Notitie beeldkwaliteit Cuijk, De Valuwe 15 september 2007
inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
inleiding recapitulatie regels voor het bouwen huidige beeldkwaliteit De Valuwe - algemeen - episode 1 - episode 2 - episode 3 - conclusie gewenste beeldkwaliteit De Valuwe - Middengebied - Valuweplein - Galberg/Looiersgaarde checklist aandachtspunten laagbouwarchitectuur architectenkeuze veranderingen en onderhoud in bestaande bouw openbare ruimte
Valuweplein (fase 2)
het Middengebied (fase 3 en 4)
maquette van de Valuwe
1
inleiding.
De opgave In het Stedenbouwkundig Plan voor De Valuwe van januari 2007 zijn de stedenbouwkundige contouren van de wijk aangegeven. Zie hiervoor in het Stedenbouwkundig Plan de overzichtsmaquette (blz. 13), de programmakaart (blz. 55), parkeerkaart (blz. 59), de kaart met de regels voor het bouwen (blz. 63) en de faseringskaart (blz. 65). Deze Notitie Beeldkwaliteit dient om de architectonische uitwerking van het plan aan te sturen en de kwaliteit ervan te bewaken. Het vormt de basis voor de supervisie en het Welstandsbeleid ten aanzien van de komende bouw- en uitvoeringsplannen. In de nota ligt de nadruk op de gebieden waar grote veranderingen op stapel staan (sloop, nieuwbouw en nieuwe openbare ruimte). De gebieden waarvan de structuur stabiel blijft maar er op kleine schaal wel veranderingen aan de orde zijn of kunnen komen, worden in deze notitie niet of slechts zijdelings behandeld. Zij zijn niet onderwerp van aparte supervisie, maar vallen onder het reguliere Welstandstoezicht. De gebieden waar grote veranderingen op stapel staan, zijn: - Galberg/Looiersgaarde (fase 1), - Valuweplein (fase 2), - Middengebied noord (fase 3), - Middengebied zuid (fase 4), - Katwijkseweg (z.s.m.). Voor de Katwijkseweg waren de stedenbouwkundige opzet en de randvoorwaarden voor de beeldkwaliteit reeds vastgesteld, los van de notitie die nu voor u ligt. De Katwijkseweg valt daarom verder buiten het kader van deze notitie en de daarop gebaseerde supervisie. Wel heeft de gewenste afstemming plaatsgevonden. Rode draad In het Stedenbouwkundig Plan wordt gerefereerd aan het Masterplan (2003) waain is gevraagd om een architectuur die afwisselend en niet saai is. Hij moet echter wel passen in de bestaande omgeving; er moet geen detonerend effect van uit gaan. Het samenspel van de nieuwe architectuur met die van de bestaande bebouwing is doorslaggevend voor de kwaliteit van de wijk als geheel. Dit speelt des te meer omdat de wijk geleidelijk vernieuwd zal worden en in elk stadium opnieuw de oude en de nieuwe architectuur samen het beeld zullen bepalen.
Daarom wordt in deze notitie in hoofdstuk 3 eerst de bestaande architectuur geanalyseerd, tegen de achtergrond van de locale architectuurtraditie en die van de relevante architectuurperiodes in breder verband. Een paar sleutelbegrippen komen daaruit naar voren: - esthetische economie, - luchtig doch degelijk vakmanschap, - optimisme en spaarzaamheid, - aandacht voor het alledaagse. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 en 5 (Gewenste Beeldkwaliteit en Checklist aandachtspunten laagbouwarchitectuur) gepleit voor een benadering die op een eigentijdse wijze voortborduurt op deze sleutelbegrippen. We willen er in deze Notitie Beeldkwaliteit voor waken om de architecten het beeld van het eindresultaat voor te schrijven (en dus “op hun stoel te gaan zitten”). Het gaat er veeleer om de attitude te omschrijven van waaruit het nieuwe beeld voort moet komen. Deze attitude is van groot belang bij het bepalen van de architectenkeuze. In hoofdstuk 6 wordt de keuze van de architect besproken. Voor de kwaliteitsbewaking in de loop van de uitwerking en de toets van de uiteindelijke bouwaanvraag, zijn op basis van het bovenstaande als hulpmiddel een aantal criteria en aandachtspunten geformuleerd. De criteria spreken zich uit over: - gewenste bijdrage aan stedenbouwkundige opzet, - verhouding openbaar en privé, - vorm van de kap, - kopgevels, - tuinmuren, - entrees, - materiaalgebruik, - kleur, - detaillering. De criteria moeten helpen de samenhang te bewaken en verrommeling tegen te gaan, maar ook de nodige ruimte en flexibiliteit bieden aan de architect/ontwerper. Sommige criteria zijn globaal, andere nauwkeurig. Omdat de regels voor het bouwen uit het Stedenbouwkundig Plan de basis vormen voor de uitwerking in bouwplannen, worden in hoofdstuk 2 de belangrijkste passages plus bijbehorende kaart gerecapituleerd. In hoofdstuk 8 worden de relevante uitspraken over de openbare ruimte uit het Stedenbouwkundig Plan samengevat.
legende regels voor het bouwen
regels voor het bouwen
2
Regels voor het bouwen.
Op basis van het Stedenbouwkundig Plan moeten de bouwplannen nog door architecten ontworpen gaan worden. De exacte vorm van de blokken kan nog afwijken van de volumes die in de maquette (bladzijde 4) zijn getoond. In de kaart hiernaast zijn de regels voor het bouwen vastgelegd, waar de uit te werken bouwplannen aan moeten voldoen. Aangegeven zijn de bouwhoogtes, de ligging van de hoofdentrees van de woningen of appartementengebouwen, de rooilijnen (bij de wozoco achter de kerk) en de contourlijnen. De nieuwe bebouwing moet de contourlijnen volgen, om tot een samenhangend straatbeeld te komen. De hoeken worden bebouwd (geen kijkgaten naar de privé-zijde en de binnenterreinen). Eventuele tuinmuren staan in deze contourlijn. Een aantal hoekwoningen heeft daardoor een zijtuin aan de openbare kant van de tuinmuur: een “voortuin aan de zijstraat”. Hierdoor wordt de samenhang van het blok versterkt en de verrommeling tegengegaan.
witte muurvlakken en horizontaliteit
"shake hands" beweging
indeling voorgevel
gebruik schoorstenen
3
Huidige beeldkwaliteit De Valuwe.
Algemeen Voor de architectuur van de Valuwe is het rijenhuis het meest bepalende type. De langgerekte bouwmassa’s, meestal met kap, met het kleinschalig ritme van deuren en ramen en tuintjes aan de voor- en achterzijde, zijn alom aanwezig. Als uitzondering staat er een aantal portiekflats en hier en daar een school. De meest bijzondere uitzondering is de kerk met de losse klokkentoren aan het Valuweplein. Een modernistisch gebouw (strak, zakelijk, modern, kristallijn) met een bijna klassieke positie als publiek c.q. cultureel monument. Het rijenhuis is een alledaags genre binnen de architectuur. Het is niet spectaculair en wordt daarom soms - ten onrechte - met enig dedain benaderd. Juist omdat het zo beeldbepalend is voor de alledaagse leefomgeving, is het veel aandacht waard en moet er van het verleden geleerd worden. In hoofdstuk 4 wordt op de architectonische bouwstenen voor een levendige laagbouw nader ingegaan. In de periode dat De Valuwe is gebouwd, zien we het idioom van het rijenhuis evolueren. Het achterliggende tijdsbeeld is dat van de Wederopbouw en de beginnende welvaart, waarin het overwinnen van de woningnood centraal stond: een bijzondere combinatie van optimisme en spaarzaamheid.
voorbeelden Delfse School F.A. Eschauzier
Episode 1 Aanvankelijk treffen we een idioom aan (m.n. in de Z.W.) dat ook in het oude Cuijk veel aanwezig is. Kenmerken zijn: - - - - - - - - -
gemetselde gevels, subtiele compositie van grote en kleine deur- en raamopeningen, losse gaten in gemetselde vlakken, hiërarchie van onder- en bovenzijde, dak bedekt met pannen, schoorsteen als onderdeel van de totale plastiek, kopgevels zijn bijzonder behandeld, subtiele decoraties in het metselwerk, bijzondere lijsten, luiken, etc.
In de afbeeldingen op deze bladzijden staan voorbeelden uit Cuijk, uit de Valuwe en uit de Nederlandse architectuur in bredere zin (het werk van Eschauzier). De invloed van de zogenaamde Delftsche School is zichtbaar, die aansluiting zocht bij de architectuur van het traditionele Hollandse of Brabantse woonhuis. Na de oorlog mengde deze zich met meer moderne elementen (witte muurvlakken, bandramen, horizontaliteit), toen traditionalistische en modernistische architecten zich verzoenden (de “shake hands” beweging).
vakwerk , ritme van ramen
gebruik bakstenen
indeling voorgevel
architectonische details
10
schoorsteen en kopgevel horen bijelkaar
kopgevel met ramen en balkons
kopgevel heeft een gezicht
indeling zijgevel
indeling zijgevel
11
rationalisatie van de gevel
indeling voorgevel
12
Episode 2 In de loop van de realisatie van de Valuwe treedt er een rationalisatie van het bouwen op. Het bedwingen van de woningnood staat centraal. Woningen worden in grotere series gebouwd, steeds grotere delen van de woning worden geprefabriceerd. In plaats van aparte raamopeningen, die in het ontwerp telkens anders worden geplaatst, verschijnen er complete puien voor de beneden- en bovenverdieping, die in de fabriek in grote aantallen worden gemaakt en in een keer in de bouwstructuur worden gemonteerd. Het grootste deel van de bebouwing van de Valuwe stamt uit deze periode. Kenmerken zijn: - puiengevels, - rasterindeling van de gevel, waarin raam- en deuropeningen zijn opgenomen, - geen hiërarchie tussen begane grond en verdieping, - dak bedekt met pannen, - schoorsteen utilitaire toevoeging, - kopgevels nauwelijks uitgewerkt. Het gevelbeeld is modern. Brede raamopeningen lopen van bouwmuur tot bouwmuur en lopen over in balkons. Het beantwoordt aan de optimistische idealen van licht en lucht en openheid. De dakvorm daarentegen is meer traditioneel. De inspiratie hiervoor kwam veelal uit Scandinavië. Ook in Nederland zijn er mooie voorbeelden van te vinden (zie afbeeldingen uit Amersfoort en Maastricht). Maar op veel plaatsen – ook in de Valuwe – leidden de beperkte budgetten, de haast en de massalisering tot een ernstige verschraling van de architectuur. Het zijn juist deze delen die niet tegen de tand des tijds bestand blijken en nu delen van de wijk een schraal imago geven.
voorbeelden van moderne gevels, Amersfoort
Maastricht
13
kolommen van beton of baksteen, geen vlakke gevel
rasterindeling van de gevel
verbijzondering van de entree
indeling voorgevel
architectonische details
14
schrale kopgevel
dakhelling en het ritme van de schoorstenen
15
modernistische, “nieuw zakelijke” architectuur
indeling voorgevel
16
Episode 3 De referentie aan modernisme en rationaliteit komt het sterkst tot uiting in de delen waarin de rijenhuizen niet meer van een dak zijn voorzien. Hier beantwoordt de architectuur aan de idealen van de modernistische, “nieuw zakelijke” architectuur. De architectuur is kubistisch geïnspireerd, geometrisch, “gewichtloos” en open naar alle kanten. Hij gehoorzaamt aan het principe van “evenwicht tussen tegendelen” (horizontaal/verticaal, hoog/laag, open/dicht, etc.). Kenmerken zijn: - puiengevels, - rasterindeling van de gevel, - geen hiërarchie, - plat dak, - geen schoorstenen zichtbaar.
Conclusie Alle drie de episodes worden onder invloed van het tijdsbeeld gekenmerkt door soberheid. De bebouwing kent nauwelijks opsmuk en heeft een eenvoud die varieert van dorps of boers (in positieve zin) tot pragmatisch. In de goede voorbeelden is sprake van een “esthetische economie”: met weinig middelen (een dakrand, een rollaag, een schoorsteen, een raamlijst, etc.) weet men op subtiele wijze een maximaal effect te bereiken. Het is balanceren op de rand. Het vereist een luchtig doch degelijk vakmanschap. De effecten zijn niet groots en meeslepend, maar getuigen van aandacht voor het alledaagse en eenvoudige. De spaarzaamheid kan makkelijk omslaan in schraalheid, maar de goede voorbeelden hebben een rustige vanzelfsprekendheid die de tand des tijds trotseert.
De portiekflats behoren ook tot deze episode; zij passen binnen dit idioom. Ze zijn als losse schijven, los van de laagbouw, vrij in de ruimte geplaatst. Hun richting en verticaliteit contrasteert met de richting en horizontaliteit van de laagbouw. Dit wordt versterkt omdat ze in tegenstelling tot de meeste laagbouw geen kap hebben. De flats contrasteren niet alleen architectonisch met hun omgeving, maar ook qua comfort (geen lift!), woninggrootte en bewonerscategorie. Van die combinatie gaat een stigmatiserend effect uit. De flats en de laagbouwwoningen worden ”uiteen gespeeld”.
J.J.P.Oud, modernistische “nieuw zakelijke” architectuur
Rietveld-Schröder-huis, Utrecht
G. TH. Rietveld, rijtjeswoning in Wenen
17
platte daken met daklijst
horzontale lijnen en vlakken
indeling voorgevel
architectonische details
18
gevelindeling, verticaal en horizontaal
sobere kopgevel, zonder schoorstenen en geen hiërarchie
platte daken, geen schoorstenen
19
Jacobson, zorgvuldige en originele detaillering
interessante kopgevels
20
4
Gewenste beeldkwaliteit De Valuwe.
De voorstellen in het Stedenbouwkundig Plan om de Valuwe te vernieuwen leiden ook op het vlak van het architectonisch idioom tot een een nieuwe opgave: - - - - -
de op zichzelf staande portiekflats gaan eruit, er komt een grotere differentiatie en afwisseling van woningtypes, er komen grotere grondgebonden woningen, sommige met een derde woonlaag, er komt een nieuwe typologie: appartementen, met lift, tot 4 verdiepingen hoog, de nieuwe woningen zullen luxer, comfortabeler en hoogwaardiger van karakter zijn, ook qua architectuur.
In stedenbouwkundig opzicht is het gewenst de bouwblokken aan te helen; om de nieuwe en bestaande woningen en de laagbouwwoningen en appartementen niet “uiteen te spelen”, maar in “hele” bouwblokken bijeen te brengen. De bouwblokken moeten duidelijk articuleren wat openbaar en privé is. En ze moeten de nieuwe opzet van de openbare ruimte ondersteunen: de parkstrook in het middengebied en de nieuwe opzet van het Valuweplein. Geleidelijkheid is immers de rode draad van de vernieuwing: in elke fase moet de wijk een “heel” beeld blijven tonen, oud en nieuw moeten “bij elkaar blijven horen”. Dit vraagt om een attitude die op eigentijdse wijze voortborduurt op de “esthetische economie” en het “luchtige doch doorwrochte vakmanschap” die delen van Cuijk en de Valuwe kenmerken. De mogelijkheid met ruimere budgetten comfortabeler te bouwen dan voorheen moet niet worden omgezet in buitenissigheden en “toeters & bellen”. Ze moet worden gebruikt voor duurzamere en mooiere materialen (die ook fraai verouderen), voor een zorgvuldigere en originelere detaillering, voor subtiele decoratie en voor aandacht en liefde voor het alledaagse. De intelligente economie en het doorwrochte vakmanschap dat in de jaren 50/60 draaide om spaarzaamheid, heeft voor de huidige tijd een nieuwe relevantie in het licht van duurzaamheid. Eenvoudige en rustige architectuur, die vanzelfsprekend overkomt en zorgvuldig is gemaakt, kan de tijd beter trotseren dan iets wat even als “nieuw” de aandacht trekt maar op den duur zijn betekenis verliest. Het is het oude optimisme om iets voor nu en voor de toekomst te bouwen in een nieuwe, eigentijdse gedaante.
dakhelling en gevelindeling, Maastricht
entree, Amersfoort
rijtjeswoning, Helsinki
gevelindeling, Helsinki
21
gebouwde contour, semi-gesloten bouwblok
groen en tuinen in en rond het bouwblok
privé
hof
openbaar
Stedenbouwkundig uitgangspunt Middengebied
22
openbaar, privé en collectief hof
Middengebied Stedenbouwkundig uitgangspunt is het aanhelen van de bouwblokken en het articuleren van de openbare ruimte. De positie van de bebouwing is weergegeven in de paragraaf “Regels voor het bouwen” (pag 7, hoofdstuk 2). De bouwblokken zijn opgebouwd uit rijenhuizen en langwerpige appartementengebouwen De bouwblokken bestaan uit voorgevels met voordeuren en tuinmuren en zijn “semigesloten”. Dit houdt in dat de binnengebieden in de bouwblokken niet toegankelijk zijn voor buitenstaanders, maar dat op sommige plekken de passanten wel de tuinen in de bouwblokken kunnen zien liggen. Een glimp van de tuinen is zichtbaar, doordat de kruinen van de bomen boven de tuinmuren groeien, de muren begroeid raken met klimplanten of de tuinmuren vensters bevatten. De huizen en de tuinen omsluiten samen een binnenterrein, dat niet zichtbaar is vanaf de straat. Hierin zijn in een aantal gevallen parkeerplaatsen voor de omringende bewoners opgenomen. De gebouwen zijn met elkaar verbonden door tuinmuren (gesloten voet tot 1 meter, daarboven hekwerken/pergola’s mogelijk, de hoogte van de muren is 2,20 meter of1,80 meter) Toegang tot eventueel parkeerterrein aan binnenzijde van het bouwblok articuleren als poort of snede in de tuinmuur. Desgewenst afsluitbaar met hekwerk, pasje etc. De bouwblokken en tuinmuren zijn (in hoofdzaak) opgebouwd uit metselwerk. Eenheid van het materiaal voor woningen en tuinmuren ondersteunt de eenheid van het bouwblok.
23
vogelvlucht Middengebied en Valuweplein, dakvormen
24
ooghoogte Middengebied
De woningen aan de oost-west straten hebben een eenvoudige/terughoudende architectuur, die aansluit bij de bestaande woningen die worden gehandhaafd. De noord-zuid gelegen woonblokken aan de parkstrook sluiten aan bij hetzelfde idioom, maar hebben een meer expressieve architectuur (bijvoorbeeld meer relief in de gevel) die aansluit bij het park. Alle woningen zijn voorzien van een kap. Hiermee wordt het contrast tussen de verschillende grondgebonden woningen en de appartementen enigszins gedempt/ terugggedrongen. De dakhelling van de oost-west gelegen woningen bedraagt 30/35 graden. De dakhelling ven de woonblokken aan de parkstrook 17 graden. Kopgevels die op de hoeken van de bouwblokken zichtbaar zijn, worden uitgewerkt als zijnde voorgevels. Vooral de kopgevels die in de lengterichting over het park uitkijken en dus ook vanuit het park zeer goed zichtbaar zijn, behoeven extra aandacht. De woonblokken (rijenhuizen of appartementen) worden allen als een architectonische eenheid vormgegeven. Eenvoudig volume; daarbinnen zijn de individuele woningen op terughoudende wijze zichtbaar. Balkons en erkers zijn geen losse toevoegsels, maar onderdeel van de gevel. Dakdoorvoeren verwerken in de plastiek van het blok/integraal onderdeel van de architectuur (schoorstenen!). Per fase wordt gewerkt met een of meerdere architecten. De supervisor zal de onderlinge stedenbouwkundige en architectonische samenhang bewaken en de architect aansturen. Ter ondersteuning van de architectonische kwaliteit wordt hier verder verwezen naar de algemene checklist laagbouwwoningen.
25