Venray Veilig Vooruit Collegeprogramma 2010-2014
1
2
3
4
5
6
Venray is een complete gemeente ................................................................................... 3 1.1
Versterkt inzetten op kwaliteit en herstructurering ....................................................... 3
1.2
Lange termijn: de Strategische visie ........................................................................... 3
1.3
Korte termijn: de economische crisis .......................................................................... 3
1.4
Ambities in een dynamische planning.......................................................................... 4
Leefbaarheid centraal ..................................................................................................... 5 2.1
Kwaliteit van leven ................................................................................................... 5
2.2
Veiligheid ................................................................................................................ 5
2.3
Economie ................................................................................................................ 6
2.4
Kwaliteit van onze organisatie.................................................................................... 6
Kwaliteit van leven......................................................................................................... 7 3.1
Meedoen bereiken we samen ..................................................................................... 7
3.2
Onderscheidend wonen ............................................................................................. 8
3.3
Belemmeringen nemen we weg.................................................................................. 9
3.4
De jeugd: ons grootste goed.....................................................................................10
Sociale veiligheid ..........................................................................................................12 4.1
Samenwerken aan sociale veiligheid ..........................................................................12
4.2
Sociale veiligheid op de agenda van burgers, ondernemers en instellingen .....................12
4.3
Grensoverschrijdend gedrag wordt niet getolereerd .....................................................13
Economie.....................................................................................................................14 5.1
Kiezen voor kwaliteit en duurzaamheid ......................................................................14
5.2
Versterken van de lokale economie ...........................................................................14
5.3
Samen werken aan regionale identiteit ......................................................................16
Organisatie en financiën ................................................................................................18 6.1
Een moderne en flexibele organisatie.........................................................................18
6.2
Afstemming tussen raadsopdrachten en omvang van de organisatie. .............................19
6.3
Een organisatiecultuur met klantgerichte medewerkers ................................................19
6.4
Een meerjarig sluitende begroting .............................................................................20
2
1
Venray is een complete gemeente
Venray heeft een lange tijd van voorspoed en groei gekend. We hebben gebouwd aan een Venray waar we met recht trots op zijn. Een Venray dat met drie nieuwe dorpen ook fysiek is gegroeid, een Venray dat de best presterende gemeente in Limburg op economisch gebied is, een Venray dat een uitgebreid en op onderdelen regionaal voorzieningenniveau heeft met een centrum dat er prachtig bij ligt. Een Venray dat zijn landschappelijke kwaliteiten zorgvuldig beheerd heeft, en waar het goed wonen, werken en recreëren is, kortom, waar het goed leven is. Venray is behoorlijk compleet! 1.1
Versterkt inzetten op kwaliteit en herstructurering
Groei associëren we tot nu toe vooral met `ontwikkelen´ en daarbij denken we meestal in termen van ‘meer’, ‘nieuw’ en ‘groter’: meer inwoners, meer woningen, nieuwe wijken, nieuwe bedrijventerreinen, meer voorzieningen, nieuwe investeringen. Naast de constatering dat we een complete gemeente zijn, zorgt ook het toekomstperspectief waarbinnen we dit collegeprogramma schrijven voor een accentverschuiving in ons beleid. We moeten kunnen blijven inspelen op nieuwe ontwikkelingen maar we zullen versterkt inzetten op kwaliteit en herstructurering in plaats van alleen maar kwantitatieve groei. Het toekomstperspectief kunnen we uitsplitsen in een langetermijnperspectief en een korte termijnperspectief.
1.2
Lange termijn: de Strategische visie
In de Strategische visie Venray 2020 is dat lange termijnperspectief geschetst. De meest in het oog springende ontwikkeling is die van krimp, vergrijzing en ontgroening, met onder andere gevolgen voor de arbeidsmarkt, onderwijs, plattelandsontwikkeling, voorzieningen in wijken en dorpen, de zorgvraag, wonen en economie. Daarnaast worden genoemd: de nieuwe bestuurlijke kaart van Noord-Limburg, technologische ontwikkelingen, globalisering met als tegenhanger een toenemende behoefte aan sociale veiligheid in de eigen leefomgeving. In de Strategische visie hebben we deze ontwikkelingen vertaald naar strategische doelstellingen waarbij regionale samenwerking, zelfredzaamheid, verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving, veiligheid en kwaliteit van voorzieningen en wonen prominent naar voren zijn gebracht.
1.3
Korte termijn: de economische crisis
Het korte termijn perspectief staat als gevolg van de wereldwijde economische crisis vooral in het teken van de noodzaak om te komen tot substantiële bezuinigingen in onze begroting. Nog steeds weten we niet hoeveel minder we de komende jaren uit het gemeentefonds zullen ontvangen en praten we over een bandbreedte van tussen de 4 á 8 miljoen euro. Uitgaande van een bedrag van circa 6,5 miljoen euro weten we dat deze bezuinigingsoperatie ingrijpend zal zijn en ons nu al dwingt te kiezen. De crisis versterkt de wens en noodzaak om de omslag in denken te maken. Ontwikkelingen die we in de Strategische visie Venray 2020 hebben geschetst worden versneld.
3
1.4
Ambities in een dynamische planning
Wat zijn de consequenties van dit korte- en langetermijnperspectief voor het collegeprogramma? Belangrijk is dat we kiezen. Op basis van het coalitieakkoord kunnen we veel ambities formuleren die passen in de ‘oude’ groeigedachtegang. Die ambities houden we overeind maar plaatsen we wel in bovenstaand perspectief. Dat wil zeggen: we presenteren een realistisch programma waarin we beschrijven wat we de komende vier jaar willen bereiken. Sommige ambities zullen we, tegen de achtergrond van een geschatte bezuinigingstaakstelling van circa 7 miljoen euro in 2014, niet concreet maken en in een planning opnemen. Gaandeweg zal duidelijk worden wat onze werkelijke taakstelling is. Als we dat weten kunnen we onze ambities daarop afstemmen c.q. bijstellen. Dat leggen we dan aan uw raad voor via de Planning- en Controlcyclus. Als leidraad voor onze ambities en keuzes nemen we een aantal uitgangspunten die volgen uit de Strategische visie Venray 2020: 1. Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun eigen leefomgeving. 2. Samenwerking in de regio versterkt de kracht van de regio én van Venray Aan de basis vragen we dus meer eigen verantwoordelijkheid en initiatief en aan de top kiezen we ervoor om ons eigen beleid en onze doelen af te stemmen in regionaal verband. 3. Als lokale overheid faciliteren we initiatieven uit de samenleving, primair door het wegnemen of helpen overwinnen van belemmeringen. 4. We investeren in kwaliteit. Vooral door verder te gaan met de verbetering van werkwijzen en werkprocessen die via het nieuwe kantoorconcept, de daarmee samenhangende herhuisvesting en ons dienstverleningsconcept worden vormgegeven. Maar ook door (regionale) samenwerking met en tussen maatschappelijke partners te bevorderen. 5. We houden vast aan de in het coalitieakkoord geformuleerde doelstelling dat het vangnet voor hen die dat nodig hebben zo veel mogelijk in stand moet worden gehouden en sociaal maatschappelijke voorzieningen zoveel mogelijk binnen de kaders van het rijksbeleid op niveau moeten worden gehouden. 6. Agenda 22 vormt het uitgangspunt voor inclusief lokaal beleid. Dat betekent dat bij alle beleid en de communicatie tussen burger en gemeente, rekening gehouden wordt met de specifieke behoefte van mensen met een beperking.
4
2
Leefbaarheid centraal
Leefbaarheid is een veelomvattend begrip. Verschillende beleidsterreinen grijpen op elkaar in: ruimtelijke ordening, wonen, beheer van de openbare ruimte, maatschappelijke voorzieningen, vrijetijdsbesteding, openbare orde en veiligheid, onderwijs, economie en werkgelegenheid, het zijn allemaal beleidsterreinen die van invloed zijn op de leefbaarheid in dorpen en wijken. Ons college stelt de komende periode leefbaarheid centraal. Daarbij richten we ons op twee in het oog springende ontwikkelingen. Ten eerste zien we dat door krimp, vergrijzing en ontgroening voorzieningen met name in dorpen maar ook in wijken onder druk komen te staan. Voorzieningen die een bindend element van de lokale samenleving vormen omdat ze een plek zijn waar mensen elkaar ontmoeten. De discussie spitst zich nu toe op de scholen maar zal zich in de toekomst verbreden naar andere voorzieningen. De tweede ontwikkeling betreft de toenemende mate van onveiligheid die mensen ervaren. Onze samenleving krijgt steeds meer te maken met overlast, kleine criminaliteit, verloedering van wijken en buurten. Ook in Venray speelt deze problematiek. Het gevoel van sociale veiligheid wordt niet alleen bepaald door de manier waarop mensen met elkaar omgaan, maar ook door de wijze waarop de openbare ruimte wordt beheerd (schoon, heel en veilig). Wij stellen ons voor de opdracht om ervoor te zorgen dat de leefbaarheid in Venray op peil blijft. Dat wordt een centraal thema in ons beleid de komende vier jaar. Voorons zit de sleutel voor succes in een geïntegreerde en dus samenhangende aanpak op de verschillende beleidsterreinen waarbij we burgers actief betrekken en mee laten werken. Veel hangt af van onze burgers. Zij maken de leefbaarheid in hun eigen dorp of wijk. We zullen hen stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen leefomgeving. Wij zullen daarbij zorgen dat een goed beheer van de openbare ruimte bijdraagt aan een veilige leefomgeving. Veel hangt ook af van een gezonde lokale economie. Werk en inkomen zijn een belangrijk fundament voor de leefbaarheid. Daarmee is economie de derde pijler van dit collegeprogramma.
2.1
Kwaliteit van leven
Leefbaarheid is een breed begrip. Het heeft voor ons in de eerste plaats te maken met hoe we samenleven. Iedereen verdient een volwaardige plaats in onze samenl eving en we dragen met elkaar de verantwoordelijkheid dat iedereen ook mee kan doen. We willen immers allemaal zo lang en actief mogelijk leven. Dit werken we uit in hoofdstuk 3, ‘Kwaliteit van leven’.
2.2
Veiligheid
We streven ernaar dat iedereen zich veilig voelt in zijn omgeving. Helaas zien we in Venray ook steeds meer dat door overlast en criminaliteit het gevoel van veiligheid in de eigen buurt afneemt. De sociale samenhang die we in onze Strategische visie nog altijd als een kwaliteit van Venray zien, en die zijn oorsprong vindt in ons ‘dorpse’ verleden komt daarmee onder druk te staan. En juist die sociale samenhang is van invloed op de wijze waarop we met elkaar samenleven. Sociale veiligheid, hoofdstuk 4, zien we dan ook als hét thema binnen leefbaarheid.
5
2.3
Economie
Ten slotte levert ook onze economie een wezenlijke bijdrage aan de leefbaarheid van onze samenleving. Mensen hebben werk en een inkomen nodig en in belangrijke mate wordt hierin voorzien door Venrayse bedrijven en instellingen. We zorgen ervoor dat deze bedrijven en instellingen zich verder in Venray kunnen ontwikkelen. Daarbij zetten we nadrukkelijk in op de kracht van het Venrayse midden- en kleinbedrijf en regionale samenwerking. In hoofdstuk 5 ‘Economie’ werken we onze doelstellingen en speerpunten verder uit.
2.4
Kwaliteit van onze organisatie
Om onze doelen op het gebied van leefbaarheid te realiseren hebben we een sterke organisatie nodig. In een dienstverlenende organisatie vormen mensen het belangrijkste productiekapitaal. Onze medewerkers worden door de inrichting van het gemeentehuis en de faciliteiten die we bieden gesteund in hetgeen van hen verwacht wordt. In kernwoorden gevat is dit: samenwerken, van buiten naar binnen denken, zaken integraal aanpakken, oplossingen aanreiken en daarin vooral slagvaardig, klantgericht en digitaal werken. We investeren in een externe klant die meetbaar tevreden is over de producten en diensten die door ons ambtelijk apparaat worden aangeboden. In hoofdstuk 6 ‘Organisatie en financiën’ gaan we hier op in.
6
3
Kwaliteit van leven
Uit de vorige hoofdstukken blijkt duidelijk dat onze omgeving sterk aan het veranderen is en dat deze veranderende omgeving voor een groot deel onze koers voor de komende jaren bepaalt. Hieruit zou de indruk kunnen ontstaan dat er de komende jaren niets (meer) mogelijk is. Dit is zeker niet waar. Het betekent wel dat het vernieuwende niet zit in meer, maar vooral in beter. Dit geldt zeker als we het hebben over kwaliteit van leven. We willen de kwaliteit van Venray als een prettige en veilige woonomgeving minimaal overeind houden. Iedereen wil zo lang en zelfstandig mogelijk en op een plezierige manier leven. Dat vraagt om een plezierige en veilige woonomgeving, om voorzieningen die het mogelijk maken volwaardig deel te nemen aan de samenleving en om vangnetten voor hen die om welke reden dan ook niet in staat zijn zelfstandig en volwaardig deel te nemen aan onze samenleving. Het voorgaande bereiken we voor het overgrote deel al door het beleid dat we hebben voort te zetten.
3.1
Meedoen bereiken we samen
Wij willen graag dat zoveel mogelijk burgers op eigen kracht meedoen aan de samenleving. Daarbij willen we de kracht van de Venrayse samenleving beter dan voorheen gebruiken. De rol van de gemeente zal daarbij steeds meer verschuiven naar stimuleren en waar nodig ondersteunen en faciliteren. Ook hier is samenwerking, zowel in lokaal als in regionaal verband, een sleutelwoord. Wat willen we bereiken Van oudsher wordt er sterk naar de gemeentelijke organisatie gekeken als het gaat om meedoen: de gemeente regisseert, betaalt en bepaalt. Zowel tijdens de leefbaarheidsconferentie in april 2009 als bij de totstandkoming van de Strategische visie 2020 als in het coalitieakkoord “Koers naar nieuw evenwicht”, is duidelijk benoemd dat deze rol van de gemeentelijke organisatie gaat veranderen. Het zijn de burgers van Venray zelf die als eerste aan zet zijn. De burgers zijn eerst en vooral zelf verantwoordelijk voor zowel de kwaliteit van het eigen leven als de kwaliteit van de eigen leefomgeving. Op beide vlakken verschuift de rol van de gemeente naar stimuleren en faciliteren. Daarbij zien we de burger als deskundige en we zetten de burger dan ook als zodanig in. Op deze manier ontstaat de gewenste lokale samenleving die samen aan kwaliteit van leven werkt. Voorgaande betekent overigens niet dat we voor onze verantwoordelijkheid weglopen dan wel dat we alles af willen schuiven naar de burgers. We beseffen terdege dat we een belangrijke rol hebben om deze verandering in denken en doen te stimuleren en te faciliteren. Ook beseffen we terdege dat de eigen verantwoordelijkheid van burgers voor het eigen leven en de leefomgeving ergens ophoudt. Wat gaan we daarvoor doen Dorpen en wijken •
We helpen dorps- en wijkraden om de eigen verantwoordelijkheid te kunnen pakken.
•
We scheppen voorwaarden om de verantwoordelijkheid voor de realisatie van de projecten uit de uitvoeringsprogramma’s van de DOP’s en WOP’s, voor zover mogelijk, bij de dorpen en wijken neer te leggen.
7
•
We zoeken manieren om het proces van totstandkoming van DOP’s en WOP’s te versnellen en verbeteren.
Voorzieningen •
Als gevolg van demografische ontwikkelingen komen voorzieningen steeds verder onder druk te staan. Dit feit doet zich al voor bij de basisscholen. Voor het stimuleren van meedoen zijn voorzieningen een belangrijke randvoorwaardelijke factor. We streven er dan ook naar dat: o
Elk dorp en elke wijk tenminste een gebouwde ontmoetingsplek heeft. Dit hoeft geen gemeentelijke accommodatie te zijn.
o
We analyseren de vraag naar en het aanbod van voorzieningen waarin tevens schaalgrootte, multifunctionaliteit, spreiding en bereikbaarheid en rendabele exploitatie worden bekeken. We bezien dit primair op de schaal van de gemeente. Daarnaast kijken we tevens naar de spreiding van voorzieningen per dorp en wijk.
o
Ten aanzien van wonen is levensloopbestendig bouwen al steeds meer de norm. Bij de verdan wel nieuwbouw van accommodaties streven we ook toekomstbestendig bouwen na. Dit betekent dat we initiatiefnemers aan de voorkant vragen goed na te denken over het gebruik van de accommodatie in de verdere toekomst. Bijvoorbeeld als gevolg van demografische ontwikkelingen kan het gebruik van de accommodatie behoorlijk veranderen.
o
Door het verder concretiseren van de kadernota accommodatiebeleid ontstaat de noodzakelijke en zeer gewenste eenduidigheid met betrekking tot accommodaties. Daarbij erkennen we overigens ook dat afwijken in de vorm van maatwerk mogelijk blijft.
o
We nemen onze verantwoordelijkheid ook binnen de al lopende discussie met betrekking tot (het behoud van) kleine scholen. Uitgangspunt daarbij is dat we de scholen in dorpen en wijken zo lang mogelijk willen behouden. Waar mogelijk benutten we kansen om het draagvlak voor scholen te vergroten. Als sluiting van scholen niet te voorkomen is, zullen we aandringen op fasering, om zodoende ook te kunnen leren van ervaringen die we opdoen met sluiting.
•
We willen met ons voorzieningenpakket onze positie als centrumgemeente behouden. Dit willen we vooral doen door dat wat we hebben in stand te houden, bijvoorbeeld op het gebied van kunst en cultuur.
•
We ondersteunen verenigingen bij het zoeken naar mogelijkheden om inzet van vrijwilligers te borgen en daar waar de behoefte bestaat bevorderen we de deskundigheid van bestuurders en vrijwilligers.
3.2
Onderscheidend wonen
Wat willen we bereiken De kracht van Venray ligt in het goede leefklimaat en hiermee onderscheiden wij ons van andere gemeenten in de regio. Venray beschikt over een sterke hoofdkern en dertien dorpen met ieder hun eigen karakter. Het is zaak om voortdurend in te spelen op veranderingen in woonwensen van onze huidige en toekomstige burgers. Dit is gezien de demografische ontwikkelingen geen eenvoudige opgave. Niet alleen neemt de bevolkingsgroei af, ook de samenstelling van de bevolking verandert. Door in te zetten op kwaliteit en duurzaamheid van woningbouwplannen kunnen we ons blijven onderscheiden. Hierbij gaat de aandacht steeds meer uit naar herstructurering van de bestaande voorraad en minder naar nieuwbouw. Daarnaast spelen behoud
8
van leefbaarheid in het landelijk gebied en de variatie in woningtypes voor alle doelgroepen een belangrijke rol. Het wordt steeds moeilijker om (grote) woningbouwprojecten te realiseren. Complexe inbreidingsen herstructureringsprojecten kosten vaak meer dan ze opbrengen. Dit vereist een kritische en creatieve benadering zodat een exploitatie ook financieel haalbaar kan worden gemaakt. ‘Bouwen naar behoefte’ wordt nog meer dan in het verleden de belangrijkste leidraad bij ontwikkelingen. Wat gaan we daarvoor doen •
In de dorpen willen wij graag de ruimte bieden om te groeien met behoud van de eigen identiteit. Dit doen we door de ruimtelijke visies die in het verleden zijn opgesteld, te verankeren in de dorpsontwikkelingsplannen.
•
In Venray richten wij ons op verdere ontwikkeling van de majeure projecten de Brabander, de Gouden Leeuw, de Noordwesthoek van het centrum en het Brukske. Indien nodig zullen we de majeure projecten in dialoog met de raad actualiseren.
•
Wij kiezen voor een sterke prioritering en fasering van projecten. Zowel van onze eigen,
•
Wij houden de rol van het gemeentelijk grondbedrijf tegen het licht, zowel organisatorisch als
majeure projecten als van die van andere partijen op de woningmarkt. financieel (o.a. Strategische verwervingen, vrijkomend maatschappelijk vastgoed). Hiervoor herzien wij de nota grondbeleid en stellen nota’s op voor bovenwijkse voorzieningen en ruimtelijke ontwikkelingen (inclusief vertaling Limburgs Kwaliteitsmenu, zie paragraaf 5.2). •
Wij voeren een woningbehoefteonderzoek uit en stellen een regionale woonvisie op.
•
Wij evalueren en herzien het huidige beleidskader Huisvesting buitenlandse werknemers. Tot nu toe lag de nadruk vooral op tijdelijke huisvesting. Steeds meer buitenlandse werknemers, vooral Polen, lijken zich echter blijvend in Venray en de regio te willen vestigen.
•
Wij evalueren en herijken de prestatieafspraken met de woningcorporatie. In het verleden bleek het moeilijk om te borgen dat deze ook worden uitgevoerd. Wij streven dan ook naar het aanscherpen van de afspraken zodat wij elkaar hierop daadwerkelijk kunnen aanspreken en afrekenen. In dit verband staan wij ook open voor initiatieven van andere partijen om het sociale segment van de woningmarkt te bedienen (mits daar behoefte aan is en de kwaliteit wordt geborgd).
3.3
Belemmeringen nemen we weg
Wat willen we bereiken Het overgrote deel van onze burgers is prima in staat om zelfstandig mee te doen aan de samenleving. Voor een deel van onze burgers geldt dit niet. De belemmeringen die deze burgers tegenkomen als het gaat om meedoen aan de samenleving zijn velerlei: in de persoon gelegen (psychische) beperkingen, fysieke beperkingen, verslavingsproblematiek, werkloosheid, financiële belemmeringen et cetera. Vaak is er daarbij ook nog sprake van een combinatie van deze beperkingen. Met betrekking tot de arbeidsmarkt willen we met het wegnemen van belemmeringen bereiken dat meer burgers meedoen door middel van het verrichten van arbeid. Hiermee spelen we in op de verwachte toekomstige krapte op de arbeidsmarkt. Van oudsher heeft Venray zorg hoog in het vaandel staan. Daarvan afgeleid hebben we ook ons beleid voor de “zwakkeren in de samenleving” goed op orde. Voor de komende vier jaar willen we
9
dan ook vooral stimuleren dat burgers gebruik maken van de voorzieningen die we hebben. Daarbij staat het bevorderen van zelfredzaamheid, het vangnet als trampoline, voorop, daarbij vergeten we niet dat er altijd burgers zullen zijn die blijvende ondersteuning nodig hebben. Wat gaan we daarvoor doen •
We willen de dienstverlening richting onze burgers verbeteren door het Zorgloket toegankelijker te maken en meer bekend te geven en door één regionaal loket voor werk en inkomen te ontwikkelen (Werkplein Venray). Daarbij zoeken we in beide gevallen nadrukkelijk de samenwerking met onze lokale en regionale ketenpartners.
•
Om te komen tot een betere afstemming als het gaat om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, ondersteunen we de vorming van één eenduidige structuur op het gebied van arbeidsmarktbeleid: de “Kennisalliantie Noord- en Midden-Limburg”.
•
We nemen Social Return op in ons inkoop- en aanbestedingsbeleid. Op deze manier bieden we burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans op de arbeidsmarkt.
•
We dringen het niet-gebruik van voorzieningen verder terug. We willen graag dat al onze burgers datgene krijgen waar ze recht op hebben. Verbetering van onze informatievoorziening over dat wat er is en laagdrempelig maken dan wel houden van de regelingen zijn daarbij het uitgangspunt.
•
We stimuleren initiatieven op het gebied van mantelzorg. Concreet willen we het in- en bijwonen ten behoeve van mantelzorg mogelijk maken.
•
We gaan samen met het gehandicaptenplatform Venray een plan van aanpak agenda 22 maken en tot uitvoering brengen. Daarbij richten we ons eerst op de pijlers bewustwording, toegankelijkheid en veiligheid.
•
Op het gebied van gezondheidszorg leggen we het accent met name op: o
Preventieve en curatieve verslavingszorg, vooral gericht op de jeugd.
o
Meer bewegen voor en door ouderen, waarbij we stimuleren dat verenigingen meer activiteitenaanbod voor ouderen gaan organiseren. Dit heeft een positief effect op het verenigingsleven, op de gezondheid van ouderen en voorkomt gezondheidsklachten in de toekomst.
3.4
De jeugd: ons grootste goed
Wat willen we bereiken Jongeren hebben letterlijk en figuurlijk recht op een plek in de maatschappij om zich te ontwikkelen en te ontplooien tot zelfstandige individuen. Wij willen jongeren dan ook maximaal de ruimte geven om te komen tot het ontwikkelen van activiteiten: door jongeren voor jongeren met de gemeente in een faciliterende rol. Binnen het jeugd- en jongerenbeleid onderscheiden we en sturen we op een drietal sporen: algemeen, preventief, repressief. Voor een groot deel van de jongeren geldt dat we via het algemeen jeugdbeleid de omstandigheden creëren waarbinnen volwassenen en jongeren zelf actief kunnen worden. Vanuit de gedachte “voorkomen is beter dan genezen” versterken we algemeen jeugdbeleid met actieve vormen van preventieve lichte hulpverlening dicht bij jongeren en/of ouders in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
10
In de categorie vanaf 12 jaar en ouder is het ontwikkelen van eigen vaardigheden en verantwoordelijkheden de basisgedachte binnen het algemeen jeugdbeleid. Als vangnet bieden we ook hier vormen van preventieve hulpverlening aan, maar eerder als reactie op een aanwezige vraag. Vanuit het algemeen jeugdbeleid sturen we op een omgeving waarbinnen jongeren kansen kunnen grijpen. Soms is “genezen” helaas niet te voorkomen. Dan zal repressief jeugdbeleid toegepast worden. Dit is niet iets dat op zichzelf staat, maar wat een plek krijgt binnen de brede aanpak van het integraal veiligheidsbeleid. Zie verder ook onder het hoofdstuk “Sociale veiligheid”. Wat gaan we daarvoor doen •
Het faciliteren van jongeren willen we: o
fysiek doen door het gedurende deze collegeperiode realiseren van een multifunctionele jongerenaccommodatie.
o •
en niet fysiek door middel van beschikbaarstelling van wensgeldsubsidies.
Het in samenhang ontwikkelen van het jeugdbeleid doen we door het formuleren en in uitvoering brengen van een ononderbroken beleidslijn. Wij nemen hierin als lokaal bestuur de regisserende rol ter hand en starten in 2010 met een integrale aanpak op ontsporende jongeren binnen Venray als onderdeel van dit voornemen (zie ook onder hoofdstuk sociale veiligheid).
•
Binnen het preventief jeugdbeleid gaat het virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin Horst-Venray vanaf de realisatie in 2010 een belangrijke rol vervullen. Dit als centrum voor informatie en advies bij opgroeien en opvoeden en de aansluitende vraag naar licht pedagogische hulpverlening. Voorkomen dat vragen zorgen en zorgen problemen worden.
11
4
Sociale veiligheid
Sociale veiligheid is een breed begrip. Het gaat dan om het bieden van bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Wij willen de burgers van Venray samen met partners deze bescherming bieden. Venray moet een nog veiligere gemeente worden, waarin iedereen zich veilig voelt. Dit omdat je veilig voelen een belangrijk uitgangspunt is voor een krachtige en bloeiende gemeenschap.
4.1
Samenwerken aan sociale veiligheid
Wat willen we bereiken We hechten veel waarde aan de totstandkoming van integraal veiligheidsbeleid, omdat daarmee zowel effectiever als efficiënter aan veiligheid kan worden gewerkt. Partijen kunnen elkaar beter aanvullen en versterken en richten zich daarbij op veiligheidsitems, die onder de bewoners prioriteit blijken te hebben. Daarbij vervullen wij de rol van regisseur.
Wat gaan we daarvoor doen •
We maken samen met partners werk van veiligheid en ontwikkelen integraal veiligheidsbeleid.
•
We gaan bestaande samenwerkingsvormen koesteren, zoals het Veiligheidshuis Noord-Limburg en binnen het Convenant Samenwerkende Overheden. Verder gaan we de haalbaarheid van nieuwe samenwerkingsvormen onderzoeken, zoals de vorming van een districtelijke pool van buitengewoon opsporingsambtenaren.
4.2
Sociale veiligheid op de agenda van burgers, ondernemers en instellingen
Wat willen we bereiken Sociale veiligheid is een thema dat bij voorkeur afgedwongen wordt via de politie en de overheid, maar diezelfde politie en overheid kunnen dat niet altijd waarborgen. Los van het feit dat wij de regie voeren, vinden wij dat ook burgers, ondernemers en instellingen hier een verantwoordelijkheid in hebben. Ook zij kunnen op uiteenlopende manieren hun bijdrage leveren aan het vergroten van (de beleving van) veiligheid. Wij willen dit meer stimuleren en daar waar mogelijk faciliteren. Een afvaardiging van ons college heeft onlangs in dit kader een inspirerend werkbezoek gebracht aan Bournemouth en Poole in Engeland, waar kennis is gemaakt met het Safer Neighbourhoodprogramma. Daar is sprake van een succesvolle en intensieve samenwerking tussen de gemeente en partners die gekenmerkt wordt door een wijkaanpak primair gericht op de veiligheidsbeleving van bewoners, kortcyclische (tweemaandelijkse) actieprogramma’s, onderhoudsbudgetten die gedeeltelijk vrij inzetbaar zijn op de in de wijk gestelde prioriteiten, en frequent interviewen en terugkoppelen van resultaten. Daarbij wordt ook nadrukkelijker beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van bewoners.
12
Wat gaan we daarvoor doen •
We vragen van burgers meer en meer om zelf het initiatief te nemen bij acties die de objectieve en subjectieve veiligheid in hun directe woon- en leefomgeving kunnen versterken. Dit doen we door een pilot burgerparticipatie rondom het thema veiligheid te starten in een of meerdere Venrayse wijken. Onze organisatie moet hier beter op toegerust worden, zodat, als burgerparticipatie echt van de grond komt, we ook in staat zijn hier vervolg aan te geven.
•
We stimuleren ondernemers om een keurmerk veilig ondernemen traject te doorlopen. Daarnaast gaan we met instellingen in overleg om sociale veiligheid prominenter op de agenda te krijgen.
4.3
Grensoverschrijdend gedrag wordt niet getolereerd
Wat willen we bereiken We spreken van grensoverschrijdend gedrag als wettelijke regels en algemene fatsoensnormen worden overschreden. Dit grensoverschrijdend gedrag willen we terugdringen, omdat het een belangrijke oorzaak is van onveiligheidsgevoelens in de Venrayse samenleving. Denk aan kleine ergernissen, overlast en uiteenlopende vormen van criminaliteit. Hier moeten we dus op inzetten. Wat gaan we daarvoor doen •
We verbeteren het toezicht in de openbare ruimte door zowel het preventief als repressief toezicht te versterken. We gaan meer aandacht besteden aan kleine ergernissen door inzet van toezichthouders en/of buitengewoon opsporingsambtenaren (boa). Ook onderzoeken we samen met de politie Limburg Noord de haalbaarheid van nieuwe vormen van toezicht in het publieke domein, zoals bijvoorbeeld de politiejunior of de volontair.
•
Het grensoverschrijdend gedrag van jongeren verdient in het bijzonder aandacht. We willen samen met partners en de ouders dit gedrag aanpakken en de jongeren een goed toekomstperspectief bieden. We zetten hierbij in op een meersporenbeleid, waarbij aandacht is voor het individu, het gezin en de groep. Wij zetten ons samen met partners in het bijzonder in om het aantal ontsporende jongeren en het aantal jongeren dat crimineel recidivegedrag vertoont te reduceren.
•
We pakken de sociale veiligheid op en rondom het station in Oostrum aan. De fysieke herinrichting van het stationsgebied is hier onlosmakelijk mee verbonden. De problematiek rondom fietsen verdient in het bijzonder aandacht.
•
Voor wat betreft het bestrijden van veelvoorkomende vormen van criminaliteit richten wij ons de komende jaren in het bijzonder op fietsen, winkelcentra en bedrijventerreinen.
13
5
Economie
Terugkijkend heeft Venray het de afgelopen jaren op economisch gebied goed gedaan. We staan in 2009 (volgens onderzoek van Elsevier) op de 1ste plaats van economische topgemeenten in Limburg en op de 21ste plaats in Nederland. Bovendien zijn we samen met Venlo de logistieke hotspot van Nederland. Om onze positie te behouden kiezen we voor een drietal speerpunten, die nauw aansluiten bij onze ‘Economische visie’: 1. Kiezen voor kwaliteit en duurzaamheid 2. Versterken van de lokale economie 3. Samen werken aan regionale identiteit
5.1
Kiezen voor kwaliteit en duurzaamheid
Wat willen we bereiken De kwaliteit van de leefomgeving in Venray staat voorop. Dit betekent dat wij zorg dragen voor de leefbaarheid in de directe omgeving van onze burgers, maar ook bijdragen aan het streven naar duurzaamheid op mondiale schaal. De kwaliteit van onze leefomgeving raakt alle gemeentelijke beleidsterreinen. Onze doelen willen we bereiken in samenwerking met én inzet door externe partners, zoals: Wonen Venray, lokale bedrijven, Mondiaal Platform Venray, de regio en provincie. Maar het gaat ook over de voorbeeldfunctie die de gemeente zelf heeft in duurzaam handelen. Wat gaan we daarvoor doen •
Op de korte termijn geven wij uitvoering aan het beleidskader Energie en Klimaat en het daarin opgenomen uitvoeringsprogramma 2009-2012.
•
Een specifiek aandachtspunt vormt het ontwikkelen van beleid voor externe veiligheid. Dit betreft het beheersen van risico’s voor de omgeving van risicovolle activiteiten van bedrijven en/of het gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen.
•
Voor de langere termijn stellen wij een integrale milieuvisie op. Hiermee creëren wij het spoorboekje voor een duurzaam Venray in 2030. Relevante Millenniumdoelen verankeren we in deze visie.
•
Wij voeren voor onze eigen projecten - waaronder de bouw en inrichting van het nieuwe gemeentehuis, duurzaam inkoopbeleid en openbare verlichting - onze ambitie op het gebied van duurzaamheid uit.
5.2
Versterken van de lokale economie
Wat willen we bereiken Het midden- en kleinbedrijf is de motor van onze lokale economie waarvan de regionale en internationale oriëntatie vaak wordt onderschat. Wij willen het lokale bedrijfsleven dan ook de ruimte bieden om te groeien en stimuleren startende bedrijven. We leggen daarbij nadruk op kennis en innovatie. Het is belangrijk dat Venray over voldoende en voldoende gevarieerde werklocaties voor bedrijven beschikt, nu en in de toekomst. Meer en meer is er sprake van een vervangingsmarkt. Het gaat vooral om bedrijfsverplaatsingen van de ene (oude) naar de andere (nieuwe) locatie. Onze aandacht gaat dan ook, meer nog dan in het verleden, uit naar de herstructurering en revitalisering
14
van bedrijventerreinen en zorgvuldige uitgifte van nieuwe kavels. Voor nieuwe, grote bedrijven geldt dat wij in regionaal verband willen afwegen waar deze het beste op zijn plaats zijn. We stimuleren vernieuwende initiatieven met betrekking tot de plattelandseconomie. Het gaat daarbij om het verruimen van mogelijkheden voor werkgelegenheid en toerisme en recreatie in dorpen en het buitengebied. Met het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied en het Ruimtelijk KwaliteitsKader geven we uitvoering aan het ‘voor wat, hoort wat’ principe en maken we meer ontwikkelingen in het buitengebied mogelijk met behoud /versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Wij zetten in op verdere versterking van de aantrekkelijkheid van het centrum, als werklocatie maar ook als toeristische trekker. Niet alleen op winkelgebied maar ook op het gebied van kunst en cultuur heeft de “stad” verrassend veel te bieden. Wij stimuleren en faciliteren het organiseren van evenementen in Venray. Ook in het buitengebied, van de Peel tot de Maas, is zowel voor de eigen burgers als voor bezoekers van alles te zien en te beleven. Wij zorgen voor een betere dienstverlening richting burgers en ondernemers, onder andere door versterkte inzet van de accountmanagers bedrijven. Maar ook door het vereenvoudigen van procedures voor (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, WABO-) vergunningen. Ook stimuleren wij de samenwerking van ondernemers in ondernemers/brancheverenigingen. Wat gaan we daarvoor doen •
Wij stellen in regionaal verband (Greenport + regio) een uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen op waarin wij de herstructureringsopgave verder uitwerken en de eventuele behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen zullen onderbouwen. Hierbij onderzoeken wij als regio tevens de mogelijkheden van een regionaal acquisitie- en uitgiftebeleid en op de langere termijn, regionaal grondbeleid.
•
Wij onderzoeken de haalbaarheid van een vrachtwagenparkeervoorziening in Venray.
•
Wij stellen een actieplan voor het midden- en kleinbedrijf op. Belangrijk aandachtspunt hierin zal zijn dat ondernemers (bedrijven maar ook winkeliers en agrariërs) één vast aanspreekpunt krijgen bij het doorlopen van gemeentelijke procedures.
•
Wij monitoren de ontwikkelingsmogelijkheden van het bestemmingsplan buitengebied en het ruimtelijk kwaliteitskader. Zonodig versterken we het kader via partiële herzieningen.
•
Wij nemen een actieve rol bij de verdere uitvoering van het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg, met name de uitvoering van het Loobeekdal en het ontwikkelen van intensieve veehouderij op duurzame locaties.
•
Wij vertalen het Limburgs kwaliteitsmenu naar lokale doelstellingen in een gemeentelijke structuurvisie, waarbij wij ernaar streven om financiële middelen zo breed mogelijk in te zetten.
•
Wij zorgen voor invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in onze organisatie.
•
Met de herziening van de nota Toerisme en recreatie werken wij onze gemeentelijke ambities verder uit. Belangrijke speerpunten hierin zijn het verder verhogen van de aantrekkelijkheid van het centrum en het buitengebied en een versterkte inzet van evenementen. Voor de uitvoering zetten wij in op het stimuleren van de regionale samenwerking, onder andere via de Stichting Promotie Noord-Limburg.
15
5.3
Samen werken aan regionale identiteit
Wat willen we bereiken Venray ontleent haar regionale identiteit aan een sterke agribusiness, logistiek en productiesector. Wij onderkennen de voordelen van regionaal-economische samenwerking en dan vooral binnen Greenport Venlo. Wij participeren daarom in de Regio Venlo, in de ontwikkeling van Venlo Greenpark en de Floriade. Maar niet alleen in de Regio Venlo, ook in Brabant/Brainport Eindhoven, Gelderland en Duitsland liggen kansen voor (economische) samenwerking die wij willen oppakken. Niet alleen met andere overheden, maar ook met onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven kunnen wij allianties sluiten. Samenwerking wordt (zoveel mogelijk) vanuit de Regio Venlo opgepakt. Als uitgangspunt voor ons bestuurlijk handelen in de regio hanteren wij het principe “Regionaal wat kan en lokaal wat niet anders kan”. Voor een goede regionale samenwerking is het noodzakelijk dat er sprake is van een heldere structuur met een duidelijke en evenwichtige rolverdeling tussen partners. We streven naar bestuurlijke ontwarring; beperking van het aantal samenwerkingsorganen, niet van het aantal terreinen waarop we samenwerken. Regionale samenwerking betekent ook dat we op bepaalde beleidsterreinen niet alles meer zelf bepalen. Inleveren van deze autonomie moet dan wel meerwaarde voor Venray en de regio als geheel opleveren en bovenal moet het regionaal beleid democratisch verankerd blijven. Venray is van oudsher sterk noord-zuid georiënteerd, onder andere door de ligging aan de A73. Wij willen ook de oost-west as met de N270 verder uitbouwen. Deze ‘Via Venray’ fungeert als economische drager tussen Brainport Eindhoven en Duitsland/vliegveld Weeze. Daarom maken we ons sterk voor een opwaardering van de N270, de aanleg van de rondweg in Wanssum en het verhogen van de economische en ruimtelijke kwaliteit langs deze as. Een concreet project van regionale betekenis is de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum waarin Venray een van de partners is. De geplande rondweg zal leiden tot verbetering van de leefbaarheid in Wanssum en van de ontsluiting van de haven. De haven en het (natte) bedrijventerrein van Wanssum vormen een belangrijke pijler onder de regionale economische positie van Venray en een belangrijke schakel in de logistieke infrastructuur. Wat gaan we daarvoor doen •
Op basis van de nieuwe bestuurlijke kaart van Noord-Limburg maken we (bij voorkeur in regionaal verband) inzichtelijk welke samenwerkingsrelaties er zijn, welke samenwerkingsrelaties kunnen worden ondergebracht in één verband en hoe wij de democratische controle borgen. Wij doen voorstellen voor verdeling van bestuurs- en trekkersfuncties van dossiers en overleggen.
•
Projecten zoals Klavertje Vier beoordelen we kritisch op hun kansen en risico’s voordat we hierin participeren.
•
Wij maken afspraken met onze partners over de uitwerking van het Gebiedsplan OoijenWanssum, met een duidelijke verdeling van taken, rollen, kosten en baten.
•
Wij nemen het initiatief om te komen tot uitbreiding/uitdieping en herontwikkeling van de haven en het omliggend bedrijventerrein.
16
•
Wij zien een aanjagersrol voor Venray weggelegd bij de aanleg van de provinciale rondweg rond Wanssum.
•
Wij lobbyen voor opwaardering van de N270 richting provincie.
•
Wij faciliteren projecten langs de N270 die de economische en ruimtelijke kwaliteit verhogen zoals revitalisering van bedrijventerreinen. Hiervoor stellen wij een plan van aanpak /gebiedsvisie ‘Via Venray’ op.
17
6
Organisatie en financiën
Als college zien we juist in deze financieel lastige periode een prima kans om onze organisatie verder toe te rusten op de ambities zoals we die in dit collegeprogramma vastleggen. De accentverschuivingen in ons collegeprogramma zijn, voor wat betreft de organisatieontwikkeling, gericht op de klant buiten. We gaan, gelet op de financiële middelen, een omslag maken van investeren in nieuwe producten en diensten, naar investeren in een externe klant die meetbaar tevreden is over de producten en diensten die door ons ambtelijk apparaat worden aangeboden. Wij zetten daarom met een slanke organisatie in op een slagvaardigere, minder bureaucratische, minder regelgerichte en meer oplossingsgerichte werkwijze. Om deze veranderslag in onze organisatie te realiseren gaan wij de diverse ontwikkelingen op dit terrein bundelen zodat wij hierop zicht blijven houden en gericht kunnen sturen. Wij gaan hiervoor een doorlichtingsinstrument ontwikkelen dat inzicht geeft in de samenhang en voortgang van de gewenste ontwikkelingen op dit terrein.
6.1
Een moderne en flexibele organisatie
Wat willen we bereiken Ons nieuwe gemeentehuis richten wij zo in dat hiervan een positieve impuls uit gaat naar onze medewerkers en professioneel en integraal werken wordt bevorderd. Een van onze uitgangspunten is ook om het gemeentehuis zo in te richten dat we inhoud geven aan onze ambitie om een trekkersrol in de regio te vervullen. Wij accentueren, binnen de mogelijkheden, de doorontwikkeling van onze digitale werkomgeving. We gaan de stap zetten van automatiseren naar informatiseren. Integraal werken wordt hierbij in de praktijk toegepast. Samenwerking wordt het devies. Daarom gaan we de fysieke en onzichtbare muren tussen afdelingen slechten. Flexibele werkplekken maken het mogelijk voor collega´s om elkaar op te zoeken en samen de schouders onder een opdracht of project te zetten. Wij geven opdracht aan onze medewerkers om ervoor te zorgen dat onze producten en diensten aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen. Indien nodig kiezen we daarbij voor een lager kwaliteitsniveau als daardoor het servicegevoel bij onze klanten toeneemt en/of de uitvoeringskosten dalen. In onze zoektocht naar klantgerichte oplossingen en een efficiëntere werkwijze zullen we ons niet alleen richten op de eigen organisatie, maar ook nadrukkelijk kijken naar geschikte samenwerkingsvormen met externe partners. Wat gaan wij daarvoor doen •
Uitvoering van het Informatiebeleidsplan dat gericht is op de ontwikkeling van een klantgerichte dienstverlening (Venray voorkomt vragen) en op de ontwikkeling van de elektronische gemeente waardoor we transparanter en slagvaardiger worden.
•
Met behulp van een te ontwikkelen doorlichtingsmethodiek (kwaliteitsinstrument) op het gebied van bedrijfsvoering een nulmeting uitvoeren om te bepalen waar wij als organisatie staan, wat onze ontwikkel- en verbeterpunten zijn en welke maatregelen nodig zijn in samenhang met de prioriteitstelling. Deze methodiek passen we eerst in een pilot en vervolgens, bij goed resultaat, in alle afdelingen toe.
•
Samenhang organiseren tussen het gerenoveerde gemeentehuis, de implementatie van het Informatiebeleidsplan en de visie op dienstverlening
18
•
Het introduceren van een kwaliteitshandvest als extern communicatiedocument naar onze klant
•
Onze moderne en flexibele organisatie zo efficiënt mogelijk inrichten door mogelijkheden tot regionale samenwerking te onderzoeken en toe te passen. Daarbij sturen we actief op proces en resultaat.
6.2
Afstemming tussen raadsopdrachten en omvang van de organisatie.
Wat willen we bereiken We werken aan een betere afstemming van de verwachtingen van de gemeenteraad en de mogelijkheden van de ambtelijke organisatie. De inhoudelijke opdrachten van de raad vertalen wij naar meetbare taken voor onze medewerkers. Een nog te ontwikkelen, verantwoorde, transparante methodiek moet ons en de raad op termijn inzicht geven in de benodigde middelen (waaronder personeel) voor de organisatie. Wat gaan wij daarvoor doen •
Het Integraal Verbeterplan doorontwikkelen naar een methodiek die ons helpt om de raad te adviseren over de realisatie van korte en lange termijndoelen op het gebied van beleid en bedrijfsvoering.
•
Heldere afspraken maken met de raad over de prioritering van raadsopdrachten en de daarbij behorende middelen (zoals financiën, personeel etc.).
6.3
Een organisatiecultuur met klantgerichte medewerkers
Wij blijven stevig investeren in een organisatiecultuur waarbij onze burgers centraal staan in het denken en handelen van onze medewerkers. Het van buiten naar binnen denken willen we verder doorontwikkelen. Daarbij gaat het vooral om houding en gedrag. Het is een gegeven dat investeringen in cultuur veel tijd vragen. We geven dit vorm door interventies, aandacht voor de werkwijze van individuele medewerkers en gerichte sturing hierop. De reacties van onze burgers, op welke manier dan ook, geven ons input om op de juiste attitude te sturen. Uiteindelijk zijn zij het die bepalen of deze cultuurontwikkeling een succes is geweest. Wat willen we bereiken Wij vragen specifieke competenties van onze medewerkers, onder andere gericht op attitude. Van onze medewerkers verwachten wij inlevingsvermogen in de klant (van “nee want” naar “ja mits”) waarbij de efficiencyopdracht altijd meegewogen wordt in het denken/handelen. Wij leggen nieuwe accenten bij onze medewerkers, enerzijds gericht op vakinhoudelijke vaardigheden, behorend bij het specifieke vak en anderzijds gericht op basisvaardigheden noodzakelijk om te komen tot integraal werken. Deze gewenste combinatie zorgt er voor dat onze medewerkers de genoemde ambities kunnen waarmaken. Verder verwachten we van onze medewerkers het gedrag dat nodig is om te willen werken in een meer flexibele omgeving met behulp van digitale technieken. Naast de individuele gesprekscyclus met de medewerkers bewaken wij via het eerder genoemd instrument, het verandertempo van de medewerkers.
19
Wat gaan wij daarvoor doen •
Het actualiseren van onze organisatievisie, Samenwerken aan Partnerschap (SWAP II)
•
Uitvoering van het project “De Venrayse manier van werken” (VMW), waarbij het gaat om aanpassing van de ‘mentale omgeving’ (welke werkstijl en welk gedrag past bij de nieuwe fysieke en digitale werkomgeving).
•
6.4
Uitvoering geven aan HRM beleid ‘Venray Waardeert Mensen’
Een meerjarig sluitende begroting
De media vragen voortdurend aandacht voor de recessie waarin we verkeren. De recessie heeft zijn invloed op de rijksmiddelen en dus op de uitkering die Venray van het rijk ontvangt. De lokale ontwikkelingen worden zichtbaar door teruglopende inkomsten (leges) en oplopende uitgaven (uitkeringen). Wij laten een periode achter ons waarbij de financiële mogelijkheden ruim waren ten opzichte van de huidige periode. Dat heeft ook geleid tot grote investeringen in accommodaties, openbare ruimte en infrastructuur. Daarom kunnen we het ons permitteren om op dat onderdeel de komende jaren minder te investeren. Dit sluit ook aan bij het coalitieprogramma als het gaat om de keus om niet te “snijden” in de zachte sector. Ondanks de teruglopende inkomsten zien wij het als een uitdaging om de vangnetregeling, zoals wij die in Venray kennen, in stand te houden. Wat willen we bereiken Wij komen met voorstellen om de begroting, net zoals in het verleden en ondanks de financiële problemen, meerjarig sluitend te maken zodat (weer) kan worden gesproken van een solide financiële basis. De hiervoor te maken nieuwe keuzes zowel op het gebied van de inhoudelijke beleidsterreinen als de organisatie geven ons de gelegenheid zaken op te schudden, te heroverwegen, te gaan werken met een kleinere slagvaardige organisatie die zich richt op haar kerntaken. In ons onderzoek gericht op een robuuste begroting die meerjarig sluitend is schuwen wij niet om met voorstellen te komen die afwijken van de geijkte paden en eerder vastgelegde uitgangspunten. Wat gaan wij daarvoor doen •
De doelen in dit collegeprogramma vertalen we naar de vier begrotingsjaren van dit college
•
Een evenwichtig en doordacht pakket aan bezuinigingsvoorstellen samenstellen dat voorkomt dat we achteraf reparaties moeten uitvoeren;
•
Bij de bezuinigingen leggen we een verbinding met beleidsterreinen en daaraan gekoppelde organisatiekosten, zoals personeel.
20