NOORDWIJKERHOUT / DE ZILK
Verkiezingsprogramma 2014-2018
EN NU VOORUIT
Voorwoord Een simpele constatering: Noordwijkerhout bestaat uit de inwoners van Noordwijkerhout-dorp en De Zilk. Maar ook: wij vormen Noordwijkerhout, wij bepalen hoe het eruit ziet en of het er goed wonen en werken is. En soms moet het anders. Wij zorgen voor bedrijvigheid. In verenigingen en maatschappelijke instellingen. We nemen daaraan deel als actief deelnemer, cliënt of vrijwilliger. Maar we werken ook in grote en kleine ondernemingen. Wat D66 daaraan wil bijdragen staat in dit programma. En soms vinden we dat het anders moet en kan. D66 heeft een aantal centrale uitgangspunten: • Koester de grondrechten en gedeelde waarden • Vertrouw op de eigen kracht van mensen • Beloon prestatie en deel de welvaart • Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving • Denk en handel ook buiten de eigen grenzen D66 stelt de mens centraal: vrij, betrokken, gelijkwaardig en mondig. Wij streven naar een democratische, duurzame en open samenleving, waarin individuele vrijheid even vanzelfsprekend is als sociale cohesie; een samenleving waarin burgers verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor zichzelf en hun omgeving; een samenleving waarin arbeid, persoonlijke ontwikkeling, vrije tijd en zorg goed te combineren zijn. D66 wil actief kansen scheppen voor mensen om hun talenten te benutten en hun kennis toe te passen. D66 heeft vertrouwen in de beslissingen die mensen nemen over wat hen aan het hart gaat. D66 heeft en houdt een eigen stijl van politiek bedrijven. Geen politiek gericht op korte termijn en gemakkelijk gewin, maar streven naar beleid dat op de langere termijn het belang van de inwoners van Noordwijkerhout en De Zilk dient. Zijn dat redenen om bij de gemeenteraadsverkiezingen op 33 maart 2014 voor D66 te kiezen? Wij vinden van wel en in de volgende onderdelen gaan we duidelijk maken wat we precies willen met Noordwijkerhout en de Zilk. We vertrouwen op de eigen kracht en creativiteit van mensen. Mensen zijn in staat om zelf oplossingen te vinden voor hun problemen en van dat vermogen moet het gemeentebestuur dankbaar gebruik maken. Hand in hand daarmee gaat het uitgangspunt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het eigen bestaan. Waar dat niet kan springt de overheid bij, maar blijft ook dan een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid In deze raadsperiode komen er veel nieuwe taken naar de gemeente op het terrein van jeugd, zorg en welzijn. Dat gaat gepaard met bezuinigingen Dat betekent dat de gemeente veel minder geld te besteden heeft. De kaasschaafmethode biedt daar voor geen oplossing. D66 kiest er niet voor om de bezuinigen door te belasten aan de burger van Noordwijkerhout. Aan het einde van deze raadsperiode willen we dat de gemeente nog steeds in een gezonde financiële positie verkeert. Dat betekent dat we soms pijnlijke keuzes maken, maar we zullen onze keuzes daarbij steeds helder voor het voetlicht brengen. Leidend daarbij is dat de zwaksten in de samenleving recht op bescherming hebben en dat het streven altijd is hen weer onafhankelijk te maken D66 Noordwijkerhout/De Zilk
Het Bestuur D66 hecht veel waarde aan de mening van de burger. De inwoners van onze gemeente moeten nauw betrokken worden en zijn bij de voorbereiding van gemeentelijke plannen. Door tijdige en adequate voorlichting moet iedereen de gelegenheid krijgen om mee te denken en mee te praten. En de inbreng van de burger moet serieus genomen worden. Niet alleen tijdens de voorbereiding van de plannen moeten de burgers betrokken worden, ook de uitvoering kan van nuttig advies worden voorzien door de burger. Er zit immers vaak een lange tijd tussen het bedenken en het uitvoeren van plannen. En als er zaken aan de orde komen waarin het verkiezingsprogramma niet voorziet, dan vindt D66 dat de mening van de burger moet worden gevraagd. Vooral de nieuwe media bieden de mogelijkheid Betrokken burger Er zijn diverse maatregelen van de landelijke overheid die een beroep doen op actief en betrokken burgerschap. Reden waarom de relatie tussen burger en gemeentebestuur moet veranderen. Ook de lokale overheid moet meer kunnen vertrouwen op de eigen kracht van mensen en ruimte maken voor dat wat “mensen onderling” kunnen realiseren. D66 wil graag staan voor de betrokken burger, de positieve burger, die aandacht heeft voor z'n omgeving, die ideeën opdoet hoe sommige dingen beter kunnen. Dit in tegenstelling tot de mondige burger die vaak vooral strijdlustig voor z’n eigen zaak opkomt richting gemeente. De betrokken burger wil meedenken, en vraagt om betrouwbare informatie, om te weten wat er speelt. Hij hoeft niet alles te weten en te zien, maar hij moet het wel kunnen als hij dat wil. Dat willen we bevorderen. Voor het gemeentebestuur is het de uitdaging om efficiënt met het geld van de inwoners om te gaan. Het college van B&W vormt het dagelijks bestuur van de gemeente. Voor D66 geldt dat de wethouderstaken evenwichtig worden verdeeld op basis van hun competenties. Wethouders zitten niet namens een partij in het college, maar namens de raad. In de regio wordt samengewerkt met andere gemeenten. Door intensievere samenwerking kan het eigene van de streek behouden blijven en kunnen we met recht blijven zeggen dat we in de Bollenstreek wonen. Regionale samenwerking is nuttig voor zover het meerwaarde heeft voor Noordwijkerhout, De Zilk en de regio. Die meerwaarde ontstaat als de samenwerking de gezamenlijke strategische doelen helpt te verwezenlijken. Het nieuwe samenwerkingsverband dat wordt opgericht zal ook op die meerwaarde worden beoordeeld. Voor D66 is groot zeker niet altijd beter. Fusies van gemeenten leiden vaak tot een grotere afstand tussen bestuur en bevolking, meer ambtelijke bureaucratie, en een duurdere overheid (bijvoorbeeld door dure reorganisaties, meer ambtenaren en een duur nieuw gemeentehuis), zonder dat de dienstverlening aan de burgers substantieel verbetert. D66 staat daarom voor het voortbestaan van een zelfstandig Noordwijkerhout.. Zelfstandigheid betekent niet dat de gemeente alle taken zelf moet uitvoeren. Waar anderen de taken beter of voor dezelfde kwaliteit goedkoper kunnen uitvoeren moeten we niet nalaten dat aan anderen over te laten, zo lang het belang van Noordwijkerhout, de ZIlk en de regio daar mee is gediend. Het gemeentebestuur moet een volwaardige partner zijn in breed regionaal verband om de belangen van gemeente en de streek te kunnen behartigen. Daartoe zijn in de Duin-en Bollenstreek al de nodige samenwerkingsafspraken gemaakt. Dit is, gezien de al jaren durende discussies hierover, een grote stap voorwaarts.
Financiën Inwoners van Noordwijkerhout hebben belang bij een financieel gezonde gemeente. Dat betekent dat voor gemeentelijke diensten de kostprijs moet worden betaald en dat de gemeente geen grote risico’s loopt bij de planning en uitvoering van projecten. Dat betekent dat er voldoende reserves zijn om bepaalde plannen uit te voeren (doelreserves), dat er een buffer is op verschillende terreinen als het economisch wat tegenzit (voorzieningen) en dat er voldoende eigen vermogen (algemene reserve) is. Met dit in het achterhoofd vindt D66 dat: • Uitgaven pas gedaan kunnen worden als daar een adequate dekking aan ten grondslag ligt. Dat betekent dat er ofwel “gespaard” is of dat de extra uitgaven worden gedekt door extra inkomsten. • De algemene reserve bekende risico’s moet kunnen opvangen zonder onder het wettelijk voorgeschreven minimum te zakken. De gemeente dient hierop een duidelijk, onderbouwd en consequent beleid te gaan voeren. Met inachtneming van de vorige twee punten mogen de gemeentelijke lasten jaarlijks met niet meer dan het inflatiepercentage stijgen. Gemeentelijke tarieven zijn kostendekkend, de begroting is sluitend, lasten stijgen niet verder dan de indexatie toelaat en pas als het niet anders kan, zullen lasten worden verhoogd. Economie. Economie en toerisme zijn in deze streek sterk met elkaar verbonden. D66 is van mening dat de Bollenstreek een streek is en blijft waar bollen worden geteeld. De nadruk kan meer komen te liggen op hoogwaardige teelt, niches en R&D. De lokale overheid kan faciliteren om deze ontwikkeling mogelijk te maken en kan bijdragen aan het op gang brengen van contacten met landelijk of internationaal werkende onderzoekscentra. Het is belangrijk dat de bestaande aansluiting bij de kennisinfrastructuur met Bio Science en Space Technology wordt versterkt. De bollensector moet voldoende volume houden om de flankerende bedrijvigheid in de maak- en dienstensector in stand te houden. De GOM heeft zich bewezen en het concept kan goed gebruikt worden voor andere sectoren die geherstructureerd moeten worden (denk aan recreatiewoningen). Leegstand van winkels wordt tegengaan door medewerking te geven aan het omzetten van een winkelbestemming in woonbestemming. Om het winkelbestand in de dorpscentra in stand te houden is strikte handhaving van het verbod op verkoop van kleine consumentenartikelen/food op bedrijventerreinen nodig. Zorg kan een belangrijke impuls geven aan de werkgelegenheid. De combinatie van zorgverlening en hotelfunctie kan verder worden uitgebouwd. Opstartende bedrijven verdienen ondersteuning. Dat kan door ervaren ondernemers jonge ondernemers te laten coachen. De lokale overheid kan daarin een initiërende rol spelen, eventueel in samenwerking met de Kamer van Koophandel en ondernemersverenigingen/branche-organisatie. “Bedrijven aan huis” op het terrein van de (zakelijke) dienstverlening worden aan minder regelgeving onderwerpen. Reclamebelasting met een tarief dat in de hele regio op gelijk niveau ligt kan bijdragen aan fondsvorming om de lokale detailhandel te ondersteunen . Recreatie en toerisme. Recreatie en Toerisme is belangrijk voor de Bollenstreek. Het gebied is aantrekkelijk voor kort en langer verblijf. Recreatie en toerisme is een belangrijke economische pijler voor de streek en biedt veel werkgelegenheid. De bollenteelt met zijn toeristisch uiterst aantrekkelijke bollenvelden draagt er toe bij dat de toerist van vroeg in het voorjaar tot ver in het najaar veel mogelijkheden wordt geboden. Bijzondere attracties die veel toeristen trekken zijn de Keukenhof en ESA Space Center.
In het westelijk deel van Nederland is de Bollenstreek geen geïsoleerd gebied. Het is omringd door stedelijke agglomeraties die elk op een eigen manier aantrekkelijk zijn voor de toerist. Even zo aantrekkelijk is de Noordzeekust en het meren- en plassengebied aan de oostzijde van de streek. D66 vindt het belangrijk dat de toeristische aantrekkelijkheid van de streek optimaal wordt benut en verder wordt versterkt. Voorwaarde is dat het accent meer komt te liggen op duurzaamheid en het versterken en behoud van natuurwaarden. De Bollenstreek is onderdeel van een gebied met een enorm recreatief en cultureel aanbod. Waterrecreatie vindt zowel op de Kaag plaats als aan de Kust. Daar is veel samenwerkingswinst te behalen door beide vormen van watersport actief te promoten. Samenwerken met grote (toeristisch aantrekkelijke) steden (Amsterdam, Leiden, Den Haag, Haarlem) helpt om de Bollenstreek internationaal nog meer bekendheid te geven. Congrestoerisme is belangrijk voor de regio. Het is een belangrijke stimulans voor de regionale economie en verdient blijvende aandacht. Deze activiteit mag geen bron van inkomsten gaan vormen voor de gemeenten doordat ze de toeristenbelasting als een extra bron van inkomsten beschouwen. Mogelijk kan de toeristenbelasting worden benut om gelden te genereren die benut kunnen worden voor verdere promotie van de streek. Het fiets- en wandeltoerisme komt op. Het bestaande netwerk moet verder worden uitgebouwd en de aangewezen fietspaden dienen van een goede kwaliteit te zijn. Permanente bewoning van voor recreatie bestemde voorzieningen moet worden tegengegaan. De gemeente draagt in de planvorming bij aan een verdere kwaliteitsslag in deze sector.
Zorg en welzijn. Het Rijk geeft gemeenten steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Het kabinet: • Hevelt de begeleiding, ondersteuning en verzorging uit de AWBZ per 2015 over naar de WMO. Vanaf 2014 vervalt bovendien de aanspraak op dagbesteding en wijzigt mogelijk de aanspraak op persoonlijke verzorging. • Legt de uitvoering van de Participatiewet vanaf 2015 (voor WWB, voormalig Wajong en WSW) bij gemeenten. (Hoewel het Sociaal Akkoord van 11 april ook een rol voorziet voor werkgevers, werknemers en regionale structuren); • en maakt gemeenten per 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het gaat hier om de provinciale jeugdzorg, de jeugdbescherming en -reclassering, de jeugd-ggz en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugd. De veranderingen gaan gepaard met forse bezuinigingen. Op de AWBZ structureel 1,7 miljard, op de Participatiewet 1,8 miljard. En op de jeugdzorg 450 miljoen. De decentralisatie van de AWBZ en de decentralisatie van de jeugdzorg vormen een grote uitdaging voor gemeenten. Niet alleen komen er nieuwe taken op gemeenten af, de bezuinigingen zijn fors. Gemeenten moeten dus meer gaan doen met minder geld en de eigen kracht van burgers aan gaan spreken Maar zijn ook kansen. Voor het eerst krijg één partij, de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. De decentralisaties maken het gemeenten mogelijk dwarsverbanden te leggen tussen de WMO/AWBZ, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Dat betekent: inzetten op preventie en ondersteuning bundelen en efficiënter aanbieden. Uitgangspunt van het beleid is dat er een goed evenwicht moet zijn tussen, aan de ene kant, de eigen verantwoordelijkheid en initiatief en aan de andere kant, daar waar dat faalt, er ondersteuning kan worden geboden door de gemeente als mensen niet langer in staat zijn om (volledig) voor zichzelf te zorgen. Om iedereen die dit kan zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving te laten blijven, moeten voldoende en betaalbare voorzieningen worden getroffen. Veel ouderen willen, met de daarbij behorende voorzieningen, graag kleiner en in het centrum wonen.
Om efficiëntievoordelen te behalen is D66 voorstander van het uitvoeren van de WMO in regionaal verband. Het vaststellen van beleid blijft voorbehouden aan de eigen gemeenteraad. Die is immers het best in staat de lokale behoeften in te schatten. Bij aanbestedingen moet kwaliteit ook één van de criteria zijn waarop besloten wordt wie de zorg gaat uitvoeren. Er wordt geen werk/zorg gegund aan de aanbieder die zich uitsluitend op prijs onderscheidt. Zorgverleners moeten goed opgeleid, goed betaald en met zo min mogelijk bureaucratie in staat worden gesteld om verantwoorde zorg te verlenen. Niet de stopwatch geldt als prestatie-afspraak, maar aandacht, kwaliteit en zorgzaamheid. Initiatieven van zorgverleners of van het maatschappelijk middenveld hiertoe krijgen van de gemeente alle kans. Bij de komende decentralisaties dient optimaal gebruik te worden gemaakt van aanwezige kennis, ervaring en kunde, waardoor niet alles opnieuw behoeft te worden uitgevonden. Bestaande structuren dienen benut en zo nodig versterkt te worden ten behoeve van de ‘nieuwe’ uitgangspunten Iedereen moet zolang mogelijk op eigen kracht en met eigen regie zijn leven en welzijn vorm kunnen geven. Als zorg nodig is staat niet het systeem, maar de burger centraal. Het vaststellen van de zorgbehoefte en de uitvoering daarvan komt zo dicht mogelijk ‘in de buurt’ tot stand. D66 zet in op de mogelijkheden die mensen onderling ontwikkelen om elkaar te ondersteunen en bij te staan. De positieve, betrokken burger die openstaat voor zijn omgeving en goed is geïnformeerd over wat er speelt vormt daarvoor de basis. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven die door de ‘mensen onderling’ worden ontwikkeld. De gemeente stimuleert en faciliteert deze.
Sociale werkplaatsen worden zo veel mogelijk behouden. Werkgevers zijn in stagnerende economie niet in staat om arbeidsgehandicapten op te nemen, dat ligt ook niet voor de hand bij stijgende werkloosheid Eén uniform beleid en één regeling voor de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek en goede afstemming tussen de verschillende voorzieningen van onze gemeenten. Gemeenten moeten sturen op “ontschotting” in het belang van de burger in plaats van dat zorgverleners dat doen. De bestaande WMO-raden kunnen samengaan, zodat ook die advisering tussen gemeenten onderling wordt afgestemd. Als de WMO, de AWBZ en de jeugdzorg door de gemeenten worden georganiseerd behoort ook daar een gecentraliseerde kwaliteitsbewaking en klachtafhandeling een plaats te krijgen. Burgers hoeven hun klachten niet bij de zorgverleners te melden, maar bij een speciaal gemeentelijk meldnummer. Het komt het welzijn van ouderen ten goede als zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. D66 wil dat de gemeente hierin helpt met huishoudelijke ondersteuning. Ook zorgt de gemeente wat D66 betreft voor huisvesting van ouderen in de wijken, zodat zij gemakkelijk mee kunnen blijven doen in de wijk waar ze hebben gewoond, en niet te hoeven verhuizen naar een verzorgingstehuis. Bedrijven creëren werkgelegenheid, dus begint de D66-agenda op sociaal gebied met het aantrekkelijk maken van de gemeente voor bedrijven. Zo wil D66 meer kansen voor ZZP'ers, bijvoorbeeld door locaties met flexibele werkplekken op te zetten of te bouwen. Dat betekent ook dat actief wordt samengewerkt met bedrijven en onderwijsinstellingen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren en om te zorgen voor meer stageplekken, werkervaringsplekken en reguliere banen.
Snelle hulp bij schuldproblematiek kan verslechtering van de situatie voorkomen. D66 vindt dat bestaande wachtlijsten weggewerkt en nieuwe wachtlijsten voorkomen moeten worden . Als daarvoor onorthodoxe maatregelen zoals het direct doorgeven van betalingsachterstanden door nutsbedrijven of woningbouwcorporaties aan de gemeente nodig zijn, dan vindt D66 dat dat, met privacywaarborgen, moet kunnen.
Jeugd en Onderwijs De primaire verantwoordelijkheid voor opvoeding en vorming ligt altijd bij ouders en verzorgers, maar de rol van het onderwijs is ook heel belangrijk. Een wezenlijk onderdeel daarvan is het bijbrengen van normen en waarden. Daarom mag er op de kwaliteit van het onderwijs absoluut niet ingeleverd worden. De gemeente beheert alle schoolgebouwen en moet ervoor zorgen dat het gebruik van die gebouwen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk is. Dat moet vanzelfsprekend in nauw overleg met alle belanghebbenden worden geregeld. Leegstand moet zoveel mogelijk worden vermeden. De inhoudelijke invulling van het onderwijs ligt bij de scholen. De gemeente biedt ondersteuning op het gebied van onderwijsachterstanden en onderwijskansenbeleid. D66 wil dat het (beroeps)onderwijs, werkgevers, reïntegratiebedrijven en de gemeente beter samenwerken om het beroepsonderwijs te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. D66 wil meer ruimte en ondersteuning voor instituten die op succesvolle wijze leerlingen met problemen opvangen en begeleiden, zoals zorgteams, schoolmaatschappelijk werk, schoolarts en wijkagent. Scholen kunnen multifunctioneel worden benut in het voordeel van scholen zelf (meer faciliteiten en een breder aanbod) en van andere organisaties die accommodaties nodig hebben. Basisscholen hebben een spilfunctie in de wijk. Schoolgebouwen moeten ook inzetbaar zijn voor wijkactiviteiten. Schoolpleinen moeten zo worden ingericht dat kinderen ook na schooltijd hiervan gebruik kunnen maken. Rondom scholen moet een veilige verkeerssituatie zijn en blijven. Goed beroepsonderwijs staat of valt met voldoende stageplekken. D66 wil dat de gemeente hieraan actief bijdraagt. Niet alleen zelf binnen de gemeentelijke organisatie, maar ook door waar mogelijk in geval aanbesteding regels te stellen over het aantal stageplekken die leveranciers moeten hebben. Gemeente, scholen en welzijns- en zorgorganisaties organiseren samen met bedrijfsleven jaarlijks een stagemarkt. Bij projecten en evenementen in de wijk of dorp wordt actief gezocht naar jongeren die mee kunnen helpen met de organisatie en uitvoering. D66 wil jongeren actief bij de gemeenschap betrekken. Dat kan door ze nadrukkelijk te betrekken bij ontwikkelingen die hen raken. Daarbij wordt vooral gebruik gemaakt van bestaande kanalen (school. Sportverenigingen, sociaal-cultureel werk).
De alcoholconsumptie en drugsgebruik onder jongeren moet dalen. Er wordt een krachtig preventief beleid gevoerd, waarbij ouders via scholen en sportverenigingen worden voorgelicht over, betrokken bij en aangesproken op (overmatig) alcohol- en drugsgebruik van hun kind.
Cultuur, recreatie en sport Sport is belangrijk. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is regelmatig bewegen belangrijk. Ook om de sociale samenhang in de gemeenschap te bevorderen is sport van groot belang. Sociale samenhang in de dorpen wordt in belangrijke mate bevorderd door de verenigingen. Dat kunnen sportverenigingen zijn, maar ook verenigingen die een meer sociaal cultureel doel hebben. Daar vinden jongeren, maar ook volwassenen een plek om leuke dingen te doen. Het subsidiebeleid zal zich vooral op de jongeren richten en D66 wil dat in de komende raadsperiode deze subsidies meer evenredig over de verschillende groepen worden verdeeld. D66 vindt dat de gemeente in de komende raadsperiode ernaar moet streven om niet alleen de jeugd te betrekken bij sport en culturele uitingen, maar ook ouderen. Gericht beleid in samenwerking met adequate vervoersvoorzieningen kan er toe bijdragen dat ook ouderen kunnen (blijven) deelnemen aan sportieve en culturele activiteiten. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in organisatie en uitvoering van dergelijke activiteiten. D66 vindt dat vrijwilligers daadwerkelijk gesteund moeten worden. Te denken valt hierbij aan gerichte subsidies van activiteiten waar vrijwilligers bij betrokken zijn. D66 wil breedtesport veel aandacht geven. Bij de modernisering of de aanleg van sportvelden, sportaccommodaties en recreatievoorzieningen is afstemming nodig met de andere gemeenten in de regio. D66 wil een speciaal sportbeleid voor ouderen en (chronisch) zieken. Het sociale aspect dat sport mensen biedt mag hierbij niet onderbelicht blijven. Sport kan een belangrijk hulpmiddel zijn voor het wederzijds begrip tussen autochtone Noordwijkerhouters en Midden- en Oost-Europese werknemers. De gemeente stimuleert deze onderlinge contacten.
Ruimtelijke ordening en groen Bij bouw- en bestemmingsplannen moeten de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: het dorpskarakter van het centrum van Noordwijkerhout handhaven door onder andere behoud van historische bouwwerken en beperking van hoogbouw tot maximaal 10 meter nokhoogte het betrekken van belanghebbenden en belangstellenden hij de planvorming, voldoen aan de eisen die minder valide burgers aan hun leefomgeving stellen, bieden van sociale veiligheid, zorg voor voldoende speelgelegenheid, ontmoetingsplaatsen en groenvoorzieningen, Nieuwbouwprojecten moeten volgens het concept van aanpasbaar bouwen worden ontworpen. jongerenhuisvesting zal ook in de huurmarkt nadrukkelijk de aandacht moeten krijgen.
Bij de mogelijke ontwikkeling van het voormalige Bavoterrein tot woonlocatie dienen de volgende randvoorwaarden in acht worden genomen: De gemeente houdt de regie over de inrichting van het gebied. Bij de keuze van het zorgaanbod is uitgangspunt dat zorg niet mag omslaan in overlast Als integratie een uitgangspunt voor de geestelijke gezondheidszorg vormt leidt dat ook tot verantwoordelijkheden van BAVO-Parnassia, Rivierduinen en het Raamwerk naar de samenleving. De Dierenhoeve en de Engelse tuin moeten worden ingepast. Daarnaast verdienen de ontwikkelingen rond het Pesthuis een serieuze kans.
De aangeboden zorg is uitsluitend voor de eigen regio. Er wordt geen gespecialiseerd bovenregionaal zorgaanbod gedaan De parkeernorm moet worden verhoogd. De realiteit is dat er meer auto’s per huishouden zijn. Zeker nu in de toekomst niet meer het bezit, maar het gebruik van de auto gaat worden belast, zullen mensen eerder de keus hebben de auto thuis te laten. Daar moet dan ook plaats voor zijn.
Voor bedrijventerreinen geldt, dat herontwikkeling altijd gaat voor het nieuw ontwikkelen van bedrijventerreinen. Daarnaast moet er ook rekening worden gehouden met vestigingsmogelijkheden voor bedrijven in de zakelijke dienstverlening. D66 wil dat de gemeente alleen grond aankoopt die nodig is voor een vrijwel zeker project, en niet als vorm van speculatie. Het beheer van de openbare ruimte en van het groen moet verder worden verduurzaamd. Daarbij is minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen geboden. D66 wil meer openbare hondenuitlaatruimten.
Heroverwegen bollenareaal Sinds de jaren ’90 is de algemeen geaccepteerde norm, dat de omvang van het bollenareaal in de Bollenstreek tenminste 2625 hectare moet bedragen. D66 is van mening, dat in samenspraak met de sector die norm kan worden heroverwogen. Mocht er areaal vrijkomen dan wil D66 dat vooral bestemmen voor groen en recreatiedoeleinden, en in mindere mate voor (verbetering van) infrastructuur en woningbouw. D66 staat voor het behoud van de open ruimte in de Bollenstreek, en verbeteren van de landschappelijke kwaliteit. Verkeer en vervoer De Bollentreek is gebaat bij goede vervoersvoorzieningen. Het aanbod moet zodanig zijn dat de inwoners uit verschillende modaliteiten kunnen kiezen. Voor D66 gaat de voorkeur uit naar openbaar vervoer om redenen van leefbaarheid, natuur- en klimaatbescherming. De Bollenstreek is een landelijk gebied en automobiliteit zal een belangrijke factor blijven. Goede ontsluiting is dan ook van belang. Woon-werk verkeer neemt een belangrijk deel van de verplaatsingen voor zijn rekening. Openbaar vervoer dat aantrekkelijk is kan de automobilist verleiden zijn auto te laten staan of om zijn auto te gebruiken om een OV-station te bereiken. Daarbij mag er verder worden gedacht dan de traditionele grote groene bus. De lokale overheid is verantwoordelijk voor een goede afwikkeling van de lokale verkeersbehoeften. OV en regionale verkeersstromen vallen onder de verantwoordelijkheid van de provincie, maar het is aan de lokale overheid de provincie te informeren over de behoefte en waar nodig het lobbyinstrument in te zetten. Holland Rijnland heeft het goede voorbeeld gegeven door een regionaal investeringsfonds op te zetten om zo bij te dragen aan de oplossing van verkeersproblemen in de regio. Daarom wil D66: nadrukkelijk de planvorming ondersteunen voor een goede ontsluiting aan de Noord- en Zuidzijde van de regio. (NOG en Rijnlandroute). streven naar een goede doorstroming op de N 208, N207, N442, N444 en N443. Deze wegen worden ook veel gebruikt door het OV, dat daarbij voorrang verdient boven de auto. In de regio liggen 3 NS stations. De bereikbaarheid van de stations met het OV moet worden verbeterd. Dat heeft de voorkeur boven het meer aanleggen van parkeerplaatsen in het kader van de verdere uitbouw tot P&R D66 wil dat er snelle, doorgaande fietsverbindingen worden gerealiseerd van goede kwaliteit tussen de Bollenstreek en Haarlem/Leiden.