Nummer: 2002/194 Onderwerp: Verordening sportsubsidies Gemeente Steenwijk Steenwijkerland
Steenwijk: 17 december 2002 Uitgegaan:
De raad van de gemeente Steenwijk, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 3 december 2002, nummer 2002/194; overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de subsidietoekenning aan instellingen voor zover een andere wettelijke regeling hierin niet voorziet; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb); BESLUIT vast te stellen de:
“Verordening sportsubsidies gemeente Steenwijkerland”. Hoofdstuk I Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. de gemeente: de gemeente Steenwijkerland; b. sportverenigingen: verenigingen die statutair gevestigd zijn in de gemeente Steenwijkerland en volledige rechtsbevoegdheid bezitten, niet zijnde besloten verenigingen, die ten doel hebben, gedurende minimaal 30 weken per jaar mogelijkheden te bieden tot sportbeoefening in georganiseerd verband en aangesloten zijn bij een bij hen passende landelijke of regionale overkoepelende organisatie; c. verenigingen voor aangepast sporten: sportverenigingen in Steenwijkerland en omliggende gemeenten die mogelijkheden bieden tot sportbeoefening aan personen, die door een lichamelijke of verstandelijke handicap niet kunnen deelnemen aan reguliere activiteiten uitgaande van sportverenigingen als bedoeld onder b. en die aangesloten zijn bij een bij hen passende landelijke of regionale overkoepelende organisatie; d. leden: actief sportende leden van sportverenigingen bedoeld onder b. en c, die woonachtig zijn in de gemeente; e. jeugdleden: actief sportende leden, die op 1 januari van het kalenderjaar 18 jaar of jonger zijn; f. seniorenleden: leden, die op 1 januari van het kalenderjaar ouder zijn dan 18 jaar en aantoonbaar actief zijn binnen de vereniging g. ouderen: personen van 55 jaar en ouder; h. gehandicapten: personen die in verband met een geestelijke en/of lichamelijke handicap zijn aangewezen op een vorm van aangepast sporten; i. jaar: het kalenderjaar; j. peildatum: 1 januari van het jaar waarin subsidie wordt aangevraagd k. accommodatie: de ruimten, die nodig zijn voor de sportbeoefening; l. subsidie: een financiële bijdrage van de gemeente aan sportverenigingen of andere organisaties; m. normsubsidie: een subsidie gebaseerd op aantallen leden die wordt verstrekt per jaar; n. projectsubsidie: een éénmalige subsidie in de kosten van een project of activiteit met een beperkte looptijd en een specifiek doel op sportgebied; o. overige organisaties: organisaties of instellingen die zich zonder winstoogmerk bezighouden met het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van activiteiten op het terrein van de sport
Subsidieabele activiteiten Artikel 2 Burgemeester en wethouders kunnen subsidie toekennen aan verenigingen en organisaties die activiteiten organiseren die van belang zijn voor de instandhouding en vergroting van sportparticipatie van de inwoners van de gemeente.
Beschikbaar budget Artikel 3 1. De hoogte van het beschikbare budget voor de in deze verordening bedoelde subsidies wordt jaarlijks door de gemeenteraad bij de vaststelling van de gemeentebegroting bepaald als zijnde het subsidieplafond. 2. Bij de verdeling van het beschikbare budget heeft verstrekking van normsubsidies voorrang op verstrekking van projectsubsidies. 3. Aanvragen voor projectsusidies worden in volgorde van ontvangst behandeld, onverminderd het bepaalde in lid 2.
Hoofdstuk II Normsubsidies Normsubsidie voor sportbeoefening door jeugdigen Artikel 4 1. Aan sportverenigingen kan per jaar een subsidie worden verleend te berekenen naar het aantal contributie betalende jeugdleden. 2. Het bedrag van het subsidie bedraagt € 10,- per jeugdlid per jaar. 3. Ter vaststelling van het aantal jeugdleden vindt telling plaats per de peildatum van het jaar, waarover het subsidie wordt gevraagd.
Normsubsidie voor sportbeoefening door seniorleden Artikel 5 1. Aan sportverenigingen kan per jaar een subsidie worden verleend te berekenen naar het aantal contributie betalende seniorleden. 2. Het bedrag van het subsidie bedraagt € 5,- per seniorlid per jaar. 3. Ter vaststelling van het aantal seniorleden vindt telling plaats per de peildatum van het jaar, waarover het subsidie wordt gevraagd.
Normsubsidie voor sportbeoefening door gehandicapten Artikel 6 1. Aan verenigingen voor aangepast sporten en sportverenigingen als bedoeld in artikel 1 lid a, die een extra inspanning leveren om ruimte te bieden voor gehandicapte sporters dan wel een vorm van aangepast sporten aanbieden, kan per jaar een subsidie worden verleend te berekenen naar het aantal actief sportende gehandicapte leden, woonachtig in de gemeente Steenwijkerland. 2. Het bedrag van het subsidie bedraagt € 50,- per gehandicapt lid per jaar. 3. Ter vaststelling van het aantal gehandicapte leden vindt telling plaats per de peildatum van het jaar, waarover het subsidie wordt gevraagd. 4. Een sportvereniging, aan wie dit subsidie is toegekend, kan - voor de betreffende gehandicapten - geen beroep doen op het normsubsidie voor jeugdigen en seniorleden, zoals bedoeld in artikel 4 en 5.
Hoofdstuk III Projectsubsidies Projectsubsidie voor verbetering van verenigingskader Artikel 7 1. Aan sportverenigingen, die hun sporttechnisch kader (laten) opleiden, kan in de kosten van die opleiding, niet zijnde reis - en verblijfkosten, een subsidie worden verleend. 2. De in lid 1. bedoelde opleiding dient een door de rijksoverheid erkende sportopleiding voor vrijwilligers in de sport te zijn. 3. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 50% van de opleidingskosten met een maximum van € 250,- per persoon. Artikel 8 1. Aan sportverenigingen, die hun bestuurskader (laten) opleiden, kan in de kosten van die opleiding, niet zijnde reis - en verblijfkosten, een subsidie worden verleend. 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 50% van de opleidingskosten met een maximum van € 150,- per persoon. Artikel 9 1. Aan verenigingen die activiteiten organiseren die ten doel hebben de kwaliteit van het aanbod, de organisatie of het vrijwillig kader te vergroten, met uitzondering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 7 en 8, kan een subsidie worden verleend. 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 500,- per activiteit.
Projectsubsidie voor stimulering sportbeoefening door jeugdigen Artikel 10 1. Een subsidie kan worden verleend aan verenigingen of overige organisaties die projectactiviteiten organiseren die ten doel hebben: a. de sportdeelname van jeugdigen in de gemeente te vergroten; b. de betrokkenheid van jeugdige sporters in de gemeente bij bestuurlijke activiteiten te stimuleren; of c. het sportaanbod in de gemeente voor jeugdigen te vernieuwen. 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 75% van de kosten met een maximum van € 1.000,- per project.
Projectsubsidie voor stimulering sportbeoefening door ouderen Artikel 11 1. Een subsidie kan worden verleend aan verenigingen of overige organisaties die projectactiviteiten organiseren die ten doel hebben: a. de sportdeelname van ouderen in de gemeente te stimuleren en te vergroten; of b. het sportaanbod voor ouderen in de gemeente uit te breiden of te vernieuwen. 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 75% van de kosten met een maximum van € 1.000,- per project.
Projectsubsidie voor stimulering sportbeoefening door gehandicapten Artikel 12 1. Een subsidie kan worden verleend aan verenigingen of overige organisaties die projectactiviteiten organiseren die ten doel hebben: a. de sportdeelname van gehandicapten in de gemeente te stimuleren en te vergroten; of b. het sportaanbod voor gehandicapten in de gemeente uit te breiden of te vernieuwen; 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 75% van de kosten met een maximum van € 1.000,- per project.
Projectsubsidie voor ondersteuning bijzondere activiteiten Artikel 13 1. Een subsidie kan worden verleend aan verenigingen of overige organisaties die bijzondere activiteiten en/of evenementen organiseren die: a. een extra dimensie toevoegen aan het activiteitenpakket binnen de gemeente; b. een bijzondere publicitaire waarde hebben voor de sport in de gemeente; c. een redelijke publieke belangstelling dan wel deelname uit de gemeente mogen verwachten in verhouding tot de activiteit. 2. Het in lid 1. bedoelde subsidie bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 500,- per activiteit/evenement.
Hoofdstuk IV De aanvraag Artikel 14 Aanvragen om subsidie moeten bij het college van burgemeester en wethouders schriftelijk worden ingediend op door de gemeente aangeleverde aanvraagformulie ren. Artikel 15 1. Een aanvraag voor een normsubsidie, zoals bedoeld in Hoofdstuk II, moet worden ingediend voor 1 februari van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. 2. Een aanvraag voor een projectsubsidie, zoals bedoeld in Hoofdstuk III, moet worden ingediend uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan de startdatum van het uit te voeren project. 3. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijking toestaan van de voorwaarde genoemd in lid 1 en 2. Artikel 16 1. Er kan maximaal 1 projectsubsidie per project per jaar worden verleend. 2. Voor een project dat gedurende meerdere jaren loopt kan maximaal in 3 achtereenvolgende jaren een aanvraag worden ingediend. Artikel 17 De bevoegdheid om te beslissen over aanvragen om subsidies in het kader van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.
Hoofdstuk V Aanvullende informatie Bewijsstukken Artikel 18 1. Bij een aanvraag voor een normsubsidie, zoals bedoeld in Hoofdstuk II, moet, naast een volledig ingevuld aanvraagformulier, een door het bestuur van de vereniging gewaarmerkte ledenlijst per de peildatum, onder vermelding van naam, adres en leeftijd, worden meegezonden. 2. Bij een aanvraag voor een projectsubsidie, zoals bedoeld in Hoofdstuk III, moet, naast een volledig ingevuld aanvraagformulier, worden meegezonden: a. een projectplan, waarin het doel, de doelgroep en de wijze van uitvoeren worden beschreven; b. een projectbegroting van baten en lasten.
Evaluatie Artikel 19 De vereniging of organisatie aan welke een projectsubsidie is toegekend dient binnen 3 maanden na afloop van het uitgevoerde project een schriftelijke projectevaluatie inclusief een overzicht van uitgaven en inkomsten aan burgemeester en wethouders te zenden.
Hoofdstuk VI Slotbepalingen Weigering Artikel 20 Burgemeester en wethouders kunnen, naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde situaties, subsidieverstrekking weigeren indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat: a. de activiteiten van de aanvrager waarvoor subsidie wordt gevraagd, niet aantoonbaar ten goede van de gemeente of van ingezetenen van de gemeente komen; b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor het subsidie beschikbaar wordt gesteld; c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.
Hardheidsclausule Artikel 21 1. Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van subsidie ontheffing verlenen van de bepalingen van deze verordening als onverkorte toepassing daarvan naar hun oordeel tot onbillijkheden of bijzondere hardheden zou leiden. 2. Bij de vaststelling van de subsidie kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de in deze verordening genoemde bepalingen, als onverkorte toepassing daarvan naar hun oordeel tot onbillijkheden of bijzondere hardheden zou leiden.
Uitleg van de verordening Artikel 22 Bij twijfel over de uitleg van deze verordening, en in de gevallen waarin de verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Overgangsbepaling Artikel 23 1. Het op grond van hoofdstuk II van deze verordening bepaalde subsidiebedrag wordt voor verenigingen die in 2002 reeds subsidie ontvingen, in 2003 en 2004 gecorrigeerd met een vereveningsbedrag. 2. Het in lid 1. bedoelde vereveningsbedrag bedraagt in 2003 1/3 van het verschil tussen het in 2002 ontvangen subsidiebedrag en het opgrond van hoofdstuk II berekende subsidiebedrag voor 2003. 3. Het in lid 1. bedoelde vereveningsbedrag bedraagt in 2004 2/3 van het verschil tussen het in 2002 ontvangen subsidiebedrag en het opgrond van hoofdstuk II berekende subsidiebedrag voor 2003.
Inwerkingtreding en aanhaling Artikel 24 1. Onder toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet treedt deze verordening op 1 januari 2003 in werking. 2. Alle bestaande regelingen betrekking hebbende op de subsidiëring van sportaangelegenheden worden per 1 januari 2003 ingetrokken. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening sportsubsidies gemeente Steenwijkerland”.
De raad voornoemd, de secretaris,
de voorzitter,
Toelichting Ad art. 4 Doel van dit subsidie is de sportbeoefening door jeugdigen te stimuleren door de toegankelijkheid van sportverenigingen laagdrempelig te houden en de kwaliteit van het aanbod te bevorderen. Met betrekking tot de jeugd wil de gemeente door middel van een basissubsidie bijdragen in het behoud van jeugdige leden voor de georganiseerde sport alsmede in de financiering van de kosten van de lange opleidingsweg die verenigingen hun jeugdleden bieden. Ad art. 5 Doel van dit subsidie is sportbeoefening door seniorleden te stimuleren en continuïteit van de vereniging te bevorderen door het behouden van seniorleden die in het functioneren van de vereniging een belangrijke rol spelen. Uit onderzoeken blijkt dat juist in deze leeftijdscategorie de grootste terugloop in sportdeelname voorkomt. Sportdeelname is niet meer vanzelfsprekend, maar wordt een optie tussen vele anderen zoals werk, studie, parttime baantjes. Voor de seniorleden geldt dat de gemeente zich realiseert dat deze groep van leden essentieel is voor de continuïteit van een sportvereniging. Juist uit deze groep leden komen veel kaderfuncties (technisch, bestuurlijk en/of organsiatorisch) voort, die van groot belang zijn voor de levensvatbaarheid en het bestaansrecht van verenigingen. Ad art. 6 Doel van dit subsidie is deelname aan sport door gehandicapten te stimuleren en toegankelijkheid voor gehandicapten van verenigingen voor aangepast sporten en reguliere sportverenigingen, welke een extra inspanning leveren om ruimte te bieden voor gehandicapte sporters, te bevorderen. Anders dan bij de overige subsidies is het hier niet noodzakelijk dat het een vereniging in de gemeente Steenwijkerland betreft. De mogelijkheden tot aangepast sporten zijn nog beperkt in deze gemeente. Voorzover gehandicapte sporters uit deze gemeente in een buurgemeente sporten kan ook aan de daar gevestigde vereniging dit subsidie, op aanvraag, worden verleend. Ad Hoofdstuk III De nieuwe subsidieregeling zal naast normsubsidies, die o.a. uitgedrukt worden in een bijdrage per lid ook projectsubsidies bevatten. Laatstgenoemde subsidies worden gekoppeld aan projecten en activiteiten die ten doel hebben de sportkwaliteit te verhogen, een vernieuwend aanbod mogelijk te maken en sportdeelname te vergroten. Het tijdelijke karakter van projecten biedt het gemeentebestuur de gelegenheid om door de tijd heen accenten en prioriteiten in het sportbeleid te verleggen. Projectsubsidies bieden het gemeentebestuur meer mogelijkheid om tot effectmeting over te gaan. Tevens vragen zij van de clubs of organisaties een bepaalde inspanningsverplichting. Ad art. 23 De overgangsbepaling heeft tot doel een geleidelijke overgang van het subsidiebedrag op grond van de oude regelingen naar het subsidiebedrag dat op grond van de nieuwe verordening is bepaald. Voor de verenigingen die geconfronteerd worden met een achteruitgang betekent dit een afbouw van 1/3 in 2003 en van nogmaals 1/3 in 2004. In 2005 is de afbouw voltooid. Voor de verenigingen die er op grond van de nieuwe verordening op vooruit gaan betekent dit dat er gedurende 2003 en 2004 een groei van 1/3 in beide jaren plaats vindt. Deze is ook in 2005 voltooid. Ad art. 24 lid 1 Op grond van artikel 22, tweede lid, van de Tijdelijke referendumwet kan een besluit, waarover een referendum kan worden gehouden, niet eerder dan zes weken na de bekendmaking ervan in werking treden. Aangezien de raad de deze verordening op 17 december 2002 vaststelt, treedt deze verordening pas enkele weken na 1 januari 2003 in werking. Omdat op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling de bestaande verordeningen met ingang van 1 januari 2003 van rechtswege vervallen, ontstaat er vanaf deze datum tot de datum van inwerkingtreding een vacuüm Omdat dit niet wenselijk is, wordt gebruik gemaakt van de in artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet geboden mogelijkheid om, indien de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden, het besluit in werking te laten treden voordat de in artikel 22, tweede lid, van deze wet genoemde termijn is verstreken.