VERBETERING
B E AT R I X PA R K WENSBEELD - RUIMTELIJK PLAN B E E L D K WA L I T E I T - B E H E E RV I S I E
SEPTEMBER 2004
INHOUD Inleiding 1. Wensbeeld 2. 3. 4. 5.
6.
Inleiding
blz. 3 blz. 3
Een korte geschiedenis Een veranderende omgeving De toekomst Ruimtelijke analyse en potenties 5.1 Ruimtelijke analyse 5.2 Potenties Wensbeeld
blz. 9 blz. 9 blz. 15 blz. 19 blz. 21 blz. 21 blz. 23 blz. 27
Ruimtelijk plan 7. Ruimtelijk plan
blz. 33 blz. 33
Beeldkwaliteit 8. Beeldkwaliteit
blz. 45 blz. 45
Beheervisie 9.
blz. 81 blz. 81
Beheervisie
Colofon
1
2
INLEIDING
3
Visie Zuidas 2004
4
1. INLEIDING De studie ‘Verbetering Beatrixpark’ is in juli 2003 gestart. De ontwikkeling van de Zuidas en de consequenties daarvan voor het park, de steeds zwakker wordende identiteit van het park, knelpunten in het beheer en de brokkelige communicatie tussen de overheid en de de vereniging Vrienden van het Beatrixpark is een aantal redenen om deze studie te doen. Bovendien gaf dit de betrokkenen de kans om de problematiek vanuit het park te bekijken. De in het kader van de Visie Zuidas gemaakte studies voor het park hadden vooral betrekking op de zuidelijke uitbreiding van het park. Het noordelijke oorspronkelijke deel werd slechts globaal behandeld. In de studie ‘Verbetering Beatrixpark’ is de kwaliteit van het huidige park, nu en in de toekomst, het onderwerp. Hoe functioneert het park nu en hoe staat het met de ruimtelijke kwaliteit? Welke potenties heeft het park voor de toekomst en hoe kan het inspelen op de toekomstige ontwikkelingen? Dit zijn een paar van de vele vragen die in dit rapport worden beantwoord. Uitgangspunt is het dokmodel en dus de Visie Zuidas. Dit houdt in dat het park richting het zuiden, boven de infrastructuur, wordt doorgetrokken. Sportclub AFC wordt in de uitbreiding opgenomen met tal van voorzieningen onder de sportvelden – het zogenaamde parkgebouw. Het dokmodel wordt in ieder geval echter op korte termijn nog niet gerealiseerd. In die tijd kan in het
huidige park veel gebeuren, waarmee het park zich klaarmaakt voor de toekomst. De vereniging Vrienden van het Beatrixpark hebben aangedrongen om ook een goed plan het maken voor de korte termijn. Daarom gaat een belangrijk deel van dit rapport over verbeteringen die binnen vijf jaar kunnen worden uitgevoerd. Hiervoor is in het “Groeifonds Groen” van de Zuidas reeds een budget gereserveerd. Groen voor rood en rood voor groen Het park zal na realisering van het dok groter worden. Bij de Pr. Irenestraat ten noorden van de A10 krijgt het park een andere begrenzing. Bestaande bebouwing wordt weggehaald en nieuwe bebouwing toegevoegd. Uitgangspunt hierbij is dat het park ten noorden van de huidige A10-dijk in de toekomst in ieder geval dezelfde oppervlakte zal houden. Locatie Het Beatrixpark ligt in het stadsdeel Zuideramstel. Het zuidelijke deel ten zuiden van de Pr. Irenestraat valt binnen de grootstedelijke projectgrenzen van de Zuidas. De grens van het huidige Beatrixpark wordt globaal gevormd door de waterloop ten oosten van de Beethovenstraat, de zuidoever van de Amstelkanaal, de villa’s aan de noordzijde van het park, de Boerenwetering en het talud van de rijksweg A10. De opdracht ‘Verbetering Beatrixpark’ aan de dienst Ruimtelijke Ordening is dan ook verstrekt
door twee opdrachtgevers, het Projectbureau Zuidas en het Stadsdeel Zuideramstel. Samenwerking Van belang voor het welslagen van het project en het verkrijgen van draagvlak is een goede afstemming en samenwerking met de gebruikers van het park. De vereniging ‘Vrienden van het Beatrixpark’ is de aangewezen groep om mee te communiceren. Zij hebben meer dan 1100 leden. Hiervoor is een ontwikkelingsteam is samengesteld. Daarin namen deel: bestuursleden van de stichting ‘Vrienden van het Beatrixpark’ (Marleen Munniksma voorzitter van de ‘Vrienden…’-, Willem Smit en Peter Kemme), het projectbureau Zuidas, (Ron Voskamp), het Stadsdeel Zuideramstel (Ron van Soest) en de dienst Ruimtelijke Ordening (Ruwan Aluvihare en Maaike Maréchal) Tijdens het interactief proces zijn er zes workshops geweest voor een grote groep vertegenwoordigers van de Vrienden van het Beatrixpark, bewonersorganisaties, specifieke gebruikers en de portefeuillehouder parken en groen van het stadsdeel Zuideramstel (Paul Beving) en de afdeling groen eveneens van het stadsdeel. Schriftelijke en mondelinge reacties van de betrokkenen zijn zo goed mogelijk geïntegreerd in dit plan. Ook is er een bijeenkomst geweest met de
5
Luchtfoto park tijdens de Floriade in 1972
Huidig park
6
Toekomstig park ( Visie 2004)
beheerders van het park. Aanbevelingen en suggesties van de beheerders zijn in de beheervisie opgenomen. Voor deze beheervisie is ook de expertise van de bomenconsulent van Amsterdam Hans Kaljee en (het boekje van) Prof. Jan Lever ingezet. Vaststelling Het eerste product, het Wensbeeld, is door de vertegenwoordigers van de Vrienden van het Beatrixpark goed ontvangen. Op 4 februari hebben het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Zuideramstel en het Bestuurlijk Overleg Zuidas met het Wensbeeld als basis voor de verdere uitwerking van het Verbeteringsplan van het Beatrixpark ingestemd. Opbouw De opbouw van dit rapport is als volgt: Wensbeeld Hierin zijn het programma en de ambities voor de lange termijn vastgelegd.
blijven. Beeldkwaliteit Hierin zijn voorstellen opgenomen, vooral voor meubilair en materialisering voor de toekomst. Deze voorstellen worden getoond aan de hand van beeldmateriaal, principeschetsen en details. Bij aanpassing van het park wordt hiermee rekening gehouden. Beheervisie De beheervisie is bedoeld als voorloper / kader van het Beheerplan dat door het Stadsdeel zal worden gemaakt. Een grondige inventarisatie van de beplanting heeft geresulteerd in een aantal knelpunten en daarmee nieuwe opgaven in het beheer. In het Beheerplan zullen deze opgaven worden opgenomen. Projecten De voorstellen uit deze studie ( Verbetering Beatrixpark) zijn vertaald in concrete projecten, die zijn opgenomen in een separate lijst ‘Voorstel projecten Verbetering Beatrixpark’. Deze lijst is niet in dit rapport opgenomen.
Ruimtelijk Plan Verbeteringen voor de situatie tot omstreeks 2008 (voor het dok) voor het Beatrixpark zijn hierin opgenomen. Het plan bevat hoofdzakelijk aanpassingen op de huidige situatie, dus geen nieuw ontwerp voor het park. Het plan is flexibel t.o.v. de toekomstige ontwikkeling van het park; voor een deel van het park worden concrete verbeteringen voorgesteld die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd, vooruitlopend op de ontwikkelingen in de toekomst; voor een ander deel is slechts een aantal globale uitgangspunten vastgelegd om zo flexibel te
7
8
WENSBEELD
9
Parken in Amsterdam
10
2. EEN
KORTE GESCHIEDENIS Het Beatrixpark maakt deel uit van de ‘ring’ van vooroorlogse parken in Amsterdam. Het is gelegen te midden van de bebouwing ontworpen volgens het plan Zuid van Berlage (1915) dat omstreeks 1930 voor een groot deel was uitgevoerd. In dit Plan Zuid van Berlage was een park in combinatie met een begraafplaats opgenomen aan de zuidkant van de stad. Het park is niet zo uitgevoerd. Met de komst van het plan van Eesteren en het Algemeen Uitbreidingsplan Amsterdam (A.U.P, 1934) krijgt het park een andere situering. Het wordt losgekoppeld van de begraafplaats en meer ingeklemd tussen de bebouwing. De zuidelijke wandelweg die het park aan de zuidkant begrenst komt ook uit het A.U.P. Plan Zuid Berlage 1915
Structuurplan 1934
11
Ontwerp 1936
Uitvoering 1938
Hollandhal RAI 1958 & Floriade 1972 Kinderbadje 1960
Het huidige park bestaat uit een oud deel en een nieuw deel. Het oude deel is aangelegd in 1938 volgens een uitgekiend ontwerp. Het ontwerp wordt toegeschreven aan Jacoba Mulder die destijds ook het Amsterdamse bos heeft ontworpen. Zij begint met het ontwerp van Park Zuid omstreeks 1936.
Het besloten noordelijke deel grenst aan een villawijk. Dit deel is ingericht met dennen, sparren en rododendrons. Deze inrichting versterkt het besloten karakter en sluit goed aan bij de allure van de villawijk. Het meer open zuidelijke deel ging een ruimtelijke relatie aan met het toenmalige buitengebied. Een heuvel en een speelweide zijn hierin opgenomen. In tegenstelling tot de naaldbomen in het besloten noordelijke deel zijn hier loofbomen in een meer open beplanting neergezet. Hierdoor was vrij uitzicht mogelijk op het toen nog aangrenzende tuindersgebied.
In het ontwerp voor het park zijn vele wandelpaden en in het midden een grote speelweide opgenomen evenals vijvers en waterlopen voor de kanosport, een sportcomplex met tennisvelden in het zuiden en heuvel(s) voor uitzichten. Het oostelijk deel park, oorspronkelijk ook enigszins afgescheiden, zou meer de functie van buurtpark vervullen. Dit deel was driehoekig van vorm en bestond uit een plasvijver met waterspeelplaats en een zandbak. In het oorspronkelijk ontwerp al enigszins aan de zijkant gelegen (aan de andere kant van de Boerenwetering) kreeg dit deel bij de uitvoering een nog meer geïsoleerde ligging doordat de Boerenwetering niet opgehoogd kon worden, in tegenstelling tot het
Het oorspronkelijke Park Zuid bestaat uit twee delen; een besloten noordelijk deel en een meer open zuidelijk deel. Uniek in die tijd in Amsterdam was dat het gehele park met zand werd opgehoogd waardoor een voor bomen geschikte bodem ontstond.
12
Parkhal RAI 1993 & Natte Vallei 1993
Visie Zuidas 2001
tussen de inmiddels aangelegde ringweg en Nicolaaslyceum en ingericht als natte vallei met uitkijkheuvels. Inmiddels strekt het park zich uit tot de rijksweg. Het Nicolaaslyceum e.o., ten tijde van de Floriade nog een rand vormt nu een obstakel in het park. De hypotheek op het park die de dijk van de A10 en de achterkant van de RAI leggen is hoog. Door de onbestemdheid van de randen, bleek de verleiding om te bouwen groot. De aangelegde bebouwing is zo slecht geïntegreerd in het park, dat het park ruimtelijk kleiner is geworden.
park, en een hele zone tussen het westelijk deel en dit deel van het park ‘braak’ bleef liggen. Het sportcomplex met tennisvelden in het zuiden werd overigens niet uitgevoerd. In de loop van de tijd heeft het park een hele ontwikkeling meegemaakt. Het park is een aantal keer van omvang veranderd en er zijn
elementen toegevoegd en /of verplaatst. Met de komst van de Hollandhal (RAI)* in 1958 is de Boerenwetering rechtgetrokken en het zwembadje verplaatst. De Floriade in 1972 zorgde voor een parkuitbreiding richting zuiden / het nieuwe Amstelpark. Voor de bouw van de Parkhal (RAI) 1993 moest een parkdeel wijken en deze plek werd omgeruild met een strook
*Gegevens RAI: Opening Hollandhal 1961, Westhal 1963, Congrescentrum 1965, Amstelhal 1969, Hollandcomplex 1982, Parkhal 1993
13
Beatrixpark en omgeving: over 5 jaar
14
3. EEN
VERANDERENDE OMGEVING
De laatste 10 jaar Het Beatrixpark kent een relatief lage gebruiksintensiteit. Het oude deel heeft grotendeels een gesloten en intieme sfeer en is vooral bekend bij de buurtbewoners. De overige delen van het park zijn ruimer in opzet en landschappelijk of natuurlijk ingericht, maar fungeren vooral als doorgangsruimte voor fietsers. Het geluid van de rijksweg speelt een belangrijke rol bij het extensieve gebruik van dit deel van het park. Er is veel randbeplanting met bosschages te dicht op de voet en fietspaden. Door het isolement hebben sommige gebruikers een gevoel van onveiligheid. Toch begint het park langzamerhand haar geïsoleerde positie te verliezen. Dit heeft te maken met de toename van functies rond het park. De ontwikkeling van de Zuidas betekent dat het park een meer centrale betekenis gaat krijgen. Op de Zuidas tekenen de ontwikkelingen zich prominent af. Lange tijd bestond het gebied vooral uit groenstroken en sportvelden. Daarna verschenen de eerste afzonderlijke kantoorgebouwen, zoals het WTC. Op dit moment worden deze gebouwen aan noorden zuidzijde aaneengesmeed tot het dichte stedelijk gebied dat de Zuidas in de toekomst zal zijn. Het Zuid/WTC-station ligt in het centrum van het plangebied.
In de laatste tien jaar is de werkbevolking in de omgeving toegenomen met ca. 5000 arbeidsplaatsen tot ca 25.000. Wanneer Vivaldi, Mahler 4 en Gershwin gebouwd zijn komen er, voor de eerste keer binnen de projectgrenzen van de Zuidas, ook woningen bij. Deze trend zal ongetwijfeld doorzetten, afhankelijk van het Dokmodel. Museale functies zijn in voorbereiding, het belangrijkste betreft het voorgestelde Design museum. Met een locatie aan de rand van het park zal dit museum in de toekomst een belangrijke rol spelen. Dit onaantrekkelijke deel van het park zal moeten worden omgetoverd tot een mooie, vanzelfsprekende nieuwe entree tot het park. Het parkareaal blijft qua oppervlakte gelijk aan wat het nu is. Dokmodel De pre-Dok fase is duidelijk te onderscheiden van de post-Dok fase. Vóór het Dok zal het park langzaam veranderen en zijn geisoleerde positie langzaam verliezen t.o.v. de omgeving. Het Dok betekent echter een einde van de geïsoleerde ligging van het park. De nu extensief gebruikte, door geluid belaste zuidelijke zone van het park krijgt een duidelijke, met woningen bebouwde rand. Er zal minder sprake meer zijn van geluidsoverlast en, door de aanwezige woningbouw, wordt de sociale controle op het park vergroot en komt er een nieuwe groep gebruikers. Over het Dok heen, in Buitenveldert, wordt met architectonische
middelen en hoogwaardige voorzieningen een voor Nederlandse begrippen nieuw type park ontwikkeld. Niet alleen bewoners en werkenden zullen dan van het park gebruik maken maar ook parktoeristen, sporters en scholieren/ studenten. Een belangrijke factor voor het parkontwerp is de veiligheid van het station Zuidas. De huidige 50.000 gebruikers van het station groeien, onafhankelijk van het Dokmodel, naar 200.000 in het jaar 2018. Het station wordt naar verwachting het vierde station van Nederland. Hierdoor ondergaat ook de Beethovenstraat een gedaantewisseling. Het deel van het park dicht bij het station kan een bruisend stadspark worden. Met een uitgekiende strategie moet de ‘mensenmassa’ worden geconcentreerd op plekken waar de drukte geen schade kan aanrichten, zodat andere plekken als rustplekken kunnen worden ingericht. Van belang zijn de routes door het park. Het Dok biedt de mogelijkheid het park goed in te bedden in de stedelijke structuur. Het doortrekken van logische routes door het park verbetert de openbare ruimte structuur van de hele omgeving. De huidige gebruikers van het park De bevolkingsopbouw in de omgeving van het Beatrixpark toont opmerkelijke accenten. De grootste klant is de 20 tot 40 jarige. Vooral in Amsterdam Zuid, met een aandeel van 43%,
15
domineert deze leeftijdsgroep. Daarentegen is het aandeel jongeren (tot 19 jaar) in beide stadsdelen zeer laag. In Buitenveldert, waar ouderen domineren, groeit het aandeel jongeren langzaam. Voor het huidige Beatrixpark is de aanwezigheid van de 20-40 jarigen, veelal tweeverdieners zonder kinderen van belang. Actieve, vaak veeleisende en kritische bewoners, die naast een drukke baan een plek wil hebben om informeel aan sport te doen en om te relaxen. De groep 40-60 jarigen en 60+-ers, de laatste ruim vertegenwoordigd rond het park, is belangrijk. Naar schatting vormen de beide groepen tezamen meer dan 70% van de bewoners die gebruik maken van het park. Dit maakt van het Beatrixpark een uitzondering op de regel. Een typisch kenmerk van een stadspark is de gevarieerde gebruikersgroep. Het Beatrixpark heeft dit niet. Alleen bij een mooi zonnig weekend, ziet men meer jongeren, waarschijnlijk vanuit een wijdere omgeving. Dan komt het kinderbadje tot leven. Deze voorziening is tijdens de zomermaanden de meest intensief gebruikte plek in het park. De werkenden rondom het park (kerngebied Zuidas en RAI) maken nu nog weinig gebruik van het park. Vanuit het kerngebied van de Zuidas is dat te verklaren door de slechte aansluiting vanuit de westkant van het park. Men ziet eerder lunchende werknemers nabij het groen in de Roeskestraat dan in het park. Het is niet verbazingwekkend dat er geen enkele relatie is ontstaan tussen de bezoekers en werkenden van de RAI en het park, aangezien uit onderzoek blijkt dat dit type Beatrixpark en omgeving: over 20 jaar
16
bezoekers naar de binnenstad trekken. Wel zou een beter ingerichte gebied rondom de waterkom de interactie wel kunnen verbeteren. Dit gebied is hoogwaardig ingericht, maar geen aangename verblijfsplek. Daardoor functioneert deze zijde van het RAI terrein als een echte achterkant. Zo beschouwt de RAI dit gebied ook, getuige de regelmatig geparkeerde vrachtwagens. De scholieren van het Nicolaaslyceum vormen de grootste gebruikersgroep van de niet-omwonenden. Op een doordeweekse dag ziet men veel jongeren die in de pauze of even na school zich in groepen verzamelen op hun favoriete plekken. Ter illustratie: De scholieren van het Vossiusgymnasium maken gebruik van de oostkant van het park. De gebruikers in de toekomst De omgeving ontwikkelt zich snel met nieuwbouw, maar ook door vernieuwing en hergebruik van bestaande gebouwen. De groei zal doorzetten met of zonder het Dok. Vooral in de omgeving van het park, in de noordzone, in Vivaldi en in de kop van de Rivierenbuurt zijn initiatieven in voorbereiding. De komst van de Noord-Zuidlijn op het Europaplein zal ook van betekenis zijn voor het fiets- en voetverkeer door het park. Gaandeweg zal, zoals nu al het geval is het park drukker worden. Met het Dok, over ca 30 jaar is de metamorfose compleet. Dan telt de Zuidas ca 13,000 bewoners en 80,000 werkenden. Een doorslaggevende verschuiving in de leeftijdsopbouw van bewoners is niet te verwachten. De zeer stedelijke Zuidas zal naar verwachting ongeveer dezelfde
bevolkingsopbouw krijgen als Amsterdam-Zuid. Alleenstaanden en tweeverdieners zonder kinderen zullen de grootste groep vormen. Wat het park betreft zullen de voorkeuren van de omwonenden niet veel verschillen tonen met de huidige situatie. Het gebruik zal zonder meer toenemen met daarbij ook de vraag om intensiever te gebruiken voorzieningen. De grootste verandering voor het park zal van de verschillende typen nieuwe bezoekers komen. Toeristen, reizigers, sporters, studenten en nieuwe werknemers zullen plekken uitzoeken en zich toe eigenen. Ten eerste zullen veel meer toeristen uit binnen- en buitenland het gebied bezoeken. Deze komen naar de Zuidas vanwege de bijzondere stedenbouw en architectuur en de cultuur, zoals het nieuwe museum. Toeristen maken altijd optimaal gebruik van elke bezoekje en daar hoort een park of groengebied bij. Ook werkenden zullen, voor de lunch met bijbehorende middagwandeling, in toenemende mate gebruik maken van het park, wanneer goed bereikbaar en prettig om te verblijven. De invloed op het oude deel van het park van gebruikers vanuit het nieuwe Zuidelijke deel (bewoners en sporters van AFC) is moeilijk in te schatten. Als er, in het huidige park, niets wordt veranderd kan men zich voorstellen dat de grotere ruimtes veel actiever zullen worden gebruikt dan nu het geval is. Een balletje trappen, picknicken, frisbeeën en andere informele sportactiviteiten, vergelijkbaar met activiteiten die in het Oosterpark of het Sarphatipark plaatsvinden, zullen ook hier plaatsvinden.
-
-
-
Het gebruik van het park neemt toe en zal naar verwachting met de ontwikkeling van de Zuidas blijven toenemen. De behoefte van de huidige en toekomstige omwonenden zal met betrekking tot de sfeer en imago van het park niet radicaal veranderen. Verbeteringen van het park worden gericht op de huidige en nieuwe gebruikers van het park. Veranderingen zullen vooral worden gericht op nieuwe gebruikers van het park. In het park ontbreken de meer stedelijke voorzieningen en /of meer robuuste en modern vormgegeven type ruimten om deze nieuwe gebruikers op te vangen. Het park heeft nog geen duidelijke zonering waarmee invulling gegeven kan worden aan de (verschillende) behoeften van de (verschillende) groepen gebruikers.
Het volgende kan worden geconcludeerd;
17
Schaalvergelijking met Vondelpark
18
Schaalvergelijking met Oosterpark
Schaalvergelijking met Westerpark
4. DE TOEKOMST Imago Het voorgaande geeft aan dat er maatregen moet worden getroffen om het park meer duurzaam te maken met het oog op de toekomst. Gezien de autonome ontwikkeling van de Zuidas en de centrale ligging van het park, moet het park specifieke kwaliteiten hebben; belangrijk is het na te streven imago te definiëren. Als vergelijkingsmateriaal, een drietal kort geleden vernieuwde Amsterdamse parken. Het Vondelpark Een echt stadspark dat mensen trekt uit de wijde omgeving door een zeer sterk imago als tolerante speeltuin voor mensen in de leeftijd van 18-40 jaar. Heeft veel bebouwde en groene voorzieningen. Het park heeft een duidelijke gebruikers gradiënt; hoe dichter bij het centrum hoe drukker. Het laatste deel van het park is buitengewoon rustig. Zoals ook het Beatrixpark zijn doorgaande fietspaden een belangrijke ingrediënt. Het park is zo druk geworden dat het alleen geschikt is voor de doelgroep. Er is geen deel dat puur een buurtfunctie heeft. Het verschil met het huidige Beatrixpark is uiteraard de nabijheid van het (toeristische) stadscentrum. Anderzijds, kijkend naar de toekomst, ligt het Vondelpark niet op steenworp afstand van het vierde station in Nederland. Het Vondelpark is 54 ha groot.
Het Oosterpark Het Oosterpark is een kleinere replica van het Vondelpark. Tien jaar geleden kampte dit park met soortgelijke problemen als het Beatrixpark. Na een grondige renovatie waarin ook meer voorzieningen zijn toegevoegd functioneert het park beter. Het park heeft een aantal ‘ongeconditioneerde’ ruimtes, een grote speeltuin, een populair kinderbad, openbare tennisbanen, een skate-plein en een kiosk. Een aantal malen per jaar worden er evenementen gehouden. Het Oosterpark kampt, net als het Vondelpark, met een (onopgelost) grondwater probleem. Mede daardoor is de nieuw aangebrachte beplanting nog steeds niet aangeslagen. Het grote verschil met het Beatrixpark is de zeer gevarieerde, multiculturele gebruikergroep. Het park grenst aan het Tropenmuseum en -instituut. Het verblijfshotel van het instituut is een markant gebouw, ook vanaf het park gezien. Helaas is er een strikte ruimtelijk en fysieke scheiding tussen het museum en het park. Het Oosterpark is 18 ha groot.
Het Westerpark Het net geopende Westerpark is ook een interessant voorbeeld voor het Beatrixpark. Een oud park met een moderne uitbreiding. Alle traditionele parkfuncties zijn in het oude deel bewaard. Nieuwe culturele functies en moderne voorzieningen zijn in de historische gebouwen binnen het nieuwe deel gevestigd. Het wordt op dit moment overspoeld door parktoeristen en er worden veel conferenties gehouden. Hoewel het moeilijk is te voorspellen hoe het zich verder zal ontwikkelen is één ding zeker: het park is duurzaam vernieuwd. De omwonenden hebben meer ruimte om te vertoeven en Amsterdam heeft een park met internationale allure erbij. Dit allemaal zonder dat het oude deel in kwaliteit heeft ingeboet. Het Westerpark, voorheen 5 ha groot, is uitgebreid met 13 ha.
19
Het Beatrixpark? Vooral de laatste twee parken zijn nuttige voorbeelden voor het Beatrixpark. Beide hebben, op eigen wijze (met ver uit elkaar lopende budgetten) een drastische en succesvolle vernieuwing ondergaan met behoud van de kwaliteit van de oude delen van beide parken. Het Westerpark is een cultuurpark geworden, het Oosterpark een stadspark. Kan het Beatrixpark een modern stadspark worden?. Een succesvolle vernieuwing in het Beatrixpark houdt in de eerste plaats in het creëren van specifieke kwaliteiten binnen een ordeningsprincipe zodat alle potentiële gebruikers een ’eigen plekje’ kunnen vinden. De behoefte van de omwonenden zal namelijk kunnen verschillen met die van de andere bezoekersgroepen, gezien de leeftijdsopbouw en economische stand. Bovendien is een bezoeker per definitie minder betrokken bij de welstand van het park en gaat daar anders ermee om. Dat leidt tot een ander type (anders dan groenbeheer) en intensievere onderhoudsregime. Dán wordt het Beatrixpark een modern stadspark dat voor iedereen iets heeft. Rustige, mooie groene tuinachtige ruimten voor de liefhebber en robuuste, stadse hoogwaardig vormgegeven ruimten met café, theehuis, voorzieningen voor kinderen en bezoekers. Bij het bepalen van de ruimten is de mate van openbaarheid zeer van belang. Doorgaande routes zijn sowieso drukker. De stadse ruimten moeten daaraan worden gekoppeld. Plekken buiten deze ‘gangen’ zijn intiemer en zachter. Een modern stadspark dus, met cultuur, vertier en spelen maar ook met botanische
20
hoogtepunten en ruimte voor rust. De bovengeschetste metamorfose zal jaren duren. Vanuit huidige inzichten kunnen er drie fases van ontwikkelingen worden onderscheiden: De eerste vijf jaar De te nemen maatregelen zijn vooral het groenwerk gericht op het ‘opschonen’ van de probleemgebieden en het herstellen van gebieden met achterstallig onderhoud. Hierbij is het monumentale / volwassen karakter van het oude deel van het park leidraad voor de ontwikkeling. Het Designmuseum In de plannen voor de Zuid wordt voorzien in een beeldbepalend en publieksaantrekkend museum in het zogenaamde Museumgebied aan de Beethovenstraat en aan de rand van het Beatrixpark. Een belangrijk uitgangspunt is dat het museum een toegevoegde waarde heeft voor Nederland in het algemeen en voor Amsterdam in het bijzonder. Het inhoudelijke concept zal het culturele aanzien van Amsterdam dienen te versterken in plaats van dat het concurrerend is met bestaande culturele instellingen in Amsterdam. Het museum zal enerzijds het publiek rondom het museum dienen aan te spreken en anderzijds een internationale uitstraling en aantrekkingskracht moeten hebben. Het voorstel is te komen tot een museum met vormgeving als kern, met de voorlopige werktitel Design Museum. Dit museum heeft aandacht voor alle deelgebieden van vormgeving, zowel nationaal als internationaal,
maar legt ook verbintenissen met beeldende kunst, fotografie, mode, architectuur en nieuwe media. In wisselende presentaties zullen allerlei ontwerpdisciplines van de 20e en 21e eeuw centraal staan. In aanstekelijk ingerichte tentoonstellingen worden de werelden van interieur, mode, vakmanschap, industriële processen, nieuwe media, reclame en uitgaansculturen met elkaar verbonden zowel retrospectief als actueel. vormgeving is een toegankelijke kunstvorm. Naar verwachting zal deze nieuwe museale voorziening een breed publiek aanspreken. Ligging aan de reeds volgroeide stadsoase zal het Design Museum extra aanzien en gebruiksmogelijkheden geven. De volledige Dok ontwikkeling Deze laatste fase, zoals in hoofdstuk 3 is beschreven, brengt radicale verandering in het gebruik van het park met zich mee. Twee belangrijke veranderingen: - De geïsoleerde ligging wordt opgeheven. Dit brengt meer gebruikers naar / door het park. - De toevoeging van een nieuw programma, met o.a. sportvelden, zorgt voor een nieuwe gebruikersgroep.
5 . R U I M T E L I J K E A N A LY S E E N P O T E N T I E S 5.1 Ruimtelijke analyse Het park in de omgeving Gaandeweg is het park, althans in visuele zin, losgeweekt van haar omgeving. Van binnenuit zijn enkele zichtlijnen die het park met het buiten verbinden. Van buitenaf is het echter een gesloten geheel. De straten eromheen reageren niet op (de entrees van) het park; daarnaast zijn de entrees dichtgegroeid. Het Vondelpark is een goed voorbeeld waar de parkentrees en de straten als één geheel zijn ontworpen (aan drie kanten -uitzondering is de noordkant). De noordentrees van het oude Beatrixpark zijn daarmee te vergelijken, alle andere ingangen zijn slecht ingebed / aangekondigd in de omgeving. De ruimtelijke werking van de Groene Zoom, de verbinding van het Beatrixpark naar het Amstelpark en v.v., is geminimaliseerd door de aanwezigheid van de Parkhal en de losplaats (RAI). De slechte ruimtelijke integratie is des te schrijnender gezien de zeer goede functionele integratie, aanwezig door de belangrijke fietsverbindingen door het park. In de volgende (ontwerp)fase van dit project zullen aanbevelingen worden gedaan voor de verschillende entrees. Waar relevant zullen de aanbevelingen worden gericht op uitvoering binnen de verschillende projecten in de omgeving van het park.
Context Het park heeft, zeker voor een groene functie, een bijzondere ligging. Het is niet het ‘zeldzaam stukje groen’ in een stedelijke omgeving. De omgeving ligt bezaaid met verschillende groenvoorzieningen. Behalve de vele sportvelden zijn er het Amstelpark, het groengebied Amstel, het Martin Luther King park en op enige afstand, het Gijsbrecht van Aemstelpark en het Amsterdamse Bos. Van al deze parken heeft dit park de meest stedelijke context, dicht op grootstedelijke voorzieningen en infrastructuur. Nog verdere verstedelijking van de omgeving is gaande. In vergelijking met de andere parken is het beeld in het oude deel ook meer stads; cultuurgroen met compacte ruimten. Ook de natte vallei heeft, ondanks de extensieve inrichting, een gecultiveerde sfeer door de aanwezigheid van de twee bulten. Gebruiksruimten In het oude deel van het park, zijn er veel wandelpaden die de verschillende ruimten aan elkaar verbinden. Een aantal, duidelijk begrensde ruimten zijn: de grote speelweide, de kastanjering met vaste plantentuin en vijver, de ruimte van het zwembadje en de bloemenweide. Het noordelijke deel heeft een meer besloten karakter, ingericht met dennen, sparren en rododendrons. Het meer open zuidelijke deel is ingericht met loofbomen in een meer open beplanting. De grote weide is hier onderdeel van. Jammer is dat enkele ontworpen
doorzichten uit het oorspronkelijke ontwerp door incidentele ingrepen en achterstallig onderhoud zijn verdwenen. Het nieuwe deel is meer één grote ruimte met landschappelijke elementen en doorgaande fietsroutes. Nevenruimten zijn niet gedefinieerd maar een aantal ‘plekken’ is ontstaan om de twee bulten. Het natuurlijk ingerichte deel heeft weinig breedtemaat. Ondanks de ingreep is het gevoel van een snelwegberm nog steeds aanwezig. De dichte beplanting aan de randen neemt ook te veel ruimte in, waardoor, hoewel een mooi valleiachtig beeld, weinig functionaliteit is aangebracht. De overgang tussen oud en nieuw is rommelig, met veel onbestemde plekken, een wirwar van paden en slecht geïntegreerd, verscholen gelegen, speelruimten. Op de plek bij de centrale vijver na, die goed gebruikt wordt, is er nauwelijks verblijfskwaliteit. Routes Het oude en het nieuwe deel bieden ruimte aan verschillende type routes. In het oude deel kan er een rondwandeling gemaakt worden. Het nieuwe deel heeft juist een zeer belangrijke doorgangsfunctie, vooral voor fietsers. In Oost-west richting is het verbinding Schinkelgebied /Station Zuid-WTC richting Amstel / Rivierenbuurt (via RAI en via groene zoom) belangrijk. In de huidige situatie wordt deze route ook gevoed door de fietsers vanaf het noorden via de Diepenbrockstraat. In
21
Ruimtelijke analyse
22
Routes en doorzichten
de toekomst, met het dok, zal dit fietspad nog belangrijker worden. De routes zijn niet een vanzelfsprekend ontwerp binnen het park. Onnodige slingerbewegingen vanaf het Nicolaaslyceum door het park zijn nodig om de drie uitgangen (Diepenbrockstraat, RAI en Groene zoom ) te bereiken. Een web aan fietspaden plus de diverse olifantenpaden (één zelfs onlangs geasfalteerd) zijn het resultaat. Het park is een versneden en in de middelste zone een anonieme ruimte geworden. Een gemis is een duidelijke rondwandeling door het hele park. Dat zou meteen de beide delen met elkaar in evenwicht brengen.
zijn. Samen met de infrastructuur om de kavel heen zorgt dit complex voor extra randen aan het park. De kwaliteit van de ingangen volgen hetzelfde patroon. De noordelijke ingangen, hoewel klein van maat en verscholen, zijn echt ontworpen en functioneren als poort. Men weet onmiddellijk dat je het park binnen komt. Geen enkele andere ingang werkt zo. Op onduidelijke wijze, alsof het een bijzaak is, wordt het park benaderd. Door restgroen, via verwilderde bermen of wanneer de tegels van de RAI ophouden. 5.2 Potenties
Randen / begrenzing Randen zijn een belangrijk maar niet al te positief thema binnen het park. Goed gedefinieerde randen maken een goede ruimte. Het Beatrixpark heeft echter nauwelijks goede randen. De noordelijke grens, het Amstelkanaal met aan de overzijde de Bernard Zweerskade en de woningen aan de Wielingenstraat vormen een redelijke begrenzing. In het westen is woningbouw in stroken haaks op het park geplaatst zodat er visuele verbindingen van de Beethovenstraat naar het park zijn. Deze stroken zijn omgeven door veel groen en maken ook een prima begrenzing. De andere randen van het park, de RAI, de resterende deel van de Beethovenstraat en de A10, hebben weinig definitie en een negatieve uitstraling. Het Nicolaaslyceum en de kapel en convent liggen midden in het park en veroorzaken een tweedeling in het park. De kavel beslaat een groot oppervlak en het gebouw is zo opgezet dat er geen doorzichten of doorsteken mogelijk
In deze paragraaf worden de potenties van het park geschetst in de komende 5 en 20 jaar. Middels een indeling in zones worden de karakteristiek, het gebruik en de problematiek aan de orde gesteld. Het park indelen in zones biedt onder andere de mogelijkheid, door bepaalde vormen van gebruik ergens te faciliteren, het ergens anders te voorkomen. Uitgangssituatie vormt het huidige park en het park over 20 jaar. Het park over 5 jaar gaat uit van het versterken van de bestaande zonering en is gericht op en stimulerend voor de eindsituatie (over 20 jaar). De drie zones in het huidige park: 1. Het oude deel buiten de doorgaande (fiets) paden is monumentaal van karakter. Dit deel heeft de sterkste identiteit en is het minst openbaar. Er worden weinig passanten aangetroffen waardoor het een functie vervult als ‘stadstuin’. 2. Het deel dat min of meer gedomineerd
wordt door doorgaande fietspaden en bebouwing. Hier zijn passanten een bepalende factor. 3. De natte vallei, de van de rest van het park afgezonderde ruimte, met weinig maat en een extensief gebruik mede bepaald door de aanwezigheid van het Rijksweg. Het park over 5 jaar De doelstelling voor de komende 5 jaar is het groenwerk gericht op het ‘opschonen’ van de probleemgebieden en het herstellen van gebieden met achterstallig onderhoud. Het monumentale / volwassen karakter van het oude deel van het park is hierbij leidraad voor de ontwikkeling. Concrete punten van aanpak zijn: - herstellen verouderde plantvakken - verhogen sociale veiligheid - het realiseren van een (logische) rondwandeling door het hele park - oude doorzichten herstellen - het gebied rond het scholencomplex meer deel uit laten maken van het park - hoofdentrees herstructureren en markeren - populieren vervangen door andere bomen Het park over 20 jaar Bij de aanleg van het Dok zal de zonering worden opgepakt en voortgezet. Er kunnen vijf zones ontstaan met een eigen functionaliteit en karakter. 1. De verbinding richting het zuiden. Het Boerenweteringpad, de noordzuidverbinding die in Plan Zuid (weliswaar op een iets andere plek) was ingetekend, wordt nu alsnog gemaakt. De ontstane zone vormt een eigen autonome functie binnen
23
Zonering huidige situatie
24
Zonering over 20 jaar
2. 3.
4.
5.
het park, een nieuwe zone met een eigen dynamiek. Het oude, traditionele park De openbaarheid en bruikbaarheid van de natte vallei zal enorm worden vergroot waardoor dit gebied vanzelf onderdeel zal gaan worden van de passantenzone. Een nieuwe vierde zone is de zuidelijke uitbreiding van het park. De bestaande voetbalvelden van AFC worden hierin in een nieuwe lay-out opgenomen. De vijfde zone is de overgang van het park tussen de Zuidasblokken door tot aan de Beethovenstraat.
Potentiële karakter en functioneren van de zones over 20 jaar De zojuist genoemde vijf zones worden middels namen en karakteristieken hieronder beschreven. De ruggengraat Deze noord-zuid verbinding houdt het park bij elkaar. In het noordelijke deel, heeft het een monumentaal karakter dat richting het zuiden verandert in een moderne, architectonische sfeer. Nu worden er vanaf dit pad het pierebad, een (kleine) speeltuin en de kruiden (artsenijen) tuin ontsloten. De bedoeling is dit in de toekomst uit te bouwen. Aan de rand van het park kunnen her en daar meer bijzondere functies worden gekoppeld. De monumentale stadstuin Deze zone, het oude traditionele park, is duidelijk begrensd door water. De huidige kenmerken worden verder versterkt; de kwaliteit
van een arboretum, bloemen- en plantentuinen, geen doorgaande routes maar romantische routes geschikt voor dwalen en wandelen. Een echte stadstuin waar rust heerst. Het ‘s avonds afsluiten van deze zone kan worden overwogen. De groene passage Dit is de zone waar alle doorgaande fiets- en looproutes samenkomen. De openbaarheid is er groot en het type gebruikers heel gevarieerd. Dit gebied heeft het karakter van een monumentaal stadspark met mooie paden. Ook in de toekomst zal de doorgaande/ verbindende functie blijven, de hoeveelheid bewegingen neemt alleen maar toe. Het museum bevindt zich hier, de architectonisch interessante kapel en het convict kan hier met een nieuwe functie in het park worden opgenomen . De zone zal zich in de toekomst aan de zuidkant uitstrekken tot het dok. Al deze bewegingen maken het een ontmoetingsplek bij uitstek. Dit deel kan met mooie grote landschappelijke elementen worden ingericht, zo vormt het een contrast met het intieme karakter van de stadstuin.
gebruikt en trekt meer voorzieningen naar zich toe. De voorzieningen en soortgelijk programma zoals een skatebaan etc. worden in deze zone geplaatst. De rand De zone waarin nieuwe bebouwing van de Zuidas komt. De ideevorming hieromtrent is nog niet afgerond maar een mogelijkheid is om het park op en ten zuiden van de rijksweg op hoogte door te zetten tot aan de Beethovenstraat. Op deze manier is het maaiveld zo goed als vrij van straatjes met parkeerplaatsen, omdat onder dit verhoogde maaiveld kan worden geparkeerd. De ruimten tussen de Zuidasbebouwing kunnen een parkachtige kwaliteit krijgen, met tuinen, terrassen en voetpaden. Onder het verhoogde park aan de Beethovenstraat kunnen voorzieningen worden ontwikkeld. De bebouwing wordt ontsloten vanaf de Beethovenstraat. De koppen van de blokken staan dus echt in het park.
Het recreatiepark Het karakter van dit nieuwe deel van het park wordt volstrekt anders dan de rest. De sportvelden van de Amsterdamse voetbalclub AFC blijven een vast gegeven voor het park, wel verandert de configuratie. Elk veld wordt op een terras geplaatst. De terrassen lopen in hoogte op richting het dok. Deze zone is dus nu en nog meer in de toekomst een zone die het meest intensief zal worden gebruikt. Juist in deze zone van het park zijn er nieuwe groepen gebruikers zoals sporters in clubverband en hun publiek. Dit deel van het park wordt intensiever
25
Wensbeeld over 20 jaar - Karakteristieken - Gebruikers - Programma - onderverdeeld in de zones
De stadstuin
De ruggengraat
De groene passage
Het recreatiepark
Romantisch Klassiek Verborgen Verzorgd Kleurrijk Bewoners Bezoekers
Monumentaal Modern Kamers Robuust Formeel Bewoners
Sculpturaal Modern Dynamiek Robuust
Architectonisch Hypermodern Terrassen Zeer intensief
Bezoekers Werknemers Passanten
Werknemers
Werknemers
Scholieren / Studenten Sporters Bomen Gras
Scholieren / Studenten
Passanten
Bomen - collectie (arboretum) Struiken Siertuin Vaste plantentuin(en) Gras
Bomen Struiken Artsenijtuin, kruidentuin Omsloten bloementuin Geurtuin / zintuigentuin Gras
Bomen Gras
De rand Urbaan Verborgen Variatie in schaal Veelzijdigheid Bewoners
Bomen Tuinen Hagen (tuinafscheidingen) Gras
Kleine speelplaatsjes
Speeltuin, zandbak Speelvijvertje/ badje Strandje, (Beach)volleybal Skatersroute
Trim- rekcircuit Skatebaan / skatersroute Halfpipe Voetbal en andere georganiseerde sport Openbare tennisveld(en) Trapveldjes
Grote vijver met speelmogelijkheden Trim- rekcircuit Vijver Waterval Fonteinen
Vlinders Amfibieën Vogels
Waterplein Vlonder Fonteinen
Grote kunst object(en)
Exposities Kunstmarkt (RAI) Peuterspeelplaatsen Speelweide Hondeweide Waterplanten Eendenvijver Hondespeelplaats Vlonders Fonteinen
Voorzieningen in plint van Zuidasbebouwing Café Restaurant Terrassen
Café Eethuisje ( lunchroom/ theehuisje) Kiosk Muziekkapel
Café Restaurant
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen, evt. ook over de Beethovenstraat
Vijver Boelegracht
Functionele kunst Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen
Toprestaurant, sportkantine Kiosk(en) Voorzieningen in plint voetbalvelden
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen
Beelden
De Zuidasbebouwing
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen
Wandelpaden (rolstoel-) Bruggen
Het Parkgebouw Tuinhuis, follie
Paviljoens Groen Fauna
26
Paviljoens Spelen Water
Kunst Horeca
Infrastructuur Bebouwing
6. WENSBEELD Het Beatrixpark onderscheidt 6 typen gebruikers. Bewoners, bezoekers, werknemers, passanten, scholieren/ studenten en sporters. De grootste groep bewoners wordt nu en zal gevormd worden door alleenstaanden en 2-verdieners zonder kinderen. De huidige bewoners zullen het meest het oude park gebruiken. Nieuwe voorzieningen in dit deel zijn niet echt nodig m.u.v. kleinschalige horeca. De rust en ruimte nabij hun huis is waar ze naar op zoek zijn. Onder bezoekers wordt verstaan de ‘bewuste’ bezoekers. Te denken valt aan toeristen die naast de bijzondere architectuur en stedenbouw in de Zuidas een bezoek brengen aan het park. Dit type gebruiker zal naar het park komen als het park zich onderscheidt van een willekeurig ander park. Een bijzondere vormgeving, de aanwezigheid van bijzondere (sculpturale) elementen en stedelijke voorzieningen. De werknemers zullen het park vooral tijdens de lunchpauze gebruiken. Deze groep gebruikers komt in het park als er een lunchcafé / restaurant is, voldoende zitelementen in het park zijn en /of de mogelijkheid bestaat niet te ver van de werkplek een interessante rondwandeling te maken. De passanten zijn de niet-bewuste bezoekers van het park zoals fietsers en wandelaars. Voor de passanten is goede infrastructuur
zonder omwegen belangrijk. Een enkele keer zullen ze stoppen. Stedelijke voorzieningen langs de routes kunnen daarvoor een reden zijn. De scholieren /studenten komen naar het park voor sport- en speelvoorzieningen. Het best is als deze aan de randen van het park liggen, naast /dichtbij de schoolbebouwing. Naast de sport- en speelvoorzieningen, zoals skateroutes, zijn hangplekken voor in de pauzes of na school gewenst. De laatste groep gebruikers zijn de sporters in clubverband. Deze gebruikers komen puur voor de sportvoorzieningen en het clubhuis naar het park. Naast de sporter is er ook het publiek. Naar aanleiding van een aantal bijeenkomsten met vertegenwoordigers en gebruikers van het park is in brainstormsessies een lijst met programmapunten opgesteld die mogelijk interessant zijn. Deze worden in het ruimtelijk plan geïntegreerd op geschiktheid. Deze zijn: Groen: Bomen Bomen – collectie (arboretum) Struiken Siertuin Vaste plantentuin(en) Artsenijtuin, kruidentuin Omsloten bloementuin Geurtuin / zintuigentuin (Privé)tuinen Hagen (tuinafscheidingen) Gras Fauna: Vlinders Amfibieën Vogels
Spelen: Speeltuin, zandbak Speelvijvertje/ badje Peuterspeelplaatsen Kleine speelplaatsjes Speelweide Strandje, (Beach)volleybal Trapveldjes Grote vijver met speelmogelijkheden Hondeweide Skatebaan / skatersroute Trim- rekcircuit Halfpipe Voetbal en andere georganiseerde sport Openbare tennisveld(en)
Water: Waterplanten Vlonder Eendenvijver Hondespeelplaats Vijver Waterplein Waterval Fonteinen Vijver Boelegracht Kunst: Beelden Exposities Kunstmarkt (RAI) Grote kunst object(en) Functionele kunst Horeca: Café Eethuisje ( lunchroom/ theehuisje)
Restaurant Toprestaurant Kiosk Muziekkapel Sportkantine Voorzieningen in plint voetbalvelden Voorzieningen in plint van Zuidasbebouwing Terrassen Infrastructuur: Wandelpaden (rolstoel-) Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen Bebouwing: Tuinhuis, follie Paviljoens Het Parkgebouw De Zuidasbebouwing
De illustratie op de pagina hiernaast (‘de matrix’) is een samenvatting van het voorgaande. De karakteristieken van de zones, de gebruikers, het programma zijn in één schema gevat. Leeswijzer ‘De matrix’ is grofweg onder te verdelen in 3 delen. Karakteristieken van de zone (in zwart), gebruikers (in geel), en programma ( in de rest van de kleuren). Getracht is om bij het programma niet alleen de programmapunten te benoemen maar ook de verschillende soorten programma te wegen. Zo is bij de stadstuin het aandeel groen beduidend groter dan in de rand, terwijl de hoeveelheid infrastructuur beduidend kleiner is in de stadstuin dan in de groene passage. De kleuren van de soorten programma worden verklaard direct onder het schema.
27
De stadstuin Romantisch Klassiek Verborgen Verzorgd Kleurrijk Bewoners Bezoekers
Bomen - collectie (arboretum) Struiken Siertuin Vaste plantentuin(en) Gras
Vlinders Amfibieën Vogels
Peuterspeelplaatsen Speelweide Hondeweide Waterplanten Eendenvijver Hondespeelplaats Vlonders Fonteinen
Beelden
Wandelpaden (rolstoel-) Bruggen Tuinhuis, follie
28
De ruggengraat Monumentaal Modern Kamers Robuust Formeel Bewoners
Passanten
Bomen Struiken Artsenijtuin, kruidentuin Omsloten bloementuin Geurtuin / zintuigentuin Gras
Speeltuin, zandbak Speelvijvertje/ badje Strandje, (Beach)volleybal Skatersroute
Waterplein Vlonder Fonteinen
Exposities Kunstmarkt (RAI)
Café Restaurant
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen
Paviljoens
29
De groene passage Sculpturaal Modern Dynamiek Robuust
Bezoekers Werknemers Passanten
Bomen Gras
Grote vijver met speelmogelijkheden Trim- rekcircuit Vijver Waterval Fonteinen
Grote kunst object(en)
Café Eethuisje ( lunchroom/ theehuisje) Kiosk Muziekkapel
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen
Paviljoens
30
Het recreatiepark Architectonisch Hypermodern Terrassen Zeer intensief
Werknemers Scholieren / Studenten Sporters Bomen Gras
Trim- rekcircuit Skatebaan / skatersroute Halfpipe Voetbal en andere georganiseerde sport Openbare tennisveld(en) Trapveldjes
Vijver Boelegracht
Functionele kunst Toprestaurant, sportkantine Kiosk(en) Voorzieningen in plint voetbalvelden Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen Het Parkgebouw
31
De rand Urbaan Verborgen Variatie in schaal Veelzijdigheid Bewoners Werknemers Scholieren / Studenten Bomen Tuinen Hagen (tuinafscheidingen) Gras
Kleine speelplaatsjes
Voorzieningen in plint van Zuidasbebouwing Café Restaurant Terrassen
Voetpaden (rolstoel-) Fietsroutes Bruggen, evt. ook over de Beethovenstraat
De Zuidasbebouwing
32
RUIMTELIJK PLAN
33
Ruimtelijk model
Referentiebeelden dok
Doorsnede stadstuin - passage - dok
34
7. RUIMTELIJK PLAN Het Ruimtelijk Plan is een uitwerking van het Wensbeeld voor de periode van 2005 tot 2010, de pré-dok-fase. In de pré-dok-fase bestaat alleen het huidige park. Het huidige park kan niet in zijn geheel worden aangepakt in de pré-dok-fase omdat onduidelijkheden over de ontwikkeling van het dok en museum en ook de benodigde werkruimte voor de aanleg van dok en museum een deel van het huidige park later nog zullen beïnvloeden. Het Wensbeeld levert een nieuwe zonering van het park, anders dan voorzien in voorgaande ontwerpen. De zones zijn de stadstuin, de groene passage, de ruggengraat en het recreatiepark. Omdat deze zonering een andere ruimtelijke uitwerking impliceert dan voorheen en nu niet voor het gehele (huidige) park een ruimtelijk plan wordt gemaakt was het noodzakelijk een ruimtelijk model te ontwikkelen voor het park na voltooiing van het Dokmodel (p. 34). Belangrijk uitgangspunt in dit model is dat de overgang naar het dok duidelijk zichtbaar wordt gemaakt. Voorgesteld wordt een ‘harde’ overgang tussen huidige park en uitbreiding over het dok. Ideeën zijn een combinatie van een sculpturaal vormgegeven dijklichaam met water en / of een cascade met een waterval (zie
referentiebeelden) Motivatie van een wat hardere i.p.v. glooiende overgang van de groene passage naar het recreatiepark is dat de groene passage vlak blijft en voor de vele fiets- en voetpaden in deze zone goed begaanbaar is. Bovendien kan (tenminste een groot deel van) het water uit de Natte Vallei gehandhaafd blijven. Ter illustratie: in de visie 2001 werd het uitgangspunt gehanteerd dat het park geleidelijk in hoogte op zou lopen richting dok. De maquette, zoals die nu in WTC staat, illustreert dit uitgangspunt. De vaste punten zijn: - als noordelijke grens de belangrijke oostwest fietsroute - als zuidelijke grens een oost-west fietsroute - een scherpe overgang van het recreatiepark op het dok naar dit gebied, deze overgang maakt het mogelijk dat het water en delen van de boombeplanting van de Natte Vallei kunnen worden gehandhaafd en mogelijk uitgebreid - het handhaven en mogelijk uitbreiden van het water van de Natte Vallei, concept: passage op een eiland - een westelijke route door de passage vanuit de stadstuin naar het recreatiepark
Fasering aanpak park
35
-
de mogelijkheid dat de kapel wordt gehandhaafd Met het oog op dit toekomstige model is het Ruimtelijk plan gemaakt voor het deel van het park in de pré-dok-fase. Hieruit volgt een aantal ingrepen in het park. De voorgestelde maatregelen zullen volgens de huidige inzichten, in de periode 2005 tot 2010 worden uitgevoerd. Het ontwerp Zoals eerder gezegd, het ontwerp van Jacoba Mulder wordt gehandhaafd. Het plan moet worden gezien als een ‘reconstructie’ van het oude ontwerp. De voorgestelde maatregelen voegen extra kwaliteit en (opnieuw) helderheid toe. De hier voorgaande inventarisatie (inclusief de historische ontwikkeling), de analyse van knelpunten en het wensbeeld zijn basis voor het plan. Een aantal algemene uitgangspunten is gebruikt om het park te verbeteren; - Oude doorzichten worden hersteld - De ruimtelijke werking van de randen en de entrees worden versterkt - De herkenbaarheid van de ruimtelijke elementen (zoals de grote veld) wordt vergroot - Vanuit landschappelijke principes worden keuzes gemaakt voor open / dichte begroeiing. - Het - door een reeks toevoegingen (bijv. vanuit de Floriade in 1972) verloren gegaan -‘park karakter’ wordt hersteld. - Het karakter van de verschillende zones wordt aangescherpt. De thema’s Het Ruimtelijk Plan betreft de ‘stadstuin’ en een
36
deel van de ‘ruggengraat’. Aan de basis van het Ruimtelijk plan staat een aantal thema’s van het huidige ontwerp: de entrees, de randen, het water en de oevers, de beplantingsopbouw, de padenstructuur en de cirkelvormige elementen. De entrees Op één enkele na zijn de huidige entrees niet ontworpen maar ‘ontstaan’. De noordentree bij de Diepenbrockstraat bijvoorbeeld is absoluut niet herkenbaar als een entree van een park, andere ingangen zijn niet gemarkeerd, ongemerkt fietst men het park in. Doel is deze opnieuw te bezien en tot een volwaardig onderdeel van het park te maken. De randen Het uitgangspunt is een contrast tussen de randen van het park en het park zelf. Een voorbeeld is de westkant van het park: in de stadstuin is een intieme sfeer. Aan de andere zijde van het water, de buitenrand, is gekozen voor een open beplanting van solitaire bomen op het gras. Het water en oevers De stadstuin wordt omgeven door water. Er is verschil tussen de omvang en dus verschijning van het water om de stadstuin heen en het water binnen de stadstuin. Dit verschil zal op sommige plaatsen versterkt worden door het water eromheen te verbreden. Op één plaats wordt het zo verbreed dat er een eiland kan worden gemaakt in het water. In het oorspronkelijke plan van Jacoba Mulder was er op dezelfde plek een eiland; in de loop van de tijd is dit verdwenen.
Door een verschil te maken in de vormgeving en beplanting van de oevers wordt de binnen- en buitenkant van de stadstuin aangegeven. Beplantingsopbouw De stadstuin, het oude traditionele park, is duidelijk begrensd door water. De huidige kenmerken worden verder versterkt; de kwaliteit van een arboretum, bloemen- en plantentuinen, geen doorgaande routes maar romantische routes geschikt voor dwalen en wandelen. Een echte stadstuin waar rust heerst. In de beplanting zal de afwisseling tussen open en gesloten, doorzichten versus intieme delen versterkt / hersteld worden. De ruggengraat, de noord-zuidverbinding houdt het park bij elkaar. Het noordelijke deel van de ruggengraat heeft een monumentaal karakter, richting het zuiden verandert dit in een eigentijdse sfeer. Nu worden er vanaf dit pad het zwembadje inclusief de (kleine) speeltuin en de Artsenijhof ontsloten. De Artsenijhof wordt omsloten door taxushagen van ongeveer 1 meter hoogte. Binnen deze hagen staan hier en daar solitaire bomen. Dit gewaardeerde beeld wordt in de toekomst doorgezet: de diverse gebiedjes aan weerszijden van de noord-zuidverbinding worden omsloten door heggen/hagen. In deze kamers is er ruimte voor bijzondere functies; dit is later in te vullen met de gebruikers. De beplantingsopbouw is als volgt: hagen van ongeveer 1 meter hoogte, waarboven doorzicht mogelijk is. In de kamers staan bomen onder welke kronen nog doorzicht mogelijk is. Zo is er intimiteit op het laagste niveau (de haag) terwijl er op ooghoogte of vanaf de fiets de nodige transparantie is.
De padenstructuur Door de stadstuin loopt een stelsel van formele en informele paden. De informele paden bevinden zich vooral in en rondom de grote speelweide. De ruggengraat wordt doorsneden door onnodig brede paden. Uitgangspunt is de paden aan de randen van bestaande parkruimtes te positioneren en ze meer parkachtig te maken zodat ze minder detoneren met de omgeving. Cirkelvormige elementen De vijver bij de vaste plantentuin is een element uit het oorspronkelijke ontwerp. Het zwembadje en de Floriade-cirkels zijn later toegevoegd. Enkele van deze Floriade-cirkels zullen worden gehandhaafd. Cirkels zijn een terugkerend element in het ontwerp en kunnen in de toekomst nog steeds worden gebruikt mits deze het park niet gaan domineren. De versterking van de zones De stadstuin De stadstuin is één van de zones uit het Wensbeeld, hieronder wordt het oude parkdeel verstaan. Belangrijk uitgangspunt in het Wensbeeld is dat de stadstuin niet alleen in zijn geheel behouden blijft maar dat de bestaande karakteristiek zal worden versterkt. De karakteristieken zoals benoemd in het Wensbeeld zijn romantisch, klassiek, verborgen, verzorgd en kleurrijk. In het Ruimtelijk plan zijn een aantal ingrepen terug te voeren op het maken van een duidelijke begrenzing van de stadstuin. De stadstuin is een eiland en dat karakter wordt versterkt. Om dit te bereiken wordt het water op een aantal punten verbreed en de oever en Gewenste beplantingsopbouw
37
oeverbeplanting aangepast. Andere ingrepen zijn het aanpakken van de entrees, het scherper definiëren van ruimten zoals de grote speelweide en het opruimen en opknappen van paden. Ruggengraat In het huidige park is verder nog een deel van de zone de ruggengraat gelegen. De karakteristieken zoals benoemd in het Wensbeeld zijn monumentaal, modern, kamers, robuust en formeel. Dit is gebaseerd op de aanwezigheid van twee kamers in het park, het zwembad en speelplek én de Artsenijhof. De eerste wordt in het Ruimtelijk plan versterkt door het plaatsen van een haag; andere kamers worden toegevoegd. De groene passage Niet voor het gehele huidige park is een Ruimtelijk plan gemaakt. Voor het zuidelijke deel van het park wordt de mogelijkheid geboden flexibel in te spelen op de toekomstige ontwikkelingen voor het dok, de eventuele derde afslag en het museum. De grens van het Ruimtelijk plan is op basis van het Ruimtelijk model gekozen (zie blz.34). Het fietspad vormt een logische ruimtelijke grens. De grens is de bestaande Pr. Irenestraat ten noorden van het Nicolaaslyceum en in het verlengde daarvan het pad - langs de vijver van de Natte Vallei - naar de RAI. Deze straat en dit pad worden een onderdeel van de belangrijke fietsroute in de Zuidas van de Schinkel naar de Amstel. Deze route is vastgelegd in het kwaliteitsplan ZuiderAmstel uit 2001 en is ook opgenomen in de studies voor de noordzone van de Zuidas. Huidige situatie park
38
Het zuidelijke deel van het park moet flexibel blijven i.v.m. de toekomstige ontwikkelingen voor het dok, de eventuele derde afslag en het museum. De tijd waarop de inrichting hiervan zich afspeelt is daarvan afhankelijk, daarom wordt het ook wel tussenfase genoemd. Voor dit deel is er het Ruimtelijk Model gemaakt (zie blz. 34) Dit deel is in het Wensbeeld de zone groene passage. De karakteristieken, zoals benoemd in het Wensbeeld zijn: sculpturaal, modern, dynamiek en robuust. Voor de uitwerking van de concrete projecten volgend uit deze studie is het noordelijke deel van het Beatrixpark onderwerp, zoals aangegeven met een werkgrens in de tekening hiernaast. In verband met de vereiste flexibiliteit van het zuidelijke deel zijn hier nog geen projecten benoemd.
werkgrens Ruimtelijk Plan
39
Accenten Ruimtelijke ingrepen
7.2 Concrete verbeteringen De voorstellen voor de verbeteringen in het huidige park zijn tot stand gekomen door de wensen uit diverse workshops met de betrokkenen en de doelstellingen zojuist beschreven met elkaar te combineren en optimaliseren. De voorstellen zijn zoveel mogelijk opgedeeld in losse projecten. Er zijn twee soorten voorstellen: 1 - de accenten; dit zijn beheerachtige maatregelen 2 - de verbeteringen voortkomend uit het Ruimtelijk Plan; dit zijn de ruimtelijke ingrepen De accenten 1 Borden bij entrees Omschrijving: Borden bij 5 entrees plaatsen; naam, gebruiksaanwijzing park, plattegrond en omschrijving Motivatie: Beatrixpark meer bekend maken bij het grote publiek; ingangen markeren; park meer voelbaar maken. Verzoek van Vrienden van het Beatrixpark.
Concrete verbeteringen
40
2 Hekken bij entrees Omschrijving: Hekken bij 5 entrees plaatsen Motivatie: Ingangen markeren; Slordige fietssluizen
vervangen door mooie hekken 3 Cirkelpad, zitje en speelweide Omschrijving: Cirkels ( toevoeging uit de Floriade-tijd; bedoeld voor bloemen) verwijderen, overgebleven pad stroomlijnen (met hetzelfde materiaal). Het verhoogde zitje in oude staat herstellen. Grasveld opknappen Motivatie: De cirkels passen niet bij het oorspronkelijke ontwerp, bovendien zijn ze in zeer slechte staat en kunnen grote delen van het gras niet worden gebruikt. 4 Schutting Vaste plantentuin Omschrijving: De schutting opknappen (schoonspuiten, PM verven), het Floriade-dakje vervangen. Motivatie: De schutting is vervallen, bovendien zijn al veel planken eruit gesloopt.
speeltoestellen op de speelplek. Halfhoge heg om de speelplaats plaatsen. PM andere ondergrond, bij voorkeur zand onder speeltoestellen. Motivatie: De speeltoestellen zijn verouderd. Het hekwerk maakt de plek wat veiliger en meer afgebakend en beheersbaar (geen honden). 7 Meubilair - banken en prullenbakken Omschrijving: Banken en prullenbakken vervangen en nieuwe banken toevoegen; PM enkele oude banken verplaatsen naar de Natte Vallei (tijdelijk) Motivatie: Het park wordt een chiquer plaatje. Door minder en duurzamere banken zullen de beheerkosten minimaal gelijk blijven ( NB opnemen in Beheerplan)
5 Floriade-dakjes Omschrijving: Twee Floriade-dakjes vervangen door alternatief. Motivatie: De ‘afdakjes’ zijn in een vervuilde en verwaarloosde staat zodat weghalen de enige optie is.
8 Zitrand ereplateau Omschrijving: Houten paaltjes vervangen door gemetselde zitrand van hergebruikte keitjes uit project 3. Motivatie: Het ereplateau is in potentie al erg goed, een opknapbeurt maakt het weer een belangrijk element.
6 Speelplek bij zwembadje Omschrijving: Het vernieuwen en toevoegen van
9 Lichtmasten Omschrijving: Lichtmasten schilderen en sommige
verplaatsen Motivatie: Het park wordt een chiquer plaatje 10 Kiosk / ambulante handel bij speelplek Omschrijving: Kioskje plaatsen bij speelplek (bijv. ijscokraam) Motivatie: Kioskje kan in de consumptiebehoefte voorzien en de speelplek wordt beter gebruikt 11 Levendigheid in het park Omschrijving: Levendigheid in het park door toevoegen van horeca en strand Motivatie: Door horeca krijgt deze RAI-kant naar het park en de havenkom toe een levendige voorkant i.p.v. een saaie achterkant. Als de kapel blijft staan, moet er wel een functie in! Verzoek van Vrienden van het Beatrixpark. 12 Bestaande electriciteitshuisjes inpakken Omschrijving: Bestaande electriciteitshuisjes bekleden met trespa voorzien van een anti-graffitilaag Motivatie: De electriciteitshuisjes vallen zo minder op in het park.
41
De ruimtelijke ingrepen De projecten zijn geordend per thema. Er zijn een viertal thema’s: Entrees, watergangen, meer parkachtige paden en achterkant RAI.
Entrees A Entree Dopperkade Omschrijving: Groen rondom bebouwing doorzetten. Aandacht voor bestrating op brug. Motivatie: Entree meer zichtbaar, voelbaar maken vanaf de Beethovenstraat door hofkarakter te versterken
B Entree Diepenbrockstraat (n-entree) Omschrijving: Entree versmallen en oppeppen door het hele gebied omkaderd door water
42
(omvang: 100 m bij 75 m) een duidelijke invulling en thema te geven. Bijvoorbeeld het toevoegen van paden en een duidelijke keuze van beplanting. Motivatie: De entree behoeft verbetering. Als eerste ‘kamer’ van de ruggengraat kan deze verbetering ook een impuls geven voor het oppeppen van het park in de toekomst.
C Entree vanuit RAI Omschrijving: Idee loper / inrichting RAI doorzetten (integraal ontwerp maken) tot aan voetfietspad ruggengraat. Accent of groen in RAI doorzetten Motivatie: Meer aanwezige entree en duidelijkere belijning park.
D Entree bij Irenestraat-noord Omschrijving: Meer groen en bomen in de Irenestraat bij de aansluiting met de Beethovenstraat en beter stroomlijnen weg en fietspad (rekening houdend met hoofdfietsroute Zuidas door RAI en IrenestraatRoeskestraat) Motivatie: Door de entree bij de Beethovenstraat beter te stroomlijnen en in te planten is het ook als entree van een park voelbaar i.t.t. nu.
Watergangen E Watergang stroomlijnen Omschrijving: Water toevoegen bij lang grasveld. Motivatie: Smal slootje met verbindingsstukje verbreden tot een gestroomlijnde watergang die beter waarneembaar is vanuit het park en bovendien een betere doorstroming verzorgt.
F Nieuwe ruimte Omschrijving: Water maken ter plekke van een wandelpad en beplanting uitdunnen. Motivatie: Door water te maken kan een nieuw eiland / nieuwe ruimte worden gecreëerd in het park, de parkstructuur wordt zo verbeterd.
G Water verbreden Omschrijving: Water verbreden en stroomlijnen. Motivatie: Enkele watergangen in de stadstuin zijn te smal geworden, de doorstroming is minimaal en de ruimtelijke kwaliteit laag. De watergang wordt op deze plek zo verbreed dat er bovendien een vloeiendere vorm ontstaat.
H Water om stadstuin - noord Omschrijving: Water verbreden en doortrekken tussen woningen en noordentree. Motivatie: Door water om stadstuin te verbreden ontstaat een duidelijkere rand. Door het water door te trekken worden de bestaande woningen door water gescheiden van de noordentree.
I Water om stadstuin – noord, bij vaste plantentuin Omschrijving: Water verbreden, oftewel herstellen in oorspronkelijke vorm. Motivatie: Door water om stadstuin te verbreden ontstaat een duidelijkere rand. Bovendien komt de voorgestelde lijn voort uit het oorspronkelijke ontwerp.
J Water om stadstuin - zuid Omschrijving: Water verbreden, evt. een eiland aanbrengen. (geschiedenis).Struweel weghalen, waardevolle bomen behouden. ’Verblijfsoever’ maken, net als westoever van het park Motivatie: Door het water te verbreden en het struweel weg te halen wordt het zicht op park(rand) vanuit Irenestraat vergroot. Bovendien zorgt de transformatie naar een ‘verblijfsoever’ ervoor dat het park fysiek wordt vergroot.
Meer parkachtige paden K Fiets- en voetpad Omschrijving: De hoeveelheid verharding verminderen, door óf het samenvoegen van de twee
43
paden óf het versmallen óf het anders materialiseren. Motivatie: Er is teveel verharding aanwezig. De toch al smalle zone van het park wordt teveel gedomineerd door paden.
L Betere parkruimtes door vermindering paden en nieuwe oeverlijn. Omschrijving: Oost-west fietsvoetpad opheffen en twee oost-west voetpaden opwaarderen tot fietsvoetpad. Noord-zuid voet- en fietspad bundelen / stroomlijnen. Veranderen oeververloop, vergroten waterpartij. Beplanting uitdunnen, beeld nastreven: bomen op gras. Motivatie: Een grote ongeconditioneerde parkruimte creëren i.p.v. een wirwar van paden. Door het ‘wateraanhangsel’ op te heffen ter plaatse van het water om de stadstuin en dit toe te voegen bij de vijver ontstaat een mooiere ruimte.
44
en krijgt zo een grotere attractiewaarde. Deze kan een impuls geven voor actie bij de RAI.
Achterkant RAI M Westhal RAI Omschrijving: Opgaande beplanting aanbrengen evt. in kooiconstructie Motivatie: De bedoeling is de hal van de RAI zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken door het introduceren van een groen natuurlijk scherm.
N Parkruimte bij havenkom RAI. Omschrijving: Opwaarderen van ruimte cq. plantvak bij havenkom door dit een duidelijke invulling en thema te geven. Bijvoorbeeld het toevoegen van paden en een duidelijke keuze van beplanting, vlonder. Op de tekening is dit nog niet aangegeven. Motivatie: Dit is één van de kamers in de ruggengraat
O Irenestraat-noord bij Nicolaaslyceum, kapel en convent. Omschrijving: Noordelijke rij populieren vervangen door andere bomen (platanen). Voetpad en parkeerplekken aldaar groen maken. Motivatie: De populieren zijn al zo oud dat ze binnenkort moeten verdwijnen. Door het vervangen van de ‘hoogstammige’ populieren door ‘laagstammige’ bomen wordt een dichter groen scherm gecreëerd. In de toekomst vormt deze nieuwe laanbeplanting een logische begeleiding van de hoofdfietsroutre en vormt een scheiding tussen het oude en het nieuwe parkdeel.
BEELDKWALITEIT
45
nieuwe elementen
46
8 . B E E L D K WA L I T E I T P L A N Het Beeldkwaliteitplan beschrijft het meubilair, de elementen en de bestrating in het park. Het doel is het park chiquer en meer beheerbaar te maken. Dit doel wordt bereikt door meer eenduidigheid in het park aan te brengen. Dat betekent bijvoorbeeld : dezelfde type banken en prullenbakken en de keuze voor één kleur groen, “Beatrix-groen’. In dit plan zijn voorstellen opgenomen, vooral voor het meubilair en de materialisering. Deze voorstellen zullen stap voor stap bij aanpassingen in het Beatrixpark worden uitgevoerd. De voorstellen worden getoond aan de hand van beeldmateriaal, principeschetsen en details.
Leeswijzer De twee naast elkaar liggende pagina’s zijn telkens op dezelfde wijze opgebouwd. Op de eerstvolgende pagina links wordt de collectie van alle elementen, nu aanwezig in het park, getoond. Op de rechterpagina volgt dan het kaartje met daarop aangegeven: elementen te vervangen op de huidige plek, elementen te verwijderen, en elementen toe te voegen of te vervangen. Ook wordt op deze bladzijde het voorstel voor het nieuwe type element getoond.
Op de volgende pagina’s is getracht een zo volledig mogelijke inventarisatie te geven van alle meubilair, bestrating en overige elementen in het park. Foto’s worden getoond van de in het park verschillende typen meubilair; op het bijgevoegd kaartje wordt de plaats van alle meubilair aangegeven. Deze inventarisatie constateert een enorme verscheidenheid en een enigszins armoedig beeld van het meubilair en de verharding. Het uitgangspunt het Beatrixpark chiquer te maken wordt hier vertaald in het kiezen van één type bank, afvalbak (etc.) met de gewenste uitstraling. De stelling is dat het Beatrixpark een enorme metamorfose ondergaat als al het meubilair zijn vervangen.
47
48
Banken Er zijn nu vijf verschillende banken in het park. Een enkele canapébank, de Amsterdamse straatbank, een rode metalen bank, de betonnen bank met houten latten (bij de Rai) en de straatbank zonder leuning (bij het kinderbadje). In het Beeldkwaliteitsplan wordt voorgesteld om een beperkt aantal typen banken te gebruiken. De nieuwe bank in het Beatrixpark is de Engelse parkbank in blank hout. Uitzondering vormt een aantal bijzondere plekken. In de rand rondom het kinderbadje bijvoorbeeld worden de straatbanken zonder leuning gehandhaafd. Deze passen bij het historisch ontwerp. Ook bij de RAI kunnen de banken worden gehandhaafd. Ook de lange lijn, de noord-zuidverbinding in de ‘ruggengraat’ kan benadrukt worden door een bijzondere bank, bijvoorbeeld een betonnen bank. Op een aantal plekken zullen de banken niet worden vervangen maar verdwijnen omdat er al zitgelegenheid genoeg in de buurt is of omdat de plek zich er niet voor leent. Bijvoorbeeld bij de Vaste Plantentuin en op de speelweide bij de Floriade-cirkels.
49
opstelling bank - afvalbak - bank op pad
opstelling bank - afvalbak - bank op hergebruikte klinkers (10*10) op gras
50
Plekken waar juist banken worden toegevoegd zijn: de oosthoek van de grote speelweide (in de avondzon), in de Artsenijhof en bij de havenkom van de RAI. De banken worden in combinatie met de afvalbakken geplaatst: tussen twee banken één afvalbak. Nu is de opstelling op elke plaats steeds weer anders. Bankjes op het gras staan op een vlak van (hergebruikte) klinkertjes. Banken langs een pad worden aan de zijkant op het pad geplaatst (zie afbeeldingen hiernaast) Totaal worden er 113 banken weggehaald, 77 Engelse parkbanken bijgeplaatst, 17 betonnen banken geplaatst en 1 lange Engelse parkbank (3 meter lang) geplaatst.
51
52
Afvalbakken Er zijn nu drie verschillende afvalbakken in het park. De Zuidas-afvalbak, type JC Decaux Standard, naar het Parijse model, wordt hier voorgesteld. Tussen twee banken worden één afvalbak geplaatst. De hele bak wordt in antracietkleur uitgevoerd. In totaal worden er 50 afvalbakken verwijderd en 20 blijven staan en 50 nieuwe geplaatst.
53
54
Lichtmasten Er staan nu Friso Kramer-masten in het park langs de doorgaande routes. In de stadstuin is nu geen enkele verlichting aanwezig. Dit blijft ook zo. De masten langs de doorgaande routes blijven staan. Alleen daar waar de routes ‘verplaatst’ worden schuiven de masten - vanzelfsprekend - mee! De masten krijgen alle een zwarte uitvoering. Langs de Prinses Irenestraat staan hoge lichtmasten, deze blijven staan omdat dit niettoekomstvast gebied is. Hetzelfde geldt voor de Friso Kramermasten in het niet-toekomstvaste gebied. In totaal worden er 30 masten geverfd, waarvan er 10 worden verplaatst. 32 Friso Kramer- en 21 hoge masten blijven onveranderd.
55
56
Borden Er staan nu op allerlei plekken in het park verkeers- en verbodsborden, op een enkele plek een informatiebord (de Artsenijhof). Deze borden staan meestal los op een paal in de grond. Uitgangspunt is deze borden zoveel mogelijk op hekken, bruggen of lichtmasten te bevestigen mits deze aanwezig zijn. De palen die nog nodig zijn dienen zwart geverfd te worden (evenals de lichtmasten) De verbodsborden, bijvoorbeeld een verbod voor honden, fietsers of auto’s moeten daarop worden bevestigd. Elke (belangrijke) entree zal ook voorzien worden van een informatiebord, met daarop een plattegrond, eventueel wat informatie over de geschiedenis van het park of over de stichting ‘Vrienden van het Beatrixpark’ en de regels van het park. Dit bord zal apart worden ontworpen, het kan niet bevestigd worden op de lage hekjes. De borden in het park moeten in kleuren worden uitgevoerd die niet detoneren met het park. Parijse parken zijn een goed voorbeeld. Daar is de rode kleur voor verbod vervangen door een bijvoorbeeld een kruis in de kleur groen. Borden dus met dezelfde boodschap als verkeersborden buiten een park maar in harmonie met een park.
57
58
Speeltoestellen Op twee plekken in het park zijn speeltoestellen aanwezig. De plek bij het basketbalveldje is niet toekomstvast, er wordt daarover geen voorstel gedaan voor een nieuwe inrichting. De plek bij het zwembadje is de andere plek. Hier staan veel evenwichtstoestellen en een speelhuis. In de hoek staat een zandbak. De toestellen zijn alle van hout en staan veelal op de verharding. De toestellen zijn in slechte staat. De toestellen dienen vervangen te worden. De zandbak als element kan wel blijven bestaan, voorstel is om de ondergrond zoveel mogelijk van zand te maken.
59
60
Hekken Er staan hekjes bij de diverse ingangen en rondom het basketveld. Deze laatste staan daar waarschijnlijk omdat er in het verleden veel via de voetpaden over het basketbalveldje werd gefietst en zo een kortere weg door het park werd genomen. De hekjes bij het basketbalveldje staan in het ‘niet-toekomst-vaste gebied’. Ze krijgen allemaal een korte termijnoplossing: een likje groene verf, zodat ze minder te detoneren met de parkomgeving. Het hek bij de Artsenijhof is een fraai hek dat opgeknapt dient te worden. Ook dient de tuin op slot te kunnen. De andere hekjes, bij de entrees, worden vervangen door toegangshekjes. Dat wil zeggen geen hek dat puur dient als fietssluis, zoals nu het geval is, maar een spijlen hek van ongeveer één meter hoog, kleur groen. Op het hek kunnen informatie- of verbodsborden worden bevestigd.
61
62
Paaltjes De paaltjes voorkomen het gebruik van het park als sluiproute voor gemobiliseerd verkeer. Ze staan vrijwel allemaal rond het Nicolaaslyceum. Dit is het niet-toekomstvaste gebied. Deze blijven dus staan voorlopig. Bij twee entrees wordt een enkel paaltje toegevoegd. De noordentree moet wel toegankelijk blijven voor fietsers, er kan dus geen entreepoort worden geplaatst, maar auto’s dienen te worden geweerd. Het plaatsen van het paaltje wordt integraal met het entreehek bekeken.
63
64
Zitelementen Er is een aantal zitelementen in het park. Hieronder worden betonnen, stenen of houten cirkels en/of randen verstaan, anders dan banken. De zitrand bij het Ereplateau wordt vervangen door (hergebruikte) keitjes, die in specie zijn gelegd. Dit is hetzelfde materiaal als de zitcirkels van de Floriade, deze laatste worden gerestaureerd. De betonnen zitcirkels bij de eendenvijver worden verwijderd.
65
66
Bloembakken Her en der staan bloembakken in het park. Ze veranderen regelmatig van plaats. In het voorjaar worden ze in het park gezet, meestal met bollen. In de toekomstige situatie worden alleen tijdelijk bij niet-aangepaste ingangen bloembakken geplaatst. Bij de andere ingangen zullen ze verdwijnen. Inplanten van bollen direct in de grond en / of in het gras verdient de voorkeur. In de legenda wordt dit aangeduid met nieuw.
67
68
Fietsenrekken Nu staan er alleen bij het zwembadje en op de kinderspeelplaats fietsenrekken. Het fietsenrek op de kinderspeelplaats wordt verwijderd. Bij enkele entrees (zie kaartje) worden nietjes toegevoegd, dit om de fietsers uit vooral de stadstuin,(daar waar zij niet toegestaan zijn) te weren. De huidige fietsenrekken worden vervangen door het nietje, ook elders in de Zuidas toegepast. Idee is om bij de ingang van de kinderspeelplaats ook ‘mini’nietjes te plaatsen voor kinderfietsen.
69
70
Kunst In (de matrix) in het Wensbeeld is aangegeven dat de stadstuin uitermate geschikt is als beeldentuin. In de stadstuin is nu voldoende kunst aanwezig, Deze staat goed opgesteld, is niet in één keer te overzien. Op termijn zou op een enkele plek een kunstwerk kunnen worden toegevoegd. In de ruggengraat staat in of bij een kamer een kunstwerk, dit idee kan doorgezet worden bij het maken van meerdere kamers.
71
72
Bruggen Op twee na, verschillen de bruggen alle van elkaar. Deze twee leiden allebei naar de stadstuin. Op termijn is het de bedoeling de bruggen, die naar de stadstuin leiden, alle van één familie te maken. De brug in de Vaste Plantentuin maakt onderdeel uit van een bijzondere plek en moet juist verschillend zijn. Voorlopig volstaat voor alle bruggen regulier onderhoud.
73
74
Oevers Er zijn drie typen oevers in het Beatrixpark. Oevers met een betonnen beschoeiing bij de Boerenwetering, beschoeiing van houten latten bij de vijver in de Natte Vallei, beschoeiing van houten paaltjes (perkoenpaaltjes) in de Stadstuin (op een enkele plek een beschoeiing met keien). De oevers met beschoeiing van houten perkoenpaaltjes komen het meeste voor in de stadstuin (type 3 in legenda). In de eindsituatie zullen alle buitenoevers zonder bovenwaterbeschoeiing het water inlopen. Een geleidelijke overgang oever-water met spontane vegetatie op de oeverrand. De zuidoever is al in een project ondergebracht, hier kan gedacht worden aan een meer ecologische inrichting.
75
76
Overige elementen Buiten de ‘bruikbare’ elementen staat er ook een aantal elementen in het park die vanuit het functioneren van het park niet direct nodig zijn maar bijvoorbeeld voor technische zaken onder het park; een opsomming: de electriciteitshuisjes: idee is deze te betimmeren met trespa in een onopvallende kleur. de glasbakken: deze moeten meer ingetogen worden uitgevoerd en onder de grond komen. brandkranen: alle in dezelfde uitvoering > rood fonteintjes: meer drinkfonteintjes met hondendrinkbak
77
78
Verharding Het park kent vele typen verharding. Binnen de stadstuin is er afgestrooid asfalt en halfverharding. Door het gras van de grote speelweide lopen informele paadjes van keitjes. Buiten de stadstuin bestaan de paden voornamelijk uit asfalt (zowel rood als zwart). Uitzondering zijn bijzondere elementen als bijvoorbeeld de Artsenijhof (gebakken klinkers). Geen enkel pad in het park wordt opgesloten door een band. Eén van de voorstellen is de rand bij het Ereplateau te vervangen door een rand van keitjes; dezelfde keitjes als op de informele paden en de drie zitcirkels uit de Floriade. Omdat gras en pad elkaar op dezelfde hoogte ontmoeten overgroeit het gras vaak de paden in de stadstuin. Resultaat is een slordig beeld. Om het park wat chiquer te maken is het voorstel om metalen bandjes als scheiding aan te brengen tussen gras en pad, waarbij het gras iets hoger ligt dan het pad en zo strak gemaaid kan worden. In het beheerplan dient een reservering opgenomen te worden voor het opsluiten van paden met deze metalen banden. Buiten de stadstuin zullen de asfaltpaden één kleur asfalt krijgen: zwart. Voorgesteld wordt ook deze paden strakker en chiquer te maken door ze op te sluiten met bijvoorbeeld een granieten band. Deze zijn wat meer aanwezig dan de metalen bandjes in de stadstuin, omdat dit beter past bij het karakter van de ruggengraat.
Huidige situatie Voorbeeld band
79
80
BEHEERVISIE
81
nummers plantvakken
82
9. BEHEERVISIE De beheervisie is een eerste aanzet voor het beheerplan dat door het stadsdeel Zuideramstel zal worden gemaakt. Het doel is een goede afstemming tussen beheer en de uitgangspunten van het wensbeeld en ruimtelijk plan. Erg belangrijk is een goede communicatie met de bewoners, waarmee de inbreng van hun belangen wordt verzorgd. Beheervisie Voor deze beheervisie worden twee delen onderscheiden in het bestaande park. Het deel dat volgens het Ruimtelijk Plan permanent wordt ingericht komt per plantvak aan de orde. Het tweede deel, het zuidelijke deel rondom de Natte Vallei, wordt niet uitgebreid doorgesproken, de bedoeling is dat het beheer de komende jaren op dezelfde wijze wordt voortgezet, geen grote veranderingen dus. Het permanente deel In dit deel worden (volgens het Wensbeeld) twee zones onderscheiden: De gehele stadstuin en een deel van de ruggengraat. De stadstuin heeft als karakteristieken: romantisch, klassiek, verborgen, verzorgd, kleurrijk. Het oude traditionele park, is duidelijke begrensd door water. De huidige kenmerken worden versterkt; de kwaliteit van een arboretum, bloemen- en plantentuinen, geen doorgaande routes maar romantische routes
geschikt voor dwalen en wandelen. Een echte stadstuin waar rust heerst. Het ’s avonds afsluiten van deze zone kan worden overwogen. De ruggengraat heeft als karakteristieken: monumentaal, modern, kamers, robuust, formeel. Deze noord-zuid verbinding houdt het nieuwe uitgebreide park bij elkaar. In het noordelijke deel, heeft het een monumentaal karakter dat richting het zuiden verandert in een moderne, architectonische sfeer. Nu worden er vanaf dit pad het pierebad, een (kleine) speeltuin en de kruiden (artsenijen) tuin ontsloten. De bedoeling is dit in de toekomst uit te bouwen. Aan de rand van het park kunnen her en der meer bijzondere functies worden gekoppeld. De stadstuin De stadstuin, het huidige traditionele park, heeft in essentie een goede opbouw. Gesloten en open delen wisselen elkaar af, ook de botanische kwaliteit is aanwezig. Het wensbeeld wijkt niet erg af van het huidige beeld. In de afgelopen 20 jaar zijn er echter niet altijd even duidelijke keuzes gemaakt in beheer waardoor delen die gesloten behoren te zijn open vallen door onderbeplanting die geen kans krijgt door de aanwezigheid van veel en/of grote bomen of juist andersom; kwalitatief minder hoogstaande onderbeplanting die de kwalitatief betere beplanting ‘wegwoekert’. Bijgaand kaartje brengt de ruimtelijke
uitgangspunten in beeld op basis waarvan keuzes zijn gemaakt. De cirkels staan voor dichte delen, de pijlen voor de open delen. De ruggengraat Het uitgangspunt voor de ruggengraat, de noord-zuidverbinding, kamers aan weerszijden van deze verbinding, is op één plek aanwezig: de Artsenijhof, hier hoeft dan ook weinig aan veranderd te worden. De omgeving van het zwembadje is in essentie goed; voorstel is wel om hier een heg omheen te planten om het kamergevoel te versterken. De andere delen worden rigoureuzer aangepakt. Naar aanleiding van deze grondige inventarisatie zijn de conclusies voor het beheer in het park dat er steken zijn gevallen in het beheer in de afgelopen 20 jaar, maar dat er geen grote beheer’problemen’ zijn in het park en dat de opzet en structuur van het park, vooral van de stadstuin, goed is. De richtlijnen voor het beheer en het nog op te stellen beheerplan zijn naar aanleiding daarvan een meer planmatige aanplant en beheer, daaronder wordt verstaan het aanwijzen van locaties voor dendrologisch interessante bomen, een betere balans tussen open en gesloten (zowel aan de buitenkant van het park als binnenin het park, bijv. langs de paden) en daar beheer op aanpassen, het consequent doorvoeren van gekozen beplantingsopbouw en meer nadruk op karakteristieken in het park zoals verwilderhoeken, kijkgroen
83
kabels en leidingen
84
zoals heersterbeplanting of rododendrons, coniferenhoeken, bosplantsoen, kleur en arboretumkwaliteit Communicatie Net als in het feitelijke beheer zijn in de communicatie van het stadsdeel naar de gebruikers van het park, van het stadsdeel naar de krant en van het stadsdeel naar de werkvloer de afgelopen jaren steken gevallen. Om in de toekomst de gebruikers van het park beter en op tijd te informeren is het voorstel een vierseizoenen-overleg op te starten. Dit ‘vierseizoenen’-overleg is een overleg dat elke seizoen (= elk kwartaal) plaats zal vinden. Deelnemers zijn afdeling groen van het stadsdeel, de voorman in het Beatrixpark en een (nader te bepalen) aantal leden van de Vrienden van het Beatrixpark. In dit overleg zal de stand van zaken betreffende de geplande werkzaamheden in het park, zowel ten behoeve van het groen als ten behoeve van andere belangen, zoals kabels en leidingen, worden doorgesproken en ter discussie kunnen worden gesteld. Aanbevelingen van de afdeling groen voor de uitvoering van werkzaamheden in het park zijn het park in één keer te aanpakken, desnoods af te sluiten, bij voorkeur in de zomer. Ditzelfde geldt voor het aanleggen of verleggen van kabels en leidingen; het beste is één keer 4 á 5 maanden te graven en daarna 5-10 jaar niet meer! Een kaartjes van de kabels- en leidingen tracés is hiernaast opgenomen. Vanuit de bewoners echter is aangegeven stap-
voor-stap kleine projecten uit te voeren zodat er weinig overlast wordt veroorzaakt. Deze twee verschillende benaderingen/ voorkeuren zullen dus goed uitgewerkt dienen te worden! Bij de aanpak van projecten wordt vooralsnog uitgegaan van het bundelen van soortgelijke werkzaamheden binnen het park. Leeswijzer Op de volgende bladzijden is de beheervisie opgebouwd uit het wensbeeld (vanuit het ruimtelijk plan), de (bestaande) toestand en het advies per plantvak. Het advies kan ook wel worden omschreven als de nog uit werken maatregelen in het beheerplan. De plantvakken zijn gethematiseerd volgens de ruimtelijke opbouw van het park. De nummers zijn in de kaart op de vorige pagina weergegeven.
85
86
STADSTUIN - Buitenranden stadstuin Vak 8 Westrand / oever Wensbeeld Populieren en wilgen op intensief gemaaid gras Geen onderbeplanting. Toestand Zoals wensbeeld. Advies Lange termijn – geleidelijk vervangen bij ziekte, ouderdom. Vak 12 Zuidrand Wensbeeld Voornamelijk veldesdoorns op gras met doorzichten naar stadstuin. Toestand Hoge wilgen op oeverlijn (20 jaar oud)klimopbegroeiing op boomstammen. Ecologisch interessant. Enigszins natuurlijke vegetatie. Veel onderbeplanting, vooral aan straatkant, veel dicht op elkaar, goede en slechte stukken. Redelijke variatie: veldesdoorns, boomhazelaar aan de rand, krentebomen, meidoorns, ligusters sierappels en taxus. Advies Wilgen kappen, onderbeplanting dunnen.
87
88
STADSTUIN - Binnenranden stadstuin
Advies Doodsbeenderenboom verplanten
Vak 97 Westhoek-gang Wensbeeld Be- / gesloten karakter. Toestand Hoekje van 20 jaar oud. Vooral kersenbomen met opvallende bloei in het voorjaar. Bloei over het hele groeiseizoen. Kolkwitzia als fraaie bloeiheester. Er staat een zeldzame mammoetboom van 10-15 jaar oud. Advies Periodiek beplanting terugzetten (snoeien), verder niets.
Vak 98midden Westhoek Wensbeeld Open karakter – doorzicht mogelijk. Geen begroeiing. Toestand Onderbeplanting: ranonkelstruik, vleugelnoten en wortelopslag van vleugelnoten en laurierkers. Ranonkelstruik steekt scherp af bij de omgeving (vloekt). Het is geen doorgaande randbeplanting. Advies Ranonkelstruik weghalen. Onderbeplanting/ opslag weghalen. Laurierkers ertussenuit.
Vak 98noord Westhoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter - bosplantsoen. Toestand Onderbeplanting bestaat vooral uit sneeuwbes langs het pad. Weinig variatie. Tussen de bomen en heesters nauwelijks onderbegroeiing. Mooi bos Advies Sneeuwbes weghalen en vervangen door fraaie bloemheesters,
Vak 98zuid Zuidwesthoek Wensbeeld Gesloten karakter - hazelaars en kruidenlaag. Toestand 4 prachtige solitaire hazelaars. Dwergmispel als onderbeplanting (vloekt!). Weinig variatie in seizoenen. Advies Onderbeplanting aanpassen en vervangen door kruidenlaag.
Vak 98midden-noord Westhoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Onderbeplanting: hoge beplanting langs het pad met daarachter laag groeiende beplanting die niet zichtbaar is. Bij de vleugelnoten groeit wortelopslag. De es, beuk en vleugelnoten staan dicht bij elkaar en beconcurreren elkaar De zeldzame Doodsbeenderenboom ingeklemd tussen de andere beplanting
Vak 98oost Zuidwesthoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter. Meer ruimte op pad. Wel beschutting. Toestand Onderbeplanting is langs de rand hol geworden. Advies Onderbeplanting 3 tot 4 m terugplaatsen. Groenblijvende kamperfoeliestruiken van ruim 1,5 meter hoog een keer tot de grond snoeien
(terugzetten); komt weer op na paar jaar. Vak 100west Zuidwesthoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter - tunneleffect. Toestand Dwergkwee, kamperfoelie. Bedoeld tunneleffect is niet gerealiseerd Advies Terugzetten? Vak 101 Zuidwesthoek Wensbeeld (beheer) Gesloten karakter en populieren als ‘wachters’ bij een poort, 2 tegenover 2. Toestand Onderbeplanting en grote bomen zijn niet op elkaar afgestemd; Treurwilg, populier en Italiaanse populier, Onderbeplanting: dekkingsfunctie en is geen kijkgroen. De helft van de beplanting is spontaan opgekomen en verwilderd. Advies Alle grote bomen eruit, treurwilg is al aangetast evt. leuk vogelbosje maken. Dikke populier 101 weghalen ( t.b.v. beeld). Vak 102 west Zuidrand Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand In de loop der jaren is er steeds meer geplant in dit vak. Hierdoor komt beplanting nu in de verdrukking en staat het vak vol. Er vormt zich een hoge wand van heesters van ongeveer 4 meter; een groene schutting. Aucuba, gele kornoelje, hulst ervoor Taxus aan de rand (– fout). De essen, 20-30 jaar oud, zijn ertussen geplant.
89
90
ZO hoek is stampvol. Advies Essen weghalen, de onderbeplanting kan worden gehandhaafd, wel dunnen. Onderbeplanting: aucuba laten staan, heester erachter vandaan halen. Vak 102 oost Zuidrand Wensbeeld Open karakter – bomen op het gras. Toestand (zie opmerkingen hierboven) Vol vak, hele rand gelijke hoogte (wandvorming): ong. 4 meter. Aucuba, heester, gele cornoelje. Hulst ervoor. Taxus aan de rand (– fout). Essen 20-30 jaar oud, zijn ertussen geplant ZO hoek stampvol. Advies Essen laten staan. De onderbeplanting verdwijnt langzaam als gevolg van lichtgebrek. Er zijn sierappels tussen geplant. Onderbeplanting weghalen. Vak 103 Noordoostrand Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Spar, japanse sierkers Onderbeplanting: berberis, wrs. later geplant; nog geen 30 jaar oud. Meelbes in de verdrukking, bramen, rhododendron. Aan de (achter)waterkant spontane opslag en beplanting die niet op is afgestemd. Advies De (achter)waterkant opschonen, bramen eruit.
Vak 104noord Noordoostrand-noord Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Alleen rhododendrons. Advies Handhaven.
Toestand Typering: begraafplaatshoekje: vlierbeshoekje. Sneeuwbes is tamelijk agressief en verstoort het beeld. 2 fraaie hoge populieren op achtergrond. Advies Sneeuwbes verwijderen: jeneverbes sterft langzaam als de sneeuwbes niet geremd wordt.
Vak 104midden Noordoostrand-midden Wensbeeld Gesloten karakter Toestand ‘Oude’ en ‘jonge’ rhododendrons (rhodo’s gesnoeid en opnieuw bijgeplant). Japanse sierkersen (aan weerszijden van pad - dus ook in vak 106). Bij bankje ‘gat’ in de rhodo’s. Advies Beter 1 grote rhododendron geplant dan 10 kleintjes.
Vak 114 Ten zuiden van noordwestentree Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Weichselboom (kers) aan het slootje. Onderbeplanting: hol beplanting(svak), muur van onderbeplanting aan de buitenkant met conifeer, larix en boom: meidoorn en heesters zoals vlier en bruidsbloem. Advies Berberissen ertussenuit of afzetten.
Vak 104zuid Noordoostrand-zuid Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Er wordt beheert alsof het voortuintjes zijn. Veel verschillende beplanting. De schaal past niet bij het park. Advies Meer eenheid creëren. Beplanting verwijderen en vervangen door soorten die passen bij de stijl en opzet van het park. Grotere eenheden toepassen. Eventueel rhododendrons planten.
Vak 117 Noordwestrand Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Vak met taxussen, prima beeld. Advies Handhaven. Noordrand Wensbeeld Open karakter – bomen op het gras. Toestand Bomen vrij staand in het gras, 1 sierappel en 2 populieren (diameter: 1,50 m): fraai beeld. Advies Handhaven.
Vak 108 Ten noorden van noordwestentree Wensbeeld Gesloten karakter.
91
92
STADSTUIN - Buitenranden grote speelweide
Advies Handhaven / versterken.
Vak 72 Wensbeeld Open karakter – bomen op het gras. Toestand Conifeer: metasequoia’s (watercipresssen) Bomen: populieren, zilveresdoorn (ook aan de overkant van het pad) en els (monumentaal). Heesters: mispel. In het noordelijke deel: moerascipres met luchtwortels en een lage beplanting van japanse 1000-knoop: eigen milieu. Prunus (kers) Advies Handhaven en versterken.
Vak 99 Noordwesthoek Wensbeeld Gesloten en specifiek karakter Tweedeling in ereplateau, duidelijker zichtbaar maken. Toestand ‘Ereplateau’ T.o. 98: esdoornhoekje, verschillende soorten: Japans hoekje. (Koelreuteria op hoek van ereplateau) Laurierkers staat ertussen. teveel lonicera. Grillige vormbomen. Zakdoekjesboom. Advies Bijplanten, lonicera vervangen.
Vak 90 Wensbeeld Kan gesloten en open karakter: kiezen voor beuken vs. onderbeplanting. Toestand Jonge beuken (worden kolossale beuken). Kamperfoelie en taxus. Advies Onderbeplanting weg. Dunningsplan opstellen voor beuken.
Vak 92 Wensbeeld Open karakter – doorzicht mogelijk. Toestand Groene zoom. Taxus, dennen (zwarte), ligusters en vlieren bijgeplant.
Veldje losse bomen. Lijsterbes, platanen. Advies Handhaven (versterken).
Vak 100oost Zuidwesthoek Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Onderbeplanting: kruiden. Kornoelje, vlier; weinig sierwaarde. Hazelaar, krentenboompje. Advies Versterken karakter beshoek > bijplanten?
Ten oosten van vak 100 Wensbeeld (beheer) Open karakter – bomen op het gras. Toestand
93
94
STADSTUIN - 2e rand ten noorden van grote speelweide Vak 91 Noordoost-gang Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Jonge beuken (worden kolossale beuken). Kamperfoelie. Taxus (Nederlanse naam: venijnboom) Advies ?
Vak 96 Westhoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter - bosplantsoen. Toestand Bos, mooi. Weinig onderbeplanting. Advies Handhaven (versterken).
Vak 94 Noord-gang Wensbeeld Open karakter – doorzicht mogelijk Toestand ? Advies ?
Vak 95 Westhoek-gang Wensbeeld Gesloten karakter - bosplantsoen. Toestand Op de hoek staan hulsten, waardoor een gesloten karakter ontstaat. Dit past goed! Het bestaat vooral uit bomen met weinig onderbeplanting en heeft de sfeer van een bos. Advies Af en toe een doorkijk creëren.
95
96
STADSTUIN - 2e rand ten zuiden van noordelijke binnenrand Vak 105 - gezien vanaf 117 Noordhoek Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Oude heesters van buxus. Sneeuwbes en taxus. Een bijzondere heesters is Parrotiopsis. Goed beeld. Advies Handhaven (versterken).
Vak 109 Westhoek Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Op de hoek mooie grote populier. Verderop buxussen, mooi beeld. Advies ‘Inveren’ (: soort snoeien) met beleid.
Vak 115 Zuidwesthoek Wensbeeld Kan open of gesloten. Toestand Seringen en hazelaars. Groenblijvende eik ertussen. Solitaire kurkboom. Dwergkwee, taxus. Berberissen afgezet aan oostkant. Hoek is zeer schoon, aard van onderhoud kan minder schoon op deze plek. Onderbeplanting past niet bij het oorspronkelijke beplantingsconcept (‘vlag op modderschuit’). Advies Seringen laten staan > hazelaars ertussenuit. Aard van onderhoud kan minder netjes (sloot om lang-grasveld wordt binnenkort gebaggerd).
Vak 110 Oosthoek Wensbeeld Kan open of gesloten. Toestand Karakter: hulst en rhododendrons. 1 Kornoelje en Honingboom (Sophora). Advies Kornoelje past niet in het beplantingsconcept; weghalen en gras doortrekken.
97
98
STADSTUIN - Rondom eendenvijver Vak 106noord Noordhoek Wensbeeld Gesloten beplanting, opbouw in lagen. Toestand Na paadje naar hek: 3 grote esdoorns met onderbeplanting Beeld vanaf water: goede referentie, wrs. oorspronkelijk beeld. Oever alleen stukgelopen door eenden. Advies Oever herstellen…?
Vak 106noordoost Noordoosthoek Wensbeeld Lage heesterbeplanting. Toestand Onduidelijke en discutabele combinatie van planten. Op de hoek: vlinderstruiken, rhododendrons, spierstruike, sneeuwballen, chinese roos en een berk. Advies Keuzes maken bij toepassing van soorten en bepaalde soorten verwijderen en één soort bijplanten.
rhododendrons dicht bij elkaar geplant. Rhododendrons , hulst, jeneverbessen enz. Advies Grotere plantvakken maken met assortiment dat beter bij de oorspronkelijke opzet en inrichting van het park hoort.
Vak 112 Zuidhoek Wensbeeld Lage beplanting. Toestand T.o. 112 2 oude en 1 jonge honingbomen. Binnen het hek van de eendenvijver is getuinierd! Advies Grotere plantvakken maken met beplanting die past bij de oorspronkelijke opzet van het park.
Vak 106west Noordwesthoek Wensbeeld Lage heesterbeplanting. Toestand Op de hoek ‘stukje Boskoop’; veel
99
100
STADSTUIN - Drie bosjes rondom lang-grasveld Vak 41 Noord Wensbeeld Dicht bosje. Toestand Bosje: honingbomen, essen. Onderbeplanting: ruig hoekje met kruiden. Treurbeuk staat vrij op hondenveld. Advies -
Vak 93 Zuid Wensbeeld Dicht bosje. Toestand Advies -
Vak 113 Noordoost Wensbeeld Dicht bosje. Toestand Aucuba’s. Vleugelnoten & wortelopslag vleugelnoten. Haagbeuken. Advies -
101
102
STADSTUIN - Kastanjering Algemeen Wensbeeld Solitaire kastanjes. Toestand Kastanjering. Heel veel jonge kastanjes (veel kastanjes omgewaaid in 1987, 10 à 15 jaar terug) Waarschijnlijk is schutting rot. Advies Vervangen schutting.
103
104
STADSTUIN - 2e rand kastanjering Vak 85 Wensbeeld Gesloten karakter; bijzondere verscheidenheid aan soorten (Arboretum). Toestand 85 west is een gave rand, waarschijnlijk versimpeld. Goede referentie in opbouw. Schijncipressen (verschillende soorten). Laurierkersen (ertussen geplant om op te vullen). Taxus, groene aucuba. Stuk haag (waarschijnlijk niet oorspronkelijk) 85oost: treurwilg Advies Door het verwijderen van takken is de treurwilg mismaakt. Verwijderen en vervangen.
Vak 86 Wensbeeld Gesloten karakter, veel dennen. Toestand Prachtige haagbeuk, verderop in plantvak hoge douglas en hoge berk. Soorten zijn door elkaar geplant en er is geen duidelijke keuze gemaakt . Hulst, taxus, forsythia aan zijkant eendenvijver. Advies Bomen verwijderen, zodat onderbeplanting de kans krijgt.
Vak 87 Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Veel hoge bomen. Onderbeplanting kan zich niet ontwikkelen, waardoor er geen geslotenheid ontstaat. Advies Bomen verwijderen, zodat onderbeplanting de kans krijgt.
Vak 88 Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Dichtbij kastanjering 3 lindes langs pad tussen 88/87. Larix. Oude buxus. Advies -
Vak Wensbeeld Gesloten karakter. Toestand Dennen (hieronder groeit niets). Fraaie bomen. Nieuwe rhododendrons onder dennen; deze zullen nauwelijks groeien. Bonte weigelia. Sneeuwballen. Advies Bomen eruit, zodat onderbeplanting de kans krijgt.
105
106
RUGGENGRAAT - Westelijk deel ruggengraat Vak 56 Oost van 57 Wensbeeld Open karakter. Toestand Open karakter. Jonge aangeplante bomen langs voetpad. Advies Jonge aangeplante bomen verwijderen?
Vak 57 Zuid van fietspad Wensbeeld Open karakter. Toestand Open karakter. Advies Drie jonge aangeplante bomen langs voetpad verwijderen.
Vak 59 Zuid van zwembad Wensbeeld Beter enkele platanen weghalen dan het op stompen afzagen (kandelaberen). Toestand Grote wilg op achtergrond (grasveld). Gekandelaberde platanen op kinderspeelplaats Advies Op middenlange termijn platanen uitdunnen
Vak 60 Oost van zwembad Wensbeeld Inheemse beplanting versterken. Toestand Liguster en krent; inheems van karakter. Advies Inheemse beplanting versterken.
Grote vleugelnoot. Anna Paulownaboom’. Onderbeplanting: meidoorns. Advies -
Vak 66 Noord van zwembad Wensbeeld (beheer) Niet problematisch om wilgen en populier weg te halen. Toestand Wilgen + populieren in hoek. Advies -
Vak 67 Noord(entree) Wensbeeld Gesloten karakter, chiquere uitstraling dan nu. Toestand Populieren & wilgen aan de buiten(sloot)kant Struikenlaag op voorgrond, bomenwoud. Advies -
Vak 68 Noord(entree) Wensbeeld (beheer) Afplanten logische ingreep vanwege intensieve weg (Diepenbrockstraat). Toestand Geb-huisjes domineren.
107
108
RUGGENGRAAT - Oostelijk deel ruggengraat Vak 51, 52 Rai-entree Wensbeeld Doorzetten groene loper richting RAI. Toestand Plantenbakken. Advies Bomen dunnen?
Vak 55 Zuid van artsenijhof Wensbeeld Kamer. Toestand Maaiveld loopt aan voorkant op in hoogte, aan de voorkant (westkant) gras, achter begroeiing. Advies -
Toestand Wilgen aan de waterkant. Houtsnippers op de grond. Advies -
Vak 69 Noord(entree) Wensbeeld Gesloten karakter, chiquere uitstraling dan nu. Toestand Bomenwoud Iep, es, populieren achter wilgen. Jonge kastanjes, krent, vogelkers. Onderbeplanting: meidoorn. Jonge aanplant langs fietspad. Advies -
Vak 62, 63, 64 Om artsenijhof Wensbeeld Kamers omsloten met hagen. Toestand Taxushaag (1,50 m hoog) rond Artsenijhof. Advies -
Vak 65 Buitenom artsenijhof Wensbeeld Gesloten karakter.
109
110
COLOFON
Opdrachtgevers
Ron Voskamp, Projectbureau Zuidas Ron van Soest, Stadsdeel Zuideramstel
Ontwikkelingsteam
Marleen Munniksma, Vrienden van Beatrixpark Peter Kemme, Vrienden van Beatrixpark Willem Smit, Vrienden van Beatrixpark Ron Voskamp, Projectbureau Zuidas Ron van Soest, Stadsdeel Zuideramstel Ruwan Aluvihare, dienst Ruimtelijke Ordening Maaike Maréchal, dienst Ruimtelijke Ordening
Opstellers
Ruwan Aluvihare, dienst Ruimtelijke Ordening Maaike Maréchal, dienst Ruimtelijke Ordening
Afbeeldingen en lay-out
Amber Kokhuis, dienst Ruimtelijke Ordening Maaike Maréchal, dienst Ruimtelijke Ordening
Datum
21 september 2004 (eerste versie: 24 juni 2004 tweede versie: 3 augustus 2004)
111