• Bijlage: Vergelijking WIA en Appa 1. Inleiding In deze notitie wordt een vergelijking gemaakt tussen de arbeidsongeschiktheidsregeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA ) en de verlengde uitkering wegens algemene invaliditeit op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).
2. Hoofdlijnen arbeidsongeschiktheidsstelsel WIA Het nieuwe stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid, neergelegd in de Wet verlenging loondoorbetalingverplichting bij ziekte en de WIA is erop gericht om instroom in de arbeidsongeschiktheidsregeling te voorkomen door nadruk te leggen op preventie en spoedige terugkeer in het arbeidsproces. De arbeidsparticipatie staat voorop. De inkomensbescherming is slechts aan de orde als werkhervatting niet meer mogelijk is. Het nieuwe stelsel is als volgt vormgegeven: • •
• •
•
•
•
•
•
De werkgever betaalt loon door bij ziekte gedurende 104 weken (in plaats van 52 weken) sinds 1 januari 2004 (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte). De totale loondoorbetaling aan de werknemer over deze eerste twee ziektejaren bedraagt, op basis van de verklaring van de Stichting van de Arbeid van 5 november 2004 in totaal niet meer dan 170% van het laatst verdiende loon. Het nieuwe arbeidsongeschiktheidsstelsel geldt vo or nieuwe gevallen vanaf 29 december 2005 (dus ziek op of na 1 januari 2004). De huidige WAO-gerechtigden worden herbeoordeeld met strengere regels (op basis van het aangepaste Schattingsbesluit) met uitzondering van diegenen die bij eerdere herbeoordelingoperaties zijn ontzien en degenen die op 1 juli 2004 50 jaar of ouder waren. Duurzaam volledig arbeidsongeschikten hebben na 104 weken ziekte recht op een IVAuitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). Het begrip duurzaamheid omvat diegenen die geen of een geringe kans op herstel hebben. Voor evidente duurzame arbeidsongeschikte gevallen geldt een flexibele keuringsmogelijkheid al na 13 weken ziekte. Er is één regeling, de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en voor volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikten, waarin alle rechten en plichten worden vastgelegd. Gedeeltelijk arbeidsgeschikten komen in eerste instantie in aanmerking voor een loongerelateerde WGA-uitkering die qua duur overeenkomt met de loongerelateerde WW-uitkering. De uitkering bedraagt 70% van het verschil tussen het dagloon (dat een maximum van € 168 kent) en het eventuele nieuwe inkomen. Daarna hebben gedeeltelijk arbeidsgeschikten die voldoende werken recht op een loonaanvulling. Deze loonaanvulling bedraagt ?f 70% van het verschil tussen het dagloon en het nieuwe inkomen ?f 70% van het verschil tussen het dagloon en de resterende verdiencapaciteit. De groep gedeeltelijk arbeidsgeschikten die niet (voldoende) werkt, ontvangt een WGA-vervolguitkering die gerelateerd is aan het minimumloon en het arbeidsongeschiktheidspercentage. Als iemand minder dan 35% arbeidsongeschikt is, blijft hij of zij in beginsel in dienst van de werkgever.
Schematisch overzicht WIA Eerste 104 weken ziekte loondoorbetaling van maximaal 170% van de bezoldiging. (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte). Toets op basis van Wet verbetering poortwachter Niet duurzaam volledig (>80%) en gedeeltelijk (35% tot 80%) arbeidsongeschikt
Duurzaam volledig arbeidsongeschikt (>80%)
Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)
Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA)
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten komen eerst in aanmerking voor een loongerelateerde WGA-uitkering die qua duur overeenkomt met de loongerelateerde WW-uitkering. De uitkering bedraagt 70% van het verschil tussen het dagloon en het eventuele nieuwe inkomen.
Duurzaam volledig arbeidsongeschikten hebben recht op een IVA-uitkering van 70% van het dagloon.
Wel voldoende werk: Recht op een loonaanvulling. Deze loonaanvulling bedraagt 70% van het verschil tussen het dagloon en het nieuwe inkomen of de resterende verdiencapaciteit.
Niet voldoende werk: Recht op een WGAvervolguitkering die een percentage bedraagt van het minimumloon. Voornoemd percentage is hoger naarmate de betrokkene meer arbeidsongeschikt is.
2. Hoofdlijnen verlengde uitkering Appa •
•
•
•
•
•
• • •
De vertrekreden is voor het toekennen van een Appa-uitkering niet van belang. Bij het aftreden van een politieke ambtsdrager wegens invaliditeit ontvangt betrokkene eerst een wachtgelduitkering (minimaal twee jaar en maximaal zes jaar). Indien belanghebbende op de dag dat de Appa-wachtgelduitkering eindigt, geheel of gedeeltelijk algemeen invalide is, wordt de uitkering voor de duur van de invaliditeit voortgezet. Indien men geheel of gedeeltelijk niet in staat is als gevolg van ziekten en gebreken hetzelfde te verdienen als gezonde personen (met soortgelijke opleiding en ervaring), wordt men aangemerkt als algemeen invalide. Bij de vaststelling van de mate van algemene invaliditeit wordt buiten beschouwing gelaten of betrokkene de arbeid feitelijk kan verkrijgen. De uitkering bedraagt dan 70% van de bezoldiging bij een algemene invaliditeit van 80% of meer, 60% bij een invaliditeit van 55% tot 80% en 40% bij een invaliditeit van 25% tot 55%. Bij een algemene invaliditeit van minder dan 25% wordt de uitkering niet voortgezet. De uitkeringsduur is afhankelijk van de leeftijd van betrokkene. 58 jaar of ouder is: zes jaar; 53 jaar of ouder is: drie jaar; 48 jaar of ouder is: twee jaar; 43 jaar of ouder is: anderhalf jaar; 38 jaar of ouder is: een jaar; 33 jaar of ouder is: een half jaar; jonger is dan 33 jaar: nihil. De uitkering bedraagt na afloop van deze leeftijdsgerelateerde periode minimaal het op grond van de invaliditeitsgraad vastgestelde uitkeringspercentage van de laatstelijk genoten bezoldiging. De voortzetting van de uitkering geschiedt telkens voor termijnen van niet langer dan drie jaar. Op aanvraag kan de uitkering verder worden verlengd. Inkomsten uit arbeid worden gekort op de uitkering, dus ook op de verlengde uitkering wegens invaliditeit. Het bevoegd gezag kan in verband met die inkomsten de herziening van de invaliditeitsgraad en het uitkeringspercentage maximaal drie jaar uitstellen, zolang niet vaststaat dat het inkomsten betreft waartoe betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. Daarna worden de inkomsten uit arbeid geacht aan het genoemde criterium te voldoen en wordt de verlengde uitkering herzien of beëindigd.
3. Hoofdlijnen akkoord inzake aanpassing ABP regelingen aan WIA-wetgeving Voor overheidswerknemers ligt ook de focus op aan het werk helpen en aan het werk houden van (gedeeltelijk) arbeidsgeschikte werknemers. Daar waar sprake is van arbeidsongeschiktheid biedt de regeling een aanvullende inkomens bescherming. De systematiek van de WIA is daarbij doorvertaald in de bovenwettelijke aanvulling. Dat betekent dat deelname aan het arbeidsproces wordt beloond. De regeling kent de volgende elementen: •
•
•
•
•
De volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en de volledig en niet-duurzaam arbeidsongeschikten (WGA) ontvangen een aanvulling tot 70% van het laatstverdiende inkomen (=berekeningsgrondslag IP). Bij verhoging van de IVA uitkering naar 75%, wordt de bovenwettelijke uitkering van de volledig en duurzaam arbeidsongeschikte verhoogd naar 75% (volgt de IVA) De gedeeltelijk arbeidsgeschikten met recht op een loongerelateerde uitkering (WGA) ontvangen een bovenwettelijke uitkering die de WGA uitkering aanvult tot een niveau van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende inkomen (ongemaximeerd) en het nieuwe inkomen. Bij volledige (100%) invulling van de restverdiencapaciteit bedraagt de bovenwettelijke uitkering 80% van het verschil tussen het laatstverdiende inkomen (ongemaximeerd) en het nieuwe inkomen. De gedeeltelijk arbeidsgeschikten die minimaal 50% van de restverdiencapaciteit benutten met recht op een loonaanvulling (WGA) ontvangen een bovenwettelijke uitkering die de WGA uitkering aanvult tot een niveau van 80% van het verschil tussen het laatstverdiende inkomen (ongemaximeerd) en het nieuwe inkomen. Dit nieuwe arbeidsinkomen wordt in deze berekening minimaal gelijk verondersteld aan de restverdiencapaciteit. De gedeeltelijk arbeidsgeschikte die minder dan 50% van de restverdiencapaciteit benut, ontvangt na afloop van de loongerelateerde periode gedurende 10 jaar een bovenwettelijke aanvulling die de vervolguitkering (WGA) aanvult. Bij re-integratie waarbij betrokkene tenminste 50% van zijn restverdiencapaciteit invult, ontvangt de gedeeltelijk arbeidsgeschikte onder voorwaarden een eenmalige bonus. De (bestaande) premievrije opbouw van OP/NP wordt voortgezet.
Schematisch overzicht ABP regeling (vanaf 1 juli 2006) Deelnemer met recht op uitkering WIA en ontslag/gewijzigde aanstelling op of na 1 juli 2006 Gedeeltelijk (35% tot 80%) arbeidsongeschikt
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten komen eerst in aanmerking voor een aanvulling op de een loongerelateerde WGAuitkering. Aanvulling tot het niveau van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende salaris (ongemaximeerd) en het nieuwe inkomen. Wel voldoende werk: Bij 100% invulling van de restverdiencapaciteit in de loongerelateerde fase WGA aanvulling tot het niveau van 80% van het verschil tussen het laatstverdiende salaris en het nieuwe inkomen. Bij minimaal 50% invulling van de restverdiencapaciteit in de loonaanvullende fase WGA aanvulling tot het niveau van 80% van het verschil tussen het laatstverdiende salaris en de restverdiencapaciteit.
Niet voldoende werk: Recht op een aanvulling op de WGA-vervolguitkering ter hoogte van arbeidsongeschiktheidspercentage maal 65% van het laatstverdiende inkomen.
Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt (>80% IVA) en volledig niet duurzaam (>80% WGA)
4.
Vergelijking WIA, verlengde uitkering Appa, (nieuwe) ABP regeling
Doelstelling regeling
Start uitkering
Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschiktheid
ABP regeling overheidspersoneel
Verlengde uitkering Appa
Arbeidsparticipatie: van belang is wat de werknemer, met zijn of haar beperkingen door
Tweeledig: focus op re-integratie en het benutten van arbeidsgeschiktheid. Daarnaast
Inkomensbescherming; compensatie van het verlies aan verdiencapaciteit in vergelijking met
ziekte of handicap, nog wél kan en wat hij of zij
het bieden van inkomensbescherming bij
gezonde personen met dezelfde ervaring en
daarmee kan verdienen.
arbeidsongeschiktheid
opleiding.
Na 104 weken loondoorbetaling bij ziekte (uitkering wegens ziekte maximaal 170% laatste
Bij ontslag of gewijzigde aanstelling (op of na 1 juli 2006) en recht op WIA uitkering.
Na afloop van de Appa wachtgelduitkering (na minimaal twee en maximaal zes jaar).
loon)
(Tot 1 juli 2006 geldt de overgangsregeling die
Bij de verlengde wachtgelduitkering na 50 jaar
materieel aansluit bij de bovenwettelijke regelingen zoals die bestonden tot 1 januari
en bij 10 dienstjaren is de verlengde uitkering niet meer van belang.
2006)
Toegang regeling
Poortwachtertoets. Indien niet aan de re-
Geen poortwachterstoets. Deelnemerschap en
Geen poortwachtertoets. Indien de
integratievereisten gedurende de eerste twee jaar is voldaan, wordt de loondoorbetalingplicht van
voldoen aan rechtvoorwaarden bieden toegang.
belanghebbende op de dag waarop de wachtgelduitkering eindigt geheel of gedeeltelijk
de werkgever verlengd.
algemeen invalide is, wordt de uitkering voor de duur van de invaliditeit voortgezet.
Categorieën
Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschiktheid
ABP regeling overheidspersoneel
Verlengde uitkering Appa
Onderscheid naar mate van arbeidsongeschiktheid en kans op herstel:
Onderscheid naar mate van arbeidsongeschiktheid en invulling van de
Onderscheid naar invaliditeitsklassen: • Bij invaliditeit van 80% of meer: 70%;
• Arbeidsongeschiktheid van ten minste 80% en
restverdiencapaciteit:
• Van 55% tot 80%: 60%;
geen of geringe kans op herstel (IVA) • Arbeidsongeschiktheid van ten minste 80% met
•
• Van 25% tot 55%: 40%.
80-100%: volledig en duurzaam ongeschikten (IVA) en volledig en niet
kans op herstel (WGA)
duurzaam arbeidsongeschikten (WGA)
• Arbeidsongeschiktheid van ten minste 35% (WGA)
•
• Arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%
• 35-80%: gedeeltelijk arbeidsongeschikten die
(blijft in dienst).
35-80%: gedeeltelijk arbeidsongeschikten die restverdiencapaciteit volledig invullen
• Bij een algemene invaliditeit van 25% wordt de uitkering niet voortgezet.
restverdiencapaciteit niet volledig, maar wel minimaal voor 50% invullen • 35-80%: gedeeltelijk arbeidsongeschikten die restverdiencapaciteit niet voor minimaal 50% invullen • <35% blijft in principe in dienst bij de werkgever, geen WIA dus geen bovenwettelijke aanvulling. Bij ontslag recht op WW.
Duur uitkering
In beginsel tot de leeftijd van 65 jaar. Er zijn in de
In beginsel tot de leeftijd van 65 jaar.
Gerelateerd aan leeftijd; De voortzetting van de
WGA wel twee fasen te onderscheiden (zie hierna).
Aangesloten wordt bij de uitkeringsfasen en vormen van de WIA. De aanvulling op de
uitkering (minimaal 6 maanden bij 33 jaar of ouder tot zes jaar bij 58 jaar of ouder).
vervolguitkering is in duur beperkt tot max. 10 jaar.
Hoogte uitkering
Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschiktheid
ABP regeling overheidspersoneel
Verlengde uitkering Appa
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten komen eerst in
• Bij volledige arbeidsongeschiktheid
70% van de bezoldiging in de hoogste
aanmerking voor een loongerelateerde WGA-uitkering (70% van het verschil tussen het dagloon en het eventuele nieuwe inkomen).
aanvulling tot 70% van het laatstverdiende
arbeidsongeschiktheidsklasse
inkomen (berekeningsgrondslag). • Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in de loongerelateerde fase WGA en niet volledig invullen van de restverdiencapaciteit: aanvulling tot het niveau van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende inkomen (berekeningsgrondslag) en het nieuwe inkomen. Bij 100% invullen van de restverdiencapaciteit aanvulling tot het niveau van 80%.
Werken naast de uitkering
Na de loongerelateerde uitkering hebben gedeeltelijk arbeidsgeschikten die voldoende
De wettelijke prikkelwerking “werken loont” is doorvertaald in de bovenwettelijke aanvulling:
Inkomsten uit of in verband met arbeid leiden gedurende ten hoogste drie jaar niet tot
werken recht op een loonaanvulling. Deze
• Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in de
herziening of intrekking van de uitkering. Na
loonaanvulling bedraagt 70% van het verschil tussen het dagloon en het nieuwe inkomen of de
loongerelateerde fase WGA en 100% invullen van de restverdiencapaciteit:
afloop van deze periode wordt betrokkene met inkomsten niet meer geacht algemeen invalide
resterende verdiencapaciteit. De groep
aanvulling tot het niveau van 80% van het
te zijn.
gedeeltelijk arbeidsgeschikten die niet (voldoende) werkt ontvangt een uitkering die
verschil tussen het laatstverdiende inkomen (berekeningsgrondslag) en het nieuwe
gerelateerd is aan het m inimumloon en het
inkomen.
arbeidsongeschiktheidspercentage. De loonaanvulling is hoger dan een vervolguitkering.
• Bij gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid in de loonaanvullende fase WGA en minimaal 50% invullen van de restverdiencapaciteit: aanvulling tot het niveau van 80% van het
Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschiktheid
ABP regeling overheidspersoneel
Verlengde uitkering Appa
verschil tussen het laatstverdiende inkomen(berekeningsgrondslag) en de restverdiencapaciteit. • Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en minder dan 50% invullen van de restverdiencapaciteit, na afloop van de loongerelateerde fase WGA, aanvulling gedurende max. 10 jaar van de wettelijke vervolguitkering. Aanvulling ter hoogte van arbeidsongeschiktheidspercentage maal 65% van het laatstverdiende inkomen (berekeningsgrondslag).
Re-integratievoorzieningen
Opgenomen in de Wia
Re-integratiebonus indien gedeeltelijk
Geen voorzieningen
arbeidsongeschikte voor het einde van de 10 jaar termijn benutting restverdiencapaciteit uitbreidt tot minimaal 50%.
Referte-eis
26 uit 39 (geldt alleen geldt voor de loongerelateerde WGA-uitkering).
Geen referte-eis
Geen referte-eis