Verkenning Ontwikkelingen Afvalwaterketen
Inhoudsopgave
1 Inleiding
Hoofdstuk 1 Inleiding
De laatste jaren zijn er veel ontwikkelingen rondom de uitvoering van de zuiveringstaak van het waterschap. Een duidelijke, samenhangende en herkenbare benadering van de afvalwaterketen door het waterschap is gewenst om effectief en voortvarend in te kunnen blijven spelen op alle ontwikkelingen, de interne werkprocessen goed aan te kunnen blijven sturen en de samenwerkingsverbanden vanuit een overzichtelijke en gedragen opinie van het waterschap te kunnen blijven voeden. Hieruit is de behoefte ontstaan om de komende periode, mede ter voorbereiding op Waterbeheerplan 2016-2021 (WBP3), aandacht te besteden aan het opstellen van een beleidsdocument afvalwaterketen Zuiderzeeland.
Hoofdstuk 2 Omgevingsanalyse -
Beheer Omgeving Techniek Beleid/Politiek Organisatie
Hoofdstuk 3 Beleidsvragen Hoofdstuk 4 Vervolg
De eerste stap in dat proces is het opstellen van deze verkenning. Hierin zijn doormiddel van het uitvoeren van een omgevingsanalyse de belangrijkste ontwikkelingen die van invloed zijn op de manier waarop het waterschap invulling geeft aan de afvalwaterketentaak, geïdentificeerd. Tevens zijn de beleidsmatige vragen voor de fase van beleidsformulering in beeld gebracht. In deze verkenning worden dus nog geen beleidsinhoudelijke keuzen gemaakt. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op ontwikkelingen die spelen op het vlak van beheer, omgeving, techniek, beleid/politiek en organisatie. Bij elk onderwerp wordt kort ingegaan op de verwachte opgave. In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan op de beleidsvragen die hieruit volgen en die de basis vormen van de te voeren discussie over het op te stellen afvalwaterketenbeleid en de daarbij behorende doelen en maatregelen. Als laatste wordt ingegaan op de vervolgstappen.
Versie 25 juli 2013
2
2 Omgevingsanalyse
aan het waterschap mag overdragen (afnameverplichting). Deze afspraken zijn langere tijd niet geactualiseerd.
Beheer
Daarnaast is ook de totale aangeboden vuilvracht op de zuiveringen in de afgelopen vijf jaar met circa 5% per jaar gegroeid. Waardoor deze groei wordt veroorzaakt is niet precies bekend. Deze discrepantie vraagt om het vergroten van het inzicht/begrip van de oorzaken en daarmee op de controle van het zuiveringsproces, o.a. door het verbeteren van de monitoring en het gegevensbeheer.
Waterschap Zuiderzeeland heeft vijf awzi’s, 62 rioolgemalen en 237 km transportleiding in beheer. Beheersmatig zaken op orde De zuiveringen voldoen aan de doelstellingen van het waterschap. De effluentkwaliteit van de awzi-Almere voldeed in 2012 aan de Waterwet-vergunning. Van de vier ander awzi’s werden incidenteel van één of meerdere parameters de normen overschreden. Bij een tweetal zuiveringen (Lelystad en Tollebeek) komt dat doordat in de afgelopen periode gewerkt is aan de procesregeling van de installatie. De andere twee zuiveringen (Dronten en Zeewolde) worden maximaal belast. De uitbreiding van de awzi Dronten wordt gestart.
Onderstaande figuur geeft de stijging van de belasting van de gezamenlijke zuiveringen in de afgelopen periode (2008-2012) weer.
De belasting van de zuiveringsinstallaties wisselt incidenteel sterk. Daarnaast neemt de discrepantie (het verschil tussen de verwachte en aangeboden hoeveelheid afvalwater) toe en treden er meer incidenten op. Naast het grilliger worden van het aanbod, worden zuiveringen bovendien steeds complexer. Tegelijkertijd is er veel focus op het doelmatiger, efficiënter en goedkoper inrichten van de zuiveringen en de bedrijfsprocessen. Dit heeft als gevolg dat de processturing steeds lastiger wordt en het moeilijker wordt aan de zuiveringsdoelstellingen te blijven voldoen. Hierdoor neemt het risico op overschrijding van de lozingsnormen toe. Groei van de belasting Twee van de vijf zuiveringen (Tollebeek en Zeewolde) ontvangen incidenteel meer regenwater dan voorzien. Bij hevige neerslag treedt dan slibuitspoeling op en is het zuiveringsproces lastig in de hand te houden. Het waterschap heeft in het verleden met de gemeenten afspraken gemaakt over de maximale hoeveelheid (afval)water die de gemeente Versie 25 juli 2013
Gelijkblijvend energieverbruik ondanks toename van de belasting Ondanks de toename van de belasting is het energieverbruik in 2012 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het jaar ervoor. Dit geldt voor zowel het transport en de zuivering, als voor de slibverwerking.
3
Door de toepassing van energiezuinige processen (onder meer beluchting) is er netto een afname van de hoeveelheid verbruikte energie. Dergelijke aanpassingen van de installaties vragen om blijvende aandacht. Opgave De oorzaken van de incidentele overschrijdingen van de lozingsnormen uit de vergunning bij de zuiveringen moeten worden onderzocht. Op basis daarvan kan een inschatting van de ernst van de situatie worden gemaakt. De afspraken over de afnameverplichting van (afval)water van gemeenten door het waterschap, zijn aan actualisatie toe. Daarbij is het van belang na te gaan of de afspraken voldoende rekening houden met een toename van (de pieken in) het regenwateraanbod en voor de toekomst houdbaar zijn. Bovendien is het nodig om toezicht te houden op de uitvoering van deze afspraken. Ditzelfde geldt voor het afvalwateraanbod van bedrijven(terreinen). Op een aantal zuiveringen blijven problemen met overbelasting achterwege terwijl die op basis van de ontwerpgrondslagen wel verwacht mogen worden. Basis voor de ontwerpgrondslagen zijn de kentallen voor omvang en samenstelling van het afvalwater. De manier waarop deze kentallen worden gebruikt bij de dagelijkse sturing van de installatie, moet worden geëvalueerd. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de verschillen tussen de werkelijke en theoretische belasting. Dit geeft tevens inzicht in de risico’s die het waterschap loopt bij toekomstige vervangingsinvesteringen. Ter verbetering van de processturing en het verkleinen van de discrepantie is het van belang om de informatievoorziening te versterken.
Versie 25 juli 2013
Omgeving Klimaatverandering Het klimaat verandert. Hierdoor neemt de gemiddelde temperatuur en de neerslagintensiteit toe. De herhalingstijd van maatgevende buien wordt daardoor korter, van eens in de twee jaar naar eens per jaar. Dit resulteert in vaker en meer water op straat en een toename van de vuiluitworp op stedelijke water in gebieden met (verbeterd)gescheiden stelsels. In gebieden met een gemengd stelsel neemt het aantal riooloverstortingen toe. Dit heeft invloed op de benodigde inzamel- en transportcapaciteit (of berging) en op de kwaliteit van het watersysteem. In gebieden met gescheiden stelsels heeft het effect op het peilbeheer, maar kan het ook effect hebben op het halen van doelen in oppervlaktewater. Het stijgen van de gemiddelde temperatuur heeft door een toename van uit- en afspoeling effect op het behalen van de oppervlaktewaterkwaliteitdoelstellingen. Dat kan zijn doorwerking krijgen in de na te streven emissies uit de afvalwaterketen. Anderzijds zal de klimaatverandering ook leiden tot een toename van droge periodes, waardoor er sprake kan zijn van een toenemende watervraag, watertekorten en warmtestress. Dit kan van betekenis zijn in overwegingen bij het al dan niet afkoppelen van de hemelwaterafvoer van gemengde rioolstelsels. Voorbeeld Bij zeer hevige neerslag kan het rioolstelsel de piekafvoer niet afdoende verwerken. In dat geval treedt water op straat op, zoals hiernaast waar een tunnel in Almere is ondergelopen (juli 2012, bron Nu.nl). 4
Ontwikkeling gebied De groei van het aantal inwoners is de komende jaren bescheiden, maar dat kan vooral in Almere snel veranderen. In de nieuwe wijk Oosterwold (gemeente Almere) wordt een organische gebiedsontwikkeling nagestreefd door middel van een zogenoemde uitnodigingsplanologie. In dergelijke ontwikkelingen is het lastig de ontwikkeling van de hoeveelheid aangeboden afvalwater goed in te schatten, omdat onzeker is of de gemeente riolering zal gaan aanleggen. In de afgelopen decennia was het afvalwateraanbod redelijk in te plannen en te voorspellen omdat de (stedelijke) ontwikkeling planmatig verliep. De laatste tijd is de planbaarheid van het afvalwateraanbod echter afgenomen en dat brengt risico’s van onrendabele (voor) investeringen met zich mee. Dergelijke problematiek speelt ook in kleinere kernen en in het buitengebied. Voorbeeld Onderstaande figuren zijn overgenomen uit de structuurvisie Oosterwold. De vier opeenvolgende plaatjes illustreren een mogelijke verloop van de ontwikkeling.
Verandering samenstelling afvalwater Mensen worden steeds ouder en het geboortecijfer neemt af. Hierdoor zal de komende periode de vergrijzing in Nederland toenemen en daarmee zal de samenstelling van het afvalwater veranderen (bijvoorbeeld meer medicijnresten). Uit de beheergegevens van Waterschap Zuiderzeeland blijkt de groei van het aantal inwoners en het aantal bedrijven in Flevoland af te vlakken, terwijl de vuilvracht daarentegen een toenemende trend laat zien (zie ook de paragraaf Beheer). Daarnaast komen er in toenemende mate medicijnresten, hormonen, plastics en prioritaire stoffen in het afvalwater voor. Deze stoffen worden in het zuiveringsproces niet of nauwelijks uit het afvalwater verwijderd en hebben een negatief effect op de ecologie van het oppervlaktewater. Daar komt bij dat de maatschappelijke aandacht voor deze stoffen toeneemt.
Versie 25 juli 2013
5
waterkwaliteit, wordt ook het effect van riooloverstorten op oppervlaktewater steeds groter. Voorbeeld In de afgelopen jaren is met name bij de awzi’s Dronten, Tollebeek en Zeewolde een sterkere stijging van de aangeboden vuillast gemeten dan op grond van de ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten was. Hierdoor ontstaat een verschil tussen de werkelijk vuillast en de te heffen belasting die op basis van de theoretische vuillast wordt bepaald (de zogeheten discrepantie problematiek).
De ontwikkeling van de beheer- en waterkwaliteitsdoelen van omliggende wateren kunnen indirect van invloed zijn (via “afwenteling” van Waterschap Zuiderzeeland richting het Markermeer en IJsselmeer en de randmeren) op de gewenste maximale emissies van awzi’s. De Europese Commissie stelt voor om de prioritaire stoffenlijst in de toekomst uit te breiden. Het gaat met name om gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten. Hoewel dit nu nog niet tot problemen leidt, kan een verdere uitbreiding van de prioritaire stoffenlijst leiden tot maatschappelijk of wettelijk druk op het verdergaand zuiveren van afvalwater. Voorbeeld Er is een toename van ‘nieuwe stoffen’ in het afvalwater waarneembaar. Deze stoffen worden veelal niet (volledig) uit het water gezuiverd en komen daardoor in het oppervlaktewater terecht. In onderstaande tabel zijn enkele stoffen opgenomen die zijn aangetroffen in een verkennend onderzoek van waterschap Zuiderzeeland in 2012.
Waterkwaliteitseisen Voor de regio worden de komende jaren doelen voor niet-KRW wateren, waaronder de stedelijke wateren, afgeleid. Het gaat om de algemeen fysisch-chemische parameters als nitraat, fosfaat, temperatuur, doorzicht en ecologische kwaliteitselementen. Naast de directe effecten van klimaatverandering, die een negatieve invloed zullen hebben op de
Versie 25 juli 2013
6
Opgave Nagegaan moet worden hoe de klimaatsveranderingen doorwerken op de afvalwaterketen (hieronder valt ook het transportsysteem) en wat de effecten daarvan zijn op het watersysteem. De opgave is om de afvalwaterketen de komende jaren geleidelijk aan te gaan passen aan de te verwachten klimaateffecten. Het waterschap gaat zich voorbereiden op een mogelijke aanscherping van de lijst van prioritaire stoffen en bepalen hoe het daarmee wil omgaan en bepalen of daar rekening mee gehouden moet worden bij het ontwerpen van afvalwaterzuiveringsinstallaties die de komende jaren aangepast worden. Om goed te kunnen blijven omgaan met het aangeboden afvalwater zal het waterschap de komende periode moeten leren omgaan met de afnemende planbaarheid. Zij zal daarvoor nieuwe (bouw)methoden en (zuiverings)technieken gaan zoeken en implementeren, bijvoorbeeld door na te gaan in hoeverre decentrale verwerking van afvalwater daar een rol in kan spelen. In verband met de organische ontwikkelingen, zoals in Almere Oosterwold, zal het waterschap zich moeten gaan oriënteren op de rol die het wil spelen in het kader van de afvalwaterketen om enerzijds de belangen van het waterschap te behartigen en aan de andere kant deze nieuwe vormen van ruimtelijke ontwikkeling te faciliteren.
Techniek Energie De energiebehoefte blijft toenemen, terwijl de voorraad fossiele energie eindig is. Hierdoor neemt de maatschappelijke druk op het aanwenden van duurzame bronnen en het verhogen van de efficiëntie toe. Daarnaast heeft het waterschap een energiestrategie vastgesteld waarin concrete doelen voor energie-effeciëntie en zelfvoorzienendheid zijn opgenomen. Een belangrijk deel van de doelstelling zal verwezenlijkt moeten worden door maatregelen binnen de afvalwaterketentaak van het waterschap. Deze doelen kunnen bereikt worden door bedrijfsprocessen energiezuiniger in te richten, de energie uit afvalwater beter te benutten en door gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen (zelf opwekken of inkopen). Voorbeeld In onderstaande figuur is het energieverbruik van de zuiveringen in Flevoland weergegeven. Ondanks een toename van de belasting, is de hoeveelheid gebruikte energie vrijwel onveranderd door een toename van de energie-efficiëntie. 2500
Bij al deze ontwikkelingen is het van belang een duidelijke relatie te leggen tussen de na te streven prestaties voor de afvalwaterketen en , de effecten daarvan op het oppervlakte water (de na te streven doelen voor oppervlakte water).
energieverbruik (x 1000 kwh)
2000
1500
1000
500
0 2008 Almere
Versie 25 juli 2013
Dronten
2009 Lelystad
2010
2011
Tollebeek
2012
Zeewolde
7
met de huidige techniek worden teruggewonnen. Ook andere stoffen kunnen worden teruggewonnen uit het effluent van de zuivering, zoals bijvoorbeeld cellulose. Bovendien kan het terugwinnen van grondstoffen economisch aantrekkelijker worden. In het kader van het MVO beleid heeft het waterschap zich uitgesproken zich vooral te willen toeleggen op het terugwinnen van fosfaat en cellulose.
Binnen de afvalwaterketen wordt naast de zuiveringen ook energie verbruikt door de rioolgemalen. In onderstaande figuur is het energieverbruik van het gehele waterschap in 2011 weergegeven. Het energieverbruik voor de afvalwaterketen is dus circa 1/3 van het totale energieverbruik.
Voorbeeld In de routekaart afvalwaterketen 2030 zijn drie kringlopen in de visie beschreven: grondstoffen (figuur hieronder), energie en water. Voor het sluiten van kringlopen op het terrein van grondstoffen, is de afvalwaterzuivering de spin in het web. Grondstoffen zoals fosfaat en cellulose kunnen op de zuivering worden teruggewonnen en geleverd aan industrie in de regio. De mogelijkheden in de figuur hieronder gaan ook in op de optimalisatie van de grondstoffencyclus door zelfs extra grondstoffen naar de zuivering af te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan maaisel.
Grondstoffen Diverse grondstoffen worden schaarser, waaronder fosfor. De verwachting is dat bij een huidig mondiaal gebruikspeil, over circa 75 jaar de fosforvoorraad is uitgeput. Dit zal resulteren in een prijsstijging. Fosfor (P) komt in relatief hoge concentraties in afvalwater voor en kan Versie 25 juli 2013
8
Nieuwe Sanitatie Nieuwe inzamelsystemen Er is toenemende aandacht voor de scheiding van afvalwater aan de bron. In het beheergebied van het waterschap worden regenwater en vuilwater in de regel al gescheiden. Verdere scheiding aan de bron van afvalwater, bij voorbeeld toe te passen bij de organische groei in Almere Oosterwold, kan leiden tot andere inzamelsystemen, bijvoorbeeld urinescheiding maar tot ook tot andere zuiveringssystemen, b.v. decentrale zuiveringssystemen. Nieuwe zuiveringstechnieken De mogelijkheden voor het terugwinnen van energie (energiefabriek, riothermie) en grondstoffen (grondstoffenfabriek) nemen toe evenals de aandacht voor hergebruik van effluent. Daarnaast is er een toenemende aandacht voor flexibilisering van awzi’s door modulair te bouwen. Deze mogelijkheden, (zie ook routekaart 2030) bieden met name kansen bij grootschalige aanpassing en renovaties van awzi’s en gebiedsontwikkelingen.
Onderstaande foto is een voorbeeld van decentrale zuivering in Sneek voor circa 30 woningen. Door decentrale zuivering kan snel worden ingespeeld op ruimtelijke ontwikkelingen (flexibeler) en zijn er minder grote voorinvesteringen (aanpassen awzi’s en transportsysteem) nodig.
Een keuze voor een nieuwe inzamel- en/of zuiveringstechniek kan invloed hebben op het volume en de samenstelling van het afvalwater. Dit aspect speelt mee bij eventuele beslissingen hierover en zal in samenhang met het ontwerpen van awzi’s bezien moeten worden. Voorbeeld In Almere Hout zijn plannen om een proef uit te voeren met urinescheiding. In onderstaand schema is weergegeven hoe de huishoudelijke afvalwaterstromen gescheiden worden. De gescheiden inzameling van urine maakt het terugwinnen van grondstoffen efficiënter, bovendien kan het mogelijk besparingen op zuiveringsniveau realiseren.
Versie 25 juli 2013
Vervangingsopgave In de Flevopolders zijn grote delen van het rioolstelsel in korte tijd aangelegd. Hierdoor is sprake van een relatief grote vervangingspiek in de (nabije) toekomst. Dit geldt (in mindere mate) ook voor rioolgemalen, persleidingen en de awzi’s. Het einde van de theoretische levensduur van de riolering nadert in gemeenten Urk en Noordoostpolder. In het volgende decennium volgen Dronten en Lelystad. Dit levert kansen op voor aanpassingen en innovatie, zoals de 9
introductie van nieuwe zuiveringstechnieken en het uitvoeren van levensduurverlengend onderhoud. De komend jaren zal een aantal installaties (te noemen zijn de awzi’s Zeewolde en Almere, een aantal rioolgemalen en een tweetal persleidingen) van het waterschap uitgebreid, dan wel vervangen moeten worden, zie onderstaande tabel. Deze vervangings- en uitbreidingsopgave biedt kansen voor het implementeren van nieuwe methoden en technieken om de diverse opgaven te realiseren. Voorbeeld Onderstaande tabel geeft de vervangingsopgave van het waterschap voor de jaren 2014 t/m 2021. Jaar
Object Renovatie diverse rioolgemalen Overkapping sliblaadruimte awzi Lelystad
2014
Vervanging slibverwerkingsinstallatie awzi Tollebeek Uitbreiding awzi Dronten Project Urinescheiding* Aanpassing beluchtingsinstallatie awzi Almere Renovatie en nieuwbouw diverse rioolgemalen
2015
Containerplaats awzi Lelystad Zonnepanelen awzi Dronten*
2016
Renovatie en nieuwbouw diverse rioolgemalen Awzi Almere incl. slibeindverwerking
Opgave Nagegaan moet worden hoe het waterschap in de bedrijfsprocessen afvalwater, nieuwe energiebronnen en technieken kan aanwenden en hoe ze het energieverbruik wil terugdringen door bijvoorbeeld energie uit de keten terug te winnen. Hierbij spelen zowel technische vragen (hoe) als vragen ten aanzien van de (juridische en financiële) positie van het waterschap in het maatschappelijk veld (taak en rol). Hiervoor zal aansluiting worden gezocht bij het project ‘Maatschappelijke positie waterschap’. De komende 5-10 jaren staat een beperkt aantal grootschalige aanpassingen (renovaties en uitbreidingen) aan het zuiverings- en transportsysteem op de planning. Juist bij die aanpassingen is het doelmatig en effectief om nieuwe technieken te implementeren. Het is daarom van belang deze kansen optimaal te benutten. Dit vraagt een goede voorbereiding en om het tijdig maken van keuzes ten aanzien van toe te passen technieken. De vertaalslag naar de afvalwaterketen van de waterschapsbrede opgave voor energie-efficiëntie van 30 % in 2020 (t.o.v. 2005) en de waterschapsbrede opgave van 35% zelfvoorzienendheid qua energiegebruik in 2030, zal nog worden gemaakt. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de grootste reductie van energieverbruik van het waterschap wordt voorzien in de waterketen, terwijl dit 1/3 van de totale energieverbruik uitmaakt.
Renovatie en nieuwbouw diverse rioolgemalen 2017
Awzi Almere incl. slibeindverwerking Vervangen plaatbeluchters awzi Lelystad
2018 2019 2020
Renovatie rioolgemaal De Bosschuur Bandindikker awzi Zeewolde Rioolgemaal Markerkant Persleiding Almere Hout naar awzi Almere Renovatie en nieuwbouw diverse rioolgemalen Renovatie/uitbreiding awzi Zeewolde
2021
Renovatie/uitbreiding awzi Zeewolde
Versie 25 juli 2013
Beleid/Politiek Doelmatiger werken Doelmatig werken vraagt blijvend aandacht van het waterschap. Binnen de overheid neemt de aandacht voor doelmatigheid en transparantie toe (zie bijvoorbeeld de motie van Jacobi/Geurts, TK 2012/2013, 33400 J nr.11) ). De landelijke kostenbesparingsopgave vanuit het Bestuursakkoord Water in de afvalwaterketen bedraagt € 700 miljoen/jaar ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Vanuit de (landelijke) politiek zal aandacht blijven en waarschijnlijk in de loop van 10
de tijd toenemen om concrete regionale doelstellingen te formuleren en inzichtelijk te maken welke resultaten in de afvalwaterketen worden geboekt. Ondanks dat het waterschap nu goed op koers ligt met het behalen van doelmatigheidwinst zal van het waterschap verwacht worden goed om te blijven gaan met de kansen voor verdere professionalisering van de dienstverlening waarbij de prijs/kwaliteit verhouding wordt verbeterd. De doelmatigheid kan worden bereikt door het bundelen van kennis en capaciteit met gemeenten in de provincie Flevoland. Voorbeeld In Flevoland zijn verschillende OAS-studies uitgevoerd om de afvalwaterketen doelmatiger in te richten en kostenbesparingen te realiseren.
planvorming en bij watertoets en integraal waterbeheer. Met deze afspraken zullen de bevoegdheden van de waterschappen duidelijker worden verankerd. De ontwerp Omgevingswet is hiermee meer waterproof geworden. Aan de andere kant zijn er ontwikkelingen ten aanzien van de interpretatie van de wettelijke (on)mogelijkheden voor waterschappen om duurzaamheid- en doelmatigheidsdoelstellingen te verwezenlijken. De brief van minister Schultz van Haegen van het ministerie van I&M (d.d. april 2013 ) geeft daar een duidelijk richting aan. De minister ziet voor deze activiteiten geen wettelijke belemmeringen, mits ze plaatsvinden in het kader van de uitvoering van de wettelijke taken van de waterschappen, zoals het zuiveren van afvalwater en watersysteembeheer (relatie met Maatschappelijke positie waterschap). Het beoordelen van puntlozingen, zoals effluentlozingen vanuit awzi’s, moet worden uitgevoerd met behulp van de Emissie/Immissietoets. Hierbij wordt de lozing meer dan voorheen op grond van de effecten op het gehele waterlichaam (in plaats van bij alleen het lozingspunt) beoordeeld. Bij aanpassing van de Waterwetvergunning van de awziAlmere werd geconstateerd dat toekomstige uitbreidingen kunnen gaan vragen om extra emissiereducerende maatregelen. De verwachting is dat dit bij de andere zuiveringsinstallaties ook het geval zal zijn.
Wetgeving Door verandering van wetgeving is de invloed van het waterschap op lozingen vanuit de gemeentelijke riolering afgenomen. Dit komt onder meer door het wegvallen van het instrument aansluitvergunningen en Waterwet- vergunningen voor riooloverstorten en doordat als gevolg van de Waterwet/WABO de gemeente als waterloket optreedt. In de (ontwerp) Omgevingswet zijn de bevoegdheden van het waterschap niet duidelijk vastgelegd en komt het waterschap mogelijk in een steeds meer adviserende rol terecht en heeft het geen instrumenten meer in handen om direct in te kunnen grijpen. In het overleg tussen het ministerie van I&M en de Unie van Waterschappen op 5 juni 2013 zijn afspraken gemaakt over o.a. de bevoegdheden van het waterschap in het algemeen en zijn specifieke bevoegdheid bij indirecte lozingen, bij Versie 25 juli 2013
Duurzaamheid / kringlopen sluiten Er is een toenemende maatschappelijke aandacht en commitment voor klimaatbeleid, afvalbeleid (“afval bestaat niet”) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Deze ontwikkelingen gaan de taakopvatting van het waterschap raken. Onderwerpen die nu spelen zijn: Circulaire economie; Cradle 2 Cradle; Groene grondstoffen; Schaarse grondstoffen; Verlaging uitstoot broeikasgassen (focus op methaan en lachgas)
11
Uit het landelijke klimaatakkoord, opgesteld door de Unie van Waterschappen, het Rijk en uit het MJA3 (meerjarenafspraken energieeffiency) komen de volgende doelstellingen: • 30 % energie-efficiëntie bij zuiveren en transport van afvalwater in 2020; • 35 % zelfvoorzienendheid ten aanzien van energie (bij afvalwaterketen is de opgave hoger, zie onderwerp energie) • 30 % minder uitstoot van broeikasgassen (t.o.v. 1990, lijkt lastig realiseerbaar) • 100 % duurzaam inkopen in 2015 (klimaatakkoord) Daarnaast zijn er diverse gebiedsontwikkelingen waarin duurzaamheidprincipes concreet toegepast worden en onderdeel zijn van de doelstelling van de ontwikkeling van het gebied (bv Oosterwold). Voorbeeld In de routekaart afvalwaterketen 2030 zijn drie kringlopen in de visie beschreven: grondstoffen, energie (figuur hieronder) en water. Voor het sluiten van kringlopen op het terrein van energie, speelt de afvalwaterzuivering een centrale rol. Er wordt veel energie gebruikt, maar er kan op verschillende manieren ook energie worden bespaard en zelfs teruggewonnen. Afvalwater is relatief warm, energie die kan worden gewonnen en op de zuivering zelf kan worden gebruikt of in de regio. Ook kan slibvergisting energie opwekken. Maar ook zijn er op de terreinen van de zuiveringen mogelijkheden voor het winnen van energie uit andere duurzame energiebronnen als zon en wind.
Opgave Het continueren van doelmatiger werken in de afvalwaterketen is een belangrijke opgave en zal, ondanks de reeds behaalde resultaten, ook de komende jaren blijvend aandacht vragen. Het is zinvol om na te gaan welke samenwerkingrelaties en verdere implementatie van assetmanagement hier een positieve bijdrage aan kunnen leveren. Het opstellen van concrete doelen (prestatie-indicatoren) in relatie tot kostenpatronen en een passend maatregelenpakket is een belangrijk instrument om te sturen op doelmatigheid en daarover verantwoording af te leggen. Daarnaast is het van belang dat het waterschap nagaat in hoeverre het de gedachte van de kringloopsluiting en duurzaamheid in de afvalwaterketen wil toepassen in het beheer en hoe ze de doelstellingen van het klimaatakkoord wil vertalen naar de afvalwaterketen.
Versie 25 juli 2013
12
De ambities met betrekking tot de twee bovenstaande opgaven zullen met elkaar in balans moeten worden gebracht, waarbij het de uitdaging is ze zo veel mogelijk met elkaar te verbinden. De veranderende wetgeving maakt het dat het waterschap op een andere manier dan voorheen invloed moet gaan uitoefenen op gemeenten en bedrijven om weer meer grip te hebben op het afvalwateraanbod.
Organisatie Samenwerkingsverbanden Er is een toename in het aantal en de verscheidenheid van samenwerkingsverbanden. En niet verbanden tussen overheden alleen, maar ook in toenemende mate binnen de gouden driehoek overheid, kennisinstituten en bedrijfsleven. Rijn-Oost De samenwerking tussen de waterschappen Rijn-Oost heeft als doel kennis te delen, maar ook kennis te ontwikkelen. Mogelijkheden voor samenwerking worden verkend op het gebied van Shared Services voor ICT, Inkoop, Personeel en Zuiveren (inclusief innovatie). Samenwerking met gemeenten (Bestuursakkoord Water) Bij de samenwerking met gemeenten ligt het accent vooral op uitvoering- en beheersaspecten. Er is een toename van operationele samenwerking tussen waterschap en gemeenten en gemeenten onderling. Omgevingsdienst Flevoland/Gooi-Vechtstreek Handhaving- en toezichtstaken van gemeenten worden sinds twee jaar uitgevoerd door de omgevingsdienst. Waterschap Zuiderzeeland heeft
Versie 25 juli 2013
hierdoor minder invloed op de indirecte lozingen en het afvalwateraanbod op awzi’s. De verschillende samenwerkingsverbanden waarin Zuiderzeeland opereert, verkleinen de kwetsbaarheid en vergroten de kennis en innovatiekracht van het waterschap. Daarentegen neemt de complexiteit van de werkomgeving en de afhankelijkheid van andere instanties toe. Samenwerking met andere partijen vraagt de bereidheid om over de eigen grenzen heen te kijken.
Bestuurlijke herindeling In het kader van de bestuurlijke herindeling wil het Rijk toe naar landsdelen waarbij meerdere provincies worden samengevoegd tot een landsdeel, met het idee dat ook de waterschappen in deze landsdelen zullen opgaan. Op dit moment speelt de discussie over de samenvoeging van de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland. Daarnaast is er een discussie over verdere fusies tussen waterschappen tot ca. twaalf waterschappen. Tevens wordt gesproken over de vorming van grotere gemeenten; gemeenten van 100.000+ inwoners. Deze ontwikkeling van opschaling kan bijdragen aan een afname van de kwetsbaarheid op het vlak van b.v. kennis, gegevensbeheer, de rioleringzorg en het onderhoud van technische installaties. Anderszins zijn er waarschijnlijk weinig specifieke effecten hiervan op de afvalwaterketen, maar is er wellicht een ontwikkeling naar een meer procesgerichte organisaties met grotere afstand tot inhoudelijk werk. Mogelijk is er in dergelijke organisaties minder aandacht voor een onderwerp als afvalwaterzuivering en transport.
13
Personeel De algemene trend van vergrijzing is ook binnen het waterschap zichtbaar. Gelijktijdig is er een tekort aan technisch personeel op de arbeidsmarkt. Daarnaast veranderen de benodigde competenties van personeel als gevolg van bijvoorbeeld invoering van nieuwe technieken of veranderingen in de organisatie. Deze ontwikkelingen kunnen een effect hebben op de kwaliteit van de taakuitoefening en de kwetsbaarheid van de organisatie.
De gemeentelijke zorgtaken voor de inzameling van afvalwater, hemelwater en grondwater zullen daarbij goed moeten worden afgestemd op de zorgtaken van het waterschap en verankerd worden in het samenwerkingsproces. De ontwikkelingen en daarmee samenhangende opgave met betrekking tot personeel is er één die op de gehele organisatie van toepassing is. Deze zal niet in het kader van de beleidsontwikkeling Afvalwaterketen worden behandeld.
Opgave Met de door de Algemene Vergadering vastgestelde samenwerkingstrategie als basis, is het van belang om in de toekomst duidelijke keuzes te maken over de gebieden/onderdelen van samenwerking, de gewenste resultaten (bijvoorbeeld kostenbesparingen, verhoging van de kwaliteit of verlaging van de kwetsbaarheid) en met welke partners het waterschap wil gaan samenwerken. Daarbij is het van belang, naast collega-overheden, ook aandacht te schenken aan het bedrijfsleven en kennisinstituten.
Versie 25 juli 2013
14
3 Beleidsvragen De opgaven in hoofdstuk twee van deze verkenning geven aan op welke onderwerpen de beleidsformulering afvalwaterketen gericht zal zijn. Een groot aantal daarvan is samen te brengen tot een viertal centrale beleidsvragen waarop het waterschap antwoord moet geven bij het formuleren van het afvalwaterketenbeleid en bij het opstellen van het Waterbeheerplan 2016-2021 (WBP3), omdat de beantwoording van die vragen de taakuitoefening van het waterschap in hoge mate zullen beïnvloeden. 1. Van energieconsument naar energie- en grondstofproducent? In mei 2012 is de energiestrategie vastgesteld. Het waterschap heeft zich daarbij tot doel gesteld om de mate waarin het in zijn energiebehoefte kan voorzien te verhogen van nu 4% tot 35 à 45% in het jaar 2030. Deze doelstelling moet met name worden gerealiseerd met aan de afvalwatertaak gerelateerde projecten. Vermindering van het energiegebruik en mogelijk zelfs energieterugwinning uit de waterketen (energiefabriek) liggen binnen bereik van de technische mogelijkheden. Het waterschap moet nagaan hoe en bij welke installaties de vermindering van het energiegebruik is te realiseren. Daarnaast is het bij de uitwerking van het beleid voor de afvalwaterketen van belang na te gaan of en in hoeverre de concepten van de energiefabriek en grondstoffenfabriek bij het waterschap kunnen worden toegepast en zo mogelijk daarin verdere keuzen maken. Het is belangrijk beter inzicht te krijgen in het afwegen van verschillende methoden en technieken (b.v. riothermie en slibvergisting, of plaatsing van zonnepanelen of windturbines) en de daarbij behorende kosten/baten en daarbij de balans te vinden tussen de aspecten op technisch, juridisch en financieel terrein.
Versie 25 juli 2013
2. Verduurzaming van de afvalwaterketen? Met de verduurzaming van de afvalwaterketen kan het waterschap een bijdrage leveren aan de uitvoering van het klimaatakkoord (Rijk en UvW) en aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen van het waterschap. De vraag is in welke mate. Een belangrijk kader in deze is de maatschappelijke positie die het waterschap wil innemen in de samenleving, met uitzondering van in hoeverre het waterschap de doelen uit het klimaatakkoord kan en wil “adopteren”. Daarbij is één van de vragen of de daarvoor benodigde nieuwe concepten/technieken passen binnen de taakstelling en taakopvatting van het waterschap en hoe het waterschap daarmee wil omgaan. Een andere is vraag die daaruit voorvloeit is wat de verduurzaming (op korte termijn en lange termijn) mag kosten in relatie tot het huidige kostenpatroon. 3. Verkennen van nieuwe sanitatietechnieken en decentrale oplossingen? Om doelmatig en flexibel te kunnen omgaan met ontwikkelingen, zoals in Almere (uitnodigingsplanologie/organisch groeien Oosterwold), maar ook in overige kernen en het buitengebied, kunnen andere vernieuwende (innovatieve) zuiveringsconcepten een mogelijke oplossing zijn. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld decentrale oplossingen op wijkniveau of aan nieuwe sanitatietechnieken. De vraag is in welke mate het waterschap wil en gaat investeren in kennis en ervaring op het gebied van vernieuwende (innovatieve) zuiveringsconcepten (waaronder decentrale oplossingen). Daarbij is het van belang te realiseren dat de manier waarop we als waterschap omgaan met dergelijke nieuwe technieken en de wijze
15
waarop het afvalwatersysteem is ingericht invloed zal hebben op het energievraagstuk.
4 Vervolg
4. Hoe en in welke mate omgaan met onzekerheid in het afvalwateraanbod en het beperken van de discrepantie?
Deze verkenning vormt het startpunt van de beleidsontwikkeling Afvalwaterketen en het op te stellen waterbeheerplan. In 2016 start de planperiode van het nieuwe Waterbeheerplan. In de tweede helft van 2013 en de eerste helft van 2014 zullen de doelen en maatregelen voor dit nieuwe waterbeheerplan worden uitgewerkt. Dit moet medio 2014 leiden tot uitgewerkte doelen, maatregelen en tekstvoorstellen voor het waterbeheerplan 2016-2021.
Voor het waterschap is het van groot belang goed te kunnen omgaan met de onzekerheden in de omvang en kwaliteit van het afvalwateraanbod. De vraag is hoe we daar de komende jaren inhoud aan gaan geven en in welke mate het waterschap daarin gaat investeren door het verbeteren van onderzoeksmethoden en het verbeteren van de kwaliteit van meetgegevens en informatie. Omdat het steeds lastiger wordt op een formele manier grip te houden/krijgen op het afvalwateraanbod vanuit het rioolstelsel is het van belang om via samenwerking met andere partijen weer meer invloed te gaan krijgen over de afvalwaterstromen. Het is daarom van belang dat het waterschap de juiste positie kiest t.o.v. gemeenten en bedrijven en nagaat op welke wijze samenwerking met andere instanties zoals de Omgevingsdienst Flevoland/Gooi-Vechtstreek en gemeenten daaraan kan bijdragen.
Versie 25 juli 2013
De in deze verkenning genoemde beleidsopgaven vormen de kern voor discussie over het op te stellen afvalwaterketenbeleid en de daarbij behorende doelen en maatregelen. Dat wil zeggen dat de discussie zich vooral zal richten op de thema’s energie- en grondstoffenterugwinning, verduurzaming van de afvalwaterketen, nieuwe sanitatietechnieken/decentrale oplossingen en het omgaan met onzekerheden in afvalwateraanbod en het daarmee beperken van de discrepantie. Het project ‘maatschappelijk positie waterschap’ moet antwoord geven op een aantal wezenlijke vragen ten aanzien van hoe het waterschap zich in het maatschappelijk speelveld wil opstellen als het gaat om de rol en taakopvatting van het waterschap. Hierin schuilen belangrijke keuzes die hun weerslag kunnen hebben op de ontwikkeling van de afvalwaterketen. De formulering van het afvalwaterketenbeleid en de op te stellen doelen en maatregelen voor de afvalwaterketen, zullen hierop worden afgestemd.
16