INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk
1
Het plan
pag.
Hoofdstuk
II
De deelnemers
pag.
2
Hoofdstuk
III
De uitvoering
pag.
3
Hoofdstuk
IV
De eindevaluatievragenlijst
pag.
8
Hoofdstuk
V
Vergelijking met de gegevens van een
Hoofdstuk VI
tussentijdse evaluatie
pag. II
Testresultaten
pag.
BIJLAGEN
I.
Programma
2.
Ontspanningsoefening
3.
Voorlopige hierarchie
4.
Definitieve hierarchie
5.
Toelichting desensitizatie
6.
Advertentie
7.
Eindevaluatie
8.
Tussentijdse eValuatievragenlijst
9.
Checklist voor de icu::J!ze
Samensteller: drs J.L.M. Prins
12
I. Het plan Gezien de overwegend positieve resultaten van het onderzoek naar de effectiviteit van systematische desensitizatie, zowel individueel als groepsgewijs en al of niet gecombineerd met cognitief therapeutische elementen,
~n
geval van tentamenvrees werd in het·
najaar van 1978 besloten ook voor THE studenten een dergelijk behandelingsprogramma op te zetten. (1)* Nu heeft SD sec als nadeel dat het in de meeste gevallen weI leidt tot lagere scores op faalangstlijsten en verklaringen van clienten dat ze zich na zo'n behandeling o.h.a. prettiger, ontspannener voelen, maar niet tot bet ere studieresultaten. Een dergelijk effect werd echter weI aangetoond voor programma's die bestonden uit een combinatie van desensitizatie en een soort studie counseling, in de vorm van groepsdiscussies over de aanpak van allerlei studietaken, het direct geven van adviezen etc. Daarom kozen ze wat betreft de opzet voor een dergelijke combinatie, uitgaande van een programma ontwikkeld door Katahn e.a. (2). Dienovereenkomstig omvatte het plan (zie bijlage I) acht bijeenkomsten van elk ca. 60 minuten. De eerste drie bijeenkomsten zouden vnl. worden besteed aan een algemene orientatie, de relaxatietraining, het opstellen van een groepshierarchie en het leren
v~
sualizeren. De laatste vijf bijeenkomsten waren hoofdzakelijk gereserveerd voor de feitelijke desensitizatie en de studie counseling. Wat betreft de relaxatietraining besloten we een door Bernstein en Borcovec (3) beschreven procedure (zie ook bijlage 2) te volgen en voor de desensitizatie maakten we gebruik van Paul's'systematic desensitization treatment manual'.
(4)
;: De nummers verwij zen naar de lijst van geraadpleegde l.iteratuur op pagina 14. -2-
-2-
II. De deelnemers De studenten werden op de mogelijkheid tot het volgen van een faalangstgroep geattendeerd via een advertentie in de TH Berichten (zie bijlage 6) of een medewerker van het BSP. Er waren in totaal 11 aanmeldingen (al of niet op eigen initiatief). Elke deelnemer had vantevoren 1
a2
gesprekken, waarin mogelijke oorza-
ken, duur, aard en intensiteit van de problemen werden bepaald (zie bijlage 9) en hem/haar globaal werd uitgelegd wat het doel van de bijeenkomsten was en hoe er gewerkt zou worden. Daarnaast vulde men een viertal vragenlijsten in 1) Een schaal voor interne- en externe beheers ing. (een nederlandse bewerking van Rotter's l-E schaal)(6). 2) Een manifeste angstschaal (de MAS van Taylor, 1953 tweeenvijftig items uit de
MMPI~.
3) Een prestatie motivatie test ( de PMT van Hermans) 4) SUINN Test Anxiety and Behavior Scale (STABS) (5). Dezevragenlijsten, die ook na de laatste bijeenkomst weer werden ingevuld,hadden zowel een diagnostisch als een evaluatief doel. De desbetreffende gegevens worden besproken in Deel VI van dit verslag. Het viel overigens niet altijd mee te bepalen in hoeverre iemand geschikt was voor de groep. De meeste mensen waren erg globaal in hun klachten en maakten aanvankelijk weinig onderscheid in de mate waarin verschillende situaties angst opriepen. Bij vrijwel iedereen was er sprake van angst in sociale situaties. Het moeilijkst was de beslissing bij mensen voor wie tentamenvrees maar een onderdeel vormde van een veel omvangrijker, meer gecomliceerde problematiek, gewoonlijk gepaard gaande met een hoge score op de MAS. Na
de intakeprocedure bleef er uiteindelijk een groep van zeven mensen
uver, bestaande uit zes jongens en iin meisje. De gemiddelde leeftijd was 21.7 jaar. Vier van de zeven
deelnemers waren 2e jaars, een deel-
nemcr was 4e jaars, een 6e,en een 8e jaars.
-3-
-3-
III. De Uitvoering Het merendeel van de bijeenkomsten werd gehouden op woensdagmiddag van half vier tot half vijf/vijf uur. Aangezien een en ander meer tijd kostte dan we hadden gedacht moesten er tegen het eind van het semester twee extra bijeenkomsten worden ingelast op vrijdagmorgen van negen tot tien. Ze vonden plaats in een raamloos zaaltje met vaste vloerbedekking en
dimbare verlichting.
De deelnemers zaten
in een kring, in niet verstelbare, gestoffeerde, lage stoelen met armleuningen. Alles bij elkaar zijn er elf bijeenkomsten geweest van elk gemiddeld ca. vijf kwartier. Naarmate de training vorderde duurden de bijeenkomsten korter. De eerste zes bijeenkomsten duurden gemiddeld ca.l! uur en de laatste vijf elk ongeveer een uur. Die teruggang hing samen met het feit dat de desensitizatie steeds sneller ging verlopen naarmate men de verschillende vaardigheden beter onder de knie kreeg en er bovendien weinig werd gediscussieerd. Op dat laatste komen we nog terug. De bijeenkomsten werden voorbereid en begeleid door twee studentenpsychologen en een stagiere van de afdeling ontwikkelingspsychologie van de K.U. te Nijmegen, die bovendien het schrijven van wekelijkse verslagen, op basis van gemaakte bandopnamen, voor haar rekening nam. Een van de deelnemers viel af na de eerste bijeenkomst toen bleek dat zijn aandacht werd opgeeist door andere, veel zwaardere problemen. Twee deelnemers waren 1 x absent resp.in de vijfde en achtste bijeenkomst. In beide gevallen hadden ze een dwingende ext erne reden. lets anders lag het met een derde deelnemer die 3 x absent was (in de 2e, 5e en Be bijeenkomst), waarvoor tweemaal waarschijnlijk omdat de voorafgaande bijeenkomst te bedreigend was geweest. In al die gevallen werd de gemiste bijeenkomst nog binnen een week individueel afgewerkt. Extra individuele kontakten waren er ook met mensen die moeite hadden met bepaalde vaardigheden of anderssoortige problemen die de vooruitgang in de 8roep stoorden. Zo was er iemand die wat te oppervlakkig en te snel ademhaalde. Er werden met hem een paar aparte oefeningen gedaan. Een ander had aanvankelijk moeite met de ontspanningsoefening i.h.a. doordat hij de vel'schj llende
~')i
ergroepen te fel aanspande. Bovendien
-4-
-4had hij problemen met het. visualizeren in die zin dat hij de beelden in het begin niet kon afbakenen, stopzetten en ze a.h.w. een eigen, nogal angstaanjagend leven gingen leiden. Hij kreeg aparte ontspanningsoefeningen en hem werd ge1eerd de desbetreffende bee1den uit te schake len door zich te concentreren op een van zijn 1ievelingsmelodieen. Verder was er iemand die a1 na de tweede bijeenkomst wilde stoppen omdat hij zich onvo1doende meende te kunnen inzetten i.v.m. prob1emen thuis. Daaraan werd vanafdat moment aandacht besteed in wekelijkse individuele contacten. De eerste drie bijeenkomsten werden voornamelijk besteed aan een a1gemene orientatie omtrent aard, omvang en intensiteit van ieders faa1angst, het leren ontspannen, het opstel1en van een hierarchie en het leren visualizeren. De ontspanningeoefening werd aangeleerd in drie stappen. In de eerste bijeenkomst werd het waarom, wat en hoe van de methode uitgelegd en werden aIle spiergroepen even langs ge1open. Iedereen kreeg een beschrijving (zie bijlage 2) mee met de opdracht thuis dagelijks te oefenen vooral om voor zichzelf te ontdekken op wat voor manier men bepaalde spiergroepen het beste kon spannen, en aantekeningen te maken van sensaties en eventue1e prob1emen. De week daarop werden de resultaten daarvan besproken en eventuele wijzigingen aangebracht in de ontspanningsinstructie. Daarna kreeg men definitief de opdracht de oefening dage1ijks tweemaal te doen en schriftelijk bij te houden wanneer men het deed, hoe lang het duurde, wat voor problemen zich voordeden en eventuele andere bijzonderheden. Typische beginprob1emen bleken o.m. het niet voldoende kunnen ontspannen van maag/buik streek en de bovenbenen en het meespannen van irrelevante spiergroepen (m.n. die van het gezicht). Vanaf de vierde bijeenkomst werd steeds gecontroleerd in hoeverre men de ontspanning in het dage1ijks 1even trachtte toe te passen •
.
Na een aantal bijeenkomsten b1eken verschil1ende mensen op eigen iniatief te zijn overgegaan op een verkorte versie van de oefening.Daarom werd er vanaf de achtste bijeenkomst niet 1anger gewerkt met 16 maar met 7 spiergroepen. Het samenste11en van de hierarchie gaf meer problemen dan we hadden verwacht. Voor de opstel1ing van een voorlocd..ge hierarchie waren we uitgegaan van de vooraf ingevu1de STAno (5). Dat is een
-5-
vra~enlijst
waarin vijftig
-5situaties worden beschreven betreffende het studeren i.h.a. en tentamen doen i.h.b. en waarin men moet aangeven in hoeverre ze angst oproepen. Daarbij kan gekozen worden uit vijf mogelijkheden lopend
van 'helemaal niet' tot 'heel veel'. Na de antwoorden ge-
middeld te hebben stelden we een voorlopige hierarchie samen (zie bijlage 3) en deelden we hem in de eerste bijeenkomst uit met de opdracht thuis zorgvuldig na te gaan of er verschuivingen, aanvulHngen nodig waren. Die opdracht gaf aanleiding tot uiteenlopende resultaten. Een aantal situaties bleek men nu heel anders te beoordelen dan bij het invullen van de STABS. Aan de middeling kan het niet gelegen hebben want de spreiding in de antwoorden op de vragenlijst was gering. Waarschijnlijk zijn de verschillen vooral een gevolg van het feit dat dezelfde situaties in een kleine groep (17 items)
anders werden gerangschikt dan wanneer ze deel uitmaken
van een grote groep (50 items).
In ieder geval moest er nogal wat
geschreven worden hetgeen tens lotte resulteerde in een 'definitieve' hierarchie van 18 items (zie bijlage 4). Daarvan werd item 4 er later alsnog uitgegooid en item 18 toegespitst op het afleggen van een mondeling tentamen. Aangezien de details van verschillende situaties per persoon nogal verschilden werd besloten de omschrijvingen globaal te houden en de items per bijeenkomst te specificeren. De visualizatie-oefening, met 'neutrale'beelden san het eind van de derde bijeenkomst gaf weinig problemen.Nadat iedereen ontspannen was werden achtereenvolgens een vier tal beelden aangeboden en werd verschillende mensen gevraagd te beschrijven wat ze zagen. De opdracht
I
'jezelf voor te stellen zoals je hier in het zaaltje zit' bleek achteraf niet zo neutraal/plezierig als we had den verondersteld. We
\
kunn~n
ons in het vervolg beter beperken tot beelden als 'op een warme dag aan het strand liggen', 'kijken naar de kringen in het water van een meertje waar je een steen in hebt gegooid' , etc. De vierde tot en met de elfde bijeenkomst werd vnl. gevuld met algemene groepsgesprekken en de feitelijke desensitizatie. Alvorens daarmee te beginnen werd de procedure in de vierde bijeenkomst nog eens, nu wat gedetailleerder, mondeling en schriftelijk uitgelegd (zie bijlage 5). Zoals gezegd werden de af te werken situaties per keer gespecificeerd (zie bijlage 4). Dat verliep soms nogal moeizaam. Vanaf de vierde
bijeer~0mst
~reeg
iedereen elke week de opdracht niet
aIleen te oefenen met de ontspallning
-6-
!nijar
tevens met aIle tot dan toe
-6-
behandelde items uit de hierarchie. Vooral die oefen{ngen thuis bevorderde bij een aantal mensen onmiskenbaar het aanleren van de verschillende vaardigheden en,belangrijker nog, de bewustwording van hun reacties op spanningsverwekkende situaties. Er werden per zitting
gemiddeld 3.6 items afgewerkt waarbij elke item gemiddeld
4.7 keer werd aangeboden. In totanl werd er per bijeenkomst gemiddeld 10 maal een situatie aangeboden. Aanvankelijk hielden we ons hierbij aan het schema in Paul's manual (4). De daarin genoemde aanbiedingstijd (10 sec.) bleek in het begin voor een paar mensen echter te kort. Waarschijnlijk t.g.v. aanvangsproblemen met de visualizatie. Daarom werd algauw
overgestapt op een schema waarbij
elk item in principe eerst 15 seconden werd aangeboden, dan volgde de relaxatieperiode van 30 seconden, vervolgens een tweede aanbieding van 20 seconden, afgesloten met een relaxatieperiode van 45 seconden. Riep het item angst/spanning op na 15 seconden, dan werd overgegaan op het volgende patroon : een
a twee aanbiedingen van 10 seconden,
gevolgd door een aanbieding van 15 resp.20 seconden. Bleek 10 seconden echter nog te lang dan startten we met een aanbieding van 5 seconden, gevolgd door een of meerdere aanbiedingen van 10,15 en 20 seconden. De desensitizatie van de eerste vier items moest worden overgedaan in de vijfde bijeenkomst omdat een van de deelnemers de eerste keer al vrij snel uitviel wegens buikpijn. Die herhaling kwam niet ongelegen aangezien daardoor tijdig misvattingen als zou je gedurende desesitizatie geen spanning 'mogen' voelen of niet mogen bewegen wanneer je ongemakkelijk zat,konden worden gecorrigeerd. Daarna is de desensitizatie,afgezien van een incidentele hoestbui of een slapend lichaamsdeel,vrijwel probleemloos verlopen. Er was eigenlijk maar een deelnemer die tijdens de desensitizatie regelmatig aangaf spanning/angst te voelen. Daarop werd het tempo (het aantal aanbiedingen) dan ook afgestemd. De overige deelnemers gaven achteraf meestal te kennen inderdaad geen spanning gevoeld te hebben of zo weinig dat ze het niet nodig hadden gevonden het aan te geven. Hoewel dat laatste strikt genorr'en n;.et ovr::reenstemde met de instrukties, vormde het gezien onze afstemming op die ene client die weI spanningsgevoelens aangaf, geen echt
bezwaar. Bovendien bleek uit gesprekken
in latere bijeenkomsten duidelijk dat men I) opk.,)mende gevoelens van
-7-
-7-
spanning/angst sneller en beter signaleerde, 2) een escalatie van dergelijke gevoelens steeds beter wist te voorkomen door ze in een vroeg stadium te onderdrukken, te vervangen door ontspanning en kalmte. Van de {stud1e)-counseling in de vorm van groepsgesprekken, adviezen etc. is weinig terechtgekomen. Een aantal deelnemers was nogal zwijgzaam en voelde zich vooral tijdens de eerste
bijeenkomste~met
begin,niet zo op zijn gemak. Daarin
kwam voor zover wij konden nagaan,
name aan het
weinig verandering. Dc ontspanning had weliswaar een gunstig effect, maar dit werd gewoonlijkpas tegen het eind van de bijeenkomst merkbaar. Iedereen stelde zich afwachtend/passief Ope Zo sterk zelfs dat men aan het eind van de bijeenkomst vaak pas opstond en weg ging, nadat een van de begeleiders op de een of andere manier overduidelijk te kennen had gegeven dat het voor die middag afgelopen was. 'De paar discussies die er zijn gevoerd (over slaapproblemen, concentratiestoornissen, het uitstellen van het studeren, etc.) moesten krachtig worden aangezwengeld en gestimuleerd door de begeleider. Op min of meer open vragen, voorstellen, suggesties over hoe het thuis was gegaan, eventuele problemen met het oefenen, practische toepassingen, de specificatie van de items in de hierarchie, etc. werd gewoonlijk maar weinig en heel voorzichtig gereageerd. Het ter discussie stellen van deze kwestie in de vierde bijeenkomst, bracht wel enige veranderin8 maar niet zo sterk als we hadden gehoopt. Waarschijnlijk speelde (faal)angst in sociale situaties een grotere rol dan was voorzien. Bij deze groep zijn we er in ieder geval niet uitgekomen. Een en ander had weI tot gevolg dat ieders feitelijk studeergedrag ( en het verband met faalangst) nauwelijks aan de orde was gekomen. In een, misschien wat krampachtige poging, toch nog de aandacht te vestigen op dat belangrijke aspect, kreeg iedereen in de laatste bijeenkomst een Syllabus studievaardigheden en het advies niet alleen door te gaan met de ontspanningsoefening en de zelf-desensitizatie
maar ook de tent amen-
situaties van de verschiIIende vakken een of meerdere keren zo getrouw mogelijk te simuleren (een soort training, in vivo).
-8-
-8IV. De Eindevaluatievragenlijst a. Het aanleren van de verschillende vaardigheden De eindevaluatievragenlijst (zie bijlage 7) bestond uit 25 vragen betreffende de volgende aspecten - De moeite die men had met het aanleren van de verschillende vaardigheden. De verdeling van de tijd per bijeenkomst over de verschillende activiteiten. - Het aantal bijeenkomstenm de duur en het tijdstip waarop ze gehouden werden. - De subjectief ervaren reductie in faalangst en mogelijke andere effecten. - Diversen (Beoordeling van de begeleiders, het vertrouwen in de gevolgdeprocedure en speciale punten van kritiek). Uit de antwoorden blijkt dat men weinig problemen had met de ontspanningsoefening, twee van de deelnemers vonden het samenstellen van een voorlopige hierarchie en het specificeren van de items per bijeenkomst moeilijk. Men had vooral problemen met het rangordenen van de situaties naar de mate waarin ze angst opriepen en met het zodanig specificeren van de items dat men ze zich ook werkelijk kon voorstellen. Relatief de meeste moeite (3 van de 6) had men met het leren vi sualizeren. Een van de deelnemers kon de beelden aanvankelijk nauwelijks vasthouden, bij een ander duurde het nogal lang voor hij het beeld zag en bij een derde dreigden de beelden in het begin a.h.w. een eigen leven te gaan leiden. Ondanks die startproblemen verliep de feitelijke desensitizatieprocedure weliswaar traag, maar vrijwel probleemloos. Eventuele onduidelijkheden werden meestal snel opgelost. (Zoals het idee het 'fout' te doen wanneer je tijdens een visualizatie spanning voelt opkomen of wanneer een beeld je niet direct volledig en haarscherp voor ogen staat). Het merendeel van de mensen (5) vond de uitleg voldoende, een deelnemer vond het soms iets te lang. We namen dat dat betrof het zekere voor het onzekere.
Ho(o;..:eJ \,).:
r-1'idcns de bijeenkomsten, zeker in het
eerste half uur, nogal eens de indcuk hadden dat niet iedereen zich op zijn gemak voelde waardoor ook de gesprekken vaak niet wilden vlotten, zei iedereen geen moeite gehad te hebben met het werken in de groep. Het is achteraf gezien niet duidelijk wat men daar precies -9-
-9-
mee bedoelde.ln het vervolg zal er niet aIleen gevraagd worden of ze het moeilijk/makkelijk vonden maar ook in hoeverre ze het prettig vanden en zich al dan niet op hun gemak voelden. b. De tijdbesteding per onderdeel Wat de tijdbesteding per bijeenkomst betreft waren de meningen Ln een aantal gevallen nogal verdeeld. Over de tijd die werd gestoken in het leren ontspannen, was men weI tevreden. Wat betreft het samenstellen van de voorlopige hierarchie liepen de meningen nogal uiteen. Drie van de zes mensen vonden dat er te weinig tijd aan was besteed, twee waren tevreden en een deelnemer vond dat er teveel tijd in werd gestoken. T.a.v. het specificeren van de items en het visualizeren hadden vier van de zes mensen vrede met de
geinvesteerde tijd terwijl de
rest vond dat er juist te veel of te weinig tijd aan werd besteed. Men vond zonder meer dat er te weinig tijd was besteed aan het met elkaar praten over ieders faalangst
en de daaraan gekoppelde problemen.
Hetzelfde gold in mindere mate voor de bespreking van problemen met het studeren. We hebben,met name in de beginsessies,wel pogingen gedaan dergelijke gesprekken op gang te brengen maar die strandden veelal op een onaangenaarn stilzwijgen. Misschien hadden we wat directiever, directer, moeten optreden want uit de antwoorden op een vraag naar de kwaliteit van de begeleiding (vraag 21)
bleek o.m. dat men onze aanpak dienaangaande te vrijblijvend, te
weinig stimulerend had gevonden. c. Aantal. duur en tijdstippen van de bijeenkomsten Het merendeel van de bijeenkomsten werd gehouden op woensdagmiddag van 15.30 uur tot ca. 17.00 uur. Tegen het einde van het semester ook een paar keer op vrijdagmorgen van negen tot tien. Vrijwel iedereen ( 5 van de 6 man) was hierover tevreden. Met name over de woensdagmiddagsessies die eenkalmerend effect bleken te hebben na een dag vol colleges, practica etc. Ook omdat men na zo'n bijeenkomst meestal geen officiele verplichtingen meer had voor die dag. Slechts een deelnemer klaagde over verrnoeidheid en gaf dan .Jnk de v:Jorkeur aan ochtendzittingen. De duur van de bijeenkomsten (I
a
Ii
uur) vond men zonder meer goed.
Evenals het aantal bijeenkomsten zij het dat een deelnemer liever wat langer was doorgegaan am een tweede hierarchie af te werken m.b.t.'het houden van voordrachten'. -10-
-10Na elke bijeenkomst kreeg men de opdracht het geleerde thuis te oefenen. De opgegeven oefentijd liep van 60 tot 350 minuten per week. Gemiddeld genomen was men er 155 minuten per week mee bezig. d. Leereffecten Gevraagd naar hetgeen waarvan men het meest geleerd meende te hebben, noemden vijf van de zes mensen de ontspanningsoefening. Ten eerste omdat lichamelijke ontspanning op zich vaak al voldoende bleek voor geestelijke ontspanning. Ten tweede omdat de ontspanningsoefening, vooral het regelmatig ademhalen, na verloop van tijd ook in allerlei andere situaties bleek te werken. Zoals bij sportwedstrijden, tijdens ee~ rij-examen, in groepssi~uaties, bij het werken onder tijdsdruk:.etc./
I
Dr1e van hen noemden bovendlen 'het met elkaar praten' als belangr1Jke .
.
~
leerervaring. Zewaren erdoor gaan beseffen niet aileen te staan met hun problemen waardoor hun zelfvertrouwen was gestegen, hetgeen op zijn beurt leidde tot een rustiger, (zelf)beheerster gedrag. Slechts een deelnemer zei het meest geleerd te hebben van de desensitizatieprocedure juist omdat die volledig nieuw voor hem was. Iedereen gaf te kennen dat er naast het leren ontspannen ook andere dingen aan het veranderen waren. Men z.ei zich o.h.a. rustiger te voelen en te gedragen en minder last te hebben van min of meer obsederende gedachten aan toekomstige, angstverwekkende bezigheden of situaties. e. Verwachtingen Zowel inhoud als opzet van de bijeenkomsten voldeden o.h.a. aan hun verwachtingen.Desalniettemin vond een van de deelnemers dat de gevolgde procedures te weinig ter discussie werden gesteld en een ander dat er te weinig aandacht was besteed aan de rol van angst/ontspanning tijdens het studeren zelf.
Een derde deelnemer vond dat er te weinig was ge-
daan aan wat hij noemde het 'veralgemenizeren'. Laatstgenoemde bedoelde waarschijnlijk dat er te weinig aandacht werd besteed aan allerlei nevenproblemen en andere uitingen van faalangst. f. De begeleiding Alle deelnemers werd gevn:agd een paar positieve en negatieve dingen over de begeleiding te zeggen. Men was tamelijk eensgezind in zijn oordeel. Vooral de timing per bijeenkomst en de aandacht van de bege-
-11-
-11-
leiJers
vaOl"
de behandelde problemen werd positief beoordeeld.
Over de sfeer tijdens de bijeenkomsten was men minder te spreken. De begeleiders zouden meer hebben moeten doen om algemene gesprekken op gang te brengen en zich met hun vragen directer tot bepaalde personen hebben moeten richten i.p.v. tot de groep als geheel. De groep stelde zich nogal afwachtend op. Een van de deelnemers klaagde niet ten onrechte over een sleureffect. g. Ret vertrouwen in de gevolgde procedures. Aangezien de ervaring heeft uitgewezen dat het effect van de behandeling mede afhankelijk is van het vertrouwen dat iemand erin heeft, werd hen gevraagd in hoeverre er in dat opzicht gedurende de afgelopen weken iets was veranderd. Bij vier van de zes deelnemers bleek het vertrouwen in de procedure te zijn gestegen. Bij de overige twee was het gelijk gebleven. h. Algemene punten van kritiek. Ret belangrijkste punt betrof de advertentie in de TR Berichten. (Zie bijlage 6). de Desbetreffende tekst, met name de titel en het begin,zouden nogal wat mensen afschrikken. V. Vergelijking met de gegevens van een tussentijdse evaluatie. Om na te kunnen gaan of de beoordeling van de bijeenkomsten en eventuele moeilijkheden veranderden gedurende de behandeling, werd vantevoren besloten niet aIleen aan het einde te evalueren, maat ook halverwege. Aangezien er was gerekend op acht bijeenkomsten viel die tussentijdse evaluatie na de vierde bijeenkomst, waarbij vrijwel dezelfde vragen werden gesteld als naderhand. De resultaten (zie bijlage 8) bleken opvallend weinig te verschillen van die van de eindevaluatie. Bovendien waren de wat grotere verschillen (m.b.t. de feitelijke desensitizatieprocedure, de tijd besteed aan het leren ontspannen, de duur van de bijeenkomst en mogelijke leereffecten) merendeels zo vanzelfsprekend dat er hier verder geen aandacht aan zal worden besteed.
-12-
rQeYoe,in5 aan: Hootdstuk VI - 1'estresultaten (PeltS. 122 J)eversch111en tussen vOQr- en nameting werden zo •• l lIl'et een
J:~e Stud.n~ t-to~t"-) .is
parfl!lletr1s~he
,en nonparametrische teet (de Wilcoxon Dlatche4-
"pair. 8lgned-ranb teet) gatoetet.(? en 8) Geen yan de verachl11en blee~
;;~iJn1tlcant "i"'';
opten mruit. het 5 % nlveau.
-12VI. Testresultaten Zoals in deel II van dit verslag reeds werd gezegd, vulden de deelnemers voor de eerste en na de laatste bijeenkomst een vier tal vragenlijsten in. Namelijk een betreffende locus of control (6), een mani!~ste
angstschaal (de MAS van Taylor), de Prestatie Motivatie
Test van Hermans en een specifieke tentamenvreeslijst van Suinn (de STABS) (5). De gemiddelde scores van voor en na de cursus zijn bij elkaar gezet in Tabel 2. pag.13 Omdat de testresultaten per individu nogal etns verschilden, zijn niet aIleen de gemiddelde testscores (tabel2,)
we~r.gegeven
maar'ook
de
indi-
viduele scores (tabel I). pag.13 Uit tabel 1 blijkt dat de scores op de i-E schaal en de STABS bij de meeste deelnemers in de gewenste richting veranderden. Wat betreft de scores op de MAS was dat voor de helft van de deelnemers het geval. De deelnemers verschilden het meest van elkaar wat betreft de richting van verandering in de scores op de PMT. De deelnemers A tim Cvertoonden de meeste veranderingen in de gewenste richting. Bij twee deelnemers D en E, waren de testresultaten achteraf opvallend slechter. Wat betreft D kan dit resultaat worden toegeschreven aan het feit dat zijn faalangst nauw samenhing met een innerlijk konflikt dat op zijn verzoek onaangeroerd bleef. De ongunstige testresultaten van deelnemer E kwamen echter nogal onverwacht. Gezien zijn inzet, optreden en reacties tijdens de bijeenkomsten hadden weer juist op gerekend dat hij, i.e.g. wat betreft de tests, als teen van de besten' uit de bus zou komen.
-13-
tabel I I <""l
I
..--
]-E schaal
MAS
--~-
~-.--
-- .-.. . _.-----
-- ._--_.-
P MT ...
_-
F.-
P
STABS
.- ._ ... _. --- . _ .
-
Ft"
voor
na
voor
na
3
9
6
6
2
4
2
8
8
4
3
85
2
2
10
6
2
2
98
116
2
3
8
10
12
121
138
3
9
10
9
107
97
4
6
6
voor
voor
na
voor
na
voor
na
A
30
32
25
23
174
III
2
B
36
32
16
II
108
71
C
30
26
24
21
120
D
39
44
26
31
E
22
37
19
F
30
26
16
2
na
2 2
I
3
-----Testscores per individu veer en na deelname aan de groep.
tabel 2
~--"-~----~--------r----I--E--s-c-h-a-al-------~----S-T-AB--S----------~I---------P------------------:-+-M-T--------------F---------r
! X voor ,-)-1-.-1na
I
32.8
SD
1
X
SD
X
SD
5.87--j--- 21.
4.56
121
27.2
6.88!
8.58
103
23.8"
17.8
\X
SD
X
"--+1-2-.-1-6------.-98-~-~"~~~--i 2.83
.75
7.66
I•
:~---~-.
1.96
2.16
1
Gemiddelde testscores plus standaarddeviaties voor en na deelname aan de
l
6-6-----)-.:-:
roe
i
.75 !
-14-
Geraadpleegde literatuur
SPIELBERGER C.D., ANTON W.D.,BEDELL J. - The nature and treatment of test anxiety, uit Emotions and anxiety: New conceps, methods and applications, EDS. Zuckerman M., Spielberger C.D., New York, 1976 2
KATAHN MARTIN, STRENGER STUART and CHERRY NANCY - Group counseling and behavior therapy with test-anxious college students. Journal of
3
consulting psychology, Vol.30, no.6
BERNSTEIN D.A., BORKOVEC TH.D. - Leren ontspannen - handleiding voor de therapeutische beroepen. Dekker en Van de Vegt, Nijmegen 1973.
4
PAUL G.L. - Insight versus Desensitization in
psychoth~rapy,
an expe-
riment in anxiety reduction. Stanford University Press, California, 1966. 5
SUINN RICHARD M., The Stabs, a measure of test anxiety for behavior therapy : normative data Behavior Research and Therapy,
6
7, 1969.
ANDRIESSEN J.H.T.H., - Interne of Externe beheersing. Nederlands Tijdschrift v.d.Psychologie, april 1972
7
SIEGEL S., Nonparametric statistics for the behavorial sciences McGraw Hill, 1956
8
MILTON SMITH G., A simplified guide to statistics for psychology and education. Holt, Rinehart and Winston, New York, 1962 (third ed.)
1
Bijlage 1 [<'AAI.ANGSTGIWEP. Ecrstt! bl.Jcl~nk(lmst.
I.VlJurstull"!ll. (Kurt.Naam en studierichting nOlamen illl
volduendc.) :l.Uitll;:g.
2
-thcoretische achtergrond -relaxatie -desentisisatie -angsthi"erarchie -groepsgla8prekken
min.
10 min.
J.Grucpsgesprek.(Wanneer angst en wannoer niet;op welke pJaatsen;alleen angst of ook andere gevoelens,etc.) Uicraan koppelen we de angsthilrarchie en delan we de hierarchie uit die wij uit alle STABS hebben oamengesttdd.deze kunnen de klienten thuis bekijken aanvullen indien noodzakelijk.) : 25 min.
.n
4.H.elaxatie-oefening. (tochaiok uordt o.lleon uitgele,cl).
25 min.
Tgeodo B\1eonkomst 1.Diecussio OVer do o.f,elopen woek on (o.o.n faa.lugot koppolde)atudieproblome~
,0-
ca.. 20 mln.
ia het o.lgemoen.
2.DeflnitieTO TAstatolllng TO.. do groopshioro.rohie
ca. 15 min.
3.Volledlge relo.xo.tie-oofening plus beaprokin,.
ca. 30 Mia.
Derde %jeenkomat 1.~cus8le
over de afgelopen wook Tooral ,erlcht op
ca.. 20 mia.
studieproblemen eft faalangst. 2.Bespreking van de rolaxatie-oetoRin, d10 lodoroon thula
00.. 15 min.
heeft gedaCln en de eventuale mooil1jkhedon dao.rbij. Ultvooriag van de foitelijke oofoalng.Spocio.le o.andacht
co.. 20 min.
voor iedera 'technische' problemen. Visualis/J. tle-cefeli\i.n_~
co.. 15 min.
2
Vierd. BtleenkolUt 1.Discussi. aaar aanleiding va. de ervaringen va. de afgelopeR week en ov.r studieprobleme.,ia het algemeen. 2.Bespreking van de moeUijkhed.n ro.4 de relaxati.oefeaiag en het visualisere •• Uitvoering vaa 4. relaxatie-oete.ing. Controle op het vermoge. tot visualis.re•• Desens1t1zat1e (ongev •• r 4 iteme). 3.Nabesprek1ag.
ca. 20 min.
ca. 1, 1111 •• ca. .5 Ilia. ca. 7 mia. ca. 10 mia.
!Mtde !Me.akomat 1.D1scussie ala in d. vorige b~eeakomst.a. 2.Rel.xatie plua deaeasitizatie. 3.Nabeapreking.
De overige dri. vjjfde.
b~e.akomate.
ca. 30 mia. oa. 20 mia.
ca. 10 mi••
hebb.a de.elt4. opzet ale de
• JHj lage 2
DE
()NTSI'ANNINGSOEFENJNG
Ill'
ulltljpanningsocfening waarvan we gebruik zullen maken om je
tc
Icrcll jezclf vaker en beter te
cip~
ontllpanne~
bestaat in prin-
uit het leren IIpannen en ontspannen van verschillende
ljpicrgroepen door het hele lichaam heen, terwijl·tegelijkertijd heel goed gelet moet worden op de gevoelens die samengaan met ljpanning en ontspanning. Dit betekent, dat je niet alleenlee~t
jezelf zo goed mogelijk te ontspannen, maar ook
die spanning en ontspanning, zoals je die
m~emaakt
in het dage-
lijklj leven, te herkennen. Je moet goed begrijpen, dat het leren van de ontspanningsoefening net zoiets is als het leren van een andere vaardigheid zoals zwe~nen
of piano spelen. Wij kunnen je dan 90k aIleen maar kennis
laten maken met de techniek en je aandacht richten op de verschillende aspekten ervan. Wil je werkelijk resultaten boeken, dan zul Je de dingen die je vandaag leert regelmatig moeten oefenen. De oefening is opgebouwd uit het spannen en ontspannen van zestien spiergroepen en duurt zo'n 20
a
30 minuten. Dat lijkt misschien wat
lang. Naarmate je de techniek echter beter beheerst zal het veel sneller gaan, omdat het dan niet Langer nodig is de verschillende spiergroepen eerst aan te spannen. In het begin doen we dat nog weI omdat het dan veel makkelijker is de desbetreffende spanningsgevoelens waar te nemen en het loslaten van zo'n spanning bovendien direkt resulteert in een duidelijk gevoel van ontspanning. Gebruik voor de oefening een komfortabele stoel. Heb je die niet doe het dan op je bed. Begin de oefening steeds met rustig en diep adem te halen. lets langzamer en dieper dan normaal. Probeer je hele lichaam zo goed mogelijk te ontspannen. Houdt je ogen tijdens de oefening gesloten. Je zult je daardoor bater kunnen konsentreren op de gevoelens van spanning en ontspanning in de verschillende spiergroepen. Denk er aan, dat je steeds in4demt wanneer je een spiergroep spant en uitademt wanneer je hem!ontspant. Zeg steeds vlak voor je de spanning in eea spiergroep laat gaan tegen jezelf "ontspan".
Ill'
groept:n :,djn:
I.
lJe dumina~lte
hand en onderarm.
MaCik l!en stevige vuist maar laat je arm op de leuning liggen. 2.
Dc dominante bovenarm. Druk je elleboog tegen de leuning van de stoel.
].
De niet-dominante hand en onderarm. Maak een stevige vuist maar laat je armop de leuning liggen.
4.
De niet-dominante bovenarm. Druk je elleboog tegen de leuning van de stoel.
5.
Het voorhoofd. Trek je wenkbrauwen zo hoog mogelijk Ope
6.
Het middenstuk van je gezicht. Trek je neusvleugels en je bovenlip op alaof je een vieze lucht ruikt.
7.
De kaken. Zet je tanden op elkaar en glimlach zo breed
8.
~ogelijk.
De nek. Druk je kin zover mogelijk omlaag zonder je borst te raken.
9.
De borst, bovenrug en schouders. Adem in en trek tegelijkertijd je schouders zover mogelijk naar achteren.
10.
De maagstreek. Span je maag alsof je een stomp verwacht.
II.
Het dominante bovenbeen. Span de spieren in je bovenbeen. Til het desnoods een beetje Ope
12.
De dominante kuit. Trek de tenen van je voet zover mogelijk naar je gezicht.
13.
De dominante voet. Spreidt je tenen, krul ze omhoog en draai de voet iets naar binnen.
14.
lIet nil·t-dominante bovenbeen. Span
jl~
spieren in je bovenbeen. Til het desnoods een beetj e
01' • I).
Ue niet-dominante kuit. Trek de tenen van je voet zover mogelijk naar je gezicht.
lb.
Uc niet-dominante voet. Spreidt je tenen. krul ze omhoog en draai de voet iets naar binnen.
Ue oefening moet steeds in de aangegeven volgorde worden afgewerkt. Bij elke spiergroep is beschreven hoe je hem kunt aanspannen. Lukt het je aanvankelijk niet een bepaalde groep te ontspannen span en ontspan hem dan een paar keer achter elkaar. Blij£ na de laatste spiergroep nog even zitten en probeer je hele lichaam steeds verder t~
ontspannen. Sluit de oefening daarna af in vier tellen.
Bij I) strek je je benen. bij 2) bal je je vuisten, bij 3) haal je diep adem, en bij 4) doe je je ogen Oefen twee maal per dag (IS
a
0p~n
en ga je rechtop zitten.
20 minuten per keer) op een rustig
moment. Houdt je vorderingen nauwkeurigbij en noteer eventuele moeilijkheden.
IO.l8/BSP
Bijlage 3
VOORLOPIGE HIERARCHIE
I. Wachten tot de tentamenvragen worden uitgedeeld. 2. Wachten tot je de zaal/kamer binnen kunt gaan waar het tentamen zal worden gehouden. 3. Op een mUltiple choice tentamen een vraag zien die ik niet kan beantwoorden. 4. Een tentamen voorbereiden 5. Tijdens een tentamen op de klok kijken om te zien hoeveel tijd ik nog hebe 6. In het weekend denken aan een tentamen dat die week gehouden wordt. 7. De avond voor het tentamen de stof herhalen. 8. Terwijl ik een tentamen voorbereid denk ik aan mijn reacties op vroegere tentamens. 9. Denken aan een tentamen dat je over een uur moet doen. 10. Op een tentamen met open vragen een vraag zien die ik niet kan beantwoorden. II. Staan wachten op de uitslag van mijn tentamen. 12. Nadenken over een waarschuwing van de afdeling dat het niet zo goed gaat met mijn studie. 13. Ontdekken dat ik het volgende tentamen goed moet maken om het examen te halen. 14. Studeren op de avond voor een tentamen. 15. Een tentamenvraag lezen waarvan jehet antwoord niet zeker weet. 16. Ontdekken dat ik een bepaald tentamen of examen beslist moet halen om mijn studie hier voort te kunnen zetten. 17. 's Avonds denken aan een tentamen dat de volgende dag gehouden wordt.
IO.78/BSP
Bijlage 4
Hiel'archie 1. Wachten tot je de zaal/kamer binnen kunt gaan waar het tentamen gehouden zal worden. 2. Wachten tot de tentamenvragea worden uitgedeeld.
3. Staan waehten op de uitslag van mijn tentamea. 4. Op een multiple choice tentamen e8n vraag zien die ik niet kan beantwoorden. 5, Een tentamen voorbereiden. 6. Terwijl ik een tentamen voorbereid denk ik aan mijn reacties op vroegere tentamens e 7. Nadenken over een waarschuwing van de afdeling dat het niet zo goed gaat met ntijn studie. 8. 'l\jdens een tentamen op de klok ldjken om te zien hoeveel tijd ik nog hebe
9. Denken aan een tentamen dat je over een uur moet doen. 10.0p een tentamen met open vragen een vraag zien die ik niet kan beantwoorden. 11.De avond voor het tentamen de sto! herhalen. 12.Studeren op de avond voor een tentamen. 13.0ntdekken dat ik het volgende tentamen goed moet maken om het examen te halen. 14.Een tentamenvraag lezen waarvan je het antwoord niet zeker weet. 15.0ntdekken dat ik een bepaald tentamen of oxamen beslist moet halen om mijn studie hier voort te kunnen zetten. 16.'s Avonds denken aan een tentamen dat de volgende dag gehouden wordt. 17.Punt afhalen. 18.Een voordracht houden voor een groep menson.
Bijlage 5
SYSTEMATISCHE DESENSITISATIE
Systematische desensitisatie
is esn techniek die toegepast wordt
om mensen te helpen bepaalde angaten af te leren. Dit kan angst voor een objekt (een hond, water, een examinator) of angst voor een situatie (tentamendoen, ergens vreemd binnenkomen) zijn. Men gaat hierbij uit van het idee, dat zulke angst aangeleerd is en dus ook weer afgeleerd kan worden. Tevens ligt aan deze techniek het gegeven ten grondslag dat angst en ontspanning onverenigbaar zijn. Wie angst voelt kan zich op datzelfde moment niet lekker ontspannen. Bij systematische
desensitisa~ie
wordt mensen geleerd op een
bepaald objekt of een bepaalde situatie in plaats van met een angstig gevoel met een ontspannen gevoel te reageren. Als het ontspannen goed gaat wordt je gevraagd je de eerste situatie van de hierarchie voor te stellen. Bij dit voorstellen kan een gevoel van angst ontstaan. Na een paar sekonden wordt er gezegd:"Stop, ontspan maar". Deze procedure wordt enige malen herhaald totdat deze situatie geen angstgevoel meer oproept. Dan komt de tweede situatie aan bod en zo verder, totdat ook de meest beangstigende situatie geen angstgevoelens meer oproept. Ook de hoogste situatie uit de hierarchie roept dan geen angstgevoel meer op. Stapje voor stapje wordt zo geleerd op de situaties uit de hierarchie ontspannen te reageren.
SSP/ II /78
Bijlage 6
AJvL'rll~nl il~
TH-Bericilte1l
plaatsen in de week van
-----_._-----
12 januarj en 19 januari 1979
TENTAMENV1{EES Bij het bureal! studentenpsychologen bestaat dit semester de mogelijkheid deel te nemen aan een groep waarin studenten kunnen werken aan tentamenvrees. Studenten die daar last van hebben zijn vaak geneigd de voorbereiding van een tentamen steeds maar uit te stellen. Gaan ze uiteindelijk toch aan de slag dan is het meestal niet aileen te laat, maar worden ze
bove~dien
zodanig beheerst door een paniekgevoel van
"ik kan het niet", "ik haal het niet", dat er van efficient en effektief studeren weinig terecht komt. Er zijn ook studenterl die geen mo·~.ite hebben met de voorbereiding, maar weI tijdens een tentamen worden overvallen door tentamenvrees. Ze kunnen zich dan niet meer op de vragen konsentreren. Vaak hebben ze het idee niets meer te weten, geen enkele som meer op te kunnen lossen. gn ook dat gaat vaak gepaard met gevoelens van paniek. Tentamenvrees is een vorm van faalangst. Dit is een soort angst die vooral optreedt in situaties waarin je weet of denkt dat je beoordeeld wordt. Studenten die denken dat ze last hebben van faalangst/tentamenvrees kunnen aan deze groep meedoen. Er zullen 10
a
12
bijee!,.l;~llnsten
plaatsvinden, die elk 1 ~
a
2 uur duren.
Men moet zich dan liefst v66r maandag 29 januari 1979 aanmelden bij het sekretariaat van het bureau studentenpsychologen, hoofdgebouw, B.03, telefoon (47)2060. Ze zullen dan zo spoedig mogelijk worden opgeroepen voor een gesprek met een van de studentenpsychologen.
Burcua <.:ttldentenpsychologen
Bijlage 7
NAAM: DATUM: EVALUATIEFORMULIER FAALANGSTGROEP
1.
Ik vond de ontspanningsoefening
1. erg makkelijk 2. makkelij k 3. niet makkelijk en niet
~oeilijk
4. moeilijk 5. erg moeilijk 2.
Ret samenstellen van een voorlo-
1. erg makkelijk
pige hierarchie vond ik
2. makkelijk 3. niet makkelijk en niet moeilijk 4. moeilijk 5. erg moeilijk
3.
Ret steeds weer zoeken naar een
1. erg makkelijk
definitieve formulering van de
2. makkelijk
items in de hierarchie vond ik
3. niet makkelijk en niet moeilijk 4. moeilijk 5. erg moeilijk
4.
Ik vond het visualizeren
1. erg makkelijk 2. makkelijk 3. niet makkelijk en niet moeilijk 4. moeilijk 5. erg moeilijk
5.
de feitelijke desensitizatieprocedure vond ik
1. erg makkelijk 2. makkelijk 3. niet makkelijk en niet moeilijk 4. moeilijk 5. erg moeilijk
- 2 -
6.
Ik vond het werken in deze groep
1. erg makkelijk
2. makkelijk 3. niet makkelijk en niet moeilijk 4. moeilijk 5. erg moeilijk 7.
Beschrijving en uitleg van de
1. veel te uitvoerig
procedures vond ik over het
2. nogal uitvoerig
algemeen
3. niet te uitvoerig en niet te beknopt 4. nogal beknopt 5. veel te beknopt
8.
Wat vind je van de tijd die er
1. veel te veel
1n de eerste vier bijeenkomsten
2. nogal veel
1S besteed aan de ontspannings-
3. niet te veel en niet te we1n1g
oefening?
4. nogal weinig 5. veel te weinig
9.
Wat vond je van de tijd die er
1. veel te veel
besteed is aan het samenstellen
2. nogal veel
van een voorlopige hierarchie?
3. niet te veel en niet te weinig
.
4. nogal weinig 5. veel te weinig 10.
11.
Wat vond je van de tijd die er
1. veel te veel
1S besteed aan het steeds weer
2. nogal veel
zoeken naar een definitieve for-
3. niet te veel en niet te weinig
mulering van de items in de
4. nogal weinig
hierarchie?
5. veel te weinig
Wat vind je van de tijd die er
1. veel te veel
gedurende de eerste bijeenkom-
2. nogal veel
sten 1S besteed aan uitleg en
3. niet te veel en niet te weinig
oefening in het visualizeren?
4. nogal weinig 5. veel te weinig
- 3 -
12.
13.
Wat vind jevan de tijd die er
1. veel te veel
is besteed aan het met elkaar
2. nogal veel
praten over ieders faalangst
3. niet te veel en niet te weinig
en de daataan gekoppelde pro-
4. nogal weinig
blemen?
5. veel te weinig
Wat vond je van de aandacht voor
1. veel te veel
eventuele moeilijkheden met het
2. nogal veel
studeren zeIf?
3. niet te veel en niet te weinig
•
4. nogal weinig 5. veel te weinig 14.
Wat vond je achteraf gezien van
1. goed
de tijdstippen waarop de bijeen-
2. slecht
komsten werden gehouden?
15.
-Motiveer je antwoord:
Wat vond je \Tan de duur van de
1. veel te lang
bijeenkomsten?
2. nogal lang
3. niet te lang en niet te kort 4. nogal kort 5. veel te kort 16.
Wat vond je van het aantal
1. goed
bijeenkomsten?
2. te veel
3. te weinig -Motiveer je antwoord:
17.
Hoeveel tijd besteedde je
-Gemiddeld
minuten per week
thuis aan oefenen? 18.
Waar heb je naar jouw idee het
1. ontspanning
meeste van geleerd?
2. visualisatie
-Kun je nader aangeven waarGm Je juist van dat/die specifieke onderdeel(delen) het meest geleerd meent te hebben:
3, desensitizatie (ontspannen plus visualizeren) l~
•
thuis oefenen
5. het met elkaar praten
¥
- 4 -
19.
In hoeverre merk je in het dage-
1. helemaal niets
lijks leven al iets van de ont-
2. een beetje
spanningsoefeningen?
3. niet veel en niet weinig
-Zo je er iets van merkt, kun je dat dan omschrijven en aangeven
4. tamelijk veel 5. heel veel
in wat voor situaties dit vooral het geval is:
20.
Zijn er sinds je aan deze groep
1. ja
meedoet, afgezien van het leren
2. neen
ontspannen, al dingen veranderd
-Zo ja, welke:
of aan het veranderen?
21. -Hoe yond je dat de bijeenkomsten werden geleid (geef zo mogelijk een paar positieve en negatieve punten):
22.
23.
In hoeverre is Je vertrouwen in
1. toegenomen
de gevolgde procedure de afgelo-
2. gelijk gebleven
pen bijeenkomsten veranderd?
3. afgenomen
In hoeverre hebben de bijeen-
1. 1.n geen enkel opzicht
komsten aan je verwachtingen
2. grotendeels niet
voldaan?
3. deels niet en deels wel
-Kun je dit antwoord toelichten:
4. grotendeels wel 5. in alle opzichten
24.
Zijn er naar jouw idee bepaalde
1. ja
dingen ten onrechte te weinig
2. nee
of niet aan bod gekomen?
-20 ja, welke:
25. -Reb je verder nag punten van kritiek:
BSP/12.78
Bijlage 8
DATUM:
1.
Ik vind de ontspanningeoefening
1
1 • Erg makkelijk 2.Makkelijk 3.Niet makkelijk en niet moeilijk 4.Moeilijk 5.Erg moeiJjjk
2!. Het samenetellen van een hierarchie yond 1k : 1.Erg makkelijk .2.Makkelijk ~
3.Niet makkelijk en niet 4.Moeilijk
mooil~
5.Erg moeilljk 3. Ik vind het vieualizeren
1.Erg makkelijk 2.Makkelijk 3.Niet makkelijk en niet moeilijk 4.Moeilijk 5.Erg moeilijk
4. De feite1uke doseneitizatieprocedure vind ik: 1.Erg makkelijk 2.Makkelijk
3.Niet makkelijk en niet moeiljj. 4.Moeilijk 5.Erg moeilijk 5. Ik vind het werken in deze groep
1 • Erg makkelijk 2.Makkelijk 3.Niet makkelijk en niet 4. Moeilijk
moeil~jk
5.Erg moeilijk 6. Beschrijving en uitleg van de procedures vind ik over het algemeen 1.Veel te uitvoerig 2.Nogal uitvoerig 3.Niet te uitvoerig en niet te beknopt 4.Nogal beknopt 5.Veel te beknopt 78 Wat vind je van de tijd die tot nu toe is besteed aan de ontspannigsoefening ? 1. Veel te veel 2.Nogal veel
3.Niet te veel en niet te weinig 4.Nogal weinig 5eVeel te weinig
2
8.
vindt je van de ti.id die er is' besteed aan het samenatellen van cen' hi'erarchie ? 'NA t
1.Veel te veel
..
2.Nogal veel 3.Niet te veel en niet te weinig 4.Nogal weinig 5.Veel te weinig
9. Wat vindt je van de tijd die er is besteed aan uitleg en oefening in het visualizersn ? 1. Veel te veel 2.Nogal veel 3~Niet
te veel en niet te weinig
4.Nogal weinig 5.Veel te weinig 10eWat vindt je van de tijd die er tot nu toe is besteed aan het met elkaar praten over ieders faalangst en de daaraan gekoppelde problemen 1 1. Veel te veel 2.Nogal veel 3.Niet te veel en niet te weinig 4.Nogal weinig 5.Veel te weinig 11. Wat vind je van de aandacht tot nu toe voor eventuele moeilj;jkheden met het studeren zelf ? 1. Veel te veel 2.Nogal veel 3.Niet te veel en niet te weinig 4.Nogal weinig 5. Veel te weinig 12.Wat vindt je van de duur van de bijeenkomsten ? 1.Veel te lang 2.Nogal lang 3.Niet te lang en niet te kor 4.Nogal kort 5. Veel te kort 13.1n hoeverre merk je in het; o:,\!';c:lijJce levan 8.1 iete van de ontspanningsc,efeningen ? 1.Helemaal niets 2.Een beetje 3.Niet veel ea niet weinig 4.Tameljjk veel 5.Heel veel
14.Zi,in er sinds je aan deze groep mee doat ,afgezian van het leren ontspannen,al dingen veranderd of aan het veranderen ? 1 .. Ja 2.Nee
Zo ja,kun je dan
~~n
of meerdere voorbeelden geven
15.Hoe groot Bchat je de kana je faala1'lgst te overwinnen met behulp van hetgeen je tijdena deze bljeenkomsten leert ? '. 1.0 %
% 3.50 % 4.75 % 5.100 % 2.25
16.Z~jn
je verwachtingen,wat dat betreft,sinda de eerate bljeenkomst nog veranderd ? 1.Ja,ze zijn gestegen 2.Ja,ze zljn gedaald
3.Nee
Bijlage 9
INTAKE FAALANGST
Een aantal indicatoren voor faalangst zijn a.
Studeergedrag - vermijdingsgedrag om te gaan studeren - niet verschijnen op tentamens - tentamens uitstellen - als het tentamen nadert steeds langer en chaotischer studeren - concentratieproblemen - voortdurende onzekerheid t.a.v. eigep kennis.
b.
Op het tentamen - angstgevoelens bij de eerste tegenslag in paniek raken - niet rustig nadenken maar meteen gaan schrijven of rekenen - black out
c.
Na het tentamen - uitgeput gevoel - opeen alles weer weten
d.
Lichamelijk slecht/ niet slapen voor tentamens - frequent toilet bezoek slecht/ niet eten voor tentamens
e.
Studieresultaten - Hier is vooral het patroon belangrijk, bijv. steeds een aantal diepe onvoldoendes en dan een goede voldoende. - Vaak niet verschenen (n.v.) Een kopie van de studiekaart is hier zeer informatief.
f.
Belangrijk om te weten - Medicijngebruik. Tijdens deelname aan de faalangstgroep liefst geen medicijngebruik. - In welke andere situaties treedt deze angst nog meer op - Hoe lang is het al aanwezig - Ervaring met psychotherapie - Treedt het aileen op in de situatie zelf of ook als je erover praat (merkbaar in intake) over denkt etc. etc.