Efectis Nederland BV
Efectis Nederland-rapport
Efectis Nederland BV Centrum voor Brandveiligheid Lange Kleiweg 5 Postbus 1090 2280 CB RIJSWIJK www.efectis.nl
2006-CVB-R0562
Vergelijking LPS 1233 en ISO 17020
Datum
September 2006
Auteur(s)
Ir. I.M.M.M.C. Naus Ir. A.D. Lemaire
Aantal pagina's Aantal bijlagen
14 -
Opdrachtgever
Brandweer Breda dhr. G.A.H. van Rossum Postbus 2060 4800 CB BREDA
Projectnaam Projectnummer
Beoordeling sprinklerinstallatie 034.67728/01.01
T 015 276 34 80 F 015 276 30 25
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Efectis Nederland BV. Indien dit rapport in opdracht werd uitgevoerd, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenmkomst. Het ter inzage geven van het Efectis Nederland-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan.
© 2006 Efectis Nederland BV: een TNO bedrijf Dit rapport wordt uitgebracht door het TNO bedrijf Efectis Nederland BV (voorheen TNO Centrum voor Brandveiligheid). TNO heeft besloten, ingegeven door de internationale marktontwikkelingen en klantvragen, samenwerking te zoeken met twee Europese Egolf partners, eveneens met tientallen jaren ervaring in de brandveiligheid: het Noorse Sintef/NBL en het Franse CTICM, om zodoende via schaalvergroting een breder pakket aan diensten en faciliteiten van een hoge kwaliteit aan te kunnen bieden. Daartoe zijn de brandveiligheidsactiviteiten van de betrokken instanties geprivatiseerd en in deze samenwerking gebracht. Bij TNO heeft dat beslag gekregen doordat m.i.v. 1 juli 2006, de activiteiten van het voormalige TNO Centrum voor Brandveiligheid zijn ondergebracht in Efectis Nederland BV.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
2 / 14
Brandweer Breda
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding .......................................................................................................................... 3 Probleemomschrijving ..................................................................................................... 3 Vraagstelling.................................................................................................................... 3 Aanpak............................................................................................................................. 3 Lijst met gebruikte afkortingen........................................................................................ 3
2
LPS 1233 en bouwverordening Breda.......................................................................... 4
3 3.1 3.2 3.3
Beschrijving LPS 1233................................................................................................... 5 Deel 1: LPS 1233 Schemadetails en algemene voorwaarden .......................................... 5 Deel 2: Voorwaarden voor inspectie-instellingen............................................................ 6 Deel 3: Voorwaarden voor sprinklersytemen .................................................................. 7
4
Beschrijving ISO/IEC 17020......................................................................................... 8
5 5.1 5.2
Vergelijking LPS 1233 en ISO/IEC 17020................................................................. 10 Gelijkwaardigheid LPS 1233 en ISO/IEC 17020 ? ....................................................... 10 Kwaliteit en betrouwbaarheid LPS 1233 en ISO/IEC 17020......................................... 11
6 6.1 6.2
Conclusies ..................................................................................................................... 13 Is een inspectierapport van een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling gelijkwaardig aan een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat?.................................................................. 13 Biedt een brandbeveiligingssysteem waarvoor een goedkeurend inspectierapport is afgegeven door een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling ten minste een zelfde mate van kwaliteit en betrouwbaarheid als een brandbeveiligingssysteem waarvoor een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat is afgegeven? .................................................................... 13
7
Referenties .................................................................................................................... 14
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
3 / 14
Brandweer Breda
1
Inleiding
1.1
Probleemomschrijving Wanneer in een gebouw een sprinklerinstallatie wordt aangelegd, is het belangrijk dat deze onder de betreffende omstandigheden goed functioneert en ook in de toekomst goed blijft functioneren. Om een goed ontwerp, goede aanleg en goed onderhoud te garanderen kan een installatie gecertificeerd worden volgens het LPCBcertificeringsschema LPS 1233. Niet voor alle aangelegde installaties kan door de gebouweigenaar echter een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat overlegd worden; soms is wel een ISO 17020 inspectierapport aanwezig.
1.2
Vraagstelling De brandweer Breda heeft aan TNO gevraagd: 1. te beoordelen of een inspectierapport van een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling in het algemeen gelijkwaardig is aan een LPS 1233-brandbeveiligingscertificaat; 2. te beoordelen of een beveiligingssysteem waarvoor een goedkeurend inspectierapport is afgegeven door een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling, ten minste een zelfde mate van kwaliteit en betrouwbaarheid biedt als een beveiligingssysteem, waarvoor een LPS 1233-brandbeveiligingscertificaat is afgegeven.
1.3
Aanpak De eisen zoals gesteld in ISO/IEC 17020 zijn vergeleken met de eisen zoals gesteld in LPS 1233. Op basis van de gevonden overeenkomsten en verschillen is beoordeeld of de rapporten/certificaten en de resulterende beveiligingssystemen van ISO/IEC 17020 en LPS 1233 gelijkwaardig zijn.
1.4
Lijst met gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis PvE Programma van eisen BdB Basisdocument Brandbeveiliging II Inspectie-instelling UKAS United Kingdom Accreditation Service CI Certificatie-Instelling LPCB Loss Prevention Certification Board LPS 1233 Loss Prevention Scheme 1233 Tabel 1: Lijst met gebruikte afkortingen
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
4 / 14
Brandweer Breda
2
LPS 1233 en bouwverordening Breda In artikel 10 van Bijlage 3 van de gemeentelijke bouwverordening Breda (1993) is het volgende gebruiksvoorschrift opgenomen met betrekking tot de brandblusinstallaties: “De automatische brandblusinstallatie moet zijn voorzien van een geldig certificaat als bedoeld in de Regeling Sprinklersystemen 2000, c.q. de NCP-LPCB Regeling Blussystemen 2002 van het NCP te Houten, dan wel een certificaat waarvan door een door burgemeester en wethouders erkende, ter zake kundige, onafhankelijke onderzoeksinstelling middels een schriftelijke verklaring is aangetoond, dat dit certificaat op alle onderdelen ten minste gelijkwaardig is aan een certificaat als bedoeld in de Regeling Sprinklersystemen 2000, c.q. de NCP-LPCB Regeling Blussystemen 2002 van het NCP te Houten.” (De Regeling Blussystemen 2002 is vervangen door de regeling LPS 1233 van LPCB.) Soms kan door de gebouweigenaar echter geen LPS 1233 certificaat worden overhandigd, maar wel een goedkeurend ISO 17020 inspectierapport. In dit rapport is beoordeeld of een dergelijk certificaat op alle onderdelen tenminste gelijkwaardig is aan een LPS 1233 certificaat. Hiertoe zijn in hoofdstuk 3 en 4 eerst de belangrijkste kenmerken van LPS 1233 en ISO/IEC 17020 weergegeven. In hoofdstuk 5 zijn beide met elkaar vergeleken.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
5 / 14
Brandweer Breda
3
Beschrijving LPS 1233 In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste criteria uit LPS 12331 [1] weergegeven. Het LPS 1233 certificeringsschema: • Omschrijft de technische eisen en kwaliteitsniveaus om zeker te kunnen stellen dat brandbeveiligingssystemen adequaat zijn ontworpen, geïnstalleerd, geïnspecteerd en onderhouden, zodat de veiligheid van leven, have en goed is gewaarborgd; • Beschrijft de voorwaarden voor de LPS 1233 certificering van brandbeveilingssytemen in Nederland; • Omvat de goedkeuring van brandbeveiligingssystemen en erkenning van inspectieinstellingen en installateurs. De LPS 1233 regeling bestaat uit drie delen: • Deel 1: LPS 1233 Schemadetails en algemene voorwaarden • Deel 2: Voorwaarden voor inspectie-instellingen • Deel 3: Voorwaarden voor sprinklersystemen Voor alle drie de delen is in dit hoofdstuk globaal de inhoud weergegeven.
3.1
Deel 1: LPS 1233 Schemadetails en algemene voorwaarden Deel 1 van de het LPS 1233 certificeringsschema behandelt o.a. de algemene voorwaarden. Een LPS 1233 certificaat wordt verstrekt voor brandbeveiligingssytemen in gebouwen op voorwaarde dat deze voldoet aan het volgende: • Ze zijn in overeenstemming met het Basisdocument Brandbeveiliging; • Ze zijn ontworpen en geïnstalleerd in overeenstemming met de installatievoorschriften zoals vastgelegd in het BdB door LPS 1233 erkende installateurs; • Er is gebruik gemaakt van gecertificeerde componenten; • Ze worden regelmatig geïnspecteerd en onderhouden in overeenstemming met de installatievoorschriften door LPS 1233 erkende installateurs; • Ze worden volledig geïnspecteerd door een LPS 1233 erkende inspectie-instelling. Bedrijven die deel willen nemen aan het LPS 1233 schema moeten zich eerst aanmelden bij het LPCB. Hierna zal door het LPCB een audit worden uitgevoerd bij het bedrijf, waarbij toegang moet zijn tot: • Technische referentiedocumenten; • ISO 9001 certificaat; • Kwaliteitshandboeken; • Een lijst van lopende en voltooide contracten sinds de laatste audit; • Door het bedrijf gebruikte testinstrumenten inclusief kalibratierapporten; • Inspectierapporten opgesteld door een LPS 1233 erkende inspectie-instelling betreffende het te beoordelen contract; • ISO 9001 certificatie en ISO 17020 accreditatierapporten, indien van toepassing; • VCA certificaat voor installateurs; • Bewijs van wettelijke aansprakelijkheidsverzekering;
1 De regeling LPS 1233 is een geaccrediteerde regeling (UKAS); certificaten worden afgegeven door een EN 45011 geaccrediteerde certificatie-instelling.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
6 / 14
Brandweer Breda
• • •
Rapporten van ontvangen klachtenrapporten sinds de laatste audit; Opleiding en vakbekwaamheid van het technische personeel; Arbeidsovereenkomsten van het technisch personeel.
Na afloop van de audit vindt er een eindbespreking plaats waarin wordt aangegeven of de erkenning wordt toegekend. Een erkenningscertificaat wordt alleen aan installateurs verstrekt. Certificaten blijven van kracht mits wordt voldaan aan bevredigende resultaten tijdens controleonderzoeken en handhaving van de ISO 9001 certificatie van het bedrijf. Inspectie-instellingen verifiëren dat het ontwerp en de geïnstalleerde brandbeveiligingssystemen, alsook de technische aspecten van het gebouw en het gebruik, in overeenstemming zijn met het BdB en de van toepassing zijnde installatievoorschriften. LPCB neemt de eindbeslissing op basis van het BdB en het inspectierapport. Beide moeten worden opgesteld door een LPS 1233 erkende inspectieinstelling. 3.2
Deel 2: Voorwaarden voor inspectie-instellingen Deel 2 van het LPS 1233 certificeringsschema behandelt de eisen die aan inspectieinstellingen worden gesteld. De belangrijkste eisen zijn hieronder samengevat. • • •
• • • • • •
•
Accreditatie: de inspectie-instelling moet zijn geaccrediteerd op basis van de NENEN-ISO/IEC 17020 als inspectie-instelling van het type A. Middelen: de inspectie-instelling moet een interne inspectie afdeling hebben, bestaande uit een vastgelegd minimum aantal technici met een arbeidsovereenkomst. Deskundigheid en training: de inspectie-instelling moet de kennis- en ervaringseisen vaststellen voor het technische personeel dat inspectieactiviteiten uitvoert. Tevens moet worden bepaald hoe het technisch personeel de juiste training krijgt. BdB: alle systeemvereisten moeten worden vastgelegd in het BdB en moeten in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde en LPS 1233 geaccepteerde installatievoorschriften. Het BdB bevat alle primaire en secundaire afwijkingen. BdB verificatie: het BdB moet worden geverifieerd door een onafhankelijke gespecialiseerde interne inspecteur die niet direct betrokken is geweest bij het schrijven van het BdB. De verificaties moeten volledig worden gedocumenteerd. Ontwerpbeoordeling: Ontwerpen moeten systematisch en zorgvuldig worden beoordeeld door gekwalificeerd personeel. Inspecties: Tussentijdse-, periodieke- en eindinspecties moeten worden uitgevoerd. Inspectierapporten: inspectiecontrolelijsten (met voldoende items) moeten worden gebruikt om te waarborgen dat inspecties zorgvuldig worden uitgevoerd. Document- en gegevensbeheer: de inspectie-instelling moet toegang hebben tot alle actuele technische gegevens, inclusief normen, installatievoorschriften, specificaties en goedkeuringslijsten van gecertificeerde componenten van fabrikanten. Beheer van meet- en beproevingsmiddelen: alle meet- en beproevingsmiddelen moeten gekalibreerd zijn; kalibratierapporten moeten worden bewaard.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
7 / 14
Brandweer Breda
•
3.3
Controleonderzoeken: LPCB voert iedere 12 maanden een controleonderzoek uit bij de inspectie-instelling. De inspectie-instelling moet een lijst bijhouden van brandbeveiligingscertificaten die zijn afgegeven; deze lijst kan worden gebruikt ten behoeve van het selecteren voor controleonderzoeken.
Deel 3: Voorwaarden voor sprinklersytemen Deel 3 van het LPS 1233 certificeringsschema behandelt de eisen die aan sprinklersystemen worden gesteld, inclusief de eisen voor sprinklerinstallateurs en inspectie-instellingen. Uitgangspunt: erkende sprinklerinstallateur (voor procedure om te komen tot erkende installateur: zie LPS 1233). • • • •
•
•
• • •
•
Kwaliteitssysteem: te werk gaan volgens vereisten van NEN-EN-ISO 9001. Dit omvat het ontwerp, de levering, de montage en het onderhoud van sprinklersystemen of brandbeveiligingssystemen. Veiligheid: te werk gaan volgens vereisten van VCA voor montage en onderhoud. Middelen (gekwalificeerd personeel): het aantal benodigd personeel is gerelateerd aan het aantal sprinklers dat per jaar wordt geïnstalleerd. Deskundigheid en opleiding: voor de functies projectleider, sprinklertechnicus, tekenaar, leidinggevend monteur, monteur en servicemonteur zijn de opleidingseisen vastgelegd alsmede de benodigde werkervaring. De deskundigheid van het personeel moet periodiek worden geëvalueerd. Tevens moet worden bepaald hoe gekwalificeerd personeel de juiste opleiding en training krijgt. Ontwerpvoorschriften: alle sprinklersystemen moeten worden ontworpen in overeenstemming met de sprinklervoorschriften binnen het LPS 1233 en zoals vastgelegd in het BdB. Alle primaire en secundaire afwijkingen moeten schriftelijk zijn overeengekomen met de inspectie-instelling. Verificatie van ontwerp: het ontwerp van het sprinklersysteem moet worden geverifieerd door een onafhankelijke interne sprinklertechnicus of een projectleider die niet direct betrokken is geweest bij het ontwerp. De verificatie moet volledig worden gedocumenteerd en voor inzage door LPCB worden opgeslagen. Validatie van ontwerp: locatie-inspecties moeten worden uitgevoerd conform NENEN-ISO 9001 om er zeker van te zijn dat het systeem volgens het goedgekeurde ontwerp is gemonteerd. Testen en inbedrijfstellen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met NENEN-ISO 9001. Er moeten rapporten beschikbaar zijn met de ingestelde waarden en werkingsvolgorde van alle apparatuur en alarmeringen. Het validatieproces moet de beoordeling bevatten van alle definitieve documenten, zoals afpers- en opleveringsrapporten, as built tekeningen, inspectierapporten, resultaten van capaciteitstests, resultaten van functietests van apparatuur, inbedrijfsstellingsrapporten en gebruiks- en onderhoudshandleidingen inclusief de ingestelde waarden van de componenten en apparatuur. Systeemcomponenten: de sprinklerinstallateur mag uitsluitend en alleen gebruik maken van gecertificeerde componenten voor sprinkler-, service- en onderhoudscontracten.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
8 / 14
Brandweer Breda
4
Beschrijving ISO/IEC 17020 ISO/IEC 17020 [2] specificeert algemene criteria voor de competentie van inspectieinstellingen, ongeacht de sector waar ze werkzaam zijn. De belangrijkste van de algemene criteria zijn hieronder weergegeven. •
•
•
•
•
•
•
Onafhankelijkheid en integriteit: het personeel van inspectie-instellingen mag niet beïnvloed kunnen worden door commerciële, financiële of andere belangen. Er moeten procedures beschikbaar zijn, die voorkomen dat externe personen of organisaties de resultaten van de inspecties kunnen beïnvloeden. Indeling in type A, B, en C instellingen. Organisatie en management: de inspectie-instelling moet een organisatie hebben die mensen in staat stelt de technische functies uit te blijven voeren. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn duidelijk vastgelegd, en er is voldoende supervisie zodat de inspectieactiviteiten in overeenstemming met de standaard worden uitgevoerd. In de functiebeschrijvingen moet zijn aangegeven welke opleiding, training, technische kennis en ervaring nodig zijn. Kwaliteitssysteem: de inspectie-instelling moet een volledig gedocumenteerd en goed onderhouden kwaliteitssysteem hebben, en er voor zorg dragen dat dit systeem op alle niveaus in de organisatie wordt toegepast. De toegang tot up-todata informatie moet geregeld zijn. Door middel van interne audits wordt gecontroleerd of voldaan wordt aan de standaard; er zijn procedures voor het omgaan met afwijkingen en correctieve acties. Het management reviewt het kwaliteitssysteem op vaste tijdstippen. Personeel: er is voldoende gekwalificeerd personeel permanent in dienst. De voor de inspecties verantwoordelijke staf heeft voldoende opleiding, training en ervaring met het uitvoering van inspecties. Daarnaast moet de staf relevante kennis hebben van de technologie gebruikt voor het vervaardigen van de te inspecteren producten of processen, en moet de staf de betekenis van gevonden afwijkingen op het gebruik van producten/processen in kunnen schatten. Er is een gedocumenteerd systeem dat garandeert, dat personeel op technisch en administratief vlak op de hoogte blijft; kwalificaties en opleidingen van het personeel worden bijgehouden. Faciliteiten en apparatuur: er zijn voldoende faciliteiten voor het uitvoeren van de inspectieactiviteiten. Alle apparatuur is duidelijk geïdentificeerd en waar nodig gekalibreerd, en onderhouden in overeenstemming met gedocumenteerde procedures en instructies. Calibratie moet plaatsvinden aan de hand van nationale of internationale standaards; indien nodig moet de apparatuur tussentijds gecontroleerd worden. Er moeten procedures zijn voor de selectie van leveranciers, inkoopdocumenten, inspectie van binnenkomende materialen en opslag faciliteiten. Indien gebruik wordt gemaakt van computers moet ervoor worden gezorgd dat de software getest is, er procedures zijn ontwikkeld om de data te beschermen, en de computers worden onderhouden. Er moeten gedocumenteerde procedures zijn over hoe om te gaan met defecte apparatuur. Inspectiemethoden en –procedures: de inspectie-instelling maakt gebruik van de procedures en methodes zoals beschreven in de eisen volgens welke conformiteit moet worden beoordeeld. Wanneer procedures worden gebruikt die niet standaard zijn, moeten deze volledig gedocumenteerd zijn. Alle relevante instructies, standaarden of geschreven procedures, worksheets, controlelijsten en referentie data moeten up-to-date worden gehouden en beschikbaar zijn voor de staf.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
9 / 14
Brandweer Breda
•
•
•
•
De inspectie-instelling moet een controlesysteem hebben dat ervoor zorgt dat: − het uit te voeren werk ligt binnen de aanwezige expertise; − de eisen voor de inspectie duidelijk gedefinieerd zijn; − het uitgevoerde werk regelmatig gecontroleerd en gecorrigeerd wordt. Er moeten gedocumenteerde instructies zijn om de inspecties veilig uit te voeren. Inspectierapport: de verrichte werkzaamheden moeten worden weergegeven in een inspectierapport of certificaat. Hierin moeten alle resultaten van de inspectie en de beoordeling van conformiteit zijn weergegeven. Alle informatie moet correct, duidelijk en accuraat zijn weergegeven. Resultaten aangeleverd door subcontractors moet duidelijk zijn aangegeven. De rapporten en certificaten mogen alleen ondertekend zijn door geautoriseerde stafleden. Subcontracting: de inspectie-instelling voert in principe zelf de inspecties uit. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een onderaannemer moet aangetoond kunnen worden dat deze competent is. De inspectie-instelling is in staat de resultaten van de onderaannemer te controleren. Klachten: er zijn gedocumenteerde procedures voor klachtenafhandeling van klanten.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
10 / 14
Brandweer Breda
5
Vergelijking LPS 1233 en ISO/IEC 17020
5.1
Gelijkwaardigheid LPS 1233 en ISO/IEC 17020 ? Samengevat specificeert het normblad ISO/IEC 17020 de algemene criteria waaraan inspectie-instellingen moeten voldoen, ongeacht de sector waarin ze werkzaam zijn. De criteria omvatten onder andere de gebieden onafhankelijkheid, organisatie en management, kwaliteitssysteem, personeel, faciliteiten en apparatuur en inspectiemethoden en inspectieprocedures. LPS 1233 is volledig toegespitst op de brandbeveiligingssector. Deze regeling stelt specifieke criteria waaraan inspectie-instellingen moeten voldoen, alsmede specifieke criteria waaraan installateurs en de brandbeveiligingsinstallatie moeten voldoen. Een installatie met een ISO/IEC 17020 inspectierapport is dus per definitie niet op alle onderdelen gelijkwaardig aan een LPS 1233 certificaat. LPS 1233 gaat verder dan ISO/IEC 17020: van ontwerpfase tot onderhoud is gedetailleerd aangegeven waaraan de installateur, de inspectie-instelling en de installatie moeten voldoen. ISO/IEC 17020 stelt slechts vast op algemene wijze vast waaraan een inspectie-instelling moet voldoen. De meest kritische punten die wel gedetailleerd vast zijn gelegd in LPS 1233, maar niet of slechts algemeen zijn aangeduid in ISO/IEC 17020 zijn: • de installatie moet in overeenstemming zijn met het BdB; • de installatie moet zijn ontworpen en geïnstalleerd in overeenstemming met de installatievoorschriften zoals vastgelegd in het BdB door erkende installateurs; • er mogen alleen gecertificeerde componenten worden gebruikt (dit gaat verder dan een controle op de inkomende materialen); • de installatie moet regelmatig geïnspecteerd en onderhouden worden door LPS 1233 erkende installateurs; • de installatie moet volledig geïnspecteerd worden door een LPS 1233 erkende inspectie-instelling. In detail betekent dit onder andere dat: • afwijkingen ten opzichte van het BdB vastgelegd moeten worden; • het ontwerp van de installatie geverifieerd, gevalideerd en volledig gedocumenteerd moet zijn; • rapportages beschikbaar moeten zijn van het testen en in bedrijf stellen; • alle definitieve documenten moeten aanwezig zijn, zoals de as-built tekeningen, inspectierapporten, meetgegevens, etc.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
11 / 14
Brandweer Breda
5.2
Kwaliteit en betrouwbaarheid LPS 1233 en ISO/IEC 17020 Uit de vorige paragraaf blijkt dat LPS 1233 en ISO/IEC 17020 niet per definitie op alle punten gelijkwaardig zijn. Dit hoeft echter niet te betekenen dat een installatie met een LPS 1233 certificaat altijd een hoger niveau van kwaliteit en betrouwbaarheid biedt dan een installatie waarvoor een ISO/IEC 17020 inspectierapport is afgegeven. Dit hangt onder andere af van de kwaliteitssystemen van de installateur, de inspectie-instelling en de eigenaar van het pand waarin de installatie is aangelegd. (Deze laatste kan bijvoorbeeld een deel van de onderhoudstaken van de installateur overnemen.) Om sprake te doen zijn van gelijkwaardigheid zal (voor zover uit dit vergelijkende onderzoek is gebleken) moeten worden aangetoond dat: • de eisen aan het ontwerp van de installatie zijn vastgelegd in een PvE of een BdB; • de installatie is ontworpen volgens de installatievoorschriften zoals vastgelegd in het PvE of BdB; • er alleen gebruik is gemaakt van gecertificeerde componenten, ofwel dat de betrouwbaarheid en kwaliteit van de componenten op een andere wijze gegarandeerd is; • er sprake is van regelmatige inspectie en onderhoud in overeenstemming met de installatievoorschriften, zodanig dat de kwaliteit van de aangelegde installatie behouden blijft. De inspecties en het onderhoud dienen gedocumenteerd te zijn; • het ontwerp geverifieerd en gevalideerd is; dit dient volledig te zijn gedocumenteerd; • het testen en in bedrijf stellen van de installatie is uitgevoerd in overeenstemming met ISO 9001, en er rapporten beschikbaar zijn met de ingestelde waarden; • alle definitieve documenten aanwezig zijn, zoals de afpers- en opleveringsrapporten, as-built tekeningen, inspectierapporten, resultaten van diverse testen, onderhoudshandleidingen, etc; • de installatie geïnspecteerd is door een inspectie-instelling, waarbij gecontroleerd is of de installatie voldoet aan het gestelde in het PvE of BdB, en aan de gehanteerde sprinklervoorschriften. Afwijkingen ten opzichte van ofwel PvE/BdB of sprinklervoorschriften dienen vastgelegd te worden; • de installateur, indien niet LPS 1233 erkend, dient aan te tonen dat: − hij in het bezit is van een geldig ISO 9001 en VCA certificaat; − hij ervaring heeft met het ontwerp en de aanleg van sprinklersystemen, bijvoorbeeld door een lijst met eerder uitgevoerde projecten, met inspectierapporten; − zijn personeel voldoende kundig en opgeleid is; • de inspectie-instelling, indien niet LPS 1233 erkend, dient aan te tonen dat: − zij geaccrediteerd is op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020 als inspectieinstelling van het type A; − haar personeel voldoende kundig en opgeleid is; − alle primaire en secundaire afwijkingen ten opzichte van het PvE worden vastgelegd; − er tussentijdse-, periodieke- en eindinspecties worden uitgevoerd; − er inspectielijsten worden gebruikt waarmee aangetoond kan worden welke aspecten wel en niet gecontroleerd en goedgekeurd zijn; − zij zelf regelmatig gecontroleerd worden; • er toezicht wordt gehouden op de naleving van voornoemde punten.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
12 / 14
Brandweer Breda
Opgemerkt wordt, dat de kans dat aan alle hierboven genoemde punten wordt voldaan en er dus sprake is van een gelijkwaardig veiligheidsniveau, sterk toeneemt indien deze punten worden uitgevoerd als onderdeel van een certificeringsregeling.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
13 / 14
Brandweer Breda
6
Conclusies
6.1
Is een inspectierapport van een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling gelijkwaardig aan een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat? Nee, een ISO/IEC 17020 inspectierapport is per definitie niet gelijkwaardig aan een LPS 1233 certificaat. Waar ISO/IEC 17020 slechts algemene eisen stelt aan inspectieinstellingen, stelt LPS 1233 gedetailleerde specifieke eisen aan inspectie-instellingen, de installateur en de brandbeveiligingsinstallatie.
6.2
Biedt een brandbeveiligingssysteem waarvoor een goedkeurend inspectierapport is afgegeven door een ISO/IEC 17020 inspectie-instelling ten minste een zelfde mate van kwaliteit en betrouwbaarheid als een brandbeveiligingssysteem waarvoor een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat is afgegeven? Nee, een brandbeveiligingssysteem, waarvoor een goedkeurend ISO/IEC 17020 inspectierapport is opgesteld, waarborgt niet per definitie dezelfde kwaliteit en betrouwbaarheid als een brandbeveiligingssysteem waarvoor een LPS 1233 brandbeveiligingscertificaat is afgegeven. In de praktijk is het wel mogelijk dat installaties aangelegd volgens beide gelijkwaardig zijn, maar dan moet aangetoond worden, dat naast het ISO/IEC 17020 rapport aan een reeks van extra voorwaarden is voldaan, zoals beschreven in paragraaf 5.2.
Ir. I.M.M.M.C. Naus
Ir. A.D. Lemaire
Dit rapport wordt uitgebracht door het TNO bedrijf Efectis Nederland BV (voorheen TNO Centrum voor Brandveiligheid). TNO heeft besloten, ingegeven door de internationale marktontwikkelingen en klantvragen, samenwerking te zoeken met twee Europese Egolf partners, eveneens met tientallen jaren ervaring in de brandveiligheid: het Noorse Sintef/NBL en het Franse CTICM, om zodoende via schaalvergroting een breder pakket aan diensten en faciliteiten van een hoge kwaliteit aan te kunnen bieden. Daartoe zijn de brandveiligheidsactiviteiten van de betrokken instanties geprivatiseerd en in deze samenwerking gebracht. Bij TNO heeft dat beslag gekregen doordat m.i.v. 1 juli 2006, de activiteiten van het voormalige TNO Centrum voor Brandveiligheid zijn ondergebracht in Efectis Nederland BV.
Efectis Nederland-rapport | 2006-CVB-R0562 | September 2006 |
14 / 14
Brandweer Breda
7
Referenties [1] LPS 1233: Voorwaarden voor LPCB certificering van brandbeveiligingssystemen in Nederland, versie 2.0, april 2005.
vastopgestelde
[2] ISO/IEC 17020 General criteria for the operation of various types of bodies performing inspection, 15-11-1998.