Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp
gemeente Oosterhout Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout Verordening inzake speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout gemeenteraad
Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen.
Grondslagen 1. Wet op de kansspelen 2. Speelautomatenbesluit
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht
Betreft
Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Voorstel datum ondertekening; datum ondertekening; gemeenteraad bron bekendmaking bron bekendmaking
30-12-2002
eerste wijziging
27-1-1997
nieuwe regeling
26-2-2002 26-2-2002 onbekend Weekblad Weekblad Oosterhout, 2002-10- Oosterhout, 2002-1030 30 27-6-1995 27-6-1995 Raadsvergaderi Weekblad Weekblad ng 27-06-1995, Oosterhout, 1995-11- Oosterhout, 1995-11- agenda nr 4 16 16
1
Geconsolideerde tekst van de regeling VERORDENING OP DE SPEELAUTOMATEN EN SPEELAUTOMATENHALLEN OOSTERHOUT HOOFDSTUK 1 Artikel 1
ALGEMENE BEPALINGEN Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op de Kansspelen; b. het Speelautomatenbesluit: het Speelautomatenbesluit 2000; c. speelautomaat: een toestel ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door een speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen; d. behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan: 1. het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en 2. het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt; e. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is; f. hoogdrempelige inrichting: een inrichting, waar een bedrijf of werkzaamheid wordt uitgeoefend als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet en 1. waarvoor ingevolge die wet vergunning is verleend en deze nog van kracht is, en; 2. waar het café- of restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaats vinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, en; 3. waarvan de activiteiten in belangrijke mate zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder; g. laagdrempelige inrichting: een inrichting, die geen hoogdrempelige inrichting is, en waarvoor ingevolge artikel3, eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet vergunning is verleend en deze nog van kracht is of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij het bedrijfschap Horeca; h. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet; i. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert; j. bedrijfsleider: hij, die de algemene leiding geeft aan een onderneming waarin het hiervoor onder f tot en met h bedoelde bedrijf wordt uitgeoefend; k. beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast; l. openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
HOOFDSTUK 2
SPEELAUTOMATEN IN HORECAINRICHTINGEN
2
Artikel 2
Aantal speelautomaten
Een vergunning, bedoeld in artikel 30b van de wet, voor het aanwezig hebben van speelautomaten in inrichtingen als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder a of b, van de wet, wordt slechts verleend voor maximaal twee speelautomaten, met dien verstande dat: a. in laagdrempelige inrichtingen mogen geen kansspelautomaten worden opgesteld; b. hoogdrempelige inrichtingen mogen maximaal twee kansspelautomaten worden opgesteld. Artikel 3
Kampeerbedrijven
In afwijking van het gestelde in artikel 2, onder a, mogen in kantines van kampeerbedrijven gedurende het kampeerseizoen (1 april tot en met 30 september) maximaal 10 behendigheidsautomaten geplaatst worden. Artikel 4
Voorschriften vergunning
Aan een vergunning, bedoeld in artikel 30b van de wet, voor het aanwezig hebben van speelautomaten, worden tenminste de volgende voorschriften verbonden: a. er mogen alleen speelautomaten worden opgesteld, die in eigendom zijn van personen, die daarvoor een exploitatievergunning bezitten; b. er moet op worden toegezien, dat er geen overmatig gokgedrag plaatsvindt en dat per persoon gedurende niet langer dan één uur achtereen op een kansspelautomaat wordt gespeeld; c. op kansspelautomaten moet door middel van stickers worden gewaarschuwd voor het risico van gokverslaving; d. personen waarbij sprake is of kan zijn van overmatig gokgedrag moeten worden gewezen op de gevaren daarvan, ten behoeve waarvan voorlichtingsmateriaal aanwezig dient te zijn; e. door de exploitant/beheerder van de inrichting moeten gokverslaafden worden geweerd uit die inrichting. Zij dienen te worden verwezen naar hulpverleningsinstellingen.
HOOFDSTUK 3
Artikel 5
SPEELAUTOMATENHALLEN
Speelautomatenhallen
1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.
2. De burgemeester kan slechts voor één kansspelautomatenhal een vergunning verlenen. Indien de burgemeester een vergunning voor een kansspelautomatenhal verleent, kan hij tevens aan die vergunninghouder een vergunning verlenen voor een speelautomatenhal met behendigheidsspelautomaten. 3. Het maximaal aantal kansspelautomaten dat in een kansspelautomatenhal mag worden opgesteld wordt nader in de vergunning bepaald en kan niet hoger zijn dan 50. 4. Per 25 kansspelautomaten mag één meerspeler zijn en één gekoppelde jackpot worden opgesteld. Het maximaal aantal meerspelers en gekoppelde jackpots mag echter niet meer zijn dan twee van elk. 5. Het maximale behendigheidsautomaten dat in een behendigheidsautomatenhal mag worden opgesteld, wordt nader in de vergunning bepaald en kan niet hoger zijn dan 15.
3
Artikel 6
Vergunningaanvraag
De aanvraag om een vergunning dient in ieder geval de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens te bevatten. Daarnaast dient aanvrager bij zijn aanvraag tevens over te leggen: a. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld en waar deze in de speelautomatenhal worden geplaatst; b. een plan waarin de vergunningaanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de invloed van de speelautomatenhal op de directe omgeving te ondervangen; c. een plan waarin de vergunningaanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet bijdraagt aan het gemeentelijk gokverslavingsbeleid; d. een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel en Fabrieken; e. een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken; f. een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en van de bedrijfsleider(s) en beheerder(s); g. schriftelijke stukken waaruit blijkt dat de bedrijfsleider(s), beheerder(s) en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving. Artikel 7
Beslistermijn
De burgemeester beslist binnen dertien weken na de dag waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste eenzelfde termijn weken worden verdaagd. Artikel 8
De vergunning
1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.
2. In de vergunning wordt(en) de naam (namen) van de beheerder(s) en bedrijfsleider(s) vermeld.
3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben naast de in artikel 4 genoemde voorschriften in elk geval betrekking op: a. De duur van de vergunning b. de sluitingstijden van de speelautomatenhal; c. het toezicht in de speelautomatenhal en de directe omgeving; d. het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld; e. de exploitatie van de hal; f. de wijze van werving en reclame gericht tot de speler; g. de termijn waarbinnen de vergunninghouder over een KEMA-keur voor de speelautomatenhal dient te beschikken. Artikel 9
Weigeringsgronden
1. De vergunning wordt geweigerd, indien: a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend; b. de speelautomatenhal niet rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;
c. de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;
4
d. de ondernemer of de beheerder (s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek; e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; f. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal in strijd is met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieu-verordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing; 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid, onder c, gestelde leeftijdseis.
Artikel 10
Nieuwe vergunningaanvraag
1. Indien de ingevolge artikel 8,tweede lid in de vergunning vermelde beheerder of bedrijfsleider de hoedanigheid van beheerder of van bedrijfsleider heeft verloren, dient de vergunninghouder onder overlegging van de in artikel 6, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 6 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden. 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 11
Intrekking
De burgemeester kan de vergunning intrekken:
a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. indien zich een van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder c tot en met f voordoet;
c. indien gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;
d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;
5
Artikel 12
Voortzetting exploitatie bij overlijden en overdracht onderneming
1. De vergunning vervalt van rechtswege bij overlijden van de vergunningaanvrager en in andere gevallen van rechtsopvolging in of overdracht van de onderneming of de exploitatie daarvan
2. Indien een vergunningaanvrager komt te overlijden dient (dienen) zijn rechtsopvolger(s), indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning aan te vragen. 3. In alle andere gevallen van rechtsopvolging in of overdracht van de onderneming of de exploitatie daarvan, dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. 4. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunningen.
HOOFDSTUK 4
Artikel 13
SLOTBEPALINGEN
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening inzake speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 27 juni 1995 DE RAAD VOORNOEMD, W. LIGTVOET
, burgemeester.
L. AARDEN
, secretaris.
6