Verantwoord plus Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden
Versie: 29 september 2009
Inleiding Het beleid voor hoogbegaafde leerlingen vormt een onderdeel van het zorgplan van de individuele school. Iedere school van de Stichting heeft hier een eigen invulling voor ontwikkeld variërend van specifieke aandacht in de groep, tot gerichte aandacht op de school in een specifieke groep voor een dagdeel of een enkel uur per week. In het licht van het passend onderwijs is het verstandig om hier op stichtingniveau beleid voor te ontwikkelen. Daarin past het om meer in te spelen op de onderwijsbehoeften van de kinderen en dus ook van hoogbegaafden. De landelijk toegenomen aandacht voor hoogbegaafde kinderen heeft in de regio (Amersfoort en Hilversum) speciale plusklassen opgeleverd, soms toegevoegd aan een school voor voortgezet onderwijs. Hoogbegaafde kinderen ontvangen dan enkele dagdelen per week in een speciale setting onderwijs. Op 1 januari 2009 ontvangen 8 leerlingen van onze stichting voor een enkel dagdeel per week een dergelijk vorm van onderwijs. Vooral de Da Vinci Plusklas in Amersfoort is in trek. Het stichtingbeleid moet zich richten op meer eenheid in de wijze van vroegtijdige signalering, het aansluiten bij de juiste onderwijsbehoefte, het in beeld brengen en verder ontwikkelen van stichtingbrede expertise en het aanbieden van een juiste onderwijssetting. In de huidige werkwijze verschilt dit alles nog per school van de stichting. Wel hebben IB ers regelmatig overleg over dit onderwerp. In de afgelopen jaren hebben verschillende IB ers een ruime mate van expertise op dit terrein ontwikkeld. Een betere uitwisseling stichtingbreed is dan ook op zijn plaats. In het kader van Passend Onderwijs heeft de stichting geformuleerd (POS 2011 en POB 2011) er naar te streven ieder kind in zijn eigen woonplaats onderwijs te bieden en dat voor iedere leerling met een hulpvraag een passend arrangement voor handen moet zijn . Vertaald naar de hoogbegaafde kinderen betekent dit, dat de stichting zal streven naar een passend aanbod in de groep of binnen de school. Daar waar dit meer specifieke expertise vraagt zou dat binnen de plaats aangeboden moeten worden. De scholen kunnen hier op plaats niveau de handen in één slaan. Dit vraagt een goede doordenking van expertise, middelen en mogelijkheden.
Begripsomschrijving Hoogbegaafdheid is een combinatie van drie essentiële kenmerken: intelligentie, creativiteit en taakgerichtheid/volharding ( triadisch model van Renzulli en Monks ). Hoogbegaafdheid is dus meer dan alleen een hoge IQ-score. Bij creativiteit gaat het om origineel denken, flexibiliteit, vindingrijkheid in het oplossen van problemen. Bij taakgerichtheid/volharding is er sprake van concentratie, doorzettingsvermogen en een sterke ( intrinsieke ) motivatie. In onderstaand driehoeksmodel is in beeld gebracht dat deze drie factoren in het kind in wisselwerking met zijn of haar omgeving uitmaken of het kind in staat is tot het leveren van hoogbegaafde prestaties.
…… met het oog op het kind
2
NB: Buitengewone capaciteiten hebben wij omschreven als hoogintelligent
De omgeving bestaat uit school, leeftijdgenoten en gezin. De school kan stimulerend, maar ook belemmerend werken. Stimulerend bijvoorbeeld door het kind ruimte te geven tot zelfontdekkend leren; belemmerend door een strak leerprogramma met weinig differentiatiemogelijkheden. Er kan sprake zijn van een harmonische ontwikkeling of een disharmonische ontwikkeling. Een kind met een hoog IQ, maar een slechte motivatie, ontwikkelt zich disharmonisch. In termen van intellectuele capaciteiten spreken we van begaafde kinderen bij een IQ > 120 en van hoogbegaafdheid bij een IQ > 130. Leerlingen zijn hoogintelligent als zij op een intelligentietest voor de verschillende onderdelen een score van 130 of meer behalen. Indien deze leerlingen een hoge motivatie vertonen voor leren en ook blijk geven van creatief denken en creatief gedrag is sprake van hoogbegaafdheid. De laatste twee categorieën, hoge motivatie, creatief denken en creatief gedrag, zijn minder makkelijk vast te stellen dan het IQ. Bovendien speelt mee dat motivatie en creativiteit in verband staan met de omgeving. Vanaf zevenjarige leeftijd wordt gesproken van hoogbegaafdheid. Tot die leeftijd spreekt men bij uitingen van hoogbegaafdheid nog over een ontwikkelingsvoorsprong. Een reden hiervoor is dat het intelligentieniveau pas met enige betrouwbaarheid is vast te stellen vanaf het zesde jaar. Vooral bij kinderen tot 6 jaar verloopt de ontwikkeling veelal sprongsgewijs. Bij enkele kleuters blijft een voorsprong bestaan. Als deze voorsprong zich verder blijft ontwikkelen zou het een kind kunnen zijn dat later hoogbegaafd genoemd zou kunnen worden.
Visie Hoogbegaafde kinderen hebben recht op een eigen aanpak passend bij hun specifieke onderwijsbehoeften binnen een eigen onderwijssetting.
…… met het oog op het kind
3
Missie De hoogbegaafde kinderen ontvangen op 1 dagdeel per week onderwijs binnen een eigen onderwijssetting, plusklas. Dit gebeurt op een school binnen de eigen plaats en past in Soest onder POS 2011 en in Baarn onder POB 2011.
Doel Het doel is om hoogbegaafde leerlingen voor een tijdelijke periode met elkaar in contact te brengen en hen samen te laten werken aan specifiek verrijkende opdrachten. Er wordt cognitieve uitdaging geboden in de vorm van verschillende projecten gericht op kennis en vaardigheden. Daarnaast worden groepsgerichte activiteiten gedaan die gericht zijn op de sociale, emotionele en culturele ontwikkeling. Uiteindelijk is het handelen er op gericht de leerling met een vernieuwd elan terug te plaatsen binnen de eigen school.
De Plusklas Uitgaande van de gedachte dat hoogbegaafden een eigen aanpak nodig hebben passend bij hun specifieke onderwijsbehoeften binnen een eigen onderwijssetting wordt gekozen voor de plusklas. De plusklas is een ruimte waar hoogbegaafde kinderen voor 1 dagdeel per week onderwijs ontvangen door een speciale leerkracht. Deze leerkracht kan uit de eigen stichting zijn. Ook is het mogelijk om een extern bureau de expertise te laten leveren. De plusklas bevindt zich binnen de eigen plaats, liefst binnen één van de stichtingscholen, waardoor de reisafstand van de leerlingen beperkt is. De inhoud van het leeraanbod is toegespitst op de onderwijsbehoefte van de hoogbegaafde. Tijdens het dagdeel staat het ontdekkend leren centraal. De leerling neemt werkopdrachten mee naar de eigen school om het in de rest van de week als extra uitdaging verder uit te werken. Een leerling bezoekt de plusklas voor een tijdelijke periode. Het programma is er op gericht om de leerling na verloop van tijd weer volledig op te kunnen nemen binnen de eigen school. De school neemt na afloop de leerling weer op in de school met extra aandacht voor deze leerling. Dit kan zijn via een interne plusklas of een eigen aangepast programma in de groep. Voor de begeleiding van deze leerlingen wordt indien mogelijk ook het Zorgadviesteam (ZAT)betrokken. Voor de experimentfase wordt de plusklas georganiseerd in Baarn. Bij een goede evaluatie wordt het cursusjaar 2010 – 2011 dit ook voor de stichtingscholen in Soest opgezet. Wel wordt de inhoud van het leeraanbod tevens aangeboden aan de stichtingscholen in Soest. De werkgroep IB Stichting draagt de zorg voor de uitvoering van de plusklas. De plusklas staat dus onder verantwoordelijkheid van de werkgroep.
Selectie deelname Om een goede selectie te maken hanteert iedere school hetzelfde model van diagnostiek. Daarbij spelen de signaleringsinstrumenten SIDI / SIBEL of het digitale handelingsprotocol hoogbegaafden een belangrijke rol. Een leerling wordt aangemerkt voor de plusklas als aangetoond is dat het IQ op of de 130 ligt. Dit moet door onafhankelijk onderzoek worden vastgesteld. De kosten voor dit onderzoek komen ten laste van de ouders en bedragen maximaal € 500.
…… met het oog op het kind
4
Per aangemelde leerling, ofwel van geval tot geval, wordt bekeken indien de leerling als hoogbegaafd is aangemerkt, of de leerling past in het concept van de plusklas. De plusklas is dus een organisatiemiddel en geen doel op zich. Soms is het verstandiger de leerling in de eigen schoolomgeving en de eigen groepssetting te houden. Dit speelt vooral indien de inschatting aanwezig is, dat de plusklas geen toegevoegde waarde zal hebben.
Kosten De experimenteerfase is begroot op € 12.000. Het gaat hier om loonkosten voor de uitvoerende leerkracht, begeleidingskosten voor de werkgroep IB stichting en materiaalkosten. Aangezien we streven naar een locatie binnen onze Stichtingscholen zullen de kosten voor huur van de ruimte niet in rekening worden gebracht.
Tijdpad Datum 7 april 2009 20 april 2009 26 mei 2009 Juni 2009 Augustus / oktober 2009 Oktober 2009
Wie / wat Directeuren Overleg Bestuur Directeurenoverleg Bestuur en GMR Werkgroep IB Stichting
Activiteit Aanscherpen concept Concept introductie Accorderen Beleid accorderen Voorbereidingsfase
Directeurenoverleg
Tussenbalans
November – april 2010 Februari 2010
Werkgroep IB Stichting
Experimenteerfase
Directeurenoverleg
Tussenbalans
Mei – juni 2010
Werkgroep IB Stichting
Evalueer- en vaststellingsfase
Augustus 2010
Directeurenoverleg / IB kringen
Invoerfase
…… met het oog op het kind
5