald. Bv. de gemeente betaalt een uurtarief aan de onderneming voor het geven van workshops in de vakantie aan kinderen.
-
Als kinderen via het streamingkanaal voor B2B iets ‘moeten’ volgen, is de drempel lager om dit ook thuis te gaan doen. Bv. Op de buitenschoolse opvang is het sportpakket ingezet waar je via internet opdrachten moet uitvoeren. Is het makkelijker om thuis ook even naar de site te gaan om leuke dingen te doen.
-
Door het livekanaal worden kinderen gemotiveerd om ook via het streamingkanaal het sportaanbod te volgen. Bv. door kinderen en ouders in de fysieke sportlessen erop te attenderen dat zij via internet ook sportlessen kunnen volgen.
De beste distributie is als het sportaanbod vanuit betaalde B2B tegelijkertijd promotie voor B2C is.
55
7.4 Personeel Personeel is de grootste kostenpost, maar het is ook datgene wat verschil maakt tussen middelmatig en een goed bedrijf.112 Het sportaanbod is een dienst. Personeel is een van de belangrijkste punten voor het sportaanbod om zich te onderscheiden van anderen.113
In het eerste jaar kiest de onderneming er bewust voor geen personeel in te zetten. De onderneming wacht zolang mogelijk om personeel in te zetten, omdat dit extra werk en extra kosten met zich meebrengt.114 Zodra het nodig is om personeel in te zetten, omdat de ondernemer boven haar gewenste aantal werkuren komt, wordt er gebruik gemaakt van freelancers. Er wordt gebruik gemaakt van freelancers, omdat een freelancer niet in loondienst is en de organisatie hoeft daarom geen loonbelasting en premies af te dragen. Hiernaast heeft de onderneming een projectmatig karakter, waardoor er personeel flexibel inzetbaar moet zijn. Dit kan met freelancers. 115 Een freelancer staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel en schrijft facturen uit voor geleverde opdrachten.
De docent is het gezicht van het sportaanbod en is bepalend voor het overbrengen van het merk en imago van de les, zoals aangegeven in de paragraaf ‘merk en imago’. Vooral bij kinderen is een docent met zijn manier van doen, kleden en praten belangrijk, omdat kinderen dingen overnemen en zich gaan identificeren. Het sportaanbod verliest zijn kracht zonder een goede docent. Om te zorgen dat nieuwe docenten het imago van het sportaanbod overbrengen wordt er naast richtlijnen een functieomschrijving gemaakt, zodra de onderneming met freelancers gaat werken.
112
Mulder & ten Cate, p.144, 2006
113
Grit, p. 59, 2010
114
Mulder & ten Cate, p.144
115
Plattel, p.79, 2010
56
7.4.1 Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) Omdat er dienstverband, maar geen contract is tussen freelancers en opdrachtgevers wordt er vaak door een opdrachtgever gevraagd om een VAR. Deze verklaring zorgt ervoor dat een opdrachtgever geen loonbelasting en premies hoeft af te dragen.116 De VAR zorgt bij de opdrachtgever voor financiële zekerheid. Met de VAR wordt aangegeven dat de opdrachtgever te maken heeft met een zelfstandige ondernemer.117 Een VAR is niet verplicht, maar wordt vaak door een opdrachtgever gevraagd. De VAR wordt via de belastingdienst door de zelfstandige aangevraagd. Er zijn geen kosten verbonden aan de VAR.
7.5 Fysiek bewijs 1. Streaming Op Youtube, waar de mogelijkheid wordt geboden om de sportlessen te volgen, is het mogelijk om als consument jouw mening te geven. Dit kan op vier manieren. -
Je kunt aangeven of je de video ‘leuk’ of ‘niet leuk’ vindt
-
Je kunt een reactie plaatsen onder de video. Bij deze reactie kan aangegeven worden of je de reactie ‘leuk’ of ‘niet leuk’ vindt
-
Je kunt deze video delen met jouw social media pagina’s, zodat jouw vrienden van de social media pagina’s de video zien
-
Je kunt de video toevoegen aan jouw favorieten. Andere gebruikers kunnen jouw favorieten zien
De video heeft een actuele update van het aantal viewers. Op deze manier wordt de populariteit van de video getoond.
2. Social media Het fysiek bewijs wordt op de social media pagina’s van sportaanbod zichtbaar. Op deze social media pagina’s hebben de consumenten de vrijheid om hun mening te geven over het sportaanbod. De organisatie zal het geven van jouw mening stimuleren door zelf op de social media pagina’s vragen en stellingen neer te zetten waar consumenten op kunnen reageren. Op de website is een actuele update van de tweets die gaan over het sportaanbod. De tweets die mensen plaatsen over het sportaanbod worden zichtbaar op de website. De mogelijkheid voor consumenten om hun mening zichtbaar te maken, zorgt voor het vormen van een community. 116
Kamer van Koophandel http://www.kvk.nl/ondernemen/freelancers-en-zzpers/var 3 juli 2012
117
http://www.zzp-nederland.nl/artikel/var-verklaring
57
Een community waar mensen met dezelfde interesses hun mening met elkaar kunnen delen.
3. Life Er zal na het einde van een cursus of lessen om de mening van de kinderen en hun ouders gevraagd worden. Deze feedback wordt gebruikt om de les en/of de lesmethode aan te passen.
58
7.6 Promotie ‘Onder promotie verstaan we het actief onder de aandacht brengen van je product of je bedrijf bij je potentiële klant.118 De promotionele activiteiten zijn gericht op de eerste kennismaking met het sportaanbod of de eerste aankoop van het sportaanbod. Toch is de promotie ook belangrijk bij het behoud van leden, vooral de public relations en sales promotion spelen hier een rol in.
De onderzoeksvraag voor de paragraaf ‘promotie’ is: -
Hoe worden zonder budget sterke promotieactiviteiten neergezet?
7.6.1 Reclame De doelstelling van de reclame is een boodschap over brengen.119 Deze boodschap moet het gedrag van consumenten beïnvloeden.120 Dit gebeurt bij reclame op een niet-persoonlijke manier.121 Bv. door middel van advertenties, flyers of via internet.
Bij het bepalen van de reclameboodschap zijn de voordelen voor de consument benoemd in plaats van de kenmerken van het product.122 Omdat het product voor kinderen is en degene die de reclame leest eerder een ouder is of docent is de boodschap op hen gericht. De persoonlijke verkoop is vooral op de kinderen gericht. Dit wordt beschreven in de paragraaf ‘persoonlijke verkoop’. De boodschap die de organisatie over wil brengen met de reclame is: -
Een unieke manier om te bewegen is met SportDiNG! Verschillende sportdingen vormen samen een gevarieerde en afwisselende les waar kinderen door gemotiveerd worden. Kinderen krijgen veel vrijheid en worden onder andere gecoacht op zelfvertrouwen, zelfexpressie en kennis over gezondheid en sport. Met deze les bereid je kinderen al vanaf 2,5 jaar op originele manier voor op een gezond en sportief leven.
118
Mulder & Ten cate, p.125, 2006
119
Plattel, p. 48, 2010
120
Plattel, p. 48
121
Plattel, p.47
122
Plattel, p.48
59
Er wordt gebruik gemaakt van externe reclame, omdat de onderneming geen vaste vestiging heeft of te maken heeft met concurrentie op een vestiging. Dit gebeurt eerder bij detailhandel, waar een product moet opvallen in een winkel.123 De externe reclame zal op kleine schaal plaatsvinden, omdat de onderneming een klein budget heeft. Met het budget voor marketing van €400,- per jaar worden er flyers, posters en eventuele advertenties betaald. De flyers en posters worden op locaties in de wijk verspreid waar veel mensen met kinderen komen. Bv. in de supermarkt, op basisscholen of in speelgoedwinkels. ‘Gratis publiciteit is een prachtig promotiemiddel.’124 Er zijn in de wijken in Utrecht verschillende wijkbladen die graag schrijven over wat er in de wijk gebeurt. Er zijn bladen waar je gratis voor kan schrijven en bladen waar je een kleine bijdrage voor moet leveren. De onderneming kan wachten op journalisten die het interessant vinden om over de nieuwe activiteiten van de onderneming te schrijven, maar de onderneming kan ook zelf een persbericht schrijven. Deze mailt de onderneming naar mailadressen van geschikte media.125
Online reclame Website Via de website van de onderneming wordt er in combinatie met de social media ook reclame gemaakt. Dit gebeurt via zoekmachines. Bv. Google. Het bureau voor webdesign, The Goodplace, heeft bij het maken van de website gezorgd voor een hoge vindbaarheid van de site op zoekmachines. Hiernaast hebben zij tips gegeven hoe de onderneming zelf acties kan ondernemen om een hoge vindbaarheid te creëren. Deze acties zijn terug te vinden in de bijlage ‘The Goodplace’. Hiernaast probeert de onderneming zoveel mogelijk andere sites te laten verwijzen naar de website van de onderneming.126 Bv door zich aan te melden bij sites die bedrijven van een bepaald genre opsommen. Dit is vaak gratis, zoals gemeente Utrecht die hun sportaanbieders op de site vermelden.
Op de website zelf wordt er reclame gemaakt door speciale acties te plaatsen, nieuwtjes, agendapunten en links naar social media van de onderneming.
123
Plattel, p.48
124
Grit, p.66, 2010
125
Grit, p.66
126
Grit, p.67
60
Social media Ook social media zijn een gratis promotiemiddel. Social media gaan een rol spelen in de reclame van de organisatie. Op het internet kan de onderneming hun reclameboodschappen via social media uitten, dit zijn gratis reclameboodschappen. Deze boodschappen dragen bij aan het versterken van het imago van het sportaanbod. De positie van de onderneming bij zoekmachines wordt ook vergroot door social media, omdat de social media automatisch bij zoekmachines naar boven komen als de naam of een deel van de naam van de onderneming wordt ingetypt. Aan de social media of in de social media kan de website gelinkt worden, waardoor deze hoger komt bij de zoekmachines. Meer over het social media gebruik van de onderneming wordt beschreven in een verslag over social media.
7.6.2 Persoonlijke verkoop Naast alle andere marketing en promotie is de persoonlijke verkoop gericht op het afsluiten van een verkoop. 127 De andere marketing en promotie dragen bij aan de aantrekkelijkheid en bekendheid van het sportaanbod. De daadwerkelijke verkoop vindt grotendeels plaats via de persoonlijke verkoop. Er volgt een voorbeeld: Het sportaanbod is via online reclame onder de aandacht gekomen van een ouder. De ouders melden hun kinderen eerst aan voor een proefles om de les te ervaren en om te kijken hoe het kind reageert op de docent. Dit is de persoonlijke verkoop waar de docent een verkoop wil afsluiten met de ouders door hun kind te enthousiasmeren.
Er zijn meer redenen om aandacht te besteden aan de persoonlijke verkoop van het sportaanbod. Deze redenen worden hieronder opgesomd. 1. ‘Het meest doorslaggevende onderdeel van de promotie is en blijft de persoonlijke verkoop.’128 De scores van persoonlijke verkoop liggen hoger dan het inzetten van ander promotiemateriaal.129 Dit komt ook naar voren in het verleden van de onderneming, waar de meeste opdrachten en leden binnengekomen zijn door persoonlijke verkoop. Bv. Via workshops.
127
Rustenburg, p.271, 2007
128
Plattel, p.53, 2010
129
Plattel, p.53
61
2. De persoonlijke verkoop is een goed middel als er geen andere promotie-instrumenten worden ingezet.130 Bv door een laag promotiebudget. Dit is het geval bij het sportaanbod; dat heeft een beperkt promotiebudget. Persoonlijke verkoop kost geen of weinig geld. Soms levert de persoonlijke verkoop zelf geld op. Dit komt naar voren in de paragraaf ‘plaats’ wanneer een workshop of clinics gegeven worden waar de ondernemer voor betaald krijgt door een organisatie. 3. De persoonlijke verkoop is de sterkste kracht van het sportaanbod, omdat het om een dienst gaat. Persoonlijk contact is de hoofdactiviteit van het product. Het imago en de meerwaarde van het sportaanbod worden door de docenten grotendeels bepaald. Zij zijn degenen die de dienst uitvoeren.131 4. Uit het consumentenonderzoek komt naar voren dat de persoonlijke verkoop, van het nog onbekende en nieuwe sportaanbod, een hele goede promotie is. Terug te lezen in de bijlage ’kwalitatief onderzoek’ is dat 16% van de kinderen die een clinic hebben gevolgd doorgaat met het sportaanbod.
De persoonlijke verkoop zorgt dat consumenten kennis maken met het sportaanbod, voordat tot aankoop is besloten. Omdat het een dienst is kunnen consumenten het product niet eerst zien in een winkel of uittesten. Daarom is het belangrijk de consumenten kennis te laten maken met het sportaanbod en hen daarna de keuze te bieden zich aan te melden voor het sportaanbod.
Live kanaal De persoonlijke verkoop vindt plaats via het livekanaal voor business-to-business en business-tocostumer. Het doel van de persoonlijke verkoop bij B2B is de organisaties te overtuigen van het nut van het sportaanbod aan hun organisatie.132 Hiernaast is het persoonlijk contact belangrijk met de organisaties, zodat er vertrouwen geschapen kan worden en de ‘gunfactor’ een rol kan gaan spelen.133 De gunfactor wordt verder beschreven in de volgende paragraaf ‘public relations’.
Het doel van de persoonlijke verkoop bij kinderen is, de kinderen enthousiasmeren over het sportaanbod, zodat zij het sportaanbod willen volgen. Het doel van de persoonlijke verkoop bij ouders is het overtuigen van de toegevoegde waarde die het sportaanbod levert aan het leven van 130
Plattel, p.53
131
Plattel, p.53
132
Plattel, p.53
133
Plattel, p.54
62
hun kinderen. De persoonlijke verkoop bij B2C en B2B vindt plaats tijdens workshops, clinics en proeflessen. De eerste fysieke ervaring door organisaties, kinderen en ouders met de sportles en de docent.
7.6.3 Public Relations (PR) ‘Public relations zin in eerste instantie niet bedoeld om de verkoop te verhogen, maar voor een goed imago van je onderneming.’134 De onderneming neemt een aantal stappen om de PR te versterken met als doel de ‘gunfactor’ te creëren. De gunfactor is de factor die bepaalt in hoeverre mensen de onderneming of de ondernemer iets gunnen. Bv. Als een organisatie die eerder gebruikt heeft gemaakt van de diensten van het sportaanbod hoort dat iemand een sportactiviteit zoekt, stelt zij deze andere organisatie voor gebruik te maken van het sportaanbod. Zij doet dit omdat zij tevreden zijn over het sportaanbod en het die gunt om meer opdrachten binnen te halen. De stappen die genomen worden om de PR te versterken zijn opgenomen in de bijlage ‘public relations’
Public relations worden ook versterkt met social media. Met verschillende social media is het mogelijk contact te leggen en te versterken met consumenten of organisaties. Meer over de inzet van social media in het verslag over social media.
7.6.4 Sales promotion ‘Sales promotions zijn vooral gericht op het beïnvloeden van het gedrag van consumenten.’135 Het gedrag dat de onderneming wil stimuleren is gericht op het stimuleren van trialaankopen en herhalingsaankopen.136 Zoals gebleken uit de paragraaf ‘persoonlijke verkoop’ is persoonlijke verkoop een belangrijk deel om leden te werven en de uiteindelijke verkoop te laten plaatsvinden. Voor het sportaanbod is de sales promotie belangrijk om niet-gebruikers richting de persoonlijke verkoop te sturen. Bv. door een proefles of clinic aan te bieden. De sales promotion is voor de organisatie een manier om zonder budget promotieactiviteiten toe te passen. De sales promotion dragen ook bij aan het versterken van de ‘gunfactor’. Door de consumenten of bedrijven blij te maken met een korting of aanbieding, zal de consument of organisatie ook eerder iets terug willen doen voor de onderneming.
134
Grit, p.63, 2010
135
Rustenburg, p.453, 2007
136
Rustenburg, p.453
63
Klantbehoud gebeurt door acties. Een promotionele actie kan een doorlopende actie of tijdelijke actie zijn. Deze acties zijn gericht op het stimuleren van loyaliteit aan het product en herhalingsaankopen.137
Acties gericht op trialaankopen: -
Een proefles is gratis. Dit is een doorlopende actie
-
Wedstrijden en prijsvragen. Dit is een tijdelijke actie
-
Meld een vriend of vriendin zich via jou aan, dan krijg jij een les gratis. Dit is een tijdelijke actie
Acties gericht op herhalingsaankopen: -
Als er een rittenkaart in plaats van een losse les wordt aangeschaft is dit goedkoper De deelnemers komen dan gelijk 10 of 20 lessen in plaats van 1 les. Dit is een doorlopende actie
De acties om trialaankopen en herhalingsaankopen te stimuleren vinden grotendeels plaats via social media. Social media heeft de mogelijkheid om acties gemakkelijk kenbaar te maken. ‘Betaal sociaal’ is een promotionele actie die ingezet wordt om public relations te vergroten en een trialaankoop te stimuleren. Deelnemers krijgen een les gratis wanneer zij een tweet of facebookbericht over het sportaanbod plaatsen. Meer over de inzet van social media in het verslag over social media.
137
Rustenburg, p.454
64
7.7 AIDA + C ‘Verkopen is Aandacht trekken, Interesse wekken, Drang tot verkoop opwekken, Afsluiten van de transactie: of wel AIDA.’138 Aandacht trekken De allereerste kennismaking met een foto, berichtje en verhalen van anderen kunnen de aandacht trekken van de consument voor het sportaanbod. Vooral de verhalen van anderen zijn belangrijk voor het sportaanbod in dit verband om de aandacht van een consument te trekken. Dit komt naar voren in de paragraaf ‘promotie’ en ‘fysiek bewijs’ waaruit o.a. blijkt dat de ‘gunfactor’ groot deel van de opdrachten en leden binnenhaalt voor de onderneming. Foto’s en filmpjes geven een goede indruk hoe de les eruit ziet en aanvoelt. Daarom zal de onderneming veel filmpjes en foto’s plaatsen op haar website en via social media om aandacht te trekken voor het sportaanbod.
De verhalen en reacties van consumenten laat de onderneming extra naar voren komen, door deze via social media en haar website naar buiten te brengen. Dit doet de onderneming zelf, maar via ‘Betaal Sociaal’ wordt dit ook gestimuleerd. Hiernaast worden berichten op social media gestimuleerd door momenten bewust in te lassen waar ouders of docenten een foto kunnen maken die zij kunnen plaatsen op facebook. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de show van Ali B ‘Op Volle Toeren’, waar hij onder de muziek van de vogeltjesdans een paar seconden voorop het podium gaat staan en roept: ”Iedereen kan nu foto’s en maken en tweeten maar!”
Interesse wekken In de consumentenanalyse heeft de onderneming een beeld gekregen van de potentiële afnemer. Hier zijn de wensen en behoeften van de consument in beeld gebracht. In de paragraaf ‘product’ zijn deze behoeften vergeleken met de Unique Buying Reasons van het sportaanbod. Door reclameboodschappen hierop te richten wordt de interesse gewekt. De consumenten zien hier meer over de inhoud van de lessen en zien dat hun wensen en behoeften hier vervuld worden.
Vooral de interesse van ouders en docenten wordt gewekt, omdat zij degene zijn die reclameboodschappen (kunnen) lezen. Ook wordt er de interesse gewekt door de uniciteit van het sportaanbod te vermelden.
138
Mulder & ten Cate, p.127, 2006
65
Drang tot verkoop opwekken De drang tot verkoop vindt plaats tijdens de persoonlijke verkoop. In de subparagraaf ‘persoonlijke verkoop’ wordt aangegeven dat persoonlijke verkoop gericht is op het afsluiten van een verkoop. Dit vindt plaats tijdens onder andere workshops, proeflessen, korte cursussen. De persoonlijke verkoop vindt in eerste instantie plaats onder de kinderen die het sportaanbod volgen.
Afsluiten van de transactie De kinderen krijgen na het ervaren van de sportles een formulier mee om zich in te schrijven voor een vervolgcursus. Dit is een korte periode, zodat de drempel verlaagd wordt om tot verkoop over te gaan. In deze cursus gaat de persoonlijke verkoop door, hierna zal er een nieuwe cursus aangeboden worden.
Continuïteit Continuïteit is de continuïteit in het aantal leden, aantal opdrachten en maandelijkse inkomen. Het is belangrijk dat de consument nogmaals het product aanschaft, waardoor klanten behouden worden. Dit gebeurt door de persoonlijke verkoop en het stimuleren van het afsluiten van de verkoop door onder andere het uitgeven van inschrijfformulieren. Continuïteit wordt ook bevorderd door: -
aftersales Aftersales is het behouden van de klant na een verkoop.139 Dit gebeurt door service te blijven bieden, afspraken na te komen en eventuele klachten te verhelpen.140 Bv. je hebt aangegeven dat je foto’s en filmpjes die tijdens de cursus zijn gemaakt naar de ouders stuurt. Dit moet dus ook gebeuren nadat een cursus is afgelopen.
-
uniciteit en variatie in het sportaanbod Uniciteit en variatie in het sportaanbod blijven waarborgen, waardoor het sportaanbod aantrekkelijk blijft. Door middel van feedback verzamelen en hierop in te spelen kan een volgaanbod weer aantrekkelijk gemaakt worden voor de consument.141
139
Mulder & ten Cate, p.135, 2006
140
Mulder & ten Cate, p.135
141
Mulder & ten Cate, p.137
66
-
public relations Als de onderneming goede relaties heeft opgebouwd met consumenten, wordt een gunfactor gecreëerd. Met deze factor wordt bij een volgend project of cursusaanbod eerder gekozen voor de onderneming dan over te stappen naar een concurrent. De continuïteit in het aantal opdrachten en leden wordt groter, doordat de onderneming weet dat zij een volgende keer ook gevraagd wordt voor een opdracht of dat de leden doorgaan met een cursus.
-
het contact met consumenten Het contact met consumenten behouden zorgt ervoor dat het sportaanbod niet vergeten wordt door de consument. Ook al gaat de consument zelf niet verder met het sportaanbod, dan kan via deze consument toch een andere consument geworven worden. Als de consument na het volgen van een cursus een nieuwsbrief ontvangt kan het deze doen besluiten een cursus weer op te pakken of een ander op de hoogte te brengen.
67
8. Financiële begroting De onderzoeksvraag voor het hoofdstuk ‘financiële begroting’ is: -
Blijkt uit de financiële begroting dat het gewenste inkomens, benoemd in de doelstellingen, gehaald worden?
De doelstellingen voor het hoofdstuk ‘financiële begroting’ zijn gegeven voor de komende 3 jaar.
Jaar 1 Een vast maandelijks inkomen van €1.000,00 te genereren, bovenop het huidige inkomen van Rose Sports, met een nieuw en zelfgemaakte sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 6 jaar in de gemeente Utrecht waar de ondernemer maximaal 20u per week werkt vόόr 31 juli 2013.
Jaar 2 Een vast maandelijks inkomen van € 2.000,00 te genereren, bovenop het huidige inkomen van Rose Sports, met een nieuw en zelfgemaakte sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 6 jaar in de gemeente Utrecht met 2 mensen in dienst bij Rose Sports waar de ondernemer maximaal 20 u per week werkt vόόr 31 juli 2014.
Jaar 3 Een vast maandelijks inkomen van € 3.000,00 te genereren, bovenop het huidige inkomen van Rose Sports, met een nieuw en zelfgemaakte sportaanbod voor kinderen van 2,5 t/m 6 jaar in de gemeente Utrecht met 4 mensen in dienst bij Rose Sports waar de ondernemer maximaal 30 u per week werkt vόόr 31 juli 2015.
68
8.1 Financiële samenvatting Een belangrijk punt is dat dit een innovatietraject is van het al bestaande bedrijf Rose Sports. De omzet en de winst worden berekend voor alleen het innovatietraject. Het is een toevoeging aan het bestaande sportaanbod voor volwassenen en senioren. In de doelstellingen is aangegeven dat in de eerste twee jaar er maximaal 20 uur per week gewerkt wordt door de ondernemer aan dit innovatietraject. In het derde jaar wordt het aantal uren verhoogd naar maximaal 30 uur per week. In deze uren zitten alle werkzaamheden van de ondernemer. Dit betekent de uren dat de ondernemer les geeft, maar ook de uren die besteed worden aan onder andere de administratie, marketing, promotie, opleidingen en reistijd.
De winst wordt berekend met ingecalculeerde vakantieperiodes. Op deze manier wordt er rekening gehouden met vakanties voor de zelfstandige ondernemer en met de schoolvakanties van de consumenten. De uren worden berekend over de schoolperiodes. Dit zijn 40 weken.
8.1.1 Omzet en winst In het eerste jaar is er rekening gehouden met een minimale winst, waar alleen de kosten betaald kunnen worden. De winst is hier € 0,00. Met de minimale winstberekening komt naar voren dat het een klein risico is voor de ondernemer om dit innovatietraject op te zetten. Het aantal uren dat de ondernemer moet werken, om uit de kosten te komen, is berekend voor de uren waar de ondernemer het minste uurtarief omzet. Het laagste uurtarief is bij de freelance lessen en bedraagt € 37,00. In het eerste jaar moeten er minimaal 3,5 lesuren per week gegeven worden om uit de kosten te komen en geen verlies te draaien.
De maximale winst is de winst waar de ondernemer het dubbele aantal uren werkt. Dit betekent dat de ondernemer geen tijd meer heeft voor het sportaanbod voor volwassenen en meer lesgeeft dat zij lichamelijk aankan.
69
In het eerste jaar is de optimale winst € 14.154,00. Dit is per maand € 1.179,50. Hiermee is de doelstelling voor het eerste jaar gehaald.
Jaar 1 Omzet Winst Minimaal € 4.936,00 € Optimaal € 25.920,00 € 14.154,00 Maximaal € 51.840,00
€ 25.415,00
De winst is in het tweede jaar met deze nieuwe producten is € 25.597,00. Dit is per maand € 2.133,00. Hiermee is het doel van het tweede jaar behaald. In het derde jaar is de winst € 43.748,00. Dit is per maand € 3.646,00. Hiermee is de doelstelling van het derde jaar ruim behaald.
Omzet Winst Jaar 2 € 71.200,00 € 25.597,00 Jaar 3 € 146.240,00 € 43.748,00
8.1.2 Nieuwe producten In het tweede en derde jaar komen er nieuwe producten bij het sportaanbod om meer omzet te genereren. Deze twee nieuwe producten vragen weinig extra werk en kosten, maar zorgen dat de omzet in het tweede en derde jaar omhoog gaat.
Nieuw product ‘sportpakket organisaties’ Het eerste product is een sportpakket aangeboden aan organisaties. Dit betekent dat een organisatie 6 keer per jaar een workshop krijgt met hierbij een online sportaanbod voor de kinderen en organisatie om naast de workshops mee te werken. Het online sportaanbod bestaand uit filmpjes, lesmateriaal en huiswerkopdrachten. In het tweede jaar verwacht de onderneming aan 5% van de voor- en basisscholen, de buitenschoolse opvang en van de kinderdagverblijven in de gemeente Utrecht het sportpakket te verkopen. Het aantal locaties van deze bedrijven groeit, maar er is weinig sportaanbod voor deze bedrijven.
De winst uit deze 5% is voor het tweede jaar € 7.200,00. Dit is per maand € 600,00, waar 3 uur in de week wordt lesgegeven. 70
In het derde jaar verwacht de onderneming om aan 10% van de bestaande voor- en basisscholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven haar sportpakket te verkopen. De winst uit deze 10% is voor het derde jaar € 15.840,00. Dit is per maand € 1.320,00, waar 6 uur in de week wordt lesgegeven.
Nieuw product ´Online sportlessen´ Het tweede product is het aanbieden van sportlessen via het internet. De onderneming start met betaalde online sportlessen in het tweede jaar. De online sportlessen zijn in het eerste jaar gratis. Met alle promotie die in het eerste jaar verricht is en de naamsbekendheid die dat heeft opgeleverd, wordt er in het tweede jaar een bedrag gevraagd voor het bekijken van een online sportles. De prijs die betaald wordt in het tweede jaar voor een online sportles is € 1,00.142
De onderneming verwacht 10% van de consumenten, die kennis heeft gemaakt met het sportaanbod in het voorafgaande jaar, een betaalde sportles te verkopen. Er is gekozen bij de begroting voor de frequentie van éénmaal per maand dat de kinderen een online sportles kopen, om zo een ruime begroting te maken. Hieronder volgt een schema ter verduidelijking. Freelance Totaal aantal lessen in jaar 1 400 Aantal kinderen bereikt (10 kinderen per les) 4000 10% 400 Totaal aantal kinderen 600 Prijs per online les € 1,00 Omzet € Frequentie 1 keer in de maand €
Workshops 40 400 40
Zelfstandig 160 1600 160
600,00 7.200,00
De omzet die behaald wordt in het tweede jaar met het aanbod van online sportlessen is € 7.200,00. Dit is per maand € 600,00. Het aanbieden van deze online sportlessen kosten niet veel tijd en geld. In het tweede jaar wordt er een digitale camera aangeschaft met een prijs van € 582,95 inclusief BTW. Het plaatsen van de filmpjes op internet kost geen geld. Een eenmalige betaling aan de webmaster voor het toevoegen van de betaalfunctie bedraagt € 800,00. In totaal bedragen de kosten voor de online sportlessen € 1.383,00.
In het derde jaar verwacht de onderneming dat 10% van de consumenten, die kennis heeft gemaakt met het sportaanbod in het voorafgaande jaar, éénmaal per maand een online sportles te verkopen. 142
Consumentenonderzoek
71
Het aantal consumenten dat in het tweede jaar bereikt is, is een stuk groter dan de consumenten die in het eerste jaar bereikt zijn. Dit komt door de toevoeging van het sportpakket aan organisaties. Pakket Freelance Workshops Zelfstandig organisaties 800 80 400 120
Totaal aantal lessen in jaar 2 Aantal kinderen bereikt (10 kinderen per les) 8000 10% 800 Totaal aantal kinderen 1400 Prijs per online les € 1,00 Omzet € Frequentie 1 keer in de maand €
800 80
4000 400
1200 120
1.400,00 16.800,00
De omzet die behaald wordt in het derde jaar met het aanbod van online sportlessen is € 16.800,00. Dit is per maand € 1.400,00 en is een extra omzet voor de onderneming.
8.1.3 Uren De bovenstaande omzet wordt behaald met het aantal gewenste werkuren door de ondernemer. Er is ook rekening gehouden met tijd voor administratie, marketing, promotie en reizen. In de bijlage ‘kwalitatief onderzoek’ wordt aangegeven hoe de uren behaald worden en hoe de onderneming tot deze uren is gekomen. De uren zijn als volgt verdeeld.
Jaar (u.p.w.) Freelance 10 Workshops 1 Zelfstandig 4 Pakket org. 0 Totaal uren 15 De ondernemer 15 Freelancers 0
1 Jaar (u.p.w.) 20 2 10 3 35 15 20
2 Jaar (u.p.w.) 40 4 20 6 70 21 49
3
72
Uurtarief In het hoofdstuk ‘marketing’ wordt beschreven waarom er een bepaald uurtarief gehanteerd wordt. Er is hier rekening gehouden met bedragen die de ondernemer is tegengekomen in de afgelopen jaren bij de sportlessen voor volwassenen en senioren en er is een concurrentievergelijking gemaakt. De vraagprijs is nooit hoger dan de concurrenten, maar hoog genoeg om uit de kosten te komen. Uit de kostenberekening komt naar voren dat het uurtarief € 37,00 of hoger moet zijn om uit de kosten te komen. De concurrentiemethode en de kostenberekening is terug te zien in de bijlage ‘financiële begroting’.
8.1.4 Kosten en BTW Een groot voordeel voor het innovatietraject is dat er weinig kosten zijn in de eerste jaren. Dit verkleint het risico om het innovatietraject op te zetten. In het derde jaar komt er een grote kostenpost bij. Dit zijn de kosten voor het inhuren van freelancers. Dit zijn desondanks kosten waarmee de onderneming weinig risico loopt. De onderneming kan per direct stoppen met het inhuren van freelancers, zodra dit noodzakelijk is.
De meeste kosten die er zijn, zijn niet noodzakelijk. Dit zijn inventaris- en materiaalkosten. De inventariskosten bestaan uit attributen die een extra toevoeging geven aan de professionaliteit en kwaliteit van de onderneming. De attributen zijn een laptop, een Ipad, een Ipod en boxen voor de Ipod. Omdat dit een zelfstandige onderneming is zijn deze attributen voor de ondernemer op privé gebied te gebruiken en vormen een toevoeging voor diens leven. Dit maakt de aanschaf ervan aantrekkelijk.
73
9. Conclusie 9.1 Onderzoeksvragen 1. Is de ondernemer en de huidige onderneming sterk genoeg om uit te breiden met het innovatietraject? 2. Hoe ziet de externe markt eruit van het sportaanbod en welke kansen komen hier naar voren? 3. Wie is de doelgroep en wat zijn de wensen en behoeften van de consumenten op het gebied van sport en internet? 4. Wie zijn de concurrenten van het sportaanbod en hoe groot is hen concurrentiekracht? 5. Wat zijn de hoofdaandachtspunten waar het innovatietraject opgericht wordt? 6. Welke marketingstrategie wordt er toegepast voor het sportaanbod? 7. Hoe worden zonder budget sterke promotieactiviteiten neergezet? 8. Blijkt uit de financiële begroting dat het gewenste inkomens, benoemd in de doelstellingen, gehaald worden?
9.1.1 De ondernemer De ondernemer heeft genoeg kennis, inzicht en kwaliteit om een goede ondernemer te zijn. Dit komt door de ervaring die de ondernemer in de afgelopen 2 jaar heeft opgedaan als ondernemer en door de opleiding Sport, management en Ondernemen die de ondernemer heeft gevolgd. Op gebied van motivatie en persoonskenmerken scoort de ondernemer lager. Als jonge ondernemer heeft zij nog niet alle persoonskenmerken ontwikkeld. Het merendeel van de kenmerken heeft de ondernemer in zich, de andere kenmerken ontwikkelt de ondernemer in de aankomende jaren als ondernemer. De ondernemer is zich door de verschillende testen bewust van de kenmerken die zij nog moet ontwikkelen en vestigt hier haar aandacht op.
De huidige onderneming biedt een basis om het innovatie traject uit te starten. Deze basis bestaat uit zakelijke vereisten die nodig zijn bij het geven van sportlessen vanuit een eigen bedrijf. Tevens zijn het opgebouwde netwerk en de naamsbekendheid stappen die al genomen zijn voor het innovatie traject.
74
9.1.2 De externe markt Uit het marktonderzoek is een aantal ontwikkelingen naar voren gekomen. Deze ontwikkelingen zijn hieronder opgesomd: Verschil tussen krachtwijken en andere wijken: o
Uitgaven aan sportdeelname in krachtwijken zijn lager
o
Sportdeelname in krachtwijken is lager
o
Er zijn veel meer sportstimuleringsprogramma’s van gemeente in krachtwijken, dan in andere wijken
o
Betrokkenheid van ouders bij het sportgedrag van hun kinderen is laag in krachtwijken
Leidsche Rijn is een sterk groeiende wijk waar vraag is naar sportaanbod voor kinderen onder de 7 jaar. Leidsche Rijn heeft het hoogste percentage inwoners met betaald werk, maar ook het hoogste percentage inwoners zonder werk. De verschillen in de wijk zijn groot. Er is vraag in Leidsche Rijn naar sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar. De inwoners uit de binnenstad van Utrecht zijn het minst tevreden over de sportvoorzieningen. De binnenstad heeft het hoogste percentages inwoners met betaald werk. Er is vraag naar sportaanbod in de binnenstad van Utrecht. Het aantal jeugdleden van verenigingen is toegenomen. Dit zijn vooral allochtone jongeren. De toename van jeugdleden komt grotendeels door de groei van projecten van de gemeente Utrecht. De gemeente Utrecht is op zoek naar uniek sportaanbod voor de invulling van haar gemeenteprojecten. Wijkwelzijnsbureaus zijn organisaties die een steeds grotere rol spelen in het sportaanbod in de wijken. Zij zijn de tussenpersoon tussen vraag en aanbod. Zij spelen de volgende rol; o
De beheerder en verdeler van het budget van bepaalde subsidies voor sportaanbieders Wijkwelzijnsbureaus ondersteunen zelfstandige sportaanbieders met subsidies
o
Contactpersoon tussen voor- en basisscholen en sportaanbieders
o
Contactpersoon tussen gemeenteprojecten en sportaanbieders
o
Contactpersoon tussen bewoners en sportaanbieders
Zij gaan een rol spelen in; o
De samenwerking tussen buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven en sportaanbieders De wijkwelzijnsbureaus zijn in de gemeente Utrecht grotendeels de schakel tussen bewoners, bedrijven en sportaanbod
75
Er is een groei in kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Er is weinig sportaanbod op de BSO en KDV. Er is weinig sportaanbod op BSO en KDV, terwijl het aantal locaties gegroeid is tot 461 locaties. Er is een aantal mogelijkheden om als organisatie aanspraak te maken op subsidies. Er zijn subsidies voor sportaanbieders die zij zelfstandig kunnen aanvragen. Voor ondernemers is de gebruiksvriendelijkheid van websites en filmpjes toegenomen en zijn er (gratis) marketingmogelijkheden door social media. Social media bieden veel gratis marketing en promotiemogelijkheden Verwacht wordt dat het sportaanbod op scholen, buitenschoolse opvang en sportprojecten op scholen alleen gegeven mag worden door een docent die onderwijsbevoegd is Als je als sportaanbieder in samenwerking met of voor de gemeente sportlessen geeft moet je de cursus ‘Vreedzame Wijk’ gevolgd hebben. Er is een groei van Brede Scholen. De samenwerking tussen scholen, BSO, KDV en sportaanbieders wordt hier groter. De wijkwelzijnsbureaus spelen hier een grote rol in. Er is een groei van Brede scholen. Een aantal ontwikkelen dat naar voren komt, levert kansen op voor het innovatietraject. Deze kansen zijn achter de ontwikkelingen in het rood beschreven.
9.1.3 De Consument De doelgroep van het innovatietraject verbreed zich tot meerdere groepen. Omdat het sportaanbod voor kinderen is, zijn hun ouders ook de doelgroep. De locaties waar kinderen verplicht komen vormen ook de doelgroep. Dit zijn scholen, buitenschoolse opvang, kinderdag verblijven en andere organisaties die met of voor kinderen werken.
Uit het consumentenonderzoek zijn er een aantal behoeften en wensen naar voren gekomen. Deze behoeften en wensen zijn hieronder opgesomd: Ouders en docenten vinden coaching belangrijk in lessen Ouders en docenten vinden de docent van de lessen belangrijk Kinderen vinden vrijheid in de sportlessen belangrijk Merendeel van de kinderen sporten Er zijn weinig sportmogelijkheden voor kinderen onder de 6 jaar Er is behoefte aan sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar
76
Kinderen zijn actief op het internet met; o
Filmpjes kijken
o
Spelletjes spelen
Kinderen en hun ouders zijn niet bekend met online sportlessen Kinderen en hun ouders zijn geïnteresseerd in een online sportles en ze willen € 0,00 of € 1,00 uitgeven aan een online sportles
9.1.4 De concurrenten De concurrenten van het sportaanbod zijn onder andere sportaanbieders uit de gemeente Utrecht en de gemeente Utrecht zelf. In het vijfkrachtenmodel van Porter komen de consumenten, substituten en nieuwe toetreders naar voren als concurrenten. De concurrenten die via het vijfkrachtenmodel van Porter naar voren komen hebben geen grote concurrentiekracht. Dit komt omdat het innovatietraject onderscheidend en uniek is in tegenstelling tot de concurrentie.
De kansen uit de SWOT analyse zijn niet door de concurrenten gepakt, daarmee toont de concurrentie geen sterke concurrentiekracht. Dit kan komen door: 1. Hun aanbod is niet toereikend genoeg om deze kansen te pakken Het sportaanbod van de concurrenten is eenzijdig en niet onderscheidend. In de sportles wordt geen extra aandacht besteed aan het coachen van kinderen. 2. Zij hebben geen kennis van de kansen Sinds januari 2012 hebben wijkwelzijnsbureaus geen ‘team sport’ meer. Dit betekent dat zij sindsdien werken met zelfstandige sportaanbieders. 3. Zij hebben geen motivatie om de kansen te pakken De concurrenten scoren niet hoog op het gebied van social media. De websites zijn niet professioneel, niet modern en slecht vindbaar op zoekmachines. De concurrenten zijn niet actief op social media.
De onderneming scoort hoog in de concurrentiematrix waar succesfactoren vergeleken worden met die van een aantal concurrenten en het innovatietraject. Hier is het innovatietraject komt naar voren als een sterke en onderscheidende aanbieder, met de expertise om kansen te pakken.
77
9.1.5 De hoofdaandachtspunten Om de kansen te pakken levert de ondernemer veel inspanning en is gemotiveerd. Dat een aantal kansen nog niet gepakt is door concurrenten toont aan dat deze inspanningen en motivatie kunnen ontbreken of gebrek aan kennis op het gebied van marketing en promotie.
Het innovatietraject richt zich op: -
de vraag die er is naar sportaanbod voor de leeftijdsgroep van 2,5 t/m 6 jaar
-
de ondersteuning en subsidiemogelijkheden van de gemeente Utrecht
-
de uniciteit, flexibiliteit en variatie van het sportaanbod, omdat deze punten zorgen voor het onderscheid tussen het innovatietraject en van concurrenten
-
zelfstandige subsidies die aangevraagd kunnen worden door de onderneming zelf
-
er wordt online marketing ingezet door middel van social media, omdat dit relatief goedkoop is. De onderneming heeft de expertise om een sterke online marketingstrategie neer te zetten
-
het halen van onderwijsbevoegdheid door de ondernemer, omdat verwacht wordt dat dit in het aankomende jaar verplicht gesteld wordt
-
scholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven. Deze organisaties hebben weinig sportaanbod, maar het aantal locaties is gegroeid in Utrecht tot 461 locaties
9.1.6 De marketingstrategie De marketingstrategie voor het sportaanbod bestaat uit een differentiatiestrategie en een focusstrategie. De differentiatiestrategie richt zich op creatieve marketing met de bedoeling de dienst aanmerkelijk verschillend te maken in vergelijking met concurrerende diensten. 143 Het verschil met de concurrent is voor de klant doorslaggevend.144 De prijs van het product speelt minder een rol. Hierin blijft de onderneming gelijk aan het gemiddelde van de concurrenten.
Het unieke en onderscheidende sportaanbod leent zich goed voor het differentiëren met de concurrent. Een aantal concurrenten heeft vooral een eenzijdig sportaanbod met eenzelfde sport. Met de differentiatiestrategie is de kans op subsidies groter die de gemeente Utrecht verstrekt via wijkwelzijnsbureaus en is de kans groter om een vaste sportaanbieder te worden voor projecten van de gemeente.
143
Rustenburg, p.195, 2006
144
Plattel, p.26, 2010
78
De differentiatie komt ook naar voren door het personeel. Het personeel is grotendeels verantwoordelijk voor het imago van het sportaanbod. De onderneming richt zich op verschillende kanalen die elkaar versterken. Het streamingkanaal is nieuw en onderscheidend in de markt en draagt hier bij aan de differentiatie van het sportaanbod.
Het innovatietraject richt zich in het beginstadium ook op de focusstrategie. In dit geval concentreert de onderneming zich op een bepaald deel van de markt.145 In dit geval zijn dit de kinderen onder de 6 jaar. In de markt- en consumentenanalyse komt naar voren dat dit deel van de markt een vraag heeft naar sportaanbod. Een aantal concurrenten heeft geen sportaanbod voor kinderen onder de 6 jaar en een aantal hebben de vraag in dit marktdeel nog niet beantwoord. Het innovatietraject vult de vraag voor een sportaanbod onder de 6 jaar in.
9.1.7 De promotieactiviteiten Voor de onderneming is het belangrijk dat de promotieactiviteiten weinig kosten met zich meebrengen. De promotieactiviteiten worden mede bepaald door de kosten van de activiteit. De promotie moet gericht zijn op het differentiatie van het sportaanbod en gefocust zijn op de doelgroep 2,5 t/m 6 jarigen. Hiernaast zijn de activiteiten zijn gericht op het waarborgen van de continuïteit van de onderneming, zoveel mogelijk consumenten kennis te laten maken met het sportaanbod en uiteindelijk een verkoop af te sluiten.
De kracht van de promotie is dat interesse wordt opgewekt van alle betrokkenen. Omdat het sportaanbod voor kinderen is, is het belangrijk dat de promotie ook gericht is op de ouders, docenten en begeleiders. Zij zijn vaak degenen die reclame lezen en beslissen of de kinderen een les gaan volgen. In de promotionele activiteiten is duidelijk onderscheid gemaakt in deze groepen. De reclame is gericht op de volwassenen en de reclameboodschap is gericht op hun behoeften. Als de volwassenen geprikkeld zijn door deze reclame en hun kinderen naar een proefles sturen of een workshop aanvragen kan de promotie richting de kinderen beginnen.
Sales promotion is gericht op volwassen. Met de sales promotion wil de onderneming de consumenten stimuleren tot een trialaankoop oftewel een proefles te laten doen. Tevens is het stimuleren van herhalingsaankopen een doel, dat plaats vindt in de vorm van kortingen en acties.
145
Plattel, p.26, 2010
79
De persoonlijke verkoop ,de belangrijkste promotionele activiteit, is gericht op kinderen en op het afsluiten van een verkoop. Naast de andere promotionele activiteiten wordt alleen bij de persoonlijke verkoop duidelijk wat SportDing echt is. Er wordt hier besloten of er betaalt wordt voor een volledige cursus. De docent is belangrijk om tijdens een sportles een verkoop te bevorderen.
Public relations en sales promotion zijn een toevoeging aan de reclame en persoonlijke verkoop. Bij public relations is het creëren van de gunfactor belangrijk. Dit betekent dat consumenten en organisaties graag samenwerken of gebruik willen maken van het sportaanbod, ook in de toekomst. Het creëren van de gunfactor door het werken aan de public relations zorgt voor continuïteit en retentie in het aantal opdrachten en leden van het sportaanbod.
9.1.8 De financiële begroting Uit de financiële begroting blijkt dat het gewenste inkomen voor de eerste drie jaar behaald wordt. In de eerste is het maandelijkse inkomen bijna 18% boven het gewenste maandinkomen, het tweede jaar is het bijna 7% boven het gewenste maandinkomen en het derde jaar is het 21,5% boven het gewenste maandelijkse inkomen.
Bij de begroting is er ruimschoots rekening gehouden met vakantieperiodes. Dit betekent dat het maandelijks inkomen is berekend voor 40 weken werken per jaar. Ook is er rekening gehouden met het aantal gewenste uren dat de ondernemer per week wil werken. In deze uren is er rekening gehouden met uren die geen winst omzetten, zoals onder andere het bijhouden van social media en reistijd.
80
9.3 Implementatieplan Stappen
Door middel van of via
Product
Doelen
Maand
/
Twitter,Facebook, Linkedin en Youtube
Marketing via social media
Aug
/
Nieuwsbrief, met nieuwe rooster en inschrijfformulieren
Aug
Filmpjes opnemen en foto’s maken Website klaarmaken
/
Filmpjes voor Youtube en website
-Informatie verstrekken -Continuïteit bevorderen in aantal leden Aandacht en interesse wekken
The Goodplace
Website
Juli/Aug
Reclame materiaal maken Maken van pakketten voor organisaties
The Goodplace
Folders, posters en visitekaartjes Folders en informatiepakket voor BSO, KDV en scholen
Een online informatiepunt voor potentiële en bestaande leden Materiaal om uit te delen als promotie Organisaties een beeld geven van de sportpakketten
Voorbereiding Social media accounts aanmaken Nieuwsbrieven, rooster maken
/
Sept
Sept Sept
81
Stappen Public relations Benaderen van contactpersonen bij de Wijkwelzijnsbureaus
Benaderen van sportinstanties en sportorganisaties
Benaderen van organisaties als BSO, KDV en scholen Benaderen van locaties waar workshops gegeven worden. Vb.Speeltuinen, speelhallen, evenementen voor kinderen
Door middel van of via
Product
Doelen
Maand
Gesprek met: -Sander Brugmans -Miranda Strijkers -Mustafa Alay
Informeren over het innovatietraject van de organisatie Rose Sports
Aug
Contactpersonen bij de gemeente Utrecht -Contactpersonen van de organisatie zelf -Contactpersonen bij de gemeente Utrecht -Contactpersonen op de locatie zelf -Contactpersonen bij de gemeente Utrecht -Contactpersonen op de locatie zelf
Informeren over het innovatietraject van de organisatie Rose Sports
-Aanspraak maken op subsidie voor lessen te geven op scholen (Sport Scoort!) en samendoennaschool - Samen werken met de gemeente -Een samenwerking -Vermelding van SportDiNG op hun website
Folders en informatiepakket voor BSO, KDV en scholen
-Sportpakketen verkopen -Persoonlijke verkoop starten
Sept
Workshops
-Persoonlijke verkoop -Leden werven
Okt
Sept
82
Stappen Social media -Contactpersonen zoeken voor Linkedin -Linkedin promoten -Volgers zoeken twitter -Sales promotion -Foto’s en filmpjes plaatsen -Facebookpagina promoten -Filmpjes en foto’s plaatsen - Sales promotion -Filmpjes plaatsen op Youtube -Youtubepagina promoten
Door middel van of via
Product
Doelen
Maand
-Zoeken op categorieën, bedrijven, instanties en personen
Berichten over SportDing sturen naar potentiële contactpersonen bij Linkedin Sales promotion bestaat uit: Betaal sociaal
-Naamsbekendheid vergroten -Opdrachten binnenhalen
Okt
-Het stimuleren van trialaankopen -Naamsbekendheid opbouwen -Mogelijkheid bieden tot fysiek bewijs -Het stimuleren van trialaankopen -Naamsbekendheid opbouwen -Mogelijkheid bieden tot fysiek bewijs -Het stimuleren van trialaankopen -Naamsbekendheid opbouwen -Mogelijkheid bieden tot fysiek bewijs
Hele jaar
Volgers zoeken via namen van leden, bedrijven, categorieën, instanties en plaatsen Promoten via de nieuwsbrief, de website en andere social media
Promoten via de nieuwsbrief, de website en andere social media
Sales promotion bestaat uit: Betaal sociaal
Hele jaar
Hele jaar
83
Stappen
Door middel van of via Promotionele activiteiten Benaderen van e-mail (wijk)bladen
Product
Doelen
Maand
Gratis advertenties
Sept
Persbericht schrijven en versturen
Kranten en wijkbladen
Persbericht over SportDing
Folders en posters verspreiden -Aanmelden bij gratis sites
Scholen, supermarkt, speeltuinen, speellocaties
Folders en posters
Naamsbekendheid, aandacht en interesse wekken bij bewoners van de gemeente Utrecht Aandacht en interesse wekken bij nieuwsbronnen, zodat zij naamsbekendheid geven aan de onderneming in hun nieuwsuitingen Aandacht en interesse wekken voor SportDing Vergroten vindbaarheid bij zoekmachines
Sept
Stappen
Door middel van of via
Product
Doelen
Maand
Via gemeente Utrecht
1.Subsidie sportverenigingen 2.Subsidie breedtesporteveneme nten Nieuwsbrief met inschrijfformulieren en rooster
Subsidie krijgen om promotiecampagnes te starten
Sept
-Leden werven voor het nieuwe sportseizoen -Continuïteit
Aug
Acties Subsidie aanvragen
Nieuwsbrief versturen
e-mailadressen van leden van het sportaanbod van Rose Sports en clinics van SportDing
Sept
Sept
84
Verklaring literatuurlijst Als hulpmiddel voor het schrijven van een ondernemingsplan zijn er verschillende boeken aangeschaft. De eerste twee onderstaande boeken zijn heel overzichtelijk en bieden structuur bij de indeling van mijn ondernemingsplan. Ik heb heel veel aan deze twee boeken gehad. De titel van het derde boek geeft al aan dat het om innovatief ondernemen gaat. Deze titel heeft mij doen besluiten dit boek te gebruiken. Uiteindelijk heb ik weinig gebruik kunnen maken van dit boek, omdat er geen toevoegende informatie in stond. 1. Grit, R. (2010) Zo maak je een ondernemingsplan (2de druk) Houten: Noordhoff Uitgevers bv Groningen 2. Plattel, R. (2010) Het ondernemingsplan (3de druk) Den Haag: Sdu Uitgevers bv 3. Mulder, R., & Cate, R. ten. (2006) Innovatief ondernemen (druk) Pearson Education Benelux
Als hulpmiddel voor marketingmodellen, de marketingstrategie en de marketingmix zijn er boeken aangeschaft. Het eerste boeken is aangeschaft, omdat het eerste boek de indruk gaf de onderzoeksresultaten om te zetten in een marketingstrategie. Uiteindelijk gaf het boek alleen informatie over onderzoeksmethoden. Het tweede boek is aangeschaft, omdat dit een boek is waar gesproken wordt over sportmarketing. Bij het lezen van dit boek werd duidelijk dat de inhoud van het boek overeenkomt met de drie boeken over ondernemen. De verbintenis met sport is vooral gericht op de sport met toeschouwers en sporten die veel in de media zijn. Het derde boek is veel gebruikt tijdens het schrijven van het ondernemingsplan. Dit boek bevat veel voorbeelden van modellen. Bv. SWOT analyse en vijfkrachtenmodel van Porter. 1. Rustenburg, Gb., & Eunen, E. van., & Leliveld, K. (2001) Marktonderzoek voor marketingbeslissingen (druk) Groningen: Wolters-Noordhoff 2. Westerbeek, H., & Rubigh, B., & Shilbury, D., & Quick, S. (2003) Strategische sportmarketing (1ste dr.) Nieuwegein: Arko Sports 3. Rustenburg, Gb. (2006) Strategische en operationele marketingplanning (4de druk) Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen
Als hulpmiddel bij het onderzoek is er een boek gebruikt op dit gebied. Kooier, R., & Broefhoff, M., & Stumpel, H. (2011) Marktonderzoek (8ste dr.) Houten: Noordhoff
85
Als hulpmiddel bij de inzet van social media is het volgende boek gebruikt en de volgende onderzoeksverslagen zijn gebruikt. Het boek bevat voorbeelden van sterke social media acties. Hier zijn een aantal acties van overgenomen. Ik heb een afstudeerpresentatie meegemaakt van Gijs Craenmehr over social media. De docenten waren erg tevreden. Ik heb zijn verslag gebruik als hulpmiddel voor mijn social media inzet. Het afstudeerverslag van Gijs Craenmehr, student bacheloropleiding Sport, Management & Ondernemen, gaat over social media. Uit het verslag van de student heb ik alleen een reactie overgenomen die hierin vermeldt staat van Dhr. P. Kassenaar. Dhr. P. Kassenaar heeft gastcolleges gegeven op de opleiding over social media. 1. Grimberg, G.J., & Hassing, A-R., Moll, M. van., & Smits, G-J., & Steege, B, ter., & Bisschop, J.S., & Wilde, E. de. (2012) Finest 50 E-Commerce (druk) Beerens Business Press BV 1. Pondres (2012) social marketing onderzoek 2. Craenmehr, G (2010) Het mes dat snijdt aan twee kanten (afstudeerverslag studie Sport, Management & Ondernemen) 3. Leeflang, T.
Rapport social media (stageverslag 2de jaar studie Sport, Management &
Ondernemen)
86
Bronnen Kamer van Koophandel (2012) http://kvk.ondernemerstest.nl/app/seeReport?params=yaam8v7rjor4ranwkzo90zf# bezocht op 2 april 2012 http://www.kvk.nl/ondernemen/rechtsvormen/overzicht-van-alle-rechtsvormen/de-vereniging/ bezocht op 31mei 2012
Utrecht (2012) http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=127314 bezocht op 31 mei 2012 http://www.utrecht.nl/images/BCD/Bestuursinformatie/publicaties/2012/UtrechtMonitor2012.pdf bezocht op 31 mei 2012 http://www.utrecht.nl/images/BCD/Bestuursinformatie/publicaties/2012/UtrechtMonitor2012.pdf bezocht op 1 juni 2012 http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=343510#hoeveel bezocht op 2 juni 2012 http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=361557 bezocht op 5 juni 2012 http://www.utrecht.nl/images/BCD/SectorFenP/Begroting/2012/Programmas/2.11Sport.pdf bezocht op 5 juni 2012 http://www.utrecht.nl/images/BCD/Bestuursinformatie/publicaties/2012/UtrechtMonitor2012.pdf Bezocht op 6 juni 2012 http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=343510#producten bezocht op 6 juni 2012
http://www.123test.nl/bigfive/index.php http://www.jong030.nl/showvta.asp?xtitle=Aerobics&web_id=148&act_id=10&dis1=3&dis2=26&dis 3=-99
Sportconnextion (2012) http://www.sportconnextion.nl/ bezocht op 1 juni 2012
87
Werken in het onderwijs (2012) http://www.werkeninhetonderwijs.nl/vervolg.php?h_id=1&s_id=67&v_id=4&titel=Ik_wil_vanuit_ee n_ander_beroep_leraar_worden bezocht op 2 juni 2012 http://www.werkeninhetonderwijs.nl/vervolg2.php?id=48
Rijksoverheid (2012) http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/werken-in-het-onderwijs/vraag-en-antwoord/welkeonderwijsbevoegdheden-zijn-er.html bezocht op 2 juni 2012 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/03/23/rapportjaarbericht-brede-scholen-2011.html Bezocht op 10 maart 2012 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang/vraag-en-antwoord/hoe-is-debuitenschoolse-opvang-bso-geregeld.html bezocht op 16 juni 2012 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang/vormen-van-kinderopvang bezocht op 16 juni 2012
88
Wikipedia (2012) http://nl.wikipedia.org/wiki/Brede_school bezocht op 10 maart 2012
Brede scholen Utrecht (2012) http://www.bredeschoolutrecht.nl/content/brede-school-utrecht bezocht op 10 maart 2012
Eenmanszaak oprichten (2012) http://www.eenmanszaakoprichten.nl/rechtsvormen/keuze-rechtsvorm/ bezocht op 5 juni 2012
Intemarketing (2012) http://www.intemarketing.nl/marketing/modellen/porter-vijfkrachtenmodel bezocht op 7 juni 2012
Digibord (2012) http://www.hellighart.nl/docenten/digibord/digibord.html 7 juni
Scienceprogress (2012) http://www.scienceprogress.nl/marketing/7-ps-van-booms-en-bitner bezocht op 4 juni http://elkedagleren.blogspot.nl/2012/01/dienstenmarketing-de.html bezocht op 7 juni
Vereniging sport Utrecht VSU (2012) http://www.sportutrecht.nl/ bezocht op
Buurt, onderwijs, sport impuls (2012) http://www.bosimpuls.nl/eCache/DEF/1/06/344.html bezocht op
Influence-zone (2012) http://www.influence-zone.com/roostertarieven.html bezocht op 5 maart 2012 PM-dance (2012) 89
http://www.pm-dance.nl/De_allerleukste_dansschool/LesRivierenwijk.html bezocht op 5 maart 2012 Ladyfit (2012) http://www.ladyfit.nl/lid-worden3 bezocht op 5 maart 2012 Yourwaytobefit (2012) http://www.yourwaytobefit.nl/kosten bezocht op 5 maart 2012 Longa (2012) http://longa-utrecht.nl/contributie/ bezocht op 5 maart 2012
90