Vergelijking van Eva in de roman Eilande met het Dagregister van Jan van Riebeeck Masterproef taal- en letterkunde Machteld Claes Academiejaar 2009-2010
Promotor: Prof. dr. Dirk Coigneau
Commissarissen: Prof. dr. Jacques Van Keymeulen dr. Annelies Verdoolaege
Vergelijking van Eva in de roman Eilande met het Dagregister van Jan van Riebeeck Masterproef taal- en letterkunde Machteld Claes Academiejaar 2009-2010
Promotor: Prof. dr. Dirk Coigneau
Commissarissen: Prof. dr. Jacques Van Keymeulen dr. Annelies Verdoolaege
Voorwoord
Deze scriptie is het eindwerk in de masteropleiding taal- en letterkunde aan de universiteit van Gent. Ik wil graag professor Coigneau bedanken voor de steun en hulp als promotor. Verder wil ik ook mijn familie en vrienden bedanken voor de totstandkoming van deze masterproef. Zonder hun steun zou deze masterproef er nooit gekomen zijn.
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
1
1.1.
Wie is Eva?
5
1.2.
Wie is Jan van Riebeeck?
7
1.3.
Wie is Harry?
11
1.4.
Wie is Doman?
12
1.5.
Wie is Oedasoa?
13
1.6.
Wie is Dan Sleigh?
14
2.
Eva in Eilande
17
3.
Eva in het Dagregister
32
4.
Eva in Eilande en Dagregister
52
4.1.
Gebeurtenissen
52
4.2.
Beeldvorming
58
5.
De relatie Eva en van Riebeeck in Eilande en Dagregister
61
5.1.
Gebeurtenissen
61
5.2.
Beeldvorming
64
6.
De relatie Eva en Harry in Eilande en Dagregister
66
6.1.
Gebeurtenissen
66
6.2.
Beeldvorming
69
7.
De relatie Eva en Doman in Eilande en Dagregister
70
7.1.
Gebeurtenissen
70
7.2.
Beeldvorming
72
8.
De relatie Eva en Oedasoa in Eilande en Dagregister
73
8.1.
Gebeurtenissen
73
8.2
Beeldvorming
76
9.
Conclusie
77
10.
Algemeen besluit
79
Bibliografie
80
1. Inleiding
In deze scriptie staat Krotoa centraal, een Khoimeisje dat opgenomen werd in het huishouden van Jan van Riebeeck, de commandeur van de Nederlandse kolonie in Zuid-Afrika in de zeventiende eeuw. Haar Nederlandse naam was Eva. Ze kon goed Nederlands spreken en werd hierdoor als tolk gebruikt voor de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Haar naam verscheen dikwijls in het Dagregister van Jan van Riebeeck. In 2002 verscheen de roman Eilande van Dan Sleigh, die Eva als centraal personage heeft. In deze scriptie zullen deze twee boeken met elkaar vergeleken worden om op die manier te weten te komen welke gegevens Eilande met het Dagregister van Jan van Riebeeck gemeen heeft en hoe ze in de roman functioneren.
Doel en Methode van deze scriptie
Het doel van deze thesis bestaat er dus in te weten te komen of het personage Eva waarover we lezen in Eilande overeenkomt met de Eva waarover we in het Dagregister lezen. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op de gebeurtenissen zelf. We zullen bekijken of de zaken rond het personage Eva in de roman ook in het Dagregister genoteerd werden en of er overeenkomst is op het vlak van de chronologie. Daarnaast zal ook kort gekeken worden of de beeldvorming rond Eva in beide boeken gelijklopend is. Het spreekt voor zich dat het beeld dat we hebben over deze Khoikhoivrouw in de loop van driehonderdvijftig jaar sterk veranderd is. Wanneer een verhaal gebaseerd is op historische documenten laten de open ruimtes in die
1
documenten ruimte voor de auteur om zelf enkele eigen interpretaties te maken, meestal met betrekking tot de karakterisering en de motivering van personages.1 We zullen in deze scriptie kort bekijken of het beeld dat in Van Riebeecks Dagregister van Eva wordt opgeroepen, hetzelfde is als dat door Dan Sleigh wordt gecreëerd. Voorafgaand aan het eigenlijk, vergelijkend onderzoek presenteer ik de inhoud van beide werken. Eerst geef ik een samenvatting van de roman Eilande, waarin de aandacht vooral gaat naar de momenten waarop Eva in interactie treedt met een ander personage in haar onmiddellijke omgeving. Daarna volgt een opsomming van alle vermeldingen van Eva in het Dagregister van Jan van Riebeeck. Uit deze twee overzichten komen vier personen naar voren waarmee Eva in beide boeken dikwijls contact had. Dit zijn: Jan van Riebeeck, Harry, Doman en Oedasoa. Jan van Riebeeck is de commandeur van Kaap de Goede Hoop. Eva woont in zijn huis en zorgt voor zijn kinderen. Later wordt ze de belangrijkste tolk en raadgever van Van Riebeeck. Harry is de oom van Eva, ze zijn beiden deel van de Goringhaicona, een Khoikhoigroep. Doman is Eva's tegenstander. Hij is zelf ook tolk en vindt dat Eva haar eigen volk verraadt door haar omgang met de Nederlanders. Als laatste wordt de relatie tussen Eva en Oedasoa nader bekeken. Oedasoa is een leider van een vooraanstaande Khoikhoigroep, de Cochoqua. Hij is de man van Eva's zus. Eva zal deze band gebruiken om de onderhandelingen tussen de Compagnie en de Cochoqua op te starten. Als eerste zal ik Eva zelf bespreken en vergelijken in beide boeken. Ook zijn er twee personages die veelvuldig aan bod komen in Eilande, maar niet of nauwelijks vermeld worden in het Dagregister. Dit zijn Peter Havgard, de man van Eva, en Maria van Riebeeck, de vrouw van de commandeur. Deze beide personen worden nauwelijks vermeld in het Dagregister, waardoor er niet voldoende gegevens voorhanden waren om er een hoofdstuk aan te wijden. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat Eva geen goede band had met hen in de zeventiende eeuw. Het Dagregister werd in de eerste plaats geschreven voor de heren XVII, de werkgevers van Jan van Riebeeck. Hier staan dus enkel zaken in genoteerd die van belang waren voor het voortbestaan van de kolonie. De relatie tussen Eva en Peter Havgard enerzijds en Maria van Riebeeck anderzijds was niet belangrijk voor de heren XVII. 1
D. Van Zyl, 'Perspektiewe op die 'ander' in “Pieternella van die Kaap” deur Dalene Matthee en “Eilande” deur Dan Sleigh' in Stilet, 15, nr.2, 2003, p.53-67, p.57.
2
Een korte verantwoording
Er is al veel geschreven over het leven van Eva. In de twintigste eeuw vooral zijn er verschillende onderzoekers die onderzoek aan Eva hebben gewijd.2 Ook kreeg de roman Eilande zeer veel lovende kritieken. Dan Sleigh is een historicus gespecialiseerd in de Nederlandse koloniale geschiedenis.3 Hij heeft veel onderzoek gedaan voor hij aan deze roman begon te schrijven. In deze scriptie wordt voor het eerst chronologisch overlopen of de gegevens die in Eilande staan ook in het Dagregister staan. Dan Sleigh heeft uiteraard nog andere bronnen gebruikt voor het schrijven van zijn grootse roman. Ons gaat het dus om een confrontatie van Eilande met slechts één bron. Voor deze beperking zijn er 'praktische' en methodologische redenen: terwijl het Dagregister in een goede editie beschikbaar is, geldt dat niet voor andere archiefbronnen die door Sleigh zijn gebruikt. Bovendien is deze scriptie niet bedoeld als een bijdrage tot de koloniale geschiedenis. Centraal staat de literaire beeldvorming in een roman uit de eenentwintigste eeuw, belicht vanuit één contemporaine bron. Eén bron, maar vanwege zijn unieke historische positie zeker niet de minste. Ook in de traditionele literatuurgeschiedenis van de “Afrikaanse” literatuur figureert het Dagregister overigens als het eerste belangrijke document. Dit zien we onder andere in Afrikaanse Literatuurgeskiedenis van G. Dekker4 en in Schets van den ontwikkelingsgang der Zuidafrikaansche letterkunde van R. Antonissen5.
2
3 4 5
E. Jansen, “Krotoa alias Eva. Van VOC-document tot stripfiguur”, in Wandelaar onder de palmen. Opstellen over koloniale en postkoloniale literatuur, red. M. Van Kempen et al., Leiden, KITLV Uitgeverij, 2004, p.374. R. Breuer, Stellenbosch writers, 1/02/2007 <www.stellenboschwriters.com/sleighd.html> (10/05/2010). G. Dekker, Afrikaanse Literatuurgeskiedenis, Kaapstad, 1935. R. Antonissen, Schets van den Zuidafrikaansche letterkunde, Diest, 1946.
3
Opbouw van de scriptie
Deze scriptie bestaat uit negen hoofdstukken. Na een inleidend hoofdstuk zal verduidelijkt worden wie alle personages zijn en wat er te vinden is in de bronnen over hen. Eerst en vooral wordt uitgelegd wie Eva nu precies is, wat er over haar geweten is in verschillende bronnen en hoe haar leven afloopt. Dan wordt er ook kort iets gezegd over de beeldvorming rond Eva die sterk veranderd is in de loop der tijden. Daarna wordt een korte biografie van Jan van Riebeeck geschetst. Vervolgens worden kort Harry, Doman en Oedasoa voorgesteld. Deze Khoikhoi zijn niet zo veel beschreven in de bronnen. Daarna volgen twee hoofdstukken die de inhoud van beide boeken weergeven. Enkel de eerste twee hoofdstukken van Eilande werden samengevat, aangezien Jan van Riebeeck vertrekt in het tweede hoofdstuk. Op basis van deze samenvattingen volgt dan in vijf hoofdstukken het vergelijkend onderzoek. Het eerste hoofdstuk zal enkel over Eva gaan, de volgende vier over Eva in relatie met anderen uit haar naaste omgeving. Tot slot volgt dan de conclusie waarin antwoord zal gegeven worden op de vragen gesteld in deze inleiding.
4
1.1. Wie is Eva?
Eva was een Khoikhoivrouw die leefde in de Kaap van circa 1642 tot 29 juli 16746. Haar echte naam was Krotoa, maar de Compagnie noemde haar al snel Eva. Het was een gewoonte om moeilijk uit te spreken namen van zwarte huishoudhulpen te vervangen door nieuwe namen die voor Europeanen makkelijker uit te spreken zijn.7 Eva was de nicht van Autshumoa, een belangrijk leider van de Khoikhoi. Ze werd in huis gehaald bij het gezin Van Riebeeck om er te werken als huishoudhulp. Daar kreeg ze een christelijke opvoeding. Net als haar oom werkte ze ook als tolk voor de Compagnie. Ze sprak het Nederlands nagenoeg perfect en sprak ook een mondje Portugees.8 Ze werkte een tijd als de belangrijkste tolk voor de Compagnie. Van Riebeeck vertrouwde haar vertalingen omdat ze zo dicht bij hem opgroeide. Toch gelooft Van Riebeeck niet dat alles wat ze zegt waar was, hij denkt dat ze te loyaal is tegenover Harry en de Cochoqua om hen echt in moeilijkheden te brengen. Ze startte de belangrijkste onderhandelingen met de Cochoqua, waar ze ook familie bij had wonen. Deze bevolkingsgroep voorzag de Compagnie van vee. Ze had waarschijnlijk moeite om zichzelf in de wereld in te passen. Ze leefde voortdurend tussen twee werelden. In de Khoikhoiwereld en de Europese wereld. Ze leek in geen van beiden te passen. Ze is de eerste Khoikhoivrouw die een huwelijk aanging met een kolonist in ZuidAfrika. Daarvoor werd ze ook al gedoopt. Ze trouwde met Peter Havgard. Hij was een Deen, die als chirurgijn voor de Compagnie werkte. Samen met Peter Havgard heeft ze drie kinderen. Een jaar na haar huwelijk gaat ze samen met haar man en kinderen op Robbeneiland wonen. Havgard wordt daar posthouder. Peter zal in 1668 sterven op een expeditie in Madagaskar.9 Eva keert nu terug naar het vasteland. Ze raakt al snel na de dood van haar man aan
6 7 8 9
South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/krotoa.htm> (26/04/2010). Jansen E., “Krotoa alias Eva. Van VOC-document tot stripfiguur”, p.363. South African History Online, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/krotoa.htm> (26/04/2010). id.
5
lager wal. Ze begint veel te drinken en stort zich zelfs in de prostitutie. Ze kan nu nergens meer terecht. De Khoikhoi lieten haar in de steek omdat ze kinderen had van een blanke man. De Nederlanders moeten haar niet omdat ze drinkt en zich prostitueert. Ze wordt al snel verbannen naar Robbeneiland. Daar sterft ze in 1674.10 Haar kinderen zullen worden opgevoed in een ander gezin op kosten van de Compagnie. Ze zou ook enkele kinderen buiten haar huwelijk gehad hebben, maar daar is weinig over gekend. Ze werd al snel gezien als exemplarisch voor het feit dat Khoikhoi de Europese cultuur niet kunnen opnemen.11 Nu, driehonderdvijftig jaar na Eva's dood, zien we als het ware een hele cultus ontstaan rond Eva. In de twintigste eeuw is er een grote verscheidenheid aan kunstenaars en onderzoekers die Eva als onderwerp hebben.12 Zo is ze niet alleen het centrale personage in Eilande, de roman die het onderwerp van deze scriptie vormt. Ze komt nog in tal van andere boeken voor. In Pieternella van die Kaap van Dalene Matthee en ook in Krotoa-Eva; The woman from Robben Island van Trudie Bloem krijgt Eva een centrale plaats.13 Ze zal in deze romans steeds mondiger worden en een steeds belangrijker rol toebedeeld krijgen. Ze is niet langer de vrouw die enkel als huishoudhulp gebruikt wordt in romans. Ze is ook niet langer de vrouw die zich prostitueert en elke dag dronken rondloopt omdat ze haar familie kwijt is. Ze is nu een veel sterkere vrouw. Ze is uit haar rol van huishoudhulp gegroeid en wordt steeds belangrijker als tolk in de oorlog tussen de Khoikhoi en de Nederlanders.14
10 11 12 13 14
South African History Online, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/krotoa.htm> (26/04/2010). H. Giliomee en B. Mbenga, Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika, Kaapstad, Tafelberg, 2007, p51. Jansen E., “Krotoa alias Eva. Van VOC-document tot stripfiguur”, p.374. Id. p.368. Id. p.374.
6
1.2. Wie is Jan van Riebeeck?
Over Jan van Riebeeck is meer geweten dan over de andere personen besproken in deze scriptie. Deze biografie is grotendeels gebaseerd op de biografie gegeven in het Dagregister door D. B. Bosman15 en op de biografie gegeven door W.-P. Van Ledden in Jan van Riebeeck tussen wal en schip16. Jan van Riebeeck werd op 21 april 1619 geboren als telg van een voorname familie die vertegenwoordigd was in de stadsregering van Wijk-Bij-Duurstede, dat in die tijd nog een zeer belangrijke stad. Zijn moeder was de dochter van de burgemeester, zijn vader was chirurgijn op een schip. Jan groeide voornamelijk op bij zijn moeder en grootvader. Zijn vader was veel weg op reis. Bij zijn terugkeer zal Jan wel vol ontzag naar de verhalen en gebeurtenissen over zee en vreemde verre werelden geluisterd hebben. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid dan ook sterk meegespeeld in Jans keuze om zelf ook voor chirurgijn te studeren. Niet lang na het afleggen van zijn examens kon Jan beginnen als onderchirurgijn op een schip van de Oost-Indische Compagnie. Deze kans om zo snel al een goeie baan te vinden kwam er waarschijnlijk mede dankzij de sterke invloed van zijn grootvader. Op Jans eerste vaart verging het schip door een ongeluk bij Sierra Leone. De bemanning kan gered worden en zes maanden later komt Jan dan toch met een ander schip aan in Batavia. Van Jans ambitie getuigt zijn motto: “die avancement soekt, sal geen naerstigheijt sparen.”. Onmiddellijk na aankomst in Batavia vraagt hij een administratieve job aan. Hij leert er schrijven in de officiële kanselarijtaal. Twee jaar later wordt hij als onderkoopman op een schip naar Japan gestuurd. Daar wordt hij al snel koopman. Op dit moment wacht hem een mooie toekomst. Hij kent de moeilijkste tak van de handel, namelijk de omgang met Oosterse vorsten, en hij staat hoog aangeschreven. 15
D.B. Bosman en H.B. Thom (ed.), Dagregister gehouden bij den oppercoopman Jan anthonisz Van Riebeeck, Kaapstad, 1955, p. XV-XXV. 16 W.-P. van Ledden, Jan van Riebeeck tussen wal en schip. Een onderzoek naar de beeldvorming over Jan van Riebeeck in Nederland en Zuid-Afrika omstreeks 1900,1950 en 2000, Hilversum, uitgeverij Verloren, 2005, p.15-27.
7
Maar het loopt mis. Het loon van mensen in dienst van de Compagnie was extreem laag en dus werd door bijna alle mensen voor eigen winst handel gedreven. Dit kwam uiteraard aan het licht en enkele hooggeplaatsten vreesden dat hun eigen lucratieve handel in het gedrang gaan komen. Ze gaan op zoek naar een zondebok en komen onder andere- uit bij Jan van Riebeeck. Hij krijgt een (oneerlijk) proces, er wordt zelfs vermoed dat de rechters zelf ook schuldig zijn aan het drijven van een winstgevende handel. De straf is niet mild, hij krijgt een geldboete, moet zijn plaats in Japan verlaten en wanneer hij terug in Nederland aankomt moet hij de dienst van de Compagnie verlaten. Op de terugweg naar Nederland doet het schip Tafelbaai aan om er de lichamen van de ter ziele gegane Haerlem, een schip van de Compagnie, te bergen. Wanneer Jan terug in Nederland is, komt hij Maria Quellerius of De La Quellerie tegen, een negentienjarige dochter van een Waals predikant in Rotterdam en kleindochter van een Franse edelman. Op 28 maart 1649 trouwen ze en nog voor ze naar de Kaap vertrekken krijgen ze twee zoontjes: Anthony en Lambertus. Wanneer de Compagnie steeds meer handel drijft met India, verliest Sint-Helena zijn nut als verversingsstation en lijkt Zuid-Afrika daarvoor de ideale plaats te zijn. Jan van Riebeeck werpt zichzelf op als ideale kandidaat om naar Zuid-Afrika te gaan. Per slot van rekening heeft hij er al eens eerder achttien maanden doorgebracht. De Compagnie is hem deze keer wel gunstig gezind en Van Riebeeck wordt koopman en hoofd van het nieuwe verversingsstation voor vijf jaar. Vanaf dat moment zijn de volgende tien jaar van zijn leven goed te volgen in het Dagregister.
Van Riebeecks verblijf aan de Kaap
Hij vertrok in 1651 met een schip samen met zijn vrouw, zijn zoon (één van zijn zoontjes was eerder in Amsterdam gestorven) en twee nichtjes. Hij had een welomschreven opdracht voor aan de Kaap, namelijk: “Bouw een houten loods naast de Zoete Rivier. Zoek dan een plek voor het fort,
8
noem het: “De Goede Hoope”, maak Logies voor tachtig personen. Zoek daarna grond voor tuinen en om er vee te laten weiden. Hou inboorlingen te vriend en men vergrijpe zich niet aan hun personen of vee. Drijf het vee 's avonds binnen het fort. Plant ook vruchtbomen. Iedereen is beëdigd op de Artikelbrief en moet elke dag bezig zijn. Houd dagregister en tracht iets te vinden om de onkosten te verminderen. Zet sloepen in elkaar van uit Holland meegebrachte onderdelen en laat ze als loodssloepen dienen. Plaats een mast om seinen te geven.”17
Op vijf april 1652 ziet hij de contouren van de Tafelberg en gaat niet veel later aan land. Het eerste jaar was allesbehalve voorspoedig. Te veel droogte gevolgd door te veel regen maakte de aanleg van een tuin bijzonder moeilijk. De mentaliteit en de onbekwaamheid van de ruim honderd Compagniesdienaren stoorde Van Riebeeck. Deze mentaliteit was waarschijnlijk het gevolg van te zwaar werk en de moeilijke omstandigheden. Jan Van Riebeeck wou zelf ook heel graag weg, naar India. De contacten met de oorspronkelijke bewoners verliepen stroef. In het begin konden er nog wel wat vee en schapen geruild worden, maar zodra de Khoikhoi beseften dat de Compagnie zich permanent wilde vestigen, weigerden ze vee te ruilen. Ook werd er dikwijls vee gestolen en werden er gewassen vernield. Door het vrijburgerschap groeide de kolonie aan en dat zorgde voor nog meer ongenoegen bij de Khoikhoi. Van Riebeeck trachtte tevergeefs Harry en Eva in te zetten bij de onderhandelingen, maar de eerste Khoikhoi-oorlog brak al snel uit, in 1659. Een jaar later werd er weer vrede gesloten en er werd een haag opgetrokken tussen beide gebieden. Van Riebeeck probeerde de inkomsten te verhogen door ontdekkingsreizen naar het koninkrijk Monomotapa te organiseren. Men dacht daar veel goud te vinden, maar dit bleek een illusie te zijn. Op 21 augustus 1660 kreeg Van Riebeeck te horen dat hij de Kaap mocht verlaten, hij werd er vervangen door Zacharias Wagenaer. Het verversingsstation dat hij achterliet, voldeed niet aan de verwachtingen van de Compagnie.
17
Van Ledden, W.-P., Jan van Riebeeck tussen wal en schip, p.19.
9
Einde van zijn leven
Na zijn tien jaar aan de Kaap wordt Jan in 1662 overgeplaatst naar Mallaka, een staat in Maleisië. Hij doet er zijn werk naar behoren, maar is er erg ongelukkig. Zijn vrouw sterft en ook een van zijn dochtertjes moet hij begraven. Hij hertrouwt met Maria Scripio, voornamelijk omdat hij hulp nodig heeft met de opvoeding van zijn dochters. Zijn zonen zijn al lang naar Nederland gestuurd om er een goede opvoeding te krijgen. Maria Scripio schenkt hem in 1670, nog een zoon, Joan van Riebeeck. Jan van Riebeeck sterft op zijn 57ste, in 1976.
Wat is het Dagregister?
Het Dagregister van Jan van Riebeeck is een dagboek dat de commandeur bijhoudt over zijn tijd aan de Kaap. Dit boek is bedoeld voor zijn werkgevers, de heren XVII. Het dagboek begint op 14 december 1651, wanneer Jan van Riebeeck met zijn gezin vertrekt per schip naar Zuid-Afrika, en stopt op zes mei 1662, de dag voordat Van Riebeeck met zijn gezin de Kaap verlaat.18 In het Dagregister wordt per dag vermeld hoe het weer is en welke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Deze gebeurtenissen betreffen de oogst, het ruilen van vee met de inboorlingen, huwelijken, geboortes en sterfgevallen. Het Dagregister geeft bijna geen informatie over het persoonlijk leven of de gedachten van de commandeur. De uitgave die ik gebruik voor deze thesis is de standaarduitgave bezorgd door D. B. Bosman en H. B. Thom in 1952 in Kaapstad. Deze uitgave bestaat uit drie delen. Het eerste deel van 14 december 1651 tot 30 december 16551. Het tweede boek begint op 1 januari 1656 en eindigt op 31 december 1658. Het derde boek start op 1 januari 1659 en eindigt op 6 mei 1662. Het is een uitgave van de Van Riebeeck-vereniging. Uitgebracht ter gelegenheid van de 300ste Van Riebeeckdag in 1952.
18
Bosman D.B. en Thom H.B. (ed.), Dagregister.
10
1.3. Wie is Harry?
Harry was een Khoikhoi-tolk van de Compagnie. Zijn echte naam was Autshumoa, maar de Engelsen gaven hem de naam Harry. Hij was leider van de Goringhaicona. Hij kwam in contact met Engelse schepen in Zuid-Afrika waarmee hij af en toe meeging waardoor hij de Engelse taal leerde spreken. Hij werd posthouder voor de Engelsen, wat inhield dat hij brieven moest bijhouden om aan kapiteins van passerende schepen af te geven. Hij verhuisde in 1632 met zijn Goringhaicona naar Robbeneiland, omdat hij daar veilig was voor zijn vele vijanden. In 1640 keerde hij terug naar de Kaap.19 Door zijn kennis van het Engels kreeg hij een belangrijke rol als vertaler wanneer Van Riebeeck voet aan wal zette in Zuid-Afrika. Hij was de oom van Eva en hij heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat Eva aan het fort kon beginnen werken. Hij was verantwoordelijk voor een grote veeroof bij de Compagnie in 1654. Ook had hij een Nederlandse jongen laten doden. Dit leverde hem een gevangenschap op Robbeneiland op waardoor hij de eerste politieke gevangene op Robbeneiland werd. Na ongeveer anderhalf jaar gevangen gezeten te hebben, slaagde hij erin met een bootje te ontsnappen. Dat maakt hem ook de enige persoon die ooit van op Robbeneiland is weten te ontsnappen.20 Na zijn ontsnapping tracht hij zich weer geliefd te maken aan het fort. Hij raakt al zijn vee kwijt, maar zijn goede naam wordt enigszins hersteld.21 Harry stierf in 1663.22
19 20 21 22
C. Saunders (Ed.), Reader's Digest: Illustrated history of South-Africa. The real story, Kaapstad, 1994, p.43. South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/autshumao.htm> (26/04/2010). Giliomee H. en Mbenga B., Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika, p.51. South African History Online, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/autshumao.htm> (26/04/2010).
11
1.4. Wie is Doman?
Doman is een tolk van de Compagnie. Er is weinig over hem gekend. Hij werd rond circa 1657 naar Batavia gestuurd om er Nederlands te leren.23 Hij was een man van de Caepmans, of de Goringhaiqua. Doman was een van de sterkste tegenstanders van de Compagnie. Hij deed zich voor als iemand die christen wou worden, om zo dichtbij het fort te kunnen komen. Van zodra hij tolk was, trachtte hij de Compagnie te saboteren. Hij was zeer hard voor Eva. Hij vond haar een verrader. Ze zou volgens hem leugens aan haar eigen volk vertellen om de Nederlanders vooruit te helpen.24 Doman was een van de Khoimannen die de eerste Khoikhoi-oorlog ontketend heeft.25 Hij wist enkele leiders te overtuigen om met hem mee te doen. Deze oorlog mislukt voor de Khoikhoi en Doman krijgt de schuld. Hij raakte zelf ook gewond in een van de veldslagen. Veel Khoi namen het Doman kwalijk dat ze de oorlog verloren hadden. Op het einde van zijn leven wordt hij door hen veracht. De Khoikhoi tolereren Doman enkel nog als vertaler, omdat ze hem nodig hebben.26 De Compagnie vond Doman een gevaarlijk man. Hij stierf in 1663.27
23 24 25 26 27
Giliomee H. en Mbenga B., Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika, p.51. South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/doman.htm> (26/04/2010). Giliomee H. en Mbenga B., Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika,p.51. Saunders C., Reader's Digest: Illustrated history of South-Africa, p47. Id.
12
1.5. Wie is Oedasoa?
Over Oedasoa is niet veel geweten. Hij was de leider van de Cochoqua, een belangrijke bevolkingsgroep in het Zuid-Afrika van 1650. De Cochoqua hadden veel vee en waren daarom geliefd bij de Compagnie. Er werd veel vee geruild voor koper. Oedasoa's vrouw was de zus van Eva. Eva zorgde voor de contacten met de Cochoqua, ze gebruikte haar familieband.28 De Cochoqua profiteerden ook van hun nieuwe rijkdom en er ontstond een soort handelscontract met de Compagnie. Tijdens de eerste Khoikhoi-oorlog, in 1659, trokken de Cochoqua weg, landinwaarts, om niets met de oorlog te maken te hebben. In de tweede Khoikhoi-oorlog, in 1673-1674, zal een deel van de Cochoqua wel meevechten tegen de Compagnie om een deel van hun weiden terug te krijgen.29
28 29
Giliomee H. en Mbenga B., Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika, p51. Saunders C., Reader's Digest: Illustrated history of South-Africa, p46-47.
13
1.6. Wie is Dan Sleigh?
Dan Sleigh (1938) is een Zuid-Afrikaanse historicus en auteur, die zich specialiseert in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Hij doctoreerde in de geschiedenis aan de Universiteit van Stellenbosch en publiceerde verschillende boeken en artikels in dit vakgebied.30 Hij is redacteur van een departement dat zorgt voor het transcriberen van de Kaapse archieven.31 Ook schreef Dan Sleigh historische poëzie. In zijn gedichtenbundel Duif oor water, uit 1971, zien we een verzameling gedichten die naar proza neigen.32 Zijn historische gedichten gaan veelal over de VOC. Het valt op dat Sleigh de gebruikte historische feiten door en door kent.33 Hij schreef een hele reeks historische romans, zoals Die Negemaandemars, 'n Man om te hardloop, Tussen twee vlae, Vrijburger Tas en Ruiters teen die Rijk. Deze romans en de historische gedichten zijn voorlopers van zijn grote studie, Die buiteposte, een studie over de VOC in de Kaap.34 Buiteposte wordt op zijn beurt gezien als een voorstudie, die noodzakelijk was voor het schrijven van de roman Eilande, Dan Sleighs meesterwerk.35 Deze roman werd in 2002 gepubliceerd en werd in 2004 vertaald in het Nederlands. De Nederlandse titel luidt Stemmen uit zee. Deze roman was de winnaar van een grote romanwedstrijd van Sanlam, Insig en Kwêla.36
30
Literatuur in context,
(10/05/2010). 31 Grizéll azar-Luxton, “Dan Sleigh... seemens” in Boekwêreld, Mei 2004, p17-18 <www.capegateway.gov.za/Text/2004_17-18.pdf> (12/05/2010). 32 J. C. Kannemeyer, Die Afrikaanse literatuur 1652-2004, Kaapstad, Human en Rousseau, 2005, p.415. 33 Id. p.416. 34 Id. p.416. 35 Id. p.416. 36 D. Sleigh , Eilande, Kaapstad, Tafelberg, 2002.
14
Wat is Eilande?
Eilande is een roman geschreven in 2002 door Dan Sleigh. Het hoofdthema van deze roman is het leven aan de Kaap van Zuid-Afrika in de zeventiende eeuw, de eerste vijftig jaar onder Nederlands bewind. Eilande is een roman over zeven mannen die een rol spelen in het leven van Eva en haar dochter Pieternella. Deze mannen vertellen elk hun verhaal en zo ontvouwen zich de levens van Eva en Pieternella. De zeven mannen zijn Chief Harry, commandeur Jan van Riebeeck, chirurgijn Peter Havgard, visser Bart Borms, posthouder Hans Michiel Callenbach, advocaat Pieter Deneyn, vrijburger Daniël Zaaijman en de klerk Johannes Guilielmus de Grevenbroek. Eilande vertelt over de beginjaren van de Nederlanders aan de Kaap en hoe ze moeten vechten om te overleven. Niet enkel de natuur speelt hen parten, de oorspronkelijke bewoners doen er alles aan om de Compagnie te dwarsbomen. Een van deze oorspronkelijke bewoners of Khoikhoi is Eva, een jong meisje dat in het huishouden van een Nederlands gezin leeft, bij de Van Riebeecks. Zij tracht niet om de Compagnie te dwarsbomen, ze wil ze net verenigen met de Khoikhoi. Door haar Nederlandse opvoeding raakt ze vervreemd van haar familie. Die vinden haar een verrader en dulden haar niet meer in hun midden. Jan van Riebeeck wordt naar een andere post verplaatst en wanneer dan ook de man van Eva, Peter Havgard, sterft, kent Eva's eenzaamheid een dieptepunt. Ze raakt aan lager wal en begint steeds meer te drinken. Ze verwaarloost haar kinderen. Die worden door een ander gezin opgevoed. Hier begint het tweede deel van de roman: het leven van Pieternella, het oudste kind van Eva. Pieternella doet er alles aan om de erfenis van haar moeder achter zich te laten. Ze wil een beter leven leiden dan haar moeder. Ze trekt naar Mauritius en trouwt daar met een vrijburger, Daniël Zaaijman. Samen leiden ze een tijd een voorspoedig leven. Ze verdienen genoeg geld en krijgen veel kinderen die ze liefdevol opvoeden. Op het einde van hun leven beslissen Pieternella en Daniël om terug te keren naar ZuidAfrika. Daar worden ze ongelukkig, Zuid-Afrika is volledig veranderd op korte tijd en ze verliezen hun hoog aanzien, omdat niemand er hen kent. De roman toont de confrontatie tussen de zwarte bevolking en de Nederlanders. Deze
15
strijd vormt een essentieel deel van het beeld dat Sleigh van de Kaap schetst.37
37
Van Ledden W.-P.,Van Riebeeck, tussen wal en schip, p.123.
16
2. Eva in Eilande
In dit hoofdstuk zal ik een samenvatting geven van de roman Eilande, en daarbij de aandacht concentreren op de gebeurtenissen rondom Eva. Ook de mensen rondom haar die in interactie treden met Eva zullen worden vermeld. Deze samenvatting is enkel van het eerste hoofdstuk en een deel van het tweede hoofdstuk van de roman Eilande. Dit zijn de enige hoofdstukken die behandeld worden in deze scriptie, omdat Jan van Riebeeck de Kaap verlaat in het tweede hoofdstuk. Deze samenvatting is ook opgedeeld in twee hoofdstukken.
Die andersmaak van Chief Harry
De eerste keer dat Eva vermeld wordt, is wanneer Harry beslist dat hij voor haar moet zorgen omdat hij haar oom is. Hij noemt haar zijn zusterskind, haar naam is Krotoa. Hij loopt naar de zee en de andere mensen van zijn stam volgen hem, Eva huilt de hele tijd en één van de vrouwen van de stam neemt Eva van hem over om haar aan haar droge borst te houden. Hierop beslist hij om de leider van de Goringhaicona te worden. Van Nederlanders is aan de Kaap nog geen sprake. Er zijn enkel Engelsen. Harry vertrekt soms op reis met Engelse schepen, voor enkele maanden, maar zijn gedachten zijn wel bij Krotoa en hoe hij een betere wereld kan creëren voor haar en 'zijn' stam. Ook als hij zeeziek in bed ligt, droomt hij van Eva. Wanneer hij terugkomt van zeereis is Eva bang voor haar oom en om haar vertrouwen terug te winnen geeft hij haar snoepgoed waar ze echter ziek van wordt. De dove vrouw die voor haar zorgt, neemt hem dit kwalijk en scheldt hem uit. Eva is het enige kind in
17
zijn stam. Wanneer de Engelsen wegblijven en er ineens ook Nederlandse schepen aankomen aan de Kaap, gaat Harry beseffen dat hij Eva niet meer met geschenken kan verrassen. hij denkt er dan ook aan om haar naar een verwante stam te brengen, zodat ze genoeg te eten krijgt. Misschien bij de familie van haar vader of anders bij de vrouw van Oedasoa. En misschien wil ze wel bij de Engelsen blijven en kan ze een baantje krijgen als kinderoppas, dan hoeft ze niet om kraaltjes te bedelen zoals de anderen van zijn stam. Op een dag loopt een Hollands schip vast in de Tafelbaai en Krotoa leert snel de taal van de Hollandse schipbreukelingen. Eva is dan net zes jaar oud. Ze verblijft dikwijls bij de kok, en helpt hem met koken en afwassen. Ze krijgt veel eten. De kok geeft haar waarschijnlijk de naam Eva, omdat ze meestal naakt rondloopt. Hij is haar eerste vriend en hij is waarschijnlijk de oorzaak van het Nederlandse bederf, want door haar allerlei zoetigheid te geven, raakt ze “verslaafd” aan de Nederlanders. Na elf maanden vertrekt het schip en Eva en Harry gaan terug naar hun plek aan zee. Op haar tiende, of elfde, komt Van Riebeeck aan op de Kaap. Hij vraagt aan Harry of Eva kan oppassen, voor een loon bestaande uit tabak, brandewijn en brood. De winter is heel zwaar en Eva sterft bijna van honger en kou. Krotoa spreekt al redelijk wat Nederlands, waardoor Harry zich minder waard voelt, aangezien hij enkel Engels spreekt. Eva wordt aangenomen bij Van Riebeeck, ook al legt hij uit dat hij zelf nauwelijks eten genoeg heeft. Ze mag bij Van Riebeeck en de familie aan tafel eten, als ze zijn vrouw helpt met de kinderen en de was, bovendien kan ze zich nuttig maken door te helpen tolken. Harry gaat vervolgens naar de Cochoqua, een stam die Krotoa onder haar leden telt. Oedasoa en zijn vrouw zijn blij dat Eva nu bij de Nederlanders woont, wat beter is dan honger lijden. Er wacht haar een huwelijksgeschenk bij Oedasoa dat ze enkel kan krijgen als ze terugkeert naar de Cochoqua en met een van hen trouwt. Ze vrezen wel dat Eva niet meer terug zal willen keren. Wanneer Harry terug is bij Van Riebeeck vraagt hij waar Eva slaapt. Hij krijgt haar uiteindelijk te zien. Ze slaapt op de slaapkamer van de kinderen van Van Riebeeck. Ze draagt Hollandse kleren en is merkelijk voller in haar gezicht. Wanneer Eva wil praten, kijkt ze eerst naar Van Riebeeck voor zijn toestemming. Ze zegt tegen Harry dat zijn
18
stam nu op het fort zal blijven. Vanaf nu krijgen ze eten van de Nederlanders. Ook maakt ze Harry duidelijk dat ze vanaf nu Eva heet. Ze spreekt over Van Riebeeck als “Mijn heer”, wat Harry verbaast. Eva wordt vanaf nu dikwijls ingezet om te helpen tolken tussen Van Riebeeck en Oedasoa als die hem vee brengt. Van Riebeeck vertrouwt de vertalingen van Harry (naar het Engels) niet altijd, hij hecht meer vertrouwen aan de vertalingen van 'zijn Evaatje'. Oedasoa neemt de gelegenheid te baat om Eva te vragen hoe het met haar gaat. Hij is verrast dat Eva een blauw rokje draagt. Hij vraagt haar wat haar taken inhouden en of ze genoeg te eten krijgt. Ze zegt dat ze moet zorgen voor de twee zoontjes van Van Riebeeck, zorgen dat ze hun gezichtjes wassen, helpen hun kleren aan te trekken en hen helpen met eten. Hij vindt dat ze overkomt als een leeghoofdig en eenvoudig kind. Hij waarschuwt haar dat ze niet te veel brandewijn moet drinken omdat dat slecht is voor kinderen en hij denkt erbij dat de kleine Eva waarschijnlijk niet terug naar de stam zal komen, maar bij de Nederlanders zal willen blijven. Wanneer Harry bij de Nederlanders aan tafel zit, vertelt de vrouw van Van Riebeeck over de godsdienst die Eva nu aan het leren is. Van Riebeeck verneemt dat Eva verwant is aan de Chainouqua, iets wat zij zelf niet wist. Als Harry plots verdwijnt, is Eva bezorgd. Daarom legt ze aan Van Riebeeck enkele stammenverbanden uit om na te gaan waar hij misschien zou kunnen verblijven. Als hij enkele dagen later terugkomt met enkele schapen, hebben Eva en Jan opnieuw een gesprek, en hier verneemt Van Riebeeck voor de eerste keer dat Harry de leider van de Goringhaicona is. Ze zegt hem ook om Harry nooit te vertrouwen, Harry doet enkel alsof hij een vriend is. Oedasoa vraagt aan Harry om Eva weg te halen uit het Fort. Eva is een mooi meisje en aan het fort lopen teveel mannen rond. Harry plant een grote veeroof op de koeien van Van Riebeeck en hij vertelt niets van zijn plannen aan Eva, want hij ziet haar nu als een spion van de vijand. Wanneer de dag van de veeroof komt, haalt hij Eva uit haar kamer en neemt haar mee. Ze wil de pasgeboren baby niet achterlaten, maar uiteindelijk gaat ze toch mee, ook al huilt ze hard om wat ze verloren heeft.
19
Peter Havgard
Peter Havgard en Jan van Riebeeck hebben een gesprek over Eva en over wat er de dag van de veeroof precies gebeurd is. Van Riebeeck zegt dat hij Eva in de eerste plaats in huis gehaald heeft omdat hij van haar de taal wou leren, maar hij zegt er ook bij dat hem dat niet lukt, de klanken zijn te moeilijk voor hem. Eva daarentegen is heel goed in talen, het Nederlands kan ze nagenoeg perfect spreken en van de slaven heeft ze ook al enkele woorden Portugees, Maleis en Engels opgepikt. Hij zegt ook dat iedereen graag naar Eva kijkt als ze over de binnenplaats passeert. En verder heeft hij het over haar grote intelligentie, ze heeft hem al veel verteld over de stammen aan de Kaap en hoeveel vee ze hebben. Hij gelooft niet dat ze altijd het antwoord weet, hij gaat er van uit dat ze af en toe iets verzint, maar hij denkt dat ze dat enkel doet om Van Riebeeck gelukkig te maken, en hij vindt het belangrijk dat hij haar vertrouwt. Over de dag van de veeroof zegt hij dat hij ervan overtuigd is dat de kleine Eva onschuldig was, ze heeft meegedaan met haar oom, omdat in haar stamverband de broer van de moeder evenveel te zeggen heeft over de kinderen als de vader zelf. Kleine Eva had dus geen andere keuze dan te doen wat Harry zei. Ze keert pas drie jaar later terug, maar al die tijd hebben ze haar erg gemist. Peter zegt dat hij haar een mooi meisje vindt, ze is nu ongeveer achttien of negentien jaar oud. Van Riebeeck beaamt dat ze knap is en zegt dat zijn vrouw haar geen seconde uit het oog verliest. Ze is nog te jong om een man te hebben. Van Riebeeck vreest de dag dat hij er niet meer zal zijn, want alle mannen, van de hoogste posten tot de laagste slaven kijken haar na. In haar eigen stam zou ze al getrouwd geweest zijn, maar niet met de eerste de beste, want ze bekleedt er een hoge positie. Van Riebeeck vraagt zich ook nog af wat er van haar zal geworden, want hij weet niet waar ze nu nog bij hoort, niet bij de Khoikhoi en niet bij de Nederlanders. Peter Havgard heeft Eva voor het eerst gezien aan tafel bij Van Riebeeck. Het valt hem op dat ze de gastvrouw voortdurend nabootst. Ze eet op dezelfde verfijnde manier en haar stem heeft dezelfde toonhoogte en accent. Ze heeft de hele avond nauwelijks gesproken, enkel wanneer haar een vraag werd gesteld, beantwoordt ze die. Op een avond gaan Peter en Eva samen wandelen en hij vraagt haar uit over de
20
Khoikhoi. Ze zegt dat ze ervan overtuigd is dat de Khoikhoi weten dat het einde nabij is, maar dat ze dat met man en macht zullen trachten te verhinderen. Ze zullen vechten, ook al maken ze geen schijn van kans, omdat ze met te weinigen zijn. Eva zegt dat ze niet goed weet hoe ze zich moet voelen. De ene dag voelt ze zich Nederlandse en wil ze dat de kolonie daar altijd blijft, andere dagen voelt ze zich Khoikhoi en huilt ze omdat ze het einde van hun voortbestaan voelt aankomen. Ze heeft al eens eerder vermeld aan Van Riebeeck dat ze een Hollands hart heeft, wanneer Van Riebeeck haar oom Harry naar Robbeneiland heeft verbannen. Wanneer Peter vraagt of ze het dan niet moeilijk vindt om de Nederlanders te helpen de Khoikhoi uit te roeien, loopt ze huilend weg en vervolgens ziet Peter haar weken lang niet meer terug. Peter krijgt de dagboeken van Van Riebeeck mee naar huis en leest ze vol interesse. Hij wordt nieuwsgierig naar het binnenland en vraagt om op expeditie te mogen. Eerst gaat hij alleen, maar later gaat Eva ook soms mee, tegen de zin van Maria van Riebeeck. De vrouw van de commandeur vindt Eva eigenlijk te jong om met mannen om te gaan. Op een dag breekt er oorlog uit tussen de Khoikhoi en de Nederlanders en Van Riebeeck houdt een vergadering waar Peter en Eva bij aanwezig zijn. Eva vertelt later dat er op de hele vergadering nooit gesproken is over wat er van de Khoikhoi moet geworden nadat ze uit de vallei zijn verstoten, waar ze al eeuwen lang boerden. De Goringhaiqua zijn boos op Eva omdat ze het haar schuld vinden dat de Nederlanders vriendschap sloten met Oedasoa en op die manier aan vee zijn geraakt en in het land bleven. Zij is degene die in twee huizen woont, twee talen spreekt en twee soorten kleren draagt. Wanneer ze haar zien, gooien ze met stenen en hout naar haar. Trosoa, de man die na Harry de leiding over de Goringhaicona krijgt, wil op een dag een overleg met Van Riebeeck. Deze laat Eva roepen om te tolken en wanneer zij binnenkomt, snauwt ze Trosoa iets toe in haar eigen taal, waarop een hele discussie met de man volgt. Uiteindelijk vertelt ze dat de man komt klagen omdat een blanke zijn hond heeft neergeschoten. Eva zegt dat het zijn eigen schuld is, omdat hij probeert om het de blanken moeilijk te maken. Ze zegt tegen Van Riebeeck dat er oorlog van zal komen en dat ze naar Oedasoa moet om er met hem over te praten. Trosoa houdt haar tegen en roept dat ze kruipt voor de Hollanders en dat ze haar eigen mensen verraden heeft. Vervolgens slaat hij haar met zijn karos en ze loopt bloedend terug naar het Fort. Peter verzorgt haar wonde, erop lettend dat hij zijn deur wagenwijd open laat staan om
21
roddels te voorkomen. Wanneer de oorlog echt uitbreekt, vertelt Eva aan Van Riebeeck dat ze vernomen heeft dat de Khoikhoi wachten voor het natte seizoen om aan te vallen. Ze vermeldt ook dat de Khoikhoi zeggen dat ze geen schrik meer hebben. Ze zijn kwaad en zullen alles doen wat nodig is om van de Nederlanders af te geraken. Van Riebeeck laat Eva een boodschap verspreiden bij haar mensen, ze moet zeggen dat het vanaf nu menens is. Wanneer hij nu mensen gevangen zal nemen, zal hij er slaven van maken. Vanaf nu gaat hij ook moorden. De Khoikhoi zijn begonnen en nu gaat Van Riebeeck wraak nemen. Eva gehoorzaamt en verspreidt deze boodschap, maar heeft het daar erg moeilijk mee. Peter merkt op dat ze in feite een oorlogsverklaring moet ronddragen en dat is eigenlijk geen werk voor een jonge vrouw. Wanneer Peter met enkele mannen op zoek gaat naar enkele voortvluchtige Khoikhoi, komt hij daar Eva tegen, maar hij heeft geen tijd om met haar te praten. Later gaat hij bij Van Riebeeck om hem te zeggen dat hij Eva daar heeft gezien. Peter vindt dit verdacht, want het leek alsof zij de Khoikhoi ging verwittigen van de komst van de Nederlanders. Van Riebeeck zegt hem dat ze daar enkel was om te bidden. Hij legt uit dat ze tot andere goden bidt, maar dat daar ook respect voor moet zijn. Peter wil deze uitleg van Eva zelf horen. Wanneer zij aankomt zegt ze dat ze tot Heitsi-Eib aan het bidden was, om de Khoikhoi te helpen en dat Peter ook voor zijn vijanden moet bidden. Ook al bidden ze tot Heitsi-Eib, toch noemt ze de Khoikhoi ook christenen, iets wat Van Riebeeck vreemd vindt. Ze voegt er ook aan toe dat ze de Khoikhoimannen niet gezien heeft. Van Riebeeck en Peter zijn geneigd haar te geloven. Wanneer Peter later zegt dat hij denkt dat het niet lang meer zal duren met de Khoikhoi, omdat ze met zo weinigen zijn, verbleekt Eva duidelijk, en ze loopt midden in het gesprek weg. Wanneer Van Riebeeck dit ziet, zegt hij dat dit allemaal heel zwaar moet zijn voor haar. Peter geeft toe dat hij dacht dat ze misschien naar de Khoikhoi was om hen te verraden, maar Jan van Riebeeck zegt dat ze bijna volbloed-Hollander is. Peter moet wel opletten wat hij zegt, om haar grote trots niet wakker te maken, want dan zal ze minder lief zijn. Eva komt in een moeilijke positie te staan. De blanken moeten haar niet omdat ze bruin is en de Khoikhoi willen haar niet omdat ze bij de Nederlanders woont, beide groepen wijzen haar na en noemen haar een verrader.
22
Peter heeft in het Dagregister gelezen dat Doman Eva uitschold omdat ze de gunst van de commandeur zoekt. Dat had hij gezegd op een moment dat hij nog op betere voet met de Hollanders stond. Nu in tijden van oorlog, lijkt het een regelrecht dreigement geworden, en Peter vreest dat Eva niet meer veilig zal zijn. Na een zoveelste slag van de Khoikhoi, laat Van Riebeeck Harry roepen om vrede te stichten. Hij denkt dat Harry meer succes zal hebben dan Eva bij de Khoikhoi. Wanneer ze Harry opgehaald hebben op Robbeneiland, weigert hij te praten met Van Riebeeck. De commandeur besluit om er Eva bij te roepen. Eerst laat hij hen praten achter gesloten deuren, terwijl Peter en Van Riebeeck buiten de deur wachten. Daar horen ze een luide discussie, en wanneer Eva buitenkomt zegt ze dat Harry haar de teef van een witte man noemt. Ze zegt tegen Peter dat hij klaagt over pijn aan zijn heup, maar dat hij misschien later zal praten. Peter behandelt hem met Engelse jenever en angostura tegen de pijn. Door de alcohol wordt Harry's tong losser en hij is bereid om te praten, maar enkel in zijn Khoikhoitaal. Van Riebeeck maakt Eva duidelijk dat er een verschil is tussen tolken en vertalen. Hij vertrouwt haar niet meer als tolk. Ze is te jong, te emotioneel, te onervaren en te betrokken bij wat er allemaal gebeurt. Ze mag dus enkel letterlijk vertalen wat Harry zegt, dan is ze bruikbaar voor Van Riebeeck. Harry vertelt over de oorlog tussen Gogosoa en Oedasoa , die begonnen was lang voor Eva geboren werd. Even volgt er weer een grote discussie in het Khoikhoi wanneer Harry weer zegt dat Eva een teef is die achter een witte reu aanloopt. Van Riebeeck vraagt aan Eva waarom hij zulke dingen zegt, en ze antwoordt hem dat het komt door de alcohol. Opnieuw krijgt ze de opdracht om gewoon letterlijk woord voor woord te vertalen en hem te negeren als hij weer zulke dingen zegt. Eva vraagt of de commandeur het even makkelijk zou vinden als zulke dingen over zijn vrouw gezegd werden. Hij verzekert haar dat hij dit enkel aanhoort omdat hij Harry nodig heeft en dat Eva zo goed als een dochter voor hem is. Hij zegt ook dat hij tevreden is over het gedrag van Eva. Wanneer Harry vertelt, vertaalt Eva elke zin van hem en Harry, die ondertussen ook genoeg Nederlands verstaat, maar te koppig is om het zelf te spreken, luistert naar haar relaas om te weten of het wel goed is. Wanneer Harry uitgepraat is, zegt hij dat hij het liefst zou hebben dat de Compagnie weer vertrekt, dan zal het weer in orde komen. Eva klaagt hier later over bij Van Riebeeck. Hij mag Harry zo geen dingen laten
23
zeggen. Van Riebeeck zegt, terwijl hij Eva een glaasje bessenjenever aanreikt, dat hij Harry gewoon geen vee wil geven, want dat zou de prijs zijn om Harry opnieuw te laten samenwerken met de Nederlanders. Vee is alles bij de Khoikhoi. Hij wil niet dat Harry een hoge dunk krijgt van zichzelf, en dat hij denkt dat hij onmisbaar is aan het fort. Wanneer er later weer een oorlog komt en er enkele gewonden zijn gevallen, gaat Van Riebeeck
naar de chirurgijn. Daar treft hij Eva en Peter samen intiem in het
wachtkamertje aan, waarvoor hij zich vreselijk boos maakt. Vrouwen hoorden zich immers niet op werkplekken van mannen op te houden. In Peter is hij teleurgesteld omdat hij vindt dat die zeker beter had moeten weten. De Nederlanders hebben een Khoikhoi-jongen gevangen die een vishaak in zijn kaak had. Het haakje zal verwijderd worden door een chirurgijn, op voorwaarde dat hij hen naar de Gorachoqua kan brengen. De Compagnie denkt dat zij hun vee gestolen hebben. De jongen verklaart aan Van Riebeeck dat het de Goringhaicona zijn die het vee van de Nederlanders gestolen hebben. Van Riebeeck gelooft dit niet en vraagt hoeveel mensen er nu in die stam zitten. Een stuk of honderd is het antwoord. Van Riebeeck noemt de jongen een leugenaar. Hij vraagt hoeveel mensen van die honderd assegaaien dragen. Een stuk of dertig vertaalt Eva. Wanneer hij vraagt hoeveel Nederlanders daar al mee gedood zijn, toont Eva vier vingers. Maar later zegt ze dat de jongen vraagt of Van Riebeeck het over hem alleen heeft of de hele stam bedoelt. Van Riebeeck zegt dat ze toch net al geantwoord heeft, maar ze zegt dat ze helemaal geen vingers in de lucht heeft gestoken. Van Riebeeck krijgt genoeg van haar leugens en stuurt haar terug naar haar kamer. Hij denkt dat Eva de jongen wou beschermen. Van Riebeeck vraagt later aan Peter of hij wil uitzoeken of Eva enkel de jongen wou beschermen of de hele stam. Peter zal dit doen als ze later op expeditie vertrekken. De expeditie gaat de Goringhaicona lastigvallen, omdat ze nu geloven dat die mensen het vee van de Compagnie gestolen hebben. Ze vermoorden er vier mensen. Van Riebeeck zegt dat het beter is dit niet aan Eva te vertellen, ze zal het sowieso snel genoeg weten, en het waren mensen waar ze vroeger mee in de stam zat. Maar de volgende keer dat Peter haar ziet, vertelt hij het haar. Als ze dit nieuws hoort begint ze te huilen en Peter troost haar. De dag daarna gaat Eva naar Oedasoa, ze vertrekt eerst in haar Hollandse kleren, en
24
later trekt ze die uit en doet haar karos aan. Ze blijft een hele tijd weg, tot het einde van de zomer. Tijdens haar afwezigheid ontsnapt Harry van Robbeneiland in een gammel bootje. Peter bezoekt dikwijls de boeren in de buurt, terwijl hij wacht op de terugkomst van Eva. Hij denkt dat ze gelukkig zou kunnen worden in één van die boerderijen. In de hoogzomer komt Eva terug. Ze heeft twee mannen meegebracht die een kudde schapen meedragen, een geschenk van Oedasoa voor Van Riebeeck. Ook heeft ze een schildpaddopje met droge Boegoe voor de vrouw van Van Riebeeck mee en een mand met zuurvijgen en knolletjes. Voor Peter heeft ze drie kralensnoertjes mee, een rood, een zwart en een geel. Ze zegt hem dat die kleuren een betekenis hebben, maar wil niet zeggen welke. Ze vraagt Peter om die kralen rond zijn nek te dragen. Van Riebeeck heeft later een gesprek met de twee mannen die de schapen brachten. Hij vraagt aan Eva of ze het gestolen vee heeft zien lopen. Ze zegt dat ze dat heeft gezien, en ook Harry heeft ze zien lopen bij Oedasoa. Ze vertelt dat er veel gewonde mannen zijn bij Oedasoa. Doman heeft een grote wonde aan zijn arm die niet wil dichtgroeien. Van Riebeeck beslist dat als Oedasoa en Doman vrede willen, hij dan zal ingaan op hun vraag, maar dan moeren ze er persoonlijk voor langskomen. Eva vertelt aan Peter over de wonde van Doman. Een maand later komen Doman en Oedasoa, samen met 50 assegaaidragers naar het Fort. Van Riebeeck vraagt Eva hen koel te behandelen, want Van Riebeeck wil geen mooie praatjes. Hij voorspelt dat het antwoord op al hun vragen negatief zal zijn. Na de onderhandelingen zal Eva mogen voorstellen om Peter naar de arm van Doman te laten kijken. Ze mag dit slecht één keer vragen, en vooral niet aandringen. Ze moet verder ook enkel letterlijk vertalen, geen eigen woorden of interpretaties bijvoegen. Tijdens het gesprek vraagt Van Riebeeck verschillende keren of ze wel letterlijk vertaalt wat Harry zegt, en waarom hij niet zelf in het Nederlands praat. De Khoikhoi willen hun veeplaats bij de rivier terug hebben, maar Van Riebeeck zegt dat hier geen sprake van kan zijn. Na het gesprek vraagt Eva aan Doman of Peter naar zijn arm wil kijken, maar hij weigert dit. Een week later komen de Khoikhoi in groten getale terug en Eva moet hen buiten de poorten van het Fort opwachten. Ze moet hen zeggen dat ze mogen eten en drinken op
25
kosten van de Nederlanders. Ondertussen gaat Van Riebeeck naar de kerk. Doman is nu zo erg achteruitgegaan dat hij nauwelijks nog kan lopen. Harry brengt hem bij Peter om zijn arm te laten onderzoeken. Eva moet daarbij helpen. Peter zal haar uitleggen wat hij wil doen om de schouder van Doman te redden. Terug op het plein is Van Riebeeck terug uit de kerk. Eva moet weer vertalen bij de onderhandelingen. De Khoikhoi willen nog steeds hun weide terug. Ze willen dat de Nederlanders terugkeren naar hun land. Ze snappen niet dat mensen zonder vee toch denken dat ze zoveel macht hebben. Later geeft Eva toe aan Peter dat ze niet alles vertaald heeft, ze heeft niet gezegd dat de Khoikhoi zullen vechten voor hun land. Ze is bang dat Van Riebeeck dit als een uitdaging zal gaan zien, want hij is altijd klaar om te vechten. Peter legt haar later nogmaals uit wat hij precies met Doman heeft gedaan. Van Riebeeck stuurt Peter later op expeditie om op zoek te gaan naar de keizer van het mythische Monomotapa voor goud. Hij doet dit voornamelijk omdat zijn vrouw niet graag heeft dat Peter zoveel tijd met Eva doorbrengt. De expeditie mislukt, na maanden keren ze terug, maar ze hebben de keizer van Monomotapa niet gevonden. Peter zoekt troost in de armen van Eva, die hem met open armen verwelkomt. Twee weken later vertrekt hij opnieuw op expeditie. Wanneer Peter daarvan terugkeert, vertelt Eva hem dat ze een kind verwacht. Peter gaat weer op expeditie en komt bij Oedasoa. Die zegt hem dat hij Eva te schande gemaakt heeft door haar te beslapen. Hij doet het uitschijnen dat ze geen familie heeft, maar die heeft ze wel. Geen enkele man zal haar nu nog willen en nu moet ze bij de blanken blijven, waar ze nooit gelukkig zal kunnen worden, want ze zal niet bij haar familie zijn. Peter loopt vloekend weg, en later hoort hij dat Eva naar Oedasoa gestuurd wordt om zijn fout goed te maken. Wanneer Peter na de zoveelste expeditie terugkeert, ziet hij al duidelijk dat Eva zwanger is. Ze is ook geen tolk meer in de raadzaal; daar komt Harry nu elke dag voor. In het gezin van Van Riebeeck zorgt ze niet meer voor de kinderen Eva is nu eerder een bediende geworden dan een vriendin. Eva vereenzaamt, ze kan niet meepraten met de rest van de familie en ze krijgt geen godsdienstles meer. Langzaamaan begint ze meer te drinken en te vloeken. Peter ziet haar duidelijk achteruitgaan. Ze staat niet meer in de gunst van Van Riebeeck. Hollandse vrouwen mijden haar omdat ze tegen de goede zeden gezondigd heeft en de
26
Khoikhoi moeten niets meer van haar weten, omdat ze de Nederlanders geholpen heeft in de oorlog en een blanke man heeft. Eva vindt het moeilijk om het huishouden te doen, ze heeft er duidelijk geen zin meer in. Ze trekt in bij Peter in zijn ziekenzaaltje en Van Riebeeck stemt stilzwijgend toe. Peter denkt dat ze neerslachtig wordt omdat ze geen zussen of een moeder heeft om mee te praten, maar hij weet niet dat Eva zich zorgen maakt om de andersmaak die zij en haar kind zullen moeten ontberen. De andersmaak is een soort ritueel dat plaatsvindt op belangrijke momenten in het leven van de Khoikhoi. Zo is er een andersmaak bij de geboorte van een kind, bij de overgang naar de puberteit en bij een huwelijk. Bij dit ritueel wordt traditioneel een rund geslacht. In oktober wordt hun dochter geboren. Beiden hadden ze gehoopt dat het een zoon zou zijn, die ze dan Pieter zouden genoemd hebben. Ze geven hun dochter daarom de naam Pieternella. Wanneer het weer zomer wordt, begint Peter weer hard naar de buitenlucht en een nieuwe expeditie te verlangen. Hoewel zijn aandacht dikwijls uitgaat naar zijn kind, kan hij het toch niet laten om eropuit te trekken. Wanneer hij van zijn reis terugkomt, is Eva ziek. Een oude vrouw van de Goringhaicona heeft voor haar en Pieternella gezorgd. Eva is weer zwanger. Peter merkt dat zijn dochter al een lange tijd niet gewassen is en onder de vlooienbeten zit. Eva maakt zich grote zorgen omdat mevrouw Van Riebeeck vindt dat ze in zonde leven en eigenlijk zouden moeten trouwen. Eva heeft hem gemist. Wanneer Peter er is, laat hij Eva werken. Hij zorgt dat er eten in huis is, dat Eva de kleren wast en op hun kind past. Rond die tijd wordt Van Riebeeck overgeplaatst om buiten Zuid-Afrika een hogere functie te bekleden. Dit maakt Peter ongerust. Hij was een goede vriend van Van Riebeeck en hij is bang voor wat hem nu te wachten staat. Peter maakt van de laatste dagen onder het bewind van Van Riebeeck gebruik om de doop van Eva en Pieternella te regelen. Hij praat erover met Eva en vraagt of ze bereid is om zich te laten dopen. Eva vreest dat ze niet goed genoeg zal zijn voor God en is bang iets verkeerds te doen. De predikant wil Eva liever niet dopen, hij vreest zijn werk kwijt te raken omdat Eva een Khoikhoi is. Eva wordt daar ontzettend boos over. Van Riebeeck komt tussenbeide waarna de predikant wel bereid is om Eva en Pieternella te dopen en Peter en Eva te
27
trouwen. Ze moeten nu drie opeenvolgende zondagen in de kerk laten aankondigen dat ze zullen trouwen. Van Riebeeck helpt hen met de voorbereidingen. Eva is niet zeker of ze dit huwelijk wel wil, want dit wil ook zeggen dat ze voorgoed van haar volk weg zal zijn. Ze zal niet meer welkom zijn bij haar mensen en wanneer er met Peter iets zou gebeuren zal ze bij de Nederlanders minder waard zijn dan een hond zonder naam. Peter weet haar na veel moeite te overtuigen. Eva moet nu drie keer in de week bijbellessen volgen. Van Riebeeck betaalt een oppas voor haar kind. Hij voelt zich schuldig omdat hij het was die Eva uit haar natuurlijke omgeving heeft weggehaald. Door de bijbellessen probeert hij haar voor hij weggaat op het goede, christelijke pad te krijgen. Hij waarschuwt haar voor enkele problemen die zich in een huwelijk voor kunnen doen. Mannen nemen na verloop van tijd soms een jongere vrouw, maar ze kan dit vermijden door het Peter niet te moeilijk te maken, vergevingsgezind te zijn, door niet te liegen en vooral altijd met een rustige stem te spreken. Het is door het goede gezelschap dat je voor een man bent, dat hij beslist bij jou te blijven, niet door het huis netjes te houden of lekker te koken. Aan haar reactie ziet hij dat zijn uitleg te laat komt, ze zal nooit een Nederlandse huisvrouw worden en hij schaamt er zich over deze dingen niet eerder gezegd te hebben. Op de dag van de doop hoopt Peter dat de predikant hem niet zal berispen, omdat hij met Eva in ontucht leefde. Hij denkt dat wanneer Eva neerslachtig wordt, dit een slechte invloed zal hebben op zijn kind. Hij maakt zich zorgen omdat er weer een op komst is. Hij hoopt dat zijn gezin opgenomen zal worden in de samenleving. Na de doop van Eva vertrekt Van Riebeeck en Eva heeft het daar heel moeilijk mee. Ondanks haar zwangerschap vermagert ze en huilt ze drie maanden aan een stuk. Ze zag Van Riebeeck als haar vader en voelt zich nu wees. Van die dag af spreekt ze niet meer over trouwen. Peter moet zelf voor Pieternella zorgen. In de winter die volgt, krijgen ze het heel moeilijk. Ze hebben geen geld voor brandhout en nauwelijks eten voor pap en melk voor hun dochter. Tijdens het einde van Eva's zwangerschap, vertrekt Peter weer op expeditie. Eva klaagt hier behoorlijk veel over. Ze verwijt Peter dat hij een 'rondloper' is. Peter zorgt voor een vroedvrouw en een Khoikhoivrouw die bij Eva zal blijven. Wanneer Peter van zijn reis terugkeert, is zijn zoon geboren. Eva vertelt hem dat
28
Pieternella bij Oedasoa is, want ze kan onmogelijk voor beide kinderen zorgen. Peter verwondert er zich over dat zijn kinderen niet op hem of op elkaar lijken. Peter vertrekt opnieuw op een missie en wanneer hij terugkeert huilt Eva omdat haar oom Harry gestorven is. Later hoort hij dat ze, toen ze hoorde dat Harry ziek was, met haar kinderen naar Oedasoa getrokken is, en pas weken later is teruggekeerd. Ze was bij haar terugkomst volledig uitgeput en zij en de kinderen hadden alle drie kaalgeschoren koppen en zwartgeverfde gezichten als een teken van rouw. Toch mocht ze van Oedasoa haar oom niet zien. Hij verweet haar dat ze haar stam alleen maar is komen opzoeken omdat ze bang is het vee dat haar bij haar geboorte beloofd was als ze met een khoikhoiman trouwt, niet te zullen krijgen. Ze kreeg haar vee inderdaad niet, en moest zo snel mogelijk terugkeren naar de Nederlanders. Nu Harry en Doman dood waren werd Eva soms naar het fort geroepen om te tolken voor enkele guldens. Ze beleeft hier onnoemlijk veel plezier aan en begint opnieuw zorg te dragen voor zichzelf. Peter vertrekt veelvuldig op expeditie omdat Eva niet weet hoe ze hem thuis moet houden. Door opnieuw te tolken trekt Eva de aandacht van de nieuwe predikant en hij bezoekt hen thuis. Hij zegt dat het misschien een goed moment is om te trouwen, want de gemeenschap vindt het schandelijk dat ze in ontucht leven. Dat gebeurt ook enkele weken later. Eva is de eerste Kaapse vrouw die trouwt met een Europeaan. Op hun huwelijksfeest heeft Eva enkele glazen wijn gedronken wanneer ze begint te dansen. Eerst probeert ze de Nederlandse gasten te imiteren, maar na verloop van tijd danst ze op haar eigen manier en begint hierbij scherp te zingen. De gasten reageren raar en Peter voelt zich gegeneerd. Wanneer er enkele weken na hun trouw een schip aanmeert vol zieke mensen, raakt Peter aan de praat met een van de schippers. Die vertrouwt hem toe dat ze een goede chirurgijn zouden kunnen gebruiken op Mauritius. Peter legt dit voor aan Eva, maar die zegt dat ze Zuid-Afrika nooit zal verlaten. Ze zegt dat als Peter zich schaamt voor haar, hij dan alleen moet weggaan. Enkele weken later vraagt Wagenaer, de nieuwe commandeur van de Kaap, aan Peter of hij een ruiltocht in het binnenland wil organiseren. Het doel van die reis is de Khoikhoi verslaafd te maken aan sigaretten en drank, om ze op die manier afhankelijk te maken van de Nederlanders. Eva mag mee om te tolken, en hun kinderen kunnen in een
29
overdekte wagen meereizen. Eva voelt zich die dagen gelukkig. Omdat ze meewerken aan deze ruiltocht krijgen ze van Wagenaer een jonge melkkoe, waarvoor Peter een stal langs hun huis bouwt. Op een van Peters doktersbezoeken komt hij bij de vrouw van de posthouder die ongeneeslijk ziek is. Peter besluit haar kind mee te nemen naar huis om de posthouder te helpen. Hij hoopt dat Eva op enkele weken op het kind kan passen. Wanneer hij met het kind thuiskomt wordt Eva woest, ze roept dat hij het kind naar de kerk moet doen omdat ze het al lastig heeft met haar eigen kinderen. Peter gehoorzaamt en doet het kind weg. Er doen geruchten de ronde over de posthouder, dat hij zijn mensen zou mishandelen. Ook zou er beri-beri op Robbeneiland heersen. Wagenaer draagt Peter op om uit te zoeken hoe dit kan verholpen worden. Peter en Eva moeten dus met hun gezin verhuizen naar Robbeneiland. Op het eiland is Peter ongelukkig, hij droomt ervan snel naar het oosten te kunnen varen, naar Mauritius. Toch vreest hij dat hij door Eva al te hard aan de Kaap gewend geraakt is. Hij neemt zich voor om elke aanbieding om te verhuizen aan te nemen, ook als dat betekent dat hij Eva moet achterlaten. Eva zelf is ook heel eenzaam omdat ze het gezelschap van een andere vrouw moet ontberen. Dit verandert wanneer Theuntje op het eiland aankomt. zij is veroordeeld tot zes weken gevangenschap en is een oude vriendin van Peter. Die nodigt haar uit om in zijn huis te komen logeren, waar ze veel werkjes uit Eva's handen neemt. Zo melkt Theuntje de koe en plant kruiden en bloemen in de tuin. Ze komt ook goed overeen met de kinderen van Eva. Wanneer haar man haar komt bezoeken vraagt die op een dag of ze de peetouders mogen worden van Pieternella en Jakobus. Zelf kunnen ze geen kinderen krijgen. Als dank omdat ze de peetouders van de kinderen mogen worden verkoopt Bart, de man van Theuntje, een eersteklas slaaf aan Peter en Eva voor heel weinig geld. Nadat Theuntje na zes weken op het eiland weer mag terugkeren naar de Kaap, begint de verveling opnieuw, deze keer zelfs nog erger dan daarvoor. Eva raakt zwanger van haar derde kind. Ze blijft hopen dat zij en Peter terug naar de Kaap kunnen gaan, maar Wagenaer is allang terug naar Nederland gestuurd. Hij wordt vervangen door Van Qualberg. Die laat Peter op een dag roepen en vraagt hem of hij bereid is om naar Oost-Afrika te
30
trekken om daar slaven te halen voor de Compagnie. De commandeur vraagt dit aan Peter omdat hij de laatste is van de vroegere groep van expeditiemannen. Peter hoopt dat hij na deze reis de beloofde overplaatsing naar Mauritius zal krijgen en bespreekt deze reis met Eva. Zij vraagt waarom hij nu weer weg moet en verdenkt er hem van een minnares te hebben. In de ruzie die daarop volgt slaat Eva haar man en die slaat haar terug. Eva heeft een schedelbreuk en hersenschudding en blijft drie dagen bewusteloos. Peter verwijt haar in stilte dat het haar schuld is, dat het Eva is die hem tot zulke extreme daden drijft. Peter besluit toch te vertrekken op expeditie en hij vraagt aan Bart, de man van Theuntje om de beloofde slaaf te regelen. Wanneer die aankomt is Peter gerust. Eva zal geen water of hout tekort hebben. De slaaf, Jan Vos, is een vriendelijke werkgrage man. Op de dag van Peters vertrek komt zijn plaatsvervanger toe, korporaal Callenbach. Hij zal in het huis intrekken. Eva en Peter maken weer ruzie bij Peters afscheid. Eva smeekt hem opnieuw om haar mee te nemen naar het vasteland. Hij weigert dit. Peter rekent erop dat zijn kinderen op zijn terugkomst zullen wachten. Eva dreigt ermee hen mee te nemen naar de Cochoqua, naar Oedasoa, maar die is samen met zijn vrouw allang dood. Op die expeditie wordt Peter neergeslagen en doorboord met spiesen, hij overleeft dit niet.
31
3. Eva in het Dagregister
In dit hoofdstuk probeer ik samen te vatten wat er in het Dagregister over Eva en de mensen rondom haar vermeld wordt. Het Dagregister bestaat uit drie delen. In deze samenvatting wordt deze verdeling gevolgd.
Deel I
April 1652 (p.27): Jan van Riebeeck komt aan in Zuid-Afrika. Wanneer hij aan wal komt, merkt hij een groepje van negen tot tien 'wilden' op. Strandlopers noemt hij hen. Van Riebeeck merkt op dat ze 'hongerige buiken' hebben. Ze zitten dikwijls met vrouw en kinderen in de buurt van de tenten van de Nederlanders. Ze spreken gebroken Engels en Nederlands. In ruil voor koper en tabak kunnen de Nederlanders vee ruilen bij hen. Januari 1654 (p.193): Er is een grote veeroof geweest en Van Riebeeck verdenkt Harry. Die is dan ook onvindbaar. Toch probeert de Commandeur om vriendelijk te blijven tegen de Khoikhoi. Hij tracht zelfs hetzelfde vee een tweede keer te ruilen voor koper. De dokter slaagt erin om twee koeien te ruilen, hoewel de Nederlanders met een kopertekort kampen. Die dokter merkt op dat er op het strand enkele bekende Khoikhoi lopen, een vrouw van Harry en Eva met een dove vrouw. Van Riebeeck merkt op dat Eva een tijd in zijn huis gewoond heeft. Dat doet ze nu dus blijkbaar niet meer. Dit is de eerste vermelding van Eva.
32
April 1654 (p.218): Van Riebeeck noteert dat de Khoi steeds sluwer en stouter worden. Er wordt steeds meer vee gestolen en daarvoor deinzen ze er niet voor terug om mensen te vermoorden tijdens die actie. Wanneer ze betrapt worden, doen ze net alsof ze tabak kwamen schooien. Van Riebeeck blijft vriendelijk tegen hen, hij probeert hen ook niet te straffen voor hun acties.
Deel II
Januari 1656 (p.5): Harry zit bij Van Riebeeck aan tafel te eten, wanneer hij een bericht krijgt dat hij snel moet terugkeren naar zijn kamp. Harry zegt dat hij zijn stam moet redden, omdat er grote zwermen bijen in de buurt rondvliegen. Van Riebeeck weet dat dit een leugen is, want zijn manschappen hebben geen bijen opgemerkt. Hij verneemt van Eva (die dus weer bij hem woont) dat Harry van plan is zijn hutten dichter bij het fort op te zetten. Van Riebeeck vermeldt opnieuw dat Eva enige tijd op het fort gewoond heeft met Nederlandse kleren aan en dat ze er Nederlands geleerd heeft. Mei 1656 (p.40): Harry doet zich voor als een belangrijk persoon en laat zijn vee in de buurt van het fort weiden. Van Riebeeck denkt dat hij dit vooral doet uit schrik voor diefstal van andere volkeren. Juli 1656 (p.55): De 'Caepmans' komen naar Van Riebeeck met een voorstel. Als hij Harry kan doden, dan zullen zij hem schapen en vee geven, en zorgen dat er altijd brandhout voorhanden is. Verder zullen beide partijen nooit last hebben van elkaar, als de Nederlanders maar zorgen dat de Caepmans op tijd eten en tabak krijgen en af en toe een beetje brandewijn. De Caepmans willen Harry graag dood omdat die hun vee zou gestolen hebben. Hij heeft ook van de Nederlanders koper gestolen, zogezegd omdat hij dat koper dan zou gebruiken om het verder in het binnenland te gaan ruilen voor vee. Achteraf zegt hij
33
dan dat het van hem gestolen werd. Het irriteert de Caepmans mateloos dat Harry nu doet alsof hij een belangrijk man is, terwijl hij dit enkel kan door gestolen goederen. Van Riebeeck zegt hen, dat hij het voorstel in overweging zal nemen, maar hij zal uiteindelijk niet op het voorstel ingaan. Augustus 1657 (p.154): Harry vraagt of hij zijn vee op een weide nabij het fort mag laten grazen. Dit wordt hem toegestaan, omdat de commandeur hem zo beter in de gaten kan houden. Wanneer hij steeds dichter bij de koeien van de Compagnie komt, slaagt hij erin om vier dieren af te zonderen van hun kudde. De Nederlandse wachters die lagen te rusten, merken het verlies van de dieren op en confronteren er Harry mee. Die is ondertussen zo snel hij kan zijn kamp aan het opbreken. Ondanks zijn verdachte actie zegt hij dat hij niets met de diefstal te maken heeft. Hij wil hen wel helpen zoeken naar de verloren koeien. Enkele uren later komt hij terug met de bewuste dieren en vraagt wat tabak voor zijn moeite. De bewakers weigeren hem dit, maar wanneer Van Riebeeck dit verhaal hoort, geeft hij toch wat tabak aan Harry om hem te vriend te houden. Oktober 1657 (p.172): Van Riebeeck begint steeds meer te twijfelen aan de oprechtheid van Harry, die belooft al maanden dat de Saldanhars zullen komen uit het binnenland om vee te ruilen. Van Riebeeck weet dat ze in de buurt zijn geweest, maar ze zijn weer vertrokken. Hij gaat ervan uit dat Harry hen stiekem gezegd heeft om niet in de buurt van het fort te komen. Harry zou snappen wat het belang is van vee voor het voortbestaan van de kolonie en probeert dat nu te verhinderen. Oktober 1657 (p.175): Van Riebeeck legt een tocht in op zoek naar de Saldanhars. Hij doet dit buiten Harry's weten om. Maart 1658 (p.267): Doman, een Khoikhoiman van de Caepmans, biedt zijn diensten als tolk aan. Hij heeft een tijdje op Batavia gezeten. Daar heeft hij Nederlands leren spreken. Juni 1658 (p.310): Doman heet nu Anthony. Hij wordt bij Van Riebeeck geroepen, die
34
een klacht heeft ontvangen van één van de vrijboeren, dat al zijn
slaven zijn
weggelopen. Van Riebeeck vraagt nu aan Doman waarom de Khoikhoi niet willen helpen meezoeken naar die slaven. Hierop antwoordt Doman koeltjes dat hij het niet weet. Van Riebeeck vertrouwt Doman niet erg en roept Eva. Hij vraagt haar onder vier ogen wat zij denkt en vraagt of die slaven bij de Khoikhoi kunnen zitten. Eva vraagt hem of dit zijn gedachten zijn en wanneer hij ja zegt antwoordt zij (in goed Nederlands aldus Van Riebeeck): “Ik zal het rechtuit zeggen: Doman deugt niet. Hij heeft gisteren alles doorverteld aan de Khoikhoi wat er eergisteren allemaal met de Commandeur besproken is.” Wanneer Eva hem erop wijst dat dit niet hoort, zegt Doman hierop: Ik ben een hottentotman geen Nederlander, maar jij Eva vleit de Commandeur. Daarop vermeldt Eva dat ze inderdaad denkt dat de slaven bij zijn volk, de Caepmans zijn. Ze zouden die slaven dan aan een andere stam geven om die zo te vriend te houden, in ruil voor Dagga, een verdovende plant. Verder vraagt ze aan Van Riebeeck om niet verder te vertellen dat ze dit allemaal verklapt heeft. Ze geeft Van Riebeeck ook nog de tip om de drie zonen van “de dikke kapitein”, de leider van de Caepmans, gevangen te nemen. Op die manier zal die man wel luisteren naar de eisen van Van Riebeeck en kan die laatste zijn slaven terugkrijgen. Juni 1658 (p.313-314): Van Riebeeck heeft de raad van Eva gevolgd en de drie zonen van “de dikke kapitein” opgepakt. De andere Khoi komen naar het fort, met Harry. Wanneer ze merken dat de gevangenen goed behandeld worden, lijken ze niet erg aangedaan. Ze beloven aan Van Riebeeck dat ze goed zullen helpen zoeken, waarbij ze niet willen erkennen dat ze eigenlijk wel weten waar de slaven zich bevinden. Doman is de enige die wel boos is, zo erg dat hij zijn woede niet kan inhouden. In de aanwezigheid van alle Khoi zegt hij dat dit het idee van Eva moet geweest zijn. Op die manier probeert Doman Eva ten gronde te richten, door haar te vernederen voor haar vrienden en familie. Ze ontkent alles, en ook Van Riebeeck ontkent dit, hoewel hij noteert dat de beschuldiging natuurlijk wel terecht was. Toch is Doman niet op andere gedachten te brengen, wat voor Van Riebeeck bewijst dat hij niet te vertrouwen is. Hij wenst dat
35
Doman gewoon in Batavia was gebleven, of er gewoon terug naartoe zou willen gaan. Vooral omdat hij heeft leren werken met een geweer. Van Riebeeck hoopt dat Doman geen geweer te pakken krijgt. De volgende dag komt Doman aan op het fort om te zeggen dat ze zeker ook iemand van Harry's volk moeten vatten die een tijd geleden veertien schapen gestolen heeft. Hij zou dus net als de Caepmans even gevaarlijk zijn en het aangedurfd hebben om de slaven te nemen. Hij maakt hierbij duidelijk een onderscheid tussen zijn volk, de Caepmans, en Harry's volk. Eva hoort bij Harry's volk, ook al is haar moeder deel van de Caepmans. Door dit onderscheid zullen ze altijd proberen om elkaar de schuld te geven van alles. Doman zegt ook dat Harry en zijn volk heimelijk lachen omdat er enkel mannen van de Caepmans gevangen genomen zijn. Dit zorgt voor een kloof tussen beide stammen. Van Riebeeck beslist later dat er van de drie stammen in de buurt van het fort iemand zal gevangen genomen worden (iemand van de Caepmans, iemand van de Goringhaicona en iemand van de tabaksdieven, of de Gorachoucas) om zo druk te kunnen uitoefenen en de dieven uiteindelijk te vinden. Juli 1658 (p.319): Harry en de Caepmans zijn terug van hun zoektocht naar de slaven. Ze hebben niets kunnen vinden. Wanneer de gevangenen dit nieuws vernemen, beginnen ze te huilen en te roepen, net als hun vrouwen. Zij mogen pas worden vrijgelaten als de slaven terecht zijn. Van Riebeeck is onverbiddelijk en laat hen in gevangenschap. Doman laat hierop het hoofd hangen en Eva zegt dat de Caepmans haar zullen doodslaan als ze Schacher ( één van de zonen van de “dikke kapitein”) niet vrijlaten. Van Riebeeck stelt haar gerust en zegt haar dat ze in het fort moet blijven. Als iemand haar iets kwaads wil doen, dan zal hij die persoon laten oppakken. Juli 1658 (p.320-321): De volgende dag komt Doman weer bij de Commandeur en stelt Van Riebeeck voor om Schacher vrij te laten. In ruil zal hij enkele vette ossen krijgen. Ook stelt hij voor om Harry in de plaats van Schacher gevangen te nemen en al zijn vee af te nemen. Dat vee is toch allemaal gestolen en daarbij weet Doman dat Harry vijf jaar eerder een jongen van de Compagnie heeft laten doodslaan. De andere stammen zouden niets liever willen dan dat Harry dood is, volgens Doman. Van Riebeeck belooft
36
hem om erover na te denken. Van Riebeeck ziet Harry als oorzaak van veel problemen en besluit om Domans plan ten uitvoer te brengen. Ze gaan Harry binnen het fort lokken en hem dan zijn vee afnemen. Als Harry binnen is, kan hij dan al zijn problemen met Doman oplossen. Juli 1658 (p.322): De sergeant gaat Harry lokken met zoete praatjes en binnen het uur is Harry binnen in het fort. Daarna stelen de Nederlanders al het vee terug, bij deze actie komt één Khoi om het leven. Schacher wordt nu samen met Doman als tolk voor de raad geroepen en hem wordt gevraagd of ze hun beschuldigingen aan het adres van Harry nog staande houden. Ze moeten weten dat bij elke beschuldiging aan Harry's adres, er een andere beschuldiging van zijn kant zal komen. Schacher zegt dat dit geen probleem is, hij is klaar voor de confrontatie. Harry komt vervolgens binnen met Eva en ze beginnen onmiddellijk druk te praten. Doman probeert de Caepmans te verschonen van allerlei beschuldigingen. Eva onderbreekt hem en zegt dat ze de waarheid zal vertellen. Harry heeft inderdaad ooit vee van de Compagnie gestolen, maar de Caepmans hebben daar evenzeer van genoten. Na drie dagen hebben de Caepmans, waarvan Schacher een belangrijke leider is, het gestolen vee namelijk van Harry afgenomen. Doman verontschuldigt zich bij Van Riebeeck, zeggend dat de twee volkeren toen onderling ruzie hadden en dat dit nu eenmaal een oorlogsrecht is. Eva repliceert daarop dat ze het vee zelf niet teruggegeven hebben aan de Nederlanders. Maar hier zijn ze dan wel over hun goede voornemens aan het strijden. Zo eerlijk zijn ze dus ook niet. Eva noemt beide partijen even grote schelmen. Telkens er iets gestolen is, werd dat op voorhand onderling overlegd, maar nu willen de Caepmans ineens alle schuld in de schoenen van Harry schuiven. Van Riebeeck voegt toe dat dit de woorden van Eva in het Nederlands zijn. De jongen die vijf jaar eerder werd doodgeslagen, David, is gedood door Claes, iemand van Harry's volk, maar die is allang gevlucht. Doman komt na dit gesprek vragen aan Van Riebeeck, waarom ze Harry niet gewoon doodgeslagen hebben. Van Riebeeck vraagt hem waarom hij dat niet gewoon zelf heeft gedaan als hij dan toch zo'n wraak koestert tegen de man. Harry blijft achter in gevangenschap.
37
Juli 1658 (p.331): Van Riebeeck heeft berekend welke schade Harry heeft toegebracht aan de Compagnie. Hij heeft 375 gulden schulden. Van Riebeeck heeft ook vredesakkoorden laten maken met de Caepmans. Er komen zo'n zestig Khoikhoi kijken of ze het vee van de Compagnie kunnen stelen, maar wanneer de wachters dit in de gaten krijgen, doen de Khoikhoi net alsof ze enkel een kijkje wilden komen nemen. Van Riebeeck vraagt aan Eva welk volk dit was. Ze zegt dat het Caepmans waren, die hun vee nu graag terug willen stelen. Gogosoa, “de dikke kapitein”, heeft dan wel vrede gesloten, maar hij deed dit enkel om zijn zonen terug bij hem te kunnen krijgen. Nu die niet meer in gevangenschap zijn, zou Gogosoa de commandeur en zijn sergeant nauwlettend in het oog houden om hen dood te kunnen slaan. Schacher, een van die zonen, is furieus omdat hij gevangen genomen was en omdat de sergeant zijn vriend heeft doodgeslagen in een gevecht om het vee. Van Riebeeck zegt haar dat dit onmogelijk is, aangezien er nu vredescontracten getekend zijn. Eva zegt hem dat dit enkel met de mond was en niet met het hart. Van Riebeeck vraagt dit later ook aan Doman, maar zijn versie van de feiten is volledig anders. Volgens hem is het Harry die van plan is de Compagnie aan te vallen. Van Riebeeck merkt op dat hun versies niet verder uit elkaar konden liggen. Eva waarschuwt de commandeur dat de Caepmans een akkoord zullen sluiten met een andere stam om dan de Nederlanders aan te vallen. Die reageert luchtig en zegt dat hij hoopt dat ze dan ook veel vee zullen meebrengen om te kunnen ruilen, want ze zullen hen wel de baas kunnen. Hij zegt dat het toch echt beter zou zijn voor de Caepmans als ze zich aan de vredescontracten houden en Doman stelt hem gerust door te zeggen dat ze dit echt wel van plan zijn. Eva beweert dat Doman liegt en dit enkel zegt om de Commandeur te vleien. Als Van Riebeeck Harry zou vrijlaten en hem vier tot vijf melkkoeien zou geven, dan zou die een goede hulp zijn om de Nederlanders tegen de Caepmans te beschermen. Van Riebeeck zegt dat ze dit enkel zegt uit medelijden voor haar oom en er moet dan ook geen aandacht aan geschonken worden. Juli 1658 (p.335): Aangezien de Nederlanders nu zo goed als zeker zijn dat Harry waarschijnlijk vijf jaar eerder de Nederlandse jongen David heeft doodgeslagen zal hij
38
naar Robbeneiland gebracht worden. Juli 1658 (p.339): Nu Harry op Robbeneiland gevangen zit, komen Eva en Doman zeggen dat de Watermans (de Goringhaicona), het volk van Harry, mee in de vredescontracten kunnen opgenomen worden. Ze zullen dus ook dichter bij het fort mogen verblijven. Juli 1658 (p.352): Eva is haar oom Harry gaan bezoeken op het eiland. De schipper van het schip dat de overtocht doet, denkt op een bepaald moment dat Eva zal sterven, omdat ze nogal hevig last heeft van zeeziekte. Augustus 1658 (p.360): Van Riebeeck merkt op dat Doman een schelm is, die de Compagnie op alle mogelijke manieren probeert te dwarsbomen. Hij zou wel drie keer zo erg en schadelijk zijn als Harry ooit geweest is voor de Compagnie. Dit zou nu echt in het openlijk duidelijk zijn en ook Eva geeft dikwijls getuigenissen over Doman. Die laatste noemt Eva dan weer een vleier en een flikflooister. Tegen zijn stamleden maakt hij haar openlijk zwart: ze zou meer ten voordele van de Nederlanders dan van de Khoi spreken. Wanneer ze komt aangelopen zegt hij soms luidop: kijk daar is de Nederlandse voorspraak weer, ze komt haar eigen volk weer praatjes wijsmaken om hen allemaal te verraden. Van Riebeeck zou hem graag op Robbeneiland gevangen zetten. Augustus 1658 (p.361): Er zijn opnieuw enkele slaven weggelopen en Eva en Doman moeten aan hun stam gaan zeggen dat die moeten helpen meezoeken. September 1658 (p.374): Harry zit nog steeds op Robbeneiland en Jan van Riebeeck is niet van plan daar snel verandering in te brengen. Harry's terugkeer zou geen enkel voordeel opleveren voor de Compagnie. Buiten Eva is er niemand op het vasteland die iets met Harry te maken wil hebben. En dus zou er ook niemand te vriend gemaakt kunnen worden door hem terug te brengen. Aan Eva zegt Van Riebeeck dat Harry zelf beslist heeft om niet terug te komen aangezien zijn volk hem toch enkel dood wil. September 1658 (p.377): Eva vraagt toestemming aan Van Riebeeck om haar familie en
39
vrienden te bezoeken. Ze vraagt ook of ze in ruil voor haar tolkdiensten wat koper, ijzer, koralen, tabak, brood en brandewijn kan krijgen. Ze zal proberen om er met die geschenken haar vrienden van te overtuigen om meer vee te ruilen met de Compagnie. Diezelfde avond neemt ze al afscheid in mooie Nederlandse bewoordingen. Ze gaat naar het huisje van Doman om er haar Hollandse kleren uit te trekken en haar karos weer aan te trekken. Haar Hollandse kleren stuurt ze op naar het fort om ze bij haar terugkeer opnieuw te kunnen aantrekken. Ze belooft om tijdens haar reis God nooit te vergeten. Oktober 1658 (p.385): Doman keert ook terug van een ruiltocht. Hoewel hij volgens Van Riebeeck Eva's “hardste partij” is, moet zelfs hij toegeven dat ze heel erg haar best doet om vee naar het fort te sturen. Doman probeert zich net zo geliefd te maken bij de Nederlanders, maar Van Riebeeck vindt dat hij niet genoeg zijn best doet om vee te sturen. Hij gaat op ruiltochten niet verder dan het gebied waar de Caepmans zitten. Oktober 1658 (p.386): Eva zorgt voor de belangrijkste verhandelingen volgens de commandeur. De volgende dagen komen er inderdaad veel mannen met koeien en schapen naar het fort. Oktober 1658 (p.387): Doman komt naar het fort met negen schapen, maar Van Riebeeck is niet tevreden. Hij vraagt Doman waarom het er niet meer zijn, aangezien hij al lang beloofd heeft om veel vee te brengen. Eva zou ondertussen bij Oedasoa zijn, dat is de opperste kapitein van de Cochoqua, om hem uit te nodigen op het fort. Oktober 1658 (p.394): Eva doet nog steeds haar best om Oedasoa naar het fort te lokken. Van Riebeeck gaat ervan uit dat het begint te lukken, want de Cochoqua zijn nooit eerder zo dicht bij het fort geweest. Oktober 1658 (p.395): Doman komt aan het fort melden dat Eva niet eerder zal terugkeren dan als de Cochoqua heel dicht in de buurt van het fort zijn. Oktober 1658 (p.397): Doman komt opnieuw naar het fort om Van Riebeeck ervan te
40
overtuigen dat Eva bij de Cochoqua kwaad spreekt over de Nederlanders. Van Riebeeck voegt hieraan toe dat hij, zoals eerder al gezegd werd, anders denkt over Eva. Hij gelooft Doman dus niet. Oktober 1658 (p.401): Eva komt terug aan op het fort, ze vertelt dat de Caepmans al haar goederen gestolen hebben op weg naar de Cochoqua. Haar moeder die ook bij de Caepmans woont heeft niets gedaan om dit te stoppen. Daarna trok ze verder naar haar zuster die bij Oedasoa woont. Die laatste heeft haar enkel als zuigeling gekend en was dan ook zeer blij om Eva te zien. Eva heeft bij hem veel gepleit om vriendschap te sluiten met de Nederlanders. Ze heeft aan Oedasoa verteld dat ze opgegroeid is in het huis van de commandeur en er de taal en de godsdienst geleerd heeft. Als bewijs dat Oedasoa de Nederlanders genegen was, had hij zo nu en dan volk met schapen en vee gestuurd om te ruilen. Oedasoa zou graag in alliantie treden met de Nederlanders, maar de aanwezigheid van de Caepmans en de Gorachoqua houden hem tegen om zelf langs te komen. Van Riebeeck vraagt haar of het geen goed idee is om geschenken te sturen naar Oedasoa. Eva geeft hem gelijk, ze zegt dat hij zeker wat kaneel moet meesturen, want daar zijn de Cochoqua dol op. Eventueel kunnen ze ook wat kruidnagel, noten, foelie en peper sturen. Vervolgens ook wat tabak en brandewijn en als laatste zegt ze dat ze ook een tweetal mannen moeten sturen die viool kunnen spelen om Oedasoa bezig te houden. Van Riebeeck vertelt haar dat Doman langs is geweest om te zeggen dat de Cochoqua gevaarlijk zijn en dat hij daarom twintig man gevraagd heeft om zijn volk te beschermen. Eva reageert hierop door te zeggen dat Doman liegt en niet deugt. Hij praat met een dubbele tong en wil de Nederlanders opzetten tegen de Cochoqua. Dat is dan ook de reden dat Oedasoa niet durft in de buurt te komen van het fort. Oedasoa zou ook gevraagd hebben waarom de Nederlanders het vee van de Caepmans niet gewoon afnemen om hen te straffen omdat ze de vredescontracten niet nakomen. Eva zou hierop gezegd hebben dat dit bewijst wat een verdraagzaam volk het is. Eva vertelt ook dat ze niet eerder kon terugkeren naar het fort, aangezien ze heel ziek was geweest. Haar zus, Oedasoa's vrouw, was ook ziek en Eva heeft elke dag gebeden tot ze beter werd. Haar zus werd heel emotioneel als ze hoorde van deze godsdienst. Dit
41
was volledig tegenovergesteld aan de reactie van de Caepmans die hard lachen als Eva over de godsdienst vertelt. De Cochoqua hebben haar gevraagd om zoveel mogelijk te leren over de godsdienst. Ten laatste vertelt Eva dat de Caepmans en de Gorachouqua haar allang hadden doodgeslagen ware het niet dat ze zo bang zijn van de Nederlanders. Van Riebeeck zegt haar dat hij bang was dat dit al gebeurd was omdat ze zo lang wegbleef. Oktober 1658 (p.403-404): Van Riebeeck besluit om Eva's verzoek op te volgen en te proberen om Oedasoa te vriend te maken. Hij zal enkele geschenken opsturen. Hij stuurt ook alle zaken op die Eva hem heeft aangeraden om mee te geven. Eva zal de geschenken helpen afgeven. Ze zegt dat het belangrijk is dat er geen Caepmans of Gorachouqua meegaan. Oktober 1658 (p.405): Doman zegt aan Van Riebeeck dat het niet goed is dat Eva probeert om vriendschap en handel te regelen met alle Khoikhoi en Cochoqua. November 1658 (p.413-414): De Cochoqua vertrekken weer weg van het fort. Ze hebben alle dieren geruild die ze wilden ruilen. Eva zal nu weer meegaan met haar zus, terug landinwaarts. Voor ze vertrekt merkt ze op dat ze een Nederlands hart heeft. Eva heeft de Cochoqua verteld over Doman en hoe hij probeert om hen zwart te maken. Daarom durft Doman niet meer weg te gaan van het fort, hij is bang om te worden doodgeslagen. Van Riebeeck merkt op dat Eva niet meer over Harry praat. Hij denkt dat dit komt omdat Eva nog te jong is, ze is slechts zestien of zeventien. Wanneer Eva ouder is zal er bij de Cochoqua iemand zijn om met haar te trouwen. Dat zal een groot kapitein zijn, met veel vee en schapen. December 1658 (p.450-451): Er zijn enkele Cochoqua in de buurt van het fort. Ze vertellen dat Oedasoa gekwetst is aan zijn arm door een aanval van een leeuw. Ze weten ook te vertellen dat Eva binnenkort terug zal komen naar het fort om er weer een tijdje te komen wonen. De dag daarna komt Eva aan op het fort en bevestigt het nieuws over Oedasoa. Ze heeft
42
ook veel dieren mee. Ze zegt dat Oedasoa niet direct zal kunnen praten met Van Riebeeck, want hij kan zich moeilijk verplaatsen op dit moment door de pijn die hij van zijn wonde heeft. Daarom komt Eva zich weer een tijdje in het fort vestigen om meer te leren over de religie. Ze heeft ook negen kinderen van de Cochoqua mee, die ook meer willen leren over God.
Deel III
Februari 1659 (p.8): Van Riebeeck verneemt van Eva meer over de koning van de Khoikhoi, de opperheer van de Chobona. Ook de Namaqua of Namana zijn een machtig volk. Die laatsten zouden volgens Eva in stenen huizen wonen en net als de Nederlanders in kerken bidden tot God. Februari 1659 (p.16): Van Riebeeck merkt op dat de Cochoqua de laatste tijd steeds snel weggaan nadat ze hun koeien en schapen geruild hebben, ook al worden ze telkens getrakteerd op veel lekkers. Hij denkt dat dit door de aanwezigheid van de Caepmans komt en Eva bevestigt dit. Doman, die de Caepmans nu ineens “zijn” volk noemt, heeft zich laten ontvallen dat zijn volk de landreizigers (de ontdekkers), graag zouden doden. Eva raakt hierdoor van streek en de commandeur doet heel erg zijn best om haar gerust te stellen en dat idee uit haar hoofd te praten. Mei 1659 (p.39): De commandeur heeft een gesprek met Oedasoa's volk over de Caepmans. Die laatste zouden weer vee gestolen hebben. In het gevecht over dat gestolen vee hebben de Nederlanders één iemand gedood van de Caepmans. De gezanten van Oedasoa vragen aan Van Riebeeck waarom ze dan niet gewoon alle Caepmans vermoorden als ze er zoveel last van hebben. Die antwoordt dat hij liever niemand kwaad doet als dat niet nodig is. Op dit punt in het gesprek probeert Doman zich te mengen, maar dat staat Oedasoa's volk niet toe en ze slaan hem. Eva vertelt dat Oedasoa van plan is om de Caepmans binnen niet al te lange tijd sowieso aan te vallen, want ze hebben ook veel last van hun dieverij. Van Riebeeck maakt duidelijk dat hij
43
zich niet zal mengen in deze oorlog. Mei 1659 (p.46): Jan van Riebeeck vreest dat de Caepmans nu elk moment de Nederlanders kunnen aanvallen en hen hun dieren afhandig maken. Eva bevestigt wat de commandeur ook denkt. De Caepmans denken dat de Nederlanders geen wapens hebben om zich te verdedigen. Ze wanen zich dus in het voordeel en zullen des te agressiever zijn met hun assegaaien, pijlen en bogen. Van Riebeeck laat Eva vragen aan enkele Caepmans wat hun probleem eigenlijk is met de Nederlanders, maar die doen alsof er geen problemen zijn. Eva zegt dat ze denkt dat Gogosoa, de kapitein van de Caepmans, hen heeft aangeraden kalm te blijven. Doman hitst hen echter zoveel op dat ze nu de Nederlanders niet meer met rust willen laten. Eva is van mening dat de Caepmans moeten zien tot wat de Nederlanders allemaal in staat zijn, zodat ze hun plaats leren kennen. Mei 1659 (p.49): De Nederlanders besluiten over te gaan tot een aanval op de Caepmans. Voor die aanval moet Van Riebeeck Eva eerst geruststellen dat ze er goed zullen op letten dat er niemand van Oedasoa's volk geraakt wordt. Eva kan alle plannen volgen van de Nederlanders omdat ze zo goed Nederlands spreekt. Juni 1659 (p.69): Oedasoa's gezant komt naar het fort om te vragen of de Cochoqua mogen meestrijden om zo te helpen een einde te maken aan de problemen met de Caepmans. Hij vraagt ook om dichter bij het fort te mogen wonen en Oedasoa's belangrijkste vrouw (Eva's zuster) aan het fort te laten wonen, zodanig dat alles veiliger zal verlopen. Oedasoa zou ook verheugd zijn dat de Nederlanders nu eindelijk partij hebben gekozen tegen de Caepmans. Hij zal nu meer zaken doen met hen. Oedasoa is zelf niet gekomen, want hij is nog steeds gekwetst aan zijn arm en zo erg verzwakt dat hij altijd binnen moet blijven. Van Riebeeck stelt voor om Oedasoa te laten ophalen met een wagen om aan het fort door een dokter verzorgd te worden. Hij zal dan ook zoveel eten en drinken krijgen als hij verlangt. Hij stuurt Eva mee met de wagen om Oedasoa op te halen en vraagt haar om onderweg het leger van de Caepmans aan te wijzen, zodat ze een goede veldslag kunnen leveren. Van Riebeeck denkt dat dit een positief signaal zal zijn voor Oedasoa, door te laten zien
44
dat de Compagnie geen vriendschap met de Caepmans meer wenst. Oedasoa wil uiteindelijk zelf niet mee met de wagen. Juni 1659 (p.73): Harry zit op een schip van Robbeneiland naar de Kaap, maar Van Riebeeck twijfelt nog of hij hem van boord zal laten gaan. Hij beslist dit uiteindelijk niet te doen. Eva weet niet dat haar oom in de buurt is. Ze moet opnieuw tolken tussen gezanten van Oedasoa en Van Riebeeck. Oedasoa vindt dat de Nederlanders geen vrede meer moeten sluiten met de Caepmans en met de Tabaksdieven. Van Riebeeck wil dit beloven als het Oedasoa en zijn vriendschap met de Nederlanders menens is. Oedasoa laat via zijn gezanten weten dat de Caepmans verdelgd moeten worden. Aangezien Oedasoa dit zeer belangrijk vindt, belooft Van Riebeeck dat hij geen vriendschap meer zal sluiten met de Caepmans. Nu zal Oedasoa een waar handelscontract aangaan met Van Riebeeck. Dit is waar hij altijd van gedroomd heeft, maar door de Caepmans nooit eerder kon krijgen. Van Riebeeck maakt een praalwagen klaar met wel dertien gezanten. Eva zal meegaan met die wagen en een zo oprecht mogelijke vertaling geven van de verhandelingen. Juni 1659 (p.79): Eva en de gezanten keren dezelfde dag nog terug van Oedasoa. Die was zeer tevreden met de geschenken volgens de tolk. Hij zou gezegd hebben dat indien het mogelijk was hij zijn hart er had uitgerukt om het aan Van Riebeeck te geven. Die zou nu moeten genoegen nemen met zijn ziel om die samen met de zijne nooit meer te doen scheiden. Over het vangen van de Gorachouquas zegt Oedasoa dat ze niet te overhaast te werk moeten gaan. Met wat geduld zal de overwinning des te groter zijn. Juni 1659 (p.82-83): Eva raakt vermoeid door het constante over en weer lopen tussen het fort en Oedasoa's kamp. Die laatste vraagt of Eva niet kan langskomen om hem te tonen hoe hij het gekregen eten moet klaarmaken. Van Riebeeck wil haar liever niet laten gaan, want dan kan hij haar niet als tolk gebruiken. Maar hij wil tonen dat hij van goede wil is, dus laat hij Eva toch maar naar Oedasoa gaan. Juli 1659 (p.86): Oedasoa wil opnieuw niet mee naar het fort in de wagen die speciaal
45
voor hem gestuurd is. Hij zou niet tegen het stampen en stoten van de wagen op de weg kunnen, door de pijn die hij nog steeds voelt aan zijn arm. Van Riebeeck denkt dat Eva de wagen voor zichzelf gevraagd heeft omdat ze zo moe raakt. Hij concludeert hieruit dat ze waarschijnlijk wel meer liegt over gesprekken van Oedasoa. Hij hoopt dat hij de man snel zelf kan ontmoeten om er zich van te vergewissen dat hij de vriendschap echt meent. Juli 1659 (p.89): De commandeur merkt op dat er best veel mensen van Oedasoa over en weer lopen tussen hun kamp en het fort. Hij bedenkt dat ze niet echt veel schrik van de Caepmans lijken te hebben, ook al zeggen ze dat ze grote vijanden zijn. Juli 1659 (p.94): Oedasoa laat Van Riebeeck waarschuwen dat hij van de Caepmans vernomen heeft dat zij klaar zijn om tot een aanval over te gaan. Van Riebeeck vraagt zich af hoe Oedasoa dit kan weten als de Cochoqua en de Caepmans geen dagelijkse omgang met elkaar hebben, zoals ze zelf bij hoog en bij laag beweren. Van Riebeeck vraagt aan Eva of hij nu die gezanten kan krijgen die ze eerder beloofde om het leger van de Caepmans aan te duiden. Na lang aandringen geeft Eva toe dat Oedasoa dit liever niet zou doen. Die laatste vindt dat als het de Nederlanders echt menens is om de Caepmans te vinden, ze hen wel zullen vinden. Oedasoa wil liever geen gezanten sturen uit schrik dat de Nederlanders weer vriendschap zullen sluiten met de Caepmans. Oedasoa zal nu verder trekken met zijn koeien en schapen, op zoek naar betere weiden, aangezien hij kampt met een ziekte bij zijn schapen. Eva zal meegaan met hem. Hij zal wel af en toe iemand sturen met enkele dieren om te ruilen aan het fort. Wanneer deze mensen zullen komen ruilen, zullen ze vlaggetjes dragen als teken dat ze geen vijanden zijn. Oedasoa laat ook overbrengen dat Van Riebeeck nu geen wagens meer mag sturen, want die werden tot nu toe nog niet aangevallen, omdat de Caepmans niet durfden. Van zodra Oedasoa niet meer in de buurt zal zijn, zou dat wel eens kunnen veranderen. Eva zegt ook weer voor een tijdje vaarwel tegen de commandeur, met de woorden dat hij moet oppassen, want er zal nu snel oorlog heersen in zijn land. Van Riebeeck denkt dat de vriendschap met Oedasoa niet veel voorstelt en dat hij nu probeert om Eva uit handen van de Nederlanders te houden. Toch laat hij haar gaan,
46
want op die manier kan zij daar de zaken blijven waarnemen. September 1659 (p.137): Eva komt het fort terug binnengewandeld met enkele schapen. Oedasoa vertelt aan Van Riebeeck dat de Caepmans hem gevraagd hebben om Eva aan hen uit te leveren. Ze zouden op die manier dan vrede aan de Nederlanders verzoeken. Oedasoa zou gezegd hebben dat de Caepmans Doman hebben, die ook in het huis van de commandeur is opgegroeid en even goed Nederlands spreekt. Doman zou in een gevecht met de Nederlanders heel erg gekwetst geraakt zijn. In datzelfde gevecht zijn er drie Khoikhoi gedood. De Caepmans zeggen aan Oedasoa dat ze besluiten om de helft van het gestolen vee terug te geven aan de Nederlanders om op die manier gevechten in de toekomst te vermijden. Hierop valt Eva uit tegen Oedasoa omdat dit een heel oneerlijke deal zou zijn. Oedasoa had moeten zeggen dat ze evenveel dieren moeten terugbrengen als ze er gestolen hebben. Oedasoa belooft om al het mogelijke te doen om deze boodschap over te brengen. Later vertelt Eva aan de commandeur dat Doman niet langer gewenst is bij de Caepmans. Ze houden hem verantwoordelijk voor de dood van de drie Khoimensen. En het zou ook zijn schuld zijn dat ze nu in een slecht blaadje staan bij de Nederlanders, ze hadden veel voordeel kunnen halen uit een vriendschap met de Compagnie. Op dit moment heerst er dan ook grote onenigheid in het kamp van de Caepmans. Ook de Goringhaicona zijn kwaad op Doman, want twee van de drie gestorven Khoimensen, waren van hun volk. Aan Oedasoa vragen deze Goringhaicona om de boodschap door te geven aan Van Riebeeck, dat ze vergiffenis wensen. De Goringhaicona hadden zoveel schrik gekregen na de aanval van de Nederlanders dat ze niet meer durfden buiten komen, want ze hoorden overal geweerschoten. Van Riebeeck vindt dat dit hun verdiende loon is, maar Eva smeekt hem om hen te vergeven. Van Riebeeck geeft toe om Oedasoa te vriend te houden. September 1659 (p.137): Eva en de Cochoqua trekken terug het binnenland in. Wanneer ze het huis van een vrijboer passeren, blijkt daar net een tang en een bijl gestolen te zijn. De vrouw van de vrijboer kent Eva en roept haar. Eva reageert hierop door op haar eigen bil te slaan en gewoon door te lopen. Jan van Riebeeck weet niet wat hij van dit vreemd gedrag moet denken.
47
December 1659 (p.162-164): Harry is ontsnapt van Robbeneiland met een andere Khoi in een klein bootje. Eerst gaat Van Riebeeck ervan uit dat Harry de overtocht onmogelijk overleefd kan hebben: het bootje dat hij gestolen heeft, was namelijk heel oud en lek en er waaide een sterke wind. Enkele dagen later vinden de Nederlanders het bootje terug en het is duidelijk aan wal getrokken. Harry heeft de tocht dus wel degelijk overleefd. Eva wordt erbij geroepen om te weten te komen wat Harry nu zal doen. Zij denkt dat Harry op zoek zal gaan naar een kudde koeien om naar het fort te komen en zo weer in de gratie te komen van de Nederlanders. Januari 1660 (p.177-178): Eva zegt nogmaals aan de commandeur dat Oedasoa hem gewaarschuwd heeft om niet te veel met de Caepmans om te gaan. Oedasoa, die weer is weggetrokken, maar deze keer zonder Eva, zal de Nederlanders altijd in zijn hart dragen. April 1660 (p.208): Eva heeft van Oedasoa vernomen dat hij een goed jaar heeft gehad met zijn koeien en schapen en dat hij dit seizoen veel zal kunnen ruilen met de Nederlanders. Juni 1660 (p.242): Jan van Riebeeck denkt dat er iets aan de hand is bij de Khoikhoi. Ze lijken iets van plan te zijn. Eva gaat de laatste tijd veel op bezoek bij haar zuster. Van Riebeeck vraagt zich af wat hiervan de bedoeling kan zijn, wil ze echt enkel haar zus bezoeken of wil ze gewoon weg van het fort op die momenten. Hij zal haar scherp in de gaten houden. Augustus 1660 (p.258): Van Riebeeck begint te twijfelen of alles wat Eva hem vertelt wel waar is, of ze hem niet soms iets op de mouw speldt. September 1660 (p.267): Er is een koning van de Chainouqua op bezoek en Eva moet tolken wat hij zegt. Na afloop van het gesprek prijst Van Riebeeck haar perfect Nederlands. Hij vermeldt ook dat ze redelijk Portugees spreekt. Dit volk blijft aan het fort slapen en wanneer deze koning zichzelf ziet in een spiegel is hij helemaal in de
48
war. Hij heeft nooit eerder een spiegel gezien en Eva en Doman doen heel erg hun best om het hem uit te leggen. September 1660 (p.273): Eva vertelt dat ze afstamt van de twee belangrijkste families bij de Khoikhoi. Oedasoa zou de vrouw van de zoon van Sousoa afgenomen hebben, namelijk de zus van Eva. Eva heeft dus zowel Sousoa als Oedasoa als zwager. Van Riebeeck voegt hieraan toe dat dit ten minste is wat ze hem wijsmaakt. Eva is met alle stammen te vriend behalve met de Caepmans, die jaloers zijn op haar. Oktober 1660 (p.277): Sousoa is in de buurt van het fort en alle andere volkeren laten zich niet zien. Dit is voor Van Riebeeck een bewijs dat Sousoa inderdaad een groot man is. Eva maakt zichzelf geliefd bij dit volk, zonder de voorkeuren van Oedasoa te vergeten. Wat de Caepmans betreft, probeert ze meer in hun nadeel dan in hun voordeel te spreken. Ze is dan ook gehaat bij dit volk. Tegelijkertijd wordt ze ook gevreesd door de Caepmans omdat ze beschermd wordt door de Nederlanders. Oktober 1660 (p.278-279): Sousoa komt naar het fort met enkele dieren. Eva is boos op hem omdat hij beloofd had om veel meer dieren mee te brengen daarom weigert ze alles wat hij zegt te vertalen. Wanneer Sousoa nu eten vraagt, roept ze beschaamd tegen hem dat hij een slecht figuur slaat. Eva schaamt zich voor haar volk. Ze zegt dat ze profiteren van de Nederlanders die veel te goed zijn voor hen. De dag daarna komt Sousoa terug, maar durft ter wille van Eva geen vereringen of geschenken te vragen. Oktober 1660 (p.283): Oedasoa stuurt twee mannen naar het fort om te vragen of Eva naar hem toe kan komen. Van Riebeeck wil dat Oedasoa zelf naar het fort komt en hij stuurt een wagen met elf soldaten, de twee gezanten van Oedasoa en Eva om hem op te halen. November 1660 (p.285): Eva is terug met Oedasoa en ze zegt dat hij iets heel geheim en bijzonders wil afhandelen. Oedasoa zou zich graag dicht bij het fort willen vestigen omdat het volk van de Chariguriqua, de Namana en de Chobona in de buurt zijn. Op die
49
manier hoopt hij die andere volkeren af te schrikken. Van Riebeeck zegt hem dat hij enkel vriendschap wil sluiten met andere volkeren, maar als Oedasoa zorgt voor zoveel koeien en schapen als de Nederlanders wensen én zorgt voor evenveel goud en edelstenen als deze vreemde volkeren zouden meebrengen, dan zouden de Nederlanders zich gunstig tonen. Oedasoa vindt dat ze nu toch wel al genoeg vee gekregen hebben, maar Van Riebeeck legt hem uit dat ze dikwijls koeien en schapen meegeven aan passerende schepen. Hierna veinst Oedasoa dat hij moe is en gaat slapen. Eva gaat met hem praten en komt terug om te zeggen dat als Van Riebeeck zorgt voor enkele geschenken, Oedasoa wel zal weggaan binnen de twee dagen. November 1660 (p.287): Eva krijgt zelf ook enkele geschenken en ze zal met Oedasoa mee wegtrekken van het fort. November 1660 (p.290): Pieter Meerhoff wordt voor de eerste keer vermeld wanneer hij zich opgeeft voor een zoektocht in het binnenland naar koning Monomotapa. Hij werkt momenteel als onderbarbier aan het fort. December 1660 (p.311): Harry begint steeds meer te vertellen aan Van Riebeeck. Hij gaat er blijkbaar van uit dat de Nederlanders niet eeuwig blind zullen blijven. Blijkbaar krijgen de Nederlanders steeds meer informatie van de Chainouqua. Eva praat ook veel met de Nederlanders, en Harry lijkt te vinden dat ze soms haar mond voorbij praat. Van Riebeeck voegt hieraan toe dat er af en toe wel eens een kletspraatje bijzit als Eva vertelt. Hij denkt dat Eva vooral probeert te vertellen wat ze verwacht dat de tegenpartij graag hoort. December 1660 (p.316): Oedasoa komt weer aan het fort om vee te ruilen en Eva beslist om weer een tijdje aan het fort te komen wonen om te tolken. Ze verandert weer van outfit en laat haar dierenvellen achter om haar Indische kleren aan te trekken. Van Riebeeck merkt op dat ze niet goed weet welke wereld ze moet verkiezen, maar hij laat haar begaan, want op die manier heeft hij er enkel voordeel aan. Ze kan hem alles vertellen over beide werelden, want ze leeft in allebei. Ze is ook heel erg gewoon
50
geraakt aan de Hollandse kost en de manier van leven. De commandeur vreest dat ze deze manier van leven nooit zal kunnen achterlaten. Januari 1661 (p.320): Pieter Meerhoff wordt onderchirurgijn. Mei 1661 (p.367): Harry woont aan het fort en als hij een tolk nodig heeft, gebruikt hij Doman, hoewel Van Riebeeck zegt dat Eva de belangrijkste tolk is, omdat ze perfect Nederlands spreekt. November 1661 (p.422): Eva moet opnieuw tolken voor Oedasoa. Dit is de laatste keer dat ze vermeld wordt in het Dagregister.
51
4. Eva in Eilande en Dagregister
4.1. Gebeurtenissen In dit hoofdstuk zal ik de gegevens over Eva in Eilande overlopen en vergelijken met die in het Dagregister. Ik zal hierbij proberen om de gelijkenissen en de verschillen aan het licht te brengen. Op die manier onderscheiden we dan wat Dan Sleigh eventueel uit andere bronnen en wat hij uit het Dagregister gehaald heeft. Een opvallend verschil in beide teksten is dat we in Eilande het leven van Eva kennen vóór Jan van Riebeeck aan de Kaap aankwam. We kennen haar leven al van als ze vijf jaar oud is. We vernemen wie haar Nederlands heeft leren spreken. Dat ze de naam Eva kreeg van de bemanning van de Haerlem. In het Dagregister leren we Eva pas kennen als ze zo'n dertien jaar oud is. Want ook de eerste twee jaar dat Jan van Riebeeck aan de Kaap verblijft, wordt er over Eva niets geschreven. In Eilande lezen we dat Jan van Riebeeck aan Harry vraagt of Eva bij hem kan komen werken. Ze zal hier een klein loon voor krijgen bestaande uit brood, brandewijn en tabak. Daarvoor werd Eva verzorgd door een dove Khoikhoivrouw. In die eerste jaren moet ze nog niet vertalen voor de commandeur. Haar voornaamste taken bestaan uit het zorgen voor de kinderen van Van Riebeeck en helpen in het huishouden. In het Dagregister lezen we nergens wat Eva precies doet aan het fort, voor ze ingeschakeld wordt als vertaler. Ook staat nergens dat ze een loon krijgt. Wel vraagt Eva één keer naar enkele geschenken als beloning voor haar vertalingen. Dit lijkt eerder te wijzen op het feit dat Eva niet betaald wordt om te werken voor de commandeur. De dove vrouw komt wel voor in het Dagregister. Eva wordt op het strand opgemerkt naast een dove
52
vrouw. Van Riebeeck schrijft niet dat de vrouw voor Eva zorgt. Een ander verschil tussen beide boeken is dat in het Dagregister over de strandlopers gesproken wordt als over een groepje van negen tot tien mannen, vrouwen en kinderen. In Eilande lezen we dat Eva het enige kind is van de Goringhaicona. Over de veeroof lezen we in Eilande dat Eva er door haar oom toe verplicht wordt eraan mee te doen. Ze zal drie jaar wegblijven van het fort. In het Dagregister staat niet dat Eva meegaat. Wel wordt ze twee jaar na Van Riebeecks aankomst in Zuid-Afrika opgemerkt op het strand. Op dat moment verblijft ze niet meer aan het fort. Pas twee jaar later zal ze weer vermeld worden. Ze woont dan opnieuw in het fort. Het Dagregister vermeldt niet waarom Eva ineens niet meer in het fort woont en dan weer wel. Ook staat er nergens hoelang ze wegblijft. Overeenkomst tussen beide boeken is er wel wat betreft het inzetten van Eva om te helpen vertalen nadat de commandeur Harry niet meer vertrouwt. In Eilande ziet Eva Oedasoa al vrij vroeg nadat ze op het fort gaat wonen. Al voor de veeroof van Harry in 1654, moet ze helpen met vertalen. In het Dagregister gebeurt dit veel later, in 1658 pas: dan zit Harry zelfs al gevangen op Robbeneiland. Eva gaat er ook zelf op zoek naar de Cochoqua. Ze start er de onderhandelingen op. Hierdoor vernemen we er niets over de eerste reactie van Oedasoa. Eva zelf vertelt later aan Van Riebeeck dat Oedasoa blij was haar te zien. Hij had haar enkel als zuigeling gekend. In Eilande is Oedasoa veel minder blij om Eva te zien. Hij wil dat ze weggaat van het fort. Bij deze onderhandelingen is de commandeur ook aanwezig. In beide boeken schept de commandeur op over het goede Nederlands van Eva. Ze spreekt ook wat Portugees. In Eilande wordt ook gezegd dat Eva wat Maleis spreekt. Dit staat nergens geschreven in het Dagregister. Ook vernemen we daar niet hoe ze dit Portugees geleerd heeft. In Eilande is te lezen dat ze dat van de slaven geleerd zou hebben. In Eilande zegt de commandeur aan Peter Havgard dat hij denkt dat Eva af en toe een verhaal verzint, maar dat ze dit enkel doet om hem gelukkig te maken. In het Dagregister staat ook geschreven dat de commandeur denkt dat Eva af en toe iets verzint. Ook gelijklopend in beide boeken is dat Eva een hoge positie bekleedt bij de Cochoqua. Ze berijdt een os als ze hen bezoekt, wat aangeeft dat ze een belangrijk persoon is in de
53
stam. Ook zal ze een groot huwelijksgeschenk krijgen als ze trouwt met een Cocoquaman. In het Dagregister staat ook dat Eva afstamt van Sousoa. In Eilande kijkt Eva heel erg op naar Maria van Riebeeck. Ze tracht de vrouw constant na te bootsen in haar taal en gedragingen. Deze Maria van Riebeeck is ook heel beschermend ten opzichte van Eva. Ze wil niet dat Eva te snel omgaat met mannen of zelfs trouwt. Ze heeft dan ook niet graag dat Peter en Eva veel tijd samen doorbrengen. Jan van Riebeeck stuurt Peter soms op expeditie zodanig dat hij even uit de buurt van Eva is. Hij doet dit om aan de wensen van zijn vrouw tegemoet te komen. In het Dagregister vinden niets over de relatie van Eva en Maria van Riebeeck. De vrouw wordt nauwelijks genoemd. In Eilande staat enkele keren geschreven dat Eva bezorgd is om het lot van de Khoikhoi. Ze vreest dat ze allemaal zullen sterven. Dit stemt overeen met wat we in het Dagregister lezen. Eva is dikwijls bezorgd over haar vrienden. Een verschil met Eilande is echter dat Eva in het Dagregister niet bezorgd is over álle bevolkingsgroepen. Ze maakt zich vooral zorgen over haar vrienden, de Cochoqua. Ze spreekt één keer in het voordeel van de Goringhaicona. De Caepmans daarentegen, doen haar niet veel. Integendeel, één keer geeft ze Jan van Riebeeck de raad om hen aan te vallen. Ze vindt dat de Caepmans een lesje verdienen. In Eilande komt deze wrok tegenover de Caepmans niet naar voren. Ze behandelt hen veel vriendelijker. Ook de vete tussen Eva en Doman waarover het Dagregister bericht, komt niet aan bod in de roman Eilande. In Eilande zijn de Caepmans enkel boos op Eva omdat ze het haar schuld vinden dat de Compagnie vrede heeft gesloten met Oedasoa. Hierdoor hebben ze veel vee kunnen ruilen en dat maakt dan weer dat de Compagnie in de Kaap kan blijven. In Eilande lezen we wel over een confrontatie tussen Trosoa en Eva. Dit zou de nieuwe leider van de Goringhaicona zijn, nadat Harry op Robbeneiland gevangen gehouden wordt. Trosoa snauwt Eva toe dat ze kruipt voor de Nederlanders en dat ze haar eigen volk heeft verraden. In het Dagregister wordt slecht één keer gesproken over Trosoa. Er staat enkel geschreven dat hij de nieuwe leider van de Goringhaicona is. De hele confrontatie met Eva is er dus niet te vinden. Hetgeen Trosoa zegt tegen Eva doet wel sterk denken aan wat Doman tegen Eva roept bij één van hun vele confrontaties. Hij zegt haar ook dat ze de gunst van de commandeur zoekt en haar eigen volk leugens
54
komt wijsmaken. Eva wordt in Eilande ook geslagen door Trosoa. Ze loopt bloedend terug naar het fort. In het Dagregister staat nergens geschreven dat Eva geslagen wordt of op enige andere manier gewond raakt. In Eilande moet Eva op een bepaald moment een oorlogsverklaring ronddragen bij de Khoikhoi. Ze heeft het hier moeilijk mee. In het Dagregister staat nergens dat ze zo'n boodschap moet meedelen. Wel zegt ze één keer tegen Van Riebeeck dat hij de Caepmans moet aanvallen. Ze vindt zelf dat hij met de oorlog moet beginnen. Zo moeilijk heeft ze het daar niet mee. Peter komt Eva tegen op één van zijn expedities. Hij verdenkt er haar van haar volk te willen verwittigen van de komst van de Compagnie. Eva zelf echter zegt dat ze daar was omdat ze er was gaan bidden tot Heitsi-Eib. Ze is namelijk heel godsdienstig en bidt zowel tot de God van de christenen als tot die van de Khoi. In het Dagregister komen Peter en Eva elkaar nooit tegen, daar wordt toch nooit melding van gemaakt. Peter maakt soms verslagen van zijn expedities, maar daarin staat niet of Eva mee was op expeditie of niet. Er staat enkel dat er Khoi meegaan, hun naam geeft hij niet op. In het Dagregister wordt Heitsi-Eib nergens vermeld. In Eilande lezen we dat Eva zowel door de Khoikhoi als door de Nederlanders veracht wordt. Ze moeten haar niet omdat ze haar een verrader vinden. In het Dagregister staat dit niet. Wel moeten de Caepmans haar niet, omdat ze jaloers zijn. Verder staat nergens te lezen dat de andere Khoi haar niet graag hebben of dat de Nederlanders haar verachtelijk vinden. Ze tracht zich net altijd geliefd te maken bij andere volkeren omdat ze zo hoopt voor de Compagnie veel vee te kunnen ruilen. In beide boeken wordt geschreven dat Eva telkens van kleren verandert als ze van en naar het fort gaat. Dat is dus opnieuw een overeenkomst. In Eilande is Eva net een hele tijd bij de Cochoqua als Harry ontsnapt. Ze komt terug en vertelt de commandeur dat ze haar oom bij de Cochoqua heeft zien lopen. In het Dagregister is Eva af en toe voor korte periodes bij de Cochoqua. Ze probeert op die manier de onderhandelingen te onderhouden. De commandeur vermeldt niet altijd wanneer Eva precies komt en gaat. Maar wel staat vast dat Eva enkele dagen na Harry's ontsnapping al gevraagd wordt wat hij van plan is. Nergens staat geschreven dat Eva haar oom ziet bij de Cochoqua.
55
In Eilande brengt Eva op een bepaald moment geschenken mee voor haar vrienden aan het fort. Zo heeft ze voor Peter drie gekleurde draden met kralen mee. Zoals eerder vermeld wordt er in het Dagregister niets geschreven over ontmoetingen tussen Eva en Peter. Wél brengt Eva soms vee mee voor Van Riebeeck, meer bepaald geschenken van Oedasoa als ze daar een tijd geweest is. Deze geschenken zijn meestal bedoeld om hun relatie te versterken. In die zin is het logisch dat ze ook een geschenk voor Peter meebrengt. In Eilande wil Eva graag dat Peter naar de gewonde arm van Doman kijkt. Ze heeft medelijden met hem. Verder komt Doman bijna niet voor in de roman. In het Dagregister daarentegen komt Doman veelvuldig voor. Eva en Doman blijken er elkaar te haten. Ze doen er alles aan om elkaar zwart te maken voor hun vrienden of voor de commandeur. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat Eva zich zorgen zou maken over Doman. In het Dagregister raakt Doman wel gewond, dat stemt dus met de bronnen overeen. Eva vraagt echter geen enkele keer of hij verzorgd kan worden. Wanneer Eva in Eilande vertelt dat ze zwanger is, raakt ze uit de gunst van de commandeur. Ze mag niet meer naar het fort komen om te tolken. In het Dagregister wordt Eva ook plots nauwelijks meer gevraagd om te tolken. Er wordt echter niet gezegd waarom. Ook wordt geen enkele keer geschreven dat Eva zwanger is. Het is ook niet zo dat ze helemaal niet meer mag vertalen. Ze zal nog twee keer naar het fort komen om gesprekken met Oedasoa te vertalen. Voor Van Riebeeck uit Kaap de Goede Hoop vertrekt, zorgt hij er in Eilande voor dat Eva en haar kind gedoopt kunnen worden. Hij probeert haar ook nog snel enkele basisbeginselen van het huwelijk mee te geven. Dat Eva gedoopt wordt of trouwplannen heeft, staat nergens geschreven in het Dagregister. Dat is vreemd. Wanneer andere koppels van plan zijn te trouwen of kinderen gedoopt worden is dit meestal wel in het Dagregister vermeld. Vanaf het moment dat Eva begint te tolken, zijn de verhalen sterk gelijk. Toch zijn er enkele verschillen op te merken. Zo kennen we in Eilande het leven van Eva vóór Van Riebeecks komst aan de Kaap. Ook de eerste vier jaar die Eva aan het fort doorbrengt, worden beter beschreven in Eilande. Ook komt de vete tussen Eva en de Caepmans en dan tussen Eva en Doman in het bijzonder niet voor in Eilande. Eén ruzie die Eva in het
56
Dagregister heeft met Doman, wordt in Eilande een ruzie tussen Eva en Trosoa. In het Dagregister worden veel minder details gegeven over het leven van Eva. Zo staat nergens dat ze zwanger is of gedoopt zal worden.
57
4.2. Beeldvorming
In dit stuk zal ik de gegevens nog eens overlopen met het oog op de beeldvorming van Eva in beide boeken. In het Dagregister lezen we dat Eva een naïef meisje is dat bij de Nederlanders woont en zich zelf ook dikwijls Nederlandse waant. Zo zegt ze dat ze een Nederlands hart heeft. Ze spreekt vloeiend Nederlands en een beetje Portugees. Ze is een hooggeplaatst figuur bij de Cochoqua, maar gaat hen in de eerste plaats enkel opzoeken omdat ze vee wil ruilen voor de Compagnie. In het Dagregister schaamt Eva zich voor haar eigen volk, bijvoorbeeld wanneer Sousoa de commandeur om enkele eerbetuigingen verzoekt. Toch tracht ze een goede band op te bouwen met kapiteins van verschillende bevolkingsgroepen om op die manier vee te bekomen voor de Nederlanders. Ze doet altijd goed haar best om te tolken voor haar commandeur, maar af en toe verzint ze iets wanneer ze denkt daar Van Riebeeck plezier mee te kunnen doen. Nadat in het Dagregister de eerste contacten met de Cochoqua gelegd zijn, zoekt ze hen dikwijls op. Ze zijn haar enige familie. Ze kan niet goed kiezen waar ze het liefste wil blijven en wisselt dan ook periodes af waarin ze aan het fort woont en periodes waarin ze met de Cochoqua rondtrekt. Ze waant zich in het Dagregister belangrijker dan de Khoikhoi, omdat ze zo'n goede band heeft met de commandeur. Ze durft dan ook openlijk haar woede te tonen tegenover grote kapiteins. Eva lijkt bijna volledig deel uit te maken van de Nederlandse bevolking, toch tracht ze haar twee werelden te verenigen door te ijveren voor een handelscontract tussen de Nederlanders en de Cochoqua. Jan van Riebeeck geeft niet aan dat Eva veel culturele problemen ondervindt. In Eilande lijkt Eva alleen op de wereld te staan. Ze heeft geen moeder, is het enige kind in haar stam en haar oom is dikwijls weg op reis. Ook sterft ze bijna van de honger en de kou. Wanneer de Nederlanders komen, krijgt ze plots veel eten en snoepgoed. Deze mensen
58
van de Haerlem zijn haar redders. Daarom neemt ze ook snel hun taal en cultuur op. Eva is graag op het fort, ze ziet Jan van Riebeeck en zijn gezin als familie. Toch voelt ze zich niet Nederlands, ze twijfelt heel erg tussen de Nederlanders en de Khoi. Ze doet haar uiterste best om een Nederlandse vrouw te worden, door zoveel mogelijk Maria van Riebeeck na te bootsen. In het Dagregister staat nergens dat Eva tracht om de Nederlandse kolonisten te imiteren. Eva vindt, in Eilande, dat er teveel strijd geleverd wordt met de Khoi. Ze wil vreedzaam samenleven met beide groepen. Toch is ze niet geliefd bij zowel de Khoi als de Nederlanders. Ze wordt door beide groepen gezien als een verrader. Ze wil graag geliefd worden. Ze tracht zich ook nuttig te maken op het fort. Waneer ze zwanger is, mag ze plots niet meer vertalen en niet meer bij Jan van Riebeeck komen. Ze heeft nu enkel Peter nog. Dit maakt haar heel erg eenzaam. Wanneer Peter dikwijls op expeditie gaat, raakt Eva depressief. Ze kan niet meer voor haar eigen kind zorgen. Ze beseft dat ze iedereen kwijt is. Ze probeert het contact met de Cochoqua nog te herstellen, maar dit lukt niet meer. In Eilande is Eva veel minder Nederlands en meer Khoi dan in het Dagregister. Zo zien we ook dat ze bidt tot Heitsi-Eib, kralensnoertjes meebrengt voor Peter en hoopt op een 'andersmaak'. Ze lijkt veel meer tussen de twee werelden te staan, zonder er echt bij te horen. Hierdoor wordt ze depressief en verwaarloost ze haar kinderen en het huishouden. We weten uit andere bronnen dat Eva in de zeventiende eeuw waarschijnlijk ook depressief was. Ze had een drankprobleem, prostitueerde zich en zat gevangen op Robbeneiland. Van in het begin bouwt Dan Sleigh zijn roman op naar de problemen die Eva zal hebben later. Door die eenzaamheid lijkt het bijna onoverkomelijk dat ze aan lager wal geraakt. Het beeld dat van Eva tijdens het verblijf van Van Riebeeck in de Kaap wordt opgeroepen is in beide boeken verschillend. In Eilande is Eva veel meer een deel van de Khoikhoi dan in het Dagregister. Ze is er noch geliefd bij de Nederlandse kolonisten, noch bij de Khoikhoi. Daardoor is Eva er dan ook eenzaam, reeds van in het begin als enig kind van de Goringhaicona. Deze eenzaamheid blijft haar hele leven bepalen. Van dit alles vinden we niets terug in het Dagregister, integendeel Jan van Riebeeck
59
zegt niets over eenzaamheid van Eva. Ze lijkt een deel van de Nederlandse kolonisten te zijn. In het Dagregister hunkert Eva nooit naar haar familie, de Cochoqua. Wanneer ze die toch bezoekt laat de commandeur het uitschijnen dat Eva hen enkel bezoekt in het belang van de Compagnie, voor onderhandelingen.
60
5. De relatie Eva en Van Riebeeck in Eilande en Dagregister
5.1. Gebeurtenissen
In dit hoofdstuk zal ik de relatie tussen Eva en Jan van Riebeeck in Eilande en het Dagregister overlopen en vergelijken. In Eilande vernemen we hoe de commandeur aan Harry vraagt of Eva voor hem kan komen werken. Hij zal haar opvoeden alsof ze zijn eigen kind is. Ze mag bij hem aan tafel eten, op de slaapkamer van zijn kinderen slapen en ze zal Nederlandse kleren krijgen. In het Dagregister van Van Riebeeck wordt niet vermeld hoe Eva op het fort terechtkomt. We weten ook niet waar ze slaapt. Wel lezen we dat ze Nederlandse kleren draagt aan het fort. Ze doet die namelijk telkens uit wanneer ze naar de Cochoqua gaat. Ook wordt er gealludeerd op een gesprek tussen Eva en Van Riebeeck terwijl ze aan het eten zijn. Eva eet dus mee aan tafel met de commandeur, zoals we ook in Eilande lezen. In Eilande valt het Harry op dat zijn nicht de commandeur aanspreekt met “mijn heer”. Waar het Dagregister een letterlijke vertaling van Eva's woorden geeft, merken we op dat ze inderdaad “mijnheer” zegt tegen Jan van Riebeeck. In Eilande lezen we dat de commandeur Eva vooral in huis heeft gehaald omdat hij hoopte van haar de taal te leren. Zoals al eerder vermeld, vinden we in het Dagregister nergens een motivatie voor het in huis halen van Eva. Deze reden vinden we dan ook niet terug. In Eilande zegt de commandeur tegen Peter dat hij ervan uitgaat dat Eva af en toe liegt.
61
Hij vindt dit niet erg. Ze doet dit omdat ze hem gelukkig probeert te maken. Dit lezen we ook in het Dagregister. Jan van Riebeeck denkt dat Eva niet altijd de waarheid spreekt. Hij doet dit af als kletspraatjes. Hij vergoelijkt dit dus ook. Wanneer Eva drie jaar wegblijft van het fort, mist de commandeur haar. Dat lezen we in Eilande. In het Dagregister gaat Eva dikwijls weg naar de Cochoqua. Jan van Riebeeck schrijft dat hij dat jammer vindt, omdat hij haar tolkdiensten dan niet kan gebruiken. Er staat niet dat hij haar mist. In Eilande komt Eva de commandeur verwittigen dat er oorlog zal uitbreken, ze is bezorgd over hem. Ook in het Dagregister is Eva dikwijls bezorgd over de commandeur, ze komt hem ook verwittigen als er oorlog dreigt uit te breken. In Eilande komt Peter naar de commandeur met de boodschap dat hij Eva op een vreemde plaats heeft gezien. Peter denkt dat Eva de Khoikhoi wou verwittigen van zijn komst. Van Riebeeck gelooft dit niet, hij vertrouwt Eva nog volledig. Ze zou de Compagnie geen kwaad aandoen. In het Dagregister is er over deze confrontatie tussen Peter en Van Riebeeck niets te vinden. Wel is er een zeer vergelijkbaar gesprek over Eva, maar dan tussen Doman en de commandeur, waarin de commandeur zijn vertrouwen in Eva duidelijk maakt. Doman komt naar het fort om te zeggen dat Eva kwaad spreekt over de Nederlanders bij de Cochoqua. Van Riebeeck gelooft dit niet, hij schrijft dat hij Eva goed genoeg kent. Ze zou de Compagnie geen kwaad aandoen. Dit vertrouwen vermindert in de loop der jaren sterk. In Eilande vraagt de commandeur op een bepaald moment aan Eva om vanaf nu enkel nog letterlijk te vertalen. Ze mag geen eigen interpretaties meer toevoegen. Ook in het Dagregister vermindert dit vertrouwen in haar vertolkingen. In Eilande sterven er vier mensen van de Goringhaicona en de commandeur durft dit nieuws niet aan Eva mee te delen. Hij wil haar niet ongerust maken over de mensen die ze kent. Ook in het Dagregister is Eva dikwijls ongerust over haar vrienden. De commandeur moet haar dikwijls geruststellen. Eva zegt in Eilande dat ze vindt dat de commandeur te graag en te veel vecht. Hij gaat elke uitdaging aan. Ze heeft dit niet graag. In het Dagregister vernemen we dit niet, integendeel, Eva vraagt zelf om een gevecht. Ze moedigt de commandeur aan om de Caepmans aan te vallen, want die verdienen een lesje.
62
De gebeurtenissen in beide boeken die de relatie tussen Eva en Jan van Riebeeck bepalen, zijn sterk gelijklopend. De commandeur is bezorgd om Eva en moet haar dikwijls troosten. Omgekeerd komt Eva de commandeur soms waarschuwen wanneer enkele Khoikhoi van plan zijn een oorlog te beginnen. In beide boeken zien we een evolutie in de relatie tussen Eva en Van Riebeeck. Die relatie evolueert van vertrouwen naar wantrouwen. Dit komt voornamelijk omdat de commandeur Eva niet altijd gelooft. Eerst vergoelijkt Van Riebeeck dit gedrag in beide boeken. Later zal hij haar niet meer vragen om te tolken.
63
5.2. Beeldvorming
In het Dagregister doorloopt de relatie tussen Eva en Van Riebeeck vele stadia. In het begin is Jan van Riebeeck vooral beschermend ten opzichte van Eva. Ze is nog jong. Wanneer hij haar dan ook langzaam inschakelt in vergaderingen om te tolken, hecht hij veel belang aan haar verhalen. Hij gelooft dat ze door en door goed is. Langzaamaan begint deze positieve houding echter te veranderen. Hij begint te twijfelen of alles wat ze zegt wel waarheid is. Een duidelijk kantelpunt is juli 1659: hij schrijft voor het eerst dat hij twijfelt aan wat ze zegt. Zelfs wanneer de commandeur beseft dat ze niet altijd de waarheid spreekt, lijkt hij dat nog te vergoelijken. Ze doet dit enkel omdat ze goed probeert te doen voor de tegenpartij. Op het einde van Van Riebeecks verblijf aan de Kaap vraagt hij haar nog nauwelijks om te helpen tolken. Hij maakt dan meer gebruik van Harry en Doman. In Eilande is de relatie tussen de commandeur en Eva soms als een vader dochterrelatie. Jan van Riebeeck voedt Eva op als zijn eigen kind. Eva heeft van haar kant veel respect voor de commandeur. Aan de andere kant weet hij niet goed wat hij van haar moet denken. Ze hoort in geen enkele wereld thuis. Ze zal dan ook nooit gelukkig worden in één van de werelden. Hij vertrouwt haar ook niet volledig. Hij gaat ervan uit dat ze af en toe enkele dingen verzint als ze moet tolken. Eerst vergeeft hij haar dit, ze doet dit enkel om goed te doen, maar na verloop van tijd begint het hem steeds meer te irriteren. Als ze zwanger is, schaamt de commandeur zich. Hij heeft haar leven kapotgemaakt door haar te verplanten naar een andere wereld. In Eilande hebben Eva en Van Riebeeck duidelijk een goede persoonlijke band. Dit vinden we niet in het Dagregister dat geschreven is voor de heren XVII, de werkgevers van Jan van Riebeeck. Die hoeven niets te weten over de gevoelens van Van Riebeeck of van Eva. Er worden in het hele boek maar weinig gevoelens beschreven. In beide boeken zien we een evolutie in de relatie tussen Eva en Van Riebeeck. Die relatie evolueert van vertrouwen naar wantrouwen. Vooral omdat de commandeur Eva niet altijd gelooft. Doordat de relatie in Eilande veel hechter en persoonlijker is
64
getekend, is de breuk er dan ook des te groter.
65
6. De relatie Eva en Harry in Eilande en Dagregister
6.1. Gebeurtenissen
In dit hoofdstuk zal ik de relatie tussen Eva en Harry in Eilande en het Dagregister overlopen en vergelijken. Harry wordt in beide teksten voorgesteld als de oom van Eva. In Eilande vernemen we dat hij zich verantwoordelijk voelt voor Eva. Als ze nog jonger is, denkt hij constant aan haar en hoe hij haar leven beter kan maken. Eva is in het begin van de roman heel mager en heeft constant honger. Daarom laat Harry zijn nicht ook aan het fort wonen, omdat ze daar eten zal krijgen. In het Dagregister noteerde Van Riebeeck dat de Goringhaicona hongerige buiken hebben. Dit deel van het verhaal komt dus overeen. Over Harry's verantwoordelijkheidsgevoel zegt het Dagregister niets. In Eilande lezen we dat Harry al snel nadat Eva haar intrek in het fort neemt, komt kijken waar ze slaapt. Dit wordt nergens in het Dagregister vermeld. Ook de vermelding in Eilande dat Harry zich minderwaardig voelt aan Eva omdat zij Nederlands spreekt, terwijl hij enkel Engels kent, vinden we niet terug. Harry houdt zelfs heel koppig vast aan het Engels in het Dagregister. Hij weigert Nederlands te spreken tegen de commandeur, zelfs nadat hij de taal al goed beheerst. Over de dag van de veeroof lezen we in Eilande dat Eva meegaat met haar oom omdat hij haar daartoe verplicht. Eva moet luisteren naar Harry. In het Dagregister wordt over deze verplichting niets gezegd. Eva toont er veeleer weinig respect voor haar oom.
66
In Eilande treedt Eva op als leider van de Goringhaicona. Wanneer Harry op het fort aankomt, deelt ze hem mee dat zijn mensen vanaf nu aan het fort zullen wonen. Ze zullen dan geen honger meer hebben. In het Dagregister doet Eva niet hetzelfde, maar wel iets gelijkaardigs. Wanneer Harry op Robbeneiland gevangen zit, komt ze naar het fort om aan de commandeur te zeggen dat de Goringhaicona betrokken kunnen worden in de vredescontracten tussen de Caepmans en de Compagnie. Ze zullen dan ook dichter bij het fort mogen wonen. In Eilande vindt Harry het raar dat Eva de commandeur aanspreekt met “mijn heer”. In het Dagregister komt Eva weinig zelf aan het woord. Wanneer Van Riebeeck haar vraagt of Doman te vertrouwen is, schrijft de commandeur haar woorden letterlijk op. Ze spreekt hem inderdaad aan met “mijnheer”. Een overeenkomst tussen beide werken is dat de Commandeur Harry al snel niet meer vertrouwt. Hij schakelt dan ook al snel Eva in die hem vervangt als tolk. Eva is in Eilande soms bezorgd om haar oom. Als hij enkele dagen verdwijnt, is ze bang dat er iets gebeurd is met hem. Dit staat nergens te lezen in het Dagregister. Eva vergeet haar oom van zodra ze hem niet meer ziet. Ze vraagt niet hoe het met hem is, of wanneer hij terugkomt van Robbeneiland. Eva en Harry vertrouwen elkaar niet altijd. Dit zien we in zowel Eilande als in het Dagregister van Van Riebeeck. In Eilande vertrouwt Harry Eva niet genoeg om haar over zijn plannen voor de veeroof te vertellen, hij ziet haar als een spion van de vijand. In het Dagregister vertrouwt hij haar niet omdat ze te veel over de Khoikhoi aan de commandeur vertelt. Hij is dus in beide gevallen bevreesd dat ze haar mond voorbijpraat. Zelf heeft Eva ook geen vertrouwen in haar oom. Wanneer die in het Dagregister plots wegloopt van tafel, verklapt Eva aan de commandeur wat zijn plannen zijn. In Eilande vertelt ze aan de commandeur dat Harry niet te vertrouwen is. Hij doet alsof hij een vriend is, maar kan je dan plots een mes in de rug steken. Wanneer er oorlog uitbreekt, beslist Van Riebeeck in de roman Eilande om Harry van Robbeneiland te halen om op die manier te proberen te gemoederen te bedaren. De commandeur vraagt aan Eva om met Harry te praten. Die laatste beledigt Eva, hij noemt haar de teef van de blanke man. In het Dagregister wordt deze ruzie niet genoteerd. Harry wordt zelfs nooit teruggebracht naar de Kaap. Eenmaal zit hij op een schip voor de kust, maar Van Riebeeck beslist uiteindelijk om hem niet van boord te
67
laten gaan. Eva weet niet dat haar oom in de buurt is. In Eilande zegt de commandeur aan Eva dat hij haar oom geen koeien wil geven, ook al zou hij voor die beloning willen meewerken met de Nederlanders. In het Dagregister vraagt Eva aan de commandeur om Harry enkele koeien te geven, dan zal hij met de Nederlanders willen samenwerken. De commandeur weigert dit. Dit is dus dezelfde situatie, maar op een ander moment weergegeven. Wanneer Harry van Robbeneiland ontsnapt, is Eva in Eilande reeds lange tijd bij de Cochoqua. Ze zegt later aan de commandeur dat ze Harry heeft zien lopen bij de Cochoqua. In het Dagregister is het niet duidelijk of Eva op dat moment bij de Cochoqua zit, want ze gaat in die periode veel heen en weer en dat wordt niet altijd opgeschreven. Er staat alleszins nergens te lezen dat Eva haar oom heeft zien lopen bij de Cochoqua. Harry vervangt in Eilande de zwangere Eva als tolk. In het Dagregister staat niet waarom Eva niet meer mag tolken, maar het is wel zo dat Harry nu plots opnieuw naar het fort komt om te tolken en Eva nog nauwelijks. Zoals de relatie tussen Harry en Eva in Eilande beschreven wordt, vinden we ze niet in het Dagregister. Eva vraagt daar slechts één keer aan Van Riebeeck om haar oom vrij te laten en verder spreekt ze niet meer over Harry. Ze vertrouwt hem niet, want hij tracht de Compagnie te dwarsbomen.
68
6.2. Beeldvorming
In het Dagregister is de band tussen Eva en haar oom niet altijd even goed. Eva kent Harry eigenlijk niet goed, ze is op vroege leeftijd al aan het fort gaan wonen. Ze heeft ook niet veel interesse voor haar oom. Ze gaat hem nauwelijks bezoeken en vraagt niet naar hem. Hij is geen groot kapitein die veel kan betekenen voor de Compagnie en Eva die constant tracht om over vee voor de Compagnie te onderhandelen vindt hem daarom misschien minder interessant. Harry lijkt te vinden dat Eva beter niet bij de Nederlanders blijft. Ze praat soms haar mond voorbij over de Khoikhoi. Haar hart ligt duidelijk in het Nederlandse kamp. In Eilande is de relatie tussen Harry en Eva er een zonder vertrouwen. Als Eva nog klein is, voelt Harry zich constant verantwoordelijk voor zijn nichtje. Ze is dan ook nog jong. Al snel begint hij haar echter te wantrouwen. Harry weet niet of ze wel genoeg loyaliteit heeft tegenover de Khoi om zijn plannen niet te verraden. Eva ziet Harry ook als een verrader. Hij probeert de Compagnie te dwarsbomen. Harry wordt dan ook steeds bozer op Eva, wat ontaardt in een grote discussie waarbij hij haar beledigt. Toch is Eva dikwijls bezorgd om wat er gebeurt met haar oom. Wanneer hij sterft, rouwt ze om hem. Ondanks het weinige vertrouwen dat ze in hem heeft, tracht Eva in Eilande de relatie met Harry wel in stand te houden. Ze heeft hem graag en verontschuldigt zijn gedrag wanneer hij dronken is. Ook zoekt ze hem op wanneer hij op Robbeneiland gevangen zit. In het Dagregister is de relatie tussen Eva en Harry dus helemaal niet zo belangrijk. Ze komen elkaar nauwelijks tegen en praten niet over elkaar. We zien nergens dat Harry bezorgd is over Eva en Eva heeft haar oom niet zo graag. In Eilande is Eva veel meer een deel van de Khoikhoi, ze heeft dus ook meer nood aan een goede band met haar oom, die op sommige momenten haar enige familie is.
69
7. De relatie Eva en Doman in Eilande en Dagregister
7.1. Gebeurtenissen
In dit hoofdstuk zal ik de relatie tussen Eva en Doman in Eilande en het Dagregister overlopen en vergelijken. In Eilande lezen we dat Peter in het Dagregister van Van Riebeeck leest. Daarin staat dat Doman Eva verwijt de gunsten van de commandeur te zoeken. Dit staat inderdaad ook in het Dagregister geschreven. Er woedt een ware oorlog tussen Doman en Eva. Doman tracht Eva voortdurend in een kwaad daglicht te stellen voor haar familie en vrienden. Hij verwijt haar een verrader te zijn. Doman vindt het fout dat Eva de kant van de Nederlanders kiest in plaats van die van de Khoi. Eva is dan weer kwaad op Doman omdat hij probeert om de Compagnie te dwarsbomen. Deze hele vete tussen beiden komt niet aan bod in de roman Eilande. Wat wel een overeenkomst is tussen beide boeken is dat Domans gedrag ervoor zorgt dat hij niet meer welkom is op het fort. In Eilande vermeldt Peter dat hij nu op minder goede voet staat met de Compagnie en dus gevaarlijker voor Eva zou kunnen zijn. In het Dagregister zegt de commandeur dat Doman nog veel schadelijker voor de Compagnie is dan Harry ooit geweest is. In Eilande raakt Doman gewond aan zijn arm. Eva vraagt aan Peter of hij ernaar wil kijken. Ze heeft medelijden met de man. Ook in het Dagregister raakt Doman gewond, maar er wordt nergens genoteerd dat Eva medelijden heeft met hem of dat ze wil dat er een dokter naar zijn arm kijkt.
70
Nog een verschil tussen beide boeken is dat in Eilande Doman dikwijls samen met Oedasoa gezien wordt. Hij lijkt deel uit te maken van de Cochoqua. In het Dagregister is Doman een man van de Caepmans, een stam die niet goed overeenkomt met de Cochoqua. Oedasoa en Doman worden dan ook nooit samen gezien. De gebeurtenissen die de relatie tussen Doman en Eva aangeven zijn volledig verschillend in beide boeken. Doman is geen tegenstander van Eva in Eilande. Ook is Doman een goede vriend van Oedasoa, iets wat hij in het Dagregister niet is.
71
7.2. Beeldvorming
De relatie tussen Doman en Eva is in beide boeken heel verschillend. In Eilande komt Doman zo goed als nooit aan bod. De hele vete tussen Eva en Doman wordt niet vermeld. Eva is veel vriendelijker tegen de man dan ze is in het Dagregister. Ook is Doman in Eilande een vriend van Oedasoa. In Eilande wordt veel minder onderscheid gemaakt tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Het onderscheid ligt er veeleer tussen de Nederlanders en de Khoikhoi. Alle Khoikhoi werken onderling samen tegen de Compagnie. Hierdoor komt ook de oorlog tussen de Cochoqua en de Caepmans niet aan bod. Dan Sleigh speelt de jaloezie tussen de verschillende Khoikhoistammen veel minder uit. Daarom is er ook geen vete tussen Doman en Eva, er is geen duidelijk onderscheid tussen het volk van Doman en dat van Eva. In het Dagregister zien we deze onderlinge verbanden veel duidelijker. De Khoikhoi zijn geen homogene groep die zich tegen de Compagnie richt. Integendeel, de Cochoqua zijn tegen de Caepmans gekant omdat die hun vee gestolen hebben.
72
8. De relatie Eva en Oedasoa in Eilande en Dagregister
8.1. Gebeurtenissen
In dit hoofdstuk zal ik de relatie tussen Eva en Oedasoa in Eilande en het Dagregister overlopen en vergelijken. Oedasoa is in beide boeken de leider van de Cochoqua, een grote bevolkingsgroep met veel vee. In Eilande is de vrouw van Oedasoa de zus van Eva. Oedasoa is dus Eva's zwager. In het Dagregister staat dit ook enkele keren geschreven. Één keer staat er zelfs dat Eva's zus de belangrijkste vrouw is van Oedasoa. Haar naam wordt in geen van beide boeken vermeld. Een verschil tussen beide boeken is het tijdstip waarop Eva en Oedasoa elkaar voor het eerst zien. In Eilande mag Eva al vrij vroeg helpen vertalen wat Van Riebeeck en Oedasoa te bespreken hebben. Oedasoa ziet Eva voor het eerst tijdens zo'n gesprek om vee voor koper te ruilen. Dit gebeurt nog voor de veeroof van Harry. In het Dagregister gebeurt het eerste contact pas in 1658, lang na de veeroof van Harry. Ook is Eva in het Dagregister alleen bij de Cochoqua als ze dit eerste contact legt met Oedasoa. Ze gaat hem opzoeken zonder de commandeur. We vernemen dus niet rechtstreeks wat Oedasoa van haar denkt als hij haar voor het eerst ziet. Wanneer Eva aan het fort terugkeert, zegt ze aan Van Riebeeck dat Oedasoa blij was om haar te ontmoeten, want hij had haar het laatst als zuigeling gezien. In Eilande reageert Oedasoa volledig anders. We vernemen wat hij denkt en hij is niet zo blij om Eva te zien. Hij denkt dat ze altijd aan het fort zal blijven wonen. Ook vindt hij haar Nederlandse kleren nogal raar. Oedasoa vindt Eva
73
maar een leeghoofdig en eenvoudig kind. In Eilande vraagt Oedasoa twee keer aan Harry of hij Eva van het fort weg wil halen. Hij heeft niet graag dat Eva bij de Nederlanders woont. Hij wil niet dat ze er een man vindt en dan niet meer naar haar eigen volk terugkeert. Hij is dan ook bang dat ze te knap is en zo te snel een man zal weten te strikken op het fort. Bij de Cochoqua wacht er Eva een groot huwelijksgeschenk als ze trouwt met een man uit die stam. In het Dagregister is nergens geschreven dat Oedasoa niet graag heeft dat Eva aan het fort woont. Ook lijkt hij veel respect te hebben voor haar. Hij gebruikt haar om onderhandelingen op gang te brengen en geeft haar belangrijke boodschappen voor de commandeur mee. Wanneer Eva op een bepaald moment boos wordt op hem, zegt hij snel dat hij zal trachten zijn fout goed te maken. Dit wijst toch op een zekere graad van respect. In het Dagregister vindt Oedasoa Eva blijkbaar toch iets minder eenvoudig. Er staat wel dat Eva een groot huwelijksgeschenk zal krijgen als ze trouwt met een Cochoquaman. Oedasoa wil Eva wel één keer weghouden van het fort, wanneer er een oorlog uitbreekt tussen de Compagnie en de Caepmans. Waarom hij dit doet is niet duidelijk, want andere keren stuurt hij Eva net wel weg naar het fort. Er gaan zelfs negen kinderen van de Cochoqua mee met Eva om meer te leren over de godsdienst. Eva gaat in Eilande dikwijls naar de Cochoqua. Ze vindt haar familie belangrijk. Ook in het Dagregister gaat Eva dikwijls haar familie bezoeken. Ze weet in beide boeken niet goed te kiezen in welke wereld ze nu thuishoort. Bij haar familie, of aan het fort. In Eilande vernemen we enkele zaken die niet in het Dagregister te lezen zijn. Zo is Oedasoa boos op Peter als Eva zwanger blijkt te zijn. Ook wil Eva haar zieke oom Harry bezoeken, maar dat wil Oedasoa niet. Hij is kwaad op Eva omdat ze zwanger is van een blanke man. Ze krijgt dan ook haar beloofde huwelijksgeschenk niet. De relatie tussen Eva en Oedasoa is volledig anders in beide boeken. Eva komt Oedasoa veel eerder tegen in Eilande. In het Dagregister kom Oedasoa nauwelijks naar het fort, Eva gaat hem dikwijls zelf opzoeken om de onderhandelingen gaande te houden. Wanneer Oedasoa gewond is en niet meer zal onderhandelen, gaat Eva hem niet meer opzoeken. Ze zoekt hem enkel op omdat ze hem nodig heeft voor vee voor de Compagnie. In Eilande zien Eva en Oedasoa elkaar veel meer. Eva gaat hem opzoeken
74
omdat hij familie van haar is en ze graag bij hem in de buurt is.
75
8.2. Beeldvorming
De relatie tussen Eva en Oedasoa is niet gelijk in beide boeken. In het Dagregister komt Eva over als een sterke vrouw ten opzichte van haar oom. In discussie met Oedasoa voelt ze zich de meerdere. Ze wijst hem terecht en is boos als hij iets verkeerd doet. Oedasoa heeft ook meer respect voor Eva, hij luistert naar wat ze te zeggen heeft. Hij geeft haar ook belangrijke boodschappen mee voor Jan van Riebeeck. In Eilande is Eva eerder een zwakke vrouw. Oedasoa is hier duidelijk haar meerdere. Hij probeert haar weg te houden van het fort en vindt haar leeghoofdig. In Eilande ontmoeten Eva en Oedasoa elkaar veel eerder dan in het Dagregister. In het Dagregister gaat Eva zelf op zoek naar de Cochoqua. Ze beslist zelf om haar vrienden op te zoeken om zo onderhandelingen op te kunnen starten tussen de Cochoqua en de Compagnie. Opnieuw een teken dat ze sterker is dan we in Eilande lezen. Daar is ze enkel de tolk, een hulpmiddel om de onderhandelingen makkelijker te maken. We zien in Eilande dat er een groot onderscheid wordt gemaakt tussen de blanke en de zwarte bevolking. Oedasoa weigert Peter te erkennen als Eva's man omdat hij blank is. Dit lezen we niet in het Dagregister. Daar doet de huidskleur minder ter zake. In beide boeken zien we een groot machtsverschil tussen Eva en Oedasoa. In Eilande is Eva zwak en Oedasoa is er haar meerdere. In het Dagregister echter lezen we eerder het omgekeerde. Eva is sterker dan haar zwager, Oedasoa luistert naar wat Eva hem opdraagt.
76
9. Conclusie
We kunnen uit het bovengaande concluderen dat Eilande en Dagregister vrij sterk verschillen. De meeste gebeurtenissen zelf komen in beide boeken wel voor, maar zodra het een relatie tussen Eva en een Khoikhoi betreft zien we grote verschillen. Eva heeft een betere band met de drie Khoikhoi, Harry, Doman en Oedasoa in Eilande dan in het Dagregister. Uit ons onderzoek is gebleken dat Eilande en het Dagregister enkele opmerkelijke verschillen vertonen in het respectieve beeld dat door beide boeken van Eva wordt opgeroepen. Zo zagen we dat Eva veel meer een deel van de Khoikhoi is in Eilande dan in het Dagregister. We zien dat ze bidt tot Heitsi-Eib, kralensnoertjes meebrengt voor Peter en hoopt op een 'andersmaak'. Ook heeft ze in Eilande een betere band met de drie Khoikhoi die in deze scriptie besproken werden. Ze vertrouwt Harry niet, maar toch tracht ze de band met hem goed te houden. Ze verontschuldigt zijn gedrag en zoekt hem op wanneer hij op sterven ligt. Ook met Doman heeft ze een betere band. Ze zorgt dat zijn arm geneest en is sympathiek tegen hem. Eva heeft in Eilande ook veel respect voor Oedasoa. Ze erkent hem als haar meerdere. Ook opvallend is dat Eva in Eilande mentaal veel minder sterk is dan in het Dagregister. In beide boeken zien we een groot machtsverschil tussen Eva en Oedasoa. In Eilande is Eva zwak en Oedasoa is er haar meerdere. In het Dagregister echter lezen we eerder het omgekeerde. Eva is sterker dan haar zwager, Oedasoa luistert naar wat Eva hem opdraagt. Een derde zaak die opvalt in Eilande is dat alle Khoikhoi samenwerken tegen de
77
Compagnie. In het Dagregister zien we oorlogen tussen verschillende kampen, zoals bijvoorbeeld tussen de Caepmans en de Cochoqua. In Eilande komen Doman, deel van de Caepmans en Oedasoa, leider van de Cochoqua, goed overeen. Ze zijn dus veel meer verenigd om hun gezamenlijke vijand, de Compagnie, aan te vallen. We zien in Eilande dat er een groot onderscheid wordt gemaakt tussen de blanke en de zwarte bevolking. Oedasoa weigert Peter te erkennen als Eva's man omdat hij blank is. Dit lezen we niet in het Dagregister. Daar doet de huidskleur minder ter zake. Eilande is een boek dat vooral over de tegenstelling tussen de oorspronkelijke bevolking en de Europese kolonisten gaat. In Eilande wil Eva graag een dochter van Jan van Riebeeck zijn. Ze ziet hem als haar vader. Ook tracht ze Maria van Riebeeck na te bootsen. Ze wil dus graag bij de Nederlanders behoren. In het Dagregister daarentegen lijkt Eva zich probleemloos aan te passen aan de Nederlandse cultuur. Ze tracht niet te imiteren, ze is gewoon deel van de Nederlandse bevolking. Eva weet niet goed tot welke wereld ze behoort in Eilande. Enerzijds wil ze graag behoren tot de Nederlandse bevolking, anderzijds houdt ze de band met de Khoikhoi veel sterker aan dan in het Dagregister. Ze is ook mentaal veel minder sterk dan in het Dagregister. Wanneer nu beide groepen, zowel de Nederlanders als de Khoikhoi, haar laten vallen, wordt Eva depressief. Ze begint te drinken en prostitueert zich. In Eilande wordt dit proces, waarbij Eva eerst een hoge sociale positie heeft en later aan lager wal raakt, als onvermijdelijk voorgesteld. Dit proces is de ruggengraat waarrond Dan Sleigh zijn roman heeft opgebouwd. Dan Sleigh houdt rekening met de culturele problemen en twijfels die Eva zo goed als zeker gekend zal hebben. Jan van Riebeeck daarentegen lijkt geen oog te hebben voor de grote cultuurverschillen. Hij staat er geen enkele keer bij stil dat Eva niet zo makkelijk de eigen cultuur kan vergeten en de westerse cultuur opnemen. Dit koloniaal optimisme was eigen aan beginnend kolonialisten. Dit optimisme bleek later ongegrond. Inboorlingen die zonder meer een andere cultuur opgedrongen krijgen, zoals Eva, kregen al snel te maken met allerhande psychologische problemen.
78
10. Algemeen besluit
In de inleiding stelden we de vraag op welke manier de figuur van Eva in Eilande en het Dagregister naar voren treedt. Welke gebeurtenissen die in Eilande voorkomen ook in het Dagregister te vinden zijn en andersom. Uit deze confrontatie hebben we vervolgens verschillen in beeldvorming afgeleid. Uit het eerste onderzoek kunnen we concluderen dat de gebeurtenissen in beide boeken grotendeels overeenkomen, zolang het niet gaat over Eva's band met de Khoikhoi. In Eilande is haar relatie met hen veel hechter en positiever. Ook is ze er veel afhankelijker van hen dan in het Dagregister. Juist dit onderscheid maakt het perspectief van Eva dat in beide werken op ons afkomt, geheel verschillend. Door haar hechtere band in Eilande met de Khoikhoi, raakt Eva veel eenzamer wanneer die haar laten vallen. Ook de Nederlandse kolonisten laten haar vallen. Ze valt dus tussen wal en schip. In het Dagregister is Eva enkel een deel van de Nederlandse bevolking. Die laten haar niet vallen tijdens Van Riebeecks verblijf aan de Kaap. Ook heeft ze geen hechte relatie met de Khoikhoi. De eenzaamheid die kenmerkend is voor Eva in Eilande, vinden we dus niet terug in het Dagregister. Dan Sleigh bouwt op naar wat we weten over het einde van Eva's leven, dat ze aan lager wal raakt en eenzaam sterft; door een beeld van een zwakke, eenzame Eva te creëren.
79
Bibliografie
D. Van Zyl, 'Perspektiewe op die 'ander' in “Pieternella van die Kaap” deur Dalene Matthee en “Eilande” deur Dan Sleigh' in Stilet, 15, nr.2, 2003, p.53-67. C. Saunders (Ed.), Reader's Digest: Illustrated history of South-Africa. The real story, Kaapstad, 1994. D. Sleigh , Eilande, Kaapstad, Tafelberg, 2002. D.B. Bosman en H.B. Thom (ed.), Dagregister gehouden bij den oppercoopman Jan anthonisz Van Riebeeck, Kaapstad, 1955. E. Jansen, “Krotoa alias Eva. Van VOC-document tot stripfiguur”, in Wandelaar onder de palmen. Opstellen over koloniale en postkoloniale literatuur, red. M. Van Kempen et al., Leiden, KITLV Uitgeverij, 2004. G. Dekker, Afrikaanse Literatuurgeskiedenis, Kaapstad, 1935. Grizéll azar-Luxton, “Dan Sleigh... seemens” in Boekwêreld, Mei 2004, p17-18 <www.capegateway.gov.za/Text/2004_17-18.pdf> (12/05/2010). H. Giliomee en B. Mbenga, Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika, Kaapstad, Tafelberg, 2007. J. C. Kannemeyer, Die Afrikaanse literatuur 1652-2004, Kaapstad, Human en Rousseau, 2005. Literatuur in context,
(10/05/2010). R. Antonissen, Schets van den Zuidafrikaansche letterkunde, Diest, 1946. R. Breuer, Stellenbosch writers, 1/02/2007
80
<www.stellenboschwriters.com/sleighd.html> (10/05/2010). South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/autshumao.htm> (26/04/2010). South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/doman.htm> (26/04/2010). South African History Online, 12/03/2010, <www.sahistory.org.za/pages/people/bios/krotoa.htm> (26/04/2010). W.-P. van Ledden, Jan van Riebeeck tussen wal en schip. Een onderzoek naar de beeldvorming over Jan van Riebeeck in Nederland en Zuid-Afrika omstreeks 1900,1950 en 2000, Hilversum, uitgeverij Verloren, 2005.
81