Yusuf Özer VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS
KIND EREN
Een klasfoto. Mijn dochter Elif was toen nog de enige ‘allochtoon’ in de klas. Nu zien de verhoudingen er wellicht helemaal anders uit.
Verjaardagstaart eten en kaarsjes uitblazen. Onze kinderen maakten ons wegwijs in deze samenleving.
Ik laat mijn kinderen vrij in hun keuzes, wat de familie er ook van denkt.
Özer Yusuf 1951 Turkije sinds 1973 In België ters Vier doch
Mijn dochter Elif (bovenste rij, derde van links) viert carnaval. In die tijd wisten we niet eens wat carnaval was.
Mijn dochter Elif en kleindochter Ayda. Kinderen van migranten zullen meer en meer essentiële bijdragen leveren aan de samenleving.
Door te migreren werd ik bevrijd van tradities, van culturele gewoonten, van sociale druk. Ik ben zelfs bevrijd van mijn familie! In 1973 ben ik naar België gekomen. Ik kwam mijn broer achterna die hier al enkele jaren woonde en die, niet onbelangrijk, geregeld mooie cadeaus naar Turkije stuurde. Bovendien was er in Turkije amper werk. Ik was ervan overtuigd dat mijn verblijf in België slechts tijdelijk zou zijn.
Mijn migratie is bepalend geweest voor de manier waarop ik in het leven sta. Door te migreren was ik bevrijd van tradities, van culturele gewoonten, van sociale druk. Ik ben zelfs bevrijd van mijn familie! Vrijheid is dan ook heilig voor mij. Die waarde wil ik doorgeven aan mijn kinderen. Ik laat ze vrij in hun keuzes. Ze mogen zelf kiezen met wie ze een relatie aangaan of met wie ze trouwen. Mijn familie begrijpt dat niet, maar ik trek mij daar niks van aan. Ik ben geen chauvinist en koester geen religieuze waanideeën, want ik ben een wereldburger, een constante vreemde. Door te migreren leer je immers dat je overal een vreemde kunt zijn. Een vreemde in een ander land, maar evengoed in je eigen familie. Als migrant besef je dat de wereld niet groot is, en vooral, dat mensen overal hetzelfde zijn.
Maar intussen waren mijn dochters geboren, gingen ze hier naar school, hadden ze vrienden en hobby’s, en ik zag het steeds minder zitten om hen opnieuw te ‘verplanten’. En voilà, intussen ben ik hier al 35 jaar! Ik ben een Belg geworden, een Turkse Belg weliswaar, maar een Belg. Onze integratie verliep grotendeels via de hobby’s en schoolactiviteiten van onze kinderen. We waren altijd aanwezig op activiteiten en evenementen. Waar we konden, staken we een handje toe. Zo leerden we snel mensen kennen. Onze kinderen waren de gidsen die ons wegwijs maakten in deze samenleving. Toen mijn dochter Elif voor de eerste keer op schoolreis ging, moesten de ouders pannenkoeken meegeven met hun kinderen. Maar wat waren in hemelsnaam pannenkoeken? Mijn vrouw heeft toen al haar kennissen opgebeld voor informatie over dat vreemde gerecht.
Ik maak mij weinig zorgen over de toekomst van onze kinderen, en de kinderen van migranten in het algemeen. Meer en meer zullen zij belangrijke bijdragen leveren aan onze samenleving.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Rafa El Raoui VOO RNA FAM ILIEN GEB
AM
AAM
TUM OOR TEDA
GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
Rafa El Raoui 19 67 Syrië sinds 20 02 In België ters drie doch Gehuwd, ster IVCA edewerk Onthaalm
Dit zijn mijn ouders in Syrië. Vorig jaar is mijn vader overleden. Ik heb hem niet meer gezien. Dat is hard. Ik heb toen deze foto van mijn zus gekregen.
In 1993 ben ik mijn man gevolgd naar Bulgarije. Ik zag er voor de eerste keer sneeuw.
Vijf jaar geleden kreeg mijn dochter Malz de prijs ‘Jonge Helden’ uit handen van de burgemeester.
Deze foto’s van de meisjes stuurde ik naar mijn man toen hij alleen in Antwerpen was.
Malz is in Bulgarije geboren. Ik heb die foto genomen om naar mijn familie te sturen.
De tijd dat we geen papieren hadden, was heel zwaar. Bij een vriendin in Oostende konden we een beetje ontspannen.
Vijf jaar geleden kreeg mijn dochter Malz de prijs ‘Jonge Helden’ uit handen van de burgemeester. Daarvoor ben ik hier: voor de toekomst van mijn meisjes! Op een feest van onze buurvrouw in Syrië ontmoette ik mijn toekomstige man Imad. Hij stelde zijn moeder voor om mijn hand te vragen. Vanaf toen is het snel gegaan. In 1993 ben ik mijn man gevolgd naar Bulgarije, daarna terug naar Syrië en dan naar België. Elk land gaf ons een nieuwe dochter. Malz, Rima en Yanaal zijn de toekomst.
jaar in Syrië gebleven en dan is mijn man alleen naar België gekomen. Twee jaar later ben ik met onze dochters naar Antwerpen verhuisd. De eerste zeven jaren waren we hier illegaal. Even terugkeren naar Syrië was geen optie. Nu zijn onze papieren in orde. Vorig jaar ben ik voor het eerst teruggeweest. De blijdschap om mijn moeder terug te zien, was onbeschrijfelijk. Onbeschrijfelijk was ook de pijn… ik heb mijn vader niet meer gezien; dat is hard. Hij is vlak voor ik mijn papieren kreeg, overleden. Hij had me nog zo gesmeekt te komen, maar ik durfde niet.
Bulgarije. Ik was bang en blij tegelijk. Het waren de eerste maanden van ons huwelijk, de natuur was prachtig en de taal leren viel reuze mee. Maar er was ook armoede en voor ons, moslims, was het moeilijk om de kinderen op te voeden. Na drie jaar gingen we weg uit Bulgarije. Mijn man opende een fabriek in Syrië. Ik was blij terug te kunnen gaan naar de warmte. We zijn zes
Voor de toekomst wil ik graag dat mijn kinderen warmte voor hun familie blijven voelen. Dat we altijd samen eten. Dat ze graag naar Syrië gaan.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Mirtha Vargas Alvis VOO RNA FAM ILIER
GEB OOR
AM
NAA M
TEPL GEB OOR
AATS
TEDATUM
BER OEP KIND EREN
Mirtha Vargas ia uz, Boliv Santa Cr 19 66. 8 januari sinds 1996 ist In België ocumental assistent-d ter een doch
Een klasje in Bolivia. Eerst wilde ik mijn dochter in Bolivia opvoeden. Ze is de vierde van links, op de bovenste rij.
Een klasje in Antwerpen. Mijn dochter staat rechts bovenaan. In België zijn er meer kansen.
Mijn ouders, José Cleto Vargas en Teodora Alvis. Bijna elke week vragen ze of ik terugkom naar Bolivia.
Nataly slaagt er niet in om in een guapurú-boom te klauteren.
Nataly is trots op haar afkomst en uiterlijk.
Een feest voor de vijftiende verjaardag van mijn dochter. Dit is een belangrijk feest in Bolivia. Men viert de volwassenwording van een jonge vrouw.
De belangrijkste reden voor mijn verblijf in België is mijn dochter Nataly. In 1996 kwam ik voor het eerst naar België. Na drie jaar keerde ik terug naar Bolivia, in de hoop dat de economische situatie er was verbeterd.
Nataly is in Bolivia geboren, maar ze is hier opgegroeid. Ze zegt zelf dat dat ze Boliviaanse is, maar ik denk daar anders over. Haar mentaliteit is anders dan die van een Boliviaanse tiener. In Bolivia wordt bijvoorbeeld heel veel waarde gehecht aan katholieke tradities zoals huwelijk, doopsel, vormsel, enzovoort. Nataly is helemaal niet zo gelovig, en niet gehecht aan die tradities. Soms maken mijn ouders daar een opmerking over, maar ik vind het haar keuze – zij moet haar leven hier leiden.
Uiteindelijk ben ik in 2000 toch teruggekomen. De belangrijkste reden was het welzijn van mijn dochter. In België heb je immers veel meer kansen op het vlak van onderwijs en werk. Ik heb mij intussen aangepast aan het leven hier, hoewel niemand van mijn Boliviaanse familie of vrienden in België woont. Maar dankzij mijn dochter zijn hier deuren opengegaan. Zij heeft mij wegwijs gemaakt in deze ‘vreemde wereld’.
Dat ze geen ‘echte’ Boliviaanse is, valt soms op wanneer we in Bolivia op reis zijn Zo eten Bolivianen graag een lokale vrucht, die ‘guapurú’ heet. Die vrucht groeit hoog in de bomen. Alle Boliviaanse kinderen weten hoe ze in zo’n boom moeten klimmen om een guapurú te plukken. Welnu, Nataly slaagt er niet in om in zo’n boom te klauteren.
Mijn ouders bellen mij bijna wekelijks om te vragen wanneer ik terugkom. Ik antwoord elke keer: ‘Binnenkort’. Maar zolang mijn dochter niet is afgestudeerd, zie ik dat niet gebeuren. Bovendien heb ik hier vrienden gemaakt, en kan ik het goed vinden met mijn collega’s.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Ousman ‘Papis’ Dia VOO RNA FAM ILIEN GEB
AM
AAM
TUM OOR TEDA
GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
‘Papis’ Ousman Dia 69 7 mei 19 nië Maureta . sinds 1994 In België lasser kinderen ee tw d, Getrouw
Soms droom ik ervan terug te gaan en godganse dagen in een bootje te zitten en te vissen.
Mijn schoonouders hebben mij heel goed aanvaard. Wij hebben altijd een zeer hartelijke relatie gehad.
Ik heb mijn vader amper gekend: toen ik klein was, vertrok hij naar Ivoorkust om er te werken.
Ik heb enorm veel aan mijn vrouw te danken.
Wat ik mis van Afrika zijn de zon en de omgangsvormen.
Ik mis mijn moeder, maar gelukkig kan ik haar geregeld bezoeken.
Ik was de eerste Afrikaan die mijn schoonvader kende. Hij zette altijd op voorhand de kachel aan als hij wist dat ik op bezoek kwam.
Ons huwelijk.
Vroeger werden mijn kinderen wel eens gepest. Ik heb hen geleerd te tonen dat ze capabel zijn. Wanneer je iets kan betekenen voor mensen, verdwijnt racisme snel.
Ik volgde gewoon mijn lot. Voor hetzelfde geld had ik nu in Duitsland of Engeland gezeten. Maar 16 jaar later ben ik hier nog, ben ik zelfs Belg geworden, en vader van twee Belgische kinderen. Ik heb totaal geen spijt van de keuzes die ik toen gemaakt heb, integendeel. Mijn naam is Ousmane, maar iedereen noemt mij ‘Papis’. Ik ben opgegroeid in Rosso, een grensplaatsje tussen Mauretanië en Senegal. Ik ben zeker niet de eerste migrant in mijn familie. Mijn vader werkte in Ivoorkust, terwijl wij nog in Mauretanië woonden. Rond mijn eenentwintigste ben ik vertrokken naar Dakar.
Mijn eerste maanden in België waren heel zwaar. Er was de eenzaamheid, maar ook de koude, die ik helemaal niet gewend was. Uiteindelijk heb ik weinig problemen gehad om te integreren. Ik heb de taal snel leren spreken, raakte vertrouwd met de culturele geplogenheden. Dat is voor een groot stuk de verdienste van mijn vrouw, die me de weg toonde in deze samenleving. Mijn kinderen spreken Nederlands en een aardig mondje Frans, maar mijn moedertaal gaat verloren. Mijn kinderen zijn dus Belgen. Meer nog, ze zijn Vlamingen! Ze hebben echt de mentaliteit van hier. Wat me wel stoort, is dat ze amper nog voeling hebben met traditionele Afrikaanse waarden, zoals respect voor ouderen, dankbaarheid, omgangsvormen, hulpvaardigheid. Net zoals veel mensen hier, leven ze in hun eigen cocon.
Ik wou er werk vinden. Maar niet alleen dat. In Mauretanië waren er in die periode veel spanningen tussen etnische groepen.Rond mijn vijfentwintigste had ik genoeg gespaard om naar Europa te trekken. Ik ben moederziel alleen ingescheept naar Marseille en uiteindelijk ben ik in Brussel beland. Daar heb ik een asielaanvraag ingediend. Na drie maanden, terwijl mijn aanvraag in behandeling was, ben ik Annemie, mijn vrouw, tegengekomen. Een tijdje later zijn we getrouwd.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Amal Miri VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
Amal Miri 1987 en Antwerp n zus ers en ee iek Twee bro ie/Arabist Sociolog Studente
Mijn tante Nadira woont sinds 2006 in Antwerpen. Ik was blij voor haar dat ze hier een leven kon opbouwen. Ze wilde nog opleidingen volgen, maar kreeg de kans niet in Marokko. Hier wel.
Hier zijn we op weg naar Marokko. Ik was ongeveer vier jaar. Papa kocht deze auto van onze Vlaamse buurvrouw Kiki, die weduwe was geworden en zelf niet kon autorijden.
Loubna is de dochter van mijn tante, Nadira. Het was niet simpel om een visum voor Loubna te regelen. Nu is ze helemaal ingeburgerd en studeert ze in het ASO.
Mijn opa was in de jaren ’60 naar hier gekomen om te werken. Bij het overlijden van mijn vader is mijn opa twee maanden bij ons gebleven. Dan las hij in de Koran. Hij wilde de Koran altijd helemaal uitlezen. Dan liet hij ons ‘beschermd’ achter.
Naar Marokko gaan is FANTASTISCH. Soms begin ik te geloven dat ik daar heb geleefd. Ik kan geen jaar zonder.
Mijn mama is opgegroeid in Oujda, maar haar roots liggen in Tafoughalt, een dorpje in de buurt.
Samen met ons omaatje in ’t Rivierenhof. De eerste keer dat ze kwam, was spannend. Voor haar was het de eerste keer weg van huis. Ze vond het vooral fantastisch hoe mensen zich hier op de bus gedroegen: eerst bellen en dan afstappen aan hun halte.
Mijn oma langs vaderskant zien we alleen in de zomer in Marokko. Ze is één keertje hier geweest, na de dood van papa.
Toen mijn broer Rachid zes was, moest hij naar het ziekenhuis. Ik mocht niet op de kamer komen, maar wel via de telefoon met hem babbelen. Ik kon hem echt niet missen. We hadden zo’n hechte band. Nu nog trouwens.
Een van de zeldzame foto’s van papa en zijn vier kinderen: Rachid, Mourad, Mounia en ik.
Rachid is gehuwd met een Marokkaans meisje uit Corsica. Voor het verlovingsfeest zijn mama en Rachid naar daar gegaan. Nu woont mijn schoonzus in Antwerpen. Voor haar is migreren ook niet gemakkelijk.
Migratie heeft mijn familie dichter bij elkaar gebracht. Toen ik 8 jaar was, stierf mijn papa. Mijn mama bleef alleen achter met drie jonge kinderen in een vreemd land. Sindsdien komt ons omaatje uit Marokko elk jaar een paar maanden bij ons logeren. Op een doordeweekse dag met haar ontbijten, vind ik zalig. Ik kan uren naar haar verhalen over Marokko en onze familie luisteren.
Vier jaar geleden is de jongere zus van mijn mama naar België gekomen. Sindsdien heb ik er een beste vriendin bij. Haar dochter is een jaar later ge komen. Mijn tante is gescheiden en het was een hele papierenrompslomp om mijn nichtje hier te krijgen. Hun komst heeft mijn mama heel gelukkig gemaakt. Af en toe komt ook een oom langs met zijn gezin voor een vakantie in Antwerpen. In de zomer brengen we tijd met elkaar door in Marokko, maar de banden en de omstandigheden zijn dan anders. Het is fijn dat onze familie ons leven hier ziet. Het is intenser dan elkaar gewoon te zien tijdens de zomervakantie.
Ze begint dan in het jaar 2010 (‘Dat is er gebeurd met uw oom’) en dan gaan we terug naar de jaren ’60. De bezoeken van mijn oma hebben mijn kijk op Marokko veranderd, ik heb door haar verhalen de familie beter leren kennen.
Mijn mama zegt altijd: ‘Je vertrouwde omgeving verlaten, brengt mensen samen. We zorgen hier beter voor elkaar.’
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Kwok Fan Cheung VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
(‘Fanny ’) Kwok Fan Cheung 59 19 ril 9 ap ng Hong Ko t sinds 1971 in België n restauran ter. er van ee doch zaakvoerd n en een twee zone , wd Gehu
Ik, op school in Hong Kong.
Mijn moeder en ik, toen we nog in Hong Kong woonden.
Dit ben ik als peuter. Mijn ouders hadden graag een zoontje gehad, vandaar…
Behalve mij voedde mijn oma ook mijn neef en mijn nichtje op. Ook hun ouders waren geëmigreerd.
Mijn zoon Chun Man, die trouwens de westerse naam Bryan heeft aangenomen, leerde met stokjes eten toen hij zeven maanden oud was.
We wuiven oom Chun uit, die als eerste van de familie naar Antwerpen vertrok.
Mijn eerste uitstapjes in Antwerpen: naar de Zoo en uiteraard ook naar de Sinksenfoor.
Poserend op de Volvo van papa, voor ons restaurant in Deurne.
Ik keer voor het eerst terug naar Hong Kong.
In het begin had ik het moeilijk om mij aan te passen. Ik kon niet lezen of schrijven, en op school begreep ik niets van wat de leerkrachten zeiden. Mijn oom Chun had één van eerste Chinese restaurants in België. Hij had hulp nodig om zijn zaak uit te bouwen. Zo is mijn vader, Yat Man, in 1959 per boot van Hong Kong naar Antwerpen gereisd.
in de gaten te houden. Zo heb ik veel plaatsen en mensen leren kennen. In het begin had ik het moeilijk om mij aan te passen. Ik kon niet lezen of schrijven, en op school begreep ik niets van wat de leerkrachten zeiden. Ik heb mijn vader toen herhaaldelijk gesmeekt om in Hong Kong te mogen gaan studeren. Het haalde niets uit.
In 1963 is mijn moeder mijn vader achternagereisd. Ik bleef achter, en werd opgevoed door Hak Mui, mijn grootmoeder. Toen ik op mijn twaalfde wou gaan bijklussen, maakten mijn vader en oom zich zorgen. Ze waren bang dat mijn oma haar gezag over mij zou verliezen. Daarom besloten ze om me naar België te laten komen. Mijn oom Chun stuurde me een vliegtuigticket. Zo reisde ik in mijn eentje naar België, onder begeleiding van een stewardess.
Gaandeweg gingen tradities verloren. Ik kreeg een sterke basis van de Chinese cultuur mee toen ik in Hong Kong opgroeide, maar door de drukke agenda van mijn ouders stonden we in België niet stil bij Chinese tradities en feestdagen. Zo werd ik stilaan meer en meer een burger van hier. Antwerpen is een onlosmakelijk deel van mijzelf geworden. Ondertussen heb ik een carrière uitgebouwd, mijn familie is hier, mijn kinderen zijn hier geboren. Zij beschouwen zichzelf als van Antwerpen, hoewel ze door hun uiterlijk hun afkomst niet kunnen loochenen.
In Hong Kong was ik door mijn oma heel beschermd opgevoed. Hier in België kreeg ik veel vrijheid. Mijn ouders hadden het immers te druk om me
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Dany Santos VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
Dany itas Santos Fre 1972 29 februari rdië l, Kaapve Ilha Do Sa sinds 1977 in België oordiger nw ge rte ve deren d, drie kin Getrouw
Met mijn vader in Kaapverdië.
De buurt rond het Sint-Jansplein was ons speelterrein.
Mijn moeder. Zij stond lang alleen in voor onze opvoeding, want mijn vader was dikwijls op zee.
Klasfoto in Kaapverdië.
Klasfoto in België. Ik voel me in beide landen thuis.
Mijn vrouw is ook een Kaapverdische. We trouwden in Antwerpen.
Met mijn kinderen naar de Zoo. Of zij Kaapverdische Belgen zijn of Belgen van Kaapverdische afkomst, moeten zij beslissen.
Ondertussen kan ik dezelfde overweging maken als mijn vader: ik wil mijn leven en dat van mijn gezin verbeteren. Alleen zal de reis nu in de tegenovergetelde richting gaan. Mijn vader was zeeman. Hij emigreerde als jonge knaap van Kaapverdië naar Nederland, en belandde daarna in Antwerpen.
Vandaag voel ik me in beide landen thuis. Hier heb ik mijn hele leven opgebouwd. Toch overweeg ik ernstig om terug te keren naar mijn geboorteland. Ondertussen is de situatie er verbeterd, en kan ik dezelfde overweging maken als mijn vader: ik wil mijn leven en dat van mijn gezin verbeteren. Alleen zal de reis nu in de tegenovergestelde richting gaan.
Toen Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd van Portugal, was het een instabiel land met een povere economie. Mijn vader besliste om zijn gezin betere kansen te geven en ons te laten emigreren. In 1986 bleef mijn vader definitief aan wal en opende kort daarna in de buurt van het Sint-Jansplein een winkeltje met voedingsproducten uit Kaapverdië. Ons leven speelde zich grotendeels af rond dat plein, waar een grote Portugeestalige gemeenschap woonde – ook nu nog. Ik groeide op zonder veel aandacht te besteden aan mijn afkomst. Op mijn achttiende ging ik voor het eerst terug naar Kaapverdië en herontdekte er mijn roots.
Ik ben heel autoritair opgevoed. Hier heb ik geleerd dat je je kinderen ook anders kunt laten opgroeien. Thuis spreken we Creools en Nederlands door elkaar. Mijn kinderen hebben een evenwicht gevonden tussen beide culturen, denk ik. Of zij vinden dat ze Kaapverdische Belgen zijn of Belgen van Kaapverdische afkomst, moeten zij beslissen. Ik hoop alleen dat zij hun geluk vinden en niet op het verkeerde pad terechtkomen.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Eva Vergaelen VOO RNA FAM ILIEN
AM
AAM
TEDATUM GEB OOR GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
Eva n Vergaele 1978 en Antwerp ds 20 05 Egypte sin s Woont in ter twee doch Gehuwd, ter Schrijfs
Migratie is…
Melancholie: zonsondergang, Citadel, Caïro.
Ik op de Leopold, een Belgisch marineschip op doorvaart, Suez.
Wachten aan de bushalte in de Sinaï-woestijn
Verlangen naar geborgenheid: vader en dochter, Dahab.
Egyptische visjes kijken: dochter Nora in het aquarium van de Antwerpse Zoo.
Stuurloos dobberen: Lake Qarun, Fayoum.
Ik aan de computer, aan het skypen met mijn moeder in België.
Foto van dochter Lina aan de Noordzee, op de kast, thuis in Caïro.
Mama in haar tuin, aan het beeld ‘Zwangere dochter’, gemaakt door moeder en kunstenares Mariette Coppens.
Bruine papa met blankgele mama en kindjes: tekening door dochter Lina.
Telkens afscheid nemen van de stad waarvan ik hou: dochter Lina in een speeltuin aan de Schelde op Linkeroever, Antwerpen.
Schrijven als pijnstiller: een verlaten tikmachine op een binnenplaats in Damascus, Syrië.
Heimwee naar de vertrouwde koude: Malmédy.
Egypte was geen bewuste keuze. Tijdens een kort verblijf in Caïro leerde ik iemand kennen bij wie ik mezelf kon zijn, en na enkele maanden trouwden we. Migratie is ook pijn. Het is wakker worden en meteen weer willen dromen. Dromen van daar. Dromen van een thuis waar een koffiezetapparaat pruttelend op je wacht.
Noch Egypte, noch de Belgische ambassade geloofde dat ik zelf, met een huwelijk als “excuus,” in Egypte wou wonen. Mijn man werd met wantrouwen behandeld. Door mijn migratie naar Egypte voel ik me verbonden met de eerste generaties nieuwkomers in België. Ook ik ben helemaal op mijn schoonfamilie en vrienden aangewezen om mijn weg te vinden in een nieuwe samenleving. Die afhankelijkheid bijt in mijn zelfvertrouwen. Ook ik wil gewoon erkend worden als lid van deze maatschappij en me actief inzetten voor mijn toekomstdromen. Hoewel ik Arabisch leer, me inleef in deze cultuur, deelneem aan activiteiten en me gelukkig voel, leeft België meer dan ooit in mij.
Ik voelde me niet thuis in het politieke en sociale landschap in België. Enkele jaren geleden werd ik moslima. Die keuze werd als zelfverloochening bekeken, terwijl ze voor mij net een verrijking was. Ik voelde me een vreemdeling in eigen land, en de eenzaamheid werkte verlammend. In Egypte moest ik op interview naar de Belgische ambassade. Was ik niet wat naïef? vroegen ze. Aasde mijn man misschien op Belgische papieren?
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Philippe Ng VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS BER OEP
Philippe Ng 1974 t en Antwerp n restauran er van ee Zaakvoerd een zus en Een broer
Mama met haar kinderen bij de voorstelling van haar boek. Dit is een foto van mijn eerste communie. Je ziet mijn mama en mijn meter Lucienne. Dit is mijn moeder. Haar naam was Cheung On – Chiu. In ’t restaurant werd het door de vaste klanten al gauw afgekort tot ‘Sjouke’.
Bij de geboorte van mijn zus Annie.
Dit is een laatste familiefoto met mijn moeder. Ze was ziek. We wisten dat ze niet lang meer te leven zou hebben.
Op deze foto staat de familie van mijn moeder voor vertrek naar België. Mijn mama heeft zich heel haar leven schuldig gevoeld dat ze haar zusjes en mama heeft achtergelaten in de miserie in China. In de jaren ’80 zijn ook zij naar Antwerpen gekomen. Mijn mama had hen 20 jaar niet gezien.
Deze foto hangt in mijn restaurant. Ik hou van het mysterieuze van deze foto. Dit is mijn moeder vlak nadat ze met twee broers en vader uit China is gevlucht. Het regime van Mao had hen kapotgemaakt. Haar moeder en twee zusjes hebben ze achtergelaten. Ze waren te klein voor de tocht. Acht uur hebben mijn mama, haar vader en twee broers gezwommen naar Hong Kong.
Mijn zus Annie en mama in het Sint-Augustinus Ziekenhuis.
Lucienne was de huisbazin en levensvriendin van mijn moeder. Ik heb de eerste jaren van mijn leven ook bij haar doorgebracht. Ik ben Philippe, ik ben 36 jaar. In de jaren ‘60 vluchtte mijn moeder uit het communistische China en kwam ze naar Antwerpen om in het een Chinees restaurant van mijn oom te werken. Later opende ze zelf verschillende restaurants.
Mijn mama heeft eerst jarenlang met haar vader en twee broers in het restaurant van een oom gewerkt. Daarna hebben ze zelf een restaurant geopend in Berchem. Lucienne was de huisbazin en levensvriendin van mijn moeder. Ik heb de eerste jaren van mijn leven ook bij haar doorgebracht. Tot grote ergernis van mijn vader. Hij vond dat ik de Chinese taal en tradities op die manier onvoldoende kende. Op mijn derde werd ik tijdelijk naar mijn oom in Hong Kong gestuurd om een Chinese opvoeding te krijgen. Ik begreep niet wat ik fout had gedaan. Nu leeft mijn meter niet meer.
Ik zet die traditie verder en heb het restaurant Monkey King op het Sint-Jansplein sinds 2004. Volgens de Chinese jaartelling is dat het jaar van de Aap. Vandaar de naam. De belangrijkste mensen uit mijn leven zijn mijn mama en mijn meter Lucienne.
Twee maanden voor mijn moeder stierf, is mijn meter ook gestorven. Beiden zijn overleden aan kanker.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Samy Meljado VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEDATUM
GEB OOR
TEPL AATS BER OEP
Samy Meljado er 1975 19 decemb Wilrijk denleer Leraar ze
Mijn grootouders langs vaderskant. Beide takken van de familie gingen op de vlucht voor de nazi’s. Vooral mijn grootvader was getekend door de holocaust. Hij en zijn broer waren de enige overlevenden van zijn familie.
Mijn grootouders langs moederskant. Mijn grootmoeder had een ‘staminée’ aan ’t Sint-Jansplein.
Als je naar onze afkomst kijkt, dan zou het heel raar zijn als we onze kinderen nationalistische gevoelens zouden aanleren. Nee, zij moeten wereldburgers worden die zich bewust zijn van hun meervoudige identiteiten. Zelf heb ik niet echt een migratieverhaal, maar ik ben wel het resultaat van talloze migratiebewegingen.
Mijn moeder ontmoette mijn vader, Philippe Meljado, in Antwerpen. Zijn familie heeft een lange migratiegeschiedenis: In de zestiende eeuw ontvluchtten de Meljado’s het Iberisch schiereiland voor de Spaanse Reconquista. Sefardische families trokken toen naar Nederland, waar er een relatieve godsdienstvrijheid was. Mijn grootvader, Joop Meljado, woonde in hartje Amsterdam, waar zijn vader een fietsenwinkel uitbaatte. Mijn grootmoeder, Betty Zomerplaag, was eveneens een Amsterdamse. Haar vader was van joodse komaf, socialist en vakbondsman.
Mijn grootvader langs moederskant heette Samuel Lawrence Solon. Hij stamde af van Russische Ashkenazim die in 1914 naar Amerika migreerden met de Red Star Line. Omwille van zijn socialistische sympathieën vluchtte hij naar Engeland. Hij werd er oorlogsjournalist en was één van de eersten die verslag uitbrachten van de verschrikkingen in het concentratiekamp van BergenBelsen. Mijn grootvader was ook getuige van de bevrijding van Antwerpen. De overlevering wil dat hij boven op een geallieerde tank Antwerpen binnenreed. Langs de kant van de weg stond ene Marie-Rose Dupont de soldaten toe te wuiven. Hij trok haar mee op de tank, de rest laat zich raden.
In de jaren dertig gingen ze op de loop voor de antisemitische dreiging, en streken ze neer in Antwerpen. Met veel geluk zijn zij de moordende dans van Tweede Wereldoorlog ontsprongen.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Samy Meljado & Aziza Falki ds 1994 Samen sin sinds 20 02 Gehuwd deren kin ee Tw
We kennen elkaar al sinds de middelbare school.
In deze familiefoto komen uiteenlopende migratieverhalen, culturen en tradities samen.
Aziza’s vader eiste dat we trouwden, om de rechten van Aziza te vrijwaren. Vanaf dan werden we als koppel gerespecteerd, zowel door mijn familie als door de ruimere gemeenschap.
Aziza: Ons huwelijk was voor mij echt een emotionele loutering. Ik was zo blij dat de beide families elkaar formeel erkenden.
S A M Y : Ik heb Aziza leren kennen op school. Ik had eerst niet door dat zij een Marokkaanse was. Voor mijn part had ze evengoed een Zuid-Amerikaanse kunnen zijn. A Z I Z A : Ik voorzag problemen met Samy’s afkomst. Mijn ouders eisten in het begin dat Samy zich zou bekeren tot de islam.
Papa van Aziza en papa van Samy kietelen Rayan. Aanvankelijk was het water diep tussen beide families.
Ramzy en Rayan. We willen onze kinderen in alle vrijheid laten opgroeien.
SAMY: We hebben twee zoontjes, Ramzy en Rayan, waarin een heleboel migratieverhalen samenkomen. We willen onze kinderen in alle vrijheid laten opgroeien, zonder hen culturele of religieuze tradities op te leggen. Toch hebben we hen een aantal dingen doorgegeven. Zo hebben ze Arabische namen, al zijn het namen die ook hier gangbaar zijn. Ze zijn besneden, een traditie die bij moslims bestaat, maar hygiënische reden spelen minstens een evengrote rol. Wat we het belangrijkst vinden, is dat de kinderen vrij, onafhankelijk en kritisch kunnen oordelen.
SAMY: Ik heb even overwogen om mij te bekeren. Maar dan zou ik mijn vrijzinnige kant hebben verloochend. Een ‘opgelegde’ bekering druiste in tegen mijn gevoel van oprechtheid.
AZIZA: Het is grappig om te zien hoe onze kinderen hun eigen weg zoeken. Onlangs kwam Ramzy thuis en zei hij dat hij geen varkensvlees meer wilde eten en dat hij in Allah geloofde. Hij identificeerde zich dus met klasgenootjes met Marokkaanse roots. Hij zoekt zich een plekje, probeert aansluiting te vinden bij een groep. Hierin zie ik hoe belangrijk het is om kinderen die vrijheid te geven, maar ervaar ik ook hoe moeilijk het is om hen de “juiste” opvoeding te geven.
Alles is genormaliseerd toen we kinderen kregen, in ons eigen huis gingen wonen en trouwden. Trouwen was uiteindelijk voor mijn vader nog de enige voorwaarde opdat Samy bij mijn ouders over de vloer mocht komen. Hij eiste dit om mijn rechten als vrouw te beschermen. Dat maakte me erg trots op mijn vader. Sindsdien worden we als koppel gerespecteerd. Doordat we onze relatie hebben doorgezet, begrijpen mijn ouders nu dat je ook andere keuzes kunt maken in het leven. AZIZA:
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Aziza Falki VOO RNA
AM
FAM ILIE GEB
TUM OOR TEDA
GEB OOR
TEPL AATS
Aziza Falki er 1978 5 septemb do, België my Melja d met Sa uw tro Ge deren. twee kin
Mijn vader.
Mijn moeder en ik. Mijn ouders waren tolerant in vergelijking met veel andere Marokkaanse gezinnen.
Mijn grootouders in Marokko. Ik heb ze nooit gekend. Zij hebben mijn ouders opgevoed met duidelijke tradities, waarden en normen.
Op school merkte ik algauw dat ik ‘anders’ was. Ook wanneer ik bij klasgenootjes ging spelen, viel het mij op dat alles er anders in zijn werk ging.
Op reis in Marokko realiseerde ik me dat ik me er nooit meer thuis zou voelen.
De voorbije zomer gingen we met ons gezin naar Marokko. Daar besefte ik ineens dat ik geen Marokkaanse meer ben. Ik voelde me er Belg. Er overviel me een gevoel van teleurstelling en bevreemding, want ik realiseerde me dat ik me er nooit meer thuis zou voelen. Mijn vader, Mohamed Falki, kwam in 1969 naar België. Anders dan andere migranten in die tijd was hij niet op zoek naar werk. Hij werkte immers al voor een Frans bedrijf in Marokko. Omwille van zijn kennis en ervaring vroeg het bedrijf hem om in België arbeiders op te leiden. Later is de rest van het gezin, op kosten van de onderneming, overgekomen naar België.
voor mijn afkomst. Ik wilde wel bij de groep horen, maar dat ging niet zomaar. Mijn geweten had nooit rust en het leek of iedere handeling die ik deed, werd uitvergroot. Door bij de ene groep te willen horen – bijvoorbeeld door ook eens varkensvlees te eten op school - was ik bij wijze van spreken niet meer loyaal aan ‘mijn eigen groep’. Mijn ouders groeiden op in Marokko, met duidelijke tradities, waarden en normen. Maar ik ben hier opgegroeid, en met die tradities en waarden leek het of ik in deze samenleving geen stap verder kwam. Bovendien zijn mijn ouders veel ouder dan ik – ik ben de jongste uit een gezin van negen – waardoor er ook een generatiekloof tussen ons gaapte. Soms denk ik dat mijn ouders, door mijn dubbelleven, nooit hebben geweten wie ik echt ben. Of misschien bedekten ze alles met de mantel der liefde?
Ik groeide op in de buurt van de Korte Kievitstraat, waar in die tijd bijna geen andere Marokkaanse gezinnen woonden. Op school merkte ik algauw dat ik ‘anders’ was. Ook wanneer ik bij klasgenootjes ging spelen, viel het mij op hoe alles er anders in zijn werk ging dan bij ons thuis. Ik had ook al snel door dat de andere gezinnen veel rijker waren. Ik heb mij vaak geschaamd
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Diane Mackey VOO RNA FAM ILIEN
AM
AAM
TEDATUM GEB OOR GEB OOR
TEPL AATS
BER OEP
Mijn grootvader, George Murray. Hij was in de Eerste Wereldoorlog soldaat en vocht in Turkije, Frankrijk en België. Het lijkt wel alsof ik in zijn voetsporen treed!
Dit zijn mijn zusje en ik. Niet mijn mooiste foto, maar je ziet er het zonlicht weerspiegeld dat zo typisch is voor het buitenleven in Nieuw-Zeeland.
Het is moeilijk om vloeiend Nederlands te leren spreken. Iedereen schakelt hier spontaan over op Engels. Als fotografe is het wel handig om ‘zonder taal te zijn’. Het levert me een bepaalde manier van kijken op.
Diane Mackey er 19 64 22 oktob eland , Nieuw-Ze Dunedin sinds 20 05 in België hter e n kleindoc raf og fot ter en ee een doch Gehuwd,
Mijn vader, Ken Mackey, zoon van Ierse immigranten van de vierde generatie, trouwde op deze dag met mijn moeder, Lesley Thompson, dochter van Schotse immigranten van de vierde generatie.
Mijn favoriete huwelijksfoto
Soms mis ik de natuur van Nieuw-Zeeland. Nu woon ik in een klein, plat land.
Dat ik nu in België woon, is volledig te wijten aan deze kerel.
Sahara, mijn kleindochter voelt zich volledig Belgisch. Voor mijn dochter Jessica is de aanpassing lastiger.
Ik ben al zes jaar niet meer in Nieuw-Zeeland geweest. De relatie met mijn familie en vrienden is nochtans in niets veranderd. Mijn naam is Di Mackey. Ik heb een dubbele nationaliteit: de Belgische en de Nieuw-Zeelandse. Twintig jaar na mijn geboorte werd mijn dochter geboren in hetzelfde ziekenhuis, en nog geen twintig jaar later werd mijn kleindochter geboren in de moderne versie van hetzelfde ziekenhuis. Nu wonen we alledrie in Antwerpen.
In 2007 kwamen mijn dochter en kleindochter ook naar België, in het besef dat ik niet spoedig zou terugkeren naar Nieuw-Zeeland. Mijn kleindochter gaat hier naar school en voelt zich volledig Belgisch. Nederlands is haar eerste taal geworden. Voor mijn dochter verloopt het iets moeizamer. Ze wil studeren, maar het is niet vanzelfsprekend om dat in het Nederlands te doen. Ze heeft nog een lange weg te gaan, maar ze heeft alvast een Vlaamse man.
Toen ik na mijn scheiding op zoek was naar een job kreeg ik het aanbod om in Istanboel, Turkije, lerares Engels in een privéschool te worden. Ik leerde er een Belgische man kennen, volgde hem en kwam zo in België terecht, een raadselachtig land waarvan ik — shame on me! — amper iets wist. Ik kwam aan in februari, het was een heel koude winter en ik herinner me nog dat ik dacht: ‘Godzijdank leef ik hier niet!’
Wat ik mis, is de nabijheid van de natuur. Ik ben opgegroeid in een land met lange, lege kustlijnen, bergen, vulkanen, gletsjers, rivieren en meren, bossen en wouden. Anderzijds: de ‘Europese’ geschiedenis van Nieuw-Zeeland start pas ergens in de negentiende eeuw. Hier kan ik rondwandelen in straten die ouder zijn dan ik me amper kan voorstellen, en dat vind ik ongelofelijk.
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE
Robert Herreman VOO RNA FAM ILIEN GEB OOR
AM
AAM
TEPL AATS
GEB OOR
TEDATUM
BER OEP
Mijn grootvader, Gaston ‘Sherif’ Mibengu, was het dorpshoofd van Shabumba, een dorpje aan de grens met Rwanda. Mijn grootmoeder, Makoki Mibengu, was zijn derde vrouw. Hij had er zes.
Mijn moeder heeft veel moeite moeten doen om te kunnen trouwen. Mijn vader wou immers principieel geen bruidsschat betalen, en dus heeft mijn moeder haar eigen bruidsschat bijeengewerkt.
Mijn vader werkte bijna 30 jaar in Congo als technisch ingenieur.
Mijn Belgische grootvader, Philippe Herreman, werd geboren in 1882. Hij heeft enkele seizoenen in de eerste ploeg van den Antwerp gespeeld.
Mijn moeder had een heel goede relatie met mijn grootvader, Philippe Herreman.
Onze eerste dagen in België. In 1984 werden alle buitenlanders die in Congo woonden uitgewezen.
Robert n Herrema Zaïre 81 3 juni 19 n Twee zusse ger Evenementen na Project Ma
Mijn moeder had een heel goede relatie met mijn grootvader, Philippe Herreman.
Mijn ouders zijn al meer dan dertig jaar samen, en ze hebben nog altijd een heel liefdevolle relatie.
Ik heb altijd veel allochtone vrienden gehad. Het ‘allochtoon zijn’ bindt.
Onlangs ben ik naar Congo geweest, en ik voelde mij daar echt ‘blank’.
Ik voel me meer Belg ben dan veel autochtone Belgen. Mijn grootvader heeft in de eerste ploeg van den Antwerp gespeeld – wie kan dat nog zeggen van zijn grootvader?! Hoeveel Antwerpser kan je zijn? Eind jaren vijftig trok mijn vader als technisch ingenieur naar Zaïre, tegenwoordig Congo. In 1977 maakte hij er kennis met mijn moeder. In 1979 werd mijn zus geboren, in 1981 ik. In 1984 hebben we Congo moeten verlaten, want alle buitenlanders werden in dat jaar uitgewezen. Anders was ik zonder twijfel in Congo opgegroeid.
geweest. Die kerkdiensten zijn bepalend geweest voor mijn verbondenheid met de Congolese gemeenschap. In de week was ik constant omringd door autochtone Belgen. Maar in het weekend, tijdens de kerkdiensten, werd ik uitsluitend omringd door Congolezen. Onlangs ben ik naar Congo geweest, en ik voelde me daar echt ‘blank’. De Congolezen noemden mij ook ‘mundélé’, wat ‘blanke’ betekent. Die reis heeft mij doen realiseren hoezeer ik een Belg ben. Ik durf zelfs te zeggen dat ik meer Belg ben dan veel autochtone Belgen. Mijn grootvader heeft in de eerste ploeg van den Antwerp gespeeld – wie kan dat nog zeggen van zijn grootvader?! Hoeveel Antwerpser kan je zijn?
Bij ons thuis werden de culturen door elkaar geklutst. We spraken Nederlands, Frans en Swahili door elkaar. Mijn vader heeft trouwens voor een groot stuk de Congolese mentaliteit overgenomen. Ons gezin was ook op een Congolese manier georganiseerd, met een strakke traditionele rolverdeling tussen man en vrouw. Van culturele spanningen was er eigenlijk amper sprake.
Toch is het mijn droom om later in Congo te wonen. Ik zou er een weeshuis willen openen en hulp bieden aan al die kinderen die er in armoede leven, zonder kansen of toekomstperspectieven. Die uitzichtloze situatie breekt mijn hart.
Culturen vermengen zich vaak op een bizarre manier. Mijn vader is een overtuigd atheïst, mijn moeder is diepgelovig. Het resultaat: ik ben niet gedoopt, maar toch ben ik praktisch elke zondag van mijn leven naar de kerk
E X PO
HIER BEN IK! STERKE VERHALEN OVER FAMILIE EN MIGRATIE