Verkenning Cultuur en Onderwijs "Cultuureducatie Met Kwaliteit dient een integraal onderdeel te zijn van het onderwijs. Er wordt nog te veel gewerkt met projecten en het is niet geïntegreerd in het lesgeven." Deze woorden van een van de gesprekspartners zijn typerend voor de inhoud van de verkenning cultuur en onderwijs. In opdracht van de Minister en Staatssecretaris van OCW voerde ik de afgelopen maanden 45 gesprekken met alle ondertekenaars van het bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs. Het doel was het ophalen van goede voorbeelden en het mogelijk maken van lokale afspraken tussen Cultuur en Onderwijs. De verkenning heeft wederom aangetoond dat we goed cultuuronderwijs voor ieder kind niet bereiken door het opleggen van blauwdrukken, maar veel meer door het delen van kennis en het leggen van verbindingen. Binnen het programma Cultuureducatie met kwaliteit houden we ruimte voor lokale en regionale verschillen en bieden we scholen waar gewenst een handvat voor eigen invulling. Eenheid in verscheidenheid. In deze korte rapportage worden de voornaamste resultaten van de gesprekken weergegeven. Op de website http://ocwm.in/13BR0aH vindt u inspirerende filmpjes die door verschillende steden en provincies zijn ingediend. Zo kunnen voorbeelden op een toegankelijke en laagdrempelige manier worden gedeeld en krijgen we een beeld van de ambities, inspirerende voorbeelden en de diversiteit in de lokale aanpak. Daarnaast treft u op deze site de verslagen van de gesprekken die afgelopen maanden gevoerd zijn. Resultaten verkenning, lokale en regionale inzet Door het programma Cultuureducatie met kwaliteit staat de samenwerking tussen cultuur en onderwijs prominent op lokale agenda’s. Onderwijs is meer dan taal en rekenen. Cultuur verrijkt het onderwijs en is een onmisbare vorm van talentontwikkeling. De lokale ambities zijn vormgegeven in diverse varianten van Cultuureducatie met kwaliteit en zijn met cofinanciering van het Fonds voor Cultuurparticipatie tot stand gekomen. Cultuuronderwijs is van groot belang voor een stad of regio om in het onderwijs aandacht te besteden aan de lokale en regionale trots en identiteit. Er wordt veel gewerkt vanuit een verbinding met de identiteit van een stad of regio, waarbij scholen veel gebruik maken van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Een aantal steden en provincies geeft nadrukkelijk aan zich te profileren met cultuur, creativiteit en techniek. Ook zijn er overheden die cultuuronderwijs zien als een belangrijke basis voor de ontwikkeling van creatieve vaardigheden die aansluiten bij de 21th century skills. Veel gemeenten denken na over een koppeling van hun cultuursubsidie aan dienstverlening voor jeugd en onderwijs, of hebben daar al toe besloten. Veel gemeenten en provincies willen de omslag maken van aanbod- naar vraag-gestuurd cultuuronderwijs. Gemeenten stellen vaak stimuleringsmiddelen voor cultuuronderwijs aan scholen beschikbaar. Daarnaast zetten ze cultuurcoaches in of zoeken een koppeling met de brede school aanpak. Op stedelijk of provinciaal niveau worden in het schoolcurriculum nauwelijks keuzes gemaakt voor specifieke disciplines, thema's en/of tijdvakken. Gemeenten en regio’s hanteren een breed cultuurbegrip. Film, muziek, beeldende vorming, archieven, poëzie, bibliotheken, erfgoededucatie en zelfs mediawijsheid vallen allemaal onder cultuuronderwijs. Vernieuwing en verdieping van het cultuuronderwijs hebben meestal voorrang op het bereik van het aantal scholen. Gemeenten kiezen vaker voor een ontwikkeltraject met een beperkt aantal scholen omdat het voor scholen vaak lastig is om doelen voor cultuuronderwijs te formuleren.
1
Aandachtspunten voor de toekomst Op basis van de uitkomsten van de verkenning is een drietal hoofdpunten te destilleren waar in de toekomst aandacht voor zal moeten zijn. 1 Cultuureducatie met kwaliteit in de klas: Verantwoordelijkheid onderwijs ten aanzien van cultuuronderwijs De articulatie van de vraag van het onderwijs ontwikkelt zich langzaam. De rol van bemiddelaars op het terrein van cultuureducatie is prominent. Risico hierbij is dat scholen zich daardoor minder eigenaar van de vormgeving van Cultuureducatie met kwaliteit voelen. Scholen kunnen zelf een prominentere rol nemen op dit gebied. Zo kunnen brede scholen in multifunctionele accommodaties een belangrijke verbindende rol spelen tussen school, kinderopvang, culturele instellingen en andere maatschappelijke instellingen. Dit maakt een efficiënte organisatie en meer samenhang en samenwerking mogelijk. Scholen maken tot nu toe nagenoeg geen keuzes voor disciplines of thema’s en/ of tijdvakken, waarmee een duidelijke focus ontbreekt. Het landelijk ontwikkelde leerplankader kan hierbij handvatten bieden. Het moet echter geen keurslijf zijn, er moet voldoende ruimte zijn voor scholen en regio’s om hun eigen profiel te ontwikkelen. Op veel plekken in het land werken scholen en culturele instellingen aan de ontwikkeling van leerlijnen. Zo wordt een eigen lokale en regionale invulling aan het onderwijs gegeven. Scholen hebben behoefte aan duidelijkheid over de toetsende rol van de inspectie op het gebied van cultuuronderwijs. Scholen zijn blij dat er meer aandacht is voor de brede onderwijsdoelstelling dan alleen een focus op taal en rekenen. Men ziet uit naar een plek voor cultuuronderwijs in de waardering van de inspectie. Een duurzame vraag-gestuurde aanpak is te bevorderen door het maken van lokale afspraken, bijvoorbeeld door het sluiten van lokale convenanten tussen gemeente, schoolbesturen en culturele instellingen, het vastleggen van afspraken in de Lokale Educatieve Agenda (LEA) of de inrichting van een platform voor afstemming tussen Cultuur en Onderwijs.
2
Professionalisering Leerkrachten doormiddel van bijscholing en op de pabo’s
Om cultuuronderwijs goed vorm te kunnen geven, is de deskundigheid van leraren van groot belang. In een aantal regio’s wordt incidenteel samengewerkt met de pabo’s. Een goede inzet van leraren op inhoudelijk, pedagogisch-didactisch en technisch gebied is cruciaal voor de kwaliteit van het cultuuronderwijs. Het zou interessant zijn als hier de komende tijd meer goede voorbeelden en kennisdeling over ontstaat. Zo zou er in de lerarenagenda en bij de koplopers van de pabo’s aandacht moeten zijn voor de inhoudelijke en pedagogisch-didactische aspecten van het cultuuronderwijs.
3
Culturele infrastructuur
Van de culturele sector wordt gevraagd minder aanbodgericht te denken en werken, maar goed in te spelen op de vraag van scholen. De samenwerking tussen scholen en hun culturele omgeving is in ontwikkeling: scholen geven steeds duidelijker aan wat zij van cultuuronderwijs verwachten. Er worden verbindingen gelegd tussen scholen en muziekscholen, bibliotheken, regionale historische centra, musea, de ‘hafabra’ (harmonie, fanfare en brassband) en erfgoedinstellingen. Terwijl scholen soms werken vanuit een discipline, zoals muziek, tekenen, theater of vanuit thema’s of tijdvakken, werken culturele instellingen vaak vanuit hun eigen meerjarige programmering. Dit maakt de koppeling naar lesprogramma’s lastig.
2
Vaak wordt er samengewerkt op lokaal niveau. Ook instellingen met een landelijke uitstraling hebben een interessant aanbod voor het onderwijs. Zo bieden instellingen als het Nederlands instituut voor Beeld en Geluid (NIBG), filminstituut Eye en het Nationaal Archief hun collecties grotendeels digitaal aan voor het onderwijs. Hier wordt nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Culturele instellingen veranderen steeds meer naar flexibele netwerken van ZZP’ers. Er komt een nieuwe balans tussen publiek en privaat gefinancierd aanbod. Dit vraagt om een andere rol van gemeenten, waarbij het niet meer voldoende is alleen te kijken naar de door de gemeente gesubsidieerde culturele infrastructuur. Er zijn zorgen over lokale bezuinigingen, bijvoorbeeld op de centra voor de kunsten. Rijk en provincies kunnen dit financiële gat niet opvullen, maar wel een inhoudelijke rol oppakken. Het Rijk geeft de LKCA opdracht om de 12 provinciale steunfuncties voor cultuureducatie inhoudelijk te voeden met relevante kennis. Provincies kunnen gemeenten met raad en daad bijstaan. Ten slotte Uit de gesprekken met de bestuurders blijkt dat er in samenwerking tussen scholen, culturele instellingen en andere lokale partners veel goede trajecten ontstaan om kinderen goed en interessant cultuuronderwijs te bieden. Deze voorbeelden zijn hopelijk een inspiratie voor iedereen die actief is op dit terrein. Tijdens veel gesprekken is de wens geuit het programma Cultuureducatie met kwaliteit voort te zetten. Hierbij merken veel partijen op dat het programma aan kracht zou winnen wanneer de financiering vanuit het Rijk en gemeenten een meer structureel karakter krijgt. Gemeenten vinden dat het Rijk te veel regelingen heeft, waarbij versnippering van aandacht en middelen op de loer ligt. Dit leidt op zijn beurt tot administratieve lasten bij kunst - en cultuurinstellingen en bij de scholen. Wanneer het programma wordt voortgezet zou het interessant zijn om na te denken over de mogelijkheid een doorlopende leerlijn te ontwikkelen van het primair onderwijs naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Op termijn kan er dan toegewerkt worden naar een situatie waarin het cultuuronderwijs niet meer projectmatig ingevuld wordt, maar structureel onderdeel uitmaakt van het onderwijs.
Den Haag, 18 december 2014 Fred Voncken (directeur Projecten bij het ministerie van OCW) Met dank aan: Wim Burggraaff (secretaris, Directie Erfgoed en Kunsten, ministerie van OCW) Carla de Koning (Directie primair onderwijs, ministerie van OCW) Joost Kuggeleijn (Directie Erfgoed en Kunsten, ministerie van OCW) Riet de Leeuw (Directie Erfgoed en Kunsten, ministerie van OCW)
Bijlagen Gespreksagenda Lijst van gesprekspartners
3
Standaard agenda Verkenning Cultuur en Onderwijs (versie 8 januari 2014) Toelichting: • Ronde langs (maximaal 47) ondertekenaars van het bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs voor gecombineerd gesprek met gemeente, onderwijs en cultuur. • Context: rijksbeleid Cultuureducatie met kwaliteit, met als doel de kwaliteit van het cultuuronderwijs te bevorderen en richt zich concreet op: • het bevorderen van de deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers bij culturele instellingen • het stimuleren van het werken met een samenhangend curriculum (doorlopende leerlijn) • het bevorderen van het beoordelen van leerling prestaties • het bevorderen van duurzame samenwerking tussen scholen en culturele instellingen Binnen het programma Cultuureducatie met kwaliteit zijn diverse acties in gang gezet die basisscholen hierbij ondersteunen, zoals de ontwikkeling van een leerlijn en nascholing. Scholen kunnen de middelen die voor cultuureducatie zijn opgenomen in de Prestatiebox inzetten op de genoemde doelen. 1
2
3
4
Aanleiding en inleiding • Brede vormende opdracht van het onderwijs. • Goed cultuuronderwijs is cruciaal voor individu en samenleving.*) Doel van dit gesprek: Verkennen en aanjagen. Doel is om goede voorbeelden op te halen om eventueel op landelijke schaal door te ontwikkelen en de totstandkoming van lokale afspraken tussen Cultuur en Onderwijs te faciliteren. Geen blauwdrukken, wel kennisdelen. Visie, lokale verbindingen en ambities • Welke verbindingen leggen jullie lokaal? (sport, pabo, kinderopvang, etc.) • Wat zijn goede en excellente voorbeelden? • Wat kan beteren waar liggen nog kansen? Voortgezet Onderwijs? Thema’s uit bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs • Lokale afspraken Cultuur en Onderwijs over tijd, ruimte en middelen, mogelijk irt LEA • Doorlopende leerlijn • Professionalisering leerkrachten • Inzet €10,90 uit prestatiebox • Lokale verbindingen en samenwerking • Brede school, IKC, kinderopvang • Lokale culturele infrastructuur (bezuinigingen??) Hoe concreet en hard zijn de ambities? Afspraken • Praktische afspraken rond communicatie en informatievoorziening • Terugkoppeling na bestuurlijke ronde (uiterlijk eind 2014)
4
*) • •
Cultuur(vakken) in het basisonderwijs is niet is nieuws… Zie kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie We weten uit onderzoek dat het aantal uur voor Kunstzinnige oriëntatie voldoende is, maar het gaat om de invulling van die uren: meer lijn, meer inhoud, meer dan een leuk uitstapje
Uit een recente review studie van relevant onderzoek naar de effecten van kunstonderwijs trekt de OESO de volgende conclusies: • Door kunstonderwijs verwerven kinderen en jongeren in de eerste plaats kunstzinnige vaardigheden en doen ze kennis over kunst op. • Goede kunsteducatie kan een eigen, unieke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van waarnemingsvermogen, verbeeldingskracht, uitdrukkingsvermogen, een onderzoekende houding, vasthoudendheid, reflectievermogen en communicatieve vaardigheden. Daarvoor is wel een goede didactische aanpak nodig. • Kunsteducatie kan de basis leggen voor vakopleidingen en hogere opleidingen voor creatieve functies in de samenleving. Niet alleen artistieke beroepen, maar ook wetenschap en bedrijfsleven vragen om vaardigheden die in de kunsten en in kunsteducatie ontwikkeld worden Art for Art's Sake? is een reviewstudie van wetenschappelijk onderzoek naar zogenaamde transfereffecten van kunstonderwijs op prestaties van leerlingen bij andere schoolvakken en op skills for innovation. Er is gekeken naar uitkomsten van een groot aantal onderzoeken sinds 1950 in databases in elf talen. De reviewstudie is uitgevoerd in het kader van de Innovation Strategy for Education and Training van het Centre for Educational Research and Innovation (CERI) van de OESO.
5
Lijst van gesprekspartners Met dank aan Laura Stoové (LKCA) voor verzorging van de informatiedossiers ten behoeve van de gesprekken. wethouders onderwijs en cultuur Almere Huis (cultuur) Alkmaar Van de Ven (cultuur); Hamberg (onderwijs) Amersfoort Van den Berg (cultuur) Amsterdam Hilhorst (onderwijs); Gehrels (cultuur) Apeldoorn Kruithof (onderwijs); Cziesso (cultuur) Arnhem Giessing (onderwijs) Breda Boelema (onderwijs) ; Akinci (cultuur) Delft De Prez (onderwijs); Junius (cultuur) Den Bosch Weijers (cultuur & onderwijs) Den Haag Van Engelshoven (onderwijs); De Jong (cultuur) Deventer Hartogh Heys (onderwijs & cultuur) Dordrecht Van de Burgt (onderwijs); Mos (cultuur) Ede Weijland (cultuur & onderwijs) Eindhoven Scholten (onderwijs); Schreurs (cultuur) Emmen Jumelet (cultuur) Enschede Van Hees (cultuur); Hatenboer (onderwijs) Groningen Schoor (onderwijs); Ishta (cultuur) Haarlem Nieuwenburg (onderwijs); Mooij (cultuur) Haarlemmermeer Reneman (cultuur) Heerlen Clemens (onderwijs); Braeken (cultuur) Helmond Stienen (cultuur); De Leeuw-Jongejans (onderwijs) Hengelo Lievers (onderwijs & cultuur) Leeuwarden Koster (onderwijs); Feitsma (cultuur) Leiden De Wit (onderwijs); De Haan (cultuur) Maastricht Damsma (onderwijs & cultuur) Nijmegen Helmer (onderwijs); Velthuis (cultuur) Rotterdam De Jonge (onderwijs); Laan (cultuur) Sittard-Geleen Kamphuis (onderwijs); Lebens (cultuur) Tilburg Frenk (cultuur) Utrecht Kreijkamp (onderwijs) Venlo Teeuwen (cultuur) Westland De Goeij (cultuur & onderwijs) Zoetermeer Haring (onderwijs); Van Leeuwen (cultuur) Zwolle Vedelaar (cultuur) gedeputeerden cultuur Drenthe Munniksma Flevoland Lodders Friesland De Vries Gelderland Traag Groningen Wilstra Limburg Koopmans Noord-Brabant Van Haaften Noord-Holland Sweet Overijssel Maij Utrecht Pennarts Zeeland De Reu
6