Verlamming van de zesde hersenzenuw
Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2012 pavo 0677
Inleiding Er zijn zes spieren nodig om uw oog in alle richtingen te bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie. De oogspieren worden aangestuurd door drie verschillende hersenzenuwen. Als één van deze hersenzenuwen minder of geen informatie doorgeeft aan uw oogspier(-en), heeft dit gevolgen voor de beweeglijkheid van uw oog en voor uw oogstand.
1 van 5
De zesde hersenzenuw De zesde hersenzenuw stuurt de oogspier aan, die zorgt dat uw oog in de richting van uw slaap gedraaid kan worden. Verschijnselen bij een verlamming De verlamming kan aan één oog of aan beide ogen zijn. De belangrijkste verschijnselen zijn: Beperking van de oogbeweging in de richting van uw slaap. Dubbelzien Scheelzien Dwangstand van uw hoofd (torticollis) Beperking van de oogbeweging Uw oog kan niet goed richting uw slaap bewegen. Afhankelijk van de mate van de verlamming is de beweeglijkheid van uw oog in meerdere of mindere mate beperkt. Dubbelzien De hinder die u heeft van het dubbelzien is afhankelijk van de ernst van de verlamming. Bij een lichte verlamming ziet u bijvoorbeeld alleen dubbel in de richting van uw slaap. Bij een ernstiger verlamming kunt u ook last hebben van dubbelzien bij recht vooruit kijken of in alle richtingen. Het dubbelzien is vooral vervelend als u recht vooruit wilt kijken of in de richting van de beperkte spier. Scheelzien Soms kan uw oog niet veel kanten meer op bewegen. Hierdoor krijgt u een afwijkende oogstand: u kijkt scheel. Dwangstand van het hoofd (Torticollis) Als reactie op het dubbelzien kunt u vaak ongemerkt uw hoofd in een afwijkende stand houden (torticollis). U draait uw hoofd totdat u zo min mogelijk last heeft van dubbelzien.
2 van 5
Bij wie komt het voor en wat zijn de oorzaken? Een verlamming van de zesde hersenzenuw kan op jeugdige leeftijd en bij volwassenen voorkomen. Bij kinderen Bij kinderen komt deze verlamming weinig voor. Meestal wordt het veroorzaakt door een ziekte, zoals middenoorontsteking of hersenvliesontsteking. De verlamming herstelt meestal vanzelf. Andere, meer ernstige, oorzaken komen bij kinderen uiterst zelden voor. De verlamming is dan vaak blijvend. Bij volwassenen Bij volwassenen wordt een verlamming meestal veroorzaakt door de gevolgen van suikerziekte, hoge bloeddruk, virale infecties of problemen met de doorbloeding. Zelden is een bloeding of tumor in de hersenen de oorzaak van het probleem. Zo nodig wordt u voor verder onderzoek verwezen naar een neuroloog of internist. Het komt vaak voor dat, ondanks uitgebreid onderzoek, de oorzaak van het ontstaan van een oogspierverlamming niet wordt gevonden.
Wat zijn de vooruitzichten? Afhankelijk van de oorzaak van de verlamming kan spontaan herstel optreden. Dit herstel vindt meestal binnen zes maanden plaats. Meestal keert de oogspierfunctie dan volledig terug. Soms is er geen of gedeeltelijk herstel van de oogspierfunctie. Als de spierfunctie herstelt, wordt ook het dubbelzien minder of verdwijnt vanzelf.
3 van 5
De behandeling Als het hinderlijke dubbelzien blijft kan een speciale prismabril en/of een operatie aan de oogspieren nodig zijn. Prisma Een prisma is een speciaal brillenglas dat het beeld verplaatst en zo de dubbelbeelden op elkaar kan zetten tot een enkel beeld. Prisma’s zijn in verschillende sterkten verkrijgbaar. Welk prisma voor u het meest geschikt is, wordt tijdens het orthoptisch onderzoek bepaald. Vaak wordt eerst een ‘plakprisma’ op uw bril geplakt. Bij een kleine en stabiele afwijking van de oogstand kan een prismacorrectie een oplossing bieden en in uw brillenglas verwerkt worden. Operatie Is de afwijking te groot voor correctie met een prisma, dan kan een oogspieroperatie overwogen worden. Er wordt eerst minimaal zes maanden afgewacht of er spontaan herstel optreedt . Ook moet de afwijking stabiel zijn. Het doel van deze operatie is om het dubbelzien bij recht vooruit kijken te verhelpen. Ook als de dwangstand van uw hoofd (nek-)klachten geeft, kan een oogspieroperatie uitkomst bieden. De beweeglijkheid van het oog kan ook na een operatie enigszins verminderd blijven. Het kan dus voorkomen dat u na een oogspiercorrectie, bij opzij zien nog een dubbelbeeld ziet. Als u na de operatie nog last heeft van dubbelzien bij recht vooruit kijken, dan kan een prismacorrectie verdere verbetering geven.
4 van 5
Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde. Ook voor het maken of verzetten van een afspraak bij de polikliniek Oogheelkunde, belt u voor alle locaties naar tel. (078) 654 12 33.
5 van 5