Verkeerskrant
politie Bilzen - Hoeselt - Riemst
COLOFON
VOORWOORD Beste inwoner van Bilzen, Hoeselt en Riemst
Redactieadres: Lokale politie Bilzen-Hoeselt-Riemst Schureveld 19 3740 BILZEN Tel: 089/51.93.00 Fax: 089/51.93.34
Deze verkeerskrant schetst een kort beeld van de verkeerspolitie in de politiezone BilzenHoeselt-Riemst. Hierin kan je onder andere een voorstelling vinden van de verkeersdienst, de te volgen procedure voor het innemen van openbaar domein, een verkeersonderzoek naar onveiligheid, uitleg over verkeershandhaving en hoe dit leidt tot minder verkeersslachtoffers en tenslotte verkeersinformatie en -educatie.
Verantwoordelijke uitgever:
In 2009 startte de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst met het nieuwe zonaal veiligheidsplan 2009-2012. In dit zonaal veiligheidsplan is de verkeersveiligheid één van de prioriteiten. De hoofddoelstelling is nog steeds het verminderen van het aantal letselongevallen. Deze verkeerskrant kadert in het actieplan verkeer.
Politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst
Foto’s: Alle foto’s m.b.t. de SLIM-actie werden gemaakt door het provinciebestuur – Vanthienen. De andere foto’s komen uit het archief van politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst.
Dirk Claes Korpschef politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst
Op de laatste pagina van de krant kan je een formulier terugvinden waarmee je fiches voor specifieke weggebruikers kan aanvragen. In elke fiche wordt de regelgeving voor een bepaalde groep weggebruikers toegelicht en aangevuld met praktische tips om zich veilig in het verkeer te begeven. Je kan de fiches aanvragen door het formulier ingevuld terug te bezorgen aan de lokale politie Bilzen-Hoeselt-Riemst t.a.v. de verkeersdienst. We wensen je veel leesgenot en staan steeds ter beschikking voor meer informatie!
Johan Sauwens burgemeester Bilzen
Annette Stulens burgemeester Hoeselt
Mark Vos burgemeester Riemst
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
3
1
De verkeersdienst De verkeersdienst staat in voor de uitvoering van het actieplan verkeer zoals beschreven in het zonaal en nationaal veiligheidsplan. De verkeersproblematiek is een topprioriteit, iedereen wordt er mee geconfronteerd.
De voornaamste doelstellingen zijn: 1. de VERKEERSONVEILIGHEID en het VERKEERSONVEILIGHEIDSGEVOEL verminderen: • Door de gedetecteerde verkeersproblemen te analyseren en een plan van aanpak te ontwikkelen, • Door de zwakke weggebruikers - ongeacht hun leeftijd - verkeersvaardigheden bij te brengen, • Door het organiseren van gericht toezicht op ongevalgevoelige plaatsen, • Door het gevaarlijk en hinderlijk verkeersgedrag te ontraden … door het organiseren van gerichte controles op lokale fenomenen zoals: - het stoepparkeren, - het niet gebruiken van fiets-, voet- en zebrapad, - ongepaste snelheid, - het negeren van het rode verkeerslicht, - GSM’n tijdens het rijden, - rijden onder invloed van alcohol en/of drugs, - het niet respecteren van rij- en rusttijden en overlading, - opgedreven bromfietsen, … • Door het opzetten en ondersteunen van campagnes en thema-acties, • Door gevaarssituaties structureel aan te pakken. 2. de MOBILITEIT bevorderen: • Door actief mee te werken aan de realisatie van het mobiliteitsplan, • Door het beïnvloeden van de route- en vervoermiddelkeuze, • Door verplaatsingen in groep (te voet of met de fiets) te begeleiden, • Door wegenwerken en andere innamen van het openbaar domein planmatig aan te pakken zodanig dat de hinder tot een minimum beperkt blijft. 3. de plaatselijke bevolking en onze collega’s INFORMEREN: • Door in de gemeentelijke informatiebladen artikels te publiceren die betrekking hebben op het gevoerde handhavingsbeleid, nieuwe gedragsregels en recente reglement- en wetswijzigingen, • Door per doelgroep brochures en nieuwsbrieven te ontwikkelen en deze ter beschikking te stellen, • Door infosessies en voordrachten te organiseren.
Nog vragen, meldingen of suggesties? Heb je opmerkingen over een bepaalde verkeerssituatie in je straat, buurt of op je school- of werkroute? Heb je voorstellen om bepaalde verkeerssituaties te verbeteren? Wordt je straat of buurt onleefbaar door het verkeer? Is de parkeeroverlast op een bepaalde plek niet meer te harden? Met je klachten, ergernissen, voorstellen, opmerkingen kan je terecht bij de verkeersdienst. Je kan er ook het zonaal veiligheidsplan inkijken, waarin de wensstructuren voor het verkeer beschreven staan. Dit plan vormt de basis bij het uitvoeren van verkeersprojecten. Ook het mobiliteitsplan van de drie gemeenten werd door de hogere overheid goedgekeurd. Dit plan beschrijft hoe de dominante functie van de auto kan worden teruggeschroefd ten gunste van ‘zachtere vervoerswijzen’ zoals te voet gaan, fietsen en openbaar vervoer. Er werd ook een actieplan aan toegevoegd die een beschrijving geeft van de projecten die op til zijn voor de korte, middellange en lange termijn.
4
Wend je tot onze dienst via: tel. 089/51.93.05 - fax. 089/51.93.34 - e-mail
[email protected]
2
Verkeerstechniek PROCEDURE ‘INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN’ De bereikbaarheid verzekeren en hinderlijke situaties tot het minimum beperken … je kan jouw steentje bijdragen. Met een vergunning voorkom je veel narigheid!
Wat verstaan we onder openbaar domein?
Kosten?
Dit zijn alle delen van de openbare weg (rijbaan, stoep, fietspad, gelijkgrondse en verhoogde bermen) alsook alle andere openbare ruimten, zoals pleinen en parkings. Wie een deel van het openbaar domein wil innemen bij bouwwerken, verbouwingswerken, onderhouds- en andere werken (om een hoogtewerker, een bouw- of verhuislift, een stelling, een container, werktuigen of bouwmaterialen te plaatsen bijvoorbeeld), dient een vergunning aan te vragen: • bij de verkeersdienst van de lokale politie, Schureveld 19 te Bilzen voor wat het grondgebied Bilzen en Hoeselt betreft en voor bedrijven (aannemers, …) in Riemst (contactpersonen Guido Wijnen en Valentin Machiels). Particulieren moeten in Riemst langsgaan bij de mobiliteitsambtenaar Elke Bouveroux, Maastrichterstraat 2B te Riemst • … en dit minstens twee weken vooraf. Gaat het om grote werken (zoals o.a. werken op gewestwegen…), vraag dan je vergunning drie weken vooraf al aan. Deze vergunning wordt vervolgens aan de Gemeentelijke Mobiliteitsdienst overgemaakt, waar je aanvraag verder wordt afgehandeld.
Bilzen: de belasting op de inname van het openbaar domein te Bilzen bedraagt 0,50 euro per vierkante meter per dag voor de eerste drie maanden. Nadien bedraagt de belasting 0.75 euro per vierkante meter per dag. De technische dienst stelt - tegen vergoeding signalisatiemateriaal, zoals nadarhekkens en verkeersborden, ter beschikking. Tenslotte controleren de politie en de technische dienst op het naleven van de vergunning en het hieraan gekoppelde signalisatieplan. HOESELT Voor het innemen van openbaar domein t.g.v. bouwwerken, verbouwingswerken en afbraakwerken bedraagt de belasting 0,10 euro per dag (of gedeelte van een dag) en per m² (of gedeelte van een m²) van de bezette standplaats. Wanneer de werken echter binnen de 24 uren opgeruimd zijn is er geen belasting verschuldigd. Wanneer het openbaar domein occasioneel ingenomen wordt met het oog op verkoop bedraagt de belasting 20 euro per inname/per dag. Voor de inname van het openbaar domein door drankslijterijen en eetgelegenheden voor het plaatsen van terrassen, tafels en stoelen is er geen belasting verschuldigd. De gemeente Hoeselt leent geen signalisatie uit. RIEMST De belasting op de inname van het openbaar domein in Riemst bedraagt 1,50 euro per vierkante meter. De geplaatste signalisatie is normaal gratis wanneer de aanvraag gebeurt door een particulier. Wanneer de werken of de inname openbaar domein gebeuren door een aannemer, dan moet deze zelf in de signalisatie voorzien. Heeft hij deze niet, dan kan hij die tegen een vergoeding bij de technische dienst van Riemst gaan huren. De controle op de signalisatie gebeurt door de politie, de preventieadviseur van de gemeente net als de opzichter van de gemeente.
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
5
3
Verkeersonderzoek naar onveiligheid Verkeersongevallen vormen een groot maatschappelijk probleem. Aan dit probleem is in de afgelopen jaren al veel gedaan. Jaarlijks vallen nu rond de 1500 doden in het verkeer. Om dit aantal verder terug te dringen, worden steeds verfijndere probleemanalyses gemaakt, en op grond daarvan worden nieuwe maatregelen bedacht. Veel maatregelen zijn er op gericht het gedrag van verkeersdeelnemers te beïnvloeden, maar dit gebeurt niet persé op een heel directe manier.
Aantal ongevallen in de ZONE van 2003 tot 2007
Ongevallen met (zwakke) weggebruikers in de ZONE in 2007 fietser 17% bromfietser
voetganger
233
-31%
239
200
164 168
152 156
andere 50%
dode letsel totaal
180 182
8%
19% 6%
250
165 166
150 100
motorfietser
50 6
0
4
4
2
2003
2004
2005
1
2006
2007
Over het algemeen wordt de vierdeling mens - voertuig - weg - omgeving gehanteerd om de beïnvloedingsmogelijkheden aan te geven. Naast de directe beïnvloeding van de mens (zoals bijv. in de rijopleiding), kunnen aanpassingen aan voertuig, weg en omgeving op een indirecte manier de veiligheid van de weggebruiker beïnvloeden. Via voertuig, weg en omgeving kan het gedrag van de weggebruiker beïnvloed worden en een ongeval voorkomen worden. Daarnaast kunnen deze aspecten ook zodanig worden toegepast dat de gevolgen van een ongeval beïnvloed worden (ernstige afloop voorkomen). Het gaat dan bijvoorbeeld om airbags, geleiderails, en het verwijderen van bomen langs de weg.
Engineering
Education
Enforcement
Maatregelen worden vaak onder één van de ‘drie E’s’ geschaard: ENGINEERING, EDUCATION, ENFORCEMENT. Engineering staat voor alle aanpassingen aan voertuig, weg en omgeving, Education voor onderwijs en voorlichting, en Enforcement voor verkeershandhaving.
1
2
3
Om gedrag effectief te beïnvloeden, is een slimme inzet nodig van (een combinatie van) maatregelen behorende bij de drie E’s. Hiervoor is het o.a. van belang te weten welke menselijke handelingen en motivaties leiden tot ongevallen in het verkeer. Gaat het bijvoorbeeld voornamelijk om per ongeluk gemaakte fouten, dan is inzet van andere maatregelen nodig dan wanneer het gaat om heel intentioneel gemaakte overtredingen van regels. Een illustratie hiervan is een ongeval op een kruispunt.
6
Wanneer dit is ontstaan doordat een bestuurder de andere partij niet tijdig heeft zien aankomen, dan is dat heel wat anders dan als dit ongeval is ontstaan omdat de bestuurder dacht er nog wel even voor langs te kunnen.
Wil men niet aan symptoombestrijding doen, maar oorzaken aanpakken, dan zal in het eerste geval naar maatregelen gezocht moeten worden in de sfeer van training (mens-education), vereenvoudiging van de rijtaak en/of maatregelen die afleiding tegen moeten gaan (beide voertuig-engineering), of maatregelen die de opvallendheid van medeweggebruikers verhogen (engineering van voertuig of omgeving). In het tweede geval zal men het moeten zoeken in bijv. effectieve handhaving (mens-enforcement) en/of gevaarherkenningstrainingen (een andere vorm van menseducation) en/of het vervangen van het kruispunt door een rotonde (weg-engineering).
4
Verkeershandhaving leidt tot minder verkeersslachtoffers 4.1. EEN VISIE OVER VERKEERSHANDHAVING: “MINDER REGELS, MEER AFDWINGEN …” De verkeersveiligste landen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze een zeer strikt handhavingsbeleid voeren. In die landen zorgen politie en rechtbanken ervoor dat de verkeerswetten strikt nageleefd worden. Dat houdt in dat er systematisch en frequent gecontroleerd wordt, dat er geen gedoogbeleid is ten aanzien van kleinere overtredingen (bijvoorbeeld parkeren op de stoep) en dat er geen seponeringsbeleid is, alle overtredingen worden dus vervolgd en beboet. In Zweden spreekt men over "Vision Zero". De bedoeling van dit zerotolerantie beleid is het voorkomen van alle vermijdbare verkeersongevallen. De resterende slachtoffers zijn het gevolg van onvermijdbare ongevallen, die te wijten zijn aan externe factoren (zoals een technisch effect of het weer), niet aan roekeloos gedrag. Uit recent onderzoek blijkt ook dat er een sterk verband bestaat tussen de corruptie in een land en het aantal dodelijke verkeersongevallen. In positieve zin kan men stellen dat het verkeer veiliger is in die landen waar de burgers bereid zijn om het spel te spelen volgens de regels. Landen zoals Nederland en Zweden staan bekend als verkeersveilige landen en scoren uitstekend op de corruptie-index. Maar dit verband is ook een vraag van de kip en het ei. Zorgt de wetsgetrouwheid van burgers voor het maatschappelijke draagvlak dat nodig is voor een strikt handhavingsbeleid? Of leidt een strikt handhavingsbeleid tot een wetsgetrouwe mentaliteit? De voorbije jaren is in Vlaanderen op beide vlakken vooruitgang geboekt. Zowel de federale als de Vlaamse regering plaatste verkeersveiligheid hoog op de politieke agenda. Naast de aanpak van de 800 zwarte punten in Vlaanderen vallen vooral de verlaging van de toegelaten snelheid van 90 naar 70 kilometer per uur, het opvoeren van de mobiele snelheidscontroles en de installatie van flitspalen op. En ook al is een flitspaal niet permanent in gebruik, de automobilist wordt verondersteld dit niet precies te weten. Er is dus een permanente handhaving. In de afgelopen jaren is ook de publieke opinie wakker geschud met een langzaam wijzigend verkeersgedrag tot gevolg. Dat blijkt uit het feit dat de snelheid (één van de belangrijkste oorzaken van verkeersongevallen) gemiddeld afneemt. De verkeerspolitie voerde niet alleen het aantal mobiele snelheidscontroles op. Met behulp van handhavingsplannen worden ze ook beter gepland. Omdat op een specifieke plaats soms meerdere verkeersfactoren een rol spelen, wordt de effectiviteit van controles vaak over- of onderschat. Toch is een rationele inzet van politionele middelen wenselijk en noodzakelijk voor een succesvolle handhaving. Als er meer en strenger gecontroleerd wordt, dan vereist een effectief verkeersveiligheidsbeleid natuurlijk ook dat er gevolg gegeven wordt aan de processen-verbaal die de politiediensten opstellen. Zo bestaat in België al een tijdje het systeem van de onmiddellijke inning waarbij een politieambtenaar op basis van een beknopt proces-verbaal de overtreding verder kan afhandelen. De politie stelt aan de overtreder voor om een geldsom te betalen. De betaling van die som voorkomt verdere strafvervolging, tenzij het openbaar ministerie er anders over beslist. In de meeste juridische ressorten werkt het systeem vrij efficiënt. Het staat buiten kijf dat strenge verkeershandhaving loont. Het handhavingsbeleid staat of valt vooral met het maatschappelijke draagvlak. Met acties van bepaalde anti-verkeershandhavingorganisaties lijken daar de eerste barsten in te komen, hoewel het slechts om een beperkt fenomeen gaat. Veel erger wordt het wanneer de complexiteit van de wetgeving ertoe leidt dat goedmenende burgers onbewust toch een overtreding begaan en hiervoor (te) zwaar beboet worden. In die zin zijn de verschillende voorstellen om zes snelheidszones in te voeren (30- 5070-90-110-130 kilometer per uur) ongelukkig. Want diezelfde burger van goede wil is dan méér bezig met zijn snelheidsmeter dan met de situatie op de weg. En voor kinderen wordt het helemaal moeilijk om afstand en snelheid in te schatten. Kortom, de verkeersveiligheid is vooral gebaat met een eenvoudige en duidelijke wetgeving die strikt gehandhaafd wordt. Op die manier, en samen met een reeks infrastructurele maatregelen, zal Vlaanderen een veiliger land worden om er te wonen en zich te verplaatsen.
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
7
4.2. WAAROM VERKEERSHANDHAVING ? Onderzoek toont aan dat verkeershandhaving leidt tot minder verkeersslachtoffers, omdat mensen zich beter aan de verkeersregels houden. Uit meerjarig onderzoek naar de effecten van de verkeershandhavingsteams komt naar voren dat daar waar is gehandhaafd door middel van intensieve controles, het aantal dodelijke slachtoffers met ongeveer 10% is afgenomen. Deze resultaten zijn een stimulans om door te gaan met intensieve verkeershandhaving.
4.2.1.
DE POLITIE CONTROLEERT OP DIE PUNTEN DIE BIJDRAGEN TOT EEN VERKEERSVEILIGER EN -LEEFBAARDER OMGEVING. OOK IN UW STRAAT!
1. SNELHEID Te hard rijden, vaak in combinatie met te weinig afstand houden, veroorzaakt veel ongelukken. Hoe sneller u rijdt, hoe groter de kans op een ongeval en hoe ernstiger de afloop. 2. ALCOHOL EN DRUGS Alcohol- en druggebruik is direct van invloed op de rijvaardigheid. Bij twee of drie glazen alcohol of het roken van één jointje is de kans op een ongeval al anderhalf keer groter. 3. GORDEL Het dragen van de autogordel is verplicht, óók achterin. De overlevingskans bij een verkeersongeval is bijna vijftig procent hoger als u een autogordel draagt. 4. ROODLICHT Verkeerslichten staan op gevaarlijke of drukke kruisingen. Rijden door rood gaat vaak gepaard met hoge snelheid en is dus extra gevaarlijk. 5. HELM Het dragen van de helm beperkt de ernst van het letsel bij slachtoffers. 6. VERKEERSAGRESSIE Onder verkeersagressie verstaan we niet alleen chauffeurs die met elkaar op de vuist gaan of die bv. moedwillig elkaar de pas afsnijden of hinderen. Ook valt hieronder agressief rijgedrag, dat - in het geval van de pleger - allicht niet altijd zo bedoeld is, maar bij het slachtoffer overkomt als agressie en asociaal gedrag. 7. HINDERLIJK EN GEVAARLIJK PARKEREN Onveilig en hinderlijk parkeren leidt tot verhoogde subjectieve onveiligheidsgevoelens. Zeker in stadscentra en in woonstraten geeft dit vaak aanleiding tot wrevel. Het grootste slachtoffer van het onveilig en hinderlijk parkeren is de zwakke weggebruiker. Deze wordt immers verplicht zich op "onveilige" wijze door het verkeer te begeven. 8. VERKEERSVEILIGE EN –LEEFBARE SCHOOLOMGEVING Wie kent niet de krioelende massa’s auto’s en kinderen rond scholen en de (levens)gevaarlijke situaties die een kind onderweg tegenkomt. Vaak hou je je hart vast of zij heelhuids aankomen. Meestal gaat het (net) goed, maar helaas niet altijd. Reden om structureel en goed georganiseerd te blijven werken aan een veilige schoolomgeving! Verkeershandhaving is daar een belangrijk onderdeel van. 9. GEDRAG VAN EN T.A.V. DE ZWAKKE WEGGEBRUIKER Het aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop en zwaar gekwetsten is in onze politiezone de laatste jaren afgenomen. Maar deze positieve evolutie geldt echter niet voor de zwakke weggebruikers, de tweewielers in het bijzonder. Een en ander heeft te maken met de aanzienlijke stijging van het aantal motorfiets-, bromfiets-, en fietsverplaatsingen op onze wegen, én van het aantal gereden kilometers. Motorrijden en fietsen worden immers steeds populairder, zowel voor dagelijkse ritten als voor de vrije tijd. De minder gunstige cijfers zijn echter ook een weerspiegeling van de grote kwetsbaarheid van motorrijders in het verkeer.
8
10. ZWAAR VERVOER Bij negen van de tien vrachtwagenongelukken waarbij de bestuurder van de vrachtwagen (mede) veroorzaker is, speelt het gedrag van de truckchauffeur een belangrijke rol. Te weinig afstand houden, te hard rijden en rijstrookwisselingen zijn de belangrijkste oorzaken voor ongelukken met vrachtwagens. Ongeveer een kwart van de ongelukken is alleen maar te verklaren door mogelijke afleiding, vermoeidheid en/of onoplettendheid van de truckchauffeur. Om het nog niet te hebben over de technische staat van het voertuig en het gewicht van de lading! Zwaar doorgaand verkeer wordt verplicht woonstraten en centra te mijden, en zich te verplaatsen op wegen die daarvoor zijn uitgerust en zijn ingericht. Door het (doen) respecteren van deze reglement verhoogt de leefbaarheid in uw omgeving.
4.2.2.
PLANMATIGE AANPAK
Vanaf 2004 zijn op initiatief van de zonale veiligheidsraad lokale verkeershandhavingsprojecten opgezet. Inmiddels heeft praktisch elke politiezone haar eigen verkeershandhavingsteam. Kenmerkend voor de projecten is een planmatige aanpak: er worden o.a. ongevallenanalyses gemaakt en op basis daarvan wordt bepaald waar en op welke manier gecontroleerd gaat worden.
4.2.3.
ONDERZOEK OP VERKEERSHANDHAVING
Vanaf de start van de projecten is onderzoek naar de effecten gedaan. In deze evaluatie heeft de verkeersdienst op alle vijf de speerpunten gekeken naar de effecten van verkeershandhaving. • Dankzij het verkeershandhavingsplan rijden mensen aantoonbaar minder hard. De vermindering van het aantal mensen dat te hard rijdt heeft zich vertaald in een vermindering van 31% op het aantal letselongevallen en op het aantal ernstige verkeersslachtoffers. • Daarnaast dragen meer mensen de autogordel: voor bestuurders van personenauto’s is het percentage gordeldragers gestegen van 67% in de periode 2003 naar 77% in 2007. • De extra controle op rijden onder invloed heeft slechts een beperkt effect gehad. Hoewel er circa 5 - 10% meer op alcohol is gecontroleerd, blijft het percentage bestuurders dat te veel heeft gedronken achter het stuur rond de 10% schommelen. • Met betrekking tot helmgebruik en het rijden door rood licht trekt de verkeersdienst een voorzichtige conclusie (i.v.m. het geringe aantal nieuwe gegevens) dat er waarschijnlijk een (beperkt) positieve invloed is geweest op het betreffende gedrag.
4.2.4.
TOEKOMST VAN VERKEERSHANDHAVING
Ondanks het feit dat er veel succes is geboekt bij het verminderen van het aantal overtreders en daarmee het bevorderen van de verkeersveiligheid, is er nog veel werk te verzetten. Zo zijn er bijvoorbeeld nog steeds te veel hardrijders op de weg. In de weekendnachten rijdt gemiddeld 10% van de automobilisten onder invloed van alcohol. Er rijden nog altijd mensen zonder gordel of helm en door het rode verkeerslicht. Gesteund door de positieve onderzoeksresultaten worden de activiteiten van de verkeershandhavingsteams voortgezet. Een planmatige aanpak op basis van een ongevallenanalyse, garandeert een doelmatige en doelgerichte inzet van handhavingcapaciteit. Onze politiezone blijft in verkeershandhaving investeren: maandelijks worden er meer dan 1.000 manuren aan verkeerscontroles en –acties besteed!
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
9
4.3. HET VERKEERSVEILIGHEIDSFONDS Met het verkeersveiligheidsfonds wil de federale regering het aantal verkeerslachtoffers met de helft verminderen tegen 2010. Het fonds dat voorheen boetefonds heette, geeft de politiezones een financiële steun voor de acties die ze ondernemen om de veiligheid in het verkeer te bevorderen. Een deel van de verkeersboetes, minnelijke schikkingen en onmiddellijke inningen vormen de belangrijkste inkomsten van het fonds.
Om van het fonds gebruik te maken moeten de politiezones een actieplan opstellen dat te maken heeft met een aantal thema’s over verkeersveiligheid (bijv. handhaving van snelheidsbeperkingen, alcoholcontroles, enz.). Hoe gebeurt de verdeling van het verkeersveiligheidsfonds? • 54% op basis van de vijf categorieën waartoe de politiezones, afhankelijk van hun organiek kader, behoren, • 37% in functie van de daling van het aantal verkeersslachtoffers, • 9% volgens het aantal kilometers lokale- en gewestwegen in de politiezone. De politiezone gebruikt het verkeersveiligheidsfonds voornamelijk om acties op het vlak van preventie, bewustmakingscampagnes, opleidingen en controle te ondersteunen. Enkele realisaties in onze politiezone … • het plaatsen van variabele signalisatie “Zone 30 Schoolomgeving”, • het sensibiliseren van het gebruik van fietsverlichting en de gordeldracht, • het gratis ter beschikking stellen van de verplichte uitrusting voor verkeersregelaars, zoals er zijn de signaalgevers, gemachtigde opzichters, en wegkapiteins, • het schenken van een signalisatieset aan de begeleider, en fluoriserende jasjes aan de weggebruikers die zich in groepsverband verplaatsen, • het ter beschikking stellen van verkeerseducatieve pakketten aan alle schoolinplantingen, • de aankoop van onze kantoorwagen en politiefietsen, • …
10
4.4. TAKELWERKEN 4.4.1.
•
•
•
WIE TAKELT IN OPDRACHT VAN DE LOKALE POLITIE BILZEN-HOESELT-RIEMST?
BILZEN (ten noorden van de gewestweg N2 Beverst – Mopertingen): Takeldienst Bilzen-Noord, Caetsbeekstraat 8, 3740 Bilzen Tel. 0473/73.90.80 HOESELT EN BILZEN: (ten zuiden van de gewestweg N2 Beverst-Mopertingen): Garage Robert, Industrielaan 35g, 3730 Hoeselt - Tel. 089/41.16.06 RIEMST: N.V. Frank PAULY, Tongersesteenweg 38, 3770 Riemst - Tel. 012/45.19.83
4.4.2.
AFHALEN GETAKELDE VOERTUIGEN
De eigenaars/bestuurders van de getakelde voertuigen begeven zich met eigen middelen naar de terreinen van de takeldienst waar ze het voertuig kunnen afhalen. In het geval van een inbeslagname moet de betrokkene zich voorafgaandelijk bij de politie melden.
4.4.3. •
•
BETALING
Voertuigen getakeld na foutparkeren of na een verkeersongeval Er wordt aangeraden om de takelkosten dadelijk te vereffenen bij het afhalen van het voertuig. U bent dit evenwel niet verplicht. Wanneer u beslist op een latere datum te betalen kan het “te betalen bedrag“ nog aangevuld worden met administratiekosten. Bij niet-betaling stelt u zich bloot aan gerechtelijke vervolging. Inbeslaggenomen voertuigen Hier dienen de takelkosten dadelijk betaald te worden bij het afhalen van het voertuig. Let op: voor deze takeling worden de takelkosten per dag verhoogd met een bedrag aan staangeld. In dit verband verwijzen we graag naar de interessante website van het C.O.I.V. (Centraal Orgaan voor Inbeslagname en Verbeurdverklaring): www.confiscaid.be
4.4.4.
BOETE
De boete en de takelkosten zijn twee afzonderlijke zaken en staan totaal los van elkaar.
4.4.5.
TAKELEN OP PRIVÉTERREIN
Het takelen op privéterrein kan enkel op initiatief en kosten van de klager. Er wordt wel een proces-verbaal opgesteld met vermelding van het relevant artikel uit het Veldwetboek (art. 87.8°) van de bestemming van het terrein en de manier waarop het terrein afgesloten is. Op vraag van de klager kan de politie een takeldienst ter plaatse vragen.
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
11
4.5. VERKEERSVORMINGSKLASSEN ALS ALTERNATIEVE SANCTIE VOOR DE JEUGDIGE VERKEERSOVERTREDER VERANTWOORDING Door de Wet op de Jeugdbescherming (1965) kunnen -16-jarigen voor (verkeers)overtredingen niet worden beboet, hun ouders evenmin. De jeugdrechtbank kan hen wel dagvaarden, in bijzijn van hun ouders en een advocaat, én kan een maatregel van pedagogische aard opleggen (een zgn. alternatieve sanctie). In diverse gemeenten waren er positieve ervaringen met het concept “verkeersvormingsklassen” . Het gebeurt zelden dat een jongere voor een tweede of derde maal moet worden uitgenodigd naar de verkeersvormingsklas.
DOEL De verkeersvormingsklas is een middel om jongeren tussen 12 – 18 jaar aan te sporen zich veiliger te gedragen. Velen onder hen weten dat ze voor verkeersovertredingen niet kunnen worden beboet en missen alzo de ‘stok achter de deur’. Minderjarigen die een verkeersovertreding begaan, moeten zelf geconfronteerd worden met hun ‘fout’. Kinderen en jongeren die de wegcode aan hun laars lappen (vooral onveilig fietsgedrag en technische fietsuitrusting) krijgen een ‘jongeren-PV’ en worden dan uitgenodigd om een verkeersklas bij te wonen, meestal op woensdagnamiddag. Als zij op die uitnodiging ingaan, wordt het PV geseponeerd. Het uiteindelijke doel is zeker niet meer bekeuringen uitschrijven, maar er toe komen dat jongeren minder overtredingen begaan en minder bij verkeersongevallen betrokken geraken. De jongeren die een verkeersvormingsklas volgen, blijken het opofferen van enkele uren vrije tijd te ervaren als een sanctie, die weliswaar wordt gecompenseerd door meer verkeersinzicht en een betere regelkennis.
VERLOOP VAN DE VORMING De aanwezigen stellen zichzelf kort voor en vertellen voor welke overtreding ze werden uitgenodigd. Dan vullen de jongeren een testformulier in, om na te gaan hoe het met hun verkeerskennis is gesteld. De antwoorden worden dan overlopen en zo weet de lesgever welke verkeerde opvattingen hij moet rechtzetten of welke gaten hij zal trachten op te vullen. Na een korte pauze toont de lesgever een reeks beelden van plaatselijke verkeerssituaties, die hij voorziet van de nodige commentaar, rekening houdend met de antwoorden op de test en met de gerapporteerde overtredingen.
4.6. VERKEERSWETGEVING EN -HANDHAVING: INTERESSANTE LINKS ALLES OVER VERKEERSWETGEVING EN -REGLEMENTERING • www.wegcode.be (wens je op de hoogte te blijven van de (verkeers)actualiteit, schrijf dan in op de Wegcode Nieuwsbrief!) • www.ikbenvoor.be (met de nadruk op verkeersbeleid en actuele verkeersthema’s) • www.bivv.be (met de nadruk op actuele campagnes) • http://wegen.vlaanderen.be/ (met de nadruk op mobiliteit en wegbelemmeringen, zoals werken)
BEREKEN ZELF UW VERKEERSBOETE! Een dienst aangeboden door Wegcode vzw. • http://www.wegcode.be/snelheidsovertreding.php
12
5
Verkeersinformatie en -educatie 5.1. EDUCATIE: ENKELE LOKALE PROJECTEN 5.1.1.
Praktische verkeerseducatie voor voetgangers
JE KAN ZELF AAN DE SLAG OFWEL ONDER BEGELEIDING VAN DE POLITIE “Een jonge voetganger die ernstig gewond raakt of sterft na een ongeval: het gebeurt elke dag”. Deze schokkende vaststelling komt uit de mond van Jan Pauwels, professor aan de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de KULeuven. Is het verkeer dan niet aangepast aan onze kinderen? Of zijn onze kinderen niet aangepast aan het verkeer?
DE PRIJS VAN ONS VERKEER? MEER DAN 1 KIND PER DAG. UIT HET VERDOMHOEKJE Op enkele tientallen jaren is het autoverkeer enorm toegenomen. Wist u dat het aantal auto’s tussen 1950 en nu meer dan vervijfvoudigd is? Om die stroom in goede banen te leiden, werden er steeds meer wegen aangelegd. De zwakke weggebruikers, fietsers en voetgangers, zaten in het verdomhoekje. Vooral onze jonge kinderen werden het slachtoffer. Gelukkig groeit het besef dat we hen moeten beschermen. Denken we maar aan de maatregel, waarbij voetgangers die aanstalten maken om over te steken op het zebrapad voorrang krijgen. Toch is hier nog ruimte voor verbetering. Zo blijven de (vaak te) korte oversteektijden aan voetgangerslichten een aandachtspunt.
ER ZELF WAT AAN DOEN De veiligheid van een verkeerssituatie hangt niet alleen af van de omgeving, maar ook van de deelnemers. We moeten ook op dat tweede niveau inwerken: er zelf iets aan doen. Daarom hebben we deze brochure gemaakt. Als uitnodiging aan ouders, scholen en kinderen om zo veilig mogelijk over te steken. Als kleine Jasper en zijn mama er ook maar één vriendje mee kunnen redden, dan is dit initiatief al de moeite waard geweest.
Vanaf welke leeftijd kan een kind veilig de straat oversteken? Wat moeten we daarvoor aanleren? Deze twee vragen vormden het uitgangspunt voor het wetenschappelijk onderzoek van professor Jan Pauwels.
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
13
KINDEREN LEREN OVERSTEKEN: HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EEN ONDERZOEK IN DRIE STAPPEN Een straat oversteken is een complexe opdracht, waarin ‘anticipatie’ cruciaal is. Een kind moet eerst en vooral kunnen ‘timen’. Daar peilde Jan Pauwels naar in een eerste labotest. Meer dan 2000 kinderen van 6 tot 12 jaar moesten in een labo-situatie inschatten wanneer een lopend lichtspoor een zebrapad bereikte. Een tweede labo-onderzoek werd daarop verder gebouwd: bij het oversteken moeten we immers ook de tijd rekenen om werkelijk de straat over te steken. Voor deze anticipatietaak gebruikte het onderzoeksteam een videoscherm waarop een auto komt aangereden tegen 30, 50 of 70 km/uur. Twee seconden vóór hij aan de oversteekplaats kwam, werd de auto weg gemonteerd. De kinderen moesten schatten wanneer de auto op hun hoogte zou voorbijkomen. In een derde fase ging het team de straat op. Analoog aan buitenlandse onderzoeken, kregen ouders en kinderen drie oversteektaken mee.
VANAF 8 JAAR? De resultaten van deze onderzoeken bevestigen wat we terugvinden in de literatuur. Kinderen zijn pas vanaf 8 jaar in staat om het ‘moment in te schatten’ en daarnaar te handelen. Dat blijkt overduidelijk uit de foutenscores bij de labo-onderzoeken en uit het straatonderzoek. Maar let op: het gaat hier eigenlijk om relatief eenvoudige verkeerssituaties. We hebben het in de experimenten steeds over één auto die van één kant komt. In het echte verkeer wordt de oversteektaak uiteraard ingewikkelder en dat gaat pas rond de leeftijd van 10 tot 12 jaar.
LEREN IS NOODZAKELIJK Toch kan u uw kind niet vroeg genoeg leren omgaan met het verkeer. De school en de ouders moeten daarbij helpen. Vandaar de drie oversteektaken, die we in drie stappen aanleren: 1. doe het eerst voor, 2. oefen het samen en 3. laat het kind dan alleen oefenen, terwijl u ernaast loopt. Kijk of uw kind de taak goed uitvoert, moedig het aan en beloon het. Akkoord, dat vraagt een kleine inspanning, maar u mag er zeker van zijn dat ze loont.
DE POLITIE ALS VOLWAARDIGE EDUCATIEVE PARTNER De verkeersdienst van de lokale politie ontwikkelde 4 taakfiches voor ouders en leerkrachten: 1. oversteken in een rustige straat 2. oversteken tussen geparkeerde auto’s 3. oversteken op een kruispunt 4. oversteken op een zebrapad 5. draag een fluo-hesje. Kom je er tekort? Spring eens bij ons binnen! 6. de politie stelt speciaal ontworpen gevaarsborden ter beschikking, met de bedoeling toevallige passanten attent te maken op de “scholing” die op hun traject plaatsvindt. We gaan dan als volgt te werk: in een 10-tal minuten leggen we de leerlingen uit hoe de taak correct moet worden uitgevoerd. Vervolgens tonen we zelf het gewenste gedrag en laten we alle leerlingen individueel oefenen.
14
5.1.2.
PRAKTISCHE VERKEERSEDUCATIE VOOR FIETSERS
JE KAN ZELF AAN DE SLAG OFWEL ONDER BEGELEIDING VAN DE POLITIE Elke dag raken meer dan 20 fietsers bij een verkeersongeval gedood, zwaar- of lichtgewond. Wat nog meer tot nadenken stemt: het zijn vooral kinderen van tien tot vijftien jaar die het slachtoffer worden.
de Leuvense onderzoeken blijkt dat die stuurvaardigheid pas echt voldoende ontwikkeld is bij 10tot 12-jarigen. Daarom is deze brochure vooral bestemd voor leerlingen van de laatste twee jaren van het lager onderwijs. VERNIEUWDE VERKEERSOPVOEDING: SCHOOL, OUDERS EN POLITIE WERKEN SAMEN
HOE LEER JE VEILIG FIETSEN? “Vanwaar die hoge ongevallencijfers bij zwakke weggebruikers? Zijn onze kinderen dan niet klaar voor het verkeer? Schort er iets aan de verkeersopvoeding? Dat zijn de vragen die me bezighouden”, zegt Prof. Dr. Jan Pauwels van de Leuvense Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie. VEILIG FIETSEN: HET ONDERZOEK “We hebben in ons land geen lange traditie op het vlak van verkeersopvoeding. Als je daartoe toch een aanzet wil geven, dan dien je in de eerste plaats na te gaan waar de knelpunten liggen. In dit geval trachtte ik te weten te komen welke factoren nu juist bepalen of iemand veilig in het verkeer kan fietsen. Op die manier kom je dan tot een aantal tips waarmee je de verkeersopvoeding kan verbeteren”. Jan Pauwels richtte zijn onderzoek hoofdzakelijk op 3 factoren: 1. de kennis van het verkeersreglement; 2. de stuurvaardigheid; 3. de reactiesnelheid.
WAT BLIJKT ? Verkeerskennis en reactiesnelheid volstaan niet om in ons verkeer veilig te fietsen. Eerst en vooral moeten kinderen voldoende elementaire fietsvaardigheden bezitten om zich veilig op straat te begeven. Het echte verkeer is immers geen gesloten situatie zoals op de speelplaats. Integendeel, het is een zeer open gegeven, waarin de jonge fietser onder tijdsdruk snel moet waarnemen, beslissen en uitvoeren. En dit alles op een correcte manier. Dat is de eerste belangrijke conclusie: pas wanneer kinderen stuurvaardig zijn, kunnen ze gaan oefenen onder begeleiding. Ze moeten hun fiets als het ware automatisch kunnen besturen, zodat die taak zelf vrijwel geen aandacht meer opeist. Uit
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
Verkeersopvoeding: dan denkt u wellicht meteen aan de school. Maar een kind veilig leren fietsen is geen kinderspel. Een school kan die taak niet alleen aan. Het lessenrooster laat immers niet toe om uitgebreid te oefenen. Trouwens, individuele begeleiding en training op straat zijn praktisch gezien niet mogelijk in klasverband (zie opmerking hierna). Daarom bestaat dit fietsproject uit de unieke samenwerking tussen school, ouders en politie. DE POLITIE ALS VOLWAARDIGE PARTNER 1.
De verkeersdienst van de lokale politie ontwikkelde bij dit LEER- en DOE-document voor ouders en leerkrachten, een pakket van 10 fietstaakfiches. Deze fietstaken werden geïntegreerd in een fietsroute, uitgestippeld in de eigen schoolomgeving. 2. Indien je als ouder, leerkracht of begeleider op eigen houtje wil oefenen: • Draag een fluoriserend hesje. Hesjes tekort? Spring eens bij ons binnen! • De politie stelt speciaal ontworpen gevaarsborden ter beschikking waarbij de andere weggebruikers worden attent gemaakt op de ‘fietsscholing’ die plaatsvindt op het door hen gevolgde traject. 3. Tenslotte … je VERO-parcours klassikaal of in groep afleggen is enkel aangewezen onder politiebegeleiding. We gaan dan als volgt te werk: • in een 10-tal minuten leggen we de leerlingen uit hoe de fietstaak correct moet worden uitgevoerd. • vervolgens tonen we zelf het gewenste fietsgedrag en laten we alle leerlingen individueel oefenen. Let wel, deze VERO is afgestemd op de HUIDIGE infrastructurele voorzieningen (zoals wegindeling, staat van de openbare weg, faciliteiten voor zwakke weggebruikers, …) en niet op WENSELIJKE infrastructuur!
15
HET STAPPENPLAN 1.
De stuurvaardigheidstest: dat kan op de speelplaats gebeuren door de leraar lichamelijke opvoeding. Slaagt de leerling in die test, dan krijgt hij een BREVET VAN STUURVAARDIGHEID. 2. Aansluitend op deze test, oefent de leerling met de (groot)ouders de twaalf fietstaken die in de VERO-fiches beschreven staan: 1. Opstappen en wegrijden. 2. Stilstaande voertuigen voorbijrijden of een andere fietser inhalen. 3. Rechts een weg inslaan. 4. Rechts afslaan naar een hoofdweg. 5. Een zijstraat kruisen. 6. Links afslaan op een rustig kruispunt of in een bocht. 7. Links afslaan op een druk kruispunt. 8. Rijden op een fietspad. 9. De rijbaan oversteken. 10. Oversteken zoals een voetganger op een kruispunt. 11. Fietsen in een éénrichtingsstraat. 12. Fietsen op een rotonde met gemengd verkeer. Ook hier krijgt het kind aan het einde van de oefenreeks een brevet, dat het op school trots kan laten zien aan z’n vriendjes en z’n leerkracht. We spreken hier over ‘de school’. Maar de test kan even goed afgenomen worden door een vereniging of organisatie zoals de jeugdbeweging. Kwestie van veilig met de kinderen op straat te komen.
EERST STUURVAARDIGHEID TESTEN Wanneer is uw kind klaar om werkelijk op straat te leren fietsen, samen met ouders of grootouders? Om daarop te antwoorden ontwikkelden we een eenvoudige proef, die elke basisschool of vereniging kan afnemen: de stuurvaardigheidstest. De proef bestaat uit een fietsomloop die u op de speelplaats of een ander afgebakend terrein uitstippelt. Op de volgende bladzijden vindt u deze proefopstelling terug.
HOE GAAT U TE WERK? We gaan er hierbij van uit dat een school de proef organiseert, maar het kan net zo goed in een vereniging gebeuren. 1. Eerst geeft u de leerlingen een uitgebreide demonstratie. U geeft daarbij uitleg, zodat de deelnemers duidelijk weten wat van hen verwacht wordt 2. Onmiddellijk daarna krijgt elke leerling één oefenbeurt. De leerlingen leggen de proef af met hun eigen fiets. Kinderen die niet met de fiets naar school komen, doen de proef best met een fiets van een medeleerling. Het zou immers te gevaarlijk zijn deze kinderen éénmalig met de fiets naar school te laten komen. Tip: Zorg er wel voor dat u stuur en zadel kan aanpassen aan de gestalte van de fietser. 3. Tenslotte neemt u de proef af: het kind fietst die omloop zo snel mogelijk en met zo weinig mogelijk fouten. U neemt de tijd op met een chronometer. U turft de eventuele fouten. Per fout wordt één seconde aangerekend als ‘straftijd’.
WANNEER IS DE LEERLING VOLDOENDE STUURVAARDIG? Als u de test correct afneemt, dan geeft de score op een zeer betrouwbare wijze de actuele stuurvaardigheid van de leerling weer. Wanneer is die voldoende om op straat te gaan oefenen onder begeleiding? Om daarop te antwoorden werd deze test door een onderzoeksteam bij honderden kinderen afgenomen. De proeven werden op hun betrouwbaarheid getoetst en vergeleken met de prestaties van jonge volwassenen. Op basis daarvan werd de norm bepaald.
16
HET PARCOURS U zet de omloop best uit op een verharde, vlakke plek van 20 bij 20 meter. U kan markeringen maken met bijvoorbeeld verkeerskegels, houten blokjes of gewoon krijt. De afmetingen in de tekeningen zijn uitgedrukt in meter.
Na de start rijdt de fietser 13 meter lang rechtdoor tussen houten blokjes die 40 cm uit elkaar staan. Dan draait hij linksaf en slalomt tussen de verkeerskegels, die geleidelijk aan dichter bij elkaar staan. Aan het einde komt een bocht naar rechts, richting cirkel kijkt de fietser even achterom. De proefleider geeft dan immers een signaal dat de fietser moet herkennen en juist benoemen. Het is ofwel een rood vierkant ofwel een groene schijf.
De fietser rijdt de volledige omtrek van de cirkel (breedte tussen de markeringen is 40 cm) en rijdt buiten door het poortje.
De fietser rijdt verder diagonaal over het terrein. Neemt na een vijftal meter het poortje naar links en steekt onmiddellijk daarna zijn linkerhand uit. De arm blijft horizontaal terwijl de fietser links afslaat en rechtdoor naar de aankomstlijn fietst.
FOUTEN? WAAR WORDEN DE MEESTE FOUTEN GEMAAKT? 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Duidelijk buiten de met blokjes afgebakende strook fietsen (Een blokje enkel raken, dient u niet als fout te aanzien). Een kegel omver fietsen of zodanig raken dat hij zichtbaar wordt verplaatst. Tijdens het slalommen een poortje missen. Geen of een foutieve kleur benoemen bij het signaal. Duidelijk buiten de afgebakende cirkelomtrek fietsen (Een blokje enkel raken, dient u niet als fout te aanzien). De linkerarm niet uitsteken. De linkerhand naar het stuur brengen tijdens het laatste deel van de omloop. Een voet op de grond zetten. Zet de leerling snel en opeenvolgend een voet op de grond, dan telt dat voor één fout. Hij verliest hierdoor immers toch tijd.
POLITIEZONE BILZEN - HOESELT - RIEMST
17
5.1.3.
OPLEIDING VAN VERKEERSBEGELEIDERS (GROEPSLEIDERS, WEGKAPITEINS, SIGNAALGEVERS, GEMACHTIGDE OPZICHTER …) Deze opleiding is bedoeld voor personen die bij culturele of sportevenementen, recreatieve fiets- of wandeltochten eenvoudige verkeersregelende taken wensen uit te oefenen. Hoewel provinciaal gecoördineerd staan wij ook in voor de opleiding van gemachtigde opzichters. De bevoegdheid om het verkeer stil te leggen en aanwijzingen te geven is bij wet bepaald. De opleiding duurt ongeveer 2 uur (theorie+praktijk) en zoomt vooral in op: • uitrusting en bevoegdheid; • consequent handelen; • communicerend en anticiperend optreden. Met uitzondering van deze voor de gemachtigde opzichter, zijn deze opleidingen niet wettelijk verplicht, doch ons inziens wel aangewezen. Ze is trouwens gratis en kan op vrij korte termijn worden georganiseerd. Een klein telefoontje of mailtje volstaat.
5.2. VERKEERSEDUCATIE IN HET ECHTE VERKEER 5.2.1.
INTRODUCTIE
De handleiding en Doe- of VERO-fiches zijn handige instrumenten die je als fietser of voetganger kan hanteren tijdens de verkenning van een bepaalde route, al dan niet in je eigen omgeving. Je beleeft actief de echte verkeerssituaties en leert er gepast mee omgaan. De handleiding beschrijft het probleem en de filosofie van aanpak. De fiches daarentegen bevatten per situatie een opsomming van de mogelijke gevaren en geven interessante tips over probleemvoorkomend en gevaaranticiperend gedrag. Uiteindelijk resulteert het geheel in het verantwoord en veilig uitvoeren van 4 oversteekbewegingen voor voetgangers en een 12-tal verkeersmanoeuvres door fietsers. De Doe- of VEROfiches kunnen tegen een spat regen.
5.2.2.
AANVRAAGFORMULIER
Zie pagina 19.
5.3. INFORMATIE OP WELKE WIJZE BRENGEN WE U OP DE HOOGTE VAN ACTUELE VERKEERSINFORMATIE EN -GEDRAGSREGELS? • • •
18
Raadpleeg het gemeentelijke informatieblad Bezoek onze website www.lokalepolitie/bilzen of /hoeselt of /riemst. Onder de rubriek “Verkeer” kan u heel wat informatie en interessante links terugvinden Verkeerseducatie en -informatie op maat van een bepaalde doelgroep of afgestemd op een bepaalde situatie? Ook deze vragen kunnen we beantwoorden door het overmaken van een handige brochure of het aanreiken van een digitale versie per e-mail.
belangrijke telefoonnummers Politie - Hulpdiensten: 101 Brandweer en ziekenwagen: 100 Brandweer Bilzen: 089/41.25.71 Brandweer Hoeselt: 089/41.37.26 Brandweer Riemst (Tongeren): 012/23.21.51 Dokter van wacht: Bilzen en Hoeselt: 0903/99.803 Riemst: 012/45.45.45 Child Focus: 116.000 Rode Kruis Vlaanderen: 105 Het Vlaamse kruis: 0478/20.30.20 Ziekenhuis AZ Vesalius Bilzen: 089/41.01.11 Ziekenhuis AZ Vesalius Tongeren: 012/39.61.11 Ziekenhuis Virga Jesse Hasselt: 011/30.81.11 Ziekenhuis Salvator Hasselt: 011/28.91.11 Ziekenhuis ZOL Genk: 089/32.50.50
Tele-Onthaal (Levensmoeilijkheden): 106 Antigifcentrum: 070/24.52.45 Brandwondencentrum: 016/34.87.50 of 02/268.62.00 De zelfmoordlijn: 02/649.95.55 of 0800/32.123 Kankerfoon: 0800/15.800 Vlaamse kankertelefoon: 078/15.01.51 Vertrouwenscentra Kindermishandeling: 011/27.46.72 Anonieme Alcoholisten: 03/239.14.15 De druglijn (ma-vr: 10u – 20u): 078/15.10. 20 Kinder- en jongerentelefoon: 0800/15.111 Card stop: 070/34.43.44 Apothekers wachtdienst (0,45 euro/min): 0900/10.500 Nationale inlichtingen: 1207 De Vlaamse infolijn: 1700
✁ aanvraagformulier verkeersfiches naam en voornaam: straat en nummer: postcode en gemeente:
ik wens de doe-fiches voor fietsers te ontvangen
ik wens alle delen van "handleiding voor de weggebruiker" te ontvangen
ik wens de handleiding "jonge autobestuurder" te ontvangen ik wens de handleiding "bromfietser" te ontvangen ik wens de handleiding "voetgangers" te ontvangen ik wens de handleiding "verplaatsen in groep" te ontvangen ik wens de handleiding "voortbewegingstoestellen" te ontvangen ik wens de handleiding "landbouwverkeer" te ontvangen ik wens de handleiding "zwaar vervoer" te ontvangen Gelieve dit formulier ingevuld terug te bezorgen aan de lokale politie Bilzen-Hoeselt-Riemst, Schureveld 19 te Bilzen t.a.v. Verkeersdienst - Raymond Collings of via e-mail
[email protected].