Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
Verlies
08:04
Pagina 1
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 2
Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker stelt alles in het werk om op milieuvriendelijke en duurzame wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 3
Cornald Maas
Verlies Gesprekken met nabestaanden over hun dierbare overledenen
2009 Prometheus Amsterdam
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
Voor Martijn van Schieveen
© 2009 Cornald Maas Omslagontwerp Bloemendaal & Dekkers Foto omslag/Illustratie Foto auteur www.uitgeverijprometheus.nl isbn 978 90 446 1246 2
08:04
Pagina 4
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 5
Wat zegt het mensen die de honderd halen in dit bestaan dat door de jaren heen steeds inniger met doodgaan raakt verweven als steeds meer mensen die je van je leven niet missen wilt toch doodgaan één voor één (Uit: jan boerstoel, ‘Doodgaan’, 1981)
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 6
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 7
Inhoud
Woord vooraf
11
Katarina Vermeulen over haar vader Bram Vermeulen 21 Boris van der Ham over zijn ouders Floor van der Ham en Laura Kok 25 Marjan Huydts over haar dochter Frédérique Huydts 29 Brigitte Kaandorp over haar vriend Bert Klunder 33 Susan Visser over haar man Roef Ragas 37 Sander Lantinga over zijn moeder Ans LantingaPeeters 45 Sabine Gieben over haar man Adriaan Jaeggi 49 Kitty Courbois over haar vriend Joop Admiraal 53 Karin Kuiper over haar man Karel Glastra van Loon 57 Marcel Musters over zijn moeder Thea Mustersvan de Wiel 61 Marian Poot over haar zoon Bart de Graaff 65 Kristof Rutsaert over zijn man Robert Long 69
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 8
Halina Reijn over haar vader Volkert Reijn Antje Monteiro over haar zus Marina Jenny Arean over haar vriend Albert Mol Lilian Blom over haar man Louis Ferron Jack van Gelder over zijn vader Sal van Gelder Petra van Veelen over haar man Willem van de Sande Bakhuyzen Mieke van der Weij over haar ouders Anneke en Jo van der Weij Merel Laseur over haar vriend Gert-Jan Dröge Inge Berkien-Weiss over haar man Herman Berkien René van Kooten over zijn moeder Margriet van Kooten-van Delft Kirsten den Elsen over haar vriend en collega Percy Irasquin Maarten Jansen over zijn man René Klijn Leco van Zadelhoff over zijn vriendin Femmy van Dijk Belinda Meuldijk over haar vader Wim Meuldijk Tim Oliehoek over zijn moeder Maudy WalburgOliehoek Dominique van Hulst (Do) over haar vriend Glenn Corneille Rosita Steenbeek over haar vader Jan Wieger Steenbeek Ruth Jacott over haar grootmoeder Cornelli Jeroen van der Boom over zijn schoonmoeder Hetty de Wit Vrouwkje Tuinman over haar vrienden Frodo Bootsman en Simone Stultiens
73 77 81 85 89 93 97 101 105 109 113 117 121 125 129 133 137 141 145 149
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 9
Hans Klok over zijn vader Klaas Klok Irene Moors over haar moeder Toos Moors-Luiten Sybilla Dekker over haar man Constant van Gestel
153 157 161
Verantwoording
165
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 10
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 11
Woord vooraf
Mijn moeder onderging een zware hartoperatie. Er waren veel onderzoeken, veel intakegesprekken, veel waarschuwingen vooraf. Toch hadden de artsen de verwachting dat het, gezien haar vitaliteit en conditie, misschien een beetje zou meevallen. Het viel niet mee. De operatie duurde ruim zes uur, mijn moeder lag al die tijd aan de hartmachine. Nadat ze was bijgekomen, op de ic, had ze last van hartritmestoornissen en overmatig bloedverlies. Lag ze daar, in een woud van draden en snoeren, het litteken op de borst vers en overduidelijk zichtbaar, de handen en armen wit, met grimassen in het gezicht die verraadden hoeveel pijn ze had. Later vertelde ze me dat er één moment was geweest dat ze, vanwege de ondraaglijke pijn, had gedacht: laat me maar gaan, alles is goed zo. Mijn moeder had inderdaad niets aan het toeval overgelaten: voor het geval het mis zou gaan had ze een euthana11
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 12
sieverklaring ondertekend, de laatste wilsbeschikking in een testament vastgelegd, de telefoonnummers en mailadressen van haar beste vrienden verzameld. En tijdens een van die verkennende gesprekken in het Leidse ziekenhuis had ze me ook, tussen alle bedrijven door, een envelopje in de handen gedrukt met daarin een briefje waarop ze had aangegeven welke muziek er tijdens haar uitvaart gespeeld moet worden. Ze zag, met andere woorden, onder ogen wat de uiterste consequentie van de operatie zou kunnen zijn, ze zette haar bestaan op scherp, ze dwong zichzelf om de balans op te maken. Na twee weken ziekenhuisverblijf herstelde ze goed, uiteindelijk. Sneller dan wij hadden voorzien werd ze weer haar oude ondernemende zelf. En ik was blij dat ik haar in het volle leven even op haar kwetsbaarst had gezien. Korte tijd daarvoor ging ik voor het tv-programma 3 op Reis naar het Caribische eiland Guadeloupe. Daar trof ik, midden in een levendig plaatsje, pal naast de belangrijkste verkeersader, een immense begraafplaats, niet weggedrukt – zoals zo vaak in Nederland – naar de randen van de stad of het dorp, maar in het volle leven, bevolkt door mensen die hun dagelijkse gang maken en en passant even een bezoekje brengen aan een graf. Veel kapelletjes en robuuste graven daar, met zerken in alle soorten en maten, soms schots en scheef naast elkaar, met vrijwel overal verse bloemen en veelkleurige linten. En vooral: met heel veel grote foto’s van de dierbare overledenen – alsof de nabestaanden de argeloze bezoekers onder de neus willen wrijven dat de doden nog volop aanwezig zijn. a notre mère, a notre père, stond op de zerken. Pal 12
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 13
daarvoor vierden familieleden, mét picknickmand, het leven. Zo eerden zij hun dierbaren. Net als in veel Zuid-Europese dorpen en steden worden de doden er niet weggestopt, en anders dan in ons land zijn er geen regels en wetten die bepalen hoe iedereen begraven moet worden. Dat zegt iets over hoe de dood daar meer een plek in het leven heeft dan in Nederland. Als kind al was ik gefascineerd door vergankelijkheid en verlies. En begreep ik niet waarom mensen zo geheimzinnig deden over de dood, en de dood zo wegmoffelden. Ik sprak met de vader van een vriendje, die begrafenisondernemer was, over de rituelen na het overlijden. En begreep nooit waarom uitvaarten zo gedomineerd werden door het – katholieke – geloof, vol gebeden en herhalingen van doopnamen, zo zelden met een persoonlijke kanttekening door de pastor. Als kind was ik me er al terdege van bewust: het leven is kort. Dus moet het onderste uit de kan worden gehaald, zo vaak als mogelijk is. Zonde, dacht ik, dat er zoveel geslapen wordt, want dat is zonde van de tijd. Zonde dat je op maandagochtend, als de werkweek begint, denkt dat het pas weer op vrijdagavond leuk wordt. Zorg ervoor, was mijn devies, dat alles elke dag zoveel mogelijk binnen handbereik is. In de loop van de jaren gaf ik me steeds nadrukkelijker rekenschap van de eindigheid van het bestaan – misschien wel omdat ik me daardoor bewuster werd van de kwaliteit van het leven. Of, zoals de schrijver Bernlef in een interview in Volkskrant magazine zei: ‘Je bent ermee bezig omdat je dan de essentie van het menselijk bestaan het scherpst voor de lens krijgt.’ 13
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 14
Ik was er ook benieuwd naar hoe ik de dood in mijn directe omgeving zou ervaren. Ik zag, jong nog, hoe mijn oma, heel onhandig maar roerend, het voorhoofd kuste van haar dode man. Ik zag, alweer wat ouder, hoe mijn andere oma, vlak voor haar overlijden, met tranen in haar ogen, de handen gevouwen omhoog stak – ‘haal me, haal me’, was haar laatste boodschap. Genoeg ervaringen met de dood, sindsdien – en de dood trof, vanzelfsprekend, ook generaties die aanzienlijk jonger zijn dan die van mijn beide oma’s. Als ik tijdens een uitvaart sprak had ik de behoefte de balans op te maken, een leven behoedzaam in kaart te brengen, mooie en minder mooie eigenschappen te benoemen, in elk geval persoonlijk te zijn – te vaak had ik, in het katholieke West-Brabant, meegemaakt hoezeer er door voorgangers omtrekkende bewegingen werden gemaakt en er niets relevants over de overledene werd gezegd. Hoezeer, met andere woorden, in een onaardse gewijde sfeer, de dood werd weggehouden van het leven. Vrijwel niets moet onbenoemd blijven, heb ik altijd gevonden, juist in tijden van verlies kan het leven, zonder krampachtig machtsvertoon, ook worden gevierd. In het jaar dat ik veertig werd overleden er plotseling zo veel dierbaren dat ik er even over dacht om het geplande feest uit te stellen. Maar een vriendin, wier vader op dat moment stervende was, bracht me op andere gedachten. Zolang de betrokkenheid groot is, zolang er voor elke emotie ruimte is, en daar zelfs tussen de bedrijven door naar kan worden gevraagd, hield ze me voor, kan er, juist tegen het decor van de vergankelijkheid, ook prachtig gefeest worden. Onvergetelijk was het huwelijk van twee vrienden, begin 14
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 15
2008. De avond ervoor was, tijdens een intiem familie-engetuigendiner, de vader van een van hen onwel geworden en in coma geraakt. Het huwelijk ging, na ampel beraad, toch door. Familieleden pendelden ’s avonds heen en weer tussen feestlocatie en ziekenhuis. De vader was ondanks zijn afwezigheid zeer aanwezig, en zijn lot gaf de avond, en de voordrachten, die toch al over de essentie van het bestaan gingen, juist extra betekenis. Geen beter podium voor het leven, zo nu en dan, als op de achtergrond de dood zo manifest een rol speelt. Dat veel aanwezigen hun eigen recente verdrietige ervaringen hadden maakte de avond intens, en bezorgde iedereen een groot gevoel van geborgenheid. Schrijver Bernlef, in eerdergenoemd interview: ‘Eigenlijk gaat het maar om een handvol dingen in het leven, waaraan iedereen in de loop van honderden jaren zijn eigen draai heeft gegeven. Maar in wezen gaat het alleen om de liefde en de dood... De rest is franje.’ Scenarioschrijfster Maria Goos, die aan borstkanker leed, zei, toen ik haar voor een tv-programma interviewde, dat haar ziekte haar niet alleen angst en onzekerheid heeft gebracht. ‘Ik heb me zo gedragen gevoeld – er is van mij gehouden. Het is onontkoombaar duidelijk geworden afgelopen jaar dat het daarom gaat: dat je van je hebt laten houden en dat er van je gehouden ís.’ Het valt me op, de laatste jaren: steeds vaker wordt er, in grote groepen, en met de nodige toeters en bellen, op televisie uitgebreid gerouwd – mensen verdringen zich zo ongeveer voor de camera als ze hun verdriet over de dood van Pim Fortuyn, André Hazes, Michael Jackson of prins Claus kenbaar mogen maken. Maar in het gewone alledaag15
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 16
se leven, is mijn ervaring, zijn mensen zelden in staat om over hun verdriet en het rouwproces te spreken. Er wordt, zeker na verloop van tijd, vertellen ze, ook zelden nog naar gevraagd. Maar daaraan bestaat wel degelijk behoefte. De aandacht is groot, direct nadat iemand een dierbare verloren heeft. Maar als het leven weer z’n loop heeft genomen en iedereen als vanouds druk is met zijn eigen bezigheden, blijven vragen gaandeweg uit. Terwijl na verloop van tijd, als de eerste roes na het overlijden van een dierbare voorbij is, het gemis juist groter wordt en het verdriet steeds vaker op onbewaakte ogenblikken toeslaat. Een goede vriendin verloor in de zomer van 2008 plotseling haar man. Ik was, op haar verzoek, spreekstalmeester tijdens de uitvaart, leidde de sprekers in, kondigde de muziek aan die zij met veel zorg had uitgezocht. Het was een waardige, serene, intieme en persoonlijke dienst, niet in de laatste plaats doordat de ceremonie niet uit handen was gegeven aan anonieme vertegenwoordigers van een begrafenisonderneming. Mijn vriendin en ik spreken elkaar vaak sinds de dood van haar man. Meestal in veel, en soms in weinig woorden komen in die gesprekken de uiteenlopende fasen van het rouwproces voorbij. Ze vertelde hoe eenzaam ze zich kon voelen en hoe vertrouwd en veilig ze zich waant in het huis dat ze liefdevol samen met haar man heeft ingericht. Ze zei geen geduld meer te hebben voor ruis in het bestaan, en was verbaasd, en soms zelfs verbijsterd, over de reacties van mensen die – met de beste bedoelingen, ongetwijfeld – tamelijk onhandige opmerkingen maakten. Zoals die ken16
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 17
nis die haar bij de kassa in de supermarkt liet weten dat ze heus wel weer een andere leuke man zou vinden. Of de buurvrouw die haar, nog geen anderhalve maand na de uitvaart, toen ze eindelijk weer even de straat op durfde, vroeg: ‘Gaat het alweer een beetje?’ Ongelukkig, of op zijn minst eenzaam, voelt ze zich in het gezelschap van mensen die haar man niet hebben gekend, of van mensen die wel contact hadden met haar man maar niet over zijn dood durven te beginnen. Terwijl een kleine opmerking vaak al voldoende is. Na anderhalve maand moet het echte rouwen nog beginnen, heeft mijn vriendin gemerkt, en nog altijd kan ze niet voor zichzelf instaan. Op de meest onverwachte, en soms ook onhandige, momenten slaat het verdriet toe. De ontluikende bloesem in de tuin, toonbeeld van nieuw leven toch, drukt haar juist onbarmhartig met de neus op de feiten: dat haar man er niet meer is. Ik verloor mijn man niet, mijn vader en moeder leven nog, mijn broer, zus en mijn beste vrienden zijn in het volle leven heel dicht bij me. Tegelijkertijd voer ik steeds vaker gesprekken met mensen die lijden onder het verlies van een dierbare, vooral ook omdat er zo zelden nog vragen over worden gesteld. Ik besloot uiteenlopende persoonlijkheden te bevragen over de dood van een vader, een moeder, een geliefde, een kind, een broer of zus, een goede vriend. Benieuwd was ik naar hun ervaringen. Ik hoopte ook enige troost te putten uit hun verhalen, misschien ook als leidraad voor het verschiet waarin ikzelf, onherroepelijk, met de dood van mijn dierbaarsten te maken zal krijgen. 17
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 18
De mensen die ik interviewde waren zonder uitzondering openhartig, druk doende de dood een betekenis in hun levens te geven. Ontroerd spraken ze over hun dierbare overledenen, maar grote sentimenten werden geschuwd, al vloeiden er tijdens de gesprekken met regelmaat tranen. Door de dood hebben ze de zegeningen van het bestaan beter leren tellen, grijpen ze het leven meer bij de kladden, maken ze duidelijker keuzes, willen ze hun tijd niet langer verdoen met dingen die niet belangrijk zijn. Soms ontwikkelden ze zelfs de nodige zelfstandigheid, omdat ze het nu, zonder de vanzelfsprekende steun van de overleden dierbare, op eigen kracht moeten doen. Ze proberen met een positieve instelling hun levens vorm te geven. Het trof me vooral dat de meesten, ondanks het grote verdriet, niet verbitterd of verongelijkt zijn. Sterker nog: ze schuwen het zelfbeklag. Karin Kuiper, die haar man Karel Glastra van Loon op jonge leeftijd verloor: ‘Karel en ik deelden dezelfde visie: dat het leven niet per definitie rechtvaardig is, dat het lot je met gemak geluk kan toewerpen maar datzelfde geluk ook kan verstoren.’ Actrice Susan Visser, die net als Karin Kuiper haar nog jonge man plotseling verloor: ‘Ik heb nooit gedacht: waarom ik? Eerder: waarom niet? Alsof de dood iets met eerlijkheid of rechtvaardigheid te maken heeft. Zo zit het leven niet in elkaar.’ Groots vond ik die uitspraken, en daardoor ook ontroerend – ik hoop dat ik me later net zo kan opstellen als zij. Wat mij ten slotte ook trof: dat de nabestaanden niet willen dat de herinneringen vervagen, en dat ze hopen dat hun dierbare doden in hun kinderen of hun werk zullen voortleven. Het is van groot belang dat er niet vergeten wordt. 18
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 19
Rituelen kunnen daarbij soms helpen. Toen ex-minister Sybilla Dekker 65 werd organiseerde ze een concert waarbij de favoriete muziek van haar overleden man werd gespeeld, in het bijzijn van vrienden en familieleden. Er werd zelfs een roerend liedje over hem gezongen. ‘En natuurlijk sprongen de tranen in mijn ogen – maar dat hindert niet, zolang degene van wie je houdt maar herdacht blijft worden.’ De verhalen in dit boek houden, als een bescheiden eerbetoon, de herinneringen aan overledenen levend. De geïnterviewden staan zelf nog volop in het leven, maar herdenken intussen, in stilte, bijna dagelijks hun dierbaren. Ze hopen dat de dood niet verzwegen wordt, en dat er ook na verloop van tijd nog vragen worden gesteld. Hun verhalen zijn voor iedereen die soortgelijke ervaringen heeft, en voor iedereen die ondervonden heeft dat de dood onlosmakelijk met het leven verbonden is – misschien ook omdat het leven anders zo weinig zin heeft. Cornald Maas, juni 2009
19
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 20
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 21
‘Naar zijn cd’s kan ik nog steeds amper luisteren’ Zangeres Katarina Vermeulen over haar vader, zanger/theatermaker Bram Vermeulen
‘“Nou, pap, nou weet ik het wel,” zei ik wel eens tegen Bram als hij alwéér over de dood begon. Hij was er nieuwsgierig naar, hij geloofde in reïncarnatie – hij was ervan overtuigd dat hij in een vorig leven een Waalse officier tijdens de Eerste Wereldoorlog was –, hij had er ook liederen over geschreven. “Pap, je weet pas wat het is als je dood bent,” zei ik dan, “maar dan kun je er niets meer over vertellen.” Ik geloof ook in reïncarnatie, net als hij, al heb ik er niet zo’n duidelijk bewijs van. Maar ik ben er altijd van overtuigd geweest dat energie niet verloren gaat. Iets van het menselijk leven blijft na de dood voortbestaan. De ziel verdwijnt niet. Geruststellend is dat besef, tot op zekere hoogte, maar dat maakt het verlies en het verdriet er niet minder om. Hij is al vier jaar dood, maar voor mijn gevoel is het pas vorig jaar gebeurd. Naar zijn cd’s kan ik nog steeds amper luisteren. Als ik hem hoor zingen is dat een heel emotionerende ervaring. 21
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 22
Toen hij in Toscane, onverwacht, aan een hartstilstand overleed was dat niet minder dan een shock voor mij. Shireen, zijn vrouw, was vanwege werk al terug naar Nederland, ook mijn zusje Tamara en haar vriend waren vertrokken, Jesse, Shireens zoon, was die ochtend nog door Bram uitgezwaaid. Toen ik rond een uur of tien wakker werd was het verdacht stil in huis. Niks voor papa, dacht ik nog, hij liet altijd ’s ochtends vroeg al van zich horen. Uiteindelijk trof ik hem aan in zijn bed, en ik wist in een split second: hij is dood, pas 57 jaar oud. Mijn vriend hoorde me schreeuwen, ik belde instinctief het alarmnummer, hoorde een Italiaanse hulpverlener die geen woord Engels sprak. We zijn daarna in een Fellini-achtige film beland. We kregen gedoe met de Italiaanse autoriteiten, papa werd naar een mortuarium in Pisa vervoerd, en omdat formulieren niet bleken te kloppen weigerden ze zijn lichaam te koelen. Ik heb foto’s van papa’s lichaam genomen – het enig tastbare dat Shireen en mijn zusje later nog onder ogen hebben gekregen. Zaten we daar, aan het eind van de zomer, vlak bij de toren van Pisa, in een onooglijk rouwcentrum waar nauwelijks ontzag voor de doden bestond. Gelukkig heb ik van Bram geleerd dat je van alles altijd de humor moet inzien, hoe moeilijk dat soms ook is. Papa wist eigenlijk altijd alles, en dat riep hij ook, zonder dat je erom vroeg. Eerlijk was hij ook, soms op het gênante af. Hij was stiekem ook een leraar, zonder opdringerig te zijn. Hij gaf de voorzetten, door vragen te stellen bracht hij je op ideeën waarvan je later het gevoel had dat je ze zelf had bedacht. Dan gaf hij me bijvoorbeeld een boek over Kurt Cobain, en zei ik: “Maar pap, die is dood”, en dan zei hij: “Dat maakt niks uit, hij was echt, en origineel.” 22
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 23
Daar hamerde hij op: op authenticiteit, en eerlijkheid. Ik herinner me hoe ik een keer een lied voor hem zong, en hij na afloop reageerde: “Heel mooi, maar ik geloof er geen reet van. Méénde je dit of deed je alsof?” Ik moest bekennen dat hij me doorzien had. Bram hechtte niet aan opsmuk of materie, hij hield ons steeds voor dat je moest doen wat je leuk vond, en waar je in geloofde. Lange tijd worstelde ik met mijn ambitie om zangeres te worden. Ik durfde het niet, ik dacht dat anderen beter waren, maar Bram hield me voor dat dat niet belangrijk is zolang je je hart maar volgt. Ik deed een managementopleiding, ik ging vervolgens naar de vooropleiding van het conservatorium, vol theorie, en ik was niet gelukkig, omdat ik wilde zingen. Op een dag vertelde ik het Bram, dat ik het conservatorium zou laten schieten, dat ik zelf nummers wilde gaan schrijven, en hij zei: “Hè hè, ik wist het al een tijdje, ben je er nu eindelijk achter gekomen dat je geen diploma nodig hebt om te zingen?” Van mijn nieuwe cd zal Bram jammer genoeg geen kennis nemen. Kort na zijn dood ben ik het theater ingegaan, met zijn vaste musici, om een hommage aan hem te brengen. Het was mooi en ontroerend om zijn liederen te zingen, het heeft ook bijgedragen aan de verwerking – met z’n allen hebben we elke avond Bram herdacht. Na de tournee was ik even de weg kwijt. Maar het is goed zo – alleen bij heel bijzondere gelegenheden zal ik nog een lied van Bram zingen. Hij waarschuwde me er al voor dat ik, als ik eenmaal succes zou hebben, vast nooit van de naam Vermeulen zou afkomen, en dat hij het daarom belangrijk vond dat ik vooral mijn eigen ding zou doen. Wat me evengoed gelukkig stemt, en ook heel trots maakt: dat uit het condoleance23
Verlies 001-168:Verlies 001-168
03-08-2009
08:04
Pagina 24
register op zijn website blijkt dat er nog steeds jonge mensen zijn die zijn teksten en muziek ontdekken. Het was kiezen op elkaar toen Bram overleden was, doorbijten – mijn kaken deden er soms, letterlijk, pijn van. Alles is anders geworden sinds hij er niet meer is. Hij bracht mensen niet alleen bij elkaar, hij híeld ze ook bij elkaar, en als zo’n belangrijke schakel wegvalt raak je in de war. Ik mis hem als vader, als maatje, en ook als inspirator en leraar, de grote man die altijd raad gaf en me tot rust wist te brengen. Ik mis zijn onvoorwaardelijkheid en zijn eerlijkheid, ook als die soms pijn kon doen – veel mensen zijn zo eerlijk niet, heb ik inmiddels gemerkt. Natuurlijk: dat Bram in reïncarnatie geloofde is een troostrijke gedachte, en ik voel zijn aanwezigheid nog sterk. Maar dat neemt niet weg dat ik hem nooit meer kan vasthouden, en nooit meer in zijn ogen kan kijken. Dat went nauwelijks.’
24