Vernieuwing in kabelland
Trends en cijfers van de Nederlandse kabelbranche 1999
In opdracht van Vecai
Sven Maltha Menno Zeeman
Dialogic Dialogic
Met medewerking van: Romy Boesveldt Marcel de Bakker
Vecai Vecai
Utrecht, 8 september 1999
DIALOGIC Innovatie & Interactie
1
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING .................................................................................................................... .............................. 6
2.
INVESTERINGEN, UPGRADING EN PERFORMANCE KABELBRANCHE .................................. 7 2.1 2.2 2.3 2.4
INLEIDING ................................................................................................................................................ 7 INVESTERINGEN ....................................................................................................................................... 7 UPGRADING VAN KABELNETTEN .............................................................................................................. 8 PERFORMANCE BEDRIJFSTAK INTERNATIONAAL VERGELEKEN ................................................................ 9
3.
SCHAALVERGROTING EN CONCENTRATIE.................................................................................. 11
4.
NIEUWE DIENSTEN................................................................................................................................ 13 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
ONTWIKKELING KABEL VERENIGDE STATEN VERSUS KABEL NEDERLAND .................. 18 5.1 5.2
6.
INLEIDING .............................................................................................................................................. 13 INTERNETDIENSTEN ............................................................................................................................... 14 TELEFONIE VIA DE KABEL ...................................................................................................................... 16 PAY-PER-VIEW ....................................................................................................................................... 16 TIME TO MARKET ................................................................................................................................... 16
DE AMERIKAANSE KABEL: FEITEN, CIJFERS EN DOLLARS ...................................................................... 18 CONCLUSIE ............................................................................................................................................ 21
SAMENVATTING EN CONCLUSIE...................................................................................................... 22
DIALOGIC Innovatie & Interactie
2
Lijst van gebruikte tabellen Tabel 2.1 Tabel 2.2 Tabel 2.3 Tabel 2.4 Tabel 3.1 Tabel 3.2 Tabel 4.1 Tabel 4.2 Tabel 4.3 Tabel 5.1 Tabel 5.2 Tabel 5.3 Tabel 5.4
Investeringen in kabelstructuur ( in miljoenen gulden) Geïnvesteerde bedragen in overnames van kabelbedrijven Inschatting mate van upgrading van de grootste 6 kabelnetten (begin 1999) De internationale kabelmarkt Top15 abonneeaantallen per 1-1-1999 Aantal abonnees Top-6 kabelbedrijven 1995-1999 Nieuwe diensten Top-20 kabelbedrijven eind 1998 Internet via kabel (per 1/9/1999) Marktaandelen Top10 Nederlandse Internet service providers 1997-1998 Kerncijfers van de Amerikaanse kabelbranche (1999) De Amerikaanse kabelbranche 1999; grootste maatschappijen Vordering introductie nieuwe diensten grootste MSO’s Verenigde Staten Vordering introductie nieuwe diensten grootste kabelbedrijven Nederland
DIALOGIC Innovatie & Interactie
7 7 8 9 11 12 13 14 15 18 18 20 20
3
Managementsamenvatting 1. Vijf grote kabelbedrijven (Casema, Telekabel, Palet Kabelcom, Eneco en A2000) investeren in de periode 1997 t/m 1999 hfl. 1,5-1,8 miljard in infrastructuur en in hard- en software voor telefonie-, Internet- en AV-diensten. Deze vijf grote kabelbedrijven hebben gezamenlijk in de periode 19971999 alleen al hfl. 5,2 à 5,5 miljard geïnvesteerd in overname van kabelbedrijven en upgrading van de netten. UPC investeerde in 1998 en 1999 voor meer dan hfl. 2,2 miljard in overnames van Nederlandse kabelbedrijven. Gerekend over de periode 1995-2000 komen de totale investeringen in zowel overnames, upgrading van netten en dienstenontwikkeling voor de gehele kabelbranche in Nederland uit op circa hfl. 8,5 miljard. 2. Overnames van kabelbedrijven blijken een belangrijke graadmeter voor verdere investeringen in infrastructuur en nieuwe diensten. In de huidige aankoopsommen van kabelnetten zitten toekomstige rendementen op nieuwe diensten verdisconteerd. Deze nieuwe diensten kunnen enkel worden aangeboden op netten die hiervoor geschikt gemaakt zijn. 3. Internationaal gezien valt Nederland op door de zeer hoge kabelpenetratie, het relatief grote aantal radio- en televisieprogramma’s (resp. 30 en 34) in het standaardpakket en de lage abonnementstarieven in verhouding tot het aantal geboden programma’s. De gemiddelde prijs per RTV-kanaal behoort in Nederland tot de laagste in Europa. 4. De kabelbranche in Nederland wordt de laatste vijf jaar gekenmerkt door een proces van schaalvergroting, diversificatie, internationalisatie en concentratie. De top-15-kabelbedrijven bezitten momenteel een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 93%. De Top-6 alleen is goed voor een marktaandeel van 81%. Begin 1997 bedroeg dit aandeel 64,5% en in 1995 nog maar 56%. 5. Het totale aantal abonnees dat gebruik maakt van Internet via de kabel wordt op dit moment geschat op 88.500. Uitgaande van 2,5 miljoen kabelaansluitingen die reeds geschikt gemaakt zijn voor Internet komt dit neer op een penetratiegraad van 3,5%. Op het totale aantal kabelabonnees (6.011.939) is dit 1,4%. 6. Het aantal Internetabonnees bij kabelbedrijven groeit snel. Per 1 april 1999 bedroeg het totaal aantal kabelinternetabonnees in Nederland nog 56.000. Dit betekent een groei van 57%. Vrijwel alle kabelbedrijven die Internetdiensten aanbieden meldden een groei van tussen de 50 en 250 abonnees per week. 7. Telefonie via de kabel begint nu langzaam aan op gang te komen in Nederland. Volgens de halfjaarcijfers van UPC beschikt A2000 op 30 juni van dit jaar over 26.064 residentiële en 3 zakelijke klanten voor telefonie. De residentiële klanten namen 29.060 lijnen af en de zakelijke 830. Telekabel begon in mei 1999 met het aanbieden van telefonie via de kabel. UTH heeft per eind juni van dit jaar 18.154 residentiële en 5.953 zakelijke klanten. Het betreft hier vrijwel geheel de abonnees van de carrier-select dienst, die van Enertel is overgenomen. 8. Volgens een zeer recente mededeling van Casema gaat het kabelbedrijf nu toch op korte termijn grootschalig telefonie via de kabel aanbieden, om zo de concurrentie met KPN Telecom in de local loop aan te gaan. Dit is een opmerkelijke stap, nadat eerder de telefonieproef (cable dect) werd stop gezet. Daarmee lijkt France Telecom nu daadwerkelijk toe te treden tot de markt voor vaste telefonie. 9. Anno 1999 is het aanbod van pay-per-view-diensten enigszins achter gebleven bij de verwachtingen. Het aanbod bestaat voornamelijk uit de Near-Video-On-Demand -diensten Moviehouse (UPC Telekabel en A2000) en Max TV (Casema). Op korte termijn zal dit echter worden aangevuld met de digitale diensten van het Mediakabel-consortium (Mr. Zap-programma).
DIALOGIC Innovatie & Interactie
4
Het gaat om een compleet digitaal pakket dat onder meer pakket-tv, een elektronische programmagids, digitale muziekkanalen, videogames en Near-Video-On-Demand omvat. 10. Als nieuwkomer op de markten voor Internet en telefonie zijn de risico’s voor kabelbedrijven aanzienlijk, omdat er substantieel moet worden geïnvesteerd in infrastructuur en dienstenontwikkeling en tegelijkertijd de kans bestaat dat bij uitbating van deze nieuwe diensten moet worden geconcurreerd met aanbieders die niet in dezelfde mate de lasten dragen van de gedane investeringen. 11. Met circa 67 miljoen kabelabonnees (67% penetratie, Nederland 94%) is de Verenigde Staten de grootste kabelmarkt in de wereld. De gemiddelde abonnementstarieven liggen op US$ 27-30 bij een gemiddeld aanbod van 50-55 zenders. De kosten per TV-kanaal liggen daarmee ongeveer twee maal zo hoog in vergelijking met Nederland. Overigens betalen Amerikanen geen kijk- en luistergeld. 12. Het concentratieproces in de Verenigde Staten is vergelijkbaar met dat in Nederland. In de Verenigde Staten bezitten de grootste 6 Multi Service Operators (MSO’s) een gezamenlijk marktaandeel van 78%, in Nederland ligt dat percentage op 81%. De prijs per abonnee bij overname van kabelnetten ligt in de Verenigde Staten een factor 4 à 5 hoger dan in Nederland. Overigens lijkt kabeltelefonie een belangrijke drijfveer voor AT&T te zijn bij haar overnames van MSO’s. Op deze wijze hoopt AT&T sterk terug te komen op de lokale telefoniemarkt, een positie die ze noodgedwongen in 1984 heeft moeten opgeven. Op dit moment geldt echter breedband Internet als de belangrijkste opkomende dienst. 13. Nederland lijkt de Verenigde Staten in de ontwikkeling van nieuwe diensten goed te kunnen
volgen. In de Verenigde Staten werd het aantal abonnees van Internetdiensten via de kabel begin mei 1999 geschat op ruim 800.000. Dit is een penetratie van 1,2% van alle kabelabonnees. Voor Nederland geldt een iets hogere penetratie voor Internet via de kabel, namelijk 1,4% van alle kabelabonnees. Het aanbod van pay-per-view-diensten is in de Verenigde Staten op dit moment wel verder ontwikkeld dan in Nederland. Telefonie via de kabel bevindt zich in de Verenigde Staten eveneens als in Nederland in een zeer pril stadium.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
5
1. Inleiding Zowel in de ICT-nota Digitale Delta Nederland Online (Ministerie van Economische Zaken) als in de kabelnota (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) wordt aandacht besteed aan het niveau van dienstenontwikkeling in de Nederlandse kabelsector. Uit de bespiegelingen in beide nota’s met betrekking tot de kabel zou kunnen worden afgeleid dat het vernieuwingsproces en het tempo waarin nieuwe diensten op de markt kunnen worden aangeboden achter blijft bij de verwachtingen die de overheid – uiteenlopend per departement – koestert. De ICT-nota vermeldt dat de potentie van de kabel als alternatieve infrastructuur voor elektronische diensten (telefonie, Internet en pay-per-view), tot dusver grotendeels onbenut is gebleven1. In de onderliggende quick scan wordt daarom op verzoek van VECAI een beknopt overzicht gegeven van de stand van zaken waar het gaat om investeringen in en upgrading van de kabelnetten, de huidige marktontwikkeling voor Internet- en telefoniediensten via de kabel, de mate van concurrentie op de diverse deelmarkten en de performance van de sector met betrekking tot RTV-diensten in termen van penetratiegraden, verhouding tot andere infrastructuren en aantal kanalen en tarieven. De belangrijkste kerncijfers van de branche worden tevens internationaal vergeleken, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar de markt- en dienstenontwikkeling in de Verenigde Staten. De opzet van de quick-scan is als volgt: (H2) (H3) (H4) (H5) (H6)
1
Investeringen in upgrading en overnames van de netwerken in de afgelopen jaren Schaalvergroting en concentratie in de bedrijfstak Ontwikkeling van nieuwe diensten Vergelijking Verenigde Staten versus Nederland Conclusie en samenvatting
De Digitale Delta, Nederland oNLine, juni 1999, p.23.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
6
2. Investeringen, upgrading en performance kabelbranche 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk schetsen we kort het verloop van de verrichte investeringen in de kabelnetten in de afgelopen jaren. Het betreft hier zowel investeringen in upgrading van netten als de aankoop van netten. Vervolgens wordt besproken waar deze investeringen toe hebben geleid. Het gaat dan om de actuele stand wat betreft de mate van verglazing, retourgeschiktheid en beschikbare capaciteit. Tot slot wordt de performance van de bedrijfstak in termen van gemiddeld aantal RTV-standaardpakketten en bijbehorende tarieven internationaal vergeleken. Hoofdstuk 3 behandelt de voor ontwikkeling van nieuwe diensten noodzakelijke schaalvergroting en herstructurering van de sector. Hoofdstuk 4 schetst hoe ver marktontwikkeling voor nieuwe diensten is gevorderd.
2.2 Investeringen Verdonck, Klooster & Associates hebben in 1997 een inventariserend onderzoek verricht naar investeringen in de kabelinfrastructuur en -diensten. Dit leverde een investeringsomvang op van circa hfl. 4 miljard over de periode 1996-2000. Voor infrastructuur gold een omvang van hfl. 2 miljard het andere deel betrof investeringen in voornamelijk netwerkintelligentie, aanpassingen in centrales en randapparatuur voor telefonie-, Internet- en videodiensten. Investeringen in immateriële activa zoals marketing en opleiding, behoorden eveneens tot de genoemde investeringsomvang. Tabel 2.1:
Investeringen in kabelstructuur( in miljoenen gulden) Gerealiseerd (eind 1997) 800 150 25 175 1.150
Infrastructuur Telefonie Internet toegang Videodiensten Totaal Bron:
Gepland
1996 t/m 2000
1.200 800 225 750 2.975
2.000 950 250 925 4.125
Verdonck, Klooster & Associates 1997
Intercai heeft vastgesteld dat de uitvoering van de diverse voorgenomen investeringen in infrastructuur vertraagd is door de vele overnames en de daarmee gepaard financieringsbehoefte. Derhalve zou slechts 2 miljard zijn uitgegeven aan upgrading van de netten in de periode 1996 – 1999. De overige voorgenomen investeringen zijn vervolgens Intercai besteed aan overnames en/of dienstenontwikkeling. Tabel 2.2 geeft een indicatie van investeringen in de belangrijkste overnames. Tabel 2.2:
Geïnvesteerde bedragen in overnames van kabelbedrijven
Individuele overnames A2000 (50%) Telekabel Casema Gelrevison A2000 (50%) Kabel Haarlem Totaal
Jaar 1995 1998 1998 1999 1999 1999
Aankoopsommen in miljoenen guldens 700 1.400* 1.500 230 487 150 4.467
* Schatting VECAI o.b.v. 900 aansluitingen; feitelijk was hier sprake van een fusie, niet van aankoop.
Uit onderzoek van Dialogic (voorjaar 1999) onder vijf grote kabelbedrijven2 blijkt dat in de periode 1997 t/m 1999 hfl. 1,5-1,8 miljard geïnvesteerd is in infrastructuur en in hard- en software voor 2
Deze geaggregeerde cijfers zijn gebaseerd op gedetailleerde investeringsgegevens die afkomstig zijn van de bedrijven Casema, Telekabel, Palet Kabelcom, Eneco en A2000. Vanwege enkele onvolledigheden gaat het meer ordegrootten dan om exacte cijfers. Uit oogpunt van vertrouwelijkheid kunnen de gegevens niet nader per kabelbedrijf uitgesplitst worden
DIALOGIC Innovatie & Interactie
7
telefonie-, Internet- en AV-diensten. De vijf grote kabelbedrijven hebben gezamenlijk in de periode 1997-1999 alleen al hfl. 5 à 5,5 miljard geïnvesteerd in kabelbedrijven en upgrading van de netten. UPC investeerde in 1998 en 1999 voor meer dan hfl. 2,2 miljard in overnames van Nederlandse kabelbedrijven. Gerekend over de periode 1995-2000 komen de totale investeringen in zowel overnames, upgrading van netten en dienstenontwikkeling voor de gehele kabelbranche in Nederland uit op circa hfl. 8,5 miljard.
2.3 Upgrading van kabelnetten De kabelbranche heeft de aflopen 4 jaar fors geïnvesteerd in overnames en upgrading van de kabelnetten. Om de extra bandbreedte te kunnen leveren die nodig is voor extra RTV-kanalen en nieuwe diensten, volgde een proces van verglazing van het hoofdnet tot aan de wijkcentra. In het Vefica/Intercai-onderzoek is vastgesteld dat sinds 1995 in het gehele land glasvezelkabels zijn aangelegd met een totale lengte van circa 5000 km3. Hiermee heeft de kabelbranche beschikking gekregen over een enorme hoeveelheid transportcapaciteit. Het genoemde onderzoek constateert verder dat eind 1999 circa 85% van de kabelnetten verglaasd en retourgeschikt gemaakt zal zijn. Tussen grote en kleine bedrijven liepen de percentages sterk uiteen. Voor de grotere bedrijven gold dat de resterende 20% tot 30% alleen verglaasd zal worden indien de rendementsverwachtingen op de te verrichten investeringen voldoende hoog zijn4. De investeringsmogelijkheden zijn de laatste jaren sterker onder druk komen te staan door de steeds snellere afschrijving van de kabelnetten. Vooralsnog blijft het stuk van de wijkcentrale tot aan de consument in de meeste grote kabelnetwerken bestaan uit coaxiale bekabeling. In sommige netten wordt verglazing ook dieper in de wijknetten doorgevoerd. Hoewel volledige verglazing tot aan het woonhuis (fiber to the home) in Nederland nog niet gerealiseerd is – met uitzondering van het netwerk in IJsselstein dat verglazing kent tot aan de voordeur in verband met instraling van de televisiezender van de Nozema – hebben bedrijven bij de grootste kabelbedrijven wel de mogelijkheid direct via glasvezel aan te sluiten op het kabelnetwerk. Voor het versterkt doorgeven van retoursignalen (active return band) dienen eindversterkers op alle knooppunten in het netwerk geschikt te worden aangepast. Versterkte doorgifte van retourverkeer is onder andere noodzakelijk voor het kunnen aanbieden van telefoniediensten. De upgrading van groepen eindversterkers in de wijknetten heeft in de grootste kabelnetten inmiddels plaatsgevonden. Tabel 2.3:
Inschatting mate van upgrading van de grootste 6 kabelnetten (begin 1999)5
Verglazing hoofdnet tot aan de wijkcentrales Verbinding tussen verdeelstations en het kopstation Retourgeschikt Bron:
Casema 65%
Telekabel 80%-100%
Palet 70%
Castel 60%
A2000 100%
Eneco 50%-100%
SDH
SDH
SDH ATM
SDH
SDH
coax 50% fiber100%
70%*
SDH ATM (per eind ’99) 50% per eind ‘99
50%
Nb*
Nb
Dialogic, 1999.
*Per september 1999 heeft UPC de netten 65-70 % gereed voor telefonie en 70-80% gereed voor Internet. (het zogenaamde ‘ready for service’ betekent inclusief uitrol en ondersteunende diensten zoals helpdesk)
3
Intercai (1999), Vefica afzet en markt, Ingekorte versie, Utrecht, 8 maart.
4
Voor het Vefica/Intercai-onderzoek werden 11 kabelbedrijven ondervraagd met een gezamenlijk marktaandeel van 89%. Zowel grote als kleine kabelbedrijven werkten mee aan dit onderzoek.
5
Gegevens deels afkomstig van kabelbedrijven en toeleverende industrie aangevuld met inschattingen en analyse van Dialogic. Zie ook Sven Maltha en Menno Zeeman (1999), Fact finding in het Kabellandschap, Dialogic, Utrecht, 4 mei. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCenW ten behoeve van de Kabelnota.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
8
Het aantal TV-kanalen in het standaardpakket bedraagt in 1999 gemiddeld 30 kanalen. Door het aanbod van pluspakketten, betaaltelevisie en pay-per-view-diensten komt het gemiddeld aantal operationele TV-kanalen bij de grootste zes aanzienlijk hoger uit. Het aantal radiokanalen komt gemiddeld op 34. Uiteraard verandert de capaciteitssituatie wanneer TV-signalen digitaal worden doorgegeven. In dat geval kan capaciteitsbenutting alleen maar worden verbeterd. Hoewel er theoretisch rek zit in de kabelnetten wanneer de beschikbare capaciteit wordt gemeten op basis van het aantal operationele televisiekanalen, is er op dit moment nauwelijks sprake van onderbenutting van de capaciteit. Het betreft hier de situatie bij analoge doorgifte. De grote kabelbedrijven gebruiken de ‘overige capaciteit’ die niet door TV-kanalen wordt bezet, onder andere voor Internet-, telefonie- en toegevoegde waarde diensten.
2.4 Performance bedrijfstak internationaal vergeleken
2,5 29,0 4,5 8,6 6,5 9,0 5,3 16,7 33,1 7,5 11,0 18,5
30 25 30 11 21 14 30 18 32 31 30 18
20 20 36 9 40 12 32 15 32 3 0 0
24,46 25,95 34,14 8,64 45,02 40,63 20,89 23,45 33,47 40,82 26,49 50,70
0,49 0,57 0,51 0,43 0,74 1,56 0,34 0,71 0,52 1,20 0,88 2,82
550.000 200.000
50,0 78,2
13,8 6,6
10 33
10 20
20,82 48,82
1,04 0,92
2.000.000 2.367.800
Prijs per Kanaal (tv +r)
92,2 43,6 46,1 39,4 10,4 53.5 89,0 39,2 34,9 9,3 3,4 10,1
Aantal radiokanalen in standaardpakket
100.000 700.000 1.680.000 199.000 1.500.000 90.000 350.000 300.000 1.043.000 300.000 1.300.000 4.361.000
Aantal TVkanalen in standaardpakket
Schotelpenetratie
4.000.000 3.029.000
Kabelpenetratie
4.000.000 3.686.000 2.410.000 1.050.000 37.500.000 17.300.000 2.310.000 910.000 23.000.000 2.392.189 1.000.000 535.000 6.662.000 5.916.000 1.800.000 705.000 3.150.000 1.100.000 4.000.000 371.000 11.800.000 400.000 23.600.000 2.373.548
Aantal satelliethuishoudens
België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Nederland Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland
Aantal kabelabonnees
De internationale kabelmarkt
Aantal huishoudens
Tabel 2.4:
Abonnementstarieven ( guldens excl. BTW)
Internationaal gezien valt Nederland op door de zeer hoge kabelpenetratie, het relatief grote aantal radioen televisieprogramma’s in het standaardpakket en de lage abonnementstarieven in verhouding tot het aantal geboden programma’s. De gemiddelde prijs per RTV-kanaal behoort in Nederland tot de laagste in Europa en komt enkel in Slovenië (fl. 0,18) en Roemenië (fl. 0,21) lager uit. Het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië spannen de kroon met tarieven die meer dan acht respectievelijk tien keer hoger liggen dan in Nederland.
Bron: ECCA, abonnees en penetratiegraden 1998, kanalen en tarieven 1999, behalve Spanje en VK (1998) Alle prijzen inclusief BTW.
Opmerkelijk is dat in landen waar concurrentie van andere infrastructuren relatief groot is, zoals dat in het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk of Denemarken het geval is, de kanaal/tarief-ratio’s substantieel hoger uitkomen. Deze variëren van 1,5 maal (Oostenrijk) tot zelfs meer dan 8 maal (VK) zo hoog. Indien internationale markten als graadmeter mogen worden gebruikt, volgt hieruit dat de Nederlandse tarieven ver onder het marktconforme niveau liggen.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
9
De marktwaarde van de Nederlandse kabelnetten kan worden uitgedrukt in een prijs per abonnee die bij overname wordt betaald. Zo heeft UPC in het voorjaar van dit jaar circa 1.200- per abonnee betaald bij de overname van het 45%-belang van NUON in UTH. Voor de aankoop van het kabelnet in Haarlem moet UPC circa hfl. 2.300 per aansluiting betalen. Deze bedragen weerspiegelen de verwachte waarde in de markt, gebaseerd op marktconforme exploitatie van een compleet palet aan diensten. Om deze diensten te kunnen bieden dient naast de overname tevens te worden geïnvesteerd in upgrading van de netten. Indien de toekomstige rendementen die noodzakelijk zijn om de investeringen terug te verdienen niet reëel blijken, zal upgrading van netten en daarmee de introductie van nieuwe diensten worden uitgesteld. De volledige benutting van de potentie van de kabel, zoals in de ICT-nota Digitale Delta verwoord, kan enkel realiteit worden in een marktomgeving waarin investeringen in vernieuwing (zowel infrastructuur als diensten) binnen redelijke termijnen kunnen worden terugverdiend. Wanneer rendementen op RTV-diensten sterk gereguleerd worden, en de kabel zijn geld moet verdienen met nieuwe diensten zoals Internet en telefonie op concurrerende markten, bestaat de kans dat investeringen in infrastructuur vertraagd worden. Een Amerikaanse telecom-deskundige illustreert een vergelijkbare ontwikkeling als volgt: In de Verenigde Staten heeft AT&T de aandeelhouders voor overname van MediaOne circa $4000 per abonnee betaald. Mocht AT&T niet redelijkerwijs in staat worden gesteld deze investering terug te verdienen met nieuwe diensten, ….”dan laten ze de kabels van TCI en MediaOne gewoon rotten aan de palen. Geen investeringen, geen upgrading, niks”. (Het Financiële Dagblad, 1 september 1999) In het volgende hoofdstuk wordt kort ingegaan op de herstructurering van de kabelbranche. Schaalvergroting, internationalisatie en concentratie staan hierbij centraal. Hoofdstuk 4 bespreekt de marktontwikkeling voor nieuwe diensten. Hiermee wordt de huidige benutting van het potentieel van de kabelnetten geïllustreerd. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de ontwikkeling van Internetdiensten via de kabel.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
10
3. Schaalvergroting en concentratie De laatste vijf jaar heeft de kabelsector een sterke herstructurering ondergaan. De verandering in marktstructuur werd vooral gekenmerkt door schaalvergroting, diversificatie, internationalisatie en concentratie. Om de benodigde investeringen bijeen te kunnen brengen die nodig zijn om een variëteit aan (digitale) diensten aan te bieden, heeft een groot aantal overnames en fusies plaatsgevonden. De ontwikkeling van kabelbedrijven richting multi-service provider (RTV, Internet, telefonie en andere toegevoegde waarde diensten) heeft tevens geleid tot de komst van een aantal grote Internationale spelers op de Nederlandse markt, waaronder France Telecom, UPC en @Home. De recente herstructurering heeft tevens geleid tot een steeds verder gaande concentratietendens in de bedrijfstak. De Nederlandse Top-15-kabelbedrijven bezitten momenteel een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 93%. De Top-6 alleen is goed voor een marktaandeel van 81%. Begin 1997 bedroeg dit aandeel 64,5% en in 1995 nog maar 56%. Tabel 3.1:
Top15 abonneeaantallen per 1-1-1999
UPC - Telekabel - A2000 - Gelrevision - Kabel Haarlem Totaal UPC Casema Castel Palet Kabelcom ENECO Multikabel REMU / TeleCai ZEKATEL TEBECAI Netwerken KTMO RENDO Nutsbedrijven Maastricht Communikabel CAI Westland Nutsbedrijf Heerlen Totaal
Aantal abonnees 876.800 540.238 129.599 66.041 1.612.678 1.073.460 709.544 690.263 556.012 230.581 153.945 136.766 86.214 70.049 69.451 55.877 55.665 53.404 41.461 5.595.370
Marktaandeel (%)
26,8 17,9 11,8 11,5 9,2 3,8 2,6 2,3 1,4 1,2 1,1 0,9 0,9 0,9 0,7 93,1
Bron: Vecai 1999
In 1999 zet de fusie- en internationaliseringgolf zich voort. De nummers drie en vier uit 1998, Palet Kabelcom en Castel gaan een duurzame samenwerkingsrelatie aan. Hiermee ontstaat een nieuwe Nederlandse marktpartij die zich qua marktaandeel op de Nederlandse markt kan meten met France Telecom (Casema) en het Amerikaanse UPC (United Telekabel, A2000, Gelrevision, Kabel Haarlem). Ook hebben Palet en Castel partners in het buitenland gezocht. Zo is de nieuwe combinatie een samenwerking aangegaan met de Amerikaanse breedband-Internet-aanbieder @Home en chipfabrikant Intel. Hiermee zet het proces van internationalisering van de kabelsector verder door. Grootste speler op de Nederlandse kabelmarkt is het Amerikaanse UPC, dat via dochters United Telekabel, A2000, Gelrevision en Kabel Haarlem een marktaandeel van bijna 27% bezit.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
11
Tabel 3.2:
Aantal abonnees Top-6 kabelbedrijven 1995-1999
1995 Casema A2000 EDON ENECO PNEM NUON Telekabel Gez. marktaandeel (%)
1.116.136 475.778 472.593 460.000 338.303 294.791 56
1996 Casema Castel ENECO A2000 Telekabel PNEM Gez. marktaandeel (%)
1.158.100 658.442 546.330 516.162 464.434 355.386 64
1997 Casema Castel ENECO A2000 Telekabel PNEM Gez. marktaandeel (%)
1.175.915 675.013 552.939 516.162 494.398 371.293 64
1998 Casema Telekabel Palet Kabelcom Castel ENECO A2000 Gez. marktaandeel (%)
1.062.644 824.707 690.562 682.212 564.042 510.347 73
1999 UPC
Telekabel A2000 Gelrevision Kabel Haarlem
Casema Castel Palet Kabelcom ENECO Multikabel Gez. marktaandeel (%)
876.800 540.238 129.599 66.041 1.073.460 709.544 690.263 556.012 230.581 81
Alle aantallen abonnees per 1-1, behalve 1998 per 1-5 Bron : Vecai 1997/1999
DIALOGIC Innovatie & Interactie
12
4. Nieuwe diensten 4.1 Inleiding De hieronder gepresenteerde tabel 4.1 geeft een overzicht voor nieuwe diensten van de top-20 kabelbedrijven per eind 1998. Voor de consumentenmarkt geldt dat Internettoegang momenteel de belangrijkste nieuwe dienst is geworden terwijl het belang van pay-per-view is afgenomen6. Bij introductie van de digitale decoder zullen pay-per-view diensten naar verwachting weer toenemen. Telefonie geldt op dit moment voornamelijk als bijproduct en is feitelijk alleen succesvol operationeel bij A2000, Telekabel en Tebecai.
NV Casema United Telekabel Palet Kabelcom NV Castel NV ENECO A2000 Multikabel NV NV REMU (Telecom) ZEKATEL BV GAMOG Gelrevision TEBECAI Netwerken BV NV KTMO NV Rendo Kabel Haarlem Nutsbedr. Maastricht Communikabel / Nutsbedr. Haarlemmermeer CAI Westland Nutsbedr. Heerlen CAI Alkmaar Nutsbedr. Amstelland/ Signaall. Amstelveen
1 1 1 3 1 1 1 3 1 1 1 3 1 1 3 3 1 3 1 2
2 1
1 1
1 2
1
1
1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3
3 3
1 3 1
2 3 1
3
2 3
Huurlijnen
Pay-per-view
Spraaktelefonoie
Nieuwe diensten Top-20 kabelbedrijven eind 1998
Internettoegang
Tabel 4.1:
Bron: Dialogic1999/Vecai 1998; 1 = gerealiseerde activiteit; 2 = proeftraject; 3 = voornemen In bovenstaande tabel zijn alleen die diensten opgenomen waarvoor voldoende meetbare omzet wordt gegenereerd.
Op de zakelijke markt gelden huurlijnen als belangrijkste deelmarkt. Het merendeel van de top-20 kabelbedrijven heeft deze dienst operationeel.
6
Gemeten naar aantal kabelbedrijven die de dienst operationeel aanbieden, en vergeleken met 1997 (zie Sven Maltha en Menno Zeeman (1999), Fact Finding in het Kabellandschap, Dialogic, Utrecht, 4 mei).
DIALOGIC Innovatie & Interactie
13
4.2 Internetdiensten Volgens schattingen van NIPO7 beschikten begin 1998 760.000 huishoudens in Nederland over een Internetaansluiting (11,3%).Volgens schattingen van Heliview8 zou eind 1998 13% en eind 1999 18% van alle huishoudens beschikken over een Internetaansluiting. Een NIPO-onderzoek9 van begin dit jaar geeft aan dat ca. 250.000 bedrijfsvestigingen inmiddels gebruik maken van Internet. Ook dit aantal groeit nog flink. Een en ander betekent dat er momenteel zo’n 1,2 tot 1,4 miljoen Internetabonnees in Nederland zijn. Tabel 4.2:
Internet via kabel (per 1/9/1999)
Bedrijf A2000 RENDO De Kooi Zekatel Gelrevision TEBECAI Multikabel CAI Alkmaar /Texel/Haarlem* Casema** Kabelfoon (totaal)
Abonnees 16.700 3.500 1.000 3.800 2.500 3.400 2.000 25.000 12.000
- CAI Westland - Pijnacker - Schiedam - Ijsselstein
ENECO Telekabel*** CAI Harderwijk @Home (CasTelAtHome,PaletAtHome) **** TOTAAL Bron: * ** *** ****
6.100 11.000 500 1000 88.500
VECAI, 1999 schatting VECAI op basis van april REMU (TELECAI) biedt via Casema Internet aan in Soest halfjaarcijfers UPC 30/6 o.b.v. Lucas Stassen PR Manager @Home, Financiële Dagblad, 31 augustus 1999; Castel en Palet verstrekten geen afzonderlijke informatie
Het totale aantal abonnees dat gebruik maakt van Internet via de kabel wordt op dit moment (1-9-1999) geschat op 88.500. De cijfers zijn opgevraagd in de periode van half juli tot half augustus 1999. Uitgaande van 2,5 miljoen kabelaansluitingen die reeds geschikt gemaakt zijn voor Internet komt dit neer op een penetratiegraad van 3,5%. Op het totale aantal kabelabonnees (6.011.939) is dit 1,4%. Het aantal Internetabonnees bij kabelbedrijven groeit snel. Per 1 april 1999 bedroeg het totaal aantal kabelinternetabonnees in Nederland nog 56.00010. Dit betekent een groei van 57%.Vrijwel alle kabelbedrijven die Internetdiensten aanbieden meldden een groei van tussen de 50 en 250 abonnees per week. Vergeleken bij totale Internetmarkt lijkt het aantal van 88.500 kabelabonnees (kleine 7%) aan de lage kant. Onderzoek van Multiscope naar marktaandelen (op basis van abonnees) van providers wijzen erop dat het aantal Internetabonnees bij kabelbedrijven sterk stijgt. Eind 1997 zouden de kabelbedrijven 7,5% van de particuliere markt in handen hebben, eind 1998 zo’n 12%. Dit laatste getal zou
7
NIPO CAPIBUS, april 1998.
8
Heliview Consumer ICT-monitor, april 1999.
9
NIPO Continue registratie Internet-penetratie onder het Nederlandse bedrijfsleven, 1999.
10
Bron: Vecai, 1999.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
14
neerkomen op ruim 100.000 abonnees, hoger dan het aantal dat Vecai noemt voor 1 september 1999. Dit verschil wordt grotendeels verklaard doordat een aantal kablbedrijven eveneens Internettoegang biedt via telefoonlijnen (Castel, Casema, Kabelfoon en Multikabel). Overigens is het cijfermateriaal van NIPO, Heliview en Multiscope afkomstig van enquêtes, terwijl de cijfers van Vecai van de kabelmaatschappijen zelf afkomstig. Zo is de enquête van Multiscope een online enquête op het net zelf. Wellicht dat het aantal kabelinternetabonnees dat aan deze enquêtes heeft meegedaan was oververtegenwoordigd. Uitgaande van 1,1 miljoen huishoudens met een Internetaansluiting (16,5% van totaal aantal huishoudens) betekent 88.500 abonnees dat de kabelmaatschappijen momenteel een gezamenlijk marktaandeel van 8% van de Nederlandse particuliere Internetmarkt in handen heeft. Tabel 4.3:
Marktaandelen Top10 Nederlandse Internet service providers 1997-1998
Provider Planet Internet / World Access / Trefpunt World Online / The Internet Plaza XS4all Euronet Demon Uunet (voormalig Nlnet) A2000 Cai Westland / Kabelfoon Castel (Free Access, via de telefoonlijn) West Brabant Net Casema Multiweb
Marktaandeel 1998 19,3% 18,7% 9,4% 6,3% 5,9% 4,1% 3,0% 2,7% 2,6% 2,4% 2,3% 1,4%
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (17)
Marktaandeel 1997 25,5% 23,3% 7,3% 3,2% 2,1% 4,9% 1,6% 1,3% 1,3% 1,4% 1,3% 1,5%
(1) (2) (3) (5) (10) (4) (11) (6) (14) (13) (14) (12)
Bron: Multiscope 1997/1998
In deze enquête blijkt dat de grote providers relatief terrein verliezen, en dat vooral grote kabelbedrijven als Casema en A2000 marktaandeel winnen. Overigens zouden de marktaandelen dit en volgend jaar wel weer eens flink door elkaar geschud kunnen worden, wanneer providers gratis Internetabonnementen verstrekken. Ook de verwachte sterke opkomst van breedband Internet zou weleens voor substantiële veranderingen kunnen gaan zorgen. Vooralsnog vormt gratis Internet vooral een aanval op de gevestigde posities van de grote service providers. In hoeverre de kabelbedrijven hiervan grote hinder gaan ondervinden moet blijken. Breedband Internet via de kabel biedt toegevoegde waarde ten opzichte van ‘kale Internettoegangsdiensten’ waardoor hogere tarieven worden gerechtvaardigd. Wel zullen deze tarieven sterker onderdruk komen te staan, naarmate meer gebruikers overstappen naar gratis abonnementen. Gratis Internettoegang via de kabel lijkt voorlopig geen haalbare business case. Wel zal hierdoor de prijsconcurrentie op de markt voor Internettoegang zowel via telefoonlijn als via de kabel in alle hevigheid losbarsten. Tijdens de interviewronde in maart van dit jaar is ook het aantal aansluitingen dat gereed is voor Internet opgevraagd. Het totaal bedroeg toen 1.873.000, exclusief Palet Kabelcom en CasTel. Rekening houdend met het feit dat Palet Kabelcom en CasTel recent in de Internetmarkt zijn gestapt en de uitrol bij de overige bedrijven enigszins zal zijn gevorderd, wordt het aantal aansluitingen dat gereed is voor Internet nu geschat op 2,5 miljoen.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
15
4.3 Telefonie via de kabel In maart 1999 was, enkele proeven daargelaten, A2000 de enige aanbieder van telefonie via de kabel. De telefoniedienst Nedpoint telde 22.000 abonnees en 24.000 lijnen. In de vermelde cijfers werd geen onderscheid gemaakt tussen residentiële klanten en kleine bedrijven. Onlangs maakte UPC de halfjaarcijfers bekend. Volgens deze cijfers had A2000 op 30 juni 1999 26.064 residentiële en 3 zakelijke klanten voor telefonie. De residentiële klanten namen 29.060 lijnen af en de zakelijke 830. Telekabel begon in mei 1999 met het aanbieden van telefonie via de kabel onder de naam Priority Telecom. In de halfjaarcijfers van UPC worden voor UTH (Telekabel/GelreVision) de aantallen van 18.154 residentiële en 5.953 zakelijke klanten gegeven. UTH heeft evenveel lijnen als klanten. Het gaat hier met name om abonnees van de carrier-select dienst, die van Enertel is overgenomen. Volgens een zeer recente mededeling van Casema gaat het kabelbedrijf nu toch op korte termijn grootschalig telefonie via de kabel aanbieden, om zo de concurrentie met KPN Telecom in de local loop aan te gaan. Dit is een opmerkelijke stap, nadat eerder de telefonieproef (cable dect) werd stop gezet11. Daarmee lijkt France Telecom nu daadwerkelijk toe te treden tot de markt voor vaste telefonie.
4.4 Pay-per-view Halverwege de jaren negentig leken pay-per-view-diensten een belangrijk deel te gaan uitmaken van nieuwe diensten op de kabel. Anno 1999 is het aantal ppv-diensten dat door Nederlandse kabelbedrijven aan abonnees wordt aangeboden enigszins achter gebleven bij de verwachtingen. Dit heeft deels te maken met het uitblijven van gestandariseerde en betaalbare digitale decoders, die bij de abonnees thuis geplaatst dienen te worden. Naar verwachting zullen overeenkomsten als die tussen A2000 en de Gemeente Amsterdam, waarbij het kabelbedrijf heeft toegezegd volgend jaar op grote schaal digitale decoders te gaan invoeren, de introductie van ppv-diensten versnellen. Een kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar aanbod aan inhoud blijft echter cruciaal voor het eindelijke succes van de ppv-diensten. Op dit moment wordt er alleen nog op grotere schaal Near-Video-On-Demand aangeboden, een dienst waarbij gebruikers op speciaal daarvoor bestemde kanalen meerdere keren per dag een bepaalde film kunnen bekijken, door deze vooraf te bestellen. Voorbeelden van NVOD-diensten zijn Moviehouse (UPC Telekabel en A2000), Max TV (Casema). Nieuw is het Mr. Zap-programma van het consortium Mediakabel waarin wordt samengewerkt door Palet Kabelcom, Eneco, Gelrevision, Zekatel, Nutsbedrijven Heerlen, Nutsbedrijven Maastricht, Kabeltex en De Alkmaarse Kabel. Mr Zap is een compleet digitaal pakket dat onder meer pakket-tv, een electronische programmagids, digitale muziekkanalen, videogames en Near-Video-On-Demand omvat. Mr. Zap zal vanaf eind september uitgerold worden. In eerste instantie gaat het om een proef en eind 1999 worden de diensten na verwachting grootschalig op de markt geïntrocuceerd.
4.5 Time to market Zoals in hoofdstuk 2 is vastgesteld vormen investeringen in overnames van kabelbedrijven belangrijke voorbodes voor investeringen in netwerken en dienstenontwikkeling. Alvorens kabelbedrijven met nieuwe diensten de markt kunnen betreden (breedband Internet, telefonie, pay-per-view) moeten een 11
Bron: Casema, 7 september 1999.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
16
aantal stappen genomen zijn. Allereerst dienen netten twee-weg geschikt te zijn, moet de nieuwe dienst in technische zin operationeel zijn en moeten de belangrijkste technische knelpunten voor een grootschalig ‘roll out’ zijn opgelost. De proef- of pilotfase moet dan feitelijk zijn afgerond. Tegelijkertijd dient het nieuwe dienstenconcept verder te worden uitgewerkt en geoperationaliseerd. Bij nieuwe diensten als breedband Internet en pay-per-view speelt de organisatie van de aan te bieden content eveneens een belangrijke rol. Contracten met contentleveranciers (nieuwsproducenten, filmmaatschappijen, informatieleveranciers, omroepen, etc.) moeten zijn afgesloten en veelal moet content voor de nieuwe dienst op maat worden gemaakt. Vervolgens dient de interne organisatie voor de nieuwe dienst opgetuigd te worden. Denk hierbij vooral aan billing, customer care en verkoop. Hierbij vormt het aantrekken van gekwalificeerd personeel een belangrijk obstakel. Dit geldt met name voor operationaliseren van een professionele helpdesk service. Tegelijkertijd dient een aanzienlijke marketinginspanning te worden verricht, voordat de nieuwe dienst gelanceerd kan worden. Tot slot dient de buitendienst in staat te zijn in korte termijn aansluitingen voor nieuwe abonnees te kunnen leveren. Dit alles heeft er mede toe geleid dat sinds de aankoop van A2000 door UPC in 1995, pas 3 à 4 later nieuwe diensten als Internet en telefonie op de markt zijn verschenen. Sindsdien lijkt dit proces te zijn versneld, zoals in het geval van Telekabel is gebleken. Voor een groot aantal nieuwe diensten zijn de technische standaarden nog niet uitgekristalliseerd of bestaat er verdeeldheid in de markt over de beste keuze. Toch trachten kabelbedrijven zo vroeg mogelijk met nieuwe diensten de markt te betreden om zo snel mogelijk een klantenbasis op te bouwen. Het kabelbedrijf dient een marktpositie te kunnen opbouwen met een relevant marktaandeel, opdat bestaande marktpartijen daadwerkelijk concurrentie ondervinden van de nieuwkomer. Het kabelbedrijf moet dus het risico nemen om met veelal niet uitontwikkelde technologie zo snel mogelijk op professionele wijze nieuwe diensten op te markt te zetten, waarmee hij vervolgens toetreedt op markten waar andere marktpartijen reeds een positie hebben ingenomen (Internet, telefonie). Buiten het feit dat investeringen terugverdiend moeten worden, zijn te kabelbedrijven genoodzaakt te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Zo biedt het proces van convergentie niet alleen mogelijkheden voor tal van nieuwe diensten, het vraagt wederom om nieuwe investeringen. De komst van onder meer IP-telefonie zullen de marktomstandigheden voor telefoniediensten compleet doen wijzingen. Kabelbedrijven die nu investeren in telefonie via de kabel moeten daarom binnen 3-4 jaar een substantiële klantenbasis hebben opgebouwd om in het toekomstige speelveld een rol van betekenis te kunnen spelen. Anders rest hen niets anders dan netten versneld af te schrijven met weinig perspectief voor exploitatie van nieuwe diensten. Derhalve is ‘time to market’ niet alleen van belang om investeringen terug te verdienen, maar nog meer om de continuïteit veilig te stellen. De investeringsrisico’s nemen toe, wanneer onder meer ISP’s open toegang krijgen tot de kabelnetwerken en directe concurrentie aangaan met de nieuwe dienst van het kabelbedrijf. Bij gratis abonnementen voor Internettoegang, zoals die nu door verschillende ISP’s worden aangeboden verdwijnt het perspectief voor het kabelbedrijf, daar immers (althans op dit moment) niet verdiend kan worden aan verkeersafhankelijke tarieven (tikken) zoals via het telefoonnet het geval is. Bij het vroegtijdig openstellen van kabelnetten voor alternatieve aanbieders wordt de kabelbedrijven een belangrijke prikkel om te investeren in nieuwe diensten ontnomen. In dat geval bestaat het gevaar dat upgrading van de kabelnetten wordt uitgesteld of wordt beperkt.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
17
5. Ontwikkeling kabel Verenigde Staten versus kabel Nederland 5.1 De Amerikaanse kabel: Feiten, cijfers en dollars Geschat wordt dat het aantal kabelabonnees in de gehele Verenigde Staten anno 1999 tussen de 66 en 67 miljoen ligt. Dit is ca. 66,5 % van alle huishoudens met een televisie. Het aantal huishoudens waar een kabelaansluiting ligt bedraagt meer dan 95 miljoen, ca. 96,5 % van alle televisiehuishoudens. Hiermee is kabel het belangrijkste medium voor doorgifte van TV in de Verenigde Staten. Tabel 5.1:
Kerncijfers van de Amerikaanse kabelbranche (1999)
Totaal aantal TV-huishoudens Aantal kabelabonnees Percentage kabelabonnees / tv-huishoudens Gemiddelde kosten abonnement per maand Gemiddeld aantal beschikbare TV-kanalen Gemiddelde maandelijkse prijs per TV-kanaal Gemiddelde prijs betaal-TV abonnement
Verenigde Staten 99.000.000 66.065.400 66,7% 27,8 US$ 50–55 0.55 US$ 8.2 US$
Nederland 6.700.000* 6.000.000 89,5%** 20,9 gld. 30 0,7 gld.*** 62,50 gld. ****
Bron: NCTA, VECAI 1999 * Totaal aantal huishoudens ** Dit percentage zal iets hoger liggen omdat het aantal tv-huishoudens iets lager is *** Hierbij wordt ook betaald voor doorgifte van gemiddeld 32 radiokanalen **** Canal+
De Amerikaanse abonnee betaalt gemiddeld zo’n 27 tot 30 US$ per maand voor z’n kabelabonnement. Met een gemiddeld aantal beschikbaar kanalen van 50 tot 55 komt dit neer op zo’n 55 tot 65 dollarcent per maand. De prijzen zijn de afgelopen jaren gestegen met zo’n 5-6 % per jaar, volgens de maatschappijen vooral als gevolg van de hogere programmakosten, inflatie, toevoeging van nieuwe kanalen en het vernieuwen van kabelnetwerken. Voor aansluitkosten wordt gemiddeld zo’n 26 tot 29 US$ gerekend. Het betaal-tv-pakket kan worden samengesteld door de kijker uit een aantal ‘premium channels’ zoals HBO, Cinemax en The Movie Channel. Daarnaast is er een à la carte oftewel pay-per-view menu, waarbij wordt afgerekend bij de afname van een film of speciaal programma per keer. Tabel 5.2:
De Amerikaanse kabelbranche 1999; grootste maatschappijen
Kabelmaatschappij AT&T BIS (voorheen TCI / Media One) Time Warner Cable Charter Communications Cox Communications Comcast Corporation Adelphia Cablevision Systems Corporation
Aantal abonnees 16.200.000 12.900.000 6.200.000 6.000.000 5.600.000 4.900.000 3.300.000
Bron: Forrester Research / Vecai 1999 Bij de aantallen abonnees van AT&T Bis is er rekening mee geouden dat de overname van MediaOne doorgang vindt; bij de aantallen abonnees van Cox en Charter zijn de voorgenomen acquisities verdisconteerd.
In totaal ligt er een kleine 11.000 kabelnetwerksystemen in de Verenigde Staten. De grootste hiervan in New York bedient meer dan een miljoen kabelabonnees. Zo’n 78 % van alle kabelabonnees is aangesloten bij de grootste zes kabelmaatschappijen. Dit is 16% meer dan een jaar geleden. Er is het laatste jaar dan ook veel veranderd in de Amerikaanse kabelwereld. De meest opmerkelijke ontwikkeling is de komst van telecomgigant AT&T op de kabelmarkt. Door de overnames van TCI (voormalige nummer 1) en Media One (voormalige nummer 3) is een concern met meer dan 16 miljoen abonnees ontstaan. Ook opvallend is de overname van Century (voormalige nummer 9) door DIALOGIC Innovatie & Interactie
18
Adelphia (voormalige nummer 8) en de sterke groei van het aantal abonnees bij Cox (van 3,7 naar 6 miljoen) en Charter (van 2,9 naar 6,2 miljoen), voornamelijk als gevolg van de overname van verschillende andere netwerken. De totale inkomsten van de Amerikaanse kabelbranche wordt door de NCTA geschat op zo’n 33,5 miljard dollar. Hiervan is 21,8 miljard dollar afkomstig van abonnementsinkomsten, en 4,9 miljard dollar van betaal-tv-paketten. De rest bestaat grootdeels uit reclameinkomsten. De Amerikaanse kabelindustrie investeert relatief veel geld in kwaliteit en inhoud van televisieprogramma’s. Geschat wordt dat er in 1997 en 1998 door kabelmaatschappijen in totaal zo’n 6 miljard US$ in programmering is gestopt terwijl voor 1999 alleen een investering van 7 miljard US$ werd verwacht. Het aantal kanalen waarop adverteren via de kabel mogelijk is (niet grote nationale stations als ABC, CBS en NBC), is in vijf jaar tijd gestegen met 73 naar een totaal van 174 kanalen in 1998. Hiervan behoren 139 kanalen tot basisabonnementen (geen extra betaling) en 28 kanalen tot plusabonnementen (alleen tegen extra betaling). Ook het kijkersaandeel van de gemeenschappelijke kabelkanalen neemt toe, terwijl dat van de grote nationale stations (ABC, CBS, NBC en Fox) afneemt. In 1999 of 2000 zou de kijkdichtheid van de kabelkanalen wel eens groter kunnen zijn dan die van de grote nationale zenders. Belangrijke kanalen met kabeladvertenties zijn onder meer Discovery Channel, TBS Superstation, Fox Family Channel, ESPN, CNN, MTV en The Weather Channel. Nieuwe diensten De wereld van het Amerikaanse kabelbedrijf en consument verandert momenteel in een hoog tempo. Waren de meeste kabelmaatschappijen 10 jaren terug nog grotendeels distributeurs van televisieprogramma’s, tegenwoordig zijn ze Multiple System Operators (MSO’s). Deze term doet al vermoeden dat de gemiddelde Amerikaan heel wat meer van z’n kabelbedrijf kan verwachten dan traditionele televisie alleen. De grote veranderingen moeten echter nog grotendeels vorm krijgen. Het gaat dan vooral telefonie- en Internetdiensten, hetgeen vergelijkbaar is met Nederland. De sleutel tot de veelbelovende toekomst ligt in de innovatie van het kabelnetwerk met glasvezel. Er worden enorme investeringen gedaan om de capaciteit van de netwerken zodanig uit te breiden dat er niet alleen honderden zenders kunnen worden uitgezonden, maar ook Near Video on Demand of Video on Demand kan worden aangeboden evenals breedband Internet en kabeltelefonie. De NCTA schat dat er alleen al in 1998 voor ruim 7,7 miljard US$ is geïnvesteerd in het upgraden en uitbreiden van kabelinfrastructuur De algemene doelstelling van de Amerikaanse kabelindustrie luidt dat in 2001 67% van de netwerken geïnnoveerd zal zijn. Er is echter nogal wat onderscheid tussen de kabelbedrijven met betrekking tot het niveau van innovatie. De netwerken worden op twee verschillende wijzen geïnnoveerd. Ten eerste wordt de doorgiftecapaciteit uitgebreid naar frequenties van 750 MHz of meer. Door deze extra bandbreedte kunnen de MSO’s meer hoogwaardige diensten aanbieden. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan het retourgeschikt maken van netwerken zodat een aantal nieuwe diensten kan worden aangeboden. Volgens schattingen van Forrester Research hebben de meeste grote MSO’s eind dit jaar 50-70% van hun netwerk retourgeschikt gemaakt. Dit is vergelijkbaar met de situatie in Nederland. Onderstaand overzicht geeft weer hoever de kabelbedrijven (MSO’s) gevorderd zijn met de introductie van nieuwe diensten. Met telefonie wordt specifiek kabeltelefonie bedoeld. De cijfers geven een globale indruk. Ter vergelijking wordt een overzicht van de 6 grootste kabelbedrijven in Nederland met stand van zaken wat betreft kabelinternet, kabeltelefonie en pay-per-view-diensten weergegeven, voor zover cijfermateriaal hiervan bekend is. De penetratiegraden voor kabelinternet en kabeltelefonie in de Verenigde Staten en Nederland wijken niet sterk van elkaar af. Cijfermateriaal betreffende aantallen betalende kabelabonnees voor pay-per-view-diensten in Nederland ontbreken. Voor zover bekend zijn deze echter niet zo hoog dan in de Verenigde Staten.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
19
Tabel 5.3 : Vordering introductie nieuwe diensten grootste MSO’s Verenigde Staten MSO (multi service operator
Abonnees * 1000
1. AT & T BIS
16.200
PPV I T
1.400 223 geen
8,6% 1,4% -
2. Time Warner Cable
12.900
3. Charter
6.200
4. Cox
6.000
5. Comcast
5.600
6. Adelphia
4.900
7. Cablevision
3.400
PPV I T PPV I T PPV I T PPV I T PPV I T PPV I T
Geen 186 geen ? ? ? 144 112 59 226 94 geen 90 26 geen Geen 22 5
0,7% ? ? ? 2,4% 1,9% 1,0% 4,0% 1,7% 1,8% 0,5% 0,6% 0,1%
Dienst Abonnees Penetratie * 1000 tov aantal abonnees
Bron: Forrester Research / Vecai 1999 PPV Pay-Per-View, I Internet, T Kabeltelefonie
Tabel 5.4: Vordering introductie nieuwe diensten grootste kabelbedrijven Nederland Kabelbedrijf
Abonnees * 1000
Dienst Vordering introductie
Casema
1.070
PPV I T
NVOD-diensten middels MAX TV 25.000 abonnees, penetratie 2,3% Kabeltelefonie aangekondigd
Telekabel
880
Castel
710
Palet
690
Eneco
560
A2000
540
PPV I T PPV I T PPV I T PPV I T PPV I T
NVOD-diensten middels Moviehouse Chello, 11.000 abonnees, penetratie 1,3% Sinds mei 1999 uitrollen Priority Telecom Sinds half mei uitrollen Castel@Home Vanaf eind september uitrollen Mr Zap Sinds half mei uitrollen Palet@Home Kabeltelefonie aangekondigd Vanaf eind september uitrollen Mr Zap QuickNet en bART, 6.000 abonnees, penetratie 1,1% Kabeltelefonie aangekondigd NVOD-diensten middels Moviehouse / XX House 17.000 abonnees, penetratie 3,1 % Nedpoint, 25.000 abonnees, penetratie 4,6%
Bron: Vecai / Dialogic 1999 PPV= Pay-Per-View, I=Internet, T= Kabeltelefonie
DIALOGIC Innovatie & Interactie
20
Op dit moment zijn er naar schatting van de NCTA in de Verenigde Staten zo’n 20 miljoen huishoudens met een kabelaansluiting die geschikt is voor Internet. In 2000 zou dat aantal verdubbeld moeten zijn en eind 2005 dienen 67 miljoen Amerikaanse huishoudens over zo’n aansluiting te kunnen beschikken. De branche geeft aan eind 1998 over zo’n 500.000 kabelabonnees met Internetabonnement te beschikken. De groei heeft een nieuwe impuls gekregen door de opkomst van Breedband-services. Geschat werd dat begin mei 1999 reeds de grens van 800.000 abonnees is overschreden. Dit is een penetratie van 1,2% van alle kabelabonnees. Een verdubbeling per jaar lijkt dus op korte termijn reëel. Voor Nederland bedraagt de penetratie voor Internet via de kabel 1,4 van alle kabelabonnees per september 1999.
5.2 Conclusie De kabel vormt in de Verenigde Staten net als in Nederland het belangrijkste distributiemedium voor televisie- en breedband Internetdiensten. In toenemende mate worden kabelbedrijven concurrenten van aanbieders voor lokale telefonie. Zo ontstaan Multi Service Operators die tevens sterk verticaal geïntegreerd zijn met contentaanbieders. Met circa 67 miljoen kabelabonnees (67% penetratie, Nederland 94%) is de Verenigde Staten de grootste kabelmarkt in de wereld. De gemiddelde abonnementstarieven liggen op 27-30 US$ bij een gemiddeld aanbod van 50-55 zenders. De kosten per TV-kanaal liggen daarmee ongeveer twee maal zo hoog in vergelijking met Nederland. Overigens betalen Amerikanen geen kijk- en luistergeld. De Amerikaanse kabelindustrie heeft een sterkere binding met contentproductie dan Nederlandse kabelbedrijven. De Amerikaanse kabelindustrie investeert relatief veel geld in kwaliteit en inhoud van televisieprogramma’s. Geschat wordt dat de afgelopen twee jaar door kabelmaatschappijen in totaal zo’n 6 miljard US$ in programmering is gestopt terwijl voor 1999 alleen een investering van 7 miljard US$ werd verwacht. Opvallend is ook dat één derde van de jaaromzet van de totale Amerikaanse kabelbranche in 1998 afkomstig was uit reclame-opbrengsten. Nederland lijkt in vergelijking met de Verenigde Staten niet ver achterop te lopen bij de ontwikkeling van nieuwe diensten. Innovatiepercentages van de kabelnetwerken van de grote MSO’s ligt eind dit jaar op 50-70%, vergelijkbaar met Nederland. In de Verenigde Staten werd het aantal abonnees van Internetdiensten via de kabel begin mei 1999 geschat op ruim 800.000. Dit is een penetratie van 1,2% van alle kabelabonnees. Een verdubbeling per jaar lijkt op korte termijn reëel. Voor Nederland is de penetratie voor Internet via de kabel vergelijkbaar met een penetratiegraad van 1,4% van alle kabelabonnees. Ook op het gebied van kabeltelefonie lijkt de Verenigde Staten niet jaren voor te lopen op Nederland. Het aanbod van pay-per-view diensten lijkt op dit moment wel verder ontwikkeld dan in Nederland. Bovendien ligt het gemiddeld aantal beschikbare televisiekanalen hoger.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
21
6. Samenvatting en conclusie •
Vijf grote kabelbedrijven (Casema, Telekabel, Palet Kabelcom, Eneco en A2000) investeren in de periode 1997 t/m 1999 hfl. 1,5-1,8 miljard in infrastructuur en in hard- en software voor telefonie-, Internet- en AV-diensten. Deze vijf grote kabelbedrijven hebben gezamenlijk in de periode 19971999 alleen al hfl. 5,2 à 5,5 miljard geïnvesteerd in overname van kabelbedrijven en upgrading van de netten. UPC investeerde in 1998 en 1999 voor meer dan hfl. 2,2 miljard in overnames van Nederlandse kabelbedrijven. Gerekend over de periode 1995-2000 komen de totale investeringen in zowel overnames, upgrading van netten en dienstenontwikkeling voor de gehele kabelbranche in Nederland uit op circa hfl. 8,5 miljard.
•
Overnames van kabelbedrijven blijken een belangrijke graadmeter voor verdere investeringen in infrastructuur en nieuwe diensten. In de huidige aankoopsommen van kabelnetten zitten toekomstige rendementen op nieuwe diensten verdisconteerd. Deze nieuwe diensten kunnen enkel worden aangeboden op netten die hiervoor geschikt gemaakt zijn.
•
Internationaal gezien valt Nederland op door de zeer hoge kabelpenetratie, het relatief grote aantal radio- en televisieprogramma’s (resp. 30 en 34) in het standaardpakket en de lage abonnementstarieven in verhouding tot het aantal geboden programma’s. De gemiddelde prijs per RTV-kanaal behoort in Nederland tot de laagste in Europa.
•
De kabelbranche in Nederland wordt de laatste vijf jaar gekenmerkt door een proces van schaalvergroting, diversificatie, internationalisatie en concentratie. De top-15-kabelbedrijven bezitten momenteel een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 93%. De Top-6 alleen is goed voor een marktaandeel van 81%. Begin 1997 bedroeg dit aandeel 64,5% en in 1995 nog maar 56%.
•
Het totale aantal abonnees dat gebruik maakt van Internet via de kabel wordt op dit moment geschat op 88.500. Uitgaande van 2,5 miljoen kabelaansluitingen die reeds geschikt gemaakt zijn voor Internet komt dit neer op een penetratiegraad van 3,5%. Op het totale aantal kabelabonnees (6.011.939) is dit 1,4%.
•
Het aantal Internetabonnees bij kabelbedrijven groeit snel. Per 1 april 1999 bedroeg het totaal aantal kabelinternetabonnees in Nederland nog 56.000. Dit betekent een groei van 57%.Vrijwel alle kabelbedrijven die Internetdiensten aanbieden meldden een groei van tussen de 50 en 250 abonnees per week.
•
Telefonie via de kabel begint nu langzaam aan op gang te komen in Nederland. Volgens de halfjaarcijfers van UPC beschikt A2000 op 30 juni van dit jaar over 26.064 residentiële en 3 zakelijke klanten voor telefonie. De residentiële klanten namen 29.060 lijnen af en de zakelijke 830. Telekabel begon in mei 1999 met het aanbieden van telefonie via de kabel. UTH heeft per eind juni van dit jaar 18.154 residentiële en 5.953 zakelijke klanten. Het betreft hier vrijwel geheel de abonnees van de carrier-select dienst, die van Enertel is overgenomen.
•
Volgens een zeer recente mededeling van Casema gaat het kabelbedrijf nu toch op korte termijn grootschalig telefonie via de kabel aanbieden, om zo de concurrentie met KPN Telecom in de local loop aan te gaan. Dit is een opmerkelijke stap, nadat eerder de telefonieproef (cable dect) werd stop gezet. Daarmee lijkt France Telecom nu daadwerkelijk toe te treden tot de markt voor vaste telefonie.
•
Anno 1999 is het aanbod van pay-per-view-diensten enigszins achter gebleven bij de verwachtingen. Het aanbod bestaat voornamelijk uit de Near-Video-On-Demand -diensten Moviehouse (UPC Telekabel en A2000) en Max TV (Casema). Op korte termijn zal dit echter
DIALOGIC Innovatie & Interactie
22
worden aangevuld met de digitale diensten van het Mediakabel-consortium (Mr. Zap-programma). Het gaat om een compleet digitaal pakket dat onder meer pakket-tv, een electronische programmagids, digitale muziekkanalen, videogames en Near-Video-On-Demand omvat. •
Als nieuwkomer op de markten voor Internet en telefonie zijn de risico’s voor kabelbedrijven aanzienlijk, omdat er substantieel moet worden geïnvesteerd in infrastructuur en dienstenontwikkeling en tegelijkertijd de kans bestaat dat bij uitbating van deze nieuwe diensten moet worden geconcurreerd met aanbieders die niet in dezelfde mate de lasten dragen van de gedane investeringen.
•
Met circa 67 miljoen kabelabonnees (67% penetratie, Nederland 94%) is de Verenigde Staten de grootste kabelmarkt in de wereld. De gemiddelde abonnementstarieven liggen op US$ 27-30 bij een gemiddeld aanbod van 50-55 zenders. De kosten per TV-kanaal liggen daarmee ongeveer twee maal zo hoog in vergelijking met Nederland. Overigens betalen Amerikanen geen kijk- en luistergeld.
•
Het concentratieproces in de Verenigde Staten is vergelijkbaar met dat in Nederland. In de Verenigde Staten bezitten de grootste 6 Multi Service Operators (MSO’s) een gezamenlijk marktaandeel van 78%, in Nederland ligt dat percentage op 81%. De prijs per abonnee bij overname van kabelnetten ligt in de Verenigde Staten een factor 4 à 5 hoger dan in Nederland. Overigens lijkt kabeltelefonie een belangrijke drijfveer voor AT&T te zijn bij haar overnames van MSO’s. Op deze wijze hoopt AT&T sterk terug te komen op de lokale telefoniemarkt, een positie die ze noodgedwongen in 1984 heeft moeten opgeven. Op dit moment geldt echter breedband Internet als de belangrijkste opkomende dienst.
•
Nederland lijkt de Verenigde Staten in de ontwikkeling van nieuwe diensten goed te kunnen volgen. In de Verenigde Staten werd het aantal abonnees van Internetdiensten via de kabel begin mei 1999 geschat op ruim 800.000. Dit is een penetratie van 1,2% van alle kabelabonnees. Voor Nederland geldt een iets hogere penetratie voor Internet via de kabel, namelijk 1,4% van alle kabelabonnees. Het aanbod van pay-per-view-diensten is in de Verenigde Staten op dit moment wel verder ontwikkeld dan in Nederland. Telefonie via de kabel bevindt zich in de Verenigde Staten eveneens als in Nederland in een zeer pril stadium.
•
Volgens schattingen van Forrester Research hebben de meeste grote MSO’s eind dit jaar 50-70% van hun netwerk retourgeschikt gemaakt. Dit is vergelijkbaar met de situatie in Nederland.
DIALOGIC Innovatie & Interactie
23