In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Vrouwenavond De woensdagavond van de Hoornse kermis staat al jaren bekend als de vrouwenavond. Een slim concept want als buurvrouw en buurvrouw heengaan, blijven hun partners echt niet alleen thuis zitten. Er gaan ook veel vrouwen zonder partner naar deze avond en dat heeft natuurlijk een aanzuigende werking. Kortom, uiteindelijk blijken er ongeveer evenveel mannen als vrouwen deze kermisavond te bezoeken. Zo niet deze woensdagavond in de bibliotheek van Hoorn. In het kader van de Taal-10-daagse werd er een workshop georganiseerd om het schrijven van een korte column onder de knie te krijgen. Deze avond werd verzorgd door een vaste columnist van het Noord-Hollands Dagblad, de heer Jaap Stiemer. Verbazingwekkend: hij was de enige man van dit gezelschap. Zo’n dertig vrouwen hingen aan zijn lippen om de schrijfkunst te kunnen doorgronden. Dat vrouwen meer praten dan mannen is bekend. Het is blijkbaar tijd voor een inhaalslag: meer vrouwen willen meer schrijven. Zo kunnen ze nog langer aan het woord blijven. Deze avond hebben ze ook geleerd hun zegje te doen in een column van maximaal 220 woorden die ook nog eens in 60 seconden gelezen kan worden. Kort en krachtig, zoals mannen het graag hebben.
Elina,vrouw en verse vertel-ster
On-weer Ik had er de hele week al naar uitgekeken. De dam-tot dam wieler klassieker. In Zaandam, maar ook in Hoorn zei je de afgelopen week bij ontmoetingen waarbij enig sport aspect wel eens ter sprake was geweest en, doe jij ook de dam tot dam? Op de dam zondagmorgen om kwart over acht is het al een bedrijvig gedoe. Ieder maakt zich op om met de race- of sportfiets te starten. Het is droog en de stemming is opperbest. Vlak voor de IJ-tunnel een dweilorkest en overal verkeersregelaars, Amsterdam op zijn best. Nu al lekke banden? De een na de andere racefietser moet al afstappen om te plakken. Het komt omdat de weg nat is, wordt me verteld.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Het eerste uur gaat lekker, dan komt de eerste bui. Poncho aan, die pas na 4 uur weer uit kan. Een groep stoere vrouwen bietst bij een standje wat vuilniszakken, waarin ze zich hullen waardoor de ruggen droog blijven. Als een stel lemmingen gaan we allemaal stug door. Bij Edam begint het te onweren en te bliksemen. Ik voel me de eenzame fietser die kromgebogen over het stuur toch niet getroffen zal worden door die bliksemschichten die door de lucht schieten? Mijn poncho wappert, de grapjas die me voorbij fietst zegt: gaan we zo opstijgen? Wat een druiloor. Nel Michgelsen
Triggerpoints!!
Al jaren word ik als hardloopster geplaagd door blessures aan mijn achillespezen. Soms gaat het weer een poosje van een leien dakje, maar na een langere afstand gelopen te hebben bij een wedstrijd komt de pijn in mijn achillespees weer terug. Dit stemt mij tot wanhoop, want ik vind het leuk om die uitdaging af en toe aan te gaan. Na vele therapieën, zoals accupunctuur, fysio, Shockwave en manueel therapie, heb ik nu wel iets heel bijzonders gevonden en ervaren. De Dry Needle behandeling. Nou dan weet je niet wat je overkomt. Het schijnt dat ik Triggerpoints (knoopjes) in mijn kuiten heb. De therapeut weet deze met fijne naaldjes aan te prikken en een pijn te bewerkstelligen waar je haren van overeind gaan staan. Maar dan zit hij op de goede plek, zegt hij, en zullen de knopen verdwijnen. Lekker dan! Tot mijn spijt moet deze behandeling meerdere malen plaatsvinden, dat valt echt niet mee, je moet er wat voor over hebben. Het schijnt bij mede- geblesseerde hardlopers al geholpen te hebben .En verdomd het lijkt te helpen, van een strompelend oud vrouwtje, wandel ik weer normaal mijn rondje met de hond . Ben stiekem al weer een rondje gaan hardlopen om te kijken of dat ook weer iets beter gaat, Ja, hardlopen is echt verslavend, je heb er alles voor over.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Carin van Bockxmeer BEDAT Wat is het toch dat mensen zich elke keer volgieten tijdens kermissen? Zich overgeven aan een bacchanaal zonder weerga. Alles op het spel zetten tijdens die o zo speciale dagen, om compleet je lichaam te vergiftigen? Hieraan moest ik denken wanneer ik Lutjebroek de afgelopen weken in reed en een groot spandoek zag. Het is BEDAT Lutjebroeker kermis (denk!). Door omstandigheden vertoef ik veel in Lutjebroek en keek vanmiddag vanuit het Sint Nicolaas verpleeghuis naar het fenomeen 'kermisborrel'. Mooi staan, bier zuipen, harde wind, slagregens, een amstelkratje met lauw bier in de tuin,een gedeelte van het kermis-gaand publiek aangekleed volgens een of ander carnavalesk thema of gewoon keihard Westfries (nergens om geven, denk). En dan, na een aanzienlijk aantal Amstels naar de Paus, de dorpskroeg, doorzuipen en feesten. Een beetje tegen bekenden an skreeuwen, ouwe koeien uit de sloot halen, doorlullen en dan uiteindelijk proberen een moid aan de haak te slaan om de hormonale lust gevoed door de drank te stillen. Daags erna wakker worden, je voelt je verschrikkelijk, uitgeteerd, vegetatiedag, je hele lichaam geeft aan dat het weer tot het uiterste is getest op alcohol consumptie. De afgelopen nacht nog even terughalen en de eventuele fatale fouten die je gemaakt hebt geven een zwaar onbestemd gevoel in de maag. Dan ben je BEDAT klaar voor de laatste dag kermis. Carlos Houtman Salon Vandaag was ik in een mantelzorgsalon. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik denk bij salon aan thee, koekjes, een erker en deftige dametjes. Nou de werkelijkheid is anders. Een mantelzorgsalon is een bijeenkomst van mantelzorgers, dat zijn mensen die langdurig voor een naaste zorgen. Om deze mensen een beetje op te vrolijken was er een lachdocent uitgenodigd. Waarschijnlijk met de gedachte dat lachen gezond is en een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Iemand uit de groep die desgevraagd een voorbeeld gaf, merkte op dat ze gisteren de buurvrouw op bezoek had. Allebei genoeg meegemaakt. We blijven lachen he, zei ze bij vertrek. Nou dat was een dooddoener want er was niets te lachen geweest. Allebei een man die midden in de nacht denkt dat het dag is en die de sleutels weer eens in de vriezer heeft gelegd. De lachdocent zegt dat volwassenen gemiddeld 25 x per dag lachen. Kinderen echter het 10-voudige. Zijn wij het verleerd of valt er gewoon niet zoveel meer te lachen. Volgens de docent moet je je er gewoon voor open stellen. Schouders naar achteren en een open blik en je maakt vanzelf endorfine aan, het gelukshormoon. Bovendien wordt je daar slanker van. Wat wil je nog meer! De sportschool heeft een lid minder, ik lach me gewoon slank.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Nel Michgelsen
Blij Als je niet meer op kleinkinderen hoeft te passen heb je als oma niets meer te zoeken op een schoolplein. Dan is de jaarlijkse kinderkermis in ons buurtschap dé gelegenheid om eens te zien hoe de jongste generatie zich uitleeft om het begrip kermis tot uitdrukking te brengen. Groep 8 heeft het druk gehad met verzamelen van overtollig speel- en spelgoed. Ideeën over nieuwe en oud Hollandse spelletjes worden zichtbaar gemaakt. Opgewonden gezichtjes. Het valt zichtbaar niet mee om manager te zijn van spelactiviteiten met een altijd prijskleed. De spelklantjes zowel groot als klein keken vol verwachting naar de spelleider of leidster en naar de bergen prijzen op het kleed. Maar wat ze ook presteerden het was altijd prijs. Vreugde alom voor ouders en kinderen. De poffertjeskraam en het spookhuis kregen veel belangstelling. Natuurlijk was er soms een helpende hand van een ouder als hun kroost de drukte even te veel werd. Er was veel gein op het plein. Het om 9 uur ingeleverde opruimspeelgoed was om 11.30 uur weer “nieuw”. Ruilbeurs op kinderniveau. Maar vooral vele blije gezichten van kinderen en vermaak voor overig publiek. Na een bakkie koffie voor de volwassenen en de prijsuitreiking weer blij naar huis. Oma had veel geleerd over hoe je kleinkinderen bezig kunt houden. Gré van den Berg-Molenaar Straf “Nee, ik ga niet eten!” Mijn jongste zet zich schrap in een nieuwe poging om de baas te zijn. Helaas voor haar heeft mama meestal de regie in handen, dus gegeten wordt er. Maar onze dame geeft de regie niet zomaar uit handen. Na een half uur toekijken hoe wij aan het eten zijn besluit ze om nog steeds niet te eten. Dus mag ze alleen aan tafel zitten. Deze tijd gebruikt ze in haar ogen erg nuttig. 'Je blijft weglopen, en dan komt mama je weer terugbrengen'. Totdat ik het zat ben en mevrouw op het strafstoeltje zet. En jawel hoor, na zo'n drie kwartier besluit ze om toch maar te blijven zitten. Om vervolgens vooral niet te eten. Wie is hier nou eigenlijk de baas?! Eigenlijk verschillen wij weinig van die eigenwijze peuter die niet wil eten. Zo'n bord vol verkeersregels is erg zwaar te verteren. En het hele bord moet leeg, ook de kruimels van een enkele kilometer te hard. Maar voor het geval je eens geen zin hebt om je bord helemaal leeg te eten staat daar oom agent. Helaas voor ons heeft oom agent echter geen strafstoeltje bij zich om even na te denken over ons gedrag. Ons strafstoeltje staat achter de computer, waar we met pijn in het hart de bekeuring betalen. Sandra Bedeke
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
In 60 seconden Wielen "Krijg wat met wielen!" Zit in de trein onderweg naar Hoorn. Uit verveling kijkend in de Metro, valt mijn oog op: "Muizen vangen op de Veluwe, vrijwilligers gezocht" In gedachten: "Hoe vang je nou een muis?" "Uhhh, snel zijn!" Al wandelend in Hoorn zie ik een prachtfiets, een Giant Boulder, tweede hands slechts 99,95 euro. Enthousiast en impulsief gekocht. Donderdagavond lekker sjoelen in Enkhuizen, leuke avond met minder leuke afloop. Achterwiel weg, foetsie inclusief 7 versnellingen. Wiel weg, droom "De jacht op Veluwse muizen" weg. De moed niet opgeven, ander wiel zoeken bij Giant dealer nieuw wiel minimaal 125 euro. Wel potverdrie de complete fiets was goedkoper. Plan B, oude fiets oplappen en een tweede hands fietskar erachter monteren. Perfect, tent erin,noodrantsoenen erbij en nog geluk hebben. Vrijdag, 2 september, windstil en een heerlijk zonnetje. Fietsen maar naar Apeldoorn vanaf Bovenkarspel. Gaat geweldig tot de brug naar Elburg. Het linkerwiel loopt vast en na inspectie blijkt de as het begeven te hebben. Na bezoek aan autogarage en drie fietsenzaken is na vier uur het probleem verholpen. Desalniettemin kom ik te laat op het muizenkamp, althans nergens op de Veluwe vind ik een muizenvanger, laat staan een muis. Ben met elkaar twee dagen weg geweest en ruim 300 kilometer gefietst. Uiteindelijk heb ik welgeteld één muis gevonden, dood in mijn achtertuin in Bovenkarspel! Michel van Wanrooy
Bedonderen Als journalist duurzaamheid en mode streef ik een ideaalbeeld na. Dit beeld gaat over geloof in nieuwe waarden en een nieuw moraal, omdat ik vind dat de huidige maatschappij een redelijk moraal en evenwicht tussen ‘people, planet en profit’ mist.
Terwijl de naoorlogse generaties genoegdoening vonden in werken en consumeren, doorzagen de hippy- en punkgeneraties de problemen van een kapitalistische maatschappij. En inderdaad, gaandeweg
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
eist een overvloed aan kleding- en voedselproducties zijn tol van mens en milieu. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) staat mede hierdoor hoog op de vele agenda’s. Toch lijkt MVO als stroop, die aankleeft bij bedrijven.
Een handjevol bedrijven buit niet alleen producenten in ontwikkelingslanden uit, ook laat het op grote schaal milieuonvriendelijk produceren. En laat de consument zich bedonderen. De industrie misleidt om verkoop te bevorderen. Zij levert producten van een slechte kwaliteit, zoals voedsel met weinig voedingswaarde en veel toevoegingen met schadelijke effecten. Is het niet vreemd dat kinderen na het eten van snoep hyperactief zijn of futloos na een zak chips? Zelfs een grote groep specialisten ziet een verband tussen ongezonde Westerse voeding en kanker.
Stoutweg winst genereren, past niet meer in de huidige maatschappij. Het wordt tijd dat bedrijven MVO goedweg als een ronkende motor voor de toekomst zien en streven naar een gezonde maatschappij voor hun eigen kinderen en de generaties na hen. Yildiz Celie SPORTEN Elk jaar tegen het eind van het schooljaar met de vakantie in zicht, is het altijd hetzelfde liedje. Het slop raakt in het wekelijkse sport “uitje”. Mijn vriendin en ik spreken trouw af er na de vakantieperiode weer flink tegenaan te gaan. En met die sussende gedachte gaan we genieten van een welverdiende (vinden we zelf) periode van ontspanning en rust. Als het schooljaar bijna gaat beginnen en de vakantie ten einde loopt wordt het tijd om de gemaakte belofte te gaan nakomen. De laatste twee weken van de vakantieperiode zijn we druk doende om te gaan starten met sporten. Alleen de enige oefeningen die we tot nu toe gedaan hebben zijn vingeroefeningen, met het typen van mailtjes naar elkaar. Deze mailtjes zijn telkens weer van dezelfde strekking: we gaan nu echt een dag en tijd afspreken, we bellen voor een afspraak en nog meer van dat soort uitlatingen. Ondanks dat de scholen weer begonnen zijn, staat er nog steeds geen definitieve afspraak. Omdat ik weet dat het er toch echt weer van moet komen: sportkleding van achter uit de kast gevist, mp3 speler gevuld met "sportieve" muziek. Want een goed begin is het halve werk. Als warming-up mail ik mijn vriendin.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Beste vriendin morgen ben ik van plan naar de sportschool te gaan. Want morgen is de beste dag voor alles! Tanya Hartman Kok
WIND
Deze zomer vind ik je behoorlijk aanwezig. Heerlijk, als je zwoel en met een licht vleugje na een warme zomerdag zachtjes langs mijn gezicht strijkt. Maar de laatste tijd ben je zo onstuimig en onberekenbaar. En kwam je alleen, dan zou het misschien af en toe nog wel gaan maar tegenwoordig neem je ook vaak van die zware wolken met zure appels mee. Die komen als en waterval naar beneden. Stop er nu mee alstublieft, geef ons een mooie rustige nazomer. Met af en toe bij een fietstocht een windje in de rug. Heb je eigenlijk een navigatiesysteem of trek je er zomaar op uit. Je komt steeds op de verkeerde plekken terecht, nu afgelopen maandag weer in Hoorn met zoveel water. Volgens mij moest je “rustig” richting ”Hoorn van Afrika” ze kijken al tijden naar je uit. Je hoeft ook niet zó hard te waaien maar dat water daar kijken ze naar uit. En dan zit me nog iets dwars. Als je van wind verandert in orkaan krijg je ineens een naam, meestal vrouwen namen. Nu laatst weer toen je met een kracht afstevende op New York: “Ireen” (betekent vrede), hoe verzin je het. “Brutus” paste op dat moment veel beter bij je. Maar eronder krijgen zal ik je nooit, maar meestal kan ik je goed pruimen.
Ank Korver-van der Veer Oma
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Oma zijn. Dat moet een grandioos en rijk gevoel zijn. Als ik al die kersverse oma's in mijn leeftijdscategorie en ouder mag geloven. Òf ik oma wordt, dat weet ik natuurlijk niet. Ik kan daar totaal geen invloed op uitoefenen behalve dan door het produceren van enkele nazaten. En dat is, hoewel al weer enige tijd geleden, gelukt. Met dank aan mijn toenmalige echtgenoot heb ik twee kanjers van zonen op de wereld gezet. Mijn jongens hebben op hun beurt twee geweldige, zelfstandige maar vooral lieve en attente schoondochters voor mij geregeld. Super toch?! Deze vier mensen zijn allemaal boven de 26... op die leeftijd werd ik voor het eerst moeder. Voor dat dat zover was, vroegen de tantes uit Spierdijk op elke verjaardag: 'Werk je nog?' Want dat betekende dat ik niet zwanger was. Hoogst irritant vond ik die vraag destijds. Zowel mijn eigen moeder als mijn lieve Westfriese ex-schoonmoedertje leven niet meer. Dus nu is het mijn beurt om oma te worden. Wie weet is er al werk-in-uitvoering gaande. Zou zomaar kunnen. Ik vraag niets, ik wacht het rustig af. Maar het valt me op dat er elke week wel iemand is die me vraagt: ben jíj al oma? Hoogst irritant? Nee hoor, niks erg. Lucia Spitteler
HANDSCHRIFT Met handschrift bedoel ik in dit geval mijn handschrift. Een handschrift niet bepaald om trots op te zijn. Tegenwoordig niet meer zo belangrijk. Wij hebben immers de computer en de printer. Tijdens de workshop een column schrijven “in 60 seconden” drong het echter langzaam tot mij door, dat wij op die avond moesten gaan schrijven. Paniek! Laptop niet bij mij, laat staan een printer. En dan nog snel schrijven ook, want je had maar 60 seconden. Het angstzweet brak mij uit. Ik had op de lagere school natuurlijk wel “schoonschrijven” gehad, maar daar blonk ik niet in uit. Ik had altijd wel een voldoende, maar dat had een reden. Een onvoldoende zou zo schlemielig staan tussen de andere - al zeg ik het zelf - mooie cijfers. Dus kreeg ik altijd – zeer ten onrechte- een voldoende. Dat gold trouwens ook voor het vak zingen. Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Ik werd wat rustiger toen het besef tot mij doordrong, dat de tijd niet gegeven werd voor het schrijven, maar voor het lezen. Ik ging dus aan de slag. Aan het eind van de avond mochten wij onze column voorlezen. Ik heb daar geen gebruik van gemaakt, want ik was bang, dat ik mijn eigen handschrift niet kon lezen. Of was daar een andere reden voor? John Bosschert
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Let’s dance. Dit staat op de uitnodiging die ik onlangs aan mijn dierbaren verstuurde. Binnenkort bereik ik een zekere leeftijd: een mooi, rond getal. Daarmee is, naar mijn mening, al het mooie over die leeftijd gezegd. Het is gewoon OUD! Dan ga je nadenken: hoe oud is oud? Hoe oud word ik ooit? Waar ben ik dan? In een bejaardentehuis? Vragen, vragen … en geen antwoord. Ik denk aan mijn eigen mam. Ze is er allang niet meer. Haar laatste jaren bracht ze door in ons plaatselijke bejaardentehuis . Alleen, zonder mijn pa. Er werd prima voor haar gezorgd. Toch was ze er niet blij. Wel even, als er visite kwam. Maar wat mensen niet teweeg konden brengen, deed muziek wel. Ze leefde helemaal op als er muziek uit haar jeugd gemaakt werd. Ze zong, deinde mee want dansen ging niet meer. Terug naar mezelf: vertaald naar mijn eigen toekomst houdt dat heel verrassende situaties in. Mijn tienerjaren zijn de jaren 60 van de vorige eeuw. Popmuziek, dat is mijn muziek en dan graag nummers met een goede baspartij. Zie je het voor je: Paint it black van de Stones in ons bejaardentehuis? Of Born to be wild van Steppenwolf? Het wordt een slagveld. En toch geweldig! Ik ga er een voorschotje op nemen…. voordat ik niet meer kan dansen. Mijn feestje met dj…binnenkort. Met Stones en Steppenwolf, so let’s dance. Fredelien van der Velde,
Rust N506
Er wordt hard gewerkt aan de N506. ‘Môge’. ‘Môge’. De handen diep in de zakken. Ik steek over. Fietsers mogen door. De Voetakkers geeft
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
nu elke meter die ik rij, 10 nieuwe indrukken in het gebied dat ik als mijn broekzak ken. Hoog, scheef en met losse draden zie ik lichtmasten naast de verlaten stilte van de weg. Er wordt hard gewerkt aan de N506. Maar steeds als ik er rijd net even niet. Ik hoor een kraakje van de fiets dat er nooit eerder was. Ik hoor de wind spelen met het gras. Een haasje rept zich ervandoor. Beeld en geluid, prachtig hoor. Thuis hoor ik nooit wat. Na de derde ‘PAP’, reageer ik soms. Maar als er hard wordt gewerkt aan de N506 hoor ik alles. Ik ben niet doof. Ik heb een autofilter! En zonder dat geraas hoor ik een speld in een hooiberg vallen. In de verte klinkt weer een nieuw geluid. Lijkt op een kikker. Maar dan één met een schorre keel. Ik luister opnieuw. Verhip. Het is geen beest. Het is een wegdekschraper. Want er wordt hard gewerkt aan de N506. Een geel bord maakt het duidelijk. Tot 23 september 17:00 uur. Ik zou de kans maar pakken. De Voetakkers is een pracht, als er hard wordt gewerkt aan de N506. Gertjan Gerritsen, PendelHemmer. Lekker gek
Schrijftweedaagse, fietsvierdaagse, wandelzesdaagse. Met enige regelmaat worden doodnormale bezigheden boven het alledaagse uitgetild. Schrijf-, fiets- en wandelpromotors willen ons in enkele dagen tot een week doen geloven dat schrijven, fietsen en wandelen geen saaie bezigheden zijn. Maar liefst tien dagen zijn uitgetrokken voor zoiets dagelijks als taal, zo gewoon dat we er nauwelijks bij stil staan; tenzij het zich manifesteert. Met twee kleinkinderen loop ik door de supermarkt en lees wat opa Koos op het lijstje heeft geschreven. Vooral lekkere dingen. Tijn sleept het mandje-op-wielen achter zich aan. Tom doet hetzelfde met de boodschappentas. “Kindapaas,” lees ik. Tijn remt af, “wat zeg je?” Ik herhaal “kindapaas.” En even later “slagelhag, sietruiker,” en tot hun grote hilariteit, “brentenkollen.” Als ze al hun bedenkingen over de schrijfkunst van hun opa hebben, dan is daar niets van te merken. Dan wordt het lastiger. ‘Woopstrafels’ vraagt iets meer bedenktijd, bij ‘keverlaas’ moet ik een handje helpen, maar het woord ‘dillenboekjes’ heb ik nog niet uitgesproken of het ligt al in de mand. Nooit eerder was het zo super bij Deen. Daar kan geen tiendaagse tegenop.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Die avond leest opa voor uit ‘Pannenkoekentaart’ van Sven Nordqvist. Tom is er niet helemaal bij met zijn gedachten. Iets houdt hem nog bezig. “Opa, pannenkoekentaart, hoe schrijf je dat in het geks?” Lammy Vriesinga
Dementie
‘Wat is de oorzaak van dementie nou precies?’ vraag ik een collega. ‘Weet ik niet zo goed’, antwoordt ze. Nou, daar begint het al hè? Het niet helemaal meer weten of zelfs wéten dat je het niet helemaal meer weet. Ik ga sinds kort met ontzettend veel plezier naar mijn werk als oproepkracht in de dementiezorg. Waarom? De glinstering in de ogen van de mensen als je een grapje maakt of een spelletje doet. Maar ook de glinstering in mijn eigen ogen als zij je voor gek zetten of als iemand zich ongerust maakt over hoe je ook alweer je tanden moet poetsen (met een kam). Of als je spaghetti zit te eten en iemand kijkt je aan en zegt: “Is dit nieuw? Een bord hooi?” En later tijdens de voetbalwedstrijd Nederland – Finland boos wegloopt met de mededeling dat die voetballers beter wurmen kunnen gaan vangen, dan doen ze ook nog wat nuttigs. De vrouw naast hem moest het ook verduren, zij moest maar een hengel gaan kopen om te vissen, dan deed zij ook nog eens iets. Waar ik op dat moment zo om moet lachen dat ik die nacht vervolgens droom dat ik in een hooiberg zit om wormen te zoeken, zodat ik mijn kinderen kan voeren. Werk en privé gescheiden houden noemt men dat... Lynn Bakker, Grootebroek
Tende-master De laatste tijd kom ik steeds vaker achter beschamende ontdekkingen. Ik spreek sommige woorden namelijk verkeerd uit. Dat gebeurt niet eens een keer, maar blijkbaar al jaren. Kennelijk kom ik deze woorden niet tegen in de thrillers en tuinboeken die ik graag lees. Andere mensen articuleren misschien niet goed. Of heb ik een woordbeeld ontwikkeld bij een bepaald woord en kijk dus niet kritisch. Dan denk ik dat ik al weet wat er staat. Dit zijn allemaal verklaringen die ik mijzelf wijs maak, maar niet helpt om enige schaamte te overwinnen. In onze vakantie hebben we een veranda aan ons huis gebouwd. Voor het vervoeren van hout hebben wij een tende-master geleend. Bij toeval kwam ik erachter dat een tende-master eigenlijk een tandemasser is. Jaren heb ik dit woord verkeerd uitgesproken. En het vervelende is: niemand die mij verbeterd. Nog zo’n onbenulligheid: waxinelichtjes. De kaars zit in een bakje, dus ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat het baksinelichtjes zijn.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Dit alles zorgt voor veel hilariteit binnen de familie. Ik word er dan ook regelmatig mee geplaagd. Maar daar zit ik niet mee. Ik hou zelf ook wel van deze humor. Vanmorgen had ik een discussie met mijn vriend. Opeens beginnen we te lachen. Ik had iets verkeerd uitgesproken en ik had het zelf door. Mijn schaamte is verdwenen. Ilse Bossen uit Hauwert
DIGITAAL Mijn buurvrouw miste haar favoriete Duitse zender en moest een digitale ontvanger aanschaffen. Ze mopperde: ‘Ik vind het niet normaal van Ziggo. Ze kunnen het mooi vertellen: meer zenders en een beter beeld. Het zal wel meer gaan kosten.’ Ik bood aan haar te helpen bij de installatie. Terwijl zij koffie voor me zette, sloot ik de ontvanger aan. ‘Kijk buuf,’ zei ik. ‘Eerst zet je de TV op het juiste kanaal, en dan kun je met deze afstandsbediening de zenders opzoeken.’ Ze was niet gecharmeerd van de zoveelste zapper. En al die draden achter de TV vond ze niks. ‘Dat noemen ze een snoerwoud,’ grapte ik. Ze lachte niet. Op Nederland 2 verscheen een foutcode in beeld: E-48, geen signaal. ‘Wat betekent dat nou?’ ‘Ik vrees dat je een andere antennekabel nodig hebt,’zei ik. Nog meer kosten, en wat erger was: de plinten moesten er af. ‘Ik vind het echt niet leuk,’ mopperde mijn buurvrouw. ‘Kan ik vanavond wel naar André Rieu kijken?’ Sceptisch over de goede afloop ging ze naar de bouwmarkt en kocht een kabel. Samen sloten we de nieuwe kabel aan, plakten de plinten weer op hun plaats en even later worstelde ze met de verschillende afstandsbedieningen. Na nog wat gemopper klonk plotseling verbaasd: ‘Kijk nou eens. Niet normaal. Discovery HD. Zo mooi!’ Anneke Kruit Hoorn
MUSSEN Wij hebben drie witte krielkipjes. Gemakkelijk te verzorgen huisdieren. Elke dag schoon water en voer, restjes fruit en groente, en een boterham. Ze scharrelen gezellig tokkend rond in de achtertuin en je word zelfs beloond met kakelverse eitjes! De aangename sfeer in de tuin wordt nog eens verhoogd doordat er zo veel ‘gasten’ op bezoek komen. Er is elke dag wel wat lekkers te vinden voor merels, duiven en vooral: mussen. Ik heb goede herinneringen aan de straatjongens onder de vogels. Op enig moment waren ze er helaas niet meer. Maar nu ze zijn terug! En hoe: met twintig à dertig tegelijk. Het is de hele dag een komen en gaan. Ze houden luidruchtige vergaderingen in de Meidoorn en eten hun buikjes vol met alles wat in de kippenren en omgeving te vinden is. Zo gaat het wel een beetje hard met het voer. En ze poepen op de picknicktafel. Ze doen zich te goed aan de heerlijk rijpe bramen. En zij
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
lokken op hun beurt een torenvalkje, dat al twee keer in de tuin gesignaleerd is en voor grote paniek zorgde. De kippen vinden het verder wel prima. Ze krabbelen en wroeten wat af en laten zich niet afleiden door de bezoekers. Om de beurt zijn ze broeds, dan zijn ze weer in de rui. En eitjes leggen: ho maar. Anneke Kruit Hoorn
Deadline De deadline begint te dringen. Ik heb nog twee dagen de tijd om een leuke column te schrijven. De hele dag breek ik mijn hoofd over onderwerpen die me te binnen schieten. Zal ik het hebben over het plezier dat ik heb met het leren van Spaans bij de Stichting Mensen Zonder Betaald Werk? Of sloof ik me dan een beetje teveel uit, zo van kijk mij nou?! De slechte zomer, alle records brekend, is dat een geschikt onderwerp? Ik moet bekennen dat het praten over het slechte weer, laat staan het schrijven erover me een beetje tegenstaat. Als ik op de terugweg van de Vredehofstraat een omweg maak over de dijk en langs het landje van Naber fiets, komen mijn drukke gedachten een beetje tot stilstand. De wind waait door mijn haar en het begint te motregenen. Dat vind ik niet erg. Ik ben bijna thuis en echt nat word ik niet. Ik hou van de herfst. Het ruikt buiten lekker fris en het maakt het thuiskomen extra fijn. Dat komt vast omdat ik in de herfst geboren ben. Ik krijg zin in thee met speculaas erbij en lekker languit op de bank een boek lezen. Eerst maar zelf wat op papier zetten, de deadline dringt! Lucia Spitteler
SPORTEN Elk jaar tegen het eind van het schooljaar met de vakantie in zicht, is het altijd hetzelfde liedje. Het slop raakt in het wekelijkse sport “uitje”. Mijn vriendin en ik spreken trouw af er na de vakantieperiode weer flink tegenaan te gaan. En met die sussende gedachte gaan we genieten van een welverdiende (vinden we zelf) periode van ontspanning en rust. Als het schooljaar bijna gaat beginnen en de vakantie ten einde loopt wordt het tijd om de gemaakte belofte te gaan nakomen. De laatste twee weken van de vakantieperiode zijn we druk doende om te gaan starten met sporten. Alleen de enige oefeningen die we tot nu toe gedaan hebben zijn vingeroefeningen, met het typen van
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
mailtjes naar elkaar. Deze mailtjes zijn telkens weer van dezelfde strekking: we gaan nu echt een dag en tijd afspreken, we bellen voor een afspraak en nog meer van dat soort uitlatingen. Ondanks dat de scholen weer begonnen zijn, staat er nog steeds geen definitieve afspraak. Omdat ik weet dat het er toch echt weer van moet komen: sportkleding van achter uit de kast gevist, mp3 speler gevuld met "sportieve" muziek. Want een goed begin is het halve werk. Als warming-up mail ik mijn vriendin. Beste vriendin morgen ben ik van plan naar de sportschool te gaan. Want morgen is de beste dag voor alles! Tanya Hartman Kok
K Nog niet zo lang geleden was het uitspreken van deze ene letter voldoende. De ziekte had wel naam, maar die hardop zeggen deed je liever niet. Het is nog steeds een moeilijk woord. Dat blijkt wel uit de kop van deze column, want er staat geen Kanker boven. Deze censuur leg ik mezelf op omdat ik u op deze plaats niet wil confronteren met zo iets ernstigs. Trudy, mijn collega, heeft maling aan censuur. ‘Weet je wat ik heb? Borstkanker.’ Ik zwijg, wat kan ik anders? Trudy vult de stilte gelijk door te vertellen hoe dit aan licht kwam. De foto in de auto. Maar vooral neemt ze de tijd om het behandelplan te vertellen. Ze neemt geen blad voor de mond. Ik hoor woorden als biopsie, bestraling, bloemen. Bloemen? ‘Ja,’ zeg Trudy met een olijke grijns. ‘Ik kreeg bloemen van mijn man, de kinderen en van mijn zussen. Ik maakte nog een grapje dat dit toch niet mijn laatste bloemen waren?’ Ten slotte noemt ze datum waarop ze na de ingreep weer aan het werk gaat. Zo snel al? Ik kijk naar Trudy. Ze bruist van levenslust. Nee, dit kunnen haar laatste bloemen niet zijn. Ik denk aan Marja, aan Els, aan Tom, en aan zovelen die zijn genezen van kanker. Kerngezond; dat begint ook met een k. Jolanda Kessel-Stammes Fame One minute of fame. Het doel van alle veertig mensen die zich in de bieb van Stedebroec verzamelden. We hopen dé tips en trucs te leren van dé deskundige. We zijn allen wannabe writers of echte schrijvers. Sommigen publiceren al, anderen typen er privé lustig op los en weer anderen zijn actieve bloggers, al dan niet anoniem op internet. Zelf schaar ik me tot de laatste categorie, en ook de eerste. Ik ben een wannabe writer die actief blogt op haar eigen blogspot. Ik heb een kleine, maar trouwe schare volgers. Die mij motiveren en bekritiseren. Die soms de tranen uit hun kop janken van de lach, maar ook een traantje kunnen
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
wegpinken van emotie. Dat is de kracht van taal. Dat is de kracht die mij al boeit sinds “Boom, Roos, Vis”. Je emoties en belevenissen op papier zetten en anderen hiermee raken. Dat is de reden waarom deze zaal ook zo gevuld is. Het is broeierig warm en wanneer de opdracht komt een eigen in 60 seconden te schrijven, stijgt de temperatuur. Pennen schrijven en krassen over papier en er wordt gezucht en gesteund. Inspiratie komt niet op commando, dat blijkt. Het moet ergens over gaan, actueel, persoonlijk. Dat lukt een aantal voordragers goed. Maar is het genoeg voor die one minute of fame? Ik heb mijn best gedaan! Brigitta Posch
Taal Deze week is het Taal10daagse oa. in West Friesland. Leuk! Ik dacht eerst aan een landelijk iets. Nee, het blijkt een Noordhollands initiatief. Binnen Noord Holland is de taal al zo divers. Ik kom uit de Zaanstreek, een streek die een dialect kent. Ik woon vier jaar in Stedebroec. Het Zaans en Westfries zijn nauw aan elkaar verwand. Tenminste, dat dacht ik… Kort na mijn emigratie belandde ik in dé supermarkt van Lutjebroek. Ik waande mij in het buitenland toen ik daar een groepje dames-op-leeftijd met elkaar hoorde praten. Alsof het vloeiend Frans was. Na vijf jaar middelbare school begrijp ik dat best aardig, maar niet genoeg om een heel gesprek in rap tempo te volgen. Ik voelde me buitenlander in eigen land. Klanken worden verbasterd, van werkwoorden het ge-, en bij alle woorden de d ingeslikt. Daarnaast heeft ongeveer ieder Nederlands woord een Westfriese vertaling. Kortom geen dialect meer, maar een taal. Die, zo mijn ervaring leert, door een heleboel mensen wordt gesproken en zelfs een eigen woordenboek heeft. Er bestaat geen inburgeringscursus voor West Friesland. Iedereen kan er komen wonen. Het begrijpen en actief meedoen in het dagelijks leven kan knap lastig zijn als je de taal niet goed begrijpt. Kenne we dus neit een Westfrieske taâl 10daagse doen? Voor de buitenpoorters, zodat die hullie ook begroipe kinne! Brigitta Posch
Strijd De zomervakantie is weer voorbij en direct valt het weer op. Je kunt geen huis-aan-huis blad openslaan of de streek doorfietsen of je ziet de schreeuwerige advertenties van sportscholen. Gratis inschrijven. Gratis proeflessen. De vakantiekilootjes eraf en weer fit de winter in. Hoewel ik met weerzin naar de advertenties kijk, slaat toch de twijfel toe. Weer aan de gewichten hangen of in een te strak pakje op muziek huppelen? Of gewoon negeren. Een open dag op leert me dat
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
ik hierin niet alleen sta. Vertwijfelde blikken in te strakke sportkleding, net uit de maat zumba-end. Toch maar wel inschrijven? Het is goed en het is leuk! Toch…? Thuisgekomen vertel in enthousiast dat ik me weer heb ingeschreven. Hij kijkt lijdzaam toe. Hij weet namelijk dat hij straks degene is die me weer moet motiveren. “Ga nou schat”. Vervolgens moet hij alle klusjes oppakken die ik laat liggen omdat ik naar een huppelklasje moet. Na de les moet hij de verhalen weer aanhoren van mijn strijd tegen de maat. Hoe die kilo’s toch maar niet verdwijnen en dat lijf niet strakker wordt. Een dag later het geklaag over spierpijn en de vraag “Zeg lief, masseer jij mijn schouders even?” Dit jaar laat ik mijn twijfel niet doorslaan. Niet omdat het niet nodig is, maar omdat ik het manlief niet kan aandoen. Brigitta Posch
Streepjestas
Dinsdag is mijn vaste boodschappenochtend. Ik pak mijn oude fiets met dito oude fietstassen, één bovenop de bagagedrager en twee opzij. Ik stop mijn portemonnee met lijstje in mijn streepjesboodschappentas en de tas weer in de fietstas bovenop. Opgewekt trap ik door de Zesstedenweg richting Streekhof. Aan de noordkant van Streekhof bij de visboer stap ik af en graai in mijn fietstas. Hè? Niets. Noppes. Helemaal leeg. Ik begin hevig aan mezelf te twijfelen. Deed ik de tas er nou in thuis of niet? Een tikje nerveus hou ik mezelf voor dat ie gewoon nog thuis ligt en ik race naar huis. Niet dus. Nergens te vinden in huis. Boven niet, beneden niet. Alles zit in die portemonnee. Niet erg slim besef ik me nu, maar daar heb ik nu niks aan. Ik besluit dezelfde weg naar Streekhof af te leggen en ik kijk links en rechts van de weg .”Ik ben rustig, heel rustig” herhaal ik steeds tegen mezelf. Als ik langs de kerk fiets zie ik het. Daar hangt ie, mijn streepjestas. Aan een hek. Ik spring van mijn fiets en trek de tas open. Onderin zit mijn portemonnee er nog in, met geld, passen, rijbewijs en ID. En mijn boodschappenlijstje.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Als ik ooit al twijfelde staat nu mijn besluit vast, ik blijf een dorpsmens. Warm van binnen vervolg ik mijn rit naar Streekhof. Ellen Dudink
Herfst
Het is herfst, de wind giert loeiend en de regen slaat woest tegen de ramen. Buiten en in mijn hoofd is het herfst. Hoewel het volgens de kalender zomer is, viert de herfst hoogtij. Herfst. Meerdere malen per dag pendel ik heen en weer naar het ziekenhuis, al maanden lang. Daar ligt ons kleine meisje die veel te vroeg is geboren. Terwijl iedereen om ons heen bruinbakkend aan het Schelpenstrandje in Hoorn lag, zat ik in het ziekenhuis. Bruinbakkend? Waarom ziet iedereen er deze zomer zo bleek uit? Heb ik iets gemist? De hele zomer zat ik binnen, naast jouw couveuse. Het weer neemt mijn stemming over. Onderweg in mijn auto slaan de ruitenwissers driftig heen en weer, van links naar rechts. De lucht kleurt donker en om me heen zie ik mensen rennen, steeds sneller. Met jassen, tassen, paraplus en andere voorwerpen boven hun hoofd. Wanhopig proberend de woeste uitbarsting van de hemel te trotseren. Veelal tevergeefs. Uit mijn CD speler hoor ik de klanken van Guus Meeuwis – Dat komt door jou. Jouw oogverblindend zijn. Ondertussen heb ik mijn auto geparkeerd, trotseer de herfstige buien en loop mijn zoveelste gang naar het WFG in Hoorn. Herfst. Herfst in mijn hoofd. Zodra ik de zaal binnenloop en een blik in jouw couveuse werp, zie ik plots de zon verschijnen. Zon. Elly Godijn-Wassenaar Hoorn Burenwijsheid ‘Relatiecoach schrijft doe-boek’ het NHD-artikel over een boekje dat ik geschreven heb ligt op tafel als mijn buurman binnenkomt. Hebben ze daar tegenwoordig een boek voor nodig, over hoe je het moet doen? Hij schudt zijn hoofd, leest verder en ontdekt dan dat ik die relatiecoach ben. O, sorry, dat heb ik even gemist. Een boek over hoe je die ene vindt… tja, daar zit wat in. Hij gaat er eens goed voor zitten. Dan legt hij het artikel terug op tafel. Ik lees hier dat je bij dat bureau van je veel meer mannen dan vrouwen hebt. Ik snap dat wel hoor. Vrouwen vinden het prima alleen, een man niet. Een man heeft een vrouw nodig. Maar weet je…Hij pauzeert even en hij buigt vertrouwelijk naar me over. Die vrouwen
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
hebben vaak wel een vriend hoor, maar zo’n man is dan getrouwd of hij houdt er meerdere vriendinnen op na. Dat laatste zou ik ook wel willen, maar ik heb mijn handen vol aan mijn eigen vrouw. Zijn woorden zetten me aan het denken. Als buurman gelijk heeft dan wil ik mijn soortgenoten graag wakker schudden: kom terug op aarde, plant je voeten stevig in de grond en zet jezelf in de ja-stand voor een man die wel helemaal voor jou kiest. Heleen Kramer Wortels Friesland bindt ons en blijft aan ons trekken. Vooral ‘s zomers. Dan gaan we naar het Skûtsjesilen. Elf dagen lang strijden veertien authentieke tjalken om een eerste plek op de verschillende wateren in Friesland. Het gevecht tussen de nummers één en twee is hevig dit jaar. Tussen ons ook. Hij komt uit Grouw en ik heb jaren in Sneek gewoond. Natuurlijk gunnen we elkaar alles, maar ik was toch wel erg trots toen Sneek de beste bleek te zijn. Later als de kinderen groot zijn, gaan we terug naar onze wortels, hebben we altijd gezegd. Nu is het zover. En er staat een boerderijtje te koop vlak bij Sneek. Een groot stuk grond er om heen, aan het water, een rieten dak, het is precies het huisje wat je je voorstelt bij wonen in Friesland. En toch…we gaan het niet doen. Immers: hier in Hoorn kennen we iedereen. Als we uit gaan ontmoeten we altijd bekenden, zo ook in de winkels en op de markt. Als we ons nu in Friesland vestigen worden we gezien als een stel van middelbare leeftijd. En dan ontmoeten we allemaal mensen die dat ook zijn. Nee hoor, hier voelen we ons samen met onze vrienden lekker jong en we hebben er met elkaar helemaal geen last van dat we een dagje ouder worden. Heleen Kramer Tuintje Met enige trots gaat hij me voor de trap op. Eenmaal boven in het topje van zijn huis laat hij mij zijn geheime schatkamer zien. Keurige rijen zwarte potten met aarde en daarin de plantjes. Honderdtwintig zijn het er, vertelt hij desgevraagd. Lichten erboven, een aantal ventilatoren die de boel koel houden. Een zorgvuldig afgeplakt tuimelraam. Het is een zeer professioneel opgezette plantage. Ik ben helemaal verbaasd. Alles wat ik verwachtte maar dit niet. Als we teruggaan naar beneden noemt hij de opbrengst per drie maanden. Zelfs bij een tegenvallende oogst is het meer dan ik in die tijd verdien. Hij laat me de hoge belastingaanslagen en flinke doktersrekeningen die nog betaald moeten worden zien, ik toon niet veel begrip. Een beetje verdwaasd fiets ik een uurtje later naar huis. De rijtjeshuizen van de verschillende woonwijken die ik doorkruis lijken me uit te lachen. Nooit eerder waren mij de keurige kunststofkozijnen overal zo opgevallen. Nooit eerder zag ik zoveel auto’s met drie letters achterelkaar in hun kenteken. En vertelde die buurvrouw laatst niet dat ze volgend jaar weer naar Barbados zou gaan met de hele familie? Ik begin me echt een beetje zorgen te maken. Ben ik nou zo braaf en naïef? Ben ik de enige in heel Hoorn die nog niet zo’n tuintje op zolder heeft aangelegd? Heleen Kramer
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Kleur We zitten in de tuin bij de houtkachel. Mijn man staart naar de wat armetierige boompjes in de border en zegt dan: ‘Ik haal ze eruit, er moet eens iets anders in. Hortensia’s, dat is leuk, allemaal verschillende kleuren.’ ‘Ja,’ zegt zoonlief als hij van de plannen hoort, ‘dat is wel leuk voor mensen van jullie leeftijd.’ We lachen erom, maar het zet zich toch vast. Bij het tuincentrum zien we al die hortensia’s in hun pracht en praal maar we nemen ze niet mee. Eenmaal thuis lijkt de zware kleigrond van de lege border ons verwachtingsvol aan te kijken. Opeens weet ik het, ik bel het tuincentrum: ‘We willen graag een bessentuin aanleggen, kan dat zo midden in de zomer?’ ‘Ze hebben de dollartekens in hun ogen,’ zegt mijn man als ik de verbinding verbroken heb, ‘een bessentuin, we hebben maar een strookje van drie meter.’ We kunnen drie struikjes neerzetten. Een rode bes, gele kruisbessen en een blauwe braam. En bodembedekkertjes, anders lijkt het zo kaal. Eenmaal thuis halen we alles uit de auto. De gebruiksaanwijzing is duidelijk, ik doe precies wat er staat. Het lijkt nu nog erg groen allemaal, maar als het goed is hebben we over enkele jaren toch kleur in de tuin. En we kunnen er nog van eten ook. Heleen Kramer
Workshoppen
Onlangs was ik bij een workshop over het schrijven van een column in deze krant. Hoewel ik best wel wat zinnetjes achter elkaar op kan schrijven, is het best nuttig om hierin wat onderricht te krijgen. Ik vind het leuk om zomaar wat te schrijven. Met een stukje papier en een pen kan ik best een tijdje zoet zijn. Maar het is goed om hierbij sommige regels in acht te nemen. Het verhaaltje mag bv. niet langer zijn als een vaststaand aantal woorden. Anders past de krant er niet omheen. Dingen die niet ter zake zijn moet je weglaten. Daar werd op de workshop verder ook niet erg over gesproken, maar toch. Logisch eigenlijk. Je besteedt toch geen tijd aan die zaken die je vervolgens toch niet op gaat schrijven. Je staat er niet direct bij stil, maar het is echt waar, als er te veel woorden in staan, zal er een aantal uit gehaald moeten worden. En dat is het moeilijkste van een column schrijven. Niet het schrijven zelf, maar het weghalen van zinnen of delen ervan. Het schrappen. Kijk, eigenlijk is het net zo als met die winterwortels; je moet ze schrappen om er iets moois van te maken. Nu is schrappen niet direct mijn hobby. Maar toch, wie dán schrijft, die blijft. Vandaar dat gezegde natuurlijk. Leuk die workshop. Joost Doef Nino ‘s Morgens als ik van de trap af ga, kom ik langs Nino onze hond die op de map bij de voordeur ligt te
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
slapen. Hij reageert nauwelijks. Op dit moment van de dag hebben wij elkaar niet veel te vertellen. En daar voelen we ons beide prettig bij geloof ik. Mijn dag begint verder in de keuken. Ik regel daar zo het één en ander voor mezelf. Altijd zo ongeveer op dezelfde tijd in vaste regelmaat. Er is meestal nog iets dat op hetzelfde tijdstip gebeurt. Iets waarom ik inwendig altijd weer moet glimlachen. Nino ligt dus volledig ontspannen op zijn deurmat hond te zijn. En ik ben achter in het huis op mijn manier de dag aan het beginnen. Plotseling hoor ik dan enkele op elkaar volgende geluiden. Geritsel, geklapper en gekrabbel. Wat is er aan de hand? De krantenjongen of het -meisje, want ik heb hem of haar nog nooit gezien, wurmt een krant door de brievenbus: Het geritsel. Als de krant binnen is en aan zijn val begint, sluit de brievenbus zichzelf: Het geklapper. Nino, die er precies onder ligt, krijgt de krant op zijn kop, schrikt ervan, en springt overeind: het gekrabbel. Het nieuws van elke dag dat op de mat valt, kan dus voor iedereen verschillend binnenkomen. Voor de één lachwekkend. Voor de ander schrikaanjagend. Joost Doef
Enne…………… schrijven maar 34 Dames en 1 heer. Een literaire locatie in de stad. Op een winderige woensdagavond in september. Wat gebeurt er? Een workshop column schrijven. Vooral middelbare dames vinden dit interessant, blijkt snel. En een verdwaalde man. De dames komen mij vaag bekend voor (de man niet). Hoe hou je de schrijfgrage dames en die ene heer van de straat. Zo dus. Alle tips en trucs op een rij van een bekende columnist van de krant. De faboulous PowerPoint helpt daarbij. Onderwerpje zoeken enne……………. schrijven maar. Het ultieme genot van de schrijfsters (en die ene schrijver). Ook ondergetekende was van de partij. Na een kwartiertje zweten zijn de baby’s geboren. Een nieuwe column!
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Voorlezen mag, maar ’t is ook spannend om het geheim te houden voor de krant! Thuis nog even perfectioneren (dochterlief helpt op een wetenschappelijke manier). “In regel drie moet WIE WAT WAAR al duidelijk zijn” gilt ze nog. O my god. Dat heeft die redacteur helemaal niet verteld! Waar stond dat dan? Nog even mijn tips en trucs nakijken. Oké, het is af en gauw mailen. Weg ermee. En dan maar hopen, dat het geplaatst wordt en dat iemand het asjeblieft leest. En niet afhaken bij regel twee. (Heb ik zelf last van). Heel Westfriesland zit vol met kritische lezers en schrijvers. De concurrentie is moordend. Emmy Ooms Zwaag
Friezen ontdooien! Ik woon samen met een Fries. Daar heb ik normaal gesproken geen erg in. Totdat… de telefoon gaat en Friesland belt! Het gesprek begint voor mij in begrijpelijke taal, Nederlands dus. Reeds na twee zinnen hoor ik de Friese tongval. Dan krijg ik zo’n “ik bid niet voor brune boone” gevoel. Tuurlijk begrijp ik het als ik mijn best doe, maar toch haak ik af. Het wordt langzamerhand een andere wereld, niet de mijne. Daarentegen is het erg leuk om daadwerkelijk in dat rustige, authentieke groene weidse landschap rond te lopen. De relaxedheid druipt er vanaf. Koffie in een schoenenzaak, waar krijg je dat nog? “Daar kenst dien auto gratis neersette”, hoorde ik een passant zeggen terwijl ik de parkeermeter wilde vullen. “Oh oké, bedankt hoor!”
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Als we terugrijden val ik op de Afsluitdijk meestal in slaap. Het water maakt me slaperig. Als ik wakker word hoor ik mijn vriend zeggen: “We zijn er bijna hoor”. Om in de sfeer te blijven draaien we thuis De Kast en zingen het hartgrondig mee. Ook door mij, maar dan met mijn eigen versie, wat hij dan weer erg hilarisch vindt. Langzaam begint hij te ontdooien tot één van ons. Maar………….. zodra de telefoon gaat en Friesland belt is hij weer “De Fries”. Stiekem ben ik jaloers, dat ik het niet ben. Emmy Ooms Zwaag Komt ze maar! Mijn ouders verhuisden in 1955 naar de Drieboomlaan. Daar raakten zij bevriend met hun achterburen. Een Nederlandse man met zijn Indonesische vrouw. Getrouwd in 1950 “met de handschoen”. Mijn moeder en de buurvrouw werden dikke vriendinnen en deden alles samen. Winkelen, fietsen, toeren met de Daf, kamperen. Midden jaren 80 is ze zelfs met de buren naar Indonesië op vakantie geweest. Mijn vader wilde niet mee, want hij verafschuwde rijst. Ja, en dan houdt alles op natuurlijk. Moeder hield wel van het onbekende en bereidde zich goed voor op de tropen. Gekortwiekt haar, want een watergolfje in het verre Oosten is bepaald niet praktisch. “Je lijkt Pia Beck wel!” was de verbaasde reactie van vader. Mijn buurvrouw (ze woont er nog steeds) heeft een ludieke manier van praten. Zij sprak tegen mijn moeder in de 3e persoon enkelvoud. Dan zei ze: “Hoe is het met haar”? Tot mijn stomme verbazing nam mijn moeder die manier van praten en bijbehorende intonatie dan over! Mijn moeder sprak geen woord over de grens, maar was goed in accenten en dialecten. In feite hadden de dames zo hun eigen taal ontwikkeld. Ze begrepen elkaar volledig.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Als moeder haar Dafje in de garage probeerde te manoeuvreren liet ze zich graag leiden door buurvrouw. Dan sprak mijn buurvrouw de historische woorden: ”Komt ze maar!”. Emmy Ooms Zwaag Kaken
Vroeger was ik bang van honden. De wekelijkse wandeling met buurvrouw en haar drie Berner Sennenhonden over het Wijzenddijkje en door Oosterblokker hielp mij er over heen. Dacht ik. In de nieuwe wijk Bangert Oosterpolder in Zwaag gebeurde het. Ik loop ontspannen te kijken naar de verschillende stijlen waarin de huizen gebouwd zijn. Een man en twee honden van formaat kalf komen me tegemoet. Als één van de beesten mij in het vizier krijgt, verandert het speelse springen in iets wilds. De snelheid waarmee hij zijn prooi nadert doet mij sidderen van angst. Mijn hart klopt mijn keel uit. Gretig laat het monster zijn haaientanden zien. Ik weet het zeker, die gaat hij in mij zetten.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
‘Ga af,’ wat moet ik roepen in zo’n penibele situatie? Onvast sta ik op mijn benen. De hond grijpt mijn rok. Mijn gedachten gaan uit naar mijn legging, die moet hij eerst verorberen voordat hij bij het vlees is. ‘Houd die hond vast,’ gromde ik tegen de man die inmiddels op het plaats delict was verschenen. Hij deed niets en liet mij in mijn doodsangst achter. De grootste boosdoener hield zijn kaken stevig op elkaar. Geen correctie op de hond en geen excuus voor mijn gehavende rok. Dat is mijn trauma. Tegenwoordig ben ik weer bang van honden.
Anneke Harte
Rennen Zaterdagochtend , 9 uur. Zit op mijn fiets in nieuw aangeschafte, nog iets te strakke outfit. Ben op weg naar atletiekbaan. In een opwelling mezelf aangemeld voor Start to Run. 40 geworden dit jaar! Bestaat er dan toch ook voor mij zoiets als een midlife crisis? Ik, die altijd heb geroepen: dat is echt niks voor mij!!! En nu , zie me daar gaan: ietwat gespannen blik in mijn ogen en moed die me in mijn nog niet ingelopen schoenen zinkt. Als ik me begeef tussen mijn mede cursisten voel ik me meteen bondgenoot en lotgenoot met alle nieuwe onbekenden om me heen. Ook zij hebben de stap gezet! En het feit dat we hier staan is er al 1 in de goede richting! De training is leuk maar zwaar. En met een hoofd nog feller gekleurd dan mijn nieuwe shirtje ploeter ik na afloop weer terug naar Venhuizen. Een nieuwe stap in mijn sportcarrière is gezet! Nu aan de bak met het gedownloade huiswerk en de peptalk van Renate Wennemars in mijn oren. Om volgende week vol goede moed weer aan de start te verschijnen. Ga eerst maar eens op pad als het donker is….toch fijn dat de herfst al vroeg zijn intrede doet. En mocht u me wel signaleren: een bemoedigend knikje of opgestoken duim kan geen kwaad! Ik zal 't nodig hebben! Ageeth van den Akker,
Venhuizen
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Parkeertalent
Onlangs was het weer zover: het kampioenschap inparkeren. Een man heeft gewonnen. Ongetwijfeld bevestigt dit het idee van veel mannen dat zij beter kunnen inparkeren dan vrouwen. Als rechtgeaarde vrouw ben ik het daar natuurlijk niet mee eens. En geef nou maar toe. Er zijn veel vrouwen die wél en veel mannen die niét kunnen inparkeren. Zoals niet lang terug. Mijn auto stond netjes op mijn parkeerplaats. Niet dat die echt van mij is, natuurlijk, maar toch. Zie ik een grote auto proberen om nog vóór mijn auto er in te kunnen. Nou, dat ging een partijtje moeilijk. Dus hij eindigt met zijn trekhaak diep in mijn nummerbord. Stapt die man uit en wil naar huis lopen! Want IK hoef natuurlijk niet weg. Dus ik spreek hem daarop aan. Vraagt hij geïrriteerd of er nog nooit iemand met zijn trekhaak tegen mijn auto is aangereden. Want dat gebeurt vrij vaak in onze straat, hoor! Alsof hem dat het recht geeft dat dan ook maar gewoon te doen. Zelf heb ik al veel bewondering geoogst met mijn parkeertalent. Zo kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat ik in de 27 jaar dat ik nu rij, nog nooit met m’n trekhaak achteruit op een auto ben ingereden. OK, dat ik ook nog nooit een trekhaak heb gehad, helpt natuurlijk wel … NELL VELDHUIS
Dokter Taal
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Zie ik daar een collega? En is dat niet Heleen, mijn buurvrouw? Kijk, daar zit Joke die mij altijd zo vriendelijk helpt bij de kassa van Deen. Waar zoveel vrouwen ongeduldig wachten moet iets te halen zijn. Een leuke jurk, of een lekker stuk taart. In dit geval wachten we op Jaap. Jaap heeft een spannend beroep en dat is net zo aanlokkelijk als een gebakje. Hij is namelijk journalist. Een beroep dat voor mij in hetzelfde rijtje thuishoort als arts en piloot. Zijn stem klinkt exact zo rustig en betrouwbaar als die van mijn huisarts. Net als mijn huisarts geeft Jaap wijze raad. Niet op medisch gebied, maar op taalgebied. Hoe schrijf je nu een column? Wel, er zijn een paar belangrijke regels. Als je die toepast en je voegt er wat druppels humor en een snufje creativiteit aan toe, lukt het zeker. In de zaal klinkt opgelucht ademhalen. Dan ontstaat een lichte turbulentie wanneer dertig vrouwen iets moeten gaan schrijven en piloot Jaap voorstelt om ons daarbij alleen te laten. Gelukkig blijft hij aan boord. Hij navigeert ons langs valkuilen en instinkers. Als we onze woorden aan hem voorleggen, verandert Jaap weer in een vriendelijke journalist, want die bestaan echt. Bij het naar huis gaan krijg ik de tips als een bijsluiter mee, maar dan veel duidelijker. Jolanda Kessel-Stammes
E-bike. Ik heb heel lang getwijfeld zal ik wel of zal ik niet? Ga ik nog een keer voor een gewone of toch de E-bike Eenmaal over ga je niet makkelijk meer terug naar gewoon. En niet onbelangrijk er hangt een redelijk prijskaartje aan. Alles op een rijtje gezet en uiteindelijk gekozen voor de E-bike. Een vereiste was een sportief modelletje lekker fris kleurtje grote boodschappen tassen en een fietsmand voorop. In februari aangeschaft en nu al ruim 2200 km op de teller. Al vrij snel bleek dat ik niet genoeg had aan de actie radius van 30/70 km van de accu. Omdat ik meestal vol gas fiets gebruikt de accu stevig en haal ik er nooit meer uit dan ongeveer 40 km dus een tweede accu gekocht. Na een paar kleine mankementjes ik noem het opstartprobleempjes zijn mijn E-bike en ik dikke vrienden. Samen fietsen we heel wat af boodschappen tassen flink gevuld maakt mij niet uit fluitend kom ik thuis. Even naar Hoogkarspel op familiebezoek draai er mijn hand niet voor om. Lekker een ijsje eten bij Vivaldi in Hoorn peace of cake. Flinke tegenwind naar Andijk ik blijf lachen. Conclusie ik wil echt nooit meer terug naar een gewone fiets dit is zo heerlijk een nadeeltje mijn man wil niet meer met mij fietsen. Gerda
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Buik Mijn dochter is in blijde verwachting! Ik kan het wel van de daken schreeuwen, dus bij deze. ´O leuk, je wordt oma´, is meestal de reactie die ik krijg op dit nieuwtje. Want het is haar eerste en zij is mijn enigst kind. Toch is het niet zo dat ik oma word. Ik ben het al, namelijk van de kleinkinderen van mijn vriend. Prachtig, om die rol te mogen vervullen. Het meest geniet ik van de manier waarop die kleintjes uit de hoek kunnen komen: onbevangen, origineel, creatief, grappig. De twee oudsten, zusjes, zijn bijdehante dametjes. Natuurlijk is de oudste haar zusje meestal de baas. Maar de jongste wil vooral niet voor haar grote zus onderdoen. Van tijd tot tijd mogen we oppassen. Een jaartje geleden, de oudste was zes, de jongste vier, logeerden ze bij mijn vriend (opa). Daar hangt een al wat oudere foto van onze kinderen, waaronder dus hun papa en mama. Mama had toen een dikke buik, want het eerste kindje was op komst. Af en toe wordt de foto door de zusjes bekeken en van commentaar voorzien. De oudste vindt die dikke buik zeer boeiend. ‘Toen zat ik nog in mama’s buik’, zegt ze. Dat laat die kleine niet op zich zitten. Ze reageert onmiddellijk: ‘En ik zat nog in papa’s buik!’ Meta de Weerd, Hoorn
Marktplaats. Op markplaats staat een speed bootje te koop (een opknappertje). De foto is perfect mooi bootje. Bellen afspraak maken.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Naar een plaats ergens voorbij Groningen. De mevrouw die ons opwacht kijk veraast en zegt; Denk niet dat dit iets voor u is, schuin kijkend naar de boot op een trailer. Een monster is het, lijk in de verste verte niet op de foto. Manlief bekijkt het allemaal grondig. Ik denk nee niet doen Nu de opknap prijs nog. Is het met de motor vraagt mijn lief. Ja maar hij moet wel nagekeken worden. Handje klap boot bezitters. De boot achter onze auto. Pit stop tank benzine. Volgende stop Mac Donald, tel maar op bij het opknap prijsje. Bij het thuiskomen ons monstertje de tuin in. Buurman komt even neuzen, zegt leuk en loopt hoofdschuddend weg. Daar staat ons bootje nu te wachten op mooi weer. Geen klussen dus. Dan plots is de zon ook komen kijken. Na schuren en geploeter, is eindelijk het verven aan de beurt. Drie lagen zegt manlief. Goed he! Het bootje is nu rood, het doet zeer aan je ogen. Nieuwe rubbers, verf, reparatie motor enz. Kost wat maar dan heb je ook wat. Mijn gras is rood, de hond is rood en blauwe overal is rood. We bezitten nu een bootje maar de zomer is voorbij.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Annie Morgan Westwoud
“PRIKKELENDE KOP” Voor de goede orde laat ik U weten dat ik het niet heb over hooikoorts! Toch worstelen ze dagelijks met dit fenomeen bij het N.H.D. Althans als we Paul Gutter mogen geloven en dat doen we want de workshop “ in 60 seconde” zit propvol. Met grote regelmaat schrijft hij deze column en in die kennis laat hij ons nu delen. Aan veertig gruizige cursisten verschaft hij de broodnodige ingrediënten. Het recept wordt uitééngezet in de workshop die hij veertig cursisten voorschotelt in de bieb van Bovenkarspel. “De prikkelende kop” heeft echter maar één doel en dat is U te bereiken zodat U met graagte het gebodene consumeert. Naast die prikkelende kop is het van belang dat één onderwerp centraal staat en dan het liefst regionaal, herkenbaar en waar gebeurd. Wat zelfspot aan het eind geeft beslist een prettige nasmaak Voor alle cursisten ligt er dan ook een alleraardigst kadootje klaar waarin wij deze benodigdheden mogen ordenen en schrijven teneinde er een column van te maken. In stilte wordt er gezwoegd waarna verschillende cursisten hun werk mogen voorlezen. Het geheel wordt zo af en toe doorspekt met de mening van “de meester”. Een heerlijk likeurtje wordt hem als dank ,uit handen van een charmante biebmedewerkster, aangeboden. Zelfs de naam is heel toepasselijk….. INSPIRATION. PROOST….. op de taal-10 daagse! Willy Muller-Gouda
Eén seconde Een verloren schoen, zomaar op straat. U heeft ze vast ook wel eens gezien: in de berm, of langs het spoor. Bij het zien van zo’n eenzame schoen, slaat mijn fantasie immer op hol: van wie was-ie? Wil ik dan weten. En hoe verlies je die? Steevast doemt bij mij het beeld op van een man. Het is ook nooit een vrouwenschoen, zo’n van zijn partner verstoken stuk schoeisel. Vandaag ben ik onderweg naar de workshop ‘column in 60 seconden’, wanneer mijn pad gekruist wordt door zo’n schoen. Vol schrijversaspiraties en doorbraakdromend stap ik door de
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
stad, wanneer de eenzame schoen mijn blik vangt. Op de stoep ligt hij. Echter, bij het zien van deze schoen bekruipt mij direct een naar gevoel. Zo’n ‘dit-is-niet-pluis’-gevoel. Vlug verkennen mijn ogen de omgeving: voeten (mét schoen!), een horloge en dan een hand. Een hand aan een arm in een ingewikkelde kromming op de klinkers van de straat. Hand, man, ongelukkige houding van het lichaam en…een auto. Een barst in de voorruit. Een deuk. Bloed. ‘Rustig blijven liggen’, zeggen mensen tegen de man zonder schoen. Anderen bellen 112. Ik ben niet nodig, ik loop door. Even later zit ik in de bieb en leer over ‘een column in 60 seconden’, terwijl in mijn achterhoofd blijft weerklinken: soms is er maar één seconde nodig… Anneke Raven
9/11 De Twin Towers. Tien jaar geleden, ja de tijd vliegt voorbij. Behalve de vliegtuigen. Waar was jij toen, is vaak de vraag. Iedereen weet het. Ik ook. Maar pas om vijf over tien die avond zag ik de beelden! Wáár heb je gezeten dat je er zo laat achter komt? Inderdaad. Ik liep op een berg! Met vrienden een week naar Oostenrijk. Even helemaal niets. Overdag stevig wandelen en in de avond eten, drinken en samen een spel doen. Vol spanning en bloedfanatiek. Om de gemoederen te sussen is er een pauze. Ik bel even mijn collega. Gewoon ff checken. ‘Wat doe je chagrijnig man,’ zeg ik. ‘Nou ben jij er niet chagrijnig van dan?,’ meldt hij verbaast. ‘Hoe zo?,’ vraag ik. Waarop hij zegt, ‘Doe de tv aan, zappen hoeft niet’. Vol ongeloof zien we de verschrikkelijke beelden. Iedereen reageert op zijn eigen manier. ‘De derde wereldoorlog breekt uit’ roept eentje ontzet. Er volgt een stilte. Na een uur gaan we verder met ons spel. Wel na enige discussie. Maar ja, er móet een winnaar komen. Gewoon doorgaan dus. Wie is er aan de beurt? ‘Ik,’ zegt een van mijn maten. Hij valt mij in het -midden oosten - aan. Maar in het spel heb ik die landengroep wel stevig onder controle! We spelen risk. Een machtig spel! Rob Visser Bovenkarspel De dokter Spreek ik met de dokter? Voordat ik iets kan zeggen gaat de dame verder. Ja dokter mijn man heeft problemen met z’n ehh, zeg maar. ‘Wat zegt u…’ probeer ik. Onverstoorbaar vervolgt ze haar verhaal. Ja het begon zo’n maand of drie geleden en je denkt het gaat wel over. Ondertussen had ik even rust dokter. Hoorbaar giechelt ze wat.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Ze vervolgt met een beknepen stem. Maar het gaat helemaal niet over dokter. Een beetje paars is ‘ie’ inmiddels. Wat denkt u wat het zou kunnen zijn? ‘Nou mevrouw ik ...’ Ik heb het er ook met mijn vriendin over gehad en die weet het ook niet. Háár man heeft nooit ergens last van. Hij reist veel en is soms meer dan drie weken weg. Nou dan weet u het wel hè. Hij is ook weleens naar Thailand geweest. Dus eh. En mijn man komt nooit ergens. We zijn heel gelukkig. Ik moet altijd wel …. ik bedoel alles voor hem klaar liggen. Heel even is de mevrouw stil. Ik zie een kans, mevrouw u.. Ja inderdaad dokter ik bel voor een afspraak ja. Ik wil langskomen, met mijn man uiteraard. Wanneer past het? Hè, hè gelukkig, ze is stil. Eindelijk kan ik zeggen. Ik kan u niet helpen. ‘Niet helpen,’ piept ze. Nee sorry mevrouw, u bent verkeerd verbonden! Rob Visser Bovenkarspel
Een ijzeren gordijntje. Al vele jaren, heb ik een bouwtje, aan de Gouw. Zodra de fraismachine in het vroege voorjaar is geweest, is het bouwseizoen begonnen. En beginnen wij met het zaaien en planten. Dat alles is mijn lust en mijn leven. Wie zou dat stukje geluk nu kunnen bederven? Niemand. Hoewel. Konijnen en hazen zien ook wat er op mijn land groeit. Ook zij genieten van de planten. Het seizoen 2011 heeft zich aangekondigd. Het teeltschema was gereed. In het voorjaar heb je het trotse gevoel. “Vandaag planten poten en dan morgen even kijken, hoe alles erbij staat.” Hé, wij hebben nachtelijk bezoek gehad. Tot zelfs het hartje was alles van de planten weggevreten. Je kon zien, wie de boosdoeners geweest waren. Dat moet een gezamenlijke actie van hazen en konijnen zijn. Dit werd meerdere keren herhaald, dus kon dat niet zo blijven. Goed overleg daarna met de medeeigenaren van de andere twee stukjes land. En ieder voor zich gingen wij aan het werk. Met ondersteuning van mijn broer Theo en kleinzoon Jelle, hebben wij gaas aangebracht. Een meter hoog, rondom het hele stukje land. Zelfs voor mij is het soms moeilijk om op mijn land te komen. Je ziet nu de konijnen en de hazen langs lopen, maar ze gaan mijn bouwtje voorbij. Dat ijzeren gordijntje werkt. Piet Reus
Zadelzingen
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Sommige dagen gaat alles mis. Fietsband zacht. Spinnenwebben in de steeg. Kleddernatte heg, dus doorweekte jasmouw. Als het onderweg naar het station ook nog begint te hozen, vervloek ik, zonder plu, Murphy om zijn irritante wet. Tuurlijk is de trein net weg. Lekker lezen zit er ook niet in, door alle babbelaars die geen seconde hun mond houden. En is dat echt een mens die naast me plaatsneemt? Pardon, deze bankjes zijn niet gemaakt voor een mammoet. Op kantoor koffie uit een apparaat dat thee, chocomel en koffie heeft weten te mixen tot grijsbruine drab die smaakt naar alles en niets. Op de terugweg even naar Deen. Geen halve euro voor het karretje en ook geen geduld om te wisselen. Hannesend met mandje en tas tussen de schappen. Met handen vol boodschappen het fietssleuteltje uit mijn jaszak wringen. Dan valt de eierdoos op de grond. Er is er maar eentje stuk, maar mijn humeur ligt volledig in gruzelementen. Dan zie ik haar pas, de donkere vrouw, kleumend in haar jack. Ze groet met OostEuropees accent. Haar tanden zijn niet stralendwit en er ontbreken er minstens twee. Maar haar lach is gul en aanstekelijk. Door de miezerregen naar huis trappend, realiseer ik me dat ik zachtjes zit te zingen op het zadel. Morgen ga ik terug en koop ik’m, haar daklozenkrant! Linda van Pelt Expres van A tot Z Heeft u al eens in een Dikkie Dik pak gelopen? Ik wel. Heel enthousiast werd ik gevraagd mij in dit pak te hijsen. Het was de week van de alfabetisering. De start van de voorlees-express bij de bibliotheek in Medemblik. “Het wordt echt ontzettend leuk”, werd mij nog eens benadrukt. Vol vertrouwen stapte ik de bibliotheek van Medemblik binnen. Ik werd in een pak gehesen wat prima dienst zou doen bij twintig graden onder nul. In de bibliotheek was het echter 25 graden. Eenmaal in het pak kon ik niet meer terug. Ik had twee kleine gaatjes waar ik door heen moest kijken én ademen. De aanwezige kinderen vonden het leuk om aan mijn staart te trekken en op mijn hoofd te kloppen. Na de activiteiten buiten en 2 trappen omhoog steeg de temperatuur in Dikkie Dik tot boven de 40 graden. Binnenin werd het nat. Toen de schrijfster Monica Maas ook nog eens in ging op het verzoek om het boekje over het alfabet van A tot Z voor te lezen ging bij mij langzaam het licht uit. Maar ja, wie A zegt moet ook B zeggen.Nog een laatste ruk aan mijn staart en ik mocht gaan. Bij het verlaten van de ruimte liep ik twee peuters omver. Ik deed het niet expres. Dick Sijm
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Amsterdam “Piep.” Ik check in in de bus. Voor het eerst sinds een half jaar ga ik weer met de bus naar het station. Daar aangekomen check ik weer uit. “Piep.” De trein staat op me te wachten. Amersfoort Schothorst staat er op het bord. Stopt op Amsterdam Centraal. Mijn bestemming voor vandaag. Sinds twee jaar reis ik een paar keer per week met de trein van Enkhuizen naar Amsterdam waar ik Engelse taal en cultuur studeer. Ik heb echter het afgelopen halfjaar over de wereld gereisd en ben niet meer in Amsterdam geweest. De trein rijdt langs stations die mij bekend voorkomen. Weilanden met koeien die ik een halfjaar heb moeten missen. De tunnel. Dan roept de conducteur “Amsterdam Centraal” en stap ik uit. Ik haal een kop koffie en loop richting uitgang. Het regent. Iets wat ik niet heb gemist. Gewapend met een paraplu in mijn ene hand en de kop koffie in de andere loop ik op hoge hakken het Damrak af. Aangekomen bij mijn faculteit ga ik met de lift naar boven en schuif aan in de les. Shakespeare. Als de les is beëindigd loop ik naar de drukke kantine. Gezellig. Na het hoorcollege Wetenschapsfilosofie loop ik weer richting het station. Perron 11A. Na een uurtje roept de conducteur “Enkhuizen. Eindpunt van deze trein.” Weer lekker thuis. Joyce Nijhuis
‘COLUMN’ Een échte columnist ben ik nog niet, maar dat kan na vanavond niet lang meer duren! Op het programma stond een workshop van de enige echte Jaap Stiemer, verslaggever en columnist van uw krant. Jaap lichtte in de bibliotheek van Hoorn een tipje van de sluier op over het schrijven van een goede column. Ongeveer 30 dames en één verdwaalde heer hingen aan de lippen van Jaap. (zelf concludeerde ik dat Jaap meer een schrijver is dan een prater, maar dit terzijde). Waargebeurde en persoonlijke verhalen genieten de voorkeur als onderwerp, doorspekt met humor en hier en daar een vleugje absurdisme. En dat dan allemaal in maximaal 220 woorden, ga er maar aan staan! Na vanavond zullen er ongetwijfeld een groot aantal columns worden ingezonden: Jaap kan met vakantie! Eva Haring
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Vrouwenavond De woensdagavond van de Hoornse kermis staat al jaren bekend als de vrouwenavond. Een slim concept want als buurvrouw en buurvrouw heengaan, blijven hun partners echt niet alleen thuis zitten. Er gaan ook veel vrouwen zonder partner naar deze avond en dat heeft natuurlijk een aanzuigende werking. Kortom, uiteindelijk blijken er ongeveer evenveel mannen als vrouwen deze kermisavond te bezoeken. Zo niet deze woensdagavond in de bibliotheek van Hoorn. In het kader van de Taal-10-daagse werd er een workshop georganiseerd om het schrijven van een korte column onder de knie te krijgen. Deze avond werd verzorgd door een vaste columnist van het Noord-Hollands Dagblad, de heer Jaap Stiemer. Verbazingwekkend: hij was de enige man van dit gezelschap. Zo’n dertig vrouwen hingen aan zijn lippen om de schrijfkunst te kunnen doorgronden. Dat vrouwen meer praten dan mannen is bekend. Het is blijkbaar tijd voor een inhaalslag: meer vrouwen willen meer schrijven. Zo kunnen ze nog langer aan het woord blijven. Deze avond hebben ze ook geleerd hun zegje te doen in een column van maximaal 220 woorden die ook nog eens in 60 seconden gelezen kan worden. Kort en krachtig, zoals mannen het graag hebben. Elina,vrouw en verse vertel-ster
Zomer? Naar buiten kijken gaat niet goed. Grote waterstralen striemen tegen ramen en maken het zicht melkachtig transparant. Geeft niets, binnen is het droog. En met deze slagkracht regenen de ruiten vanzelf schoon. Met een wollige joggingbroek en dikke sokken lekker onderuitgezakt op de bank. Tegen me aan geleund onze rode kater. Spinnend. Geen behoefte om nu naar buiten te gaan. Beestenweer! Leve de gaskachel met een knus knapperend vlammenspel met één druk op de knop. De vuurgloed schijnt prachtig in onze twee glaasjes rode wijn, op het bijzettafeltje zo voor het grijpen. Lekker Frans kaasje ernaast. Calorieën tellen hoeft niet, die paar pondjes extra vallen toch niet op achter het behaaglijk dikke vest.
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Bijna bedtijd. Ik verheug me nu al op het snel wegtrekken van de katoenen koude, tot aan mijn kin onder het donzige dekbed. Hoe kan je behaaglijker wegsoezen, terwijl de wind om het huis huilt en de hagelsteentjes ritmisch tegen het schuine dakraam tokkelen? Zoals het thuis tikt, tikt het nergens. Op de grens van waken en slapen druppelt het nog even door: mijn natgeregende laarzen staan nog uit te lekken voor de haard. Ach, wie weet wel handig zo. Is Sinterklaas zo zachtjes aan niet al onderweg? Wat is het leven toch gezellig. Als je er maar niet bij nadenkt dat het eigenlijk hoogzomer is. Lina van pelt
Bal Afgelopen weekend zijn de standaardelftallen van het amateurvoetbal de wei in gegaan om de eerste competitiewedstrijd te spelen. Aanstaand weekend volgt de rest: De reserve-elftallen. Van de afgetrainde en afgewezen selectiespelers tot de welwillende recreatievelingen. Tot die laatste groep behoor ik. Nog een paar dagen en dan is het zo ver. Het borrelt al de hele zomer, ik heb er enorm zin in en kan haast niet wachten. Tegelijkertijd bekruipt mij een angstig voorgevoel. Ik ga me volgend weekend in een volle kleedkamer uitkleden. Wetende dat ik ondanks die rotzomer veel te vaak heb gebarbecued, veel te veel en vaak stil heb gezeten en de filtersigaretten heb ingeruild voor winegums, mentos en paprikachips. Dat wordt wat. Ik tik inmiddels 90 kilo aan en smacht naar de bal, het gras, ja zelfs de scheidsrechter. Er is één maar, bang als ik ben dat zodra ik mijn shirt uittrek de hele kleedkamer uit zijn voegen barst van het hoongelag of dat de teleurstelling van mijn medespelers de overhand krijgt. Je ziet ze denken: “Moeten we daar straks het veld mee in?” Dat is momenteel mijn grote dilemma. Zie je buik maar in te houden en tegelijkertijd proberen je veters te strikken! Dat ga ik niet redden! Ik vind er nu al geen bal meer aan. Bram Laan
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
BEDAT Wat is het toch dat mensen zich elke keer volgieten tijdens kermissen? Zich overgeven aan een bacchanaal zonder weerga. Alles op het spel zetten tijdens die o zo speciale dagen, om compleet je lichaam te vergiftigen? Hieraan moest ik denken wanneer ik Lutjebroek de afgelopen weken in reed en een groot spandoek zag. Het is BEDAT Lutjebroeker kermis (denk!). Door omstandigheden vertoef ik veel in Lutjebroek en keek vanmiddag vanuit het Sint Nicolaas verpleeghuis naar het fenomeen 'kermisborrel'. Mooi staan, bier zuipen, harde wind, slagregens, een amstelkratje met lauw bier in de tuin,een gedeelte van het kermis-gaand publiek aangekleed volgens een of ander carnavalesk thema of gewoon keihard Westfries (nergens om geven, denk). En dan, na een aanzienlijk aantal Amstels naar de Paus, de dorpskroeg, doorzuipen en feesten. Een beetje tegen bekenden an skreeuwen, ouwe koeien uit de sloot halen, doorlullen en dan uiteindelijk proberen een moid aan de haak te slaan om de hormonale lust gevoed door de drank te stillen. Daags erna wakker worden, je voelt je verschrikkelijk, uitgeteerd, vegetatiedag, je hele lichaam geeft aan dat het weer tot het uiterste is getest op alcohol consumptie. De afgelopen nacht nog even terughalen en de eventuele fatale fouten die je gemaakt hebt geven een zwaar onbestemd gevoel in de maag. Dan ben je BEDAT klaar voor de laatste dag kermis. Carlos Houtman Af-breken Kritisch zijn is niet altijd prettig voor een ander. Afbrekende kritiek zeker niet. Toch is afbreken soms noodzakelijk. In het kader van de Taal-10-daagse organiseerde de bibliotheek van De Goorn in samenwerking met het Noord-Hollands Dagblad een workshop “Schrijf je eigen column in 60 seconden”. Na de inleiding door een van de –volgens aankondiging- beste columnisten van het NHD was er ruimte voor vragen. Hierbij kwam het afbreken van woorden in publicaties van de krant ter sprake. Hoe werkt dat en waarom worden er soms fouten mee gemaakt? Het antwoord luidde dat een door veel kranten gebruikt computerprogramma uit Denemarken hiervoor ingezet wordt. En die maakt ook fouten, net als de mensen die dat programma hanteren. Spellingscontrole werkt ook niet perfect. Hierdoor was het idee voor deze column geboren. Deens en afbreken…. Ik kreeg associaties met knäcke-bröd, knak-worst, breke-been…
In 60 seconden – ingezonden columns tijdens de Taal10Daagse
Breek deze woorden anders af en niemand weet meer wat er bedoeld wordt. Het was geen afbrekende kritiek om de spelling in de krant aan de orde te stellen. Ook de vaste columnisten bleken er soms hun hoofd over te breken. “Breek me de bek niet open”, kwam er uit hun mond. Een k-rand-journaal-is ‘t (krantjournalist?) ook eens overkomen. Zelfs een van de beste columnisten van het NHD. Dat was hij – tot die avond. Elina Sprangers, uw verse vertel-ster
Cursus? Daar zaten we dan, 20 mensen van allerlei pluimage met allemaal dezelfde prangende vraag: Hoe kan je iets leren wat niet te leren valt. Het schrijven van een column. Klokslag acht uur begint de cursusleider zijn verhaal. Wat te doen, waar op te letten etcetra. Half negen waren we al heel wat wijzer. We kregen gewoon de opdracht om iets op te schrijven, het maakte niet uit wat of waarover. Doodse stilte, 20 rode koppen, maar opvallend de doodse stilte. Iedereen schrijft toch iets op. De beste komt in de krant, werd er gezegd. Volgens mij, aan al die rode hoofden te zien, zijn alle stukjes krantrijp. Het NHD kan zo 20 columnisten aan de voorraad toevoegen. Het idee achter deze cursus is natuurlijk meesterlijk gevonden: Je giet het in een jasje van taaltiendaagse en je haalt als krant gratis je materiaal binnen. John van kampen, Obdam