VERDEDIGING EN VOORUITGANG OP HET EILAND IN DE MAAS
VERDEDIGING EN VOOUITGANG OP HET EILAND IN DE MAAS Rabobank kernendag Stevensweert en Ohé en Laak
Maastricht, 20 september 2010 Drs. H.M.F.G.M. Faun S.C.A. Knoors MSc Prof. Dr. J.D.P. Kasper
E,til Postbus 1016 6201 BA Maastricht T 043-3506280 F 043-3506281 E
[email protected] I www.etil.nl E,til maakt deel uit van Maastricht University Holding bv
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1 INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Een uniek stukje Midden-Limburg 1.3 Leeswijzer
2 2 2 3
2 ENKELE FEITEN EN CIJFERS 2.1 Bevolkingsontwikkeling 2.2 Economie
4 4 6
3 UITDAGINGEN EN AFWEGINGEN OP HET EILAND 3.1 Inleiding 3.2 Rust versus recreanten 3.3 Afwegingen rond samenwerking 3.4 Korte termijn versus lange termijn
7 7 7 9 11
4 DE TOEKOMST VAN HET EILAND IN DE MAAS
12
BIJLAGE A: GESPREKSPARTNERS INTERVIEWS
15
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
1
1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De Rabobank Roermond-Echt organiseert jaarlijks een speciale dag in één van de kernen in haar verzorgingsgebied. Voorheen was deze dag bekend onder de naam ‘kantorendag’, tegenwoordig hanteert men de naam ‘kernendag’. Onderdeel van de kernendag vormt een discussieavond waarin de Rabobank de dialoog aangaat met haar relaties in de desbetreffende kern. Ten behoeve van de dorpsdialoog wordt iedere keer in de desbetreffende kern een nieuw, relevant en prikkelend thema gekozen, waarbij een blik in de nabije, maar ook in de verder weggelegen toekomst wordt geworpen. Dit jaar zijn de kernen Stevensweert en Ohé en Laak aan de beurt. Deze twee kernen liggen op een (schier)eiland in de Maas. België is vlakbij. Stevensweert en Ohé en Laak zijn sinds enkele jaren onderdeel van de nieuwe gemeente Maasgouw die momenteel uit ongeveer 24.000 inwoners bestaat, een aantal dat de komende jaren naar verwachting zal gaan dalen. De gemeente Maasgouw ligt tussen de grotere gemeenten Roermond en Weert en tussen de kleinere gemeenten Echt-Suseteren Roerdalen en Leudal. De Maasplassen zijn dichtbij en bieden vele kansen voor nieuwe ontwikkelingen rond het water. In de vestingstad Stevensweert zijn onder meer een burcht, een streekmuseum, een actieve heemkundevereniging en een protestantse kerk (dit laatste is bijzonder in een klein dorp in het overwegend katholieke zuiden maar verklaarbaar door de vele Hollandse schippers die daar ter kerke gingen). De overstromingen van 1993 en 1995 hebben beide kernen weer met de neus op de feiten van overstromingen gedrukt. Burchten, vestingwerken en overstromingen doen aan ‘verdediging’ denken om te overleven; vooruitgang en bescherming in kleine kernen doen denken aan het realiseren van leefbaarheid in een dynamische wereld. Vandaar de titel van dit onderzoek voor de kernendag 2010. De grootste uitdaging betreft het leefbaar houden (en voor zover nodig leefbaar maken) van Stevensweert en Ohé en Laak voor bewoners en bezoekers. Het gaat daarbij onder andere om belangrijke zaken, zoals het voorzieningenniveau en het verenigingsleven, maar ook om de omgevingskwaliteit en het beter benutten van de economische (lees: toeristische) potenties. In dit onderzoek heeft Etil een antwoord proberen te vinden op de volgende vragen: Wat is er daadwerkelijk mogelijk met dit kleine stukje Midden-Limburg? En wat kan het bieden dat men niet reeds elders in de regio of elders in het land kan vinden? En hoe kijkt de lokale bevolking tegen deze mogelijkheden en ontwikkelingen aan?
1.2 Een uniek stukje Midden-Limburg Door de ligging tussen twee armen van de Maas vormt het gebied rond de plaatsen Stevensweert en Ohé en Laak als het ware een eiland. Met het landelijke Ohé en Laak en het vestingstadje Stevensweert heeft het gebied van vijf bij 2,5 kilometer een heel eigen karakter. Een karakter dat maar bij weinig mensen bekend is. In heel Nederland kent men het nabijgelegen witte dorpje Thorn en ook Roermond met het designer outletcenter en het retailpark staat in de verre omtrek stevig op de kaart. Stevensweert en het Eiland in de Maas zijn echter nog relatief onbekend. Eenieder die het eiland eens bezoekt zal zien dat dit onterecht is: met het unieke karakter van de vestingstad Stevensweert op een eiland in de Maas vol rust en natuur is dit een uniek stukje Nederland, geïsoleerd tussen twee armen van de Maas. De geïsoleerde ligging kan een vloek en een zegen betekenen voor het eiland: een vloek als bezoekers het eiland links laten liggen, een zegen als het unieke karakter kan worden
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
2
uitgebouwd tot een identiteit. Dit kan zich met name uitbetalen bij de sector die over het algemeen wordt gezien als de belangrijkste economische peiler voor de toekomst: leisure. Leisure valt uiteen in verschillende vormen van recreatie: dagjesmensen, verblijfstoerisme, en recreatie van de eigen inwoners. De eerste aanzetten tot de invulling van de toeristischrecreatieve sector in dit deel van Maasgouw zijn reeds gemaakt. Op het niveau van MiddenLimburg maakt de ontwikkeling van de sector deel uit van de regiovisie voor de gebiedsontwikkeling in Midden-Limburg, waarin het Eiland in de Maas en Stevensweert expliciet genoemd worden. Meer concrete initiatieven zijn terug te vinden in de Cultuurtoeristische nota van de Gemeente Maasgouw. Hierin worden enkele concrete ideeën geopperd om de toeristischrecreatieve sector in de gemeente naar een hoger niveau te tillen, waarbij het Eiland in de Maas wederom een grote rol speelt. Een bloeiende leisure-industrie komt evenwel niet zomaar. Een mooie beeldspraak hiervoor is de Kantharos van Stevensweert. In de Nederlandse rechtspraak is Stevensweert hierom namelijk een begrip. Bij opgravingen werd in 1943 een kantharos (een zilveren beker van Grieks-Romijnse afkomst) bij Stevensweert opgegraven. Door een inschattingsfout van een taxateur werd de beker voor slechts 125 gulden verkocht, terwijl deze van onschatbare waarde bleek te zijn. De rechtszaak die daarop volgde zorgde voor een kentering in het Nederlands recht, doordat het de eerste zaak was waarbij de verkoper een beroep op dwaling deed jegens de koper. De zaak van de Kantharos van Stevensweert kan zodoende symbolisch zijn voor de toekomst van het hele Eiland in de Maas: als men niet oppast wordt iets unieks en van (potentieel) grote waarde veel te gemakkelijk van de hand gedaan. Met andere woorden: Stevensweert en Ohé en Laak moeten de handschoen oppakken, hun gebied op waarde schatten en er het maximale uithalen. Uit deskresearch en interviews is gebleken dat er op en rond het Eiland in de Maas veel keuzes gemaakt zullen moeten worden om de leisure industrie goed van de grond te krijgen. Dit zijn vaak lastige keuzes en soms misschien zelfs wel dilemma’s. Het zijn vaak afwegingen tussen het verdedigen wat er nu is en de vooruitgang. Enerzijds moet de eigenheid en het karakter van het eiland verdedigd worden, als ware het een vesting, anderzijds moet het eiland ook vooruit en zich verder ontwikkelen. Deze keuzes en afwegingen zullen in dit rapport worden toegelicht.
1.3 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk twee worden enkele cijfermatige uitgangssituaties geschetst van de bevolkingsontwikkeling en de economische structuur. In hoofdstuk drie wordt vooral ingegaan op de uitdagingen en afwegingen waar Stevensweert en Ohé en Laak mee geconfronteerd worden, waarna het afsluitende hoofdstuk vier de weg vooruit wijst naar hoe het Eiland in de Maas zich kan ontwikkelen.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
3
2 ENKELE FEITEN EN CIJFERS
2.1 Bevolkingsontwikkeling Het is onmogelijk naar de toekomst van Stevensweert en Ohé en Laak te kijken, zonder hierbij de bevolkingsontwikkeling in ogenschouw te nemen. Immers, de bevolkingsontwikkeling heeft invloed op zaken als de huishoudensontwikkeling en het draagvlak voor voorzieningen. Evenals elders in Limburg, wordt het Eiland in de Maas nu al met bevolkingskrimp geconfronteerd. Het huidige inwoneraantal van ruim 2.500 inwoners nu, zal naar verwachting in 2025 teruggelopen zijn naar iets minder dan 2.350 (figuur 2.1). Dit komt neer op een afname van circa zes procent. Figuur 2.1 Bevolkingsprognose Stevensweert en Ohé en Laak totaal, 2008-2025 2.600 2.550 2.500 2.450 2.400 2.350 2.300 2.250 2.200
Bron: Etil, Progneff, 2009
De bevolkingskrimp is het gevolg van vergrijzing (toename van het aantal ouderen) en de ontgroening (afname van het aantal jongeren). In 2008 woonden er op het Eiland in de Maas ongeveer evenveel mensen jonger dan 15 jaar als mensen van boven de 65 (figuur 2.2). In 2025 zullen er naar verwachting meer dan twee maal zo veel ouderen dan jongeren zijn. Het aantal 65-plussers zal de komende vijftien jaar met 68% toenemen, terwijl het aantal jongeren onder de 15 in diezelfde periode met 16% zal afnemen. Ook de tussenliggende categorie 15 tot 64jarigen zal de komende vijftien jaar afnemen, en wel met 23%. Figuur 2.2 Bevolkingsprognose Stevensweert en Ohé en Laak, naar leeftijd, 2008-2025 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000
65 e.o. 15-64 0-14
500 0
Bron: Etil, Progneff, 2009
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
4
Dat de bevolking nu al krimpt, wil overigens niet zeggen dat het aantal huishoudens ook al afneemt. De huishoudens zijn tegenwoordig kleiner dan vroeger (meer één- of tweepersoonshuishoudens) waardoor het aantal huishoudens wel nog toeneemt. Naar verwachting zal het aantal huishoudens op het Eiland in de Maas nog tot en met 2024 toenemen. Hierdoor neemt ook de woningvoorraadbehoefte nog steeds toe. Na 2024 gaat echter de groei in het aantal huishoudens ook omslaan in een krimp. Figuur 2.3 Huishoudensontwikkeling Stevensweert en Ohé en Laak, 2008-2025 1.130 1.120 1.110 1.100 1.090 1.080 1.070 1.060 1.050 1.040 1.030
Bron: Etil, Progneff, 2009
De bevolkingsontwikkelingen zijn reeds nu al merkbaar. Doordat er steeds minder kinderen zijn worden de basisscholen van Stevensweert en Ohé en Laak gecombineerd en ook de voetbalclubs werken samen op het gebied van de jeugdelftallen. Dit soort samenwerkingsverbanden tussen voorzieningen en verenigingen zullen in de toekomst steeds meer nodig zijn, als men genoeg draagvlak wil houden om de voorzieningen op het Eiland te behouden. Ook het toenemend aantal ouderen zorgt voor nieuwe uitdagingen. De moderne 65-plussers zijn dan wel vitaler en mobieler dan ooit tevoren, toch zullen ook zij op hogere leeftijd vaker met fysieke ongemakken te maken krijgen die speciale aandacht nodig hebben. Als zij dan in hun eigen omgeving hun oude dag willen slijten zullen daarvoor voldoende voorzieningen in de zorg of thuiszorg moeten zijn. Het toenemend aantal huishoudens geeft aan dat er ook de komende jaren nog behoefte aan nieuwe woningen zal zijn. Het gaat hierbij echter niet om grote aantallen. Het aantal huishoudens zal naar schatting met circa 50 toenemen. Momenteel ligt er een plan voor de bouw van 108 nieuwe woningen bij Stevensweert (‘Op De Konie II’). Gezien de huidige bevolkingsontwikkeling lijkt dit een te groot aantal. Er is echter de laatste tientallen jaren maar weinig nieuwbouw gerealiseerd op het Eiland in de Maas, waardoor starters op de woningmarkt vaak hun heil elders moesten zoeken. Tijdens de door Etil gehouden interviews werd door meerdere personen beweerd dat er onder jongeren en jonge gezinnen, die nu buiten het Eiland wonen, behoefte is aan woningen bij Stevensweert. Maar hoe groot deze behoefte precies is en hoeverre deze groot genoeg is om de hele nieuwbouwwijk Op De Konie II te billijken, is niet bekend. Wel zal er in ieder geval een groeiende behoefte zijn aan woningen die geschikt zijn voor ouderen.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
5
2.2 Economie De hoeveelheid economische activiteit is op het Eiland in de Maas relatief beperkt. Er zijn bij de bedrijfsvestigingen op het eiland minder dan 400 arbeidsplaatsen geregistreerd. Veel mensen werken buiten het eiland. Stevensweert en Ohé en Laak hebben wat dat betreft ook een prima ligging ten opzichte van de grote werkgelegenheidscentra. Het eiland ligt precies tussen Roermond en Sittard-Geleen, op redelijk korte afstand van Maastricht, Heerlen en Eindhoven. Met de rustige ligging in de buurt van de snelwegen A2 en A73 zijn het ideale forenzendorpen. Er is echter ook nog op het eiland zelf nog ruimte voor een bloeiende economie, vooral op toeristisch gebied zijn er mogelijkheden. Wanneer de economische structuur van het Eiland in de Maas op het gebied van toerisme en recreatie onder de loep genomen wordt, vallen de aantallen vestigingen en de werkgelegenheid in de sector cultuur, sport en recreatie evenwel nog ietwat tegen. Er zijn slechts een tiental ondernemingen en instanties hierin terug te vinden, waaronder de twee voetbalclubs en de twee tennisclubs die het eiland rijk is. Wel staat daar een relatief grote horecasector tegenover, namelijk acht logiesverstrekkers en veertien maaltijd- en drankverstrekkers. Een aantal van deze horecaondernemingen heeft een multifunctioneel karakter, bijvoorbeeld het bezoekerscentrum bij de Hompesche Molen, het kegelcentrum bij Int Brookx en de Beertuin met midgetgolfbaan en mini-karts. Dit geeft aan dat er reeds een start gemaakt is met de creatieve invulling van horeca en recreatie. Innovatieve en multifunctionele vormen van leisure zijn zaken waar op het Eiland in de Maas in de toekomst op voortgebouwd kan worden. Het algemene voorzieningenniveau is de laatste jaren evenwel fors afgenomen. Stevensweert telt nog maar één winkel voor dagelijkse boodschappen en in Ohé en Laak ligt de hoofdvestiging van de regionaal opererende Bakkerij Puts. Tevens zijn er nog een huisarts en een tandarts op het eiland gevestigd. Een slager is echter niet meer op het eiland te vinden en ook de Rabobank heeft enkele jaren geleden haar vestiging in Stevensweert gesloten. Ook de basisscholen van Stevensweert en Ohé en Laak zijn reeds samengegaan in één enkele basisschool. Om het voorzieningenniveau niet nog verder terug te laten lopen zijn er creatieve oplossingen voor samenwerking en/of het delen van faciliteiten nodig. Ook kan een verder ontwikkelde toeristische sector ervoor zorgen dat sommige voorzieningen als winkels en extra pinautomaten terug naar het eiland komen. Zo kan de ene economische peiler de andere versterken. Om die toeristische sector echter verder te ontwikkelen zullen nog enkele stappen genomen moeten worden, waarbij meerdere keuzes gemaakt zullen moeten worden. De afwegingen die daarbij komen kijken, worden in het volgende hoofdstuk uit de doeken gedaan.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
6
3 UITDAGINGEN EN AFWEGINGEN OP HET EILAND
3.1 Inleiding Stilstand is achteruitgang. Maar vooruitgang is vaak een lastig proces en brengt vaak ook weerstand met zich mee. Mensen zijn veelal geneigd datgene wat ze gewend zijn te verdedigen. Verdedigen kan echter ook hand in hand gaan met vooruitgang. Toen de Spanjaarden Stevensweert omvormden tot een vestingstad zorgden ze voor vooruitgang door het dorp te verdedigen. De vooruitgang zorgde er een paar eeuwen later voor dat de vesting weer volledig ontmanteld werd. De begrippen ‘verdedigen’ en ‘vooruitgang’ zijn het Eiland in de Maas dus niet vreemd. Om de leefbaarheid en de positie van het eiland als parel in de gemeente Maasgouw vooruitgang in de toekomst te kunnen waarborgen, zal er vooruit gekeken moeten worden. Er zullen bepaalde keuzes gemaakt moeten worden die soms met een verdedigende houding geconfronteerd zullen worden. Dit zorgt voor lastige keuzes en soms zelfs voor regelrechte dilemma’s. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste afwegingen uitdagingen uitgelicht. Waarschijnlijk de meest in het oog springende lastige keuze die in de recente geschiedenis in Stevensweert gemaakt is, is de genoemde heropbouw van een deel van de vestingwerken. De opbouw van deze wal is een doorn in het oog van de omwonenden, die hun uitzicht over de maas plaats zagen maken voor een betonnen muur die de nieuwe wal van het oude dorp scheidt. Anderzijds heeft de wal in potentie zo een grote toegevoegde waarde voor het historische karakter van Stevensweert, dat het niet heropbouwen van dit stukje historisch erfgoed een gemiste kans was geweest. De keuze om de wal al dan niet op te bouwen was dus een netelige kwestie, waarbij uiteindelijk alsnog een knoop is doorgehakt. Stevensweert en Ohé en Laak staan voor nog een aantal uitdagingen en afwegingen. Grote en kleine, op te lossen door verschillende belanghebbenden met keuzes die (zowel positieve als negatieve) gevolgen kunnen hebben voor verschillende groepen inwoners en stakeholders. In deze overwegend economische analyse is de belangrijkste afweging of men het Eiland in de Maas voor zichzelf wil behouden of dat men open staat voor een bloeiende toeristische en recreatieve industrie. Deze keuze brengt weer een reeks aan uitdagingen voor de verdere invulling van de keuze met zich mee. Daarnaast moet men keuzes maken in hoeverre op verschillende gebieden samenwerking gezocht moet worden, zowel op lokaal, gemeentelijk als regionaal niveau. Hierbij dient zich de kwestie aan wat plaatselijk kan, en wat in groter verband moet. Ten slotte is er het tijdspad bij het uitwerken van de keuzes: moet dit op korte of op lange termijn, en wat zijn daar de voors en tegens van?
3.2 Rust versus recreanten De eerste, belangrijkste afweging kan ook gekscherend ‘mien dörp’ versus ‘dee Pruus’ genoemd worden. De gemeenschappen van Stevensweert en Ohé en Laak worden wel eens als redelijk gesloten omschreven. Men staat zeker niet per definitie negatief ten opzichte van bezoekers en recreanten, maar wel vaak sceptisch tegenover nieuwe initiatieven en ondernemingen, zeker als deze vooral op toeristen gericht zijn. “Mot dat veur dee Pruus?” vraagt men dan. Het liefste wil men “mien dörp” behouden zoals het is. Maar “mien dörp” kan ook met anderen gedeeld worden. Het is alleen een kwestie van een goede invulling geven. Niemand zit te wachten op Stevensweert als het nieuwe Valkenburg en de rust op het Eiland in de Maas wordt veelgeprezen. Dit moet zeker behouden blijven, met Stevensweert als cultuurhistorische parel in Midden-Limburg, het natuurgebied rond de
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
7
uitgebaggerde plassen als rustoord voor fietsers en wandelaars en Ohé en Laak als ideaal woon en leefklimaat. De Gemeente Maasgouw ziet de toeristisch-recreatieve sector als een belangrijke economische peiler. Om de ontwikkelingen hierin kracht bij te zetten is onlangs de Cultuurtoeristische Nota Maasgouw1 opgesteld. Het doel van de nota is een breed palet aan activiteiten en voorzieningen te ontwikkelen in Maasgouw, waar lokale ondernemers de vruchten van kunnen plukken, en ook in kleinere kernen het leefklimaat kunnen bevorderen. Het Eiland in de Maas is één van de speerpunten in dat visiedocument, waarin de projecten ‘leven op en rondom de vestingwerken’ en ‘verblijven op het eiland in de maas’ worden uitgewerkt. Cultuurhistorie als speerpunt versus cultuurhistorie door vrijwilligers Het project rond de vestingwerken van Stevensweert heeft in de nota de hoogste prioriteit. Het betreft het organiseren van activiteiten en evenementen op en rond de vestingwerken, die zowel voor de bewoners aantrekkelijk zijn als ook een trekpleister voor toeristische bezoekers zijn. Zo kunnen er ‘living history’ evenementen georganiseerd worden, waarbij historische veldslagen en andere gebeurtenissen op de vestingwerken en in de kern van Stevensweert kunnen worden nagespeeld. Daarnaast worden regulier plaatsvindende demonstraties kanonschieten en een sculpturenmanifestatie aan en in het water, met de vesting als decor. Behalve evenementen kan het historische karakter van Stevensweert ook versterkt worden door het plaatsen van archieffoto’s en afbeeldingen met achtergrondinformatie op billboards of in kleinere formaten, die bezoekers in staat stellen een beter beeld te krijgen bij de plaatselijke historie. Deze billboards kunnen op het hele eiland geplaatst worden, zodat de cultuur ook buiten de muren van het museum doordringt. Ook kunnen er, naar voorbeeld van Bourtange in Groningen, thematisch ingerichte logementen worden gerealiseerd in de kern van Stevensweert, met uiteraard als thema de historie als vestingstad. Met cultuurhistorie als historisch speerpunt dient zich de volgende uitdaging aan: op dit moment worden vrijwel alle activiteiten op dit gebied georganiseerd en uitgevoerd door vrijwilligers. Zowel de rondleidingen als het werk in het streekmuseum in Stevensweert worden gedaan door vrijwilligers, met uitzondering van een medewerker van het VVV die twee dagen per week in het museum werkt. Deze vrijwilligers zijn enthousiaste mensen met een passie voor de geschiedenis van hun omgeving. De waardering die zij voor hun werk krijgen zorgt ervoor dat zich inmiddels een club van trouwe leden heft gevormd die zich in willen zetten voor de cultuurhistorische profilering van het Eiland in de Maas. Deze insteek moet ook bij vooruitgang zeker verdedigd worden. Er bestaat echter het risico dat als er meer cultuurtoeristische activiteiten in Stevensweert zouden moeten komen, dit ten koste gaat van de vrijwilligers. Om de cultuurhistorische profilering van Stevensweert en Ohé en Laak goed vorm te geven zal enige mate van professionalisering en institutionalisering nodig zijn. Het gevaar bestaat dan ook dat de vrijwilligers zullen gaan afhaken als zij overvraagd worden. Meestal hebben de vrijwilligers nog een baan naast hun vrijwilligerswerk, waardoor zij zich niet uitsluitend op het werk rond het cultuurtoerisme kunnen of willen richten. Ook op administratief gebied wordt meer van de vrijwilligers gevraagd. De Gemeente Maasgouw stimuleert de vrijwilligers nu al door middel van subsidies. Deze subsidies brengen echter ook meer procedures en papierwerk met zich mee, wat de werkdruk voor vrijwilligers verder opvoert. Tevens komen bij het vermarkten van het cultuurhistorisch erfgoed ook nota’s en plannen van de gemeente om de hoek, die niet altijd gedragen worden door de vrijwilligers. Zo is een deel van 1
Opgesteld door Leisure & Arts Consulting (LA Group, B. Querl en E. Grootscholte)
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
8
de stadsgidsen van mening dat de opgebouwde vestingwal als openluchtmonument gekoesterd zou moeten worden en hier verder geen poespas in de vorm van activiteiten of evenementen bij te houden. Dit geheel in tegenstelling tot de wensen van de gemeente en enkele horecaondernemers. Vrijwilligers zijn veelal ook wars van een term als ‘vermarkten’, die associaties oproept met het geforceerd snel aantrekken van grote aantallen toeristen die het kleinschalige, rustige karakter van Stevensweert en het eiland zullen verstoren (“Valkenburgse toestanden”). Het is dan ook een lastige klus om het eiland op een professionele manier als cultuurhistorische parel op de kaart te zetten, maar ook de enthousiaste vrijwilligers de gelegenheid blijven bieden om het werk met plezier in hun eigen beperkte tijd uit te kunnen laten voeren. Het dilemma is dan tussen enerzijds gaan voor een professionele profilering van het cultuurhistorisch erfgoed, waarbij vrijwilligers wellicht zullen afhaken of anderzijds doorgaan op de huidige manier, waarbij de invulling en continuïteit van activiteiten hangt of staat bij de gratie van de vrijwilligers. Passanten versus verblijfstoeristen Het project ‘verblijven op het Eiland in de Maas’, heeft minder prioriteit dan het project ‘leven op en om de vestingwerken’, maar is wel ogenschijnlijk een tweede speerpunt in de cultuurtoeristische visie van Maasgouw. Naast de reeds bestaande verblijfsmogelijkheden op campings, bij de verschillende bed and breakfasts en de vakantiehuisjes bij Porta Isola wil men bijzondere, kleinschalige verblijfsaccommodaties op en aan het water ontwikkelen van waaruit men de rust en schoonheid van het eiland kan ervaren. Indien hiervoor bij toeristen behoefte aan is, zijn verblijfsaccommodaties zeker van toegevoegde waarde voor het eiland. Verblijfstoeristen besteden meer en kunnen voor een groter draagvlak voor voorzieningen zorgen. Het is echter de vraag of het eiland binnen Midden-Limburg de meest aangewezen plaats is om langer te verblijven en of er daadwerkelijk nieuwe accommodaties verspreid over het eiland moeten komen, of dat de huidige accommodaties versterkt worden. Zo worden de vakantievilla’s van Porta Isola naar verluid voor een deel gebruikt voor semipermanente bewoning. Indien ervoor gezorgd kan worden dat Porta Isola optimaal voor toeristische doeleinden gebruikt wordt, zijn nieuwe accommodaties wellicht niet nodig. Land versus water Met de ligging aan de Maasplassen in Midden-Limburg dient bij de toeristisch-recreatieve invulling de afweging zich aan of er ook actief op waterrecreatie ingezet zou moeten worden. In een beeld van het Eiland in de Maas als rustoord hebben actieve waterrecreanten, jetskiërs en speedbootjes echter geen plaats. Rustige waterrecreatie is zeker mogelijk rond het Eiland: verschillende soorten van roeisport (kano’s, kajaks of sloepen) zijn een aanvulling op het fietsen wandelsegment en de verschillende jachthavens op het Eiland bieden de gelegenheid aan pleziervaart om voor kortere of langere tijd bij Stevensweert of Ohé en Laak te verblijven, om van daaruit de gehele omgeving te verkennen. Het stimuleren van waterrecreatie rond het Eiland in de Maas is op dit moment echter geen speerpunt voor gemeente noch de gebiedsvisie Midden-Limburg. In de platforms voor de profilering zou deze optie dan ook minder prioriteit moeten krijgen. Inzetten op de rust op (en om) het Eiland en de cultuurhistorie van Stevensweert lijkt meer voor de hand te liggen.
3.3 Afwegingen rond samenwerking Bij het ontplooien van initiatieven is er altijd een partij die het eerste initiatief moet nemen. Maar of de initiatiefnemers nou ondernemers, verenigingen, gemeente, of regionale samen-
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
9
werkingsverbanden zijn, vaak zal er samenwerking gezocht moeten worden op meerdere bestuurlijke of uitvoerende niveaus. De twee dorpen Stevensweert en Ohé en Laak bevinden zich samen op het Eiland in de Maas, dat zich in de nabijheid van de historische dorpen Wessem en Thorn, in de gemeente Maasgouw bevindt. Een gemeente die deel uitmaakt van het grotere Midden-Limburg. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verschillende afwegingen rond samenwerking op verschillende niveaus. Het eiland versus de omgeving Er wordt veelal geopperd dat de kracht van het Eiland in de Maas juist in de samenwerking met de omliggende gebieden zou moeten zitten. Doordat Stevensweert, Wessem en Thorn door middel van een rondvaartboot met elkaar verbonden zijn, kunnen mensen makkelijk alle drie deze kernen op één dag bezoeken en zo een volledig beeld krijgen van wat de gemeente Maasgouw op cultuurtoeristisch vlak te bieden heeft. Het voet- en fietsveerpontje tussen Ohé en Laak en Ophoven is goed voor enkele tienduizenden overzettingen per jaar waardoor fietsers zowel de Nederlandse als de Belgische kant van de Maas kunnen verkennen. Samenwerking met andere partijen in de omgeving vraagt echter wel om investeringen en afstemming. Ook moet men elkaar iets gunnen. Er zou meer afstemming tussen de musea kunnen zijn, meer afstemming tussen de faciliteiten en bezienswaardigheden en de rondvaartdiensten (nu komt men vaker voor gesloten deuren). Ook de oorspronkelijk geplande fietsbrug over de Maas naar België zou kunnen bijdragen aan het verankeren van de fietsroutes in de omgeving en tevens ook een sterk symbool zijn voor de grensoverschrijdende samenwerking. De brug is vanwege bezuinigingen echter voorlopig van de baan. Het eiland versus de gemeente Tijdens de interviews die Etil op het eiland heeft uitgevoerd is een diffuus beeld ontstaan over de rol van de gemeente bij de ontwikkeling van initiatieven op en rond het eiland. Enerzijds zegt een aantal betrokkenen dat de gemeente te weinig voorwaardenscheppend werkt, dat het gemeentehuis ‘ver weg is’ en dat er bij het ontplooien van initiatieven te weinig medewerking is. Anderzijds is het juist de intentie van de gemeente om initiatieven te initiëren en te faciliteren. Dit wil zeggen: ondernemers uitdagen met ideeën te komen, en hierbij dan helpen, faciliteren en met zo min mogelijk regeldruk confronteren. De wensen van de betrokkenen en de intenties van de gemeente lijken dus overeen te komen. Dit wordt echter niet zo door iedereen ervaren. Er is dus sprake van verschillen in verwachtingspatroon over hoe deze processen daadwerkelijk zouden moeten verlopen. Hierdoor ontstaat het gevaar dat ondernemers en overheid op elkaar blijven wachten en er dus geen actie ondernomen wordt. Het eiland versus Midden-Limburg Het Eiland in de Maas wordt expliciet genoemd in de gebiedsvisie voor Midden-Limburg. Het staat daardoor zeker in toeristisch opzicht op de kaart. Ten opzichte van de hele regio MiddenLimburg is het eiland echter maar een kleine speler. Het kan dan ook lastig zijn zich te manifesteren te midden van zoveel ‘grote broers’ in de regio. In een overkoepelende regiobrede toeristische visie is het van belang dat het eiland meelift op de grote initiatieven en promotiecampagnes, zonder dat het op de grote stapel van activiteiten verdwijnt, waarbij er te weinig aandacht voor het unieke karakter van het eiland zou zijn. Ook bestaat de kans dat bij de ondersteuning van initiatieven in de regio, het eiland er op sommige fronten minder bedeeld vanaf komt. Zo ziet het er naar uit dat ervoor gekozen wordt waterrecreatie en verblijfstoerisme elders te stimuleren. Voorzieningen in Stevensweert versus voorzieningen in Ohé en Laak In het vorige hoofdstuk was te zien dat de bevolkingskrimp ook op het Eiland in de Maas heeft toegeslagen. Dit heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Als er minder mensen zijn,
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
10
betekent dit dat er minder klanten voor winkels zijn, minder leden voor verenigingen en minder kinderen in de klaslokalen. Het voorzieningenniveau is op het eiland al afgenomen. Stevensweert telt nog één supermarkt, Ohé en Laak heeft wel nog een bakkerij, maar de Rabobank is vertrokken en een slager is er ook niet meer. Ook de verenigingen hebben het moeilijk, vooral bij het werven van actieve vrijwilligers. Het afnemend aantal jongeren heeft zich inmiddels al vertaald naar noodgedwongen samenwerking tussen de scholen van Stevensweert en Ohé en Laak en tussen de voetbalclubs. Op den duur zal het waarschijnlijk onmogelijk worden om alle voorzieningen en verenigingen in beide dorpen te behouden. Verenigingen zullen meer toenadering tot elkaar moeten zoeken. Dit ligt echter zeer gevoelig. Van oudsher is er vaak een competitie tussen de verenigingen van Stevensweert en Ohé en Laak en ook tussen de verschillende verenigingen binnen de dorpen onderling. De verenigingen verdedigen hun eigen groep. Verenigingen zonder meer opdragen te fuseren zou dan ook de doodsteek voor het verenigingsleven kunnen betekenen. Er moet derhalve een oplossing komen die het verenigingsleven verdedigt, maar ook voor voldoende vooruitgang hierin zorgt.
3.4 Korte termijn versus lange termijn In dit hoofdstuk is een poging gedaan de vele uitdagingen en afwegingen in kaart te brengen. Hierbij zijn al enkele richtingen aangegeven hoe ontwikkelingen zouden kunnen of moeten verlopen. Bij het in gang zetten van ontwikkelingen rijzen niet alleen de vragen ‘wat’ er moet gebeuren, ‘hoe’ en ‘door wie’, maar ook ‘wanneer’ dit moet gebeuren. Sommige zaken kunnen alleen op de lange termijn gerealiseerd worden, andere processen kunnen of moeten reeds op korte termijn in gang gezet worden. Haastige spoed komt zelden goed, maar van uitstel komt afstel. Het is daarom zaak om balans te vinden tussen processen in gang zetten die hun natuurlijke geleidelijke verloop krijgen en wel op korte termijn al voor resultaten zorgen. Met name de ontwikkelingen op cultuurtoeristisch gebied, waarin vrijwilligers een grote rol spelen, kunnen niet op korte termijn ‘van bovenaf’ afgedwongen worden. Dit wil echter niet zeggen dat er niet op de korte termijn al een aanvang gemaakt kan worden met het in orde brengen van de randvoorwaarden. In het volgende hoofdstuk worden enkele aanbevelingen gedaan over hoe Stevensweert en Ohé en Laak zich op de korte en lange termijn kunnen ontwikkelen.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
11
4 DE TOEKOMST VAN HET EILAND IN DE MAAS
De in het vorige hoofdstuk beschreven uitdagingen en afwegingen komen voort uit het feit dat het eiland zo veel potentieel heeft. Het is al vaker in dit rapport aangehaald: het Eiland in de Maas is een uniek stukje Limburg en een uniek stukje Nederland, dat voor vele recreanten een mooie plaats is om één of meerdere dagen te verblijven om tot rust te komen in de natuur op het eiland en om een mooie dosis cultuur te snuiven in Stevensweert. Het is echter ook een relatief onbekende plek, met een krimpende bevolking een teruglopend voorzieningenniveau. In dit hoofdstuk worden enkele handreikingen gedaan hoe het eiland zich zou kunnen ontwikkelen, wie hiervoor in actie moet komen en op welke termijn, om voor iedereen een win-win situatie te creëren die goed voor toeristen en goed voor de lokale bewoners is. Cultuurhistorie en rust Allereerst moeten alle neuzen dezelfde kant op, van burgers tot bestuurders en van vrijwilligers tot ondernemers: de sterke punten van het Eiland in de Maas die zeker verdedigd moeten worden zijn de cultuurhistorie van Stevensweert en de rust op het eiland, beide gevormd door de ligging aan de Maas. Dit wil niet zeggen dat Ohé en Laak vergeten kan worden, maar op het gebied van toerisme en recreatie vervult het landelijke Ohé en Laak vooral de functie van stopplaats voor fietsers, met enkele horeca voorzieningen. De kern is als zodanig geen speerpunt voor toerisme. Bovendien: wat goed is voor Stevensweert en het hele eiland is ook goed voor Ohé en Laak. Koester de natuur, fietsers en wandelaars Door de baggerwerkzaamheden is er een aantrekkelijk stuk natuur gecreëerd dat veel mogelijkheden biedt voor fietsers en wandelaars. Het goed onderhouden van de natuur en het goed onderhouden van fiets- en wandelroutes is dan ook van groot belang om het eiland aantrekkelijk te houden. Dit is een belangrijke taak voor de Gemeente Maasgouw. Om het eiland aantrekkelijker te maken als doorrijdroute voor fietsers is een goede aansluiting op de Belgische fietsroutes ook belangrijk. Op dit moment is die verbinding er met een fietsveer over de Maas. Een brug zou deze verbindingen alleen maar versterken. Benadruk cultuurtoerisme en versterk het unieke karakter Een eerste blik op Stevensweert verraadt meteen dat hier iets bijzonders is. Deze speciale ambiance kan echter nog beter uitgewerkt worden en explicieter gemaakt worden. Het geheel kan nog beter aangekleed worden door het culturele erfgoed op een eigentijdse manier nog zichtbaarder te maken. Het moet in één oogopslag duidelijk worden waarom deze plaats zo uniek is. Bij de vestingwerken en op de locaties van de oude stadspoorten kan meer gedaan worden met de aankleding, waardoor passanten meer geprikkeld worden om zich in de historie te verdiepen. Maar niet alleen toeristen moeten hiervan doordrongen raken, ook bij de plaatselijke bevolking moet duidelijk worden dat zij in een bijzonder stukje Nederland wonen. Dit mogen zij dan ook best uitdragen, waardoor al hun initiatieven op deze grondslag karakterversterkend werken. Er zal nog wel wat water door de Maas stromen voordat de cultuurtoeristische mogelijkheden door iedereen gedragen worden, toch kan de Gemeente Maasgouw ook op korte termijn enkele updates aan de kern uitvoeren die het geheel aantrekkelijker maken en het unieke karakter meer laat leven. Dit kan als de kern wat opgefleurd wordt in een mooie aankleding met bloemen en mooi aangeklede vestingwerken, waarbij lelijke componenten als leegstaande panden wat meer verborgen worden.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
12
Samenwerking tussen gemeente, ondernemers, verenigingen en burgers De aankleding van de kern en het onderhoud van het hele eiland is in eerste instantie een taak voor de gemeente. Zo wordt er een aantrekkelijk vestigingsklimaat gecreëerd waar ondernemers op zullen inspringen. Er zijn voldoende ondernemers op het eiland en in de regio die willen meedenken en activiteiten ontwikkelen, als ze maar weten dat hun investeringen op het eiland op stevig ondersteunde grond zullen staan. Pak het samen op, is dan ook het devies. Gemeenten en ondernemers maar ook vrijwilligers, burgers en scholen. Zorg voor een breed draagvlak op het eiland en binnen de gemeente, zodat iedereen zijn of haar steentje wil bijdragen. Als de gemeente voor de juiste randvoorwaarden zorgt zullen ondernemers erop inspringen, die in cultuurtoeristisch opzicht de synergie met de vrijwilligers moeten zoeken. Zo worden er wel eens ideeën geopperd voor ‘walking dinners’, waarbij een groep recreanten, onder begeleiding van een gids een rondleiding door Stevensweert krijgt en her en der bij verschillende restaurants of eetcafés stopt voor een voor-, tussen-, hoofd-, en nagerecht. Bij een dergelijk initiatief komen alle betrokken partijen bij elkaar: de bij de vereniging aangesloten gids bekijkt met de toeristen de door de gemeente onderhouden en opgefleurde monumenten terwijl zij samen een hapje bij de lokale ondernemers eten. Het verbeteren van de samenwerking is een proces dat zich geleidelijk moet ontwikkelen op een wijze waar ook de vrijwilligers zich in kunnen vinden en het voor hen zelfs aantrekkelijk maakt. Er moet hierbij ook naar slimme combinaties gezocht worden, die heel ongedwongen zijn. Zo zou bijvoorbeeld de plaatselijke harmonie of het zangkoor uitvoeringen op de markt in Stevensweert kunnen doen. Dit is leuk voor zowel lokale bewoners als bezoekers. Ook kan de schutterij meewerken aan de uitvoeringen van historische re-enactments rond de vestingwerken. In het vorige hoofdstuk werd echter de uitdaging van de vrijwilligers versus de professionalisering geschetst. De oplossing hiervoor zit vooral bij de gemeente en ondernemers door: (1) de dialoog voeren met, (2) het ondersteunen van en (3) draagvlak creëren bij de vrijwilligers. Het heeft geen zin om geforceerd zaken ‘van bovenaf’ op te leggen als hier onvoldoende draagvlak voor is. De gemeente en ondernemers moeten samen met vrijwilligers en professionals initiatieven ontwikkelen, waarbij de gemeente de partijen uitnodigt met ideeën te komen, deze ondersteunt en faciliteert en daarbij de regeldruk zo laag mogelijk houdt. Op deze manier kan er veel gebeuren in een tempo en op een wijze waarin iedereen zich kan vinden. Werk samen met de andere kernen en Midden-Limburg Het Eiland in de Maas moet in de omgeving zeker aansluiting zoeken bij partners als Thorn, Wessem, Maasbracht en Maaseik. Ga niet alles van elkaar kopiëren, maar zorg voor een spreiding van verschillende aanvullende initiatieven en activiteiten. Zorg ervoor dat mensen meer dagen in de verschillende kernen kunnen vertoeven, zonder dat men het gevoel krijgt overal hetzelfde te zien. Benut de specifieke krachten van elke locatie en versterk elkaar daarin. Zie dit echter ook in de grotere Midden-Limburgse context: zelfs als watersport niet actief rond het eiland gepromoot wordt, kunnen die recreanten voor één dag naar het eiland worden gehaald, of van het eiland uit de omgeving verkennen. Meer verblijfstoeristen zijn goed voor voorzieningen en verenigingen Wanneer er meer recreanten naar het eiland komen, zullen de voorzieningen voor lokale bewoners niet zonder meer terugkeren. Vooral winkelvoorzieningen zullen alleen aangetrokken worden door verblijfstoeristen. Op dit moment zijn er accommodaties voor verblijfstoeristen op het eiland, maar worden deze niet altijd optimaal benut. Zo zou het vakantiepark Porta Isola doorontwikkeld moeten worden, door de semipermanente bewoning te vervangen door de oorspronkelijke doelgroep toeristen. Toeristen zullen immers sneller geneigd zijn om in de kern
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
13
van Stevensweert iets te kopen dan iemand die elders in Midden-Limburg werkt en zijn boodschappen ook in Echt kan doen. Om Porta Isola beter te laten renderen zou er een betere overgang tussen de kern en het vakantiepark gerealiseerd moeten worden. Er moet een aantrekkelijke aansluiting komen, die de toeristen uit hun huisjes lokt en in de kern en de rest van het eiland op ontdekkingstocht laat gaan. Hiervoor moet de kern Stevensweert Porta Isola meer omarmen dan er met de rug naartoe te staan. Toeristen zijn echter geen wondermiddel voor het behoud van voorzieningen. Demografische en maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat sommige voorzieningen in de nabije toekomst niet meer vanzelfsprekend zullen zijn. Vooral de voorziening in de vorm van het verenigingsleven staat steeds meer onder druk. In het vorige hoofdstuk werd al beschreven dat het zonder meer in elkaar opgaan van verenigingen veelal niet als een optie beschouwd wordt. Een deel van de charme van de verenigingen zit juist in de concurrentiestrijd. Een aantal zaken zou echter slimmer en efficiënter aangepakt kunnen worden, door bijvoorbeeld multifunctionele faciliteiten te delen. Voorwaarde bij het delen van faciliteiten is dat deze een vooruitgang zijn voor alle betrokkenen. Zodoende behoudt het rijke verenigingsleven op het Eiland in de Maas haar bestaansrecht, zonder dat er direct sprake is van de noodzaak om verenigingen te laten fuseren (dit kan in een later stadium altijd nog). Bij een toenadering tussen verenigingen, en wellicht ook andere voorzieningen is het wel noodzakelijk dat er daadwerkelijk afstemming plaatsvindt. Men moet flexibel met elkaar om kunnen gaan om de samenwerking gladjes te laten verlopen zo zal er geschoven moeten worden met vaste vergader-, oefen-, of trainingsdagen en moet men accepteren dat de faciliteit niet meer altijd direct om de hoek is, maar een paar kilometer verderop. Een goed gecoördineerd verenigingsleven kan dan vervolgens de toeristische sector weer versterken, in de vorm van de genoemde synergie tussen gemeente, ondernemers en verenigingen. Zo kan het Eiland in de Maas een aantrekkelijk gebied voor zowel bewoners als recreanten blijven of worden, waar bezoekers ontvangen worden door enthousiaste mensen, voor wie dankzij de bezoekers van een aantrekkelijke leefomgeving gegarandeerd is. Behoud de rust Al het bovenstaande in overweging nemende, lijkt dat nogal wat. Doembeelden van hordes toeristen die met bussen naar het eiland komen zijn echter niet nodig. De kernkwaliteit van het eiland is juist de rust die men er kan vinden. Deze insteek moet ook in tijden van vooruitgang zeker verdedigd worden, zodat alle initiatieven moeten ook vanuit dat oogpunt ontwikkeld worden. Alles moet op de juiste schaal en in het juiste tempo gebeuren. Dat is zeker niet van vandaag op morgen, en moet zeker niet van bovenaf door de gemeente of regiovisie worden opgelegd. Alleen samen kan men tot een goede inkleding van de activiteiten op het eiland komen. Hopelijk kan de discussieavond ter gelegenheid van de Rabobank Kernendag, met daarbij burgers, bestuurders en ondernemers, een goede aanzet zijn om de gesprekken op gang te brengen en om gezamenlijk een droom na te jagen.
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
14
BIJLAGE A: GESPREKSPARTNERS INTERVIEWS
Etil wil graag de volgende personen hartelijk danken voor hun medewerking: Mevrouw A. van der Veeken-Roks Mevrouw S. van der Laak De heer T. Huyskens De heer J. Jamlean De heer B. Kaumo De heer A. Paes De heer G. Rutten De heer H. Rutten De heer A. Thijssen De heer R. Wuisman
Rabobank Kernendag Stevensweert & Ohé en Laak - Verdediging en vooruitgang op het Eiland in de Maas
15