Personeelsmagazine van het Martini Ziekenhuis
Nummer 02/2016
Verpleegkundigen Tineke Kingma en Rogier Oostindiën: ‘Top jubileumfeest, top ziekenhuis. Daar krijgen wij energie van!’
Zorgpad Handartrose
Nieuwe Gedragscode
Bij Martini SIT je goed
Gastredacteur
Anneke van der Veen fysiotherapeut
Lekker in beweging ‘Zo, dat was een mooi personeelsfeest! De Theatershow gaf mij een trots gevoel: dat we het hier samen goed doen voor de patiënt. En het swingende feest daarna bracht iedereen lekker in beweging. Dat past natuurlijk helemaal bij mijn beroep. Mijn beroepsgroep is flink in beweging als het gaat om multidisciplinair samenwerken en betere afstemming van de onderdelen in een zorgtraject. Ik laat daarover revalidatiearts Sjoukje Hiemstra en ergotherapeut Marieke Doff aan het woord in een artikel over het zorgpad Handartrose. Natuurlijk is het belangrijk dat patiënten ook zélf in beweging komen. Daarmee bedoel ik dat zij meer regie nemen in hun herstelproces. Dit staat nog in de kinderschoenen. Wetenschappelijk onderzoek op dit gebied is daarom belangrijk. Op de pagina Onder de loep lees je hier meer over. Deze maand maakt mijn afdeling trouwens een mooie stap als het gaat om het zogenoemde zelfmanagement van de patiënt. Wij hebben namelijk een filmpje laten maken met instructies om snel na de operatie in beweging te komen. Daarmee kunnen patiënten zélf bijdragen aan herstel na de operatie. Mijn collega Tjerk Munsterman vertelt er in deze Matrix meer over. Onder de indruk ben ik van het verhaal van voedingsassistent Yvonne Hut. Met bewust eten én bewegen is zij flink wat kilo’s afgevallen. Ik hoop dat haar verhaal anderen motiveert om met een gezonde leefstijl aan de slag te gaan. Dat doet mij terugblikken op de Open Dag, waar ik met een van de diëtisten voorlichting gaf over voeding en beweging. Wat een dynamisch evenement! Al die collega’s die met grote betrokkenheid lieten zien wat hun vak inhoudt. Jammer dat er nauwelijks gezonde traktaties werden uitgereikt. Een mooie uitdaging voor de volgende keer. Tot slot heb ik cardioloog Addy Lubbert gevraagd mee te werken aan deze Matrix. Met haar gezin heeft zij al drie keer de alternatieve Elfstedentocht op de Weissenzee geschaatst. Wat een topprestatie. Zelf geniet ik van minder intensieve vormen van sport, zoals tennis en golf. Maar ook lunchwandelen, traplopen en op de fiets naar het werk houdt je natuurlijk vitaal. En daar gaat het om. Ik wens jullie een mooi voorjaar!’
In dit nummer
Opgep(r)ikt
Met onder meer kwartet voor Trudi Posthuma
Handen ineen voor zorgpad Handatrose
04
1 mei paraat
06
07
Minder ruis en versnippering
08 OR zoekt dit jaar nieuw talent Daverend Jubileumfeest in MartiniPlaza
Twee goede voorbeelden
09
18 Fysio maakt film Kort na buikoperatie uit bed komen 16
12 Caroline Otter over haar
Patiënt als partner in de zorg
‘Wij zijn geen buitenstaanders’
19 Yvonne Hut feels good
Sterk in je werk door gezonde leefstijl
20 Open Dag 2016
promotieonderzoek
17 Overstappen naar een collega-ziekenhuis
09
Terugkijken op een onvergetelijke avond
Kennismaken met psychiater Jan Willem de Boer
15 Verbeteren in beeld Minder verspilling bij DBC-registratie 16 Op de bank bij Addy Lubbert, cardioloog
07 Over de nieuwe Gedragscode
Zó willen we met elkaar omgaan
‘Nee, je hoeft geen pitbull te zijn’
14 InSpoed het Martini SIT je goed Interventie Team vanaf
Met meer dan 6.500 bezoekers
13 19
Colofon Matrix is het personeelsmagazine van het Martini Ziekenhuis Groningen en verschijnt vier keer per jaar Bladcoördinatie en eindredactie: Hetty Casemier Tekst: stafdienst Marketing & Communicatie, Tjerk Ykema en Marjan Brouwer Fotografie: stafdienst Communicatie en Jan Buwalda Vormgeving en opmaak: Henk Jan Meenink Druk (op FSC-verantwoord papier): Zalsman Groningen Als je iets wilt doen met de informatie uit dit blad of suggesties hebt, laat het ons dan weten via
[email protected]
M atr i x 02- 20 16 3 M a r t in i Z ie k e n h u is
Hallo
Als je je tanden poetst, is het belangrijk dat je alle vlakken van tanden en kiezen meenemen. Binnenkant, buitenkant en boven kant. Een groep kleuters uit Groningen weet nu precies hoe dat moet. Zij kregen les van tandarts Miriam Bildt van het Centrum Bijzondere Tandheelkunde.
HiX!
De huidige versie van ChipSoft (Ezis) wordt vervangen door het nieuwe ChipSoft HiX. Makke lijker in gebruik en met een aantal langverwachte verbeteringen. De omschakeling gaat uiteraard niet vanzelf. Informatie over testen, scholing en andere zaken vind je op de speciale HiX-pagina op MartiniNet.
L
Mag ik van jou? Trudi Posthuma is door haar collega’s verrast met een kwartetspel dat speciaal voor haar is gemaakt. Trudi heeft maar liefst 45 jaar als verpleegkundige gewerkt en is per 1 mei met pensioen. Het bijzondere kwartetspel past precies bij haar: veel gevoel voor humor en dol op spelletjes!
Op de verpleegafdelingen zijn al vijftien jaar aandacht velders decubitus actief. Reden genoeg om hen in het zonnetje te zetten en te trakteren op een lekker gebakje.
Opereren in Tanzania Operatieassistenten Aukje Benning , Priscilla Narain, Karin Brink en Erica Nije boer hebben twee weken lang gewerkt in het Kab anga Hospital in Tanzania. De instrumente n en materialen die ze mee hadden gen omen, hebben de lange reis goed doorsta an. Het diathermieapparaat werd na een duidelijke uitleg, direct gebruikt.
Te veel zitten is niet goed voor een mens. Tijdens de Week van het Traplopen werd duidelijk wat je daar heel eenvoudig aan kunt doen: traplopen! Gezond voor lijf en leden.
M atr i x 02-20 16 4 M a r t in i Z ie k e n h u is
Wedstrijd reanimeren Een patiënt reanimeren is een serieuze zaak. Een juiste timing van de handelingen en goede samenwerking zijn van levensbelang. Om dat goed in de vingers te krijgen, wordt 3 juni een reanimatiewedstrijd gehouden op het Intensive Care Congres in Groningen. In twee rondes strijden tien teams om de titel van Het Beste Reanimatieteam. Natuurlijk doet onze Intensive Care ook mee. Alvast succes!
Op de Dag van de Verpleging delen we complimenten uit.
In deze theatershow betrad collega Anita Vos, medewerker Receptie & Inschrijving, onverwacht het podium om samen met Paul de Leeuw de sterren van de hemel te zingen. Verpleegkundige Ina Goeree zette haar op de foto.
Laat je woensdag 12 mei verrassen!
Van gips naar verf Na ruim 36 jaar heeft gipsverbandmeester Els Doornebal definitief gekozen
Knuffel kwijt! De dochter van Agnes Kleene was tijdens haar bezoek aan ons ziekenhuis haar knuffel kwijtgeraakt. Via Twitter vroeg ze om hulp. Haar oproep werd tientallen keren geretweet. Gelukkig was het popje snel gevonden. En konden zowel Agnes als haar dochter weer rustig slapen.
voor de schilderskwast. Ze is met pensioen. Omdat ze niet van alle collega’s
persoonlijk afscheid heeft kunnen nemen, schilderde ze als herinnering aan haar tijd in het Martini Ziekenhuis een prachtig klein kunstwerkje. Binnenkort te zien in de gipskamer.
2 e k a T e i Nierc Martin
ntrum
De collega’s van het Martini Niercentrum hebben maar liefst drie voorlichtingsfilms laten maken. Deze films helpen de patiënten bij de voorbereiding op de behandeling en geven een kijkje op de impact van de dialysebehandeling op hun leven. Nieuwsgierig? Je kunt de films bekijken op onze website.
Ze komen elkaar nog regelmatig tegen: Arjanne de Jong (links), Agnes van Wijk (midden) en Gerben van der Veen. Samen met Gea Dijkema en Gerriet Bakker begonnen zij 25 jaar geleden als verpleegkundige in opleiding bij het Martini Ziekenhuis. Zij zijn dus al 25 jaar collega’s!
Revalidatiearts Sjoukje Hiemstra en handtherapeut Marieke Doff zijn blij met het nieuwe zorgpad Handartrose. Marieke: ‘Dankzij de intensieve samenwerking zijn we nu beter op de hoogte van elkaars expertise. Die lage drempel bevordert de uitwisseling van kennis en kunde.’
Handen ineen voor nieuw zorgpad Om de zorg voor patiënten met handartrose (slijtage van het kraakbeen) te verbeteren, is begin april het zorgpad Hand artrose van start gegaan. De initiatiefnemers zijn opgetogen. ‘De voorbereiding vergde veel tijd en energie, maar dat was het zeker waard,’ vinden revalidatiearts Sjoukje Hiemstra en handtherapeut Marieke Doff. ‘Dit zorgpad is een aanwinst voor patiënten én zorgprofessionals.’ Het idee om de zorg voor patiënten met handartrose te structureren, komt van de reumatologen. Zij trokken twee jaar geleden aan de bel, omdat de zorg rond deze aandoening voor hen niet duidelijk was. ‘Bij handartrose zijn veel disciplines betrokken, waaronder de reumatologen, orthopeden, plastisch chirurgen, revalidatieartsen en handtherapeuten,’ schetst Sjoukje. ‘Voorheen wisten we van elkaar niet goed wat we deden en kwamen onze werkwijzen niet altijd overeen.’ Verbinding met de andere disciplines Na het signaal van de reumatologen kwamen Marieke, Sjoukje en reumaconsulente Anne-Marie van Brenk in actie. Hun eerste stap was het beschrijven van de handartrosezorg binnen hun eigen vakgebied. Met als hamvraag: hoe leg je verbinding met de andere disciplines? Margriet Smit en Leonie Dunning van
het project Zorgpaden boden uitkomst. Dit tweetal bezocht alle betrokken specialismen om werkwijzen en knelpunten in kaart te brengen. ‘Hun ondersteuning was onmisbaar,’ aldus Sjoukje. ‘Op basis van hun input konden de dokters namelijk samen aan de slag met een uniform zorgpad. Omdat we hetzelfde doel nastreefden, verliep dat proces in goede harmonie.’ Geen ruis en versnippering meer Het zorgpad Handartrose beschrijft het gehele traject van verwijzing tot en met follow up. ‘Elke stap binnen de diagnostiek, behandeling en nazorg is nu vastgelegd,’ vertelt Marieke. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld afspraken gemaakt over het aanvragen van röntgen onderzoek, verwijzing naar de handtherapeut en pijnmedicatie.’ Marieke benadrukt dat het er voor de patiënt een stuk beter op geworden is. ‘Ruis en versnippering hebben plaatsgemaakt voor eenheid in beleid. Daardoor krijgt de patiënt bij elke discipline dezelfde hoogwaardige zorg. Bovendien weten patiënten bij binnenkomst al wat hen te wachten staat. We hebben het zorgpad namelijk vertaald in een duidelijke patiëntenfolder. Verder hebben we voor de handtherapie gekozen voor groepsbehandeling, zodat patiënten tips kunnen uitwisselen. Zo zie je maar, door de handen ineen te slaan, kun je veel bereiken.’
M atr i x 02- 20 16 6 M a r t in i Z ie k e n h u is
Splinternieuwe Gedragscode Bij deze Matrix vind je de nieuwe Gedragscode van het ziekenhuis. ‘We hebben in dit document een aantal spelregels afgesproken over hoe we met patiënten, bezoekers, relaties en elkaar om willen gaan,’ zegt bestuursvoorzitter Hans Feenstra. ‘De code geldt voor iedereen die werkt in ons ziekenhuis en geeft helderheid voor wat je van elkaar mag verwachten. Bijvoorbeeld als het gaat om verbeteren, proactief zijn, afspraken nakomen en denken in het belang van de patiënt. Geef elkaar welgemeende complimenten als dit goed gaat - dat doen we naar mijn mening nog te weinig - en spreek elkaar aan als iemand het af laat weten. De Gedragscode is daarbij een belangrijk uitgangspunt.’
Hans benadrukt dat gedrag natuurlijk sterk afhangt van de persoon en de situatie. ‘Iedereen levert met zijn eigen talent en mogelijkheden een bijdrage aan de doelen van het ziekenhuis. Zelf ben ik wel eens ongeduldig als het gaat om het behalen van resultaten. Daar moet ik af en toe wel op letten. Daarbij vind ik respect een belangrijk thema, bijvoorbeeld waar het gaat om aandacht voor wat de ander beweegt en nodig heeft. Mijn oproep is: neem de code eens rustig door en kijk waar jouw uitdaging ligt.‘
Niet meer achteroverleunen Unithoofd Sandra Timmerman was vorig jaar betrokken bij de totstandkoming van de Gedragscode. ‘Met een brede werkgroep zijn we aan de slag gegaan met concretisering van de kernwaarden. We hebben het heel praktisch gehouden. Bijvoorbeeld als het gaat om flexibiliteit of service, welk gedrag zien we dan en welk effect heeft dat op de ander. Nee, met dit document kun je niet meer achterover leunen. Bij alle ontwikkelingen in het ziekenhuis is het een stevige leidraad voor wat je van elkaar mag verwachten.’ Praktische vertaalslag Sandra ziet de Gedragscode ook als leidraad voor teamontwikkeling. ‘Als team gaan we kijken welke thema’s uit de Gedragscode wij oppakken. We weten goed wat we willen, maar de praktische vertaalslag is nog wel eens lastig. Neem bijvoorbeeld de bezoekers op de afdeling. We vinden het belangrijk dat zij zich welkom voelen. Maar wat doen we als zij iets willen vragen tijdens de koffiepauze? Of buiten de bezoektijden langs komen? De Gedragscode biedt volgens mij een goed handvat om dit soort dilemma’s met elkaar te bespreken.’
Bestuursvoorzitter Hans Feenstra reikt het eerste exemplaar van de Gedragscode uit aan unithoofd Sandra Timmerman.
M atr i x 02-20 16 7 M a r t in i Z ie k e n h u is
‘Nee, je hoeft geen pitbull te zijn’ De OR heeft zijn zittingstermijn van vier jaar er bijna opzitten. In december zijn er verkiezingen! OR-voorzitter Jeannette Wijbenga: ‘Alle OR-zetels komen weer vrij. Dat betekent volop ruimte voor talent. Nee, je hoeft geen pitbull te zijn en ook geen barricade-type. We zoeken gewoon mensen die zich een mening willen leren vormen over z iekenhuisbrede onderwerpen en daarover het gesprek durven aangaan.’
Dialyseverpleegkundige Charleen Schipper waagde drie jaar geleden de sprong in het diepe. ‘Ik was altijd al nieuwsgierig hoe beleid in het ziekenhuis tot stand kwam. En wat er achter bepaalde keuzes zit. Ook wilde ik graag invloed uitoefenen op deze keuzes. Misschien was ik daar wat naïef in. Je hebt natuurlijk wel invloed, maar dan vooral op de betrokkenheid van medewerkers. Je kunt adviseren of meebeslissen over wat voor hen belangrijk is.’ Voorbeeld ‘Of ik een voorbeeld kan noemen? Nou, ik denk aan de beddenoptimalisatie vorig jaar, waarbij een afdeling moest worden gesloten. Je weet dat dit niet leuk is voor de medewerkers. Tegelijk begrijp je dat het noodzakelijk is; we moeten tenslotte ook een gezonde organisatie blijven. Als OR hebben we ons gericht op goede regelingen voor de medewerkers die boventallig waren geworden en op heldere informatievoorziening.’ Andere kant ‘Mijn werk voor de OR heeft mij veel gebracht. Ik heb meer inzicht in de keuzes die de bestuurders maken en durf beter voor mijn mening uitkomen. Ook op de afdeling laat ik me meer horen. Als we een discussie hebben in het team, kan ik nu ook de andere kant laten zien. Dat heb ik echt geleerd in de OR. De prettige en open sfeer heeft daar aan bijgedragen. Terugkijkend heb ik een goede keuze gemaakt om mij verkiesbaar te stellen. Ik ga zeker voor een tweede termijn.’
Dialyseverpleegkundige Charleen Schipper: ‘Ik stel me weer verkiesbaar voor de OR. Jij deze keer ook? Als je verdieping wilt in je werk en graag meepraat over veranderingen, denk er dan eens over na. Wie weet zitten we in december samen in de race om een zetel.’
Doe de OR-test! Ik voel me betrokken bij het ziekenhuis en mijn collega’s. Ik wil eraan meewerken dat het goed gaat in én met het ziekenhuis. Ik vind het leuk om met verschillende mensen samen te werken. Ik zie het als uitdaging om me te verdiepen in diverse onderwerpen. Ik kan daarbij verder kijken dan de belangen van mijn eigen afdeling. Ik kan voor mijn eigen mening uitkomen. Ik wil mezelf ontwikkelen op een ander werkgebied of niveau.
Heb je vijf hokjes of meer aangekruisd? Dan is OR-werk misschien iets voor jou!
M atr i x 02-20 16 8 M a r t in i Z ie k e n h u is
Natuurlijk kijken we in deze Matrix terug naar wat ons is bijgebleven van de afgelopen 25 jaar. Opvallend is dat een aantal gebeurtenissen in ons collectieve geheugen staat gegrift. Denk bijvoorbeeld aan de dreigende wateroverlast in 1998 en de Volendamslachtoffers in 2001. VolVerder verwachting kwamen maartmet bijnaKarin 2800 mensen naar om het natuurlijk het24feest Bloemen inMartiniPlaza 2003, de verhuizing 25-jarig jubileum van het Martini Ziekenhuis te vieren. Zij werden verrast een naar het nieuwe ziekenhuis in 2007, de opening in 2008, hetmet Martini wervelende Theatershow, dieOpen door onze collega’s op deherinneringen planken was gezet. Cabaret in 2009 en de Dageigen in 2013. Andere beWat is er een talent in huis! De sketchjes en muziek bij binnenkomst, de film, treffen dingen die er ooit - vanzelfsprekend - waren en met de tijd zijn deverdwenen, muziek van onze eigen de flashmob Ik kan het locaties. niet alleen,Daarnaast de rolstoelen zoals deICT-band, pendelbus tussen de twee dans, de verhalen… alles droeg bij aan een onvergetelijke avond. Een avond waarop zijn er persoonlijke verhalen over wat in de afgelopen 25 jaar indruk weheeft Samengemaakt. voor de beste een unieke wijze hebben en beleefd. Je zorg kuntopjouw verhaal delen op neergezet de Facebookpagina Een25 mijlpaal in ons jubileumjaar! jaar Martini Ziekenhuis en op het jubileumforum op MartiniNet.
Daverend Jubileumfeest in MartiniPlaza
M atr i x 02- 20 16 9 M a r t in i Z ie k e n h u is
Bestuursvoorzitter Hans Feenstra opende het feest. Onze eigen patiëntjes als ‘praatjesmakers’ op het podium met presentator Ebel Jan van Dijk.
Patiënt Henk Huizinga over onze ‘voortreffelijke deskundigheid en bijzondere aandacht.’
Alle 25-jarigen en alle jubilarissen van dit jaar op het podium. M atr i x 02-2016 10 M a r t in i Z ie k e n h u is
De flashmob Ik kan het niet alleen...
Verpleegkundige Sham Braam over haar passie voor het vak.
Internist Wybe Douwe Kloppenburg vertelt de Martini-historie.
Onze eigen Ger Wierenga met Hollands Verdriet.
De finale na de spectaculaire rolstoelendans.
De ICT-band met Let me entertain you.
Dit zijn de bedrijven die zich verbonden hebben aan het jubileum van het Martini Ziekenhuis en onder meer het Jubileumfeest hebben gesponsord: Certe, Nutricia, Logex, Noordhoff Health, Siemens, Zilveren Kruis, Toshiba, Vegro, Hago Zorg, MartiniPlaza, PlasBossinade Advocaten en Notarissen, ChipSoft, Borgman, Ortec, QNH Consulting, Medtronic/Covidien en Dr. Weigert. Orthopedisch chirurg Carina Gerritsma over de allerbeste zorg en het allerbeste team.
Hilda Grave en Maria Bueving: dank voor de organisatie van dit feest!
Hoofdsponsor is ING Bank.
M atr i x 02-20 16 11 M a r t in i Z ie k e n h u is
Onder de Patiënt als partner in de zorg De roep om meer regie voor de patiënt wordt steeds luider. De vraag is: hoe bevorder je zelfmanagement bij oudere patiënten en wat betekent dat voor verpleegkundigen? Deze thema’s staan centraal in het promotieonderzoek van Caroline Otter, coördinator Expertisecentrum Verpleegkunde. Met raad en daad
Twintig jaar geleden was zelfmanagement nog een onbekend begrip. ‘Patiënten werden destijds direct in bed gelegd,’ vertelt Caroline. ‘Ze kregen de patiëntenrol en lieten veel over zich heen komen. Tegenwoordig zijn patiënten mondiger. Ze willen meer betrokken worden bij hun behandeling. Dat bevordert hun herstel. Ook de kortere opnameduur heeft daarmee te maken: je moet patiënten in korte tijd leren hoe zij zich kunnen voorbereiden op hun behandeling of ontslag. Zo wordt de patiënt steeds meer een partner met wie je samenwerkt.’ Onontgonnen terrein Caroline voert in het kader van haar promotieonderzoek gesprekken met patiënten en verpleegkundige focusgroepen. Omdat zelfmanagement van de patiënt binnen de ziekenhuismuren een vrijwel onontgonnen terrein is, moet ze steeds uitleggen wat hiermee wordt bedoeld. In haar onderzoek wil Caroline achterhalen hoe verpleegkundigen en oudere patiënten aankijken tegen zelfmanagement en wat ze nodig hebben om dit te vergroten. Nee, ze laat zich niet verleiden tot het geven van concrete voor beelden. ‘Alles wat ik daar nu over zeg, kan mijn onderzoeksresultaten beïnvloeden.’ Op basis van de uitkomst van de gesprekken hoopt Caroline instrumenten te ontwikkelen om zelfmanagement binnen het ziekenhuis te stimuleren. Wens Caroline’s keuze voor promotieonderzoek is weloverwogen. Na de inservice opleiding tot verpleegkundige en verschillende vervolgopleidingen studeerde ze Verplegingswetenschappen. Sindsdien leefde
bij haar de wens om ooit te promoveren. ‘Desnoods na mijn pensioen.’ Met haar onderzoek wil ze de verpleegkundige zorg voor oudere patiënten verbeteren. ‘Als je patiënten tijdens hun opname meer betrekt bij de zorg, kun je functieverlies verminderen of zelfs voorkomen.’ Daarnaast probeert ze een voorbeeld te zijn voor collega’s. ‘Nederland telt relatief weinig verpleegkundigen die promotieonderzoek doen. Met mijn studie wil ik laten zien dat het kán.’
Schakelen Het eerste jaar van haar onderzoek stond in het teken van inlezen en voorbereiden. ‘Die fase kostte veel tijd en daar moest ik wel even aan wennen. Ik wil namelijk veel sneller.’ Gelukkig kan ze voor advies aankloppen bij haar promotor prof. dr. Marieke Schuurmans en copromotoren dr. Joost Keers en dr. Jita Hoogerduijn. Caroline moet voortdurend schakelen tussen haar rol als onderzoeker en haar werk binnen het Expertisecentrum. ‘Als coördinator ben ik vooral oplossings gericht en sta ik continu in de doe-stand. Als onderzoeker moet ik juist stilzitten, lezen, nadenken en analyseren. Gelukkig gaat me dat steeds beter af!’
M atr i x 02-20 16 12 M a r t in i Z ie k e n h u is
Verpleegkundigen, artsen en studenten die (promotie)onderzoek doen, kunnen voor advies en ondersteuning terecht bij het Wetenschappelijk Instituut, onderdeel van het Van Swieten Instituut. ‘Wij faciliteren onderzoekers bij het formuleren van de juiste onderzoeksvraag en -opzet,’ zegt Joost Keers, hoofd van het Wetenschappelijk Instituut. ’Daarnaast kun je bij ons aankloppen voor statistische hulp en feedback op je concept- publicatie. Ook versterken wij het wetenschappelijke klimaat in het ziekenhuis, bijvoorbeeld via symposia en interne trainingen.’ Behalve zijn rol binnen het Wetenschappelijk Instituut heeft Joost ook een lectoraat (aanstelling voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek) aan de Hanzehogeschool over zelfmanagement van patiënten. ‘In gewoon Nederlands betekent zelfmanagement dat we de patiënt stimuleren om de controle over zijn aandoening en zorgverlening te vergroten. Buiten de ziekenhuismuren is dit al een bekend begrip, bijvoorbeeld in de diabeteszorg, maar daarbinnen moet het fundament nog worden gelegd.’ Joost staat onderzoeker Caroline Otter met raad en daad terzijde. ‘Ik deel graag mijn inhoudelijke expertise en ervaring op het gebied van klinisch onderzoek. Verder geef ik advies over data-analyse en toepassing van wetenschappelijke literatuur.’ Hoewel Caroline en Joost beiden focussen op zelfmanagement in de tweede lijn, is er wel een verschil. ‘Caroline concentreert zich in haar onderzoek op oudere patiënten vanuit een verpleegkundige invalshoek. Ik richt me in mijn lectoraat op somatische patiënten vanuit een psychologisch perspectief. Deze achtergronden sluiten mooi op elkaar aan. Waar mogelijk zoeken we de verbinding.’
Kennismaken Jan Willem de Boer maakt sinds januari als psychiater deel uit van de afdeling Psychiatrie. Dit specialisme behandelt patiënten die in ons ziekenhuis zijn opgenomen en psychische problemen zoals angst, somberheid of verwardheid hebben. Jan Willem specialiseert zich in de psychoanalytische psychotherapie. En heeft de behandeling van drugsincidenten als aandachtsgebied.
Bagage
Al tijdens mijn studie bleek patiëntencontact mij goed te liggen. Toch had ik toen nog geen specifiek einddoel voor ogen. Ik ben breed geïnteresseerd. Lastig om dan een keuze te maken! Terugkijkend zijn al mijn ervaringen bouwstenen die ergens toe hebben geleid. Dat varieert van mijn werk als ANIOS op de Spoedeisende Hulp in Assen en AIOS op de afdeling Anesthesie en Chirurgische Intensive Care in het UMCG tot mijn werk als arts in een verpleeghuis. De laatste vier jaar heb ik gewerkt in een leidinggevende functie bij de crisisdienst van Lentis.
Patiënt
Ik vind het belangrijk dat een patiënt altijd bij mij terecht kan. Dat biedt de patiënt houvast en geeft hem vertrouwen, zeker in het begin. Het komt overigens nauwelijks voor dat een patiënt een beroep doet op mijn fulltime beschikbaarheid.
Tegenvaller
Psychiatrie wordt zeker omarmd in dit ziekenhuis. Toch valt het me tegen dat er nog zo vaak sprake is van stigma en terughoudendheid als het gaat om patiënten met psychiatrische klachten. Mijn tip? ‘Gewoon normaal doen’ werkt in de bejegening vaak het best.
Ik heb veel beweging nodig en ben daarom in mijn vrije tijd erg actief. Zo doe ik aan slalomwaterskiën, waarbij je met twee voeten op één ski al slalommend een parcours aflegt. Dat vraagt om een concentratie en stabiliteit. En helpt mij om mijn hoofd leeg te maken. Verder doe ik aan wakeboarden, windsurfen en circusacrobatiek en loop ik graag hard.
Inspiratie Thuis Toekomst Tot slot
Vorige maand kreeg ik de sleutels van mijn nieuwbouwhuis in Eelderwolde. Daar ben ik de komende tijd druk mee. Ik heb een vriendin, maar we wonen niet samen. Ik kijk er naar uit om mijn nieuwe leefomgeving te ontdekken. Lekker wandelen en kanoën in de Onlanden.
De komende tijd wil ik kennismaken met alle afdelingen waarvoor ik consulten doe. In mijn vorige baan was ik voorzitter van de werkgroep Keten Acute Psychiatrie. Misschien dat ik me ook in dit ziekenhuis bezig kan gaan houden met kwaliteit en patiëntveiligheid.
Het is leuk om te ervaren dat psychiatrie een wezenlijk onderdeel is van de behandeling van onze patiënten in het ziekenhuis. Zo zie ik het zelf ook: wij zijn geen buitenstaanders.
M atr i x 02-20 16 13 M a r t in i Z ie k e n h u is
In het Martini SIT je goed
IC-verpleegkundige Rogier Oostindiën en intensivist Marijn Boer onderweg naar een patiënt die het SIT nodig heeft. Rogier: ‘Ik ben blij dat mijn functie in het SIT vertegenwoordigd is. En met de SIT-trolley zijn we helemaal goed toegerust om al op de afdeling acute zorg te verlenen. Dat scheelt kostbare tijd.’
Iedere patiënt wil bij zijn verblijf in het ziekenhuis de beste zorg. Zeker als er problemen optreden in vitale lichaamsfuncties zoals ademhaling en bloeddruk. Daarom worden deze functies drie maal per dag ‘gescoord’ met de alarmscorekaart. Een uitslag van drie of hoger betekent alarm: de intensivist wordt ingeschakeld voor ondersteuning. Gemiddeld gebeurt dat zo’n vier keer per dag. Met ingang van 1 mei gaat het net wat anders, dan start het SIT: het Spoed Interventie Team. ‘Vroegtijdige herkenning en behandeling van problemen in vitale lichaamsfuncties kan de kans op over lijden verminderen, het aantal onverwachte opnames op de IC laten dalen en het aantal reanimaties redu ceren,’ legt intensivist Marijn Boer uit. ‘Voor een patiënt is dit van levensbelang, zeker omdat het in ons ziekenhuis vaak om de oudere en kwetsbare patiënt gaat.’
Dag en nacht Daarom verloopt de zorg voor de vitaal bedreigde patiënt - een van de landelijke patiëntveiligheids thema’s - vanaf 1 mei op een aantal punten anders. ‘We gaan werken met een SIT, een Spoed Interventie Team,’ vertelt Marijn. ‘Een SIT bestaat uit een intensivist, een IC-verpleegkundige én een SIT-trolley. Het team is 24 uur per dag oproepbaar en brengt direct professio-
nals getraind in de zorg voor vitaal bedreigde patiënten, aan het bed van de patiënt. Bij een alarmscore van drie of hoger, kan de afdeling ons accuut inschakelen door de dienstdoende intensivist te bellen. En mocht de verslechterde situatie overgaan in een reanimatie, dan kunnen we meteen door. Per 1 mei is de intensivist namelijk ook lid van het reanimatieteam. De opname op de Intensive Care - wat uit een reanimatie volgt sluit daar dan vervolgens weer logisch op aan.’
Verpleegkundige Naast de arts kan nu ook de verpleegkundige op de afdeling het SIT oproepen. IC-verpleegkundige Rogier Oostindiën: ‘De verpleegkundige heeft de dagelijkse zorg voor de patiënt en kan, met het resultaat van de alarmscorekaart in de hand, goed beoordelen of het inroepen van het SIT nodig is. In de huidige situatie belt de arts, vaak op aangeven van de verpleegkundige. Alleen is die arts niet altijd in staat direct te bellen. Als verpleegkundigen zélf bellen, scheelt dit tijd en daarmee mogelijk verdere verslechtering.’ Scholing, een symposium en nieuwe protocollen moeten ervoor zorgen dat alle afdelingen weten dat het SIT gebeld kan worden via tel. 7602, het nummer van de dienstdoende intensivist.
M atr i x 02-20 16 14 M a r t in i Z ie k e n h u is
De column van Ton Kwa-Kwa-Kwaliteit? Het is lente. In de sloten kwaken de kikkers er al flink op los. We weten dat kikkergekwaak een goede maat is voor de kwaliteit van het slootwater. En gelukkig, het lijkt erop dat er elk jaar meer kikkers zijn en dat ze harder kwaken. Maar of dat ook betekent dat de waterkwaliteit steeds beter wordt?
van de kwaliteit van zorg. De indicatoren zijn onder meer afkomstig van de IGZ, van SONCOS, van de DICA en van de verzekeraars. Elke zichzelf respecterende partij heeft meerdere, vaak eigen, indicatoren die - u raadt het al - getoetst moeten worden. Deze toetsing vindt plaats door audits, visitaties, accrediterende en certificerende organisaties en zelfs door de media.
Wie er in deze tijd ook flink op los kwaken, zijn de ‘kwaliteitskikkers’. Het is namelijk weer indicatorentijd. Ook hiervoor lijkt te gelden dat er elk jaar meer ‘kikkers’ zijn, die bovendien ook steeds harder lijken te kwaken. Grote aantallen indicatoren moeten worden opgehoest, met als hoger doel het verbeteren en transparant maken
Dat de uitkomsten soms afwijken van een door wie eigenlijk vastgestelde? - norm zal u niet verbazen. En wat zijn de gevolgen van afwijken van de norm? Er moet een verbeterplan worden opgesteld, bij voorkeur binnen drie maanden. Iedereen moet aan de slag, want anders kunnen we de accreditatie of het vinkje vergeten
en staan we er als ziekenhuis donkerrood gekleurd op als een ziekenhuis dat minder goede zorg levert of niet transparant is. Dat dit allemaal heel veel werk oplevert, is een open deur. De vraag of het de kwaliteit van zorg écht verbetert, is echter niet eenduidig te beantwoorden. Zeker, er zijn indicatoren die daadwerkelijk iets zeggen over onze kwaliteit. Maar anderen zeggen dat ook niet. Wat zou het een verademing zijn wanneer wij de buitenwereld ervan kunnen overtuigen dat we alleen op basis van relevante indicatoren kunnen werken aan betere kwaliteit van zorg. En al die andere kwakende kikkers rustig mogen laten kwaken. Een oordopje helpt ook. Ton Tiebosch, lid Raad van Bestuur
Deze cartoon brengt de verbetering in het DBC-registratieproject in beeld. Meer informatie bij stafadviseur Monique Durenkamp van het Expertisecentrum Professioneel Verbeteren.
Addy Lubbert cardioloog
Cardioloog Addy Lubbert is een echte kilometervreter. Twee tot drie keer per week bezoekt ze ijsbaan Kardinge om haar conditie op peil te houden. Eind januari toog ze met haar man Pieter en zoon Tijn naar Oostenrijk om de Alternatieve Elfstedentocht te schaatsen. ‘Het was afzien én genieten,’ resumeert Addy. ‘Volgend jaar gaan we weer.’ Deze laatste editie was overigens niet haar vuurdoop; vorig jaar stond ze ook al aan de start op de Weissensee. ‘Deelname aan een Elfstedentocht is voor iedere schaatsliefhebber een droom.’ Addy had nog een tweede reden om deze monstertocht te volbrengen. ‘Via de stichting SKATE4AIR wilden we geld inzamelen voor onderzoek naar de taaislijmziekte Cystic Fibrosis.’
Aardedonker We schrijven vrijdag 29 januari 2016. Als om 07.00 uur het startschot klinkt, is het nog aardedonker op de Weissensee. De hoofdlampjes van de duizenden schaatsers vormen een helder lint, dat zich golvend
over het ijs voortbeweegt. Een uurtje later verlicht de zon de besneeuwde bergtoppen, die dit twaalf kilometer lange meer omzomen. De omstandigheden lijken ideaal om een snelle tijd neer te zetten. ‘In 2015 was mijn doel om de tocht uit te rijden, dit jaar wilde ik binnen tien uur finishen.’ De eerste rondjes zoeft de cardioloog over het ijs, maar de snel intredende dooi gooit roet in het eten. Het ijs wordt papperig en Addy moet haar doelstelling bijstellen. Na 150 kilometer slaat de vermoeidheid toe en komt het aan op karakter. Om 17.57 uur, als de zon achter de bergtoppen is verdwenen, passeert Addy de finishlijn. ‘Dat moment geeft een enorme kick.’
Spierpijn Dankzij de schaatsprestaties van het gezin Lubbert kan SKATE4AIR ruim drieduizend euro op de rekening bijschrijven. De beloning voor Addy is een euforisch gevoel dat wel een maand aanhoudt. ‘O ja, en een week spierpijn…’ Kan dokter Lubbert vertellen of zo’n zware inspanning eigenlijk gezond is voor hart- en bloedvaten? ‘Als je goed getraind bent, moet het kunnen,’ vindt Addy. ‘Maar zo’n tocht zou ik mijn patiënten niet aanraden.’
M atr i x 02-20 16 16 M a r t in i Z ie k e n h u is
Overstappen naar
een collega-ziekenhuis Op zoek naar een nieuwe uitdaging? Dan biedt onze nauwe samenwerking met het Wilhelmina Ziekenhuis Assen misschien een kans. Sinds juli vorig jaar kunnen mede werkers van het Martini Ziekenhuis namelijk solliciteren op interne vacatures van dit ziekenhuis. En andersom. Inmiddels zijn twee collega’s vanuit Assen naar Groningen overgestapt en werkt er nu één in Assen.
Naar Assen! Hoewel haar werk als planner op de OK van ons ziekenhuis haar goed beviel, was Margriet Kroeze toe aan een nieuwe uitdaging. ‘Toen ik hoorde dat je tegelijk met de interne kandidaten kon solliciteren bij het Wilhelmina Ziekenhuis reageerde ik meteen op de vacature van planner.’ Als eerste M artini-collega stapte ze op 1 januari 2016 over naar Assen. Op haar nieuwe werkplek bij Personeelsplanning zit ze in een team dat de overstap van decentraal naar centraal plannen uitvoert. ‘Dat betekent dat we alle verpleegafdelingen van het ziekenhuis inplannen, behalve de specialistische afdelingen. We zitten nu volop in de overgang. Het leuke is dat ik nu ook een adviserende rol heb, waardoor ik me verder kan ontwikkelen. Dat is echt een vooruitgang.’ Margriet was snel gewend in Assen. ‘Dit ziekenhuis is kleiner: iedereen kent iedereen. Ik woon in Groningen, maar ben nauwelijks meer reistijd kwijt. Dat komt ook omdat ik me niet meer hoef om te kleden nu ik niet meer op de OK werk. Al met al een goede stap.’
Naar Groningen! Suzan de Boer kon direct na haar opleiding als doktersassistente beginnen bij de poli Gynaecologie/ Obstetrie van het Wilhelmina Zieken huis. Een mooi begin van haar loopbaan, maar helaas bleef het bij zestien uur per week. ‘Dat is te weinig voor mij. Zodra het kon, heb ik naar een functie in het Martini gesolliciteerd.’ Ze heeft nu voor vier dagen per week een baan als doktersassistente bij de poli Urologie. Daar wisselt ze medisch en secre tariaatswerk om de week af. ‘In Assen voerde ik alleen medische handelingen uit als de arts me belde om even in te springen. Nu werk ik steeds een volle week in de praktijk en doe ik waardevolle ervaring op. Mijn werk is daardoor veel afwisselender geworden. Een ander verschil is de patiëntengroep: in Assen werkte ik met jonge vrouwen, nu vooral met oude mannen.’ De mogelijkheid om over te stappen was voor haar een mooie kans om een nieuwe richting aan haar loopbaan te geven. ‘Ik heb die mogelijkheid met beide handen aangegrepen. Ik merk nu al dat ik me snel ontwikkel, vooral doordat ik nu veel vaker in de praktijk samenwerk met verpleegkundigen. Ik leer hier veel van.’
M atr i x 02-20 16 17 M a r t in i Z ie k e n h u is
Fysio maakt film Hoe kunnen we de therapie verbeteren voor patiënten die een buikoperatie moeten ondergaan? Over deze vraag bogen onze fysiotherapeuten zich in Santeon verband. Met als resultaat een gezamenlijk protocol én een voorlichtingsfilm. Fysiotherapeut Tjerk Munsterman deed in 2013 al onderzoek naar de juiste therapie na een buikoperatie. ‘Op basis daarvan vernieuwden we afspraken en processen en keken we hoe we de problemen van de patiënt na de operatie konden verminderen. Daarnaast verzamelden we twee jaar lang data van patiënten die een zware buikoperatie ondergingen. We keken onder meer naar de complicaties, ligduur en het risicoprofiel van patiënten. Uit dit onderzoek bleek dat goede ademhalingsoefeningen en snel starten met bewegen en uit bed komen het herstel bevorderen en de ligduur van patiënten verkorten.’
Met deze inzichten gingen Tjerk en zijn collega’s aan de slag met een voorlichtingsfilm. ‘We wilden laten zien dat het mogelijk is om, met de juiste begeleiding, kort na een buikoperatie uit bed te komen. Bijvoorbeeld door gerichte ademhalingsoefeningen te doen. Deze oefeningen kun je niet eenvoudig verwoorden in een patiëntenfolder. Nu de film er is, hoeven we niet alle patiënten voorafgaand aan de operatie voorlichting te geven. Daarmee besparen we tijd, maar het allerbelangrijkste is natuurlijk een voorspoedig herstel van onze patiënt!’
Eindelijk iets gevonden dat helpt bij PDS Tijdens het jubileumjaar organiseert het Martini Ziekenhuis zes publiekslezingen. Alle lezingen gaan over ‘iets’ dat wij hebben ontwikkeld naar aanleiding van een vraag van een patiënt. De eerste lezing was tijdens de Open Dag en ging over de huid-op-huid-keizersnede. Deze werkwijze is gerealiseerd toen een zwangere patiënt de wens uitte dat zij en haar partner zo graag hun kind geboren wilden zien worden. De tweede lezing was 25 april en ging over het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). MDL-arts Laurens van der Waaij en diëtist Janneke Stevens gaven tijdens de lezing uitleg over het FODMaP-dieet. De volgende lezingen gaan over een orthopedisch onderwerp, prostaatkanker en brandwonden. Speciaal voor kinderen is er een lezing op 18 oktober. Alle lezingen zijn vrij toegankelijk, ook voor collega’s. Bij iedere lezing hoort een filmpje dat je terug kunt zien op de jubileumsite:
www.samenvoordebestezorg.nl/lezing
M atr i x 02-20 16 18 M a r t in i Z ie k e n h u is
Yvonne Hut feels good! Als afdelingsassistent op de dagverpleging Oncologie (1C) krijgt Yvonne veel beweging. Toch worstelde ze met haar gewicht. ‘Ik was als kind van acht al op dieet.’ Ze schreef zich vorig jaar tijdens de Vitaliteitsdag in voor de Feelgoodatwork Challenge. Met als resultaat dat ze al meer dan twaalf kilo is afgevallen!
Het aantal diëten dat Yvonne in haar leven heeft gevolgd, is niet op één hand te tellen. ‘Steeds viel ik tien kilo af en daarna kwam het dubbele er weer bij. Ik was er helemaal klaar mee. Mensen hebben snel hun oordeel klaar en begrijpen niet dat afvallen gewoon moeilijk is. Een grap is zo gemaakt en hoeveel verdriet je daarvan hebt, ziet niemand.’ Hoewel ze schoon genoeg had van diëten, sprak de positieve insteek van de oproep voor de Feelgoodatwork Challenge haar aan. ‘Ik meldde me aan voor de workshop van Miloushka Kronstadt en Mieke Koster. En kocht het boek van Mieke over het geheim van slanke mensen. Door hun directe aanpak en humoristische toon was ik al snel om.’
Een mens is geen kliko Voortvarend nam Yvonne de uitdaging aan om dertig dagen gezond te eten en meer te bewegen. ‘Het gaat erom dat je bewust en positief met je lijf omgaat. Neem gerust een bitterbal op een feestje, maar geen vijf. Restjes in de pan eet je niet op, maar kieper je weg: je bent toch geen kliko? Het is me gelukt om de knop in mijn hoofd om te zetten. Ik heb de regie in handen, ik bepaal wat ik eet en wat niet. Wat mij helpt, is dat niets verboden is. Als ik ergens trek in heb, houd ik mezelf voor: wil je nu snoepen of later slank zijn? Gaat het een dag minder goed, dan pak ik de volgende dag de draad weer op.’
Om sterk in je werk te (blijven) staan, kun je gebruik
Voor altijd
maken van een wisselend aanbod activiteiten onder de noemer STERK IN JE WERK. De activiteiten zijn
Yvonne houdt nog steeds bij wat ze eet, loopt regelmatig hard
onder meer gericht op vitaliteit. Wil jij hier net als
en fietst vaak naar haar werk. ‘Dit doe je niet voor dertig dagen,
Yvonne ook mee aan de slag en heb je ideeën hoe het
maar voor altijd. Ik wil nog meer kilo’s kwijt en heb er vertrouwen in dat ze dit keer wegblijven. Het is fijn om zelf de regie te hebben over je leven. Daardoor zit ik lekkerder in mijn vel, ook
ziekenhuis jou daarbij kan helpen? Laat het ons weten via
[email protected].
op mijn werk. Ik loop tegenwoordig een stuk kwieker en meer zelfverzekerd over de afdeling.’
M atr i x 02-20 16 19 M a r t in i Z ie k e n h u is
‘We hebben samen een prachtig evenement neergezet’ Het jubileumjaar is het jaar waarin we verhalen delen. In maart deden we dat tijdens onze Open Dag, waarop we aan meer dan 6.500 bezoekers lieten zien dat we als Martini Ziekenhuis al 25 jaar samen voor de beste zorg gaan. Clustermanager Annelieke Akkermans was aanwezig als voorzitter van de organiserende commissie. En ook even als oma. Al voor tienen was de 25e bezoeker van de Open Dag een feit. Het eerste teken dat er ook na eerdere edities nog steeds veel interesse is voor wat wij doen in ons ziekenhuis, vertelt Annelieke. Vrij vlot kreeg ze het signaal om ook aan de 250e bezoeker een bos bloemen uit te reiken. De 2.500e bezoeker meldde zich rond het middaguur bij de ingang. ‘Het was een drukte van belang en vooral ook heel gezellig. Je zag zowel collega’s als bezoekers genieten. Van poffertjes op het voorplein, een leuk gesprek tot en met de snelcursus hechten bij Plastische Chirurgie.’
Samenwerken Een grote groep afdelingen en collega’s, maar ook externe relaties zoals belangenverenigingen en hulpdiensten, hebben de dag mogelijk gemaakt. ‘Ik wil met name de coördinatoren noemen,’ zegt Annelieke. ‘Zij hebben echt een topprestatie geleverd door de plannen van de afdelingen in een hele korte periode concreet te maken. Daarnaast hebben zij zich op de dag zelf ook enorm ingezet. En dat allemaal naast hun normale werkzaamheden. Uiteindelijk hebben we samen een prachtig evenement neergezet.’
Een prachtige kans De Open Dag was dé kans om locaties te bezoeken waar je anders niet komt. Of om je werkplek aan familie en vrienden te laten zien. ‘Mijn kinderen en kleinkinderen kwamen ook even langs. Veel tijd had ik niet, maar ik heb me wel even vrijgemaakt om met hen een bezoek te brengen aan de brandweer bij ingang Zuid en het Martini Paviljoen. In het paviljoen pakte het thema Moeder & Kind uit met leuke activiteiten en was de Da Vinci robot in actie te zien. De robot opereerde daar op een bepaald moment zelfs de beer van een van de kinderen. Alles liep in elkaar over. Het was top!’
Volg het Martini Ziekenhuis
via social media